om iemand voor zyn héele leven naar
de galeien te sturen. Wat het Drey
fus-pro ces betreft, het is thans zoo
goed als uitgemaakt, dat het vonnis
op grond van mededeelingen uit ge
heime stukken gewezen is. Houdt men
hierbij rekening met het moreel ge
wicht der by het vonDis betrokken
personen, dan wordt men slechts ver
sterkt in het geloof aan de schuld
van Dreyfus. Maai- formeel is het
vonnis dan niet overeenkomstig de
wet
Reeds is gemeld, dat Rusland en
Duitschland lijnrecht tegenover elkaar
staan wat betreft de benoeming van
prins George van Griekenland tot
gouverneur van Kreta. Duitschland
onttrekt zich aan het enropeesch
concert als hij wel wordt benoemd,
Rusland onttrekt zich er aan, als hij
niet wordt benoemd. De keus is moeie-
lijk voor den sultan. De Standard
meldt, dat de scheuring tusschen de
mogendheden feitelijk reeds heeft
plaats gehad.
Frankrijk en Rusland moeten te
Konstantinopel tegenover Duitschland
en Oostenrijk staan, laatstgenoemden
zouden de ontruiming van Thessalië
door de Turken bestrijden en Enge
land daardoor dwingen, de zijde van
Frankrijk en Rusland te kiezen.
Over den toestand in het oosten
van Azië is weinig nieuws. Alleen
wordt nog iets gemeld over de onder
handelingen betreffende de chineesche
leening.
De Times verneemt uit Peking, dat
de Chineesche regeering Engeland's
voorwaarden betreffende de leening
van 12 millioen pond gunstig acht.
maar oppositie vreest van Rusland's
en Frankrjjk's kant, vooral ten aan
zien van de openstelling van Taliën-
hoean en Nanking.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 18 Jan. 1898.
Schouwburg.
Qi'jsbrecht van Aemstel.
Der traditie getrouw, wordt het
nieuwe jaar iu Amsterdam door het
Neder 1. Tooneel geregeld ingewijd
met het treurspel „Gjjsbrecht", ge
volgd door de klucht „Kloris en
Roosje". En het publiek is gevoelig
voor dat vasthouden aan de traditie.
Het beloont de spelers met in grooten
getale op te komen. Haarlem kreeg
gisteren eveneens de „Gjjsbrecht".
Ook hier was het publiek erkentelijk.
Een stampvolle zaal, een opgewekt
en dankbaar auditorium, dat weinig
noodig heeft om in geestdrift te ge
raken. Het was er recht levendig en
gezellig.
Vondel heeft ons met zijn rijmen
verrukt. Voornamelijk daar, waar de
verzen goed gezegd worden, begrijpt
men de dichtkunst van Van den Von
del, die anders voor een groot deel
der menschheid tamelijk onverteerbaar
blijft.
Schoonhoven was machtig mooi
met volle stem, met breed gebaar
deed hijtde taal komen tot haar volle
recht. Clous, in gebaar niet voor hem
onderdoende, was minder goed in
zeggingskracht, hier en daar zelfs
onverstaanbaar.
Mevrouw Brondgeest zeide goed,
voomamelük daar waar zjj haar droo-
men vertelt. Haar gebaren zijn ech
ter niet altijd in harmonie met de
gespierde verzen. Die taal gedoogt
niet kleine handbeweginkjes, vau de
soort waarmee een hedendaagseh
menscli wil te kennen geven„Schei
maar uit, ik weet het wel."
De heer de Jong overtrof zich
zeiven. Met warmte en gevoel gaf hij
het verbaal van den moord op Gaze-
wijn en Clarisse. Er ging van den
heer de Jong eeü kracht uit, die wel
dadig aandoet. Zijn gebaren onder
streepten zijn woorden. Het publiek,
dat aan zjjn lippen hing, beloonde
hem met een warm applaus.
De reien werden goed gezegd. Me
vrouw PauwelsVan Biene vooral
heeft haar „Waar werd oprechter
trouw" heerlijk schoon uitgesproken,
ln het spel der overigen viel veel
te loven. Alleen tegen de wijze van
optreden van Diederick van Haarlem j
hebben wjj eene kleine bedenking.
O. i. zoude eenige meerdere waar-1
digheid, eenige meerdere voornaam-
beid zijne onstuimigheid niet geschaad
hebben. Nu had hij wel eens wat van
een schooljongen, die zijn zin niet
krjjgen kan.
In Kloris en Roosje werd de Nieuw-
jaarswensch zeer geestig gezegd door
Ghr. Poolman en door Schulze. Het
oude jaar werd herdacht o.a. door een
herinnering aan de gebeurtenissen in
Griekenland en Turkjje, aan de recla
metentoonstelling met haar beelden
van nieuwe kunst en hanenwedstrij
den, aan de roei wedstrijden, waarin
Blussé den Hollandschen naam zoo
kranig hoog gehouden heeft en aan
de kieswet en de daarmede opgedane
ervaringen.
De resultaten van het onderzoek in
de tweede Kamer naar de geldigheid
van eenige verkiezingen, deed Pieter
nel o.a. de opmerking maken;
„Merkwaardig dat de Staatsbelan
gen
„Soms aan een vuilen vinger han-
[gen".
De wenschen, die op de oudejaars-
herinneringen volgden, waren grooten-
deels gewyd aan ons Vorstenhuis en
deden dan ook een stormachtig applaus
ontstaan.
Het verdere verloop van het be
kende kluchtspel was heel vroolyk
en opgewekt. Toeschouwers en ver-
toonenden hadden veel animo om te
zingen „Wy gaan nog niet naar huis."
Het was een leuke, joviale partij. Ten
slotte werd Stiphout in zyn witte
jasje te voorschijn gehaald, met hem
een rondedansje gemaakt en of hy al
tegenstribbelde, het hielp hem niet,
met de pet in de hand moest hy het
publiek bedanken, dat dien ouden ge
trouwe van onzen Haarlemschen
schouwburg hartelijk toejuichte.
Ned. R. C. Volksbond.
De Weleerw. heer Emring trad
Maandagavond in de groote zaal van
de sociëteit „de Kroon" voor de afdee-
ling Haarlem van den Ned. R. C.
Volksbond op met een verhaal, waarin
hy deed uitkomen hoe iemand door
den drank en door het socialisme on
gelukkig was geworden, maar later
van zieuswyze was veranderd. Naar
aanleiding van dit verhaal wekte
Z.W.E. zyn auditorium op nooit aan
het socialisme geloof te slaan, maar
altyd aan God en godsdienst trouw
te blyven. Het applaus, waardoor de
lezing telkenmale werd onderbroken,
bewees, dat zij zeer in den smaak viel.
De Weleerw. heer Wier dels, de gees
telijke adviseur der afdeeling, be
noemde den Weleerw. lieer Emring
tot eerelid der afdeeling en deelde
verder nog mede, dat een beroemd
pater, die onlangs in onze stad voor
de H. Vincentius vereeniging was
opgetreden, van Woensdag tot Zon
dag uitsluitend voor de leden der af
deeling eene reeks van preeken in de
kerk in de Jansstraat zal houden.
Hierna werd de vergadering gesloten.
BINNENLAND
Men noemt den oud-Minister van
Bnitenlandsche Zaken, jhr. mr. J.
Roëll. als den vermoedelijk tot lid
van de Eerste Kamer voor Zuid-
Holland te benoemen opvolger van den
heer Sickesz, wanneer deze zal op
getreden zijn als directeur-generaal
van landbouw.
Annie Besant in Nederland.
Naar men ons meedeelt zal binnen
kort de bekende theosophische schrijf
ster en redenaarster Annie Besant
ons land bezoeken. Na gedurende
ruim een half jaar eene rondreis door
Amerika te hebben gemaakt, waar zij
eenige honderde openbare en besloten
voordrachten hield kwam zij in Sep
tember terug in Engeland. Hier bracht
zij ongeveer een maand van rust door
en begon daarna wederom met baai-
werk van theosophische propaganda.
Nog in de maand October hield zjj
een twintigtal voordrachten in Lon
den, Croydon, Harrogate, Bradford
en Bournemouth, daarna stak zy over
naar Frankrijk om een drietal weken
in Parijs, Nizza en Toulon te wer
ken, keerde vervolgens voor enkele
dagen naar Engeland terug om in
Londen te spreken en is nu naar
Zweden en Noorwegen om daar de
theosophische leer te verkondigen.
Vandaar komt zy den 26en Januari
in Nederland, waar zij vjjf dagen blijft
om in dien tijd vier openbare en en
kele besloten voordrachten te houden
benevens twee recepties. Zy vertrekt
weer den 31en Januari.
Het reisprogramma is als volgt
vastgesteld
i Te BotterdamDonderdag 27 Jan.
des avonds t© 8 uur, Gebouw Irene;
onderwerpTheosophy and Us Tea-
citings.
Te HaarlemVrijdag 28 Januari,
Brongebouw, des avonds te 8 uur;
zelfde onderwerp. Verder Zaterdag
29 Januari des namiddags van half-
drie tot halfvjjf afternoon-tea in een
der zalen van het Brongebouw. Hier
zullen mevrouw Besant en epn aantal
binnen- en buitenlandsche theosophen
aanwezig zijn en zich beschikbaar
stellen tot het geven van inlichtingen
en het beantwoorden van vragen aan-
gaaude de Theosophie en de Theoso
phische Vereeniging. Ieder die nadere
kennismaking wenscht met de theo
sophie of de leden der Theosophische
Vereeniging wordt uitgenoodigd daar
tegenwoordig te zyn. Ongetwijfeld
zullen velen van deze gelegenheid tot
kennismaking met deze merkwaardige
vrouw gebruik makeo.
Te AmsterdamZaterdag 29 Jan.
des avonds te 8 uur in het hoofd
kwartier der Theosophische Vereeni
ging, Amsteldyk 76 aldaar. Deze ver
gadering zal evenwel uitsluitend toe
gankelijk zyn voor leden der vereeni
ging. Verder eene openbare voordracht
op Zondag 30 Januari des avonds te
8 uur in het gebouw der Vrjje Ge
meente, onderwerp Esoterw Chris
tianity.
Ook te Amsterdam zal evenals te
Haarlem eene namiddag-receptie wor
den gehouden, in het hoofdkwartier
der vereeniging, Amsteldyk 76, op
Vrydag 28 Januari ran drie tot vyf
uur. Ook hiertoe wordt ieder belang
stellende uigenoodigd.
Te 'sRage: Maandag 31 Januari,
des avonds te 8 uur, gebouw V. M.
Loge; onderwerp: The Conditions
of Life after Death.
Een en ander zal nader in ad ver-
tentiën worden bekend gemaakt, waar
naar wy onze lezers verwjjzeu.
Dienzelfden avond nog gaat Mevr.
Besant door naar Engeland, via Hoek
van Holland. Na daar te lande en wel
licht ook nog op het vasteland eenigen
tijd gewerkt te hebben, vertrekt zy
in het voorjaar weer naar Voor-Indië
om daar de Jaarljjksehe Conventie
der Theosophische Vereeniging by te
wonen en dan hare jaarljjksehe tour
nee door het land te maken zooals zy
dat gewoon is te doen.
Gevecht tusschen vrouwen.
De politie te Amsterdam heeft eene
vrouw gearresteerd, wonende in de
Vrouwensteeg, die Zaterdagnacht eene
buurvrouw met een pennemes in den
bnik heeft verwond. Eerst heette het,
dat de vrouw gestoken was door een
manspersoon, wiens signalement nog
al nauwkeurig werd opgegeven. De
daderes heeft echter bekend, en de
de vrouw is naar het Binnen
gasthuis vervoerd.
Zondagavond is te Utrecht over
leden mr. Royaards van Scherpezeel,
tot 1896 lid van het college van
Gedeputeerde Staten van Utrecht.
Inbraak.
Woensdagmiddag werd te Rjjswjjk
ingebroken in het Evangelisatiege
bouw aldaar, en wei gedurende de
afwezigheid van eene bejaarde dame
aie in genoemd gebouw woont. De
dieven hebben eenige gouden voor
werpen, kleedingstukken en eenig geld
medegenomen, en de offerbus geledigd.
Door de ijverige nasporingen vau Me
rijksveldwachters .1. Nijenboer en W.
v. Oosten, waren nog dienzelfden dag
de namen der daders bekend. Zater
dagmiddag werden de daders gearres
teerd, tot bekentenis gebracht, en de
voorwerpen op vier verschillende
plaatsen te 's-Gravenhage in beslag
genomen. De van diefstal verdachten
zyn twee Hagenaars, die reeds vroeger
met de justitie hebben kennisgemaakt.
W er kstakinge n
De werkstakers onder de timmer
knechts te Sneek zyn nog niet voor
nemens den strjjd op te geven. De
ondersteuning uit de weerstandskas,
die vrij ruim is en verscheidene
maanden kan worden volgehouden, j
zal er hoogst waarschijnlijk toe leiden, I
dat meer gezellen het werk neerleg-1
gen.
In een vergadering van Zaterdag,
die druk was bezocht, werden de
knechts, die II ct. loon ontvangen,
opgewekt, om aan de patroons den
dienst op te zeggen.
1 De commissaris der Koningin be
zocht Maandag Almelo, om een on
derzoek te doen naar den stand der
werkstaking.
De werkstaking der sigarenmakers
by de firma Swaan Co. te Utrecht
is thans geëindigd.
Had het hoofd der firma aanvan
kelijk geweigerd aan de wenschen
der stakers tegemoet te komen, later
verklaarde hy te zullen zorg dragen,
dat voldoende tabak aan het pei
zou worden gegeven en dat het sor-
teeren voortaan meer in het belang
der werklieden zal plaats vinden.
De gevolgen van een wed
dingschap.
Wij meldden voor eenige dagen de
dwaze weddingschap van twee per
sonen nit Friesland, die om een pry's
van f200 de weddingschap aangin
gen, dat een linnner geen f 4000 be
zat De een verloor en betaalde de
verloren som, terwijl zijn tegenpartij
hem voor de contante betaling 25
pet. schonk, zoodat hy er met f150
afkwam.
Het ligt voor de hand, dat deze
weddingschap niet voorviel onder
gewone omstandigheden, men zat in
een herberg, was uit. Wat is echter
nu het eerste gevolg? Dat alle aan
wezigen, de wedders incluis, proces
verbaal hebben gekregen, wegens het
te laat vertoeven in de herberg. En
het tweede is niet beter.
De winner gaf aan den verliezer
eene kwitantie van f 150 zonder
plakzegel. De laatste heeft hiervan
aangifte gedaan en de eerste kan nu
eene hooge boete betalen wegens ont
duiking van de zegelwet.
(U. D
RECHTSZAKEN.
Hooge Raad.
Een brander te Maastricht, die dour
de rechtbank aldaar en door het Hof
te 's-Hertogenbosch tot f 1000 boete
of 3 maanden hechtenis werd veroor
deeld wegens het niet aangeven van
het bestaan of tot stand brengen in
eene branderij van eene gemeenschap
met andere panden die klaarbljjkelijk
bestemd is en gediend heeft tot het
ongeoorloofd wegvoeren van gedistil
leerd, is Maandag deswege door den
Hoogen Raad ontslagen van alle
rechtsvervolging.
Requirant had tegen een twee meter
hoogen muur, dienende tot afscheiding
van zjjue branderij en distilleerderij,
in de braDdery een trap geplaatst
gehad: was over dien muur vau uit
de distilleerderij geklommen en langs
dn trap in de branderij afgedaald; en
had vervolgens over den muur aan
iemand in de distilleerderij flesschen
gedistilleerd aangereikt en nog andere
gepoogd aan te reiken.
De Hooge Raad nu besliste, dat
bedoelde gemeenschap niet is wat de
wet daar onder verstaat en ten aanzieu
waarvan zy het Diet aangeven straf
baar stelt, daar deze daaronder alleen
bedoelt gemeenschap, teweeggebracht
door de aanwezigheid van een vast,
voortdurend verbindingsmiddel en
tevens bestemd althans geschikt om
het eene erf of pand uit het andere
te bereiken, doch niet een oogenblik-
kelijke. tijdelijke en voorbijgaande
verbinding.
Aanranding.
Voor de rechtbank te Utrecht stond
Maandag terecht S. H., die aldaar
onlangs een meisje, met wie hij ken
nis had aangeknoopt, op den Konings
weg aanrandde en zoo ernstig mis-
haudelde, dat zy in het Stedelijk Zie
kenhuis aldaar een operatie heeft
moeten ondergaan. De behandeling
der zaak geschiedde met gesloten
deuren. De beklaagde is gehuwd en
vader van een paar kinderen.
De eisch van het O. M. luidde 6
jaren gevangenisstraf. Het maximum
voor dit misdrijf is acht jaar.
Verdediger vau dea beklaagde was
mr. Boers.
GE33ENQD NIEUWS
Hoogverraad.
De Belgische pers houdt zich druk
bezig met de zaak van hoogverraad,
waarvoor een Duilsch onderofficier
te Aken is gevangen genomen. De
bladen beweren dat ook een Belgi
sche herbergier nit Verviers, die de
bemiddeling tusschen den onderoffii-
cier en de Fransche regeering op zich
I zon hebben genomen, gevangen geno
men is by een bezoek aan Aken.
Nog is in verband met deze zaak
een Duitsch onderofficier in bewaring
gebrachtandere verdachte personen
hebben de wijk genomen over de
grenzen.
Een rijke dame te Bern, mevrouw
Berset—Müller, is overleden en heeft
by testament aan den gemeenteraad
haar groot landgoed vermaakt, met
het geld, dat noodig is om daar een
toevluchtsoord te bouwen en te on
derhouden voor oude, hulpbehoevende
onderwijzers en onderwijzeressen, en
voor onderwijzers-weduwen.
Het testament zegt onder meer
Daar de bezol liging van onderwij
zers en onderwijzeressen voor hen
onvoldoende is om te sparen en te
zorgen voor den ouden dag weusch
ik dat dit toevluchtsoord open staat
voor allen hunner, van welk geloof
ook, Duitsehers of Zwitsers, die min
stens 20 jaar in Zwitserland onderwijs
gegeven hebben, en voor de weduweu
wier eehtgenooten aan dezen eisch
hebben voldaan.
Het huis zal Berset-Müllerstichting
heeteo.
Een mesalliance.
Een Iersch zeeman is dezer dagen
te Liverpool getrouwd met Lady
Ernestine Brudenell-Bruce, niets min
der dan de dochter van den markies
van Ailesbury. De jonge Hunt van
Limerick had al een paar jaar geva
ren, 't laatst als stuurman, en leerde
nu op een school te Liverpool voor
het brevet van koopvaardjj-kapitein.
Daar maakte hy 'kenuis met Lady
Ernestine, die bekend is als een knap
zeiler en zich nu voor hetzelfde exa
men voorbereidde om haar eigen jacht
te kunnen kommandeeren. De regee
ring weigerde echter haar tot het
examen toe te laten. Hunt haalde
onlang zijn brevet, en iu alle stilte
is het paar Donderdag getrouwd. De
jonge man heeft al een schip te kom
mandeeren, en de hooggeboren vrouw
kiest binnenkort met haar beer en
gemaal het ruime sop.
Sedert Woensdagmiddag is hetge-
heele garnizoen vau Berljjn op bevel
van het goe ver nemen t in alarmtoe-
stand. Het dagelijksch verlof van de
manschappen wordt daardoor wel niet
beperkt, maar elK moet zorgen de
signalen te hooren, als er alarm wordt
geblazen, en zich dadelijk bij zjjne
compagnie te voegen. By de ruitery
liggen de zadels als in rijd van oorlog
naast de paarden. Ook da recruten
die nog geen vaste paarden hebben
zijn er tijdelijk van voorzien. Men
vermoedt dat de keizer op zekeren
nacht alarm wil laten maken.
Knoeierij en.
Schandalen, waarbij het leger en
de vloot van de Unie betrokken zijn,
wekken sensatie in Noord-Amerika.
De genie-officier Menoeal eo kapitein
Carter moeten voor den krijgsraad
terecht staan; Menoeal wegeDS knoeie
ryen met liet droogdok te Brooklyn,
dat onbruikbaar gebleken is; Carter
wegens knoeierij met de aannemers
van het droogdok ie Savannah, waar
door een tekort ontstaan is van drie
millioen dollar. Carter was laatstelijk
attaché der Unie te Londen, terwijl
Menoeal by de opmeting voor het
Nicaragua-kanaal werkzaam was.
Mishandelingen in eene
gevangenis.
Treurige misbruiken die in de po-
litie-gevangenis te Stettin bestouden
zyn aan den dag gekomen bij de be
handeling van de zaatc van een paar
beambten, beschuldigd van mishan
deling van gevangenen. De beschuldig
den erkenden dat zy weerspannigén
op de volgende wijze, door hen „bin
den" genoemd, wisten klein te krij
gen. Het slachtoffer werden eerst de
armen gebondenvervolgens bracht
men hem in een eel, waar men hem
op den grond wierp en zijn beenen
vastsnoerde, en wel zóó, dat hy
slechts op zijn borst kou liggen. Ver
volgens bonden de beulen zyn boven- i
armen nog eens achter op zyn rug
en zyn beenen onder de knie. In
deze houding moest de gefolterde tien I
minuten liggen. Werd hij losgebon
den dan bleef hij verlamd van pijn
en zonder een vin te kunnen ver
roeren liggen. Een van de op deze
wyze mishandelde slachtoffers bad
aan de gevolgen negen weken ziek in
het gasthuis gelegon. De rechtbank
veroordeelde den voornaamsten schul
dige tot 2 maanden gevangenis. Zyn
handlanger kwam vry met een boete
van 100 mark.
U-Prins Heinrieh van Pruisen isZa- j
terdag met zyn twee oorlogsschepen
Perim gepasseerd. Hy heeft tot das- I
ver een goede reis gehad, maar het
gaat niet vlug.
De ballon van Andrée.
Hoewel het niet onmogelijk is dat
Andrée door Zuidenwinden naar
Britsch-Colnmbia zou zijn gedreven,
is het toch zeer weinig waarschijnlijk
dat het bericht aangaande het zien
van zyn ballon zoo lang zon zyn uit
gebleven. Het Quesnelle-meer is een
groot centrum van mijnwerken met
gemakkelijke communicatie langs te-
legraphischen weg.
"Londenscbe geografen hechten dan
ook weinig waarde aan bet, Zweedsche
bericht.
Iptusscben zijn er meer uitvoerige
berichten gekomen over Ce mededee-
ling van Nordenskjöld.
Twee maanden geleden (dus in 't
begin van November '97 ongeveer)
had de Zweedsch-Noorsche cousul te
San Francisco van een ballon gehoord,
die in de buurt van het Quesnelle-
meer zou zijn gezien en het zijn de
nader door hem ingewonnen inlich
tingen, die hy thans aan het ministerie
van buitenlandsche zaken heeft ge
meld.
Het is dan de myndirecteur Hobson
te Quesnelle, die mededeelt, dat de
vrouw van den arbeider Sullivan, toen
zy op een der avonden tusschen den
4en en den 7en Augustus uit haar
venster keek dat op het Zuiden uit
ziet, een rond, grijsachtig voorwerp
aan den hemel zag. Het voorwerp
scheen grooter te worden, naarmate
het dichter by de aarde kwam. Wel
dra kon vrouw Sullivan duideljjk twee
voorwerpen onderscheiden, waarvan
het kleinste onderaan het grootste hing.
Het voorwerp kwam steeds dichter
bjj de aarde, zoodat de vrouw duide
lyk kon zien, dat het een ballon was
met een daaraan hangende groote
mand toen het echter bjj den rechter
arm van het Quesnelle-meer was ge
komen (het Quesnelle-meer heeft, van
't Noorden af gezien, den vorm van
een T) begon het weer te stijgen.
Vrouw Sullivan riep haar dochter
en deze zag den ballon ook eenigen
tyd totdat hy uit het gezicht ver
dween.
Zoowel vrouw Sullivan als haar
dochter worden door den directeur
Hobson geloofwaardige personen ge
noemd en eerstgenoemde zal zich niet
licht vergist hebben daar zy vroeger
wel eens een ballou had gezien. De
heer Hobson heeft nasporingen gedaan
onder de andere arbeiders en onder
de bewoners der naburige plaatsen
maar niemand had iets van den bailon
gezien of gehoord.
Door deze wyze van onderzoek er
van mededeeling zou het lange tijds
verloop tusschen de waarneming en
de bekendmaking wel verklaarbaar
zijn. Er bljjft echter nog genoeg over
dat, tot scepticisme noopt; Nordens
kjöld zelf achtte de juistheid van hei
bericht niet onmogelykhet kan ziju
dat ile luchtreizigers bjj Quesnelle
den ballon verlaten hadden. Maar bi
merkte toch al dadeljjk op, dat het
weinig waarschijn! jjk was dat Andrée
zoo zuidelyk zon zijn terecht gekomen
Veeleer kon men aannemen dat de
reizigers thans in Siberië overwinterer
hetgeen te beter denkbaar is daai
volgens bericht van den consul te
San Francisco de walvischvaarder;
in de IJszee zijn ingevroren, hetgeei
op een strengen winter iu die strekei
duidt.
Onveiligheid in Praag.
Bjj het Cor. o op den Graben te
Praag waren de Tsjechen Zondag
buitengewoon druk opgekomen, om
dat zich het gerucht verspreid hai
dat de Duitsehc studenten ingrootei
getale een Zondagsuitstapje wildei
makeu. Het gerucht loog. maar da
belette niet dat acht Duitsche stu
denteu die met de pet van hun ge
zeischap op den Graben verschenen
onmiddelljjk werden omsingeld, uit
gescholden en geduwd. Een medicu
kwam zoo in 't nauw. dat hij drei
Zjj heft haar baud op, om hem het zwijgen op te
leggen.
„Gij vergeet, dat ik van dit alles zeer goed op de
hoogte beu. Sir Lucien heeft het injjn moeder nooit
vergeven, dat zij mijn vader trouwde en bjj zal liet mjj,
de dochter vau dien man nog minder doen."
„O nonsensLuister
Hij heeft zich nog nooit zoó welsprekend gevoeld,
maar zy laat hem niei aan 't woord komen en legt hem
met een gebiedend gebaar weder het zwjjgen op.
„Het is geen nonsens. Hjj gelooft, dat mijn vader de
juweelen sta! en verkocht, die mjjn moederO
roept zjj hartstochtelijk uit, „natuurlijk kent gy die
achandeljjke. leugenachtige geschiedenis." Haar oogen
fonkelen. „Als gjj mjjn vader gekend hadt...
„Ik geloof, dat het. alles laster is," zegt hy, byna
even driftig als zij- „Maar
„Spreek niet van „maren." Zjj is zoo mooi in haar
verontwaardiging, dat Hilary zelfs in dit oogenblik
bij zich zelf de opmerking maakt, dat hjj haar nu eerst
in haar ware gedaante*ziethjj begrijpt dat al, wat hjj
in dit uur van haar persoon te weten kwam en dat
was in zjjn oogen niet weinig, nu geheel in 't niet ver
zinkt. i
Hoe ondoorgrondelijk schynt zy hem hoe onbe
grijpelijk en Plotseling stoort zjj hem in zjjn
tfo^durffe die man mijn vader een dief noemen
O zeker, dat deed hjj. Toen sir Lncien een paar dagen
geleden Brian ontmoette, verklaarde hjj dezen ronduit,
wel meer van die diamanten te weten. Ja, hjj zeide,
dat hy (Brian) wel wist, wat mjjn vader met die stee-
nen gedaan had. Mijn vader! Alsof hjj het ooit in zjjn
hoofd zou hebben gekregen ze aan te raken Mjjn moe
der had ze in haar bezit, dat weet ik. Ik heb die tiara's
en andere sieraden dikwjjls bewonderd. Zjj waren van
haar, zooals zjj mij altijd vertelde, en het was een ge
schenk van haar vader."
„Ja, maar
„O!" riep zjj heftig uit, haar ronde kin omhoog trek
kend, „hebt gjj nog meer maren. Ik weet wel, wat gjj
zeggen wilt zjj behoorden haar slechts voor eenigen
tijd. Maar hoe kon mijn vader het helpen, dat zjj ze
verloor. En natuurlijk heeft zij ze verloren, want als
zij ze verkocht had, zouden we ook wel wat van het
geld gemerkt hebben, dat ze er voor gekregen had.
Maar er was nooit geld in huis. Daarom moet ze ze
verloren hebben ik weet het; zjj zjjn verloren ge
raakt."
„Amber!" Zij werpt hem een woedenden blik toe.
Goede hemelis dit hetzelfde lieve, waardige kalme
meisje van een uur geleden Is er electriciteit in die
Iersche atmosfeer in dit droevige mistige klimaat en
heeft deze zoo'n invloed op de menschen
„Wel?" Hjj raapt al zjjn moed te zamen en zegt:
„Waarom zou ik u niet bij den naam noemen Ik heb
er nooit van gehoord, dat neven en nichten elkaar met
juffrouw en mynheer aanspreken. Kom nu", vervolgt hjj
aanhoudend, „dat weet gjj toch ook wel."
„Neen, ik weet het niet." Zjj zwjjgt. Het lieve kopje
buigt zich voorover; haar toorn is verdwenen en een
vriendeljjke glimlach verheldert plotseling haar
evenals wanneer de zon, die voor een oogenbiiic door
de wolken dringt, baar liefelijk liebt over liet landschap
uitgiet.
„Hoe kan ik dat ook. Ik heb nog nooit een neef ont
moet."
„O 1" zegt hjj, „dan begrjjp ik het. En ik voel dat de
Voorzienigheid iny vandaag hierheen geleid heeft om u
die gelegenheid te geven. Het is ook een ernstige zaak,
maar ik 'zal u zeggen, wat gjj doen moet, Ik geef u een
hand, begryptge?" en hij neemt haar handje in de zyne,
„en zeg, goeden dag Amber, en dan antwoordt gjj
goeden dag Hilary. Denkt gjj, dat het zal gaan
„Ik zal het probeeren," zegt zjj ernstig. „Goedendag
Hilary."
„O! prachtig! prachtig!" roept bjj uit. „Gjj zjjt een
knappe leerling. Den volgenden keer
„Neen er zal geen volgenden keer komen," zegt zjj ter
wijl haar gelaat verduistert.
„Ja, wel," houdt Hilary vol. Maar zjj keert zich
schielijk om en snelt het pad af. Hjj ziet haar na, tot
dat zij uit het gezicht verdwenen ismet een zucht
begeeft hjj zich in de richting van den heuvel, dien zjj
hem aangewezen heeft.
Hjj heeft nauweljjks oenige stappen gedaan of zijn
aandacht wordt getrokken door een man, die over een
haag op het pad springt; deze is omstreeks veertig jaar
groot en met een donker uiterlijk, dat hoewel onaange
naam toch niet leelijk is te noemen, en vastheid vau
karakter uitdrukt.
Als Hilary nadert is zjjn houding zeer vjjandig; hjj
gaat hem evenwel voorbjj, maar hun beider blikken,
welke van den een woede en van den ander verachtin
uitdrukt, ontmoeten elkaar. Zjj hebben elkaar de laatst
drie dagen al eens meer ontmoet. Door eeu bocht va
den weg wordt Brian Deane aan Hilary's oog ont
trokken.
Brian heeft Amber ingehaald en vraagt, als hjj naa;
haar voortloopt:
„Wie was die man, dien gij zooeven goeden dag ze
det Zjjn toon klinkt hard en ruw, zjjn adem gaat g<
jaagd en zjjn neusvleugels trillen.
Amber slaat hem nieuwsgierig gade. Haar mooi
oogen zien niet alleen verwonderd, maar met een ni
drukking van afkeer naar zijn gelaat, dat degrootsl
opgewondenheid uitdrukt.
„Dat was kapitein Adare, mjjn neef", antwoordt
vry moedig.
„Uw neef!" Zijn gelaat vertrekt boosaardig. „De nei
van den man, die uw vader een leugenaar en een di?
noemt."
Zjj verbleekt.
„Maar die man, of boa gij hem noemen wilt is ni
Hilary Adare."
Wordt vervolgd.