voer een appel en een ei wordt ver- voorzitterschap van baron Yan Zuylen, dat hy bereid is met zijn sabel alle kocht, wordt met de .kaasstolp" be- dat men de moeilijkheden sterk over- beleedigingen te trotseeren. dwemd en in de netten gejaagd dreven had. een ook al verboden wijze van vis- Wel zjjn de wegen op Belgisch schen. j grondgebied alle slecht, maar daar- De Yereeniging tot Bevorderingtegenover staat, dat zjj in Holland der Zoetwatervisseherij is met ditvrij goed zijn. Bovendien bleek den feit in kennis gesteld en moet voor- j heer Meyan in alle plaatsen die hij nemens zijn zich in dezen tot denpasseerde, veel ingenomenheid met minister te wenden. Dat de regeering i h6t plan, en zijns inziens zon de be- aan de vischteelt wel aandacht wijdt j volking den mededingers een glorieuse ofschoon dergelijke gevallen boven omschreven, niet moesten kan nen voorkomen, blijkt uit het feit, dat de Commissaris der Koningin het tijdstip, waarop de vischvaDgst ge sloten wordt, weer heeft terugge bracht op Juni in plaats van Juli, zooals eerst was besloten. (Tel). Achteruitgang te Schiedam. Afgescheiden van de beweging „Sluit Schiedam", gaat 't er in dat stadje, volgens de Eaagsche Ct. hoe langer zoo bedroefder uitzien met het brandersvak. Er zyn reeds eenige houderden branderijen minder dan in vroegere jaren, toen de jeneverstad nog in haar bloei was; maar nog steeds gaat de eene na de andere onder den hamer en worden ze ge kocht door den slooper en ver dwijnen. Zij, die hun zaken niet laten stil staan of verkoopen, nemen toch maat regelen tot inkrimping. Zoo hebben Zaterdag weer een aantal werklieden ontslag gekregen in de stoombranderij der firma Th. Melchers Ce., daar deze, die anders met twee ploegen werkte, dit nu met- één ploeg doet. Over een paar weken zullen nog eeoige branderijen van een andere firma stil gaan staan. Een 67-jarig bewoner van Urk, de visscher A. Bakker, heeft in zijn ledige uren een prachtige stoof ver vaardigd. Behalve andere versierin gen heeft hij op de zijvlakken met sierlijke letters gesneden„Aan Hare Majesteit Koningin Wiikelmina". Na deze stoof netjes gewreven en de letters verguld te liebben, heeft hij haar aan onze Koningin ten geschenke gezonden. Daar H. M. echter geen geschenken aanneemt is de stoof den vervaardiger terug bezorgd. Er was echter een briefje bij van f 25. Het Tiélsch Nieuwsblad deelt het volgende mede Een meid had dezer dagen alhier van hare mevrouw een aarden pot zonder oor gebroken. Hierover werd ze berispt, terwijl laatstgenoemde er op aandrong een als de gebrokene terug te ontvangen. De meid deed haar best, want ze ijlde naar den winkelier W., die alle moeite deed, doch niet voordat er zes geheel waren stuk geslagen en bij de zevende er eer.-t in slaagde alleen het oor er af te slaan. ireis bereiden. Om deze redenen meende het comité, dat er geen aanleiding bestaat om den tocht niet door te zetten, en be sloot het onmiddeljjk met de voorbe reiding te beginnen. De reis zal in afdeelingen, van elk 300 kilometer, plaats hebben. era y&eds$ra|$e2ra8 Alg. Ned. Wielr. Bond. Zondag werd in Amsterdam eene zeer geanimeerde vergadering gehou den van het algemeen bestuur van deu A. N. W. B. Nadat de notulen der vorige algemeene bestuursverga dering waren vastgesteld, er eenige andere zaken waren behandeld, kwam in discussie het voorstel van den heer Thieme om den Bond voor de helft te laten bijdragen in de kosten van een op de Kampioen toe te passen maatregel, die bestemd was aaa ad verteerders ten goede te komen. Het dagelijkse!» bestuur, dat dit voorstel ondersteunde, moest deswege eenige harde uoten kraken. Ten slótte werd liet voorstel gewezen van de hand. werd het bekende RECHTSZAKEN. Yoor de Amsterdamsche rechtbank stond Donderdag een jongmensch van goeden huizen terecht, wieu het ten toonstellingsjaar geen goed heeft ge daan. Yóor dien tjjd was by een ijve rig en oppassend jongste bediende in eene kramerij. Maar ten tijde der tentoonstelling werd de omgang met meisjes en slechte vrienden hem ten vloek. Zfin patroon ondervond daar van de nadeelen in zyne kas en moest den jongen dus ontslaa-Kort daarop kreeg hij eene beschuldiging van valscbheid in geschrifte te zijnen laste; in de maand Februari van het vorig jaar werd by veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf. Uit de eel ontslagen bleek hy niet veel verbeterd in zijns vaders huis maakte hy het zoo slecht, dat hem de deur ontzegd werd, waarop bij te Amsterdam den goudsmit Gerritsen bedroog. Hy schreef een order tot afgifte van hor loges op zicht en teekende die order met den naam van zjjn vroegeren patroon. Zoo kreeg hij 17 horloges in zyn bezit, waarna hij er terstond te Amsterdam en te Haarlem 6 ver pandde. Bij zijne arrestatie werden de overige 11 nog op hem gevonden. Het O. M. vroeg tegen dien jeug digen recidivist 2 jaren gevangenis straf, welke eisch hem niet zichtbaar ontroerde. En ook de ernstige vader lijke vermaning van den rechter, die hem voorhield hoe hy, zonder eenige andere oorzaak dan bijna onverklaar bare onverschilligheid voor zichzelven en zijne familie, zyne toekomst ver woestte, maakte meer indruk op de overige aanwezigen in de rechtzaal dan op den jongen zelf voor wien de verdediger niet vermocht, dan nog eenige clementie der rechtbank in te roepen. Aangenomen voorstel van der. heer G. Groeneveld: Justitie wachtten, tot het in het leven roepen eener door heereu in pelsjassen, die hen tot GELENGD NIEUWS Het Proces-Zola. De voor Zola vriendschappelijk ge zinde bladen beschouwen de verkla ringen vau generaal Moreler als een bekentenis van het bestaan var» het geheime stuk en vinden dat de ver klaring van Trarieux de zaak een groo- ten stap nader heeft gebracht by de waarheid. Andere bladen, waaronder de Figaro verheugen zich over de verklaringen der generaals, welke in verband met die van Biilot in de Kamer voorgoed een einde moeten maken aan het debat over de schuld van Dreyfus. Yan tien uur Donderdagmorgen was het aanzicht van de Place Dauphine zeer levendig. De agenten staan niet toe dat men blijft stilstaan in de na bijheid van het Paleis van Justitie. Zelfs de advocaten vinden geen genade by de handhavers van dit consigne. Weldra komen de getuigen aan. De menigte die zich op de place Dauphine bevindt is van uiterlijk veranderd. De mannen die sedert den vroegen mor gen op de opening van het Paleis van t worden afgelost nieuwe wedstrijd-commissie. De Fieti Automobielen-wedstrij d. Kolonel Picqnart, in de uniform der Algerjjnsche tirailleurs, wordt dicht omringd door nieuwsgierigen, die roe pen Leve PicquartDe kolonel sa lueert by de ovatie die hem gebracht wordt. Men roeptLeven de tirail leurs De kolonel kijkt scherp naar de genen die tegen hem manifesteeren. Het is veel minder levendig in don omtrek van het Paleis van Justitie dan Woensdag, voornamelijk omdat de deuren van het Hof van Assisen veel vroeger geopend zyn geworden dan gewoonlijk. Een dichte menigte heeft de zaal bezet. Emile Zola komt te 11.45 binnen langs de trap van den Service Anthro- pométrique, vergezeld van den prefect van politie. Enkele kretenMort au traïtreweerklinken op zjjn weg. Bij het binnenkomen der journa listen worden hunne kaarten geknipt, om te beletten dat zij die aan anderen uitleeneu. Nadat de president de zitting ge opend heeft, maakt de heer Clóinen- ceau eenige opmerkingen betreffende het niet-verschynen van mevrouw De Boulancey als getuige. De president leest een aantal be sluiten van het Hof voor, waarin de couclusiën van advocaat Labori wor den verworpen. De president deelt daarna mede, dat kolonel Henry, wiens gezondheids toestand zorgelijk is, daarna zal wor den gehoord. Mr. Labori verklaart af te zien vau het verder verhoor van mevrouw Drey fus, met het oog op haar gezond heidstoestand. De senator Trarieux wordt opnieuw opgeroepen. Op een vraag vau Labori, verklaart hy, dat hij als mi nister van justitie zich niet met de zaak-Dreyfus heeft moeten bezighou den. Labori vraagt hem, of hij, als minister bezoek vau advocaten ont vangen heeft, die zich met de zaak- Dreyfus bezig hielden. De president verbiedt den getuige op deze vraag te antwoorden. Labori protesteert en constateert dat generaal Mereier Woensdag wel gelegenheid gehad heeft- zich over de veroordeeling uit te spreken. De president antwoordt- dat, als generaal Mereier enkele woorden ge sproken heeft daarover, hij hera dit niet heeft kunnen beletten.(Gemompel in de zaal.) In antwoord op een vraag van Zola verklaart Trarieux dat Scheurer- Kestuer en Mathieu Dreyfus niet anders hebben kunnen handelen dan 4j deden in de zaak-Esterhazy.^ Labori vraagt aan majoor Forzi- netti, of by niet weet. of Dreyfus hekend heeft. De president weigert de vraag te stellen, waarop Labori van het hooren van verscheiden getuigen afziet. Getuige dr. Socquet zegt, in ant woord op een vraag van Clémenceau, dat mevrouw de Boulancy hem niet gezegd heeft, dat zij bedenkelijke brieven van Esterhazy heeft. Wel: heeft zij hem gezegd, dat zy een aan klacht had ingediend met betrekking tot het publieeeren van blieven in dagbladen en dus een instructie was geopend tegen het personeel, dat er misbruik van had gemaakt. Zy voegde er by, dat alle brieven werkelijk van Esterhazy waren. Kolonel du Paty de Clam wordt verhoord. Hy zegt, dat bij alleen spre ken zal over wat niet het ambtsge heim raakt. Hy is er verontwaardigd over, dat het private leven van de menschen in dit proces gebracht wordt. Labori zegt, dat bij er zich toe be perken zal, getuige te vragen of hy den ouden heer de Comminges gekend heeft. Labori ziet af van het verhooren van de getuigen Forzinetti, Lebrun- Renaud, Mesbach. Clisson, Philippe Dubois, Urbain, Gohier en Fonbruue. Het hof geeft er aan de verdediging acte van, dat zij er van afziet deze getuigen te hooren. Generaal Gonso wordt teruggeroepen. Hij zegt, dat de inlichtingendienst zoo geheim is, van zoo bijzonderen aard, dat niemand Labori antwoordtMen verschanst 6 francs voor een plaats betalen, i De komst der officieren wordt be- j groet met de kreten„Leve het le- 'ger! Weg met de verraders!" De officieren groeten verlegen. Com- Uit het rapport van den heer Meyan, mandaat Esterhazy komt te voet. Men ter wereld buiten den chef van den die zooals men weet Zondag U. te roeptLeve EstertiazyHij groet engeneralen staf en den minister van Amsterdam per automobiel van Parijs gaat de galery Harley binnen, waar oorlog er van weten mag. Zy alleen arriveerde om dengebceien weg Pa- hjj spoedig omringd is. kunnen en moeten de dossiers van rys—Amsterdam en terug nauwkeu- Hy verklaart, dat bij zeer voldaandezen dienst kennen. r»g te onderzoekeu. is geoleken. dat is, over het verloop van de zittingDn Paty de Clam weigert te zeg de wegen beter zjjn dan men had van Woensdag, en hy gelooft dat die gen of hy particuliere brieven van voorgesteld. van Donderdag zeer bewogen en be- deze familie gezien heeft. Hy wil het Hij verklaarde Dinsdag 11. in een langryk wezen zal. particulier geheim niet schenden, vergadering van het comité onder Tot zyn vrienden zegt Esterhazy, „Ja, dat hebt ge!" zegt ze. „Gö hebt alle akelige herinneringen weer by my opgewekt. Gy vindt mij een oneerlijke maar ik wist niets van die rin- gen u „Amberhoe durft gy zoo iets te zeggen En al zyn verdriet en wanhoop vergetend, slaat hy zyn armen om haar heen, en drukt haar tegeu zijn borst. „Myn lievelingmijn eigen AmberOhet is te dwaas om je to vertellen, hos lief ik je heb 1 Gij moet het gevoeld hebben." „Ja, ja. Maar ge moogt my niet liefhebben." Dat zyn verschrikkelijke woorden; maar hy schept moed, als zy om haar harde woordeu als 't ware te verzach ten, haar armen oin zyn hals slaat- Hy stapt dan ook luchtig over dit gezegde heen. „Ik ben zelfs niet waardig hierover te denken," zegt hy. „Maar hebt gy my lief. Amber?" Een lange pauze volgt. Hij ziet dat zij eari geweldi gen tweestrijd heeft te voeren. „Neen!" zegt zy op een toon, die naar haar meaning kalm. maar in waarheid zeer bedroefd klinkt. „O! Amber!" Hy slaat zijn armen om haar heen. „l£n dat zegt gü hier!" „Het was een lengen, roept de arme Amber uit, ter wijl een gevoel van ellende zich van haar meester maakt. „Maar hoe kan ik je liefhebben of jou toeslaan ray te beminnen, als die vlek, die op myn's vaders naam rust, niet is uitgewischt ?u „NonsensAls dat alles is," jubelend. „Ja, het is alles," ernstig. „Maar.... neen.... laat mij los.... het wil alles zeggen. Gy moogt mij niet liefheb- zich achter dat particulier geheim. Labori ziet af van het verhoor van mej. Comminges. Kolonel Henry wordt gehoord. La bori vraagt hem inlichtingen over de feiten die in het rapport Ravary wor den genoemd ten aanzien van de opening van een kist met geheime stukken van Picquart. Henry ant woordt, dat hy afwezig was toen Picquart het dossier nam. Gribelin had het dossier aan Henry gegeven. Gonse, teruggeroepen, verwijt aan Picquart dat deze misbruik heeft ge maakt van brieven die hij hem had geschreven. Nadat de zitting hervat was en de conclusiën waren ingediend, strek kende dat aan een magistraatspersoon door het hof zal werden opgedragen vragen te gaan stellen aan mevrouw Boulancy, volgde eene reeks van vraagpunten. Verhoord werd de volks vertegenwoordiger de La Batut, die verklaarde in 1876 te hebben gediend onder de bevelen van de Paty de Clam en met veertien dagen gevan genis te zijn gestraft, omdat hy in een opstel geschreven had„Het ware te wenscheu dat de wereld geregeerd werd, niet door het kanon, ma&r door liet verstand." Die straf werd echter den volgenden dag opgeheven. Daarna werd d'órmescheville gehoord, de rap porteur van den krijgsraad die Dreyfus veroordeeld heeft. Dr. Labori vroeg of alle bezwarende aanklachten tegen Dreyfus in het rapport waren ver meld. Doch de voorzitter weigerde deze vraag te stellen, en eveneens weigerde hy den officieren van den pas" bedoelden krygsraad te vragen of er naar hun weten een geheim stuk was medegedeeld aan den krygs raad, buiten den beschuldigde en diens verdediger om. Majoor Ravary, de steller van het rapport in de" zaak Esterhazy, antwoordend aan Labori, die hem vroeg wat het geheime stuk was, aar van hy in zyn" rapport ge sproken heeft, te hebben gezinspeeld op een stuk dat uitgespreid iag op de schrijftafel van Picquart. toen Leblois vau den inhoud ervan kennis nam. Mr. Labori komt in verzet tegen de vreemde wyze waarop de gerechte lijke instructiën geleid zyn. Ravary antwoordt: alle onze instruction zijn geschied met nauwgezetheid en goede trouw. Hij zegt voorts niet te weten wat het stuk was, dat Esterhazy's onschuld aangetoond zou Lebben. Door de Pellieux wordt verder de geschiedenis der zaak ontwikkeld. Hy verklaarde, zich niet achter het ambts geheim te verschuilen en do gansche waarheid te zullen zeggen. Hij ver haalde, dat Mathieu Dreyfus hem geeu enkel bewys heeft geleverd voor diens beschuldigingen tegen Esterhazy; en Scheurer-Kestner deed dit evenmin. De Pellieux verweet op heftigen toon aan Picquart dat deze een dossier, betrekking hebbend op spionnage, heeft overgeleverd aan een vreemde ling (toejuichingen). Voortgaande zeide de Pellieux, dat de documenten en liet facsimile betreffende de zaak Esterhazy een frauduleus karakter hebben. Hy verhaalde dat Picquart genoodzaakt werd te bekennen dat hij de woning van Esterhazy op steel- sche wyze had laten doorzoekenhy sprak over die manoeuvres zijne af keuring uit, en verhief er zich op, dat hy had bijgedragen tot de vrijspraak van Esterhazy. De volksvertegenwoordiger de La Batut beklaagde zich, dat du Paty de Clam hem had toegevoegdgy liegt. Du Paty verzekerde van dezen uitval berouw" te hebben, maar hield vol dat de getuige eene onjuistheid had gezegd. Pauffin de St. Meurel erkende aan Rocbefort te hebben ver teld wat er onder de officieren van den etat-majoor gezegd werd; hij zeide te bukken voor de straf die hem getroffen beeft, en voegde er bij. dat de meening van den etat-majoor over de schuld van Dreyfus formeel is. De voorzitter weigerde aan Dupuv. gewezen minister-president, de vra gen te stellen welke de verdediging verlangd heeft, en mr. Labori ver- i klaarde van dit verhoor af te zien. Vervolgens werd overgegaan tot i het verhoor van den oud-minister van justitie Thévenet. Deze zeide over- j tuigd te zyn van de goede trouw van I Zola. H voor zich gelooft dat de 'gesluierde dame werkelijk bestaat, j Verscheiden leden van het parlement, zeide hy, verwonderen er zieh, met my, over, dat men niet, in het be lang van de nationale verdediging, een onderzoek heeft ingesteld en dat men geen helderder licht heeft ont stoken. Men had te weten moeten komen, of die gesluierde dame zoo gemakkelijk beschikken kon over ge heime stukken als het stuk hetwelk naar men gezegd heeft, de onschuld van Esterhazy heeft aitgewezen. Het is een geluk "dat Esterhazy vrij &011 worden gesproken, want nu kan men tenminste constateeren dat er niet twee verraders zyu in het Fransehe leger. Maar men had door een onder zoek te weten moeten komen, of dat stuk ontroofd was aan het ministerie van oorlog, en wie dan dat stuk aan die gesluierde dame heeft gegeven. Ik begrijp, zeide spreker, dat Zola's gemoed getroffen is door zulke ga pingen in do instructie en hy is niet de eenige. Het verwondert my dat men zich verschuilt achter het ambts geheim om niet te zeggen of er een geheim stuk aan den krijgsraad is overgelegd. Was dit feit geconsta teerd, dan zou er geen enkel staats geheim openbaar zyn gemaakt; spre ker zou zich hebben gebukt voor de woorden van den minister van oor log en generaal Mereier, als dezen hadden verklaard dafc or al of niet een geheim stuk was overgelegd (be weginggeroep van ja Er ontstond een heftig incident naar aanleiding van het getuigenis van Sa- les, dien de voorzitter belette over de zaak van Dreyfus te spreken. Dit gaf mr. Labori aanleiding uit te roe pen men gaat tendentieus tegenover ons te werk. By de hervatting van het verboor las mr. Labori conclusiën voor, ge steld ten aanzien van den advocaat Sales. Clémenceau diende conclusiën in, coustateerend dat de verdediger van Perreux had verzekerd dat een ge tuige, ter zitting aanwezig, nit den mond van een der leden van den krijgsraad, die Drevfus veroordeeld heeft, vernomen had, dat niet aan den aangeklaagde en zijn verdediger be kend gemaakte stukken in raadka mer aaa den krygsraad werden over gelegd tijdens de beraadslagingen. Het hof verwierp de conclusion als niet gegrond. De zitting werd opge heven te 5 u. 45 min. Ondanks de maatregelen, genomen om de orde te handhaven, slaagde de menigte er in, door de rijen der agen ten heen te komen. Tegen vier ure vulde een menigte van meer dan 2000 lieden de place Dauphine, welbe ont ruimd werd door (le agenten. Men riep: Leve het leger! Weg met Zola! Toen het plein ontruimd was, trok ken de nieuwsgierigen naar den Pont Neuf, de kaden en de boulevards van het paleis. De toevloed was even groot als Woensdag. Laugzaraerhand wordt daar buiten bekend wat er binnen voorgevallen was, en dit geeft aan het publiek tot allerlei uitleggingen in verschillenden zin aanleiding. Men begint zich reed:? voor te bereiden op hot oogenblik dat Zoia uit het ge bouw zal komen. Het publiek vormt, een groot, vierkant; de venters van de dagbladen mengen zich onder de menigte met bun vervaarlijk en wan luidend geschreeuw. De terrassen voor de koffiehuizen worden bezet. Er worden zeer krachtige maatrege len genomen om te verhinderen dat de menigte opstuwt ais Zola buiten zal komen. Zola verlaat het gebouw, gaande over den Pont des Orfèvres, in ge zelschap van mr. Labori en de ge broeders Clémenceau. Rocbefort gaat voorop, ook in een rijtuig. De jour nalisten en de bevoorrechten die op de Quai des Orfèvres opeengehoopt staan, zijn de eenige aanwezigen. Men 'boort enkele kreten: Weg met Zoiamaar ookLeve Zola De nieuwsgierigen op de Quai des Orfèvres geven allerlei wanhopige teekenen aan de menschen die op de Quai des Augnstins staan, om hun te beduiden dat zij naar liet rijtuig moeten kijken, maar die teekenen worden niet begrepen, en het rijtuig van Zola verdwijnt over den Pont Neuf, waarua Zola in zyu buis aan komt. Waarom Dreyfus de verrader moet blijven. Het Berl. Tagéblait doet een ge heimzinnig verhaal van den oorsprong van de zaak-Dreyfus, dat. wel is waar ongeloofelyk klinkt maar er zyn in deze zaak zoovele onwaarschijnlijk heden waarschijnlijk geworden, dat wy ook dit verbaal niet met stilzwij gen kunnen voorbygaaD. ben, voordat mijn vader's naam in eer hersteld is." „Maar luister nu eens lieveling," roept hy uit, zich tevreden stellend met haar handjes vast te houden, nu zy hem verzocht heeft zyn arm weg te nemen „Wie gelooft er nog in die lasterpraatjes, behalve onze slechte oom Lucien „En Brian Deaue?" „Ik geloof niet, dat hy iets van die juweelen afweet. Werkelijk, dat meen ik. Hy heeft waarschijnlijk op sir Luciens zenuwen gewerkt, om er geld mee te verdie nen en later om hem zoover te krijgen, dat hy jou tot vrouw geeft. Jou!" Hy zwijgt als overstelpt door de woede en verachting, die zich bij de gedachte aan dit voorstel van Deane van hem meester maakt. „Stil Hilary." zij zwijgt en weert hem van zich af „toch.haar stem begint te trillen, „kan ik nooit je vrouw worden. Maar..." zy steekt hem haar handen toe, die hy gretig in de zyne neemt, houd my niet voor koel of harteloos omdat," snikkend en zich aan hem vast klemmend, „ik .je liefheb innig liet heb." „Myn eigen lief meisje 1" „Jou te trouwenMet zulk een bezoedelden naam, i myn eenig huwelijksgeschenk, zooals Brian zegt," zy schreit bitter.... „neen, neen, dat kan ik niet „Luisterzegt Adare met een doodsbleek gelaat. „Ik zal dien schelm een kogel door den kop jagen, als hy 't weer waagt je te beleedigen." „OHilaryzeg zulke dingen niet. Laten wy niet 1 over hem spreken." „Hy is het niet waard. Laat ons," even glimlachend, over ons zeiven praten. Zeg dat ge de myne zyt, de mijne voor altyd, Amber „Neen, neen," stamelend. „Toch zyt ge het. Dit moogt ge je wel goed in 't hoofd prenten. Hier," glimlachend en baar op een arms lengte van zich houdend, zonder evenwel haar handjes los te laten, „staat myn verloofde bruidEn ik neora de sterren boven ons hoofd tot getuigen Zij lachen beiden, maar niet van harte. „Ge zult het niemand vortelleD, wel herneemt zy, en hem dan bevelend aanziend i „Gij belooft het my, ge moet? Gy wilt my beloven het niemand mee te deelen?" „Ik geloof niet, dat ik het zal kannen. Ik moet ten eerste," glimlachend om haar verschrikt gelaat, „sir Lucien op de hoogte stellen." „Oneen „Ja, hy ten eerste. Ik kan de gedachte niet verdra gen" hij baalt gejaagd adem. „ons engagement voor hein Ón de wereld te verzwijgen." Er spreekt zooveel loyau- teit uit zyn bedoelingen en verlangen, om den man, die haar zoo slecht beoordeeld heeft, van zyn liefde en be wondering voor haar te spreken, dat trauen van geluk en weemoed in Amber's oogen opwellen. Oals alles maar anders was! „Hy", wanhopig, „zal je onterven." „Laat hem zyn gang gaan. Ik bezit nog een inkomen van duizend pond in 'tiaar, die myn arme moeder my heeft nagelaten. Daar kunnen we best van levenwy zouden naar lodië gaan en daar een gelukkig leventje leiden." „Gy zoadt dus sir Luciens rijkdommen opgeven!" Haar oogen schieten vlammen. ..En voor my Neen. Het blad vertelt dat in een Ooste lijk gelegen staatkundig centrum (be doeld is Petersburg) bij gelegenheid van een vriendschappelijke bijeen komst van hooggeplaatste diplomaten de zaak-Dreyfus ongedwongen werd besproken. Een der staatslieden, die een zeer goedklinkenaen aaara draagt, liet zich toen ongeveer als volgt uit „Ik acht een herziening van het proees-Dreyfus van het Fransehe standpunt onmogelük en mijns inziens :is de herziening dan ook buitenge- sloten. Niet één enkele persoon maar een geheel consortium heeft militaire plannen van Frankrijk aan Rusland verkocht. De verzending van al deze stukkeu naar Rusland geschiedde steeds onder den naam Dreyfus, j Dreyfus zelf had van dit misbruik van zijn naam niet hetgeringste vermoeden en in Rusland zal men jn het eerst ook wel niet geweten heb- jhen, dat deze naaui een gefingeerde was. j „Maar weldra rees er bij Rusland j op dit punt verdenking. Meu bedacht j dat het toch niet waarschijnlijk was j dat een of meer verraders hun eigen naam zoo onvoorzichtig zouden bloot- 1 stellen. Wal later werd dan ook het i geval opgehelderd. „Intussehen waren debetrekkingen tusschen Rusland en Frankrijk steeds beter geworden en leidden zy tot de ententelater het verbond. Toen deze vorm begon te rijpen, toen Rusland voldoende inlichtingen over hot Fran sehe leger bezat en zyn verhouding tot de Republiek zeer nauw beloofde te worden, besloot men aan de Newa, om niet moeilijk te begrijpen redenen, de maebthebbenden in Frankrijk op de hoogte te brengen van wat er voorviel. En zoo gai Rusland zelf in behoorlijken vorm en met gepaste ar gumenten den verrader, die thans overbodig was geworden, prijs en be wees der republiek tevens een vriend schapsdienst „Nu verkeerde Frankrijk in een moeilijk geval. Te Parys stond men verstomd, de ontdekking van het con sortium van verraders verwekte ont steltenis, maar men waagde het niet iéts tegen Rusland te zeggen. Daar om besloot men toen den gewonen zondebok, Duitschland, voor de zaak te spannen en men liet de verdenking op dit rijk vallen. De ingewijde krin gen grepen het snoode middel zonder bedenken aan en de openbare mee ning in Frankrijk geloofde zonder meer aan de beschuldiging vau Duitsehland. Aan den krygsraad, waarvoor Dreyfus terechtstond, werd eveneens in allen vorm medegedeeld, dat Duitschland zich van Dreyfus als spion heeft bediend." Een zonderlinge instelling. Te Halle is een zonderlinge instel ling in het leven geroepen. Zy beoogt, het dans- en carnaval wezen tot meerdere ontwikkeling te brengen en daartoe verhuurt de firma balcostumes gdbalgas ten. Ziehier een fragment uit de prijs courant: Gewone dansers met rok en witte das Mk. 2, dito met geestige conversatie Mk. 2.25, prima danser, zeer elegant gekleed Mk. 3, dito met wals linksom Mk. 3.50. kracht-dan ser (voor corpulente dames) Mk. 3.75, elegaDte referendaris met monocle Mk. 1.75, oude heeren met ordelintjes Mk. 3. specialiteiten voor Rheinlan- der, galop, enz. Mk. 3.50, quadrille- afroeper Mk. 4, dito met aardigheden Mk. 4.50. Voorts heeft men nog: volschema joors, balmoeders, vierde-manneu voor whist, skat enz. toasters (daarvoor wordt Mk. 12 huur berekend!) enz. De Zerograaf. Bij de Duitsche telegrafie is men in den laatsten tyd bezig proeven te nemen met een uitvinding van zeke ren heer Leo Karam, de zerograaf genaamd. Dit toestei brengt o.a. een verbin ding tot stand tusschen de telegraaf en de telefoon. Bijzonderheden zyn nog niet beke maar men is toch reeds zoover, ov.t de uitvinding aan den keizer is kun nen getoond worden en hij volgens de dagbladen in verrukking was. Een rijk Italiaansch menschenvriend en zonderling de heer Öcalini, die dezer dagen te Appiano, by Coma overleed, heeft al zyn grondbezittin- i Deukt go, dat ik van zoo iets wil hoorenNeen, ik j neem ieder woord, dat ik gesproken heb, terug. Ik ben niet met je verloofd, Hilary."Neen, in geen geval. Gij kunt denken, dat ik het niet meen, toch is 'tzoo." „Wilt ge ook beweren, dat ge me niet lief hebt?" „Ja. Ik heb het nooit gemeend. Het," zy stampt drif tig imet haar voet op den grond, „was louter dwaasheid. Natuurljjk heb ik je niet lief." Haar geheele houding drukt zooveel beslistheid uit, haar woede schynt zoo gemeend, dat Hilary in spijt van zijn pogingen om zich te bedwingen, in een sehatorlach uitbarst. Hij verschrikt van zich zelf maar kan zija vroolyk- beid niet verbergen en deze komt hem goed te stade. Zelfs al had hij haar een halven dag gebeden en ge smeekt en met haar geredeneerd, geen van zijn argu menten zou haar zoo van zijn besluit, haar niet meer los te laten, nu hij haar eenmaal heeft veroverd, heb ben overtuigd als deze lachbui. „Vergeef my," zegt hy eindelijk. „O! gij moogt lachen zooveel gij wilt; maar ik meen wat ik zeg." Toch is haar stem niet vast. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2