T weede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON.. Witte en Gele rozen. E3e Jaargang. Dinsdag II Januari 1898. Ho 44S7 HAARLEM'S DAtfBLAD Yoor Haarlem per 3 maanden-f 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar eon Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden„0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 Directeur-Uitgever ADYEaTECTTIECT: 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betredende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentien van 15 regels f 0.7-5, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Sandvoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zosndvoorl, G. ZWEMMER; Velsen, W. J. RU1JTER Beverwijk, J. HOORNS; HülegomA RTF. HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Brieven uit Perzie. XLII ISFAHAN, 3 Dec. 1897. Ofschoon reeds verscheidene malen in mijne brieven aan Haarlem's Dag blad bijzonderheden omtrent het leven en de toestanden in Perzië gegeven werdeD, bemerk ik, dat omtrent het klimaat en de omstreken van Isfahan tot nog toe weinig door mij gezegd werd" en ik wil iny dus in dit schrijven meer in 't bijzonder met deze onder werpen bezig houden. Een aangenamer klimaat dan dat van Centraal Perzië kan men zich ternauwernood voorstellen: negen of tien maanden van het jaar heeft men een helderblauwen, onbewolkten he mel boven zich en baadt zich het landschap in een helderen en warmen zonneschijn. In het late najaar, onge veer einde October tot midden De cember lieeft men gewoonlijk af en toe wat regen, soms twee of zelfs drie dagen aan Óen stuk, doch veelal ook slechts enkele buien, en andere jaren, gelijk dit jaar bijvoorbeeld slechts eenige druppels, zelfs niet ge noeg om het stof van de wegen te doen verdwijnen. Heeft men de na jaarsregens gehad, zoo kan men reke nen op éen a anderhalve maand van het heerlijkste winterweder, dat men zich denken kan: vrij strengen vorst gedurende de nachten, waarbij het kwik soms daalt tot 14° Fahrenheit, in Sultanabad en omgeving soms tot nul Fahr., doch overdag weder denzelfden helderen zonneschijn, die bet, gedu rende den nacht gevormde ijs spoedig weder doet smelten en waarin zich de Perzen uren lang zitten te koeste ren. Doch in Januari of Februari be ginnen de voorjaarsregens; in som mige jaren heeft men dan wat sneeuw (in Februari van 1897 sneeuwde liet bijvoorbeeld twee dagen achtereen, zoodat het sneeuwkleed twee voet dik was,) doch in andere jaren sneeuwt het in 't geheel niet, maar heeft men daarentegen in Maart of April ver scheidene regenbuien, terwijl het ge heele voorjaar zich kenmerkt door sterken wind, die gewoonlijk tegen den namiddag begint op te zetten. En van Mei af kan inen rekenen, dat de zomerdroogte begint, eene periode van circa zes maanden, waarin gewoon lijk geen druppel regeu valt, of hoog stens misschien een enkel los buitje in Juni of Juli. De warmte, zelfs in 't midden van den zomer, half Juni tot half Augus tus, is zelden overmatig; dat de ther mometer boven 100 °F. in de scha duw teekent, behoort tot de uitzon deringen, doch in den zonneschijn komt die natuurlijk veel hooger, van 110" tot 120". Door de doelmatige bouworde der huizen en wegens hunne dikke muren is het binnenshuis ge woonlijk veel koeler, en kan men daa'* de temperatuur gemakkelijk op 80° houden, wanneer men slechts met be hulp van rolgordijnen of door andere maatregelen de zon buitensluit. Evenwel, genoemde bijzonderheden gelden slechts voor Isfahan, dat op circa 33° N.-B. cn op ongeveer 5000 voet boven den zeespiegel ligt, en wegens de groote uitgestrektheid van Perzië. en het verschil in hoogte der diverse plaatsen zijn de kliraatische verhoudingen zeer verschillend. In Bushïre, slechts 4° zuidelijker, doch aan de Perzische golf, en op gelijk niveau met de zee gelegen, is de zomerhitte ontzettend, en in Sultana- bad, slechts één graad noordelijker dan Isfahan, heeft men, gelijk boven vermeld, des winters zeer gestrenge koude. Isfahan wordt, wegens de droogte van het klimaat, beschouwd als een der gezondste plaatsen van Perzië, hetgeen ook blijkt uit de omstandig heid, dat beambten der Indo-Euro pean telegraph Company welke in Teheran, of in Busbire, of in Shiraz aan koorts lijdende waren, tot herstel van gezondheid hierheen werden over geplaatst. Toen in Teheran in 1S92 de cholera zoo hevig woedde, dat er tot 800 personen'per dag aan stierven, kwa men hier slechts enkele gevallen van die ziekte voor: in de geheele stad met de talrijke omliggende dorpen (waarvan de gezamenlijke bevolking op circa één millioen zielen geschat wordt) niet meer dan misschien 800 a 1000 gevallen in 't geheel. Behalve aan den invloed van het klimaat wordt deze gunstige verhouding ook toegeschreven aan de omstandigheid, dat, terwijl Teheran van drinkwater voorzien wordt door grootendeels open „Kanaats" (geheel of ten deele onder- grondsche waterleidingen), die dik wijls door straatvuil eu faecaliën verontreinigd worden, en waarschijn lijk ook in verband staan met de slootjes waarin, volgens Mahome- daanscli gebruik de lijken der gestor venen gewasscben worden, in Isfahan schier leder huis zyn eigen gemet- selden waterput bezit, die meestal zuiver en kristalhelder drinkwater oplevert. Niettemin komen, ten deele wegens de persoonlijke onreinheid van het volk in Isfahan ook geval len voor van typhus, pokken, rood vonk en andere ziekten, doch over het algemeen steekt de gezondheids toestand hier ter plaatse gunstig af bij dien in andere steden des lands. En thans een enkel woord omtrent de omgeving van Isfahan. De stad ligt ia een breedo door bergen om zoomde vlakte, dicht nabij Ben Noor delijken (linker), oever van het rivier tje „Zavendeh roed", hetwelk ont springt in het ten Z.W. van Isfahan gelegen Bakhtiari land, een bergland, slechts bewoond door nomaden, doch met zyne sneeuwtoppen, zijne diepe ravijnen, zijne rotsen en zijne heldere beekjes, een gebied vol natuur schoon, dat ongelukkigerwijze nog slechts tenhalve bekend is. Ongeveer ter zelf der plaatse als de Zavendeh roed ontspringt daarin de „Karoen", de 1 eenige bevaarbare rivier in Perzië, die, in do Perzische golf uitloopende, mis schien in de niet zeer ver meer ver wijderde toekomst de voornaamste handelsweg naar Centraal-Perzië be looft. te worden. Aan beide zijdeD van de bedding der Zavendeh roed strekt zich een breede zoom uit van be bouwd land, dat bewaterd wordt door met dit doel gegraveu „dzjoeps" of besproeiïngs kaualen, die zich in alle richtingen vertakken, eu waardoor een wegens bet gebrek aan regen an ders dorre streek in eene vruchtbare vlakte wordt herschapen. Schuin tegenover Isfahan aan den zuidelijken (rechter) oever van de ri vier ligt Juffa, te midden van tuinen, wijngaarden en bouwland, dat zich tot ongeveer 1 Va Kilometer bezuiden het rivierbed uitstrekt, om dan plaats te maken voor een zacht glooiende woestijn, waar slechts enkele kruiden en doornachtige gewassen willen ge dijen. Die woestijn, door welker mid den de groote weg loopt naar Shiraz, wordt óp een afstand van een half uur gaans afgebroken door een groep kale, rotsachtige bergen, waarvan de hoogste, de „Koe-i-Sofeh" het dichtst in de nabijheid van Julfa is, en door zijn karakteristieken vorm het land schap als 't ware geheel beheerscht. Ten Noorden van de rivier strekt zich de vlakte voor vele mijlen uit tot aan den voet van den „Kohroed" die den voornaamsten burgmuur vormt tusschen Isfahan en Teheran en van welks toppen men den in de nabij heid van laatstgenoemde plaats zich tot in de wolken verheffenden Derna- vent, een uitgedoofden vulkaan en den hoogsten berg van Perzië, reeds met het bloote oog gewaar worden kan. Genoemde, zich noordwaarts van de ri vier uitstrekkende vlakte bestaat ook weder grootendeels uit woestijngrond, doch behalve de, de rivier zelf omzoo- mende velden,vindt men daarin, rondom de hier en daar verspreid liggende dor pen uitgestrekte stukken bouwland, terwyl zich ten Noordwesten van de stad, naar de zijde van gultanabad, een vry uitgestrekt bergland verheft, dat deze woestijn in het westen be grenst. De plantengroei is zoowel op de bergen als iu de woestyu uiter mate schaarsop enkele plaatsen aan den voet der bergen, waar eenig wa ter uit de rotsen te voorschijn komt, vindt men soms enkele boomen en eenig struikgewas, terwijl in 't mid den van de woestijn in het voorjaar zich op sommige plekken schoon ge kleurde bloemen vertoonen, en men op de bergen in rotsspleten of onder steenen geurige kruiden of sierlijk gevormde vareDS ontdekken kan, maar over 't algemeen bestaat de schoon heid van het Perzische landschap in de prachtige lichteffecten en kleur- schakeeringen, die bij ondergaande zon de tallooze bergtoppen, en de zich daaromheen verzamelende lichte wolk jes een onbeschrijfelijke schoonheid verleenen. Dan aanschouwt men tafe- reelen, die het penseel eens schilders overwaard zijn, en komt men onwille keurig tot de overtuiging, dat natuur- j schoon niet alleen afhankelijk is van, bosch- en waterpartijen, doch dat I zelfs door de natuur stiefmoederlijk bedeelde streken toch niet geheel en al van schoonheid ontbloot zijn. Ook de nachten zijn in Perzië zon der weerga.de heldere maneschijn, iiet met sterren zonder tal bezaaide uitspansel, de zuivere atmosfeer, en de ongestoorde stilte verleenen daar aan, vooral in de zomermaandeu, na de hitte van den dag, eene, in het vaderland schier ongekende bekoor lijkheid, cn kan men zich, op het terras of het dak zijner woning ge zeten. uren lang vermeien in de aan schouwing van de zich in 't maan licht badende tninen en vlakten en bergen, en verwondert men er zich over, dat de bewoners van het laud de natuur te apprecieeren. Voor lien die zich wijden aan de studie der hemellichamen moet Perzië een waar Dorado zijn, daar zij hier maauden lang, door geen nevels of wolken gestoord, den loop daarvan zouden kunnen volgen. Een observa torium hier te lande zou dau ook wellicht gunstige resultaten kunnen opleveren. Maar voor bet Perzische gouvernement er toe zal komen, om voor een zoodanig doel eenig geld af te zonderen, zal er nog wel heel wat water door den „Zagendeh roed" moeten vloeien In 1874 echter hield hier gedurende een konen tijd eene commissie van Duitsche sterrekundi- gen verblijf om den overgang van de planeet Venus" over den zonneschijf waar te nemen, en thans vindt men nog in éen der huizen van Julfa een steen met een opschrift ter herinne ring daaraan. STADS&SSEUWS* eerste en derde pagina. Haarlem, 10 Jan. 1898. Bij kon. besluit van 8 Januari zijn bij de d.d. Schutterij hier ter stede benoemdtot tweede luitenant de heer J. J. Beijnes en tot tweede luit. a la suite de heer B. J. Y. v. Hees. De Staatscourant van 9 en 10 dezer' bevat de koninklijk goedgekeurde statuten van de Vereenïging„Unie van Christelijke ouderwijzers en on derwijzeressen in Nederland", te Haar lem gevestigd en van de „Vereeniging van industrieelen en kooplieden be treffende bouwkunde en aanverwante vakken', te Haarlem. Opmerkelijk is de langdurige vaca ture aan net belastingkantoor Haarlem buitengemeenten, die reeds van 7 Augustus duurt, eu nog is geen ont vanger benoemd; het kantoor wordt waargenomen uoor den beerde Vletter, surnumerair. Zaterdagnamiddag werd de brand weer (politie en spuit 10) gealarmeerd voor eeu begin van brand, ontstaan in de keuken van perceel 28 in de Wilhelminastraat, bewoond door den heer Mercier, doordat een petroleum- toestel te hoog had gebrand. Er be hoefde echter geen water te worden gegeven. De slangenwageu, de ladder wagen en spuit 10a waren aanwezig. Aanbangig gebleven Raadsstukken op 31 December 1S97, voor zoover zij niet op den oproepingsbrief voor de raadsvergadering op Woensdag a. s. zijn vermeld 13 Juni 1S94. Adres directeur Stads Armen- en Ziekenhuis om zekerheid tot het eventueel bekomen van pen sioen. 26 Febr. 1896. Adres H. Schaap Jr. e. a. handhaving van art 59 ver ordening op do markten. 26. Febr. 1896. Adres W. Voet en Zoon e. a. clectrische verlichting van gemeentewege. 10 Febr. 1897. Adres coöperatieve bouwvereeniging „Koningin Emma" om een straat, waar door haar huizen zyn gebouwd, te noemen Koningin Emmastraat. 17 Maart 1897. Adres M. Lubcké en Société anonyme Beige des tram ways Neêrlandais overdracht conces sie stoomtram HaarlemBeverwijk. 14 Juli 1897. Voorstel commissaris sen Bank van Leening verhooging jaarwedden beambten. 14 Juli. 18 Aug. en 27 Oct. 1897. Concessie tramlijnen Haarlem—Zand- voortCeintuurbaanHaarlom—Bloe mend aal en adres W. A* J. van de Kamp e, a. 27 Oct. 1S97. Adres Behangers- en Stoffeerdersbond gebruik lokaliteit Doeleu of subsidie. 27 Oct. 1897. Adres Bestuur Wil- helmina Naaischool toevoeging com missie van dames aan schoolcom missie. 27 Oct. 1897. Adres Wed. M. Cree- mers om pensioen. 1 Dec. 1897. Voorstel S. Roog be schoeiing Houtvaart. 1 Dec. en 29 Dec. 1897. Voorstel B. en WAV. wijzigingen haven- en kaaigeld met adres vereeniging „Schut te vaer". 29 Dec. 1897. Adres Haarl. Tram way Maatschappij om concessie tram Groote Markt-Zylweg en adres Ter Poorten-Schous e. a. 29 Dec. 1997. Voorstel B. en W.W. naar aanleiding motie van den heer J. J. Sneltjes verbouwing St. Elisa beth's of Groote Gasthuis. Weldadigheid naar Vermogen. Af deeling Werkverschaffing. Van 1 Nov. tot 10 Jan. hebben zich de volgende personen aangemeld 6 voor werkvrouw. 3 voor naai ster. 8 voor los werkman. 1 voor schoenmaker. 1 voor stoelenraatter. 1 voor schrijfwerk. 1 voor grondwer ker. 1 voor sigarenmaker. 10 voor loopwerk. 1 voor grondwerker. 2 voor schilder. 2 voor portier. 1 voor pak huisknecht. 1 voor huisknecht. 1 voor wasehvrouw. 1 voor stopster. B\j de aanmelding moet een getuig schrift van goed gedrag uvergelegd worden. Van 1 Nov. tot 10 Jan. zjjn de vol gende personen geplaatst: 5 voor werkvrouw. 1 voor naaister Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ge bruik wenschen tc makenwordt beleefd verzocht hunne ;-.<n vragen schriftelijk tot het Best jur te richten, bus Doelen, Stadhuis of Stationsplein. Inlichtingen kunnen dagelijks van 9—1 en van 3—5 uur verkregen worden bij den Administrateur, bureau Doelen, Kamer No 2. Door Oefening Sterk. Zaterdagavond gaf de gynmastiek- en schermvereeniging vau dezen naam iu de groote zaal van de sociëteit „de Kroon" eene uitvoering, die met een goed gekozen woord van welkom door den voorzitter werd geopend. De zaal was vrij goed bezocht en 'twas er recht gezellig. De gymnastiek- cn schermoefeningen werden onder lei ding van den heer W. v. d. Eynde zeer correct uitgevoerd en elk nummer werd luide toegejuicht. Ver der werd nog opgevoerd „Een half uur bij den Kapper." kluchtspel in een bedrijf. De goed geslaagde avond werd met een bal besloten. BIStfifóEfêLARID Haagsehe Brieven. Tout a la joie zou raeu byna van de Hagenaars kannen zeggen. Indien tenminste in de Residentie alles rozengeur en maneschijn was. Maar dit is lang niet het geval eu voor wio dit nog niet wist, was het te hooren in den gebruikelyken „Nieuwjaarswensch", die steeds inge last wordt in het minnespel van „Kloris en Roosje". Met groot ge noegen constateer ik dat de op <len Haag toepasselijke hekoldiohten van aanmerkelijk beter allooi zyn dan de gewone golegenheidsrymelary, beter ook dan wat de heer Reyding voor j Amsterdam maakte. De auteur was een jong journalist, i die zich bescheidenlyk verborgen i houdt, uit den aard van zyn beroep uitstekend op de hoogte vau de „ups i and downs" van het Haagsehe leven. Hij heeft er van alles bijgehaald eu natuurlijk niet vergeten om een warm woord van hulde te wyden aan de Koninginnen, die de laatste op- voering bijwoonden en de ynor baar I bestemde wenschen persoonlijk aan- vaardden. Zelden heb ik het kalme j Haagsehe publiek zóo enthousiast j gezien, als toen mevr. Pauwels—van Biene dezen wensch uitsprak. En het trof me bepaald, dat aan onze jonge Vorstin zich deze warmte blijkbaar in veel geringere mate mededeelde dan aan de Regentes. Ook had het den schyn alsof de verschillende aar- dighedeu voor H. M. verloren gingen. Ik herinner me de jonge Koningin eens te hebben zien schaterlachen om j Tourniaire, in „Inkwartiering", zoo, i dat ze, op Moeders schouder geleund, (niet tot bedaren kon komen. Nu was daarvan geen sprake. Lag het mis- i schien aan Thomasvaer (Clous) en IPieternel (mevr. Pauwels)? Zy zyn Naar het Zweedsch uit Eigen Haard." Dit is een verhaal uit den tyd van grootvader en grootmoeder. Maar toch was het dezelfde liefde als nu, hetzelfde verlangen, dat nimmer vergaat, hetzelfde warme bloed en hetzelfde leed. Dezelfde bloemen en dezelfde zomerzonneschijn. En toch meende de jonge Margarethe Schwertfeld, dat zy nog nooit zulke bloemen had gezien als de witte rozen, waarin zij haar gloeiend gelaat verborg, terwijl haar oogen schitterden met een vochtigen glans. Met bevende stem had de jonge vaandrig Helmschild haar den vorigen avond verzocht, dien morgen heel vroeg beueden in den tuin te komen. Haar lippen had den half luid „neen" gefluisterd, maar haar oogen had den „ja" gezegd, eu toen zij nu een uur geleden bene den op den weg voor het venster van haar kamertje hoefslagen gehoord had, zou geeu macht ter wereld in staat geweest zyn, haar binnenshuis te houden. Aange kleed was zy al lang. Men was in dien tijd streng en stijf, e11 jonge dames werden bijzonder zorgvuldig bewaakt. In gewone om standigheden zou zij bij de gedachte aan' zoo'n morgen wandeling al gebeefd hebben van angst. Een echt ren- dez-vous! Nu beefde zy ook angstig, maar om eeu ge heel andere reden. Zy wist, wat de vaandrig haar wilde zeggeu,al was het dau niet vandaag,dan toch zeker morgen of op een anderen dag; want zijn warme blikken, het lichte boven van zyn heldere stem hadden het haar al vele, vele malen van te voren verteld. Toen hy haar gisteren dat verzoek deed, hadden haar lippen „neen" maar haar oogen „ja" gezegd. En zij voelde vol angst, dat, als hij haar nu weer iets verzocht, haar lippen weer „neen" zouden zeggen maar haar hart zou „ja" roepen Maar dan zou hot immers beter geweest zyn, wanneer Margarethe niet in den toiu gekomen, maar stilletjes in bed gebleven was en getracht bad haar verlangen te onderdrukken. Jawel! Maar Margarethe was nog niet ouder dan negentien jaar. Het tuinpad, dat zy moest afloopen was nog geen hon derd vyftig meter laDg; maar vóór dat zy aan het einde gekomen was, had zij tijd genoeg gehad, ongeveer twin tig maal de positie van de arme kleine Margarethe te overdenken. Zij was uit medelijden hier bij haar oom opgenomen. Haar vader was geruïneerd, haar moeder ziek, de toekomst van iiaar zusters hopeloos, wanneer zy niet En zii behoefde slechts haar hand uit te strekken, en Groot-Stromsund met park en zwanenvij ver cn aanzien en rijkdom en kamerheer Sternenberg waren haar eigendom. "Was het vandaag niet, dan toch zeker morgen of op een anderen dag. En waagde zy het, dat alles te versmaden, dan bleef haar niet eens de troost over, dat zij thuis nooit te weten zouden ko men, dat Margarethe de duisternis in licht had kunnen veranderen. Oom en tante wisten alles, oom en tanto zouden gebieden en bevelen, straffen en haar ver- stooten. „Margarethe Het was toch onbarmhartig van den goeden God, hen elkaar te laten ontmoeten, wanneer Hij niet wilde, dat zy elkaar zouden krijgen! Zooals zy daar nu tegen over elkaar stonden met stralende oogen, jong en schoon, te midden van zonneschijn en lenteweelde, zou men ge meend hebben, dat geen bart ter wereld wreed genoog zou kunnen zijn, hen van elkaar te scheiden. Niet één woord van verstandhouding hadden zij elkaar toegefluisterd. Geen beloften, zelfs niet van die onuit- gesprokene, die even vast binden als woordeu, waren tusschen hen gewisseld. Toen hy haar om deze samen komst had verzocht, had hy haar nog „juffrouw Schwert feld" genoemd. Maar nu greep hy haar beide handen vast en jubelde „Margarethe Zijne toespraak was Diet, lang en zeker niet mooi ge steld, hy was er niet aan gewend, dergelijke vragen aan vrouwen te doen. Maar het deed er niet toe. wat hy zeide. Margarethe lette er niet op, zij begreep zyn woorden niet met haar verstand, maar met haar hart. Och, zij had dat alles in wakende droomen al zoo dik wijls gehoord, van morgen vroeg nog! Zy wist immers alles wel! Haar hart klopte luid, en zy beefde van het hoofd tot de voeten. Zy waagde het niet, de oogen op te j slaan en met een enkelen blik „ja" te antwoorden op I zijn onstuimige vragen. En zy was niet in staat haar lippen te dwingen, tot waf z:y zeggen moesteen af wijzend „ueen". De vaandrig had, hoe onervaren hy ook was, toch wel een soort van vaag vermoeden, dat jonge meisjes nu niet bepaald gewoon waren „ja, dat wil ikte ant woorden, wanneer men haar vroeg, of zij iemands vrouw wildeu worden. Daarom trachtte hy zyn arm om haar heen te slaan en haar antwoord van het lieve, blozende gelaat af te lezen. Maar toen trok zy zich verschrikt terug, on keek tot hem op met zulk een angstigen, treurigen blik, dat hy dadelijk verstomde. Het werd hem zoo koud om het warme, jonge hart, zyn door de zon verbrand gelaat verbleekte. Zou hy verkeerd gelezen hebben in Margarethe's oogen Zij waren neergezonken op een bank achter een heg, waar niemand hen van uit het huis kou zien. Zyn ver warde blik dwaalde af naar de plaats, waar zy elkaar ontmoet hadden, niet ver daar vandaan. Daar had hy een handvol witte rozen laten vallen, toen hy zyn beide handen uitstrekte om haar te verwelkomen. Hy raapte de bloemen op, bood ze haar aan, en zeide met ge broken stem: „Juffrouw Margarethe! Wanneer u my eenige hoop kunt geven als antwoord op de vraag, die ik u zooeven gedaan heb, en die Adolf Heluiscliild, hoe arm en on- beteekenend hij ook is. toch nooit zal herhalen, draag dan vanavond op het bal een van deze rozen in uw haarVergeef het my, als ik u verschrikt heb, als u

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1