Ioopen plaats hebbeu, daar hg anders
genoodzaakt zal zyn strenger maat
regelen te nemen.
Een moord.
De 26-jarige Adriana Smits te
Lettr. die sedert Zondagavond werd
vermist, is Dinsdagmiddag met afge
sneden hals in het veld by Leur te
ruggevonden. De ongelukkige had
Zondag omstreeks vyf uur haar ouder
lijke woning verlaten om naar haar
dienst terug te keeren, maar is daar
niet meer geweest. Men vermoedt dat
liefde tot deze gruweldaad heeft ge
dreven.
Een misdaad?
Omtrent den man, die nabij Schoon
hoven dood is gevonden, wordt nog
het volgende gemeld
Kiel Ver van het ..Leeuwenhuis" te
Zuid-Zevender, gemeente Willige-
Langerak, werd Vrijdagmorgen, toen
het nog schemer was, door tweeper
sonen een vreemde ontdekking ge
daan. Ze vonden nl. zekeren A. Boef.,
een 33-jarigen landbouwer uit Ca-
bauw Lopiki. die zich in den laatsten
tijd vooral, dikwijls te buiten ging
aan sterken drank, in half' zittende,
half liggende houding tusschen twee
knotwilgen, waaraan hg met de tee-
nen (twijgen) was vastgebonden. Zyn
kleereu waren doornat, zyn lichaam
door koude verstijfd. Toen hij naai
de woning zijner oude moeder was
overgebracht, werd onmiddellijk om
een geneesheer gezonden, die echter
weinig hoop gat op herstel. Zonder
tot bewustzijn te zyn gekomen, is B.
's avonds omstreeks 11 uur gestorven.
Naar men verneemt, moet hij den
rongen avond met verscheidene an
dere personen in een herberg te Ze
vender zgu geweest en later te water
zijn geraakt. Waarschijnlijk heeft hij
uren lang onder den blooten hemel
doorgebracht.
Nader wordt gemeld
Dinsdag is te Rotterdam per Schoon-
hovensche boot gevankelijk aan en
naar de strafgevangenis overgebracht
Jan Sluis, verdacht van medeplich
tigheid aan de misdaad te Lopik
gepleegd, waarvan het slachtoffer is
Arie Boef, landbouwer, voor eenige
weken door de rechtbank tot 5 dagen
gevangenisstraf veroordeeld wegens
het dooden van een hond.
Tijdens het concert, gegeven door
de zangvereeniging „Caecilia" te
Roermond, werd een dikke steen door
het bovenlicht in de dicht bezette zaal
geworpen, welke steen terecht kwam
op het hoofd van den heer Heistrot,
hoofd der Protestantscbe school aldaar,
waardoor eene bloedende wond ont
stond.
Tot overmaat van ramp kreeg hg
ook nog een stuk glas op het hoofd,
hetgeen eveneens een diepe schram
veroorzaakte.
Wanneer men de dikte van den
steen, de hoogte van het gebouw, en
den vermoedelyken afstand van waar
uit de worp plaats bad, in aanmer
king neemt, dan mag men gerust aan
nemen, dat deze worp door geen jeug
digen,maar door een volwassen en ster
keu arm is vooi tgebracht.
Het is te hopen dat de dader zijn
straf niet zal ontgaan.
Een slim meisje.
Dezer dagen had te Annen liet
volgende aan de boterfabr.ek plaats.
Eene weduwe aldaar, meikbrengster,
werd verdacht van vervalsehte melk
te leveren. Toen nu 'smorgens hare
dochter met de bus aan de fabriek
kwam, was alles gereed deze in be
slag te nemen.
De directeur eu eenige directieleden
stonden klaar; een der leden ging
ora den veldwachter te halen, ten
einde de bus te verzegelen, een ander
om eeu voerman, die haar naar de
tram Zuidlaren—Groningen zou ver
voeren, op te halen, toen 't meisje in
eens de bus pakte, haar van de trap
wierp, zoodat de geheele inhoud in 't
zand terecht kwam. Met beschaamde
kaken keken allen het aan en men
kon hier zeggen „Een vrouw is niet
duizend-, maar toch een achttal man
nen te siim af geweest."
vereeniging „Varia", te Vlaardingen,
werd Maandagavond aldaar een wed
strijd gehouden in voordrachten
In de afdeeling „Ernst", waarvoor
zes deelnemers zich hadden aange
meld, werd de eerste prijs toegekend
aan den heer Jacs. Wilson, te Hoorn,
vereeniging „West-Frisia", met de
voordracht „Het verhaal van een
werkman" (A. Belinfante).
Voor den tweeden prijs kwam in
aanmerking de heer M. Dauvillier Jr.
lid der vereeniging „Kunstliefde" te
Utrecht met de voordracht „Bij den
rechter" door W. C. Goteling Vinnis.
De derde prijs, viel ten deel aan
den beer W. J. H.Verbon Jr., lid der
Vereeniging Apollo" Utrecht met de
voordracht „Godenschemering" door
Marcellus Emauts.
Als 2en derden prijs werd eeu
diploma toegekend aan den heer Joh.
de Jager Jr., lid der vereeniging
„Bogaers" te Koog Zaandijk met de
voordracht „De Schepping" van J. J.
L. ten Kate.
In de afdeeling „Luim", stonden
eveneens zes deelnemers op het pro
gramma.
De eerste prijs werd behaald door
den heer Job. Haus, lid der vereeni
ging „A. D. O." Den Haag, met de
voordracht „De boterham en de goud
zoeker" van mr. J. van Lennep.
De tweede prijs werd toegekend
aan den heer Joh. Wilson", lid der
vereeniging „West-Frisia", te Hoorn,
met de voordracht „Bij een studen
tenmaskerade".
De derde prijs werd gewonnen dooi
den heer Jan C. van der Grijp, lid
der vereeniging „Nieuwland", Den
Haag, met de voordracht „De hoed",
door den heer Jan C. de Vos.
De bovengenoemde pryswinners
moesten nu met eikander wedijveren
voor den prys by uitnemendheid.
Voor afdeeling „Ernst" was be
schikbaar gesteld door H. M. de Ko
ningin-Regentes een massief zilveren
medaille met diploma.
De bekroonde in deze afdeeling
was de heer M. Dauvillier, Jr., te
Utrecht, met de voordracht: „Aan
Neerlands Prinsesje op haar tienden
irjaardag" van F. D. Henny.
Voor de afdeeliug „Luim" had H.M.
de Koningin eene massief zilveren
medaille met diploma aangeboden,
welke werd toegekend aan den heer
Joh. Hans te Den Haag, met de
voordracht: „Eeu lachles", vandr. E.
Laurillard.
In den wedstrijd bg uitnemendheid
waren de voordrachten als verplicht
gesteld, terwijl de zes prjjswinners
tevens gebonden waren daaraan deel
te nemen.
Git. Rotterdam deelt men mede,
dat de Weleerw. heer M. A. Thomp
son. kapelaan in de kerk van het
Allerh. Hart, in de Vondelstraat te
Amsterdam, benoemd is tot hoofd
redacteur van de „Maasbode".
Leger en Vloot
Hare Majesteiten do Koningin en
de Koningin-Regentes hebben aan liet
hoofdbestuur der vereeniging van ge-
pensionneerde onderofficieren en min
deren van bet Nederlandsche leger
(onderstand aan militairen, gepensio
neerd vóór de wet van 1877, en hunne
weduwen.) als bijjk van belangstelling
in deze vereeniging wederom eene
schenking doen toekomen, ditmaal
groot f400.
De dir. off. v. gez. 3e ld. dr. F.
Daniels, chef van het Militair Hos
pitaal te Gorincbem is gedetacheerd
hier ter stede in verbaod met de aan
staande pensionneering van den dir.
off. v. gez. 3e kl. F. van Leeuwen,
chef van het mil. liospit. alhier.
De kapiteins Van Doveren, Van de
Velde eu Cheriex, van het -4e reg.
inf., zyn in het genot gesteld van een
tractemeutsverhooging vau f.200.
'sjaars, wegens langdurigen officiers-
dienst.
Letteren en Kunst
Wedstrijd in voordrachten.
Ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan der tooneel- en letterlievende
Sport en Wedstrijden.
Voetbal.
Een Engelsch elftal onder leiding
van den bekenden heer Graven, zal
ook dit jaar den 7en April naar Hol
land komen. De Bond hier te lande
maakt het programma op.
Wielernieuws.
Zooals te verwachten was, is Mile
Louise Roger als overwinnares uit
het strijdperk getreden in den 12
daagschen dames-wedstrijd in ,,'t
Aquarium" te Londen. Men heeft
haar ryden zeer bewonderd en de
drie laatste uren reed zy nog ruim
90 kilometer.
Het resultaat van den wedstrijd was:
1. Mile Louise Roger 1,113 kil. 411;
Miss Farrar, 1,112 kil. 121; 3.
Miss Anderson, 1.102 kil. 6214.
Miss Blackburu 5. Miss Harwood
6. Mile Eglée.
laap Eden die met Parlby naar
Engeland is vertrokken, vertoeft op
het oogenblik weder te Parys. Het
doel van zijn reis was te contractee
ren met eeu nieuwe Engelsche fa
briek, waarin hg geslaagd is. Hij zal
dus een andere machine berijden j
welke is nog niet bekend. Parlby I
keert over een paar weken naar Pa-1
rijs terug. Beiden hebben het plan1
om zich ernstig te gaan trainen. I
RECHTSZAKEN.
Een sportbeker-quaestie.
Voor de Eerste Kamer der arr.
rechtbank te Amsterdam werden Dins
dag gevoerd de pleidooien in zake den
Adlerbeker. Voor den eiscber, den
lieer Adler, trad op mr. Nauta. Deze
herinnerde aan de geschiedenis, die
aanleiding heeft gegeven lot het pro
ces. Een bekend wielrenner, de lieer
Adler, liad een boekje uitgegeven
voor wielrijders en wie het wenscbten
te worden, en de opbrengst daarvan
bestemd voor een prijs in een wielerwed
strijd. Deze wedstrijd, een zesuursrace
voor amateurs, werd in 1894 gehouden
en gewonnen door Cordaug. Deze liield
een jaar den beker onder zich, doch
zou eerst eigenaar worden wanneer
hij hem voor de tweede maal zou ge-
wounen hebben. In 1895 won echter
Witteveen den 6 uurs-wedstrijd en
kreeg dus deu beker onder zijne be
rusting. Toen nu in 1896 de derde
wedstrijd w erd uitgeschreven weiger
de Witteveen den beker af te geven,
bewerende dat de heer Adler er geen
recht meer op had. Deze intusschen
meende, dat het eereteeken was ge
steld iu handen van den voorloopigen
winner, om het te laten zien aan vrien
den en kennissen.
Volgens pl. is intusschen doo>- ge
daagde stilzwijgend erkend, dat de
heer Adler eigenaar was van den
beker. Waar h| dus het voorwerp
onder zich hield was hg bezitter ter
kwader trouw. Adler heeft niet anders
gedaan dan de beker gesteld in ban
den van Witteveen, die verplicht was
op elk oogenblik uitlevering aan den
eigenaar te doen volgen zoodra dit
gevorderd werd.
De pleiter van den gedaagde, mr.
Van Gigch, betoogde, dat de geheele
zaak had kunnen voorkomen worden
als de heer Adler maar in 1896 een
wedstrijd had uitgeschreven overeen
komstig den vorigen. Intusschen men
staat er voor. Door den pleiter van
den eischer is beweerd, dat het eigen
dom van den beker door ged. is er
kend. Doch dat is geenszins geschied,
integendeel, er is ontkend dat de heer
Adler eigenaar zou zyn.
Aangevoerd werd door pl., dat Cor-
dang deu beker het geheele jaar ge
houden heeft, en dat de heer Adler
in 1895 zonder eenig voorbehoud den
beker aan ged. heeft overhandigd.
Natuurlijk was bedoeld, dat bij het
uitschrijven van een volgenden wed
strijd de beker weder beschikbaar
zou worden gesteld. De beker droeg
het karakter van een wisselprijs, die
van den eenen winner overging in
handen van den volgenden.
Pl. behandelt dan de bewering der
tegenpartg", dat de weigering van
Witteveen om den beker af te geven
het houden van een nieuwen wedstrijd
zou verhinderd hebben. Doch er is
geen wedstrijd uitgeschreven, want
dan zou reeds in .September 1896 de
opeischiug geschied zyn. In plaats
daarvan volgde de vordering eerstin
Maart 1897. Blijkbaar had de eischer
berouw van zijn vrijgevigheid uit be
ter dagen.
Aan den heer Adler wordt dus de
prijs niet vrijwillig teruggegeven. Wel,
zoodra een wedstrijd voor amateurs
is uitgeschreven aan het daarbij be
trokken baanbestuur, hoewel deze
wedstrijd dan 2 jaar te laat zou komen.
In repliek werd door mr. Nauta be
toogd. dat Witteveen door het winnen
van deu beker geen recht daarop had
gokiegen, alleen een kans om dien
later in eigendom te ontvangeu.
Na dupliek werd de uitspraak be
paald op 1 Februari a.s.
Belsediging.
De rechtbank te Middelburg deed
Dinsdag uitspraak in de zaak contra
J. G. M. Sr., 69 jaar, secretaris-ont
vanger te G roede, beklaagd van op
zettelijke beleediging van den mede
te Groede wonendon arts J. Prins
Mellema, in een door bekl. iu de
„Geneeskundige Courant" geplaatste
advertentie. Hij werd veroordeeld
overeenkomstig den eiscli tot f 100
boete, subs. 15 dageu hechtenis.
De advocaat-generaal bij het ge
rechtshof te Amsterdam vroeg Dins
dag bevestiging van het vonnis der
rechtbank aldaar, waarbij J- H. Köl-
ler, die tal van Nederlandsche firma's
oplichtte met een gefingeerde uitgave
van eeu wereld-adresboek, veroordeeld
werd tot een gevangenisstraf vau 3
jaren.
QEMEHQB NIEUWS
Maandag is het proces behandeld
tegen den moordenaar van den Eugel-
scben acteur Terriss (die, zooals meu
zich herinneren zal, bij het uitgaan
van het theater werd doodgestoken).
Voor den moordenaar Prince of
Archer, zooals hg eigenlijk heet, werd
ontoerekenbaarheid gepleit. De uit
spraak van de jury is nog niet bekend.
Het proces-Esterhazy.
De volgende belangwekkende pun
ten uit het vervolg der verhooren
in dit proces Maandag gehouden ver
dienen gereleveerd te worden.
Iu de eerste plaats de oogenblik-
ken, waarop Matthias Dreyfus door
vijandige betoogingeu werd 'onderbro
ken.
De getuige vorvveet majoor Ester-
hazy, dat hg een brief had geschre
ven, waarin lig verklaarde dat slechts
een misdaad hem kon redden uit den
toestand waarin bg zijn gezin had
gebracht en riep uit: „En deze raau
heeft de eer de uniform van Fransch
officier te dragen!"
Deze uitroep werd door bet publiek
begroet met een „Ho, Ho!" en veel
gemompel.
Dreyfus zweeg en toeu het stil
was geworden, zeide de verdediger
van Esterhazy
„Geheel Frankrijk wordt over
stroomd door smaadschriften tegen
ons. Ik zou wel willen weten wie
de enorme sommen betaalt, die deze
agitatie verslindt."
M. Dreyfus: „Dat is mijn zaak
en niet de uwe."
Onder het publiek groote opschud
ding en een geroep van „Ellende
ling!"
De heer Scheur er-Kestner ant
woordde op een[vraag vau mr. Tóze-
nas, dat hg geen dossier iu zgn bezit
heeft: „Dat is in handen van mr.
Leblois".
Aan het slot van zijn verhoor zeide
de senator zeer terecht„Ik kan mg
vergissen door het borderel toe te
schrijven aan den heer Esterhazy.
Het kan mij weinig schelen of het
borderel van hem is of van een ander.
„Het eenige wat van belang is, is
dat worde uitgemaakt dat bet bordorel
niet van Dreyfus is."
Daarin ligt do kern der zaak. En
daarom zal de zaak Dreyfus niet zyn
opgelost, wanneer niet onorastootelgk
voor aller oogen de schuld van Drey
fus wordt bewezen.
Merkwaardig is nog het volgende
tooneeltje. De voorzitter van den
krijgsraad verweet den heer Autant,
den huisheer van mevr. Pays, dat
hij den beschuldigde vijandig gezind
scheen te zijn, hoewel de getuige dit
beslist ontkende. Ten laatste riep de
beer Autant uit
„Waarom zou ik hem vijandig ge
voor den aanvang van het verboor blijven in deze dagen van Johannes-
van den belangrijksten getuige, kolonel I burgsche depressie.
Picquart. Zes bekwame handwerkslieden
Slechts generaal de Pellieux, kolo-j kwamen dezer dagen te Krugersdorp
nel CasteTla, majoor Villeroche eu aan na de reis van Bulawayo te voet
/-ii J~ te hebben afgelegd. Zg geven een
treurige beschrijving van den toe
stand aldaar. Er is bijna geen werk
te krijgen en de kosten van levens
onderhoud zgn vreeselijk hoog. Zjj
zeggen dat er nog een vijftigtal man
nen op pad terug zyn en dat anderen
moeten werken voor 10 sh. per dag.
Dit bericht is uit de Volksstem.
Maar daarentegen meldt het Rho-
desiaansche DagbladBy de zware
droogte iu de Kolonie richt zich het
oog van vele onzer veeboeren naar
de nieuwe geopende streken in het
Noordon. Uit Transvaal en Vrijstaat
zijn verscheidene gezinnen reeds daar
heen vertrokken en de berichten, die
zjj terugzenden, zgn zoo gunstig wat
het land betreft., dat anderen volgen
willen. Zelfs in de Kolonie openbaart
zich die trekgeest. Uit Burgersdorp,
Dordrecht, Strjjdenburg cu andere
plaatsen vernemen wy zelfs van ge
goede boeren, die daarheen trekken
willen. De autoriteiten der Gechar
terde Maatschappij zouden weldoen
zulk een trek aan te moedigen; want
de Afrikaander is toch de ware voor
trekker om liet land te openen. Dat
is ons eerstgeboorterecht.
Wie nu gelijk heeft?
Een. oordeel over Paul Kruger.
Naar aanleiding van een onlangu
verschenen publicatie van den Afrika*
reiziger Stanley over Paul Kruger,
maakt de Saturday Review de vol
gende opmerkingen
„De heer Stanley heeft Paul Kru
ger gezieu en eenige merkwaardige
dingen over hem gezegd. Hg lieert
gezegd o.a.„Ik geloof dat er niet
een volk ter wereld zoo goed door
een enkel uitstekend man vertegen
woordigd wordt als de Boeren dar
Z.-A. Republiek worden vertegen
woordigd door den heer Kruger. Hij
is bij uitstek de Boer der Boeren iQ
karakter zoowel als in verstand en
aanleg, en dat is de reden waarom
bg zijn volk zoo volkomen in be
dwang heeft.
Zijn koppigheid en een man met
een dergelijk voorkomeii kan niet
anders zyn dan koppig wordt door
zijn volk aangezien voor kracht.
De ouderdom eu zyn gebreken he'o-
hen die eigenschap nog versterkt.
Zijn weinige spraakzaamheid, een
gevolg van hoovaardy, zelfbewustzijn,
beperktheid van gezichtskring en eeu
steunen op zichzelf, noemen zy diplo-
matischen aanleg. Zijn karakter van
huis uit reeds gemelijk en knorrig,
werd zulks nog meer door opvoeding,
een afgezonderd leven en éénzydigen
omgang. Hg is weinig meegaand eu
zelfzuchtig en verbard door verach
ting voor de praatgrage zwakkelin
gen, die zich met hem hebben ge
meten.
Dat is de man dien de Jobannes-
burgers hopen te vermoeien met bun
verzoeken en petities, maar 't zal hun
nooit gelukken. En evenmin zullen
zjj hem overtuigen door hun argu
menten want hij heeft een te harden
kop, is te onwetend, en onbevatte
lijk".
In denzelfden geest zegt bij verder:
„De werkelijke Kruger is een Boer-
sche Macchiavelli, geslepen en dweep
ziek, koppig als een muilezel en bui
tengemeen met zichzelf ingenomen.
Bovendien ydel en opgeblazen door
de hem verleende macht, wraakzuch
tig en gierig, en altijd een Boer, dat
is een wezen kleingeestig en stomp,
dat niet eens kan lezen eu schrijven".
Om dan tot deze slotsom te komen:
Ver van den bijnaam van groot te
verdienen, zooals sommige Engelsche
bezoekers hebben gemeend, schijnt de
meest passende titel voor den heer
Kruger te zgn „klein".
Onze lezers, zoo vervolgt de Sa
turday Reviewzullen wel niet van
ons verlaugen dat wy deze uitingen
aan kritiek onderwerpen, om dan als
volgt te eindigen
„Wij zullen den heer Stanley niet
oordeeleu zooals hij Kruger heeft ge
oordeeld, maar wel willen wg opmer
ken dat, de maatstaf moge juist of
onjuist zijn, mannen van de daad
majoor Gallois, plaatsvervangende
leden van den krijgsraad en majoor
Cham pondry, griffier, zyn gemachtigd
bjj de geheime zitting tegenwoordig
te zgn.
De stand dor partijen is na Maan
dag niet veranderd. Over het rapport
van Ravary lieerscht vreugde eoner-
zyds, verbazing len boosheid bjj de
voorstanders dor revisie. Het overgaan
tot zitting met gesloten deuren, toeu
Picquart, de openlijk beschuldigde,
zou gehoord worden, noemt Clémen-
ceau het onaannemelijke) schandaal
van dit proces. De minister van oor
log, wien de schrijver met de getui-
genverhooren als basis Verwijt de zaak
te leiden, verlangt stilzwijgen welnu,
zoo zegt hg, ik durf hem voorspellen
dat lijj, ondanks al ziju iuvloed het
niet zal verkrijgen.
De Matin die tot nog toe minder
paity geweest is, merkt spottend op,
dat uit het rapport van Ravary bljjkt,
dat overste Picquart de schuldige is.
Yves Guyot, in een hoofdartikel van
de Siècle,noemt dit, op dezelfde uit
komst wijzende, even vreemd als ver
schrikkelijk. Tegelijkertijd geeft liy
verslag van een onderhoud met Ber-
tillon, waaruit blijken moet dat deze
het borderel aan Dreyfus heeft toe
gewezen niet om de gejjkenis maar
juist om het verschil in het hand
schrift, daar dit verschil opzettelijk
door Dreyfus daarin zou zijn gebracht.
Grappig is het Journaltegenover al
de raadsels enkel om de open deuren
van Maandag uitroepende Geen ander
land laten wij er irotsch op zijn
zou de proef vau het volle licht heb
ben kunnen weerstaan
Naar men beweert, is in de terecht
zitting met gesloten deuren Dinsdag
ochtend kolonel Picquart, die voort-
giug met zyn Maandagavond gestaakte
getuigenis, geconfronteerd met gene
raal Goose, sous-chef van den gene-
alen staf, die zelf ook als getuige
is gedagvaard. De confrontatie moet
zeer interessant zijn geweest. Picquart
moet verrassende mededeelingen van
hoogst ernstigon aard hebben gedaan.
Maar er moet dit worden bijgevoegd,
dat men, wegens de gestrengheid
waarmee het „huis-clos" is gehand
haafd, niets volkomen zekers kan te
weten komen over hetgeen in de ge
rechtszaal omgaat, zoodat al de bo
vengenoemde geruchten onder het
meest strikte voorbehoud worden ver
meld.
Nader wordt gemeld, dat de krijgs
raad Dinsdag Esterhazy met algemeene
stemmen heeft vrijgesproken.
Uit Panama wordt aan de Times
gemeld, dat tegenwoordig 3500 werk
lieden bezig zjjn aan de voortzetting
van het kanaal, welks voleinding zeer
waarschijnlijk is.
Uit Transvaal.
Te Port Elizabeth is vertrouwbaar
bericht ontvangen dat een boer, ge
naamd Uriel, van het Fort Peddie-
distr., duidelijke tookenen van de run
derpest toont. Hjj was bezig vee in
te enten, toen een doorn in zijn hand
stak, die wat moeite veroorzaakte om
er uit te krjjgen. Om dit gemakke
lijk te maken gebruikte de heer Griel
het mes met hetwelk hij ingeënt had.
Spoedig openbaarden zich teekenen
van de runderpest en hg ligt in een
bedeukelyken toestand.
Er zijn te Johannesburg 1952
stemgerechtigde burgers.
Een £tar-eorrespondent beeft ont
dekt dat, indien president Kruger
b.v. 8000 stemmen krijgt bij de aan
staande elektie en de andere twee
candidaten respectievelijk 6500 en
5509 stemmen, de 5500 stemmen-can-
didaat moet terugtreden en een her
stemming moet plaats hebben tus
schen die van de 8000 en die van de
6509 stemmen. Het is maar gelukkig,
dat de verkiezing binnenkort voor de
zind z\jn. Omdat ik niet hetzelfdedeur staat, merkt de Volksstem op,
zeg als mevrouw (Pays)Is mijn ge- want anders zouden we nog gekker
tmgenis dan niet evenveel waard als ontdekkingen krijgen en zou een later
de hare Ik verklaar dat ik de waar- Ntar-correspoudont tot de conclusie
beid zeg en men gelooft mij niet!" komen, dat onder dergelijke omstan- altijd beoordeeld worden naar het on
(Beweging onder het publiek). 1 digheden eigenlijk de 5500 stemmen-middellijk resultaat van hun onderr e-
De zaak wordt verder geheel met caudidaat de uitverkorene des volks mingeu. Wij hebben Afrika-reizigers
gesloten deuren behandeld. Slechts was. Als al die schrijvers toch maar we' ?ens hooren beweren, dat de eenige
de uitspraak zal in het openbaar ge- eerst de moeite deden om de wet te I verdienste van den heer Stanley is
schieden. besludeeren, zoude er heel wat inkt^t hij altijd geluk heeft, maartege-
En dit besluit werd juist genomen en papier en zetters-arbeid bespaard Ujkertijd kan de heer Stanley er
„gij hebt bet geraden. Wel, wat hebt ge op mijn vraag
aan te merken?"
Hg laat een ander valsch accoord hooren op zijn af
schuwelijk instrument en met veel succes. Allen sprin
gen op. Hg is hiermee zoo voldaan, dat hg dadelijk op
nieuw begint. Maar nu worden zg wanhopig.
„O schei uithoud op met dat verschrikkelijk ge
kras roept May, haar kleine ooren met de handen
bedekkend
„Gij houdt er wel van," zegt de heer Mc. Grath on
verbiddelijk. Hij wendt zich ora, zoodat men hem vlak
in het gelaat kan zien. Hij is knap, groot eu vieren
twintig jaar ongeveer. Op zijn gezicht' is geen haartje
te bekennen en bjjna evenzoo is het met zgn hoofd ge
steld. Zgn zuster en vader, lord Kil fern waren van tijd
tot tijd zeer met hem ingenomen en er waren nog wel
andere menschen ook, die veel van hem hielden.
„Kom hier, ik zal eens voor je zingen 1 Wil je niet
luisteren je zult
Hij pakt haar bij haar japon en trekt haar naar zich
toe. Men kan zien, dat zy neef en nicht zynallen
trouwens, die op dit oogenblik in sir Lueien's huis lo-
geeren, hebben iets met elkaar gemeen, waardoor men
üadelyk merkt, dat ze bloedverwanten zyn.
„Owen, wees niet zóo dwaasMay geeft hem een
duw, maar haar neef die zijn arm zoover door den hare
heeft gestoken, dat hg nog net op zijn banjo kan spe
len, laat haar niet los eu begint met een afschuwelijke
stem het volgende vers aan te heffen
„And the owl looked up to the stars above
And sang to bis light guitar,
Oh Pussy my darling, OhPussy my love,
What a beautiful Pussy you are, "you are,
What a beautiful Pussy you are!"
Toeu juffrouw Adare naast den banjo-speler had moe
ten plaats nemen, was een jonge man dadelijk naar haar
toe gekomen.
„O! ben j\j het Gilbert?" riep zjj uit. „Ja, help my
even op. Ik moet. je zeggen Owen," zeide zy boos, „als
je soms denkt, (lat dit muziek
„Wil je niet eerst het volgende versje hooren? Toe,"
zegt baar neef. „Het is bepaald "belangrijk Het is
een huwelijksaanzoek van u aan my... wil je niet luis
teren?... Goede hemel, hoe blind zijn de menschen
toch voor hun eigen belangen. Ik zou zoo onmo
gelijk als het klinkt, werkelijk „Ja" hebben gezegd..."
Niemand luistert naar hem wat trouwens gewoonlijk
het geval is, en zeer voor het verstand van zijn kennis
sen en vrienden pleit.
Maar als het tegenwoordig gezelschap hem met zijn
onverschilligheid denkt te hinderen, dan vergist het zich
deerlijk. Dit prikkelt hem tot des te meer vroolykheid,
vooral nu lig bemerkt dat Gilbert Grey zgn nichtje
naar de andere zijde van de kamer heeft getroond en
bezig is met haar te kibbolen. Maar hun twist gaat
zoo ver, dat May Gilbert aan zijn lot overlaat en met
het air van een beleedigde Fatima zich in een stoel
naast Eustace Everard, die zooals iedereen weet, zich
altyd in de nabijheid van mrs. Clarence bevindt, laat
nedervallen.
Eustace Everard is eeu mau vau omstreeks veertig
jaar met diepdenkende, blauwe oogen, die langzamer
hand een lichtere tint hebben gekregen. Hy geeft ont
zaglijk veel aan liefdadige instellingen, en vooral aan
weeshuizen, is roet hart en ziel een radicaal en bezit de
slechtste reputatie van geheel Europa.
Die nadenkende uitdrukking op zyn gelaat geeft hem
iets innemends en daarbij is bij o zoo goed voor deou-
derlooze kleinen! En een man. die de weezen beschermt
moet goed zijn Daarbij is bij zeer rijk
„Ik voor my ben verrukt hier weer eens te zyn,"
fluistert May tot hem, op zoo'n overdreven opgewon
den toon, dat het duidelijk blijkt, dat zij er niets van
meent.
„Een oogenblik geleden heb ik myn gevoelens hier
over ook al lucht gegeveD, is het niet zoo Dolly
Zoo wendt zy zich tot mrs. Clarence, die door May
altyd bij haar voornaam genoemd wordt.
„De laatste season heb ik my zoo verschrikkelijk
verveeld."
Zy zegt deze laatste woorden een weinig duidelijker,
opdat Gilbert Grey haar kan verstaan. Hij had zich de
vorige season juist bijzonder met haar bezig gehouden
en als zij de waarheid wilde vertellen, zou zij zeggen
dat dit haar lang niet onverschillig was geweest.
Mrs. Clarence ziet May medelijdend aan en roept
uit:
„Lieve May!"
„O, ik weet het wel," zegt zy de wenkbrauwen fron
send, met een knorrig schouderophalen. „Gij behoeft
my niet zoo aan te zieu. Ik haat het stadsleven en
vind het buiten heerlijk. Ik kom er rond voor uit"
roep' zij overmoedig uit, „al vindt gij het dan ook niét
deftig."
„Wat bedoelt gij?" vraagt mrs. Clarence.
„Oantwoordt May ODgeduldig, „dat weet ik zelf
met. Alleen weet ik, dat de frissche, groene vlakten
voor mg een bijzondere aantrekkelijkheid bezitten."
„Dat heb je dan met de kevers gemeen," zegt mrs
Clarence weemoedig.
„Evenals ik," zegt Everard met zyn eigenaardige,
langzame stem, eu ontvangt een dankbaren blik van
May tot antwoord. Daarop wendt bij zich weder tot
Clarence„Zoudt gij de gelijkenis met een roodborstje
niet poëtischer gevonden hebben merkt hii flmi-
laehend op.
Zjj ziet naar hem op met haar mooie, violet-blauwi
oogen.
„Ik zou de vergelijking zeker liever hebben kunnen
inkleeden. Maar nu gij partij voor haar trekt, ben ik
blij, dat ik het niet deed. En daarenboven ben ik vol
strekt niet zeker, dat de aanhaling van het roodborstje
u erg zou hebben aangestaan," voegde zg er schoorvoe
tend aan toe.
Wordt vervolgd