Het meisje van ien Molen.
T weede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
I3« Jaargang.
Vrijdag 14 Januari 1898,
■o 4460
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONnST'FDAEILrTSPSjIJSi
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
>Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. 1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
Directeur-Uitgever
A-JDVUEIE^TIKnsrTXËnSr:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer (22.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidté Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Slice., Parijs 3Ibis Fautr/urg Montrnwtre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreflende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0.30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn BloemendaalSandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT,
Velsen, W. J. EU1JTER Beverwijk, J. HOORNSHülegom.
d. RAADT, SandDOortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaamdam, C. HARTENDORPZandvoort,
ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
G. ZWEMMER:
NABETRACHTING
uit den
GEMEENTERAAD.
CXX.
Nog nooit heb ik van den heer Wal
ler een zoo welsprekend betoog ge
hoord als dat deze wethouder Woens
dagmiddag hield over de voorstellen
tot wijziging van onze plaatselijke
inkomstenbelasting. Er klonk over
tuiging en warmte uit en de Raad
applaudisseerde dan ook na de rede
wat niet dikwijls voorkomt.
Ik wil daarmee niet zeggen, dat de
beschouwingen van den heer Waller
my overtuigd hebben. In de eerste
plaats was het, dunkt me, jammer
dat de heer Waller zyn zwartgallige
beschouwingen over den toestand van
Haarlem uiet voor zich gehouden
heeft, of althans voor de ontboezeming
daarvan geen geheime zitting heeft
aangevraagd. Het was, meen ik, de
heer Maearé, die indertijd ernstig ge
waarschuwd heeft tegen dergelijk ge
jammer door Raadsleden over de
hooge belastingen en den slechten
toestand van do financiën. Zulke din
gen klinken naar buiten eu helpen er
aan mee, om Haarlem in het land den
naam te bezorgen van een dure stad.
Daarvan is 't gevolg weer, dat de
menschen er van terugschrikken om
bier te komen wonen.
Dat kan ook niet anders. Of zou
niet een koopman, die met luider stem
me giug verkondigen dat zyn zaak
zoo 'slecht gaat, daardoor nog meer
klanten verjagen en nieuwe huiverig
maken om by hem ter markt te gaan
Ik weet wel, dat het besturen eener
gemeente niet in de gewone beteeke-
nis van het woord een handelszaak
is, maar ik meen toch, dat het by de
bestaande concurrence tusscben de
steden onderling, geen kwaad kan,
wanneer de bestuurders een er ge
meente een weinig kaufmannisch
voelen.
Eu ik voor my heb over de wan
hoopskreet van den heer Waller des
te grooter spijt, omdat ik de juistheid
daarvan niet kan inzien. Er staan
honderd huizen voor gegoeden leeg,
zegt de heer Waller, maar ik wensch
gevraagd te hebben, of er ooit een
lyd zal komen, dat alle huizen voor
gegoeden zullen zyn bewoond. En ik
geloof den heer Waller de verzeke
ring te kunnen geven van niet, want
zoodra er weer een aantal gegoeden
naar hier komen wonen, bouwt men
op speculatie er weer nieuwe huizen
by. Zoodoendezullen,wanneer die hon
derd leege huizen van den heer Wal
ler bewoond zyn, weer honderd an
dere leeg staan. Zoo gaat het ook
in den Haag, waarheen de trek dan
zoo groot is. Er komen voortdurend
menschen by, maar de speculatie
bouwt er nog harder. Toen in Alk
maar bekend was, dat de cadetten
school er zou komen, werden er alvast
op voorhand tweemaal zooveel heeren
huizen gebouwd, als er officieren zou
den komen om zo te bewonen.
Intnsschen schynt het een feit te
zyn, dat er eenige ryke ingezetenen
uit de gemeente zijn vertrokken. De
heer Tjeenk Willink heeft al gezegd,
dat het hy velen niet lag aan de be
lasting en ik kan dat bevestigen. Men
kan geen namen noemen, maar de een
ging weg omdat zya dochters Scbe-
veningen ia den zomer zoo aardig
vonden, een ander omdat zyn zaken
in Amsterdam het noodig maakten,
een derde omdat hy geen relaties naar
zijn zin kon vinden ik weet maar
van één huishouding, die naar een
dorp in den omtrek is vertrokken uit
kwaadaardigheid over de inkomsten
belasting. Dit was (ik noem nog altyd
geen nameneen familie a la Har-
pagon, van wie de legende gaat, dat
twee van de leden, als ze in een café
moesten wezen, samen éeu kop koffie
bestelden en het samen uitdron
ken ook. Aan 'tveriies van deze in
woners is Haarlem tot lieden niet
gefailleerd.
Wat de daling van de schoolgelden
aangaat, de heer Waller heeft niet
gezegd,dat die daling belangrijk was
reden waarom ik zoo vry ben te ver
onderstellen dat ze gering is. Anders
had de heer Waller allicht met het cy-
fer van dien achteruitgang het argu
ment wel aangodikt. En wat de vermin
dering van het belastbaar inkomen be
treft, zoo geloof ik met den lieer Tjeenk
Willink, dat by de invoering van een
inkomstenbelasting er in de eerste
jaren zeer groote schommeling zal
zijn tusscben het belastbaar inkomen
in de verschillende jaren, omdat men
aanvankelijk in den blinde naar de
inkomens een slag slaat. En dat op
dit oogenblik het belastbaar inkomen
gezakt is laat zich zeer wel verkla
ren, wanneer men nagaat, dat onze
wethouder van financiën als stelregel
heeft, dat de burgers maar tiink hoog
moeten worden aangeslagen, daar ze
dan als het te hoog is, wel recla
meeren. 't Gevolg daarvan is natuur
lijk geweest, dat do aanslagen in do
eerste jaren te hoog waren en dat ze
nu pas na drie, vier jaar op hun
juiste hoogte komen. Tegen dit ar
gument van den heer Waller kan
men das zeggen, dat gebleken is, dat
Haarlem niet zoo ryk is als men dacht..
't Is jammer, maar er is niets aan te
doen't Bewijst intnsschen ook niet
dat de heer Waller in zyn zwartgal
ligheid gelijk beeft!
En zelfs indien de heer Waller
gelijk had, zou dan het middel dat
hy wil toepassen, do gegoeden hier
houden of hierheen lokken? 't Komt
mij voor. dat dit een illusie is. De
verandering in de belasting zou hierop
neerkomen, dat 4000 personen zwaar
der zouden worden belast om 400
personen te ontlasten. Nu zal ik den
lezer niet zooveel cyfers naar het
hoofd gooien, als de Raadsleden
het gisteren olkander hebben gedaan,
maar constateeren moet ik toch, dat
de heer Waller van die verhooging
der 4000 zelf gezegd heeft, dat zege-'
middeld f5,— per persoon zou be
dragen.
Derhalve een totaal van f20000,—
waarmee de 400 hoogst aangeslagenen
zouden worden ontlast. Gemiddeld
zouden dezen dus met f 50,— per hoofd
worden verlicht. Na wensch ik toch
gevraagd te hebben, of iemand met
j eon inkomen van 10,000, 15,000 of
20,000 galden een stad zal verlaten of
vermijden om een f50,— belasting
meer of minder. En mijns inziens ver-
oordeelt dit voorbeeld al dadelijk het
heele systeem. Wil men de verlich
ting voor de hoogste klassen belang
rijk maken, dan moet men de middel
klassen ook belangrijk drukken. De
onmogelijkheid daarvan heeft de Com.
v. Fin. ingezien, maar daarmee reke
ning houdende komt zy voor den dag
met eeu ontlasting voor de hoogste
klassen, die voor dezen van geen be-
teekenis is.
En nu ik heb afgebroken wil ik
toch ook even trachten op te bouwen.
Neen, de kunst van het besturen eener
gemeente, zit niet in het nemen van
een rijksdaalder van Piet om Paal
tevreden te stellen. Laat men het oog
vestigen op grooter dingen: laat meu
niet indommelen over een gasquaestie
en niet treuzelen bij goede tramcon
cessies.
Laat men Haarlem zooveel moge
lijk aantrekkelijk maken, o.a. door
goede verbindingen met Zandvoort en
Bloemendaal en een goedkoop verkeer
met Amsterdam; door liever nieuwe
boomen te planten dan de oude by hoo-
pen om te hakken. Ik heb eens van
een boer gehoord, die den markttyd
liet voorbijgaan omdat hij centen in
rolletjes moest maken. Voor zooiets
in de gemeentepolitiek zullen we,
hoop ik, bewaard mogen blijven.
Politiek Overzicht.
De zaak-Dreyfus heeft ook daarom
buiten Frankrijk zooveel belangstel-
iiug gewekt omdat er een politiek
tintje over lag, en wel omdat de
dnitsche regeering er by betrokken
heette te zijn. Dit is wel officieus
ontkend, maar tot dusverre was nog
niet gemeld, welk land er dan by be
trokken was. Hierover loopt nu een
gerucht.
By de bespreking van den uitslag
van het Esterha^y-proces maken de
Naiionalzeitung en de Vossische Zei-
tung gewag van het te Brussel loo-
pende gerucht, dat in de zaak van
het verraad, door Dreyfus al of niet
gepleegd, niet Dnitschland vol
doende van Dnitsche zyde gezegd
maar Rusland zou betrokken zyn.
Terwijl de Naiionalzeitung er slechts
even melding van maakt gaat de Vos-
sische op dit gerucht in. Rusland zou
precies hebben willen weten of het
Fransche leger werkelijk klaar was,
enz. Juist uit dat party-zyn van Rus
land zou de onbegrijpelijke geheim
zinnigheid van de Fransche regeering
verklaard moeten worden.
De tegenwoordig vaak officie use
Berliner Neueste Nachrichten mee-
nen, dat in ofncieele Duitscho en in
Parysche kringen Dreyfus algemeen
voor onschuldig wordt gehouden. De
regeering en de krijgsraad zouden
het slachtoffer van een bedrieger zyn
geweest, en nu bevreesd wezen door
eene herziening van het proces hun
gezag te verliezen, wat echter eerder
geschieden zal door een blind-hard-
i nekkige weigering om recht te doen
wedervaren.
Officieus wordt te Berlijn verklaard
dat de Duitsche regeering voorloopig
er niet aan denkt, Kiao-tsjon in te
richten als oorlogshaven. Men heeft
de haven wenschen te hebben met
het oog op de handelspolitiek, mits
dien is er vooreerst alleen sprake van
particuliere inrichtingen voor de han
delsnaven, waarby men verderen bloei
zal afwachten.
China geloofde op aandrang van Rus
land dat. in dit jaar de telegraaflijn
Pekiog-Kiacbta zou klaar komen,
waardoor de aansluiting aan het West-
Siberische telegraafnet. en het onaf
hankelijk raken van deEngelsche Oost-
Aziatische kabels zou worden ver
kregen.
Volgens een bericht aan de Times
uit Kopenhagen, heeft de mededee-
ling van den minister van bniten-
landsche zaken in net Folketing, vol
gens welke de tegenwoordige conser
vatieve regeering van Denemarken
tevergeefs beproefd heeft, Denemar-
ken's bestendige onzijdigheid door de
groote mogendheden gegarandeerd te
krjjgen, verbazend veel opzien gewekt.
De radicale partij alleen had tot dus
ver jarenlang aangedrongen op zulk'
een onzijdigverklarin g.
Het eugelsche blad de Globe heeft
de prachtige verzameling onzin-be-
richten over de Zuid-Afrikaansche
Republiek weer met één vermeerderd.
Het blad schrijft:
Een hoofdofficier die een bevel voert
in Zuid-Afrika is in het bezit ge
raakt van een plan der Boereu tot
een veldtocht in de eerste maanden
van 1896. De uitvoering van dit plan
is slechts verijdeld door de runder
pest. Bekendmaking met dit plan zal
wel geleid hebben tot de onlangs
plaats gehad hebbende versterking
van de troepen in Zaid-Afrika.
Het plan was, plotseling den oor
log te verklaren onder een of ander
voorwendsel, en dan binnen acht-en-
veertig nar Kimberley te bezetten,
Naauwpoort, Bushmanshoek, New
castle, ten einde deze punten bezet
te houden totdat de eischen waren
ingewilligd waardoor het verdwijnen
van den Engelschen factor m Natal
en de Kaap-Kolonie zou zyn ver
kregen.
STADSNIEUWS.
eerste en derde pagina.
Haarlem, 13 Jan. 1898.
Schouwburg.
Gijsbreght van Aemslel.
Wanneer liet nieuwe jaar zijn intrede
maakt dan voelt ieder recht geaarde
Amsterdammer zich gedrongen ten
schouwburge op te gaan, om in stille
vereering voor Vondel's schoone ver
zen daar neer te gaan zitten en ver
volgens van het wel oude, maar toch
steeds weer nieuwe, dat „De bruiloft
van Kloris en Roosje" schenkt te ge
nieten. Nu zyn wy, Haarlemmers,
wel geen Amsterdammers, ook keert
voor ons niet telken jare het voor
recht weer „Gysbreght van Aemstel"
hier vertoond te zien, doch juist om
dit laatste mag men verwachten dat
de aankondiging van eene opvoering
van "Vonders treurspel door de Kon.
Vereeniging het Ned. Tooneel tegen
a.s. Maandag (4e voorstelling van het
abonnement) door zeer velen met
vreugde zal worden begroet.
Ook nu wordt de avond besloten
met „De bruiloftjvanKloris en Roosje",
waarin de nieuwjaarswensch van den
zoo bekenden heer A. Reijding zal
worden uitgesproken door den heer
Schulze als Thomasvaer en mevrouw
Chr. Poolman als Pieternel.
«O CS I
GS 00 1
aó
MO
CtS -H
É5
.fë'd
13
o
i,
®0
l-M
CC GO O 2
-ft 2 3
»0
'1^1
2Ï
I 52
-30
- g I
■Sw 1
a
o P.
o
-I-I OQ
3
CSJ
CS CO Cl
I u,
CD
I cd r-
i ss -r
92
I I V
1
a
-c
T2 a
- I
SftS 2
O-J
soa
p?
5 ïo
KANTONGERECHT.
De Kantonrechter heeft heden uitgespro
ken de navolgende vonnissen
1. VV. K.. te Huizen, wegens het doen
van pogingen om wild te bemachtigen, met
wildstrikken tot f8 boete, subs. 8 dagen
hechtenis.
'2. .1 F. H. en J. N.. te Haarlem, wegens
lo geen arbeidskaart kunnen vertoonen, 2o.
in eene werkplaats geen arbeidskaart opge
hangen hebben, en 2o. bovendien den ar
beid van een persoon later doen eindigen
dan 7 ure 's avonds No. 1 tot 2 maal f2
boete, subs. 2 maal I dag hecht en No.
2 tot 3 maal fl boete, subs. 3 maal 1
dag hecht
3. M. 11 huisvrouw van J. II. te Haar
lem, wegens zonder vergunning in eene
voor het publiek toegankelijke localiteit
sterken drank schenken of in 'l klein toe
dienen, tot f15 boete, subs. 8 dagen hecht
4o. N. II., te IJmuiden, wegens op den
openbaren weg een trekdier onbeheerd
laten staan tot f l boeto, subs. 1 dag hecht
I 5 S. J. Rte Haarlem, wegens verwek
ken van rumoer, tot f2 boeto, sub. 2
dagen hecht.
6. R. B., J. D. en J. D., te Beverwijk,
M. S. Az.. C S te Wijk aan Zee. J. O
ei J. V., te Velsen, wegens ongeoorloofd
loopen over eens anders grond. No 1 en 2
vrijgesproken en de overigen ieder tot f3
boete, subs. 3 dagen hecht.
7. L. v. d. K., te Haarlem, wegens to
Haailein rijden met een hond zonder muil
korf, tot f 1 boete, subs. 1 dag hecht
8. A. R.. te Haarlem, wegens to Haar
lem als bestuurder van een stationneerend
rijtuig, wanneer bij naar vracht zoekt, uit
de file rijden, tot f 1 boete. subs. 1 dug
hecht.
9. C. B. en L. V., te Haarlemmermeer,
wegens te Haarlem des avonds rijden met
een voertuig zonder licht, ieder tot f0,50
boete, subs. 1 dag hecht,
10 G. VVte Schoten, L A, te Wijk
aan Zee en Duin, wegens te Haarlem rijden
in verboden richting. No 1 tot f I boete,
no. 2 tot f0,50 boete, subs. 1 dag hecht
voor ieder.
11. H. Ste Haarlem, wegens te Haar
lem onreinheden op straat werpen, vrij
gesproken.
12. Wegens dronkenschap J. v d A.
te Haarlem, gepleegd bij 12e herh., tot 2
weken hecht H. J. H. L, te IJmuiden,
gepleegd bij 5e herh., tot 2 weken hecht.,
F. S, J. J., zwervende, J. K., C. F. SP.
P., te Haarlem, H. d. O., te Bloemendaal,
C. V. te IJmuiden en J. v d. S. Gz., te
Pernis, ieder tot f l boete. subs. 1 dag
hecht., P. .I R. en M. A d B., te Haarlem,
ieder tot fl boete, subs. 2 dagen hecht.,
J. F. R., II. V., G J. M. te Hnnrlem, W.
D,, te Zandvoort en l. L,° te Amsterdam,
ieder tot f'2 boete, subs 2 dagen hecht.,
J. S., C. S. en P v. d. B te Bloemendaal.
ieder tot l"0,50 boete, subs. I dag hecht,
BINNENLAND
Hit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Aan jhr. J. W. May, lid der com
missie, belast met bet afnemen der
consulaire examens, op zyn verzoek,
op de meest eervolle wyze, ontslag
verleend uit laatstgenoemde betrek
king, onder dankbetuiging voor zyne
als lid dier commissie bewezen lang
durige goede diensten; en benoemd
tot lid van vermelde commissie, de
heer H. S. J. Maas, consul-generaal
te Londen.
By het pensioenfonds voor weduwen
en weezen van burgerlijke ambte
naren bevorderd tot commies de ad
junct-commiezen by gemeld fonds L.
Smits, A. M. Evers en I. A. Peek.
De bij Koninklijk besluit van 16
December 1897 gedane benoeming van
A. Gerber tot ontvanger der registra
tie en domeinen te Winschoten, op
zyn verzoek, ingetrokken, met be
vestiging in zyne tegenwoordige be
trekking van ontvanger der registra
tie en domeinen te Vianen, en be
noemd tot ontvanger der registratie
eu domeinen te Winschoten, H. L.
de Boer, thans in gelijke betrekking
te de Lemmer.
FEUILLETON.
Naar liet engelsch.
HOOFDSTUK I.
Zoo vroolijk als de lievelange dag.
De beer Everard lacht even en verdwijnt een oogen
blikje daarna in de veranda om een sigaar te rooken.
„Toen ik hier den vorigen keer logeerde," zegt de heer
Mc. Grath plotseling a propos van niets, „was er een
ezel. Een heele slimme ezelik was gewoon hem onge-
zadeld te berijden en zijn korte manen als leidsels te
gebruiken."
„in welk circus was dat vraagt kapitein Adare
nieuwsgierig. Maar Mc. Grath gaat onverstoorbaar
voort„Het zal mij verwonderen of hij hier nog is."
„Vraag het aan sir Lucien," zegt May.
,"Daok je, lief kind, dan ken je my nog niet. Neen,
ik zal hem zelf wel weten te vinden. Ik herinner mij
dat hy een kruis van zwart baar op zijn rug bad."
„Dat heeft iedere ezel," zegt Grey minachtend.
Mc. Grath denkt een oogenblik na. „Heeft hy 't dan
vraagt hij May zacht, op Grey doelendmaar May, die
hem anders geregeld helpt en aanzet bij zyn plagerijen,
draait hem nu den rug toe.
„Wel, meisjes zyn toch wonderlijke schepseltjes," zegt
Owen nadenkend. Daarop legt hy haar sleep op zyde,
want die waren toen zeer lang, en draait haar we
der om.
„Wat is er?"
„Niets! Wat zou er zijn? Maar haar oogon logen
straffen deze woorden.
„Kom, ga morgenochtend na het ontbijt mee om hem
op te zoeken."
„NonsensHy zal al lang dood zijn."
„Ezels sterven niet," antwoordt hij ernstig.
„Wees toch niet zóo dwaas."
„Werkelijk het is zoo. Men heeft het bewezen."
„Allo dieren en menschen moeten sterven."
„Uitgezonderd ezels," zegt by koppig. „Zy zijn hoo-
gere wezens. Kom je na het ontbijt?"
„Zeker niet." zegt zy koel. Maar zich bedenkend dat
baar onbeleefdheid tegenover Owen, Gilbert zal beha
gen. verandert zij plotseling van toon en zegt lachend
„Een langoor is goed voor mij, hè?"
En van onderworp veranderend vraagt zy plotseling
„Waar is oom Lucieu
„Hy is naar bed gegaan; hij voelde zich niet prettig."
„Wat eeu zegen!" zegt Mrs. Clarence. Of deze woor
den op sir Lucien's ziekte doelen of wel dat Mrs. Cla
rence het een verlichting vindt, dat bij zich vooreerst
niet vertoonen zal, is niet uit te maken.
„Hy beeft veel van een onschuldig klein kind," zegt
Everard. „Wij houden het meest van hem, als hy slaapt."
„Ik geloof niet, dat hy ooit slaapt," zegt de heer
Mc Grath langzaam. „En als hy het bij toeval eens
deed, dan zou het als slaapwandelaar ziin."
„Hierin vergist ge je," zegt Hilary zijn stem een
weinig latende dalen.
„Dat bewaart hy voor een dessertje voor ons,
als liij dood is?"
„Pff," zegt Mrs Clarence; „denk je, dat hy ons het
genoegen zal gunnen hem te overlevenDan ken jo
hem nog niet?"
„In ieder geval zijn we voor een paar uur van zyn
gezelschap bevrijd," zegt Everard in een stoel naast
Mrs. Clarence nedervallend. „Laten wij hiervan profi-
teeren. Maar a propos, wat scheelt hem eigenlijk,
Hilary
„Ik weet het werkelijk niet. Maar hy was uitgegaan
om een lang* wandeling te maken, eu zag er vermoeid
en ongelukkig uit, toen hy terug kwam."
„Hij behoorde zich nu toch gelukkig te voelen," zegt
zijn zuster." Hy heeft al zyn bloedverwanten nóg wel
te logeeron."
Daarop beginnen allen te lachen, wat May erg ver
velend vindt.
„En wij bevinden ons in gezelschap der sprekende
bloemen, die men dames noemt," zegt Everard be
leefd.
„Eq dan daaronder nog wel zoo'n lief bloempje als
gij," zegt Owen.
„May, ik heb je altyd een engel gevonden. Ik ben
jou bloedverwant, denk daarom. Ik zit nu by je, dus
moet je je gelukkig voelen."
„Ik haat domme menschen," zegt May knorrig, en
Grey die de laatste twintig minuten somber voor zich
uit l'iad gezien, voelt zyn vroolykheid terugkeoron.
„Maar om nog eens op die quaestie terug to komen,"
zegt Mrs. Clarence. „Alle bloedverwanten van sir Lu
cien zijn bier niet vertegenwoordigdhy heeft nog een
nichtje, dat hier in don omtrek ergens woont. Hebt gij
haar vergoten Een wonder is het niet, want hy spreekt
ook nooit over haar."
HOOFDSTUK II.
„Wat kon de dooden deren? Het ranke gras.
Dat 's zomers boven hun te enge kluis groeide,
En de sneeuw die voeten hoog opgestoven was,
Door den winterwind, die onophoudelijk looide."
Allen zwijgen, en denken na over het meisje, waar
zy jaren en jaren geleden over hebben hooren spreken
en wier bestaan zy vergeten waren.
Alleen Hilary glimlacht.
„Ojawel, bij heeft het nog wel eens over haar
en dan wordt haar naam met een aantal byvoegelyke
naamwoorden vereerd," zegt kapitein Adare.
„Ik moet ronduit verklaren, dat ik haar vergeten
was", roept May plotseling opgewonden uit. „Maar ik
herinner my na/dat zy een nichtje van ons is een
eigen nichtje, is het niet Hilary? Haar moeder was
onze tante en sir Lucien's zuster. En verbeeld je," dit