tea en daarna met een enkel woord»
zijn auditorium te spreken over de
wetenschap, die niet alleen het weten
bevordert, maar die ook beginselen
kweekt, waaronder de liefde tot de
waarheid in alle dingen de eerste
plaats inneemt, ten minste behoort in
te nemen.
Onder daverend en langdurig ap
plaus verliet men de collegekamer.
Huldeblijk A. C. Wertlielm.
Naar men verneemt, is voor het hul
deblijk A. C. Wertheim tot heden
opgeveer f 20.000 ingekomen. Het plan
bestaat, iu het plantsoen, dat naast
den Parkschouwburg te Amsterdam
wordt aangelegd, een eenvoudige fon
tein met inscriptie te plaatsen en voor
liet overige het geld te verdeelen onder
de verschillende liefdadigheidsvereni
gingen, waartoe de heer Wertheim
in betrekkiug heeft gestaan, en wel
mot bijzondere bestemmingen, die bet
aaudenken aan den overledene leven
dig zullen houden.
Of dit plan, door het IJestuur voor
gesteld, tot uitvoering zal komen,
moet in de dezer dagen te houden
vergadering van alle commisieledeu
blijken.
De tram-plannen te
Amsterdam.
De lieereu de Flincs von Glabn
te Amsterdam, hebben zich opnieuw
tot B. en W. gericht met een adres
waarin zij in verband met de weldra
ie behandelen tramquaestie, wijzen
op het dringend belaug eener directe
tramverbinding van de druk bezochte
buurt V Y en museumterreinen met
het hart der stad; een verbinding die
op de doelmatigste wijze is te ver
krijgen door de richting te projec
teeren door de Spiegelstraten over de
Heerengracht met aanleg eener brug
eu amotie van 4 perceeleD, verder langs
Singel, Sophiaplein en Rokin naar
den Dam.
Het Rokin zou dan behooren te
worden gedempt.
Een postbeambte te Amsterdam die
een portefeuille met f 500 bad gevon
den en den eigenaar deed toekomen,
ontving daarvoor tot belooniageen
hartelijk „dank".
Het wandelpark te Wor-
merveer.
Voor eenige weken is gemeld, dat
aan de stichting van een park te Wor-
merveer door den heer D. Laan geen
bezwaren meer iu den weg stonden.
Wat er nu van worden zal, bleek
Woensdagavond, toen op uitnoodiging
van den heer L. tal van ingezetenen
bijeengekomen waren. Hier deelde ge
noemde beer mede, dat de bezwaren
waren opgelost en Wormerveer zich
dus weldra zou kunnen verheugen in
het bezit van een fraai wandelpark.
De vraag was nu in wiens bezit dat
park zou komen.
Spreker wenschte een vereeniging
tot stand te zien komen, aan wie hy
alles in vollen eigendom zou schenken,
onder voorwaarde, dat deze vereeni-
ging nimmer een hypotheek op baar
bezittingen zou mogen nemen, mocht
later het beheer en onderhoud voor
haar te bezwarend worden, zy het
recht had alles aan de gemeente af
te staan, die er alsdan mee doen kan,
wat zy wil. Dit voorstel vond bij
allen grooten bijval, gelyk wel hieruit
bleek, dat reeds dadelyk 118 personen
hun naam als voorloopig lid op, de
lijst plaatsten. Eeu 10 tal personen
werd verder met den heer Laan aan
gewezen om een reglement voor de
nieuwe vereenigiug te ontwerpen
na de goedkeuring daarvan zal een
bestuur worden gekozen.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Loonregeling der stucadoors.
Mijnheer de Iiedacleur!
Het ingezonden stuk van „een stu
cadoor" in uw geacht blad van 15
Februari 1.1. wilden wij Diet beant
woorden. Nu echter het Bestuur der
Afdeoling Haarlem van den Ned. Stuc.
Bond in uw nummer van 17 Februari
1.1. \yèl den scherpen toon van den
inzender afkeurt, maar niet opkomt
tegen de onware voorstellingenwelke
hy liet publiek tracht te geven, ge
voelen wij ons genoodzaakt, u plaats
ruimte voor de onderstaande regelen
te verzoeken.
De stucadoorsgezellen hebben een
loonsverhooging gevraagd van drie
cent per uur. Zeker, ieder, die zijne
positie langs ordelijken en wettelijken
weg wil trachten te verbeteren, heeft
gelijk. Het publiek hebbe echter geen
medelijden met den slechten toe
stand der stucadoorsgezellen. Een flink
stucadoor verdient als knecht gemak
kelijk f 800 a f900 per jaar en soms
meer, een minder flink werkman zelfs
nog f 700 a f 800, Zulks is met be
wijzen te staven. Waarlijk, als de
arbeiders in andere vakken zóó be
taald werden, de sociale kwestie was
voor i.et grootste gedeelte opgelost.
Toch loonsverhooging! Dat zit nu
eenmaal in de lucht! De patroons,
wier positie in dezeu tyd tengevolge
der teugellooze concurrentie niet zoo
benijdenswaardig is, als de gezellen
wel meenen, willen toch de verhooging
toestaan, mits het betalen der zooge
naamde overuren en schafturen, waar-
ïd niet gewerkt wordt, vervalt, een
privilegie der gezellen, dat b. v. in
Amsterdam, waar de hier gevraagde
loonregeling is iDgevoerd, niet bestaat.
De voorstelling van dit voorrecht,
die de inzender aan het publiek tracht
te geven is niet juist. In den drukken
tyd, tusschen Pascheu en Pinksteren,
worden drie, het geheele jaar door
wordt één uur per dag meer betaald,
dan gewerkt is. Menigmaal moesten
wy van enkelen onzer cliënteele daar
over aanmerkingen of verwyten hoo-
ren en meermalen zelfs werd ons de
betaling dier overuren geweigerd. Is
het wonder, dat wy er"tegen opzien
de rekeningen te verhoogen, terwijl
deze grief blijft bestaan De werk
zaamheden zouden ontegenzeggelijk
minder worden, maar aan don strijd
om het bestaan, dien ook de bazen
moeten voeren, wordt gewoonlijk niet
gedacht. Die overuren zouden dienst
doen als zweepom het werkvolk tot
spoed aan to zettenOch kom, de
inzender gelooft zelf niet, wat by
schrijft, by weet wel, dat wy patroons
in dien drukken tyd allob niet eens
kunnen nagaanlaat staan opzwee-
pen. Maar de leelijkste insinuatie is
wel, dat wy onze klanten die over
uren dubbel zouden laten betalen. Zie,
Mynheer do Redacteur, zulke ver
dachtmakingen, neergeschreven zon
der eenig bewys, zulke sarrende en
onzinnige klanken verklaren het, waar
om vele patroons niet van een confe
rentie met de gezellen gediend zijn,
„zich te verheven achten, om tot hunue
knechts af te dalen" zooals de inzen
der alweder insinueert. Die miu nobele
handelwijze is, dunkt ons lynrechtin
stry'd met datgene, wat hy in het slot
van zyn betoog meedeeltDat de
volgende twee vragen door allen met
„neen" of in 't geheel niet zyn be
antwoord is alweer een onwaarheid.
De inzender zie de circulaires nog
maar eens na.
Wij hopeu, Mijnheer de Redacteur,
dat onze cliëutèie door dit schrijven
overtuigd zij van de ongegrondheid
der verdachtmakingen, welke de
kalme en bezadigde manier van
optreden des inzenders ons naar liet
hoofd slingert. Dit vooral was ons
doel.
Onder dankzegging voor de ver
leende plaatsruimte,
Hoogachtend,
Verscheidene patroons.
RECHTSZAKEN.
Poging tot moord.
Voor de Heerenveensche rechtbank
stond Donderdag terecht de 23-jarige
S. de Jong van Rotsterhaule, beschul
digd van poging tot moord op den
oudejaarsdag gepleegd op M. .Sappe
aldaar.
Meermalen hadden beiden ruzie eu
op 31 December ontmoetten zy el kan
per weer. S. was aan het grasmaaien
en zou, volgens De Jong, hem eerst
met een zeis gedreigd hebben. S. ont
kende ditDe Jong was op hem af
gekomen en had op een afstand van
circa 6 pas 4 revolverschoten op hem
gelost, een er van verwondde het
hoofd, de andere zyn rechterarm.
Dr. Van Schouwen oordeelde de
hoofdwonde niet levensgevaarlijk, zij
zou dat vrij zeker geweest zijn, als
de kogel het dunste gedeelte van den
schedel had geraakt. Na 8 dagen was
S. hersteld geweesthy klaagt echter
nog over drukking in het hoofd.
Niet minder dan 14 getuigen wer
den gehoord.
Het O. M. vorderde tegen De Jong
5 jaren gevangenisstraf. De ambts
halve verdediger mr. G. A. Visscher
oordeelde, dat in casu geen sprake
kon zyn van poging tot moord, daar
de wil om te dooden nergens was ge
bleken. Hy concludeerde iot vryspraak
of ontslag van rechtsvervolging.
GEitfENGD NIEUWS
Het proces-Zola.
Tot Donderdagmiddag tot voor
de belangwekkende sensatie-makende
verklaring van generaal Pellieux, was
allengs een vermindering van belang
stelling voor het merkwaardige proces
in Parijs waar te nemen. Nu is die
plotseling weer tot de hoogte van de
spanning en opwinding der eerste da
gen gestegen.
De verklaring van generaal Pel
lieux beeft zelfs eene bijeenkomst der
ministers tengevolge gehad. Zy ver
gaderden Donderdagavond in het
Elysée. onder voorzitterschap van pre
sident Faurc, om den toestand te be
spreken.
De conferentie duurde een half uur;
omtrent de genomen besluiten wordt
het stilzwijgen bewaard.
Van een nachtzitting is geen sprake
geweest.
De Figaro wijst op de belangrijk
heid der Donderdag gehouden zitting,
waarvan het onmogelijk is den juisten
omvang te berekeuen.
De S'oleil zegt, dat de menigte geen
sarcasmen genoeg heeft om de hou
ding der verdediging te veroordeeleu,
die generaals er toe' gebracht heeft te
zeggen, wat zij wilden verzwijgen en
daardoor wellicht een oorlog kan doen
ontstaan, waarvoor Zola alleen ver
antwoordelijk is.
De Aurore zegt: Tot weikon graad
van krankzini igheid is men aan den
generalen staf gekomen, om op deze
j wijze te bekenneu, dat de veroordee
ling van Dreyfus werd uitgesproken
zonder dat de rechters zyn schuld
hebben bewezenDit is ergerlijk
plichtverzuim of een zoo monsterach
tige dwaling, dal men zich afvraagt,
i waarmede dat kan worden veront-
jschuldigd. De waarheid komt thans
I duidelyk uit, en de dwaasheid van
!den generalen staf zou vermakelijk
jzijn door haar belachelijkheid, indien
zij niet zoo diep treurig was.
I Welke gesluierde dame ziet hier
Iweder achter?
Het Journal vraagt zich met on
rast af. weike ernstige gevolgen de
dag van Donderdag hebben zal. Een
soldaat is opgestaan, die tot zichzelf
gezegd heeft: „Welnu, als het leger
tot nog toe niet heeft kunnen spre
ken, als men het niet verdedigt, en
als in de weegschaal der justitie de
schaal van het leger ledig blijft
dan zal ik er myn onthullend woord
in werpen". Dat is de beteekenis van
het gewichtig incident, dat de geheele
zitting van gisteren beheersebt.
De Siècle zegt: De verklaringen
van generaal Pellieux vormen geen
bewijs tegen de verdediging.
De Radical vraagt zich af, waarom
meu die stukken niet eer heeft ver
toond.
De GauJois zegt, dat na het schrik
barend incident van Donderdag er
ten spoedigste een eind aan de zaak
moet komen. Er zyn nu genoeg woor
den, genoeg conclusies, genoeg rede
voeringen geweest.
De gebeurtenissen ir. de zitting van
Donderdag en het vooruitzicht op
nieuwe gebeurtenissen hadden dan
ook Vrydag veel publiek naar het
paleis van justitie doen opgaan. Langs
het hek van het paleis staat een lange
reeks straatslijpers, die wachten om
bun plaatsen in te nemen. De plaat
sen doen heden opgeld, de eerste
ryen worden verkocht voor 35 tot 40
francs, de volgende voor 15 tot 20
rans. Een honderdtal plaatsen wor
den op deze wijze verkocht, en toen
het publiek binnengelaten werd ble
ken er slechts zes plaatsen over te
zijn, die geen koopers gevonden had
den. In de salie des pas Peruus was
weinig toevloedde officieren, die als
getuigen worden opgeroepen kwamen
even voor twaalf uur aan, en werden
begroet door de personen, die ben
ontmoetten. Majoor Esterhazy en
mevrouw de Boulancy kwameu bin
nen door de deur van den Boulevard
du Palais. De majoor was vergezeld
door zyn advocaat Tezenas. Zola
verliet reeds ten 9 uur zijn huis in
de Rue de Bruxelles.
De zitting werd te 12 u. 5 min.
geopend. De president gaf bevel ge
neraal De Boisdeffre als getuige op
te roepenhij las daarna het steno-
graphische verslag van de verklarin
gen van generaal de Pellieux voor,
en vroeg aan den chef van den ge
neralen staf, wat deze hierop te zeg
gen heeft. De generaal De Boisdeifre
antwoordt „Ik bevestig op alle pun
ten de verklaring van generaal de
Pellieux, wat nauwkeurigheid en ge
loofwaardigheid betreft."
Boisdeffre weigert hieraan een
woord meer toe te voegen. Zich tot
de leden der jury wendend zegt hy:
„zoo de natie geen vertrouwen heeft
in de chefs van het leger, dan zyn
wij bereid aan anderen de zorg van
onze|verantwo jrdelykheid over te laten
Zich tot de leden der jury richtend,
zegt generaal Boisdeffre
„Gy zijt hier het volk, gy verte
genwoordigt het. Spreek u uit! Lang
durige beweging.
Dekreet „vive l'armée" en een luid
applaus weerklinken op het oogen-
bhk dat Boisdeffre de getuigenbank
verlaat.
De heer Labori vraagt of hy de Bois
deffre vrageu mag stellen.
De president zegt: Gy zult geen
vragen stellen!
Labori: Wat zegt gy?
De presidentIk zeg gy zult geene
vragenstellen. Laat een anderen ge
tuige voorkomen.
Ondanks de levendige protesten
van Labori, wordt Esterhazy voor
geroepen.
De president vraagt aan Labori
welke vragen hij stellen wil.
Labori weigert, zeggende dat hy
conclusies opstelt.
Daarna ondervraagt de president
zelf Esterhazynadat deze zyn ver
klaringen heeft afgelegd, dringt de
president er op aan, dat Labori vragen
zal stellen, ma-ar hy weigert die te
stellen, terwijl hy zijn conclusies op
stelt.
Esterhazy zeide en antwoordde op
de vraag van den president
„Die ellendige Mathieu Dreyfus
heeft my beschuldigd de dader te
zyn van de misdaad, door zijn broe
der begaan. Ik ben vrijgesproken. Ik
ben bereid te antwoorden op de vraag
der juryleden, maar dien lieden daar
weiger ik te antwoorden.
Esterhazy werd toegejuicht.
De president verzoekt daarop aan
Esterhazy plaats te willen nemen.
De zitting van bet hof blijft ander
half uur geschorst. Bij de hervatting
stelt Labori zyne conclusion betref
fende de weigering om de Boisdeffre
te hooren. De conclusiën zyn in scherpe
bewoordingen gekleed, hetgeen iemand
uit het publiek beantwoordt met op
een fluitje te blazen. Labori verlangt,
dat de Boisdeffre, de Pellieux en Es
terhazy opnieuw gehoord zullen wor
den. Op een gegeven oogenblik zegt
de president tot Labori, dat zijn taal
onbetamelijk is. Labori spreekt van
den man, die lijdt op het Duivels
eiland. Hy bezweert het hof zich te
plaatsen boven de menschen, die daar
brullen, want het vonnis zal gevolgen
hebben die niemand kan berekenen.
Het hof trekt zich terug in de raad
kamer.
In zyn conclusies zegt Labori o.
Aangezien er hier met name geen
aanleidiug is om te onderzoeken wat,
uit het oogpunt van recht en billijk
heid, rechterlijke praktijken waard
zyn die er toe leiden om aan officieren
toe te laten, alles te zeggen wat zij
over de zaak Dreyfus te zeggen heb
ben, zy het met sehendiug van liet
beroepsgeheim, terwijl aan de verdedi
ging het woord wordt geweigerd, het
geen inderdaad een rechtsweigering
De advocaat-generaal herinnert, dat
hy, het hof verzoekende niet toe te
staan, dat men over de zaken Drey
fus en Esterhazy zou spreken, al wal
er gebeurd is, 'heeft voorzien. Hy
heeft zich nu verder zegt hy
slechts achter zyn woorden te dekken
en zich ten overvloede op het hof te
beroepen.
Labori antwoordt: De generaals
zyn bier komen pleiten met hun uni
form en ridderorden aan
Er ontstaat rumoer, en dat houdt
aan. Men roeptGenoeg
De president valt Labori in de rede,
maar deze vervolgt en zegtMen ver
wijt ons, dat wy hier werken voor de
herziening van het proces Dreyfus,
maar men laat de generaals tegen de
herziening huu gang gaan. Zij, die
Esterhazy hebben vrijgesproken, zul
len er de verantwoordelijkheid voor
dragen.
In de Harlay-zaal wordt een
werkelijk indrukwekkende betooging
ter eere van generaal de Pellieux ge
houden. Een groot aantal advocaten
en andereu omringt hem. Men roept
Leve het legerDe toejuichingen
a orden onstuimig. De generaal drukt
de handen, die hem worden toege
stoken. Met moeite baant hy zich een
weg. Dan, zich tot de menschen rich
tende, zegt hy Op uw geestdriftige
betooging kan ik slechts antwoorden
met den kreet: Leve Frankrijk!
Iemand roept: Leve Zola! Hy
krygt een dracht slagen en moet zich
in de getuigenzaal terugtrekken.
Het publiek juicht daarna levendig
generaal de Lannes, hertog van Mon-
tebello, toe. Deze roept: Leve het
leger
Een commissaris van politie noo-
digt hem uit, ergens anders te maci-
festeeren.
Wat? antwoordt de generaal. Ik
ben de hertog van Montebello. MijD
grootvader, maarschalk Lannes is
gesneuveld op het slagveld, en men
zou my beletten Leve Frankrijk! te
roepen en mijn gevoel van veront
waardiging te uiten?
Na de hervatting van de zitting
leest d'e president de beschikking voor
waarbij het hof de conclusiën van
Labori verwerpt. In die beschikking
beet liet, dat met reden het woord
geweigerd is aan den verdediger, die
aan de generaals de Boisdeffre en de
Pellieux vragen wilde stellen over
een geval, dat iu betrekking staat
tot het proces Dreyfus, terwyl een
beschikking van het hof verboden
heeft te spreken. Voorts luidt de be
schikking, dat Esterhazy gehoord zal
worden, als er aanleiding toe is.
Clémenceau verzoekt, dat men me
vrouw de Boulancy beseherme om in
de zaal te komen.
De president: Dat gaat het hof
niet aan.
De advocaat-generaalMevrouw de
Boulaucy zal beschermd worden als
ieder ander.
Picquart wordt teruggeroepen. Ant
woordende op vragen van den verde
diger zegt hijKolonel Henry heeft
hier getuigd, dat het dossier,'dat ik
met Leblois doorzocht zou hebben,
alleen uit de brandkast is gehaald,
opdat Gribelin het mij overhandigen
zou. Welnu, ik zeg, dat het dossier,
er uit is gehaald tusschen December
1894 en den tijd, waarin men beweert
dat 'ik het met Leblois doorzocht,
hetgeen ik tegenspreek. Op het oogen
blik. dat men Esterhazy begon te
verdenken getuigt Picquart nog
kwam een stuk, dat bem kon vry
pleiten, op het ministerie van oorlog.
Welnu, dat stuk kan beschouwd wor
den als een valsch stuk.
LaboriOver welk stuk spreekt gy
Picquart: Over het stuk. waarvan
gisteren generaal de Pellieux sprak.
Generaal Gonse. die nu voorkomt,
houdt de echtheid van dat stuk vol.
Clémenceau deelt mede, dat mevrouw
de Boulancy niet voor lieden kan
verschijnen.
Esterhazy wordt voorgeroepen. Hy
weigert Labori te antwoorden, i Ap
plaus)...
Clémenceau stelt bem nu een aan
tal vragen, o.a. over mevrouw de
Boulancy, maar Esterhazy doet alsof
hy hem "niet hoort.
In de zaal heerseht groote ontroe-
riug. Esterhazy schynt hevig verbol
gen. Men vreest een ernstig" voorval.
Na niet minder dan honderd vragen
gesteld, zonder antwoord gekregen
te hebben, vraagt Clémenceau ten
slotte of Esterhazy niet in betrekking
gestaan heeft tot kolonel von Sch« artz-
koppen.
De president zegt echter, dat de
vraag niet gesteld zal worden, aau-
gezien boven alles de eer van het
leger en de veiligheid van het land
staan. (Donderend applaus. Er klin
ken braVo's. Men roept: Ontneem
liern het woordDe president^gelast
dou man, die dat geroepen heeft, zich
to verwijderen. Eu het wordt weer
kalm).
Esterhazy verlaat de plaats der ge
tuigen zonder dat een woord over zyn
ilppen is gekomen.
De president heft om haifvyf de
zitting op.
Zoodra de eerste officier uit het
paleis van justitie komt, verheft zie!;
een ontzaglijk geschreeuw. Men roept:
Leve hei legerDe menschen komen
uit alle huizen geluopeu, en de place
Harlay vult zich. Alle officieren wor
den toegejuicht. Aan de Pellieux, die
blootshoofds de trappen afdaalt, wordt
een luide betooging gebracht. Ester
hazy komt in gezelschap van Guérin
de trappen af.
De kreten vanLeve liet leger
vermengen zich met die vanDood
aan de joden! Meer dan vijfhonderd
mensehen dringen op naar de trappen
van het paleis. Er zijn verscheiden
Israëlieten, die willen protesteëren,
waaruit een gevecht ontstaat. Aan een
Israëliet ontrukt men zyn heed en by
(de man of de hoed raakt onder
den voet, al roependA mortA
"eau! De republikeinsche garden moe
ten het voorplein schoonvegen. De
menigte trekt zich terug, de officie
ren toejuichend eu al roepende: Con-
spuez Zola! Men zingt de Marseil
laise.
Verscheidene personen worden ge
arresteerd. maar weer losgelaten.
Zola verlaat het paleis om half zes.
Zyn vertrek wordt begroet met een
volle laag van gefluit. Zyn rijtuig
gaat voorbij een reeks politieagenten,
die op de quai des Orfèvres waaier
vormig zyn opgesteld. Op den pont
St. Michel wil de menigte zich op
het rytuig werpen, maar de agenten
houden de menschen tegen, hetgeen
op een kloppartij uitloopt.
Vrouwelijke schermsters.
Alle „welopgevoede" Spaansche
meisjes leeren reeds in hare prille
jeugd met don degen omgaan, en aan
deze oefening danken zy hare fraaie
houdingen, haren zwevenden gang.
Ook in Frankrijk behoort hetban-
teeren der wapenen by jonge dames
in de hoogere kringen tot de vereischte
kundigheden op het leerprogramma.
Te Parys bestaan meer dan SO
schermzalen met meer of minder be
roemde meesters. Deze hebben ook
afzonderlijke damescursussen.
Onlangs openden, in overeenstem
ming met de toenemende vrouwenbe
weging. ook verscheidene vrouwen
dergelijke inrichtingen van onderwijs
afzonderlijk voor het vrouwelijk ge
slacht, waarop door leeraars en leer-
aressen ouderwijs wordt gegeven in
het vechten met stoot- en houwwa-
pens, alsook in de gymnastiek. In
Frankrijk zyn reeds verscheidene le
den van het schoone geslacht zóo
vertrouwd geraakt met degen, sabel
en pistool, dat zy reeds gevraagd
hebben openbare voorstellingen daar
in te geven en tegenwoordig moeten
wel twaalf zulke kundige dames Euro
pa rondreizen, deels om wapen-onder
wijs te geven, deels om openbare
voorstellingen op het touw te zetten.
Mijnongeluk.
Tot nu toe zijn nog slechts 33 lyken
van mijnwerkers uit de' brandende
mijn „Vereinigte Carolinenglüefe" te
Hamme bij Boclium opgehaald. Onge
veer 30 zwaar gewonden worden in
het ziekenhuis verpleegd, maar er moe
ten nog een veertigtal in de myn wezen
en dezen zijn in elk geval reddeloos
verloren, zoodal het geheel aantal
meuschenlevens dat bij die ontzettende
ramp te betreuren is, meer dan zestig
moet bedragen.
Een zonderling gevolg van deEngel-
sche wet, die de verbreking van trouw
belofte straft met. het opleggen van
schadevergoeding, is in het stadje
Cheltenham voorgekomen.
BJen jonge arts, die tijdens zyn
engagement tot de ontdekking kwam,
dat hy zich in de qualiteiten van zyn
verloofde vergist had, wilde gaarne
van het huwelijk verschoond blijven,
maar geen booge geldsom betalen.
Daarom nam hy het practisch ge
bleken middel te baat, krankzinnig
heid te veinzen. Hij schreef allerlei
malle brieven, zond geschenken zoo
als doode muizen, bundeltjes stroo en
dergelijke dingen.
Het gevolg was, dat de jonge dame
de verloving verbrak en de man plot
seling zyn verstand terug kreeg.
Een wandelaar op zee.
Kapitein William Oldrieve, van
Boston, heeft het echt Amerikaan-
scbe pian opgevat, om in gezelschap
van kapitein Andrews, die zich reeds
door zyn tocht over den Oceaan in
een zeer klein bootje naam heeft ge
maakt, den volgenden zomer te voet
over zee een tocht uaar Engeland te
maken.
De „zeeschoenen", waarmee Oldrieve
over het water zal wandelen, zijn van
cederhout gemaakt, vijf voet lang en
hebben aan eiken kant zes gemakke
lijke beweegbare over elkaar schui
vende plaatjes op de wyze als dat by
vischviunen het geval is, welke bij
de voorwaartscbe beweging over el
kaar schuiven en by het afzetten van
den voet zich verspreiden en het
water met kracht terugdringen, ten
gevolge waarvan eeu vry groote snel
heid van beweging mogelijk wordt.
De merkwaardige schoenen zijn op
zich zelf zeer licht, doch kunnen op
het water weerstand bieden aan een
gewicht van 70 tot 75 KG. Een com
pleet gummicostuum beschut de zee-
loopers voor de gevolgen, die een al
te dikwijls herhaalde innige aanraking
met het uatte element na zich zou
slepen.
Kapitein Oldrieve heeft de deugde
lijkheid van zyn zeeschoenen het vorige
jaar reeds herhaaldelijk door het
nemen van proeven bewezen. Eens
is hij de Niagara-rivier overgestoken,
drie mijlen boven den beroemden
waterval, een anderen keer wandelde
hij ten aauschouwe van eeu groote
verbaasde menigte op het water van
de haven te Boston. Oldrieve loopt
even gemakkelijk op het water als op
het dek van een stoomschip, zegt een
Amerikaansch blad.
De ramp der „Maine".
Het opzienwekkende bericht, dat
de duiker die de huid van de Maine
onderzocht, een gat bij de kiel van
bet schip ontdekt zou hebben, kan
het vermoeden dat een torpedo de
eerste ontploffing veroorzaakt, heeft,
versterken, maar bewijzen kan. het
niets. Men moet nadere bijzonderheden
afwachteu. Ernstiger zou het geval
zyn, indien geconstateerd werd dat;
de platen van het schip naar binnen
gebogen waren, in den omtrek van
het gat. Op zichzelf genomen, kan
het bestaan van een scheur ot" gat
iu een der platen zeer goed verklaard
worden uit een toevallige ontploffiug
binnen-in het schip. De Maine had,
volgens de ambtelijke opgaven, 25.000
K.G. kruit in haar voorste magazijn.
Een daarbij liggende ruimte bevatte
granaten met 4250 K.G. kruit, ter
wijl de acht torpedo's midscheeps ge
legen, met 4oO K.G. nat schietkatoeu
geladen waren. Om het voorste kruit
magazijn been waren steenkolen ge
stuwd. Zelfontbranding vandiekoleu
heeft echter wegens de soort van de
steenkool (volgens deskundigen) niet
kunnen plaats hebben. Kapitein xSigs-
bee is geneigd de eerste oorzaak van
het onheil te zoeken in een gebrek
aan een dynamo: dit is echter ook
maar een hypothese.
Admiraal Mantevola te Havana heeft
kapitein Öigsbee verzocht, getuigenis
af te leggen voor eeu militairen rech
ter. Het is wel noodig de feiten vast
te stellen, voor zoover mogelijk is,
want de geruchten zyn vele: iemaud
wil ook gezien hebben, dat vlak voor
de ontploffing een waterzuil naast de
Maine is opgerezen, 't geen natuur
lijk weer aan een ouderzeesche uit
barsting moet doen denken.
De Maine ligt in 28 voet water;
eeu van de masten en de bovenkan
ten van twee schoorsteenen zijn zicht
baar. Het schip is overigens grooten-
deels uiteengeslagen en de ketels zyn
gesprongen. De gewonden zyn grooten-
deels verschrikkelijk toegetakeld. Er
zyn nog verscheiden gestorven, zoo
dat het aantal dooden thans 260 be
draagt, terwij! 90 gewonden in het
hospitaal verpleegd worden.
Calearium.
Men schryft ons
Wie heeft zich niet maar al te dik-
wjjls geërgerd aan het afgeven van
de gewitte wanden.
Welke nette huismoeder ziet niet
jaarlijks met klimmend verdriet eu
ergernis de versieringen van plafonds,
schoorsteenen eu wanden meer eu
meer onder eene dikke kalklaag ver
anderen in onkenbare vormen.
Wat een getob en smeerboel dat
jaarlijks overwitten
Voor goed gevulde beurzen is er
raad op gevonden, en meer en meer
komt de schilder hen van al die be
slommeringen en verdrietelijkheden
bevrijden. Maar helaas, die goed ge
vulde beurzen zyn by de groote me
nigte niet te vinden zy zou zich dus
by de oude toestanden moeten neer
leggen en berusten, wanneer niet het
middel gevonden was, om hetzelfde
doel t.e bereiken, tot kosten die binnen
ieders bereik vallen.
Iu den laatsten tyd toch wordt ia
den handel gebracht een waterverf,
die onder den naam van Calearium
in Engeland en zyne koloniën, en in
onze Oost-Indische bezittingen reeds
verscheidene jaren op groote schaal
wordt toegepast.
Het is een weinig kostbare silicaat-
verf, die eene dunne zeer harde laag
vormt en bestand is tegen af wasschen
en niet afgeeft. Plafonds en wanden
eenmaal met Calearium behandeld,
behoeven jaarlijks slechts afgewas-
scben te worden, tol na drie of meer
jaren eene nieuwe behandeling r.oo-
dig blykt.
De voorschriften omtrent de beliau-
delinz zyn eenvoudig, en waar deze
goed opgevolgd worden is het succes
verzekerd. Elke stucadoor en gewone
schildersknecht kan er mede terecht.
Het wordt in 48 standaard kleuren
verkocht, waarmede men door ver
menging tal van nuances kan maken.
Met een weinig smaak in de keuze
van kleuren, krygt men verrassende
uitkomsten, terwyl door middel van
schabionen alle mogelijke versieringen
op onkostbare wijze kunnen worden
aangebracht.
Personen die mei hun tyd geen
raad weten nemen zelf kwast, pen
seel en schablone ter hand. en zullea
het inwendige hunner woningen met
zelfvoldoening een frisch, gezellig aan
zien geven.
Voor groote gezelscbapslokalen,
Sociëteiten, Schouwburgen, scholen,
ziekeninrichtingen, weeshuizen, hotels
enz. verdient het ten zeerste aanbe
veling. In het Brongebouw. lietKur-
haus van de llaarlemsché Siaalwa-
terbron, wordt liet in het groot toe
gepast eu kan een ieder zich van de
deugdelijkheid en geringe kosten over
tuigen.
Ongetwijfeld zal het Calearium
zich spoedig ook iu ons land eene
welverdiende reputatie verwerven.
Nu overal de schoonmaak op handen
is, kunnen proefnemingon ten zeerste
worden aanbevolen, zooals ons uit
attesten van verschillende architecten
en bestuurders gebleken is.
VARIA
Brutaal.
Bedelaar„Myn mend vertelt mij,
dat u hem eeri stuiver hebt gegeven,
omdat hy maar één been had!"
Heer: „Dat is zoo!"
Bedelaar: „Geeft u my dan een
dubbeltje, want ik heb er twee!"
Onze dienstboden.
(Mynheer komt even in de keuken
om zyn handen te wasschen.)
De keukenprinses Myubeer ik heb
er niets op tegen dat je in de keuken
komt, maar dan verzoek ik je behoor
lijk te kloppen. Hier is 't myn de
partement
[Historisch.)