Ioopen plaats hebbeu, daar hg anders genoodzaakt zal zyn strenger maat regelen te nemen. Een moord. De 26-jarige Adriana Smits te Lettr. die sedert Zondagavond werd vermist, is Dinsdagmiddag met afge sneden hals in het veld by Leur te ruggevonden. De ongelukkige had Zondag omstreeks vyf uur haar ouder lijke woning verlaten om naar haar dienst terug te keeren, maar is daar niet meer geweest. Men vermoedt dat liefde tot deze gruweldaad heeft ge dreven. Een misdaad? Omtrent den man, die nabij Schoon hoven dood is gevonden, wordt nog het volgende gemeld Kiel Ver van het ..Leeuwenhuis" te Zuid-Zevender, gemeente Willige- Langerak, werd Vrijdagmorgen, toen het nog schemer was, door tweeper sonen een vreemde ontdekking ge daan. Ze vonden nl. zekeren A. Boef., een 33-jarigen landbouwer uit Ca- bauw Lopiki. die zich in den laatsten tijd vooral, dikwijls te buiten ging aan sterken drank, in half' zittende, half liggende houding tusschen twee knotwilgen, waaraan hg met de tee- nen (twijgen) was vastgebonden. Zyn kleereu waren doornat, zyn lichaam door koude verstijfd. Toen hij naai de woning zijner oude moeder was overgebracht, werd onmiddellijk om een geneesheer gezonden, die echter weinig hoop gat op herstel. Zonder tot bewustzijn te zyn gekomen, is B. 's avonds omstreeks 11 uur gestorven. Naar men verneemt, moet hij den rongen avond met verscheidene an dere personen in een herberg te Ze vender zgu geweest en later te water zijn geraakt. Waarschijnlijk heeft hij uren lang onder den blooten hemel doorgebracht. Nader wordt gemeld Dinsdag is te Rotterdam per Schoon- hovensche boot gevankelijk aan en naar de strafgevangenis overgebracht Jan Sluis, verdacht van medeplich tigheid aan de misdaad te Lopik gepleegd, waarvan het slachtoffer is Arie Boef, landbouwer, voor eenige weken door de rechtbank tot 5 dagen gevangenisstraf veroordeeld wegens het dooden van een hond. Tijdens het concert, gegeven door de zangvereeniging „Caecilia" te Roermond, werd een dikke steen door het bovenlicht in de dicht bezette zaal geworpen, welke steen terecht kwam op het hoofd van den heer Heistrot, hoofd der Protestantscbe school aldaar, waardoor eene bloedende wond ont stond. Tot overmaat van ramp kreeg hg ook nog een stuk glas op het hoofd, hetgeen eveneens een diepe schram veroorzaakte. Wanneer men de dikte van den steen, de hoogte van het gebouw, en den vermoedelyken afstand van waar uit de worp plaats bad, in aanmer king neemt, dan mag men gerust aan nemen, dat deze worp door geen jeug digen,maar door een volwassen en ster keu arm is vooi tgebracht. Het is te hopen dat de dader zijn straf niet zal ontgaan. Een slim meisje. Dezer dagen had te Annen liet volgende aan de boterfabr.ek plaats. Eene weduwe aldaar, meikbrengster, werd verdacht van vervalsehte melk te leveren. Toen nu 'smorgens hare dochter met de bus aan de fabriek kwam, was alles gereed deze in be slag te nemen. De directeur eu eenige directieleden stonden klaar; een der leden ging ora den veldwachter te halen, ten einde de bus te verzegelen, een ander om eeu voerman, die haar naar de tram Zuidlaren—Groningen zou ver voeren, op te halen, toen 't meisje in eens de bus pakte, haar van de trap wierp, zoodat de geheele inhoud in 't zand terecht kwam. Met beschaamde kaken keken allen het aan en men kon hier zeggen „Een vrouw is niet duizend-, maar toch een achttal man nen te siim af geweest." vereeniging „Varia", te Vlaardingen, werd Maandagavond aldaar een wed strijd gehouden in voordrachten In de afdeeling „Ernst", waarvoor zes deelnemers zich hadden aange meld, werd de eerste prijs toegekend aan den heer Jacs. Wilson, te Hoorn, vereeniging „West-Frisia", met de voordracht „Het verhaal van een werkman" (A. Belinfante). Voor den tweeden prijs kwam in aanmerking de heer M. Dauvillier Jr. lid der vereeniging „Kunstliefde" te Utrecht met de voordracht „Bij den rechter" door W. C. Goteling Vinnis. De derde prijs, viel ten deel aan den beer W. J. H.Verbon Jr., lid der Vereeniging Apollo" Utrecht met de voordracht „Godenschemering" door Marcellus Emauts. Als 2en derden prijs werd eeu diploma toegekend aan den heer Joh. de Jager Jr., lid der vereeniging „Bogaers" te Koog Zaandijk met de voordracht „De Schepping" van J. J. L. ten Kate. In de afdeeling „Luim", stonden eveneens zes deelnemers op het pro gramma. De eerste prijs werd behaald door den heer Job. Haus, lid der vereeni ging „A. D. O." Den Haag, met de voordracht „De boterham en de goud zoeker" van mr. J. van Lennep. De tweede prijs werd toegekend aan den heer Joh. Wilson", lid der vereeniging „West-Frisia", te Hoorn, met de voordracht „Bij een studen tenmaskerade". De derde prijs werd gewonnen dooi den heer Jan C. van der Grijp, lid der vereeniging „Nieuwland", Den Haag, met de voordracht „De hoed", door den heer Jan C. de Vos. De bovengenoemde pryswinners moesten nu met eikander wedijveren voor den prys by uitnemendheid. Voor afdeeling „Ernst" was be schikbaar gesteld door H. M. de Ko ningin-Regentes een massief zilveren medaille met diploma. De bekroonde in deze afdeeling was de heer M. Dauvillier, Jr., te Utrecht, met de voordracht: „Aan Neerlands Prinsesje op haar tienden irjaardag" van F. D. Henny. Voor de afdeeliug „Luim" had H.M. de Koningin eene massief zilveren medaille met diploma aangeboden, welke werd toegekend aan den heer Joh. Hans te Den Haag, met de voordracht: „Eeu lachles", vandr. E. Laurillard. In den wedstrijd bg uitnemendheid waren de voordrachten als verplicht gesteld, terwijl de zes prjjswinners tevens gebonden waren daaraan deel te nemen. Git. Rotterdam deelt men mede, dat de Weleerw. heer M. A. Thomp son. kapelaan in de kerk van het Allerh. Hart, in de Vondelstraat te Amsterdam, benoemd is tot hoofd redacteur van de „Maasbode". Leger en Vloot Hare Majesteiten do Koningin en de Koningin-Regentes hebben aan liet hoofdbestuur der vereeniging van ge- pensionneerde onderofficieren en min deren van bet Nederlandsche leger (onderstand aan militairen, gepensio neerd vóór de wet van 1877, en hunne weduwen.) als bijjk van belangstelling in deze vereeniging wederom eene schenking doen toekomen, ditmaal groot f400. De dir. off. v. gez. 3e ld. dr. F. Daniels, chef van het Militair Hos pitaal te Gorincbem is gedetacheerd hier ter stede in verbaod met de aan staande pensionneering van den dir. off. v. gez. 3e kl. F. van Leeuwen, chef van het mil. liospit. alhier. De kapiteins Van Doveren, Van de Velde eu Cheriex, van het -4e reg. inf., zyn in het genot gesteld van een tractemeutsverhooging vau f.200. 'sjaars, wegens langdurigen officiers- dienst. Letteren en Kunst Wedstrijd in voordrachten. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der tooneel- en letterlievende Sport en Wedstrijden. Voetbal. Een Engelsch elftal onder leiding van den bekenden heer Graven, zal ook dit jaar den 7en April naar Hol land komen. De Bond hier te lande maakt het programma op. Wielernieuws. Zooals te verwachten was, is Mile Louise Roger als overwinnares uit het strijdperk getreden in den 12 daagschen dames-wedstrijd in ,,'t Aquarium" te Londen. Men heeft haar ryden zeer bewonderd en de drie laatste uren reed zy nog ruim 90 kilometer. Het resultaat van den wedstrijd was: 1. Mile Louise Roger 1,113 kil. 411; Miss Farrar, 1,112 kil. 121; 3. Miss Anderson, 1.102 kil. 6214. Miss Blackburu 5. Miss Harwood 6. Mile Eglée. laap Eden die met Parlby naar Engeland is vertrokken, vertoeft op het oogenblik weder te Parys. Het doel van zijn reis was te contractee ren met eeu nieuwe Engelsche fa briek, waarin hg geslaagd is. Hij zal dus een andere machine berijden j welke is nog niet bekend. Parlby I keert over een paar weken naar Pa-1 rijs terug. Beiden hebben het plan1 om zich ernstig te gaan trainen. I RECHTSZAKEN. Een sportbeker-quaestie. Voor de Eerste Kamer der arr. rechtbank te Amsterdam werden Dins dag gevoerd de pleidooien in zake den Adlerbeker. Voor den eiscber, den lieer Adler, trad op mr. Nauta. Deze herinnerde aan de geschiedenis, die aanleiding heeft gegeven lot het pro ces. Een bekend wielrenner, de lieer Adler, liad een boekje uitgegeven voor wielrijders en wie het wenscbten te worden, en de opbrengst daarvan bestemd voor een prijs in een wielerwed strijd. Deze wedstrijd, een zesuursrace voor amateurs, werd in 1894 gehouden en gewonnen door Cordaug. Deze liield een jaar den beker onder zich, doch zou eerst eigenaar worden wanneer hij hem voor de tweede maal zou ge- wounen hebben. In 1895 won echter Witteveen den 6 uurs-wedstrijd en kreeg dus deu beker onder zijne be rusting. Toen nu in 1896 de derde wedstrijd w erd uitgeschreven weiger de Witteveen den beker af te geven, bewerende dat de heer Adler er geen recht meer op had. Deze intusschen meende, dat het eereteeken was ge steld iu handen van den voorloopigen winner, om het te laten zien aan vrien den en kennissen. Volgens pl. is intusschen doo>- ge daagde stilzwijgend erkend, dat de heer Adler eigenaar was van den beker. Waar h| dus het voorwerp onder zich hield was hg bezitter ter kwader trouw. Adler heeft niet anders gedaan dan de beker gesteld in ban den van Witteveen, die verplicht was op elk oogenblik uitlevering aan den eigenaar te doen volgen zoodra dit gevorderd werd. De pleiter van den gedaagde, mr. Van Gigch, betoogde, dat de geheele zaak had kunnen voorkomen worden als de heer Adler maar in 1896 een wedstrijd had uitgeschreven overeen komstig den vorigen. Intusschen men staat er voor. Door den pleiter van den eischer is beweerd, dat het eigen dom van den beker door ged. is er kend. Doch dat is geenszins geschied, integendeel, er is ontkend dat de heer Adler eigenaar zou zyn. Aangevoerd werd door pl., dat Cor- dang deu beker het geheele jaar ge houden heeft, en dat de heer Adler in 1895 zonder eenig voorbehoud den beker aan ged. heeft overhandigd. Natuurlijk was bedoeld, dat bij het uitschrijven van een volgenden wed strijd de beker weder beschikbaar zou worden gesteld. De beker droeg het karakter van een wisselprijs, die van den eenen winner overging in handen van den volgenden. Pl. behandelt dan de bewering der tegenpartg", dat de weigering van Witteveen om den beker af te geven het houden van een nieuwen wedstrijd zou verhinderd hebben. Doch er is geen wedstrijd uitgeschreven, want dan zou reeds in .September 1896 de opeischiug geschied zyn. In plaats daarvan volgde de vordering eerstin Maart 1897. Blijkbaar had de eischer berouw van zijn vrijgevigheid uit be ter dagen. Aan den heer Adler wordt dus de prijs niet vrijwillig teruggegeven. Wel, zoodra een wedstrijd voor amateurs is uitgeschreven aan het daarbij be trokken baanbestuur, hoewel deze wedstrijd dan 2 jaar te laat zou komen. In repliek werd door mr. Nauta be toogd. dat Witteveen door het winnen van deu beker geen recht daarop had gokiegen, alleen een kans om dien later in eigendom te ontvangeu. Na dupliek werd de uitspraak be paald op 1 Februari a.s. Belsediging. De rechtbank te Middelburg deed Dinsdag uitspraak in de zaak contra J. G. M. Sr., 69 jaar, secretaris-ont vanger te G roede, beklaagd van op zettelijke beleediging van den mede te Groede wonendon arts J. Prins Mellema, in een door bekl. iu de „Geneeskundige Courant" geplaatste advertentie. Hij werd veroordeeld overeenkomstig den eiscli tot f 100 boete, subs. 15 dageu hechtenis. De advocaat-generaal bij het ge rechtshof te Amsterdam vroeg Dins dag bevestiging van het vonnis der rechtbank aldaar, waarbij J- H. Köl- ler, die tal van Nederlandsche firma's oplichtte met een gefingeerde uitgave van eeu wereld-adresboek, veroordeeld werd tot een gevangenisstraf vau 3 jaren. QEMEHQB NIEUWS Maandag is het proces behandeld tegen den moordenaar van den Eugel- scben acteur Terriss (die, zooals meu zich herinneren zal, bij het uitgaan van het theater werd doodgestoken). Voor den moordenaar Prince of Archer, zooals hg eigenlijk heet, werd ontoerekenbaarheid gepleit. De uit spraak van de jury is nog niet bekend. Het proces-Esterhazy. De volgende belangwekkende pun ten uit het vervolg der verhooren in dit proces Maandag gehouden ver dienen gereleveerd te worden. Iu de eerste plaats de oogenblik- ken, waarop Matthias Dreyfus door vijandige betoogingeu werd 'onderbro ken. De getuige vorvveet majoor Ester- hazy, dat hg een brief had geschre ven, waarin lig verklaarde dat slechts een misdaad hem kon redden uit den toestand waarin bg zijn gezin had gebracht en riep uit: „En deze raau heeft de eer de uniform van Fransch officier te dragen!" Deze uitroep werd door bet publiek begroet met een „Ho, Ho!" en veel gemompel. Dreyfus zweeg en toeu het stil was geworden, zeide de verdediger van Esterhazy „Geheel Frankrijk wordt over stroomd door smaadschriften tegen ons. Ik zou wel willen weten wie de enorme sommen betaalt, die deze agitatie verslindt." M. Dreyfus: „Dat is mijn zaak en niet de uwe." Onder het publiek groote opschud ding en een geroep van „Ellende ling!" De heer Scheur er-Kestner ant woordde op een[vraag vau mr. Tóze- nas, dat hg geen dossier iu zgn bezit heeft: „Dat is in handen van mr. Leblois". Aan het slot van zijn verhoor zeide de senator zeer terecht„Ik kan mg vergissen door het borderel toe te schrijven aan den heer Esterhazy. Het kan mij weinig schelen of het borderel van hem is of van een ander. „Het eenige wat van belang is, is dat worde uitgemaakt dat bet bordorel niet van Dreyfus is." Daarin ligt do kern der zaak. En daarom zal de zaak Dreyfus niet zyn opgelost, wanneer niet onorastootelgk voor aller oogen de schuld van Drey fus wordt bewezen. Merkwaardig is nog het volgende tooneeltje. De voorzitter van den krijgsraad verweet den heer Autant, den huisheer van mevr. Pays, dat hij den beschuldigde vijandig gezind scheen te zijn, hoewel de getuige dit beslist ontkende. Ten laatste riep de beer Autant uit „Waarom zou ik hem vijandig ge voor den aanvang van het verboor blijven in deze dagen van Johannes- van den belangrijksten getuige, kolonel I burgsche depressie. Picquart. Zes bekwame handwerkslieden Slechts generaal de Pellieux, kolo-j kwamen dezer dagen te Krugersdorp nel CasteTla, majoor Villeroche eu aan na de reis van Bulawayo te voet /-ii J~ te hebben afgelegd. Zg geven een treurige beschrijving van den toe stand aldaar. Er is bijna geen werk te krijgen en de kosten van levens onderhoud zgn vreeselijk hoog. Zjj zeggen dat er nog een vijftigtal man nen op pad terug zyn en dat anderen moeten werken voor 10 sh. per dag. Dit bericht is uit de Volksstem. Maar daarentegen meldt het Rho- desiaansche DagbladBy de zware droogte iu de Kolonie richt zich het oog van vele onzer veeboeren naar de nieuwe geopende streken in het Noordon. Uit Transvaal en Vrijstaat zijn verscheidene gezinnen reeds daar heen vertrokken en de berichten, die zjj terugzenden, zgn zoo gunstig wat het land betreft., dat anderen volgen willen. Zelfs in de Kolonie openbaart zich die trekgeest. Uit Burgersdorp, Dordrecht, Strjjdenburg cu andere plaatsen vernemen wy zelfs van ge goede boeren, die daarheen trekken willen. De autoriteiten der Gechar terde Maatschappij zouden weldoen zulk een trek aan te moedigen; want de Afrikaander is toch de ware voor trekker om liet land te openen. Dat is ons eerstgeboorterecht. Wie nu gelijk heeft? Een. oordeel over Paul Kruger. Naar aanleiding van een onlangu verschenen publicatie van den Afrika* reiziger Stanley over Paul Kruger, maakt de Saturday Review de vol gende opmerkingen „De heer Stanley heeft Paul Kru ger gezieu en eenige merkwaardige dingen over hem gezegd. Hg lieert gezegd o.a.„Ik geloof dat er niet een volk ter wereld zoo goed door een enkel uitstekend man vertegen woordigd wordt als de Boeren dar Z.-A. Republiek worden vertegen woordigd door den heer Kruger. Hij is bij uitstek de Boer der Boeren iQ karakter zoowel als in verstand en aanleg, en dat is de reden waarom bg zijn volk zoo volkomen in be dwang heeft. Zijn koppigheid en een man met een dergelijk voorkomeii kan niet anders zyn dan koppig wordt door zijn volk aangezien voor kracht. De ouderdom eu zyn gebreken he'o- hen die eigenschap nog versterkt. Zijn weinige spraakzaamheid, een gevolg van hoovaardy, zelfbewustzijn, beperktheid van gezichtskring en eeu steunen op zichzelf, noemen zy diplo- matischen aanleg. Zijn karakter van huis uit reeds gemelijk en knorrig, werd zulks nog meer door opvoeding, een afgezonderd leven en éénzydigen omgang. Hg is weinig meegaand eu zelfzuchtig en verbard door verach ting voor de praatgrage zwakkelin gen, die zich met hem hebben ge meten. Dat is de man dien de Jobannes- burgers hopen te vermoeien met bun verzoeken en petities, maar 't zal hun nooit gelukken. En evenmin zullen zjj hem overtuigen door hun argu menten want hij heeft een te harden kop, is te onwetend, en onbevatte lijk". In denzelfden geest zegt bij verder: „De werkelijke Kruger is een Boer- sche Macchiavelli, geslepen en dweep ziek, koppig als een muilezel en bui tengemeen met zichzelf ingenomen. Bovendien ydel en opgeblazen door de hem verleende macht, wraakzuch tig en gierig, en altijd een Boer, dat is een wezen kleingeestig en stomp, dat niet eens kan lezen eu schrijven". Om dan tot deze slotsom te komen: Ver van den bijnaam van groot te verdienen, zooals sommige Engelsche bezoekers hebben gemeend, schijnt de meest passende titel voor den heer Kruger te zgn „klein". Onze lezers, zoo vervolgt de Sa turday Reviewzullen wel niet van ons verlaugen dat wy deze uitingen aan kritiek onderwerpen, om dan als volgt te eindigen „Wij zullen den heer Stanley niet oordeeleu zooals hij Kruger heeft ge oordeeld, maar wel willen wg opmer ken dat, de maatstaf moge juist of onjuist zijn, mannen van de daad majoor Gallois, plaatsvervangende leden van den krijgsraad en majoor Cham pondry, griffier, zyn gemachtigd bjj de geheime zitting tegenwoordig te zgn. De stand dor partijen is na Maan dag niet veranderd. Over het rapport van Ravary lieerscht vreugde eoner- zyds, verbazing len boosheid bjj de voorstanders dor revisie. Het overgaan tot zitting met gesloten deuren, toeu Picquart, de openlijk beschuldigde, zou gehoord worden, noemt Clémen- ceau het onaannemelijke) schandaal van dit proces. De minister van oor log, wien de schrijver met de getui- genverhooren als basis Verwijt de zaak te leiden, verlangt stilzwijgen welnu, zoo zegt hg, ik durf hem voorspellen dat lijj, ondanks al ziju iuvloed het niet zal verkrijgen. De Matin die tot nog toe minder paity geweest is, merkt spottend op, dat uit het rapport van Ravary bljjkt, dat overste Picquart de schuldige is. Yves Guyot, in een hoofdartikel van de Siècle,noemt dit, op dezelfde uit komst wijzende, even vreemd als ver schrikkelijk. Tegelijkertijd geeft liy verslag van een onderhoud met Ber- tillon, waaruit blijken moet dat deze het borderel aan Dreyfus heeft toe gewezen niet om de gejjkenis maar juist om het verschil in het hand schrift, daar dit verschil opzettelijk door Dreyfus daarin zou zijn gebracht. Grappig is het Journaltegenover al de raadsels enkel om de open deuren van Maandag uitroepende Geen ander land laten wij er irotsch op zijn zou de proef vau het volle licht heb ben kunnen weerstaan Naar men beweert, is in de terecht zitting met gesloten deuren Dinsdag ochtend kolonel Picquart, die voort- giug met zyn Maandagavond gestaakte getuigenis, geconfronteerd met gene raal Goose, sous-chef van den gene- alen staf, die zelf ook als getuige is gedagvaard. De confrontatie moet zeer interessant zijn geweest. Picquart moet verrassende mededeelingen van hoogst ernstigon aard hebben gedaan. Maar er moet dit worden bijgevoegd, dat men, wegens de gestrengheid waarmee het „huis-clos" is gehand haafd, niets volkomen zekers kan te weten komen over hetgeen in de ge rechtszaal omgaat, zoodat al de bo vengenoemde geruchten onder het meest strikte voorbehoud worden ver meld. Nader wordt gemeld, dat de krijgs raad Dinsdag Esterhazy met algemeene stemmen heeft vrijgesproken. Uit Panama wordt aan de Times gemeld, dat tegenwoordig 3500 werk lieden bezig zjjn aan de voortzetting van het kanaal, welks voleinding zeer waarschijnlijk is. Uit Transvaal. Te Port Elizabeth is vertrouwbaar bericht ontvangen dat een boer, ge naamd Uriel, van het Fort Peddie- distr., duidelijke tookenen van de run derpest toont. Hjj was bezig vee in te enten, toen een doorn in zijn hand stak, die wat moeite veroorzaakte om er uit te krjjgen. Om dit gemakke lijk te maken gebruikte de heer Griel het mes met hetwelk hij ingeënt had. Spoedig openbaarden zich teekenen van de runderpest en hg ligt in een bedeukelyken toestand. Er zijn te Johannesburg 1952 stemgerechtigde burgers. Een £tar-eorrespondent beeft ont dekt dat, indien president Kruger b.v. 8000 stemmen krijgt bij de aan staande elektie en de andere twee candidaten respectievelijk 6500 en 5509 stemmen, de 5500 stemmen-can- didaat moet terugtreden en een her stemming moet plaats hebben tus schen die van de 8000 en die van de 6509 stemmen. Het is maar gelukkig, dat de verkiezing binnenkort voor de zind z\jn. Omdat ik niet hetzelfdedeur staat, merkt de Volksstem op, zeg als mevrouw (Pays)Is mijn ge- want anders zouden we nog gekker tmgenis dan niet evenveel waard als ontdekkingen krijgen en zou een later de hare Ik verklaar dat ik de waar- Ntar-correspoudont tot de conclusie beid zeg en men gelooft mij niet!" komen, dat onder dergelijke omstan- altijd beoordeeld worden naar het on (Beweging onder het publiek). 1 digheden eigenlijk de 5500 stemmen-middellijk resultaat van hun onderr e- De zaak wordt verder geheel met caudidaat de uitverkorene des volks mingeu. Wij hebben Afrika-reizigers gesloten deuren behandeld. Slechts was. Als al die schrijvers toch maar we' ?ens hooren beweren, dat de eenige de uitspraak zal in het openbaar ge- eerst de moeite deden om de wet te I verdienste van den heer Stanley is schieden. besludeeren, zoude er heel wat inkt^t hij altijd geluk heeft, maartege- En dit besluit werd juist genomen en papier en zetters-arbeid bespaard Ujkertijd kan de heer Stanley er „gij hebt bet geraden. Wel, wat hebt ge op mijn vraag aan te merken?" Hg laat een ander valsch accoord hooren op zijn af schuwelijk instrument en met veel succes. Allen sprin gen op. Hg is hiermee zoo voldaan, dat hg dadelijk op nieuw begint. Maar nu worden zg wanhopig. „O schei uithoud op met dat verschrikkelijk ge kras roept May, haar kleine ooren met de handen bedekkend „Gij houdt er wel van," zegt de heer Mc. Grath on verbiddelijk. Hij wendt zich ora, zoodat men hem vlak in het gelaat kan zien. Hij is knap, groot eu vieren twintig jaar ongeveer. Op zijn gezicht' is geen haartje te bekennen en bjjna evenzoo is het met zgn hoofd ge steld. Zgn zuster en vader, lord Kil fern waren van tijd tot tijd zeer met hem ingenomen en er waren nog wel andere menschen ook, die veel van hem hielden. „Kom hier, ik zal eens voor je zingen 1 Wil je niet luisteren je zult Hij pakt haar bij haar japon en trekt haar naar zich toe. Men kan zien, dat zy neef en nicht zynallen trouwens, die op dit oogenblik in sir Lueien's huis lo- geeren, hebben iets met elkaar gemeen, waardoor men üadelyk merkt, dat ze bloedverwanten zyn. „Owen, wees niet zóo dwaasMay geeft hem een duw, maar haar neef die zijn arm zoover door den hare heeft gestoken, dat hg nog net op zijn banjo kan spe len, laat haar niet los eu begint met een afschuwelijke stem het volgende vers aan te heffen „And the owl looked up to the stars above And sang to bis light guitar, Oh Pussy my darling, OhPussy my love, What a beautiful Pussy you are, "you are, What a beautiful Pussy you are!" Toeu juffrouw Adare naast den banjo-speler had moe ten plaats nemen, was een jonge man dadelijk naar haar toe gekomen. „O! ben j\j het Gilbert?" riep zjj uit. „Ja, help my even op. Ik moet. je zeggen Owen," zeide zy boos, „als je soms denkt, (lat dit muziek „Wil je niet eerst het volgende versje hooren? Toe," zegt baar neef. „Het is bepaald "belangrijk Het is een huwelijksaanzoek van u aan my... wil je niet luis teren?... Goede hemel, hoe blind zijn de menschen toch voor hun eigen belangen. Ik zou zoo onmo gelijk als het klinkt, werkelijk „Ja" hebben gezegd..." Niemand luistert naar hem wat trouwens gewoonlijk het geval is, en zeer voor het verstand van zijn kennis sen en vrienden pleit. Maar als het tegenwoordig gezelschap hem met zijn onverschilligheid denkt te hinderen, dan vergist het zich deerlijk. Dit prikkelt hem tot des te meer vroolykheid, vooral nu lig bemerkt dat Gilbert Grey zgn nichtje naar de andere zijde van de kamer heeft getroond en bezig is met haar te kibbolen. Maar hun twist gaat zoo ver, dat May Gilbert aan zijn lot overlaat en met het air van een beleedigde Fatima zich in een stoel naast Eustace Everard, die zooals iedereen weet, zich altyd in de nabijheid van mrs. Clarence bevindt, laat nedervallen. Eustace Everard is eeu mau vau omstreeks veertig jaar met diepdenkende, blauwe oogen, die langzamer hand een lichtere tint hebben gekregen. Hy geeft ont zaglijk veel aan liefdadige instellingen, en vooral aan weeshuizen, is roet hart en ziel een radicaal en bezit de slechtste reputatie van geheel Europa. Die nadenkende uitdrukking op zyn gelaat geeft hem iets innemends en daarbij is bij o zoo goed voor deou- derlooze kleinen! En een man. die de weezen beschermt moet goed zijn Daarbij is bij zeer rijk „Ik voor my ben verrukt hier weer eens te zyn," fluistert May tot hem, op zoo'n overdreven opgewon den toon, dat het duidelijk blijkt, dat zij er niets van meent. „Een oogenblik geleden heb ik myn gevoelens hier over ook al lucht gegeveD, is het niet zoo Dolly Zoo wendt zy zich tot mrs. Clarence, die door May altyd bij haar voornaam genoemd wordt. „De laatste season heb ik my zoo verschrikkelijk verveeld." Zy zegt deze laatste woorden een weinig duidelijker, opdat Gilbert Grey haar kan verstaan. Hij had zich de vorige season juist bijzonder met haar bezig gehouden en als zij de waarheid wilde vertellen, zou zij zeggen dat dit haar lang niet onverschillig was geweest. Mrs. Clarence ziet May medelijdend aan en roept uit: „Lieve May!" „O, ik weet het wel," zegt zy de wenkbrauwen fron send, met een knorrig schouderophalen. „Gij behoeft my niet zoo aan te zieu. Ik haat het stadsleven en vind het buiten heerlijk. Ik kom er rond voor uit" roep' zij overmoedig uit, „al vindt gij het dan ook niét deftig." „Wat bedoelt gij?" vraagt mrs. Clarence. „Oantwoordt May ODgeduldig, „dat weet ik zelf met. Alleen weet ik, dat de frissche, groene vlakten voor mg een bijzondere aantrekkelijkheid bezitten." „Dat heb je dan met de kevers gemeen," zegt mrs Clarence weemoedig. „Evenals ik," zegt Everard met zyn eigenaardige, langzame stem, eu ontvangt een dankbaren blik van May tot antwoord. Daarop wendt bij zich weder tot Clarence„Zoudt gij de gelijkenis met een roodborstje niet poëtischer gevonden hebben merkt hii flmi- laehend op. Zjj ziet naar hem op met haar mooie, violet-blauwi oogen. „Ik zou de vergelijking zeker liever hebben kunnen inkleeden. Maar nu gij partij voor haar trekt, ben ik blij, dat ik het niet deed. En daarenboven ben ik vol strekt niet zeker, dat de aanhaling van het roodborstje u erg zou hebben aangestaan," voegde zg er schoorvoe tend aan toe. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2