Ben der berichtgevers van het N. v.
d. I>. in het buitenland seinde Woens
dag aan dat blad:
ft verneem uit de beste bron, dat
alie gezanten een schrijven vanwege
H. M. de Koningin ontvingen, waar
in l.un verzocht werd aan de hoven
kennis te geven, dat H. M. geen
vreemde vorsten wenscht te ontvangen.
De kroningsplechtigheid zal even een
voudig z\jn als die van wijlen Koning
Willem HL
De nieuwe Minister van
Marine.
Omtrent den gep. viee-adm. jhr. J.
A. Roëll. benoemd tot minister van
marine, kan het volgende worden ge
meld
Jhr. J. A. Roëll heeft den leeftijd
van 60 jaar bereikt. In 1851 werd hy
ter opleiding voor den zeedienst ge
plaatst bij de Academie te Breda en
in 1856 werd hij van adelborst le kl.
bevorderd tot luitenant ter zee 2e kl.
In verschillende rangen was hij o. a.
commandant van den monitor Heili-
geriee. van het stoomschip Kijkduin,
de Aruba, de Marnix, deYanÖpeyk.
Voor de beleidvolle wijze waarop door
hem de zending met de Aruba naar
de westkust van Afrika is volbracht,
verwierf hij de goedkeuring van 's Ko-
nings regeering.
Sedert" 1890 schout-bij-nacht, werd
hij in 1892 bevorderd tot vice-admi-
raal. Middelerwijl was hij in 1891
opgetreden als commandant der zee
macht en chef van het departement
van marine in Nederi. Indië, ter ver
vanging van den vice-admiraal, thans
staatsraad, Ten Bosch. Hij vervulde
die hooge betrekking tot 1891, in welk
jaar hij" met 1 Nov. op zyn verzoek
werd gepensionneerd.
Dé nieuwe minister was van 1876
tot 1879 adjudant vanZ. K. H. prins
Hendrik en ging in 1879 als adjudant
in gewonen dienst van Z. M. den
Koning over.
Sedert 1 Mei 1891 is hij adjudant
in buitengewonen dienst van H. M.
de Koningin.
In 1891 vervulde hy de opdracht
van H. M. de Koningin-Regentesom
den Duitsehen Keizer in de nabijheid
der Nederlandsche grenzen te com-
piimenteeren.
De heer Roëll heeft in verschillende
vereenigingen voor maritieme en
krijgskundige belangen getoond veel
ervaring in het debat te hebben, en
heeft ook vaak in geschriften zyn
meeniDg over maritieme zaken uit
eengezet.
Hij is de broeder van den minister
van buitenlandsche zaken in het vorige
Kabinet.
Heden zou de heer Roëll ter be-
eediging door H. M. de Koningin-
Regentes worden ontvangen, terwijl
zijne benoeming den löden dezer in
gaat.
Met de nachtboot Prins Hendrik
der maatschappij „Zeeland" kwam
Woensdagochtend te Vlissingen van
Londen aau Prins Albert van Slees
wij k-Holstein, die met den aanslui
tend en sneltrein zijne reis naar Ber
lijn voortzette.
Inliuldigingsfeesten.
Naar wij vernemen zal het plan, om
by gelegenheid der inhuldiging van
Hare Majesteit versierde vaartuigen
naar Amsterdam te zenden, uitplaat
sen by de binnenvaart betrokken,
verwezenlijkt worden. Een genoegzaam
aantal gemeenten heeft zich verbonden
tot medewerking.
Hbld.
Radicalen Bond.
Het bestuur van den Radicalen
Bond is thans samengesteld als volgt
Dr. J. C. Eringaard, Delft. 1ste
voorzitterW". P. Zeilmaker, Nijme
gen, 2de voorzitterTh. M. Ketelaar,
Amsterdam, secretaris; P. W. J.van
Hassei. Utrecht, penningmeesterJ.
Schinkel van Dijk, Amsterdam, F.
Mol, 's Gravenhage, J. Jansma, Leeu
warden, H. L. v. d. Sleen, Hooge-
veen, en J. de .Jong Pzn., Rotterdam,
bestuursleden.
Diefstal te Amsterdam.
Toen de heer W. Zegers, in goud
en zilverwerken, Anjeliersdwarsstraat
4, te Amsterdam Woensdagmorgen
achter de toonbank stond, kwam ou
de toonbank, waarmede hy op den
loop ging.
De heer Zegers snelde den dief
onmiddellijk achterna, onder 't geroep
„houdt den dief!" wat talrijke men-
schen uit hunne huizen op straat
lokte.
De dief, door steeds meer menscben
achtervolgd, wierp zijn buit op straat
en wist te ontkomen.
In de Tuinstraat werd echter een
ander man gegrepen, die voor het
winkelraam had staan kijken en dien
men verdenkt aan den diefstal mede
plichtig te zijn.
Een vondeling.
Op den Purmeronder steiger aan
de De Ruyterkade te Amsterdam werd
Dinsdagavond tegen 9 uur oen zuige
ling (meisje) gevonden, goed ingewik
keld in een doek, en voorzien van
een üesch met voedsel. Men vermoedt
dat eene vrouw, die om dien tijd met
een der treinen is aangekomen, zich
op die wyze van het kind heeft ont
daan. (Hbl.)
Een cursus in liet kaasmaken.
Onder leiding van den heer Keestra,
zuivelconsulent te Hoorn, is te Scha-
gen een cursus geopend voor kaas
makers in fabrieken.
De lessen worden gevolgd door de
kaasmakers uit de kaasfabriekeu te
Schagen (Nes). Wieringerwaard, Win
kel, Burgerbrug. Anna Paulowna,
Sint Maarten, Barsingerhorn, Het
Wad, Haringhuizen, Schagerbrug,
Zijdewind en Keinsmerbrug.
Men meldt aan de N. R. Ct.
Het gerecht te Breda heeft op ver
zoek der mede-directeuren Dinsdag
een bezoek gebracht aan de suiker
fabriek der firma Jüger Co. teRo-
sendaal, ten einde uit de boeken te
kunnen constateeren in hoeverre de
voortvluchtige mede-directeur J. C.
Yeenhuvzen zich aan verduistering
heeft schuldig gemaakt.
Het gerucht, dat de fabriek voor
een groot bedrag iu deze zaak zou zijn
betrokken, kan beslist worden tegen
gesproken. De werkzaamheden ec
huishouding in de fabriek gaan gere
geld haren gang, en zullen, naar ons
door een der directeuren werd mede
gedeeld, geene verandering ondergaan.
Mislukte suikerspeculatiën hebben
den heer V. groote geldelijke verlie
zen toegebracht.
Procesverbaal, opgemaakt door een
sollicitant voor de betrekking van
agent van politie in een gemeente,
alwaar de liefhebbers een kleine
proeve moeten afleggen, om te zien
of zy eene behoorlijke hand schrijven
en zonder al te groote taalfouten
hunne gedachten op papier kuunen
brengen.
Persesvan baal.
Den 18 Janrë 1898 hep ik als am-
tenaar bekaliceert Jan van Hooft,
oud 22 Jaar, Wegens bedelen, aan
het huis van Piet Hofmans in de
Zoutstraat.
Waar hy met een tas met Papier in
de hand de straat lansliep, Des naa-
middags om 9 unr hep ik hem beka-
üceerd en na den midag om vier uur
liep hij nog de straat langs, als of
hen een hond, achter de veren zat.
My dnnkt dat zoo een vend nog meer
van plan was te beginnen en, daar on
straf verdiend 1 leeft.
Dus Heeren oordeeld daarover het
geen ik u voorschrijf.
(Handteekening)
Politi Achgent.
Brandstichting
Omtrent den brand te IStiens wordt
de Leeuw. Ct. het volgende ge
meld:
De boerenliuiziuge die bier in den
nacht van Maandag op Dinsdag af
brandde, staat even buiten Stiens,
dicht bij het voormalige Tolhuis.
Behalve in een vroeger als wagen
huis gebruikte woning, waarin een
huisgezin, wordt deze huizinge be
woond door drie gezinnen, waaronder
verder werd aan dezen niet gedachL
Te elf uur moet nog iemand gepas
seerd zyn, die niets van brand had
bemerkt en te twaalf uur viel het
dak reeds in. H. meende eerst dat
bet ontzettend hagelde en ontwaakte
daardoor. Rook en brandlucht maakten
hem evenwel met iets anders bekend.
Pogingen om het vee te redden,
konden niet meer worden aangewend,
zoodat 5 paarden, 3 koeien, 2 kok
kelingen, 4 schapen en 16 konijnen
in de vlammen omkwamen. Ongeveer
24 weiden hooi werden mede ver
brand, benevens wat boonen- en
erwtenstroo van den buurman op het
Tolhnis.
Alleen de voorkamer is bly ven staan,
doch in die mate gehavend, dat zij
onbewoonbaar is.
De braad wordt algemeen aan
kwaadwilligheid toegeschreven.
I dat de heer C. voor
metje de verplichting
partyen af te
te koopen.
Letteren en Kunst.
Hollman is bezig met een werk
voor bet kroningsfeest, dat hy aan de
Koningin zal opdragen.
Naar wy vernemen is aau de beeld-
houweres Georgine Scliwartze de ver
vaardiging opgedragen eener portret
buste vau H.M. de Koningin iu
kroningsornaat. Naar dit origineel
zullen door de firma Gerard Linsfen
te Yenloo reproductiën worden ge
maakt.
(Hbld.)
Men schryft ons
Maandagavond werden de Rotter
dammers vergast op eene ongedacht
welgeslaagde opvoering van de „Wal
kure". Zoover my bekend, werd dit
werk nog nimmer geheel hier opge
voerd.
Dat het publiek vol goede verwach
tingen was bewees de geheel uitver
kochte schouwburg.
Daverende toejuichingen voor de
vertolkers weerklonken na elk bedrijf,
vooral aan het slot, toen den heer
Yan der Linden vanwege het schouw
burgbestuur een prachtige krans werd
overhandigd.
Schilderij euveiling.
In de Donderdag te Amsterdam
gehouden kunstveiling onder directie
van den heer Preyer werden o. m.
de volgende prijzen besteedBak-
huyzen f 890, dezelfde f 1125, Duchat-
tel f 900, Gabriel f 425, idem f 500,
Haurath f780, Lambinet f 1100, Wil
lem Maris f475, idem f475, idem
f400, Mauve f550, Alb. Neuhuys
f900, idem f1250, Perrault f 575,
Poggenbeek f910. Roelol's f 1100,
iScb af ringer 1*855, Tholen f700, Ver
lat f1600, W. Verschuur f450.
Sport en Wedstrijden.
De gebroeders Guy en Yiviau Nic-
kalls, beiden schitterend van sport
roem, gaan bun boot en de Engelsche
roei waters vaarwel zeggen. Reden:
Cherchez la femme.
Biljarten.
Uit Groningen wordt aan de Veen-
dammer Ct. gemeld
Op sportgebied is dezer dagen in
een veel bezocht koffiehuis hier ter
stede iets zeldzaams vertoond. Het
gold namelijk een biljartwedstrijd
tusschen twee jonge fabrikanten, de
heeren C. en v. H., vurige sportlui,
die, gelooven we, op gebied van bil-
jart-matches nu het record wel zul
len hebben geslagen.
De heer C. voelde zich namelijk
zooveel sterker dan zijn tegenpartij,
dat hij deze uitdaagde tot een match
van honderd partyen. Elke party zou
bestaan uit 100 punten, op welk aan
tal de heer C. zyn tegenpartij nog
10 voorgaf; verloor de heer C. dan
betaalde hy v. H. f 1000, terwijl deze
voor elke verloren partij slechts f 10
had te dokken.
Als C. dus vau de honderd par
tyen één enkele verloor en negen-en-
dat van G. Haitsma, den persoon, by negentig won, kwam hem dit nog juist
wien de bekende inbraak van Britsum1 op f 10 te staan. Dan, de godin For-
werd gepleegd. H. woont daar met tuna lachte den moedigen kampioen
eene meid-huishoudster, een bloedver-niet toena acht en twiniig partyen
want». i te hebben gespeeld had hij er reeds
Te tien uur waren allen reeds ter twee, dus f 2000, verloren
verwacht een man den winkel bin-1 ruste, 't Zal half elf geweest zijn En de treurige aüoop van den met
neustappen en greep een kistje met toen de buurman nog iemand zeer zoovoel moed aangevangen reuzen-
goiuien ringen en zilveren lepels van bedaard liet liecm zag oploopen, doch str.jd zal zijn, naar wordt bericht,
RECHTSZAKEN.
De Staat gedagvaard wegens
wanbetaling.
De rechtbank te 's-Gravenhage
nam Woensdag kennis van de vol
gende zaak Door den eischer. de Y.,
decoratieschilder te Groningen, waren
in het voorjaar van 1892, ter gelegen
heid van het bezoek der Koninginnen
te Groningen, aan het gouvernements
huis, dat de hooge gasten tot logies
zou strekken, de noodige werkzaam
heden gedaan tot herstel en schilde
ren van verschillende plafonds enz.,
op last van den opzichter der Rijks
gebouwen, den heer Lit, in overleg
met den Commissaris der Koningin,
gezamenlijk tot een bedrag van f 392.
Toen hij nu op voldoening van dat
bedrag aandrong en de betaling hem
geweigerd werd, dagvaardde bij den
Staat tot voldoening van het bedrag
waarop hy aanspraak maakte.
I)e staat ontkende echter de ont
vankelijkheid der actie op grond, dat
de Ryksopzichter, de heer Lit, geene
machtiging had bekomen om aan de
Y. eenig werk op te dragen en dat
dan ook de bedoelde reparaties reeds
waren opgenomen in een staat van
meer werk gelyk dit was aangenomen
door den aannemer Dussel te Gro
ningen, die dan ook betaald was dooi
den Staat.
De eischer riep hierop hen ryksop
zickter in vrijwaring en deze beriep
zich hierop, dat hem wel degelijk
eene opdracht was gegeven om aan
de V. het decoratiewerk op te dragen.
Wel is waar was het werk gebracht
op den staat van meer werk van
onderhoudskosten, en had de uitbe
taling aan den aannemer daarvan
reeds plaats gehad, doch dit was even
wel niet anders dan een administra
tieve maatregel, het gevolg der slecht
ingerichte algemeen e voorwaarden
waaronder de werken ten behoeve van
liet departement van biunenlandsche
zaken worden aangenomen.
De Staat had zich zelf het dus te
wyten en kon hierdoor niet ontsnap
pen aan zyn verplichtiugen tegenover
den_ oorspronkelijken eischer.
Yoor den eischer trad op mr. D.
van der Gootvoor den gedaagde
mr. W. Thorbecke en voor den ge
daagde in vrijwaring mr. J. M. van
Stipriaan Luiscius.
De officier van justitie zal over 14
dagen concludeeren.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzenden' terug
gegeven.
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding van de annonce
van de firma de Lange van Pik,
moet ik, als lid van de verlichtings
commissie, in het algemeen belang,
mededeelen, dat bovengenoemde firma
iu de vergadering van II. Maandag
niet als de laagste inzender van vet-
glaasjesis beschouwd, aangezien hunne
glaasjes niet langer branden dan 4
uren, waarmedo men niet kan vol
staan.
Volgens mijne proefDame was de
inzending van den heer J. Kodde al
hier (f 49,50 per 1000) de beste aan
gezien deze o1/.. uren branden.
Ook verdiende de inzending van de
firma E. P. Westerveld Zoon wel
eenige belangstelling. U beleefd dan
kende voor de opname
Hoogachtend
G. J. HEENK
lid van de verlichtings-commissie.
GEMENGD NIEUWS
Het proces Esterhazy.
Omtrent den afioop van dit proces
wordt nog het volgende gemeld
Nadat de deuren Dinsdagavond
waren heropend, kwam de krijgsraad
jen civiel som-ehinatie3 te hebben gepleegd of in
om de honderd verstandhouding te hebben gestaan
zal trachten af met een vreemde mogendheid of met
haar agenten ten einde hen te bewe
gen vijandelijkheden te begaan, den
oorlog tegen Frankrijk te ondernemen
of de middelen daartoe te verschaf
fen?
was met algemeene stemmen inet:
neenbeantwoord.
Het publiek riepLeve het leger
De officieren van deu krijgsraad gin
gen den beklaagde de band drukken.
Deze wandelde vervolgens tusschen
de rijen van officieren der garde door
en werd beleefd gesalueerd. Buiten
gekomen, werd liy door een menigte
van ongeveer 200 personen ontvan
gen met de kretenLeve het leger
Leve Frankrijk! Leve Esterhazy!
Esterhazy stak de straat over en
ging de gevangenis Cberche-Midi bin
nen, die hij om kwart voor negen in
civiel gekleed verliet. Weer stonden
menschen op hem te wachten, die
leve Esterhazy! en Weg met de jo
den riepen. Journalisten omringden
hem. Maar spoedig nam hij een rij
tuig eu reed alleen weg.
Omtrent het gebeurde in de zitting
met gesloten deuren is niets uitge
lekt. Men beweert dat het verhoor
van overste Picquart, anderhalf uur
lang, voornamelijk geloopen heeft
over de wijze, waarop hy de stukkeu,
vau het proces Dreyfus iu handen had
gekregen, die zich in een gesloten
kast bevonden in bet ministerie van
oorlog. De confrontatie van Piquart
met kolonel Henry en met generaal
Gouse schynt zeer heftig geweest te
zyn.
Aan Picquart was toen hy het ge
bouw verliet, niets te bespeuren. De
reporters die op hem toekwamen,
wees by af, kortweg zeggendeLaat
mij door.
Men heeft liet oordeel van Zola ge
vraagd over de vrijspraak van Ester
hazy. De groote schrijver heeft ver
zekerd, dat hy zich het recht voor
behield om zijn mecning uit te spreken.
..Ik ben niettemin overtuigd van de
onschuld van Dreyfus," verklaarde hy.
„Men* mag mij eerder liet hoofd af
slaan dan dat ik mijn overtuiging zou
opgeven."
Een monster-adres.
De lagere beambten der posterijen
in Pruisen hebben een verzoekschrift
klaar om bij den rijksdag in te die
nen, dat 30,000 handteekeningen draagt
en een verbetering van hun toestand
verlangt. O.ra. willen zij een minimum
salaris vau 1000 mark eu een maxi
mumsalaris van 1800 mark voor ge
wone postconducteurs en brievenbe
stellers, een jaarlijksch verlof van
14 dagen voor alle lagere beambten,
vaststelling van een bepaalden weke-
lykschen werktijd en een lichte zo-
merkleeding.
Loië Fuller.
Loië Fuller, de beroemde uitvind
ster der slangendansen. is op weg
om blind te worden. Het felle licht,
waarin zy eiken avond te Parijs haar
kunsten vertoont, heeft haar gezichts
zenuwen zoo aangetast, dat de dok
toren eenstemmig verklaren, dat zij
haar beroep vaarwel moet zeggen,
als zü ten-minste nog een beetje wil
blijven kunnen zien. Maar juffrouw
Loië Fuller heeft een groote familie
te onderhouden en heeft dus weinig
lust, van haar f 500 per avond afstand
te doen. Zy behelpt zich das voor-
loopig mot halve maatregelen, zit zoo
veel mogelijk in donker en draagt
altijd een zwarten bril. Zy wil haar
genre verzorgen tot het niet meer
modern is, zegt ze melankoliek. De
doktoren voorspellen haar, dat ze bin
nenkort 't slachtoffer van haar held
haftig optreden zal zyn.
Misschien is bet heele verhaal niet
meer dan reclame; het liep den laat-
sten tijd niet zoo druk meer in de
„Folies Bergères".
Een bliksemafleider.
Bij het naderen van onweer plegen
Franscbe: boeren vuren aan te leggen,
die een zwaren rook verspreiden. Zij
gelooven zich daardoor te vrijwaren
tegen het inslaan van den bliksem.
Tot heden heeft men dit algemeen
aau bijgeloof toegeschreven, maai' in
,,nIndustries and Iron vindt men een - -
binnen en las de president het vonnis aannomelyke verklaring van die ge- j v'°?fl v&n kleuren was deze overdaad
voor. De vraagj woonte. De rook werkt namelyk als n00^ z?ó groot, dat de kleuren haar
Is majoor Esterhazy schuldig ma- een goede geleider, die de electriciteit ®0Sthet.is©he waarde verloren. By na
geleidelijk veilig naar deü-gfónd wég-
voert. Er wordt bijgevoegd, dat in
1000 gevallen van onheilen door den
bliksem veroorzaakt, 6,3 kerken en
8,5 molens werden getroffen, terwijl
het aantal fabrieksschoorsteeuen
slechts 0.3 bedraagt.
Mescal.
„Mescal" is de naam van een broze,
bruine zelfstandigheid, bitter en wal-
gingwekkend van smaak, voorname
lijk vervaardigd uit de gedroogde bla
deren van een eactussoort, de „An-
balonium Lewinii", die in Mexico en
Texas veelvuldig voorkomt. De Kiowa-
ludianen zijn sinds lang bekend mee
den eigenaardigen invloed, dien deze
plant op het menschelijke organismus
heeft en gebruiken de mescal bij bun
godsdienstige plechtigheden, wanneer
ieder der dansers of danseressen van
een uit die cactussoort vervaardigden
drank moet gebruiken.
In de Contemporary Review ver
telt ons de heer Havelock Ellis iets
van zeer belangrijke proefnemingen,
die met mescal genomen zijn en waar
uit blykt dat, ofschoon mescal eenigs-
zins met haschis, of alcohol te verge
lijken is, de werking toch geheel ver
schillend is. Het grootste onderscheid
is wel, dat het denkvermogen van den
verbruiker steeds volkomen helder
blyft en de mescal slechts dezen in
vloed heeft, dat de merkwaardigste
visioenen voor het oog van den mes-
calliefhebber verschijnen. Vroeger wa
ren in Amerika door dr. Weir Mit
chell en een:ge zijner leerlingen proe
ven genomen, zoodat de werking reeds
bekend was toen de schrijver van hei
genoemde artikel besloot bij onder
vinding te leeren wat een mescal ver
bruiker moet gevoelen.
Hy maakte van drie stukjes mes
cal een afkooksel, dat hy innam. Het
eerste gevolg, dat hy kon waarnemen,
was, dat hy een gevoel kreeg alsof
hij een grooter werk- en denkkracht
had verkregen. Daarna gevoelde hy
zich zwak en onvast en kreeg by
neiging om te gaan liggen. Hy kon
nog lezen, doch bemerkte dat een
Hauw violet waas over de plek, waar
het oog gericht was, zweefde.
Hy had toen reeds opgemerkt, dat
voorwerpen, waar hy niet naar keek,
als b.v. zijn handen, waarmee hy het
boek vasthield, grooter en monster
achtig leeken, en een verhoogde kleur
hadden. Met gesloten oogen kwamen
na-beelden, in het begin flauw en
onbestemd, later helderder, maar ver
ward en te opeengehoopt om anders
beschreven te kunnen worden, dan
door een vergelijking met de symme
trische figuren van een kaleidoscoop.
Iets later zag liy, deed hij zyne
oogen dicht, iets wat geleek op een
groot veld van gouden juweelen, met-
steeds veranderende roode en groene
steenen bezaaid.
„Dit was een van do aangenaamste
oogenblikken van de geheele bedwel
ming*' zegt de heer Havelock
„de atmosfeer scheen toen doortrok
ken met een nauw waarneembaren
geur, elk minder prettig gevoel was
verdwenen op een geringe beving in
de handen na, welke my het schrij
ven van myn aanteekeningen zeer
beinoeilijkte,ofschoon zulks met eenige
inspanning my met een potlood steeds
mogelijk bleef. Soms veranderde het
gouden veld van vorm, tot het de
gedaante van een bloem had aange-
genomen, dan weder nam het de ge
daante van een vlinder aan. Weer
iets later waren het de glinsterende
vezelachtige en glansrijk gekleurde
vleugels van geheimzinnige en won
derlijke insecten, die ik zag, of scheen
ik den blik te slaan in een groote
holle kom, op welker paarlemoeren
binnenvlak alle kleuren van den regen
boog elkaar afwisselden.
Wat my bet meest verwonderde,
was niet alleen de groote overdaad
van prachtige visioenen, maar ook
hun buitengewone verscheidenheid.
Steeds kwam er weer iets geheel
nieuws. Soms eeu doffe, diepe kleur;
soms glinsterende en schitterende
kleuren, eens zelfs eeu verrassende
regen van goud die op my toe scheen
te komen. Het meest gewone w:
een combinatie van een eenvoudige
diepe kleur met kleurige punten daar-
tusschen, als edelgesteenten schitte
rende. Dikwijls kwamen al de varia
ties van een kleur, b.v. rood, te ge
lijk of kort achtereen voor mijn oog,
maar niettegenstaande dezen o ver
zeggende sloeg zij haar kleine handjes in elkaar, „we
keuncu haar geen van allen. Heb jij haar wel eens
gezien. Hilary Niet Waar was zy dan, toen wij hier
de vorige maal waren
„Waar jij nog behoordet te zijn op school,ant
woordt haar broeder lachend.
„Jy hebt het mis," zegt mrs. Clarence. Zy bevond
zich met haar moeder te Parijs."
„Is zy daar nog?" vraagt Everard.
neen, zooals ik reeds vertelde, zy is nu hier. Zjj
is hier ook eenigen tyd geweest, toeu haar moeder
stierf, dat is nu zes jaar geleden. Zy woont mot een
bloedverwant van haar vader, een zekeren Deane,ineen
oud huis zeven rnjjl ongeveer hier vandaan."
„Stel je dat eens voor," zegt May (ofschoon zij nooit
een woord van Ibseu gelezen heeft.)
„Is het uiet bespottelijk, dat wij haar geen van allen
gezien hebben Een eigen nichtje en dat maar zeven
mijl hier vandaan woont."
„In een oud, verwallen huis," gaat Hilary voort, op
Dolly Clarence's herinneringen ingaand, hoewel hy nog
ncoit het huis, waar het onbekende nichtje woont heeft
aanschouwd.
„Het moet veel op een groote. holle barak gelyken,
zoo is mij verteld, en in de nabijheid er van staat een
bouwvallige molen."
„Haar vader had hem in gebruik," zegt Grey, „ten
minste zoo is mij verteld."
„Haar grootvader!" verbetert mrs. Clarence. „Ik dank
den Hemel, dat zy geen van allen meer in leven zijn.
Ik geloof ook, dat zij van een stand waren
„Een molenaar," valt May haar een weinig verachte
lijk in de rode.
„Dat is te zeggen, ja eu neen," zegt haar broeder.
Als gy van haar vader spreekt is dat niet geheel juist,
tenminste niet in den gewonen zin van het woordwel
wendde hij voor te malen, maar ondertusselien liet hy
den molen totaal vervvaarloozon. Ik heb wel eens hooren
zeggen, dat by een heel fatsoenlijk man was eD die ook
van moeder's zijde niet zoo heel slecht geparenteerd
was, maar toch niet geheel je dat," voegt hij er met,
een veelbeteekenend knikje aan toe. „Nog een boeken
wurm op den koop toe en dat is fataal als iemand niet
geheel en alenfin je begrijpt me wel."
„Het is jammer, dat sir Lucien niets van haar wil
weten." zegt Gilbert Grey, die hoewel jaloersch, toch
een góed hart heeft. j
„.Jammer, als hy haar giög erkennen," zegt kapitein
A dare schouderophalend. „Het zou de grootste dwaas
heid van de wereld zijn. Als hy het eenige jaren gele
den had gedaan, zou er nog iets van haar te maken
zyn geweest, maar nu het zal zeker een zeer onop
gevoed meisje zyn."
„Laten wy niet onrechtvaardig oordeelen," brengt
Everard met een peinzend gelaat in het midden.
Deze woorden deden mrs Clarence even glimlachen.
Zü kent hem zoo geheel en al, meent zy. Wanneer deed
hy ooit iemand recht wedervaren
„Wel, ik ben het met Hilary eens," zegt May op haar
onstuimige manier. „Ongetwijfeld een onbeschaafd boe
renmeisje, dat niet to genieten is! Hoe kan zij nu in
den familiekring worden opgenomen Oroept zy onge
duldig uit, „hoe is bet mogelijk, dat de zu-tir van oom
Lucien zoo'n huwelijk heeft kuunen aangaan!"
„Eu ik vertel je juist, dat het zoo verschikkelijk niet
was," zegt haar broeder. „Wel is waar was hij een
molenaar, zooals zyn vader, grootvader en over-groot-
vader voor hem wareniemand, die op drie geslachten
kan bogen, moest al in aanmerking komen voor het
Yictoria kruis.
-Maar de quaèstie is, wat die dochter voor een soort
meisje is. Het zou mij niet verwonderen, dat zy een zeer
ongefafcsoeneerd schepsel is."
„De oude molen staat stil naar ik hoor."
„Zeer stil," zegt Everard lachend. „Hy was iu het
ergste stadium van verval, toen wy hem de laatste maal
zagen -- hoeveel jaar is het ook wèer geleden vraagt
zich tot mrs. Clarence wendend, die hem van ter
zijde een blik toewerpt, waarom hy inwendig moet
lachen. „Och, liet was gisteren
„Maar wat heeft dat alles nu iu 's Hemels naam met
dat, onbekende, geheimzinnige nichtje te maken vraagt
Owen, die alle kleedjes en antimacassers aan elkaar
heeft geknoopt bij wyzc van lasso en May hiermede
tracht te vangen, tot groot misnoegen van Gilbert Grey.
„Laten wy ter zake komen, ik houd niet van die praat
jes. Dwazen en oude vrouwen mogen ze aardig vinden,
maar ik haat ze."
„Gy hebt niet geluisterd," zegt mrs. Clarence; „sir
Lucien was razend, toen zijn zuster beneden haar staDd
trouwde en nu wreekt hy zich op dit meisje."
„Dat is juist iets voor hem," verklaart Grey verach
telijk.. „Het leven van een jong meisje te bederven, om
dat haar ouders niet gehandeld hebben zooals hij dat
wilde."
„Ja. maar er schuilt meer achter," zegt mrs. Ciare«w
„Kent gjj die geschiedenis van de vermiste juweelei
niet?" Zy buigt zich voorover, want nu is ze' op haai
stokpaardje. „Je moet er dunkt my wel van gehoor'
hebben?"
„Ik weet er toch niets van. Juweelen! welke?"
„Wat? Juweelen? Neen, daar is my nooit iets van
verteld," roept May met een plotselinge belano-stellino
uit. „Weet jy er iets van, Hilary
„Ja, jaren geleden heb ik er van gehoord, maar ik
moet bekennen, dat de heele historie my uit het hoofd
was gegaan, totdat ze kort geleden weder werd opge
rakeld."
„Maar ik heb er nooit van gehoord", protesteert May
„Dan bob je dien tyd zeker geslapen, mijn kind"'
zegt Dolly.
„Gilbert dan zeker ook," zegt zy een beetje boos. Zij
voelde zich beleefligd. „Hebt gy er ooit iets 'van verno
men, Gilbert?"
„Nooit!" zegt Grey met nadruk en zegent in stilt*
haar verontwaardiging, die hen weder een weinig tot
elkaar brengt.
Wordt vervolgd.