N. G. de Vleeshouwer Co., Baby-Schoentjes. en betrouwbaarste inlichtingen te constateeren, dat, indien kapitein Dreyfus zich aan spionnage schul dig gemaakt heeft, deze niet met Duitschland, met de Duitsche regee ring, en Duitsche officieren, dus ook niet met den Duitschen militairen attache of met de Duitsche ambas sade te Parys iets hoegenaamd te maken gehad heeft. Indien kapitein Dreyfus gespionneerd heeft, dan kan dit slechts ten behoeve van een an dere mogendheid (Macht) geweest zijn. De Fransehe regeering moge er misschien belang by hebben, hierover een dichten sluier te werpen, van Duitsche zyde staat niet het minste in den weg om over het gebeurde het helderste licht der openbaarheid te laten schynen. Dit zal nooit eenige betrekking van de handelingen van Dreyfus met eenige Duitsche autori teit van welken aard ook kunnen aantoonen. De Duitsche regeering heeft te harer tijd de Pransche door middel van de Duitsche ambassade te Parys allen twyfel aangaande dezen On aantastbaren staat van zaken ont nomen. Wij vergenoegen ons heden enkel met het constateeren van dit feit. Uit den Elzas terug, waar hy we derom zooveel sterkende sympathie gevonden heeft, komt Seheurer-Kest- ner in een open brief aan zijn „cber ami" den senator op tegen de mee ning als zou hy ontmoedigd zyn of weifelen. Integendeel: de waarheid lykc hem toe eiken dag helderder uit te schynen. Wat hem aan kracht en leven rest, heeft hij gewyd aan den dienst van de onderdrukte on schuld, en hy zal zyn gelofte houden, al mocht hy alleen blüven staan. Hierop is echter geen kans, met de talryke vrienden om hem heen, die hij hoogacht en die hem hun goed keuring schenken. Keizer Wilhelm als teekenaar. De Duitsche bladeii beschrijven een nieuwe teekeuing, die door Keizer Wilhelm is ontworpen naar aanlei ding van het vergaan van de torpedo boot S 25, en aan de nagelaten be trekkingen van de omgekomen man schappen als „gedenkblad", in een lyst is toegezonden. Het is een in kleuren gedrukt zeegezicht met een schip en een vuurtoren by zonsonder gang links in den hoek staat de Germania met de oorlogsvlag der ma rine en een rijkssehild in de rechter, een lauwerkrans in de linkerhand. Verder ziet men boven een gouden kruis, beneden een Christuskop. Aan de inscriptie, welke den naam van het slachtoffer vermeldt, zyn deze woorden toegevoegd „Hij stierf voor Keizer en ryk, eère zyn nagedachte nis. Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor zyne vrienden." Johannes XV. 13. Behalve de handteekening van den keizer, staat er ook nog afzon derlijk in gedrukte letters onder ver meld, dat hij deze prent heeft ont worpen. Een oude wond. In het ziekenhuis te Erwitte (kreits Lippstadt) heeft zich een veteraan laten opnemen, die bij Mars la Tour een schot in den arm had gekregen. In de oude wond vond men een uni- formtlard. die tusschen de beenderen van den arm vast zat en eerst nu daaruit is verwijderd. Uit Bulgarije. Door vorst Ferdinand van Boelgarye is met de gewone ceremoniën, die nogal omslachtig zijn, de Sobranje gesloten, nadat zy twee maanden by- êen geweest was. Een der zittingen duurde niet minder dan I6V2 uur ach tereen. Ook in andere opzichten blijkt, dat het voorbeeld, door parlementen van naburige machten gegeven in Boel garye navolging gevonden heeft. In de laatste zitting toch kwam het tot een hevigen stryd tusschen den afgevaardigde Krajew en den minister Welitselikow. De heeren scholden elkaar volgens de meer en meer gebruikelijke manier voor „vage bond". Er ontstond hierover groot tumult en dit zette zich uit de vergaderzaal voort in de couloirs, waar de afge vaardigde Wiehaitow zijn collega Gabrowsky een oorvijg toediende. Toevallig ging een tooneelspeler, de heer Panaitow, die veel op den af gevaardigde Krajew lijkt en van de publieke tribune kwam, door de cou loir. Deze werd, bij de deur gekomen, door drie mannen, vermomd als be dienden van de Sobranje, overvallen en door eenige slagen op het hoofd neergeveld. Hij riep om hulp, maar voordat er iemand kwam opdagen ont ving hy drie dolksteken, die gelukkig op "het notitieboekje dat hy in den zak droeg afstieten. Hevig bloedend werd hij wegge bracht. In den daarop volgenden nacht werd weer een moordaanslag gepleegd, waarschijnlijk door dezelfde drie man nen, thans op den echten Krajew. Hij wist zich evenwel te verdedigen. Dit geval kiygt vooral beteekenis, wanneer men in aanmerking neemt, dat Krajew de voornaamste getuige was in zakeden moord op Stamboelof, welke hy van uit zijn kruideniers winkel gedeeltelijk gezien had. Hy deed dan ook de eerste aangifte in dertijd. Dynamiet. In een fabriek te San Manzoya,io dc Spaansche provincie Oviedo, zijn tweehonderd kilogram dynamiet ont ploft. De fabriek sprong in de lucht, waarbij zeven menschen gedood en vele gewond werden. Graaf Rantzau. Mogen wy het volgende verhaal van de Hamb. Corr. geheel gelooven, dan moet graaf Rantzau, schoonzoon van Von Bismarck, ondanks zyne afkomst, weinig wellevendheid be zitten. De volgende onhebbelijkheid wordt den graaf ten laste gelegd. Eveuals te Berly'n was ook te Lon den en te Parys op Nieuwjaarsdag rondverteld dat Bismarck gestorven was. Reuters bureau seinde daarom uit Londen aan de „Aktiengesell- schaft. Neue Borsenhalle" te Ham burg „Avondblad zegt, Bismarck ge storven. Sein terstond, Reuter." Daarop ging den volgenden morgen de leider der telegraphische afdeeling.de heer Bruns, die dezen post sedert vele jaren bekleedt, naar Friedrichs- ruh om iulichtiugen te vrageD. Hy vroeg graaf Rantzau te spreken doch daar deze aan 't wandelen was. moest hij bij den portier op hem blijven wachten. Toen graaf Rautzau met zijn beide zoons van de wandeling terugkwam, liep de heer Bruns hem te gemoet, nam den hoed af en zeide: „Ik maak Uwe Excellentie myn excuses dat ik n hier buiten aanspreekmag ik u myn kaartje geven om my voor te stellen De aangesprokene beant woordde den groet niet maar nam het kaartje aan, waarop stond„In- spektor Wilh. Bruns, Hamb. Börsen- Halle, Hamb. Correspondent." Hy liet het kaartje echter weldra uit de hand vallen en toen de heer Bruns, in de meening dat dit bij ongeluk was gebeurd, het opraapte en het hem nogmaals aanbood, begon hij heftig uit te varen„Pak je hier wegDat ontbreekt er nog maar aan, dat ik al dat gespuis, al dat sjofele schrijversvolk te woord zou moeten staan Maak dat je weg komt En toen de aldus beleedigde man, zichzelf met moeite beheerschend, liet doel van zyn komst poogde uiteen te zetten, begon „der Herr Graf" weer„Pak je wegIk wil geen tele gram zien, waar "het ook vandaan komt!" Waarop hy nog steeds schel dend en razend naar binnen ging. Een dergelijk optreden van Graaf Rantzau dat, naar de Hamb. Corr. verzekert, volstrekt niet in overeen stemming is met de manieren van Bismarck, schijnt niet zeldzaam te zyn. SNGEZONOEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatstwordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Theosophie. Gisterenavond sprak in eene Ver gadering der Haarlemscbe Loge van de Theósophische Vereeniging Me vrouw P. C. Meuleman - van Sin kei over de vraag: Waarom is Reïncar natie noodzakelijk? Waarom, zoo vroeg spreekster, heeft een eik zoo lang noodig ora te groeien tot een omtrek van eenige meters Laugzaam en geleidelijk werkt de natuurlang zaam ontkiemt het zaad, langzaam vormen zich de lagen der mineralen, langzaam ontwikkelen zich de dier soorten uit elkander. Hij die weet wat het zeggen wil, mensch te zijn, begrijpt ook hoe ontzaglijk de tijd moet wezen, noodig ter bereiking van dit ideaal. Even als een kind slechts door krachtige voeding en goede ver zorging kan groeien, zoo heeft ook de menschelijke ziel voedsel en teere verzorging noodig om tot wasdom te komem De strijd om net bestaan laat mij niet toe voor myn zieie heil te zorgen, zoo hooren wy velen spreken; en de ziel blyft geketend en slecht gevoed. En wat blyft er dan over van ons streven, als het sterfuur slaat! Uiterst gering is de aldus verkregen ontwikkeling, te geringer nog als wy denken aan den omvang der taak die voor ons ligt. Hoe moeilyk is het reeds een slechte gewoonte af te leg gen, hoeveel moeilyker dan niet nog onze hoogere natuur te doen zegevie ren over de tegenstreving van ons lager ik. Langzaam en moeilyk gaat onze weg omhoog. Toch kunnen wij dezen gang versnellen, indien wij slechts ernstig willentoch is er naast den breeden heerweg, die tallooze malen den berg omloopt alvorens den top te bereiken, een kort, maar dan ook des te steiler en moeilyker pad, dat recht bergopwaarts leidt, en dit. pad kau betreden worden door hem, die duidelyk voor zich ziet de rich ting waarin onze ontwikkeling leidt en die den vasten wil bezit in die richting te streven ondanks allen te genstand. Vervolg Stadsnieuws Toonkunst. Reeds menige interessante kennis making of kennisheruieuwing danken wfi aau de kunstliefde en de energie van het Bestuur onzer afdeeling \an de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. Vooral in de laatste ja ren hebben ernstig voorbereide uit voeringen van moderne toonwerken, als Berlioz' Romeo et Juliette, D'Indy's Chant de la cloche, Franck's Beatitudes herhaaldelijk in het licht gesteld, hoe genoemd Bestuur het zich ernstig ten plicht rekent, naast eerbied voor de kunstgewrochten uit vroeger tyd, ook de kennis van en de belangstelling in de hedendaagsche kunstuitingen van beteekenis naar het vermogen te bevorderen. Ook dezen keer bij de uitvoering van Woensdagavond werd onze aan dacht gevraagd voor een toonscbep- ping van jongeren datum, nml. het oratorium Manasse van Friedrich Hegar. Laat zich een omvangrijk werk voor soli, koor en orkest by een eerste auditie ook niet met vol komen juistheid beoordeelen en waar- deeren, dit kan toch veilig gezegd worden dat Hegar's compositie niet op één lijn staat met de drie boven genoemde toonwerken. By enkele détails die bij den schrijver een groot en zelfstandig talent verraden, is dit werk als geheei niet in staat een diepen en blijvenden indruk te maken. Ik schryf dit toe aan te weinig een heid van sty'l en een zekere breed sprakigheid die door de betreffende situaties niet of te weinig gemoti veerd is. De componist is, dunkt mij, wat te veel bedacht geweest op een zelf standig optreden der sainenwerKeode factoren. Naast voordeelen die hieruit ontegenzeggelijk zijn voortgesproten, als b.v. welluidende a cappella-koren voor gemengde of enkel mannenstem men, goedgebouwde en klankschoone orkest-phrasen, valt evenmin een groot nadeel weg te cijferen: het nu en dan zeer voelbare gebrek n.m. aan innig, natuurlijk verband. Er komt in heel het werk geen enkel nummer voor waar de logische gedachtengang, de natuurlijke, spon tane gevoelsuiting niet op hinderlijke wijze wordt onderbroken door tekst herhalingen tusschenspelen enz. die den indruk eer verzwakken dan ver sterken. Ook de inkleeding van het behandelde onderwerp is niet bizon der geschikt om van het geheel een machtige impressie op te doen. Want om maar één ding te noemen hoe kan de hoorder werkelijk belang stellen in het lot van Manasse, wan neer dezen held niet vooraf de ge legenheid gegeven is zich sympathiek te maken. En alleen die vrij banale beschouwing over zonneschijn en zon nebloemen 2e Scène kan ons toch niet zóó voor Manasse innemen, dat het ons machtig aangrijpt wanneer wy hem later door Esra en de Pries ters en gros en en détail hooren ver- vloekeo. Maar ik wil niet verder over het werk als zoodanig uitweiden. Myn indrnk daarvan was zooals uit 't bovenstaande duidelijk genoeg blijkt niet groot. Van de uitvoering valt in vele op zichten goeds te zeggen. Tot het goede reken ik op de eerste plaats de mannenkoren. In tegenstel ling van de dames, die voor haar taak weinig geestdrift schenen te gevoelen, zongen de heeren met groote opge wektheid en droegen daardoor veel tot het welslagen by. Van de dames valt alleen de beschaafde klank te prjjzen. Het volume daarvan was echter niet groot en van kleur of karakter in de voordracht viel weinig te bespeuren. Van de solisten moet ik het eerst noemen den heer Fr. Phlippeau, niet alleen omdat hij zyn party werkelijk mooi zong, maar ook omdat hy dit zoo goed als onvoorbe reid deed want wegens plotselinge ongesteldheid van den aangekondig- dtn solist, den heer Joh. J. Rogmans, was de medewerking van den heer Phlippeau eerst Woensdagmorgen iu- geroepen. Alle eer dns aan zyn talent en aan zyn welwillendheid. De sopraan party was in handen van mej. Betsy Hol uit Deventer. Zij had alle gele genheid zich een zangeres te toonen van benijdenswaardige stemmiddelen uiet alleen, maar tevens van belaug- rijke muzikale en technische ontwik keling. De bas-baritonparty werd ver vuld door den heer Hermann Gausclie uit Kreuznach die als dramatisch zanger ongetwijfeld groote verdiensteu heeft, maar zijn voordracht wel eens ontsiert door overdreven pathos zcodat, by volle erkenning van zyn weloverwogen intenties, mij zyn op treden niet kon verheugen. Voor het kleine Zio'/e-partytje had zich de heer P. v. O. beschikbaar gesteld. Zyn sonoor basgeluid eu de moeite die hy zich gaf om duidelyk te spreken heb ben aanspraak op waardeering. Het orkest van het Amsterdam- sche Concertgebouw kweet zich op waardige wyze van de taak der begeleiding, zonder zich in dit opzicht nu juist te overtreffen. Het geheel mag dus dank zy de toewijding en het talent van den directeur den heer W. Robert tot de welgeslaagde uitvoeringen van Toonkunst gerekend worden. PHILIP LOOTS. Op den kegelwedstrijd door „Ewal- di" te Amsterdam uitgesclireven, be haalde de kegelclub" „De Groote Vauxball" alhier een prijs (bij loting) voor de meeste treffen, 21 van de 30 ballen. ARRONDISSEMENTS RECHTBANK Zitting van Donderdag 6 Ja nuari 1898. J. Gemser, die alhier in de maand November 1893 dus reeds lang geleden toen hy ergens iets te koop aanbood, een paar laarzen had ont vreemd, hoorde heden, daar hy reeds meermalen wegens diefstal was ver oordeeld, 6 maanden gevangenisstraf tegen zich eischen. Wegens eenden-diefstal te Edam gepleegd, stonden Th. A. Nobbé en S. Steur, te Volendam en te Edam terecht. Niet minder dan 75 eenden hadden ze ontvreemd. Het bleek, dat Nobbé den diefstal had gepleegd, om dat hy door dobbelen al zyn geld had verloren en dat Steur van de opbrengst van den buit ook een gedeelte bad ontvangen. Nobbé bad daarenboven nog meer op zyn geweten. Door een plank te verbreken had hy uit de woning zijner buurvrouw f22.50 ont vreemd. Ook van dezen diefstal had Steur een gedeelte der opbrengst geaccepteerd. De feiten werden door de beklaagden, die reeds in voorloo- pige hechtenis waren, erkend. Daar beklaagden zeer ongunstig bekend staan, requireerde het O.M. één jaar tegen ieder. De verdedig'-r Mr. C. Joh. Prins pleitte eene lichtere straf voor ieder der beklaagden. G. W. Besseling, een dertien jarig knaapje had in vereeniging met een ander knaapje, een paar konijnen ontvreemd. De andere had den dief stal gepleegd; hy had op den uitkijk gestaan en als zijn deel een der konij nen ontvangen. Dat de jongen, een bekende straatlcoper volgens het O. M., die weldra wegens diefstal nog eens zal terecht staan, niet erg leep is, bleek wel hieruit, dat hij het konijn in eene tobbe had gezet, waar het uitgesprongen was. Daar beklaagde eene niet al te beste opvoeding ont vangt, requireerde het O. M. ontslag van rechtsvervolging en tot zijn 18e jaar plaatsing in een rijksopvoedings gesticht. Vrouw E. Smit, die te Bever wijk uit een boekwinkel een kerk boekje had ontvreemd, hoorde des wege tegen zich eischen, 14 dagen gevangenisstraf. P. Ditmar had in drift in de woning van C. van Eiswyk aan den Koudenhorn een ruit ingeslagen, nadat hij van Elswjjk had uitgedaagd er uit te komen om te gaan vechten. Deswege werd tegen hem geëischt f 10 of 10 dagen. De rechtbank, heden uitspraak doende in de zaak van F. H. Perk, die op den Hen November te Zaan dam in drift een knaapje op een zeer gevoelige plaats een schop had gege ven, veroordeelde hem tot f 50 of 20 dagen gevangenisstraf. Het O. M. had geëischt 2 maanden gevangenisstraf. „Crescendo". De Haarlemsche maonenzangver- eeniging „Crescendo" zal op haar eerste concert, dat in deze maand gegeven wordt, een nieuw werk uit voeren, getiteld „Jan van Schaffelaar", gedicht van den heer J, F. HintzeD, muziek van den lieer C. Andriessen te Hilversum. Het gedicht is ontleend aan de bekende geschiedenis van hert jaar 1482, die ook Cbtmans de stof geleverd heeft tot zijn schoone roman „De Schaapherder". In de le af deeling wordt Scbaffelaars tocht naar Barneveld, aan 't hoofd eener bende van 18 krygers geschilderd. In de 2de afdeeling wordt Perrol voorge steld, Scbaffelaars doodvijand, van haat verteerd en slechts op wraak peinzende. In de 3e afdeeling volgt de verraderlijke overval te Barneveld en Scbaffelaars redding in den toreu, terwijl in de 4e afdeeling de toren belegerd wordt en Schaffelaar, na drie dagen van ongelyken stryd zich opoffert door van den toren te sprin gen, en aldns het leven zijner man nen redt. Schoone koren wisselen in dit werk met fraaie solo's af. De solo's zijn die van Schaffelaar (bariton), Frank, zijn vriend (tenor) en Perrol (bas). Wan neer wy nu nog meedeelen, dat aan het Stedelijk Muziekkorps van den heer Kriens de begeleiding van dit werk wordt opgedragen, dan betwij felen. we niet of ..Crescendo" zal met deze compositie van den broeder baars directeurs, een werk, waarvan de uit voering anderhalf uur duurt, groot succes hebben. Hedenmorgen is door de politie al- bier aangehouden de tamboer van de cadettenschool te Alkmaar A. v. H. die zonder verlof zijn garnizoen had verlaten. Hy is aan de militaire auto riteit overgeleverd. In den afgeloopen nacht ten drie uur heeft brand plaats gehad in een houten hok, staande op het erf getee- kend Friesche Yarkeusmarkt no. 1, bewoond door den eigenaar Johannes Ruigrok van der Werve, spoorbrug- wachter van de spooroverbrug aan het Spaarne. De brand is vermoede lijk ontstaan door vuur in een ijzeren kachellade, waarop stukjes hout, ge dekt door een ronde ijzeren plaat ter rooking van spek, afkomstig van twee geslachte varkens. Het spek is nagenoeg geheel verbrand alsmede het grootste gedeelte van het hok, terwyl niets verzekerd was. Een schuurtje dat ook reeds vlam bad gevat is behouden. De brand werd het eerst ontdekt door den agent vau politic Coule en is door dezen met, den korporaal der infanterie P. H. Tel, met emmers water gebluscht. De slangen- en ladderwagen der politie benevens spuit 10 zijn nog uitgerukt, maar hebben geene diensten verricht. Jubileum-Van der Wilk. Heden namiddag te 3 uur werd het 40jarig jubileum van den heer L. van der Wiik herdacht in een bijeenkomst in hotel „Funckler" gehouden, waar tal van genoodigden en belangstel lenden waren opgekomen om den ju bilaris te huldigen. Nadat de jubilaris en zyne eehtgenoote door eenige hee ren waren binnengeleid, zongen leer lingen der school een feestzang op woorden van mejuffrouw Riemer. De hr. jhr.mr. A.J. Rethaan Macaré ram daarop het woord om den jubilaris te huldigen. Hij bracht in herinnering dat de heer v. d. Wilk 40 jaar zyn leven, hart en geest aan de school had gewyd en deelde eën en ander uit de loopbaan van den jubilaris mede. Het goede onderwijs op de school gegeven, roemde spr. Daarom waren velen den heer Van der Wilk dank baar en hadden oud-leerlingen en ouders gemeeDd die dankbaarheid door een huldeblijk te moeten toonen. Met eeDÏge hartelijke woorden bood daarop spr. den jubilaris en zijne eehtgenoote een cadeau aan. Het cadeau bestond uit een zilve ren tafelservies met de namen der gevers. De heer F. Smit Kleine, een leer ling van des jubilaris1 schoonvader, den heer Priozen Geerligs las daarop een gedicht voor. De heer P. Van Loog. was de derde spreker, die den jubilaris hul digde. Hij eindigde met den wensch dat de jubilaris nog vele :aren velen ten zegen mocht zyn. Diep geroerd betuigde de heer v. d. Wilk allen zyn dank. Velen complimenteerden nog den jubilaris persoonlijk. Wij kunnen hieraan nog de vol gende levensbeschrijving van den ju bilaris toevoegen. De heer Van der Wilk werd in 't laatst van 1857 be noemd als hoofd der school in 't wees huis te Utrecht, kreeg den 27sten Nov. 1858 zyne benoeming als hoofd der school te Haaften en werd daar op Oudejaarsdag Feestelijk ingehaald. Hier bleef hij tot 1 October 1859, op welken dag hy de functie aanvaardde van schoolhoofd te Zandvoort. 6 Juli 1860 trad hy in 't huwelyk met een dochter van den bekenden paedagoog. den heer Geerligs, en woonde tot 1 Nov. te Zandvoort. Wegens een ernstige ougesteldheid moest hy daarop deze betrekking neerleggen en Zandvoort verlaten. Na eenigen tijd in Haarlem te hebben gewoond was de heer Van der Wilk hersteld eu kwam in Juli 1868 (dus nu bijna 30 jaar geleden) met zijn schoonvader, den heer Geerligs. aan't hoofd van de bestaande meisjesschool, toen reeds gevestigd Jacobynestraat 30 en die op dat oogenblik 40 meisjes telde. Op dit oogenblik heeft de school, waaraan op verzoek der ouders in 1881 een cursus van voortgezet lager onderwys werd toegevoegd. 170 leer lingen. Ook buiten zyn eigen school heeft de heer van der Wilk in Haarlem gewerkt, namelijk aan de Kweekschool voor onderwijzeressen als leeraar in de vakken opvoed- en onderwijskunde en schoonschrijven en wel van de jaren 1871 tot 1885 welke vakken hij ook van 1877 af doceerde aan den cursus voor hoofdonderwijzeressen, die in 1888 wegens gebrek aan deel neming werd opgeheveD. Eene leesmethode en een schrijf methode van zyne hand zijn in de onderwijswereld wel bekend, zoomede een overzicht der geschiedenis. Zandvoort. De onlangs opgerichte Rederijkers kamer „Sandevoerde" gaf Woensdag avond eene voorstelling in het Groote Badhuis alhier. De opkomst was zeer groot, de zaal was goed bezet. Do voordrachten voldeden zeer en het op gevoerde blijspel „Een lastige schoon vader" wora uitstekend gespeeld. De verschillende rollen werden goed weer gegeven. De hoofdrol van den heer Dwars werd bijzonder goed gespeeld en den dames, vooral mej. Justine, komt een woord van lof toe. De persoon van Yan der Snip was vermakelijk. De Rederijkerskamer mag met vol doening terugzien op de eerste uit voering, die zeker als goed geslaagd mag worden beschouwd. De Burgemeester bracht hulde aan de leaen en bedankte namens alle aanwezigen voor den genotvollen avond. De avond werd besloten door een geanimeerd bal. Sloten. De heer J. van der Laarse. hoofd der school in de afdeeling Osdorp, herdacht onder zeer vele blijken van belangstelling zijne 25-jarige ambts vervulling; het Gemeentebestuur, de ingezetenen en de schoolkinderen schonken kostbare geschenken. INGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per regel. Wannoesstraat 14, Etaleeren een ruime collec tie grijslinnen School-Boezelaars, in de Nieuwste Modellen. Eenig adres voor Engelsche fantasie TELEGRAMMEN, PRETORIA, 6 Jan. HavasDe Volksstem gelooft dat Chamberlain werkelijk aan de Regeering van Trans vaal een telegram zond, waarin op nieuw de suzereiniteit van Engeland wordt bevestigd. Het blad zegt, dat op het oogen blik Transvaal het zich kan veroor loven met kalmte een telegram uit Londen te ontvangen, dat onrecht vaardige en overdreven eischen bevat. De tyd is voorbij dat de Eugelsche ministers hun kleingeestige denk beelden aan Zuid-Afrika kunnen op leggen. Het telegram van Chamber lain zal de meerderheid van Kruger slechts doen toenemen. VAPV A Smits en de telefoon De heer Smits hracht behoedzaam de bel van de telefoon in werkiog. Geen antwoord. Is daar niemand? vroeg by. Geduldig wachtte hij eenpoosjeop antwoord. Hei daar geef toch taal of teekenriep hy door de telefoon, een weinig luider. Geen antwoord. Weer opgescheld wat langduriger dau de eerste maal. Is—daar—nie—mand Er was eene trilling in de stem van Smits, veroorzaakt door kenne lijk ongeduld. Diep stilzwijgen, on toen met alle kracht die in hem was, schreeuwde hij Hei daar brand! Nog altyd kwam cr geen antwoord, en toen begon by aanhoudend aan het instrument te draaien vijftien iniun- ten, op 't horloge af. Wat moet dat razende bellen beduiden vroeg een vrouwelijke stem. Dat beduidt, dat ik er voorbe dank om drie uur op je te staan wachten; myn tyd is ook iets waard! U heeft niet drie uren gowacht! Dat weet ik beter. Aansluiten vyf een nul drie. Vijf een drie? Nul, nul drie! Vyf een nul drie vyf Lmgeliug lingeling Wie daar Smits. Is meneer Willemsen op 't kantoor. Wacht 'n oogenblik. Smits wachtte tien oogenblikken, en 't schenen hem tien uren toe. Ten laatste klonk de bel, gevolgd door een antwoord dat onverstaan baar was. En toen klonk het Nu? Willemsen, zend my Wien moet u hebben Willemsen. Willemsen Co. Is je naam niet Willemsen? Neenmijn naam is Kareisen. (Onverstaanbaar voor Smits.) Vraag Willemsen aan de tele foon te komen. Er is hier geen Willemsen. Ben ik dan niet aangesloten met Willemsen Co. Neem we zyu Kareisen «It Zoon. Hoe? Kareisen Zoon. Versta je niet: spel het even. K -r—r (onverstaanbaar ge luid e—1—rrrr 't Is om dol te worden Wil wat duidelijker spreken. Wat is uw nummer? Een nul drie vyf. Smits liet hot ding uit de hand vallen en waggelde achteruit tegen de deur. Toen hij weer wat bekomen was. keerde hy weer terug naar de telefoon. Met. wien spreek ik? Er is geen Willem sen hier! Ik zeg niet dat hy er is, huilde Smits, en hy gaf liet signaal, dat hy liet gesprek met de lirma Kareisen Zoon niet langer wensebte voort te zetten. Aansluiten! Wie is u? Smits danste een horlepijp rondom het instrument en begon toen wéér als een razende de juffrouw van de telefoon op te schellen. Is er haast iemandhuilde hy en de man was deerniswaardig om aan te zien. Schreeuw toch zoo hard niet. Kareisen is aan de telefoon. Loop naar den duivel, Kareisen. Wil je nu afbellen. Jou heb 'k niet noodig. Wat? Spreek toch niet zoo luid ik kau geen woord verstaan. Kan ^me niet schelen of jy 'n woord verstaat. Zijn ze stapelgek aan 't Centraalbureau Smits snakte naar adem en begon weer te draaien totdat hy niet meer kon. Aansluiten vyf duizend een honderd en drie. Bedoelt u Kareisen Zoon? dus klonk een schuchter vrouwen- stemmetje hem in 't oor. De oogen pmiklen hem uit het hoofd eu zyn leven hing aan een zyden draad. Maar een man van karakter weet zich te beheerschen. Neen, klonk het op zonderling zachten en fluisterenden toon uitzijn mond: aansluiten met Willemsen en Co. 5103. Er is hier geen Willemsen, heb ik je al gezegd! Ha! ha! ha! Arme Smits! Zy brachten hem van de telefoon regelrecht naar een gesticht voor zenuwlijders, en hy amuseert zich daar met. den ouden deurknop. Hy houdt dien aan zyn oor en roept maar voortdurend om 5103 door den ventilator. FamsSieberichie». Bevallen4 Jan. M. G. P. Mahns— Engelbrecht d. Amst. J. B.Fortanier— Régis d. Amst. Overleden3 Jan. J. van Ommen Jr. 58 j. Amerfoort. Wed. A. van Lidth de JeudeVos 77 j.Nymegen. 4. S. van Erp 70 j. Bemmel. J. C. Roest—De Fremerv, Leiden. Wed. G. Worms—Worms 70 j. Amst Doch tertje van E. Hoelen, 10 d. Amsterd. D. Cordes 69 j. Amsterd. Wed. H. M. Steup—Goyaars 77 j. den Haag. 5. P. L- Kamps 52 j. dm Haag. Stoom vaartberichten Het stoomschip Smeroe, van Rot terdam naar Java, vertr. 5 Jan. van Port-Said. Het stoomschip Amsterdamvan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 3