Dcemd "Tehuis" te hebben verlaten,'
aldaar gedurende een week als nood
hulp-keukenmeid in betrekking is ge
weest. Alle nasporingen omtrent de
identiteit dezer vrouw, die betref
fende baar geboorteplaats en verle
den 2eer verwarde opgaven doet, welke
bÜ onderzoek alle blijken onwaar te
zjjn, en die den indruk geeft, alsof
zy haar verleden wil verborgen hon
den, zjjn tot nu toe vruchteloos ge
bleven.
In overleg met den consul-generaal
te Londen verzoekt de commissaris
van politie te Groningen nadere in
lichtingen.
Koloniën.
Ba.ta.via., 25 Januari.
Atjeh.
Aan uit Kota-Radja omvangen tele
grammen wordt in de Jav. Ct. het
volgende ontleend
De colonne onder bevel van den
luitenant-kolonel Krull bracht den
nacht van 20 op 21 dezer rustig door
in de kampong Datar Tjoet en rukte
den 21sten 's ochtends om 7 uur op
naar Pantja (gelegen omstreeks acht
kilometers ten Zuidwesten van Reung-
Renng) waarheen T. Oemar was uit
geweken.
Om half negen werd de colonne
licht beschoten door een bende van
15 man en later vielen op grooten
afstand nog enkele schoten. Om half
zes in den namiddag werd Pantja
bereikt, waar het bivonak betrokken
werd. De bevolking was grootendeels
gevlucht, doch van de achtergebleven
Atjehers werd vernomen,dat T. Oemar
dien ochtend om zes uur naar Padang
Tidji (7 Moekims Pedir) was afge
trokken.
De gezondheidstoestand der troepen
was gunstig.
Den volgeudeu ochtend om halt
acht rukte de colonne tot aanvaar
ding van den terugmarsch naar Seli-
moen van Pantja op naar Reung-
Reucg, waarheen de civiele en mili
taire gouverneur van uit .^elimoen
zich 's middags om half één met een
peloton cavalerie begaf tot opneming
van den stand van zaken.
De colonne werd op den terug
marsch nu en dan op grooten afstand
beschoten voorbij Renng-Reung, dat
om half twaalf bereikt werd, geraakte
de colonne in gevecht met benden
van Tengkoe Beb, die zich in de
mesigit Beram genesteld hadden.
De vijand werd daaruit verdreven,
waarbij licht gewond werd de inlan-
sche fuselier Artiman (alg. stb. no.
47413)de steenen muren der mesigit
werden met dynamiet vernield.
"Wegens vermoeidheid der troepen
en van den daarbij behoorenden trein
werd niet doorgemarcheerd van Seli-
moeu, maar om half vijf in den na
middag het bivouak betrokken bij Em-
pee Tengah de civiele en militaire
Gouverneur keerde met zijn peloton
cavalerie naar Belimoen en den vol
genden dag naar Kota-Radja terug.
Volgens berichten van hoofden uit
Djantoi. die naar Selimoen kwamen,
heeft de vijand op 20 dezer bij het
verdrijven van de benden van T.
Oemar uit Djantoi, zware verliezen
geledenaan onze zijde werden toen
gewond niet levensgevaarlijk de
Europeesche korporaal der infanterie
Melanuj. (alg. st. no. 34583», zwaar
de Aoiboineesche fuseliers Paat (alg.
sr. no. 36067) en Sabandar (alg. st.
no. 51734) en licht de Amboineesche
fuselier Linkong (alg. st. no. 46857).
Ernstige brand in Pasoeroean-
Volgens van den resident van Pa
soeroean ontvangen telegrammen zijn
in den middag vau 20 dezer de be-
laDgriike dessa's Tambakau Kalieau-
far. Bsak Lor eu Kalieuiatti, gele
gen op korten afstand van de hoofd
plaats Bangil, grootendeels verbrand.
Voor zoover bekend, vallen geen
menschenlevens te betreuren, doch
634 groote en kleine huizen, deels
van steen, deels van inlandsche ma
terialen gebouwd, zijn verbrand, ter
wijl van het huisraad weinig gered
is kunnen worden en ook veel zilver
geld versmolten is.
De geleden schade was bij de af
zending van het bericht nog niet te
schatten, dewijl met de opneming
daarvan eenige dagen gemoeid zouden
zijn.
Middelen waren beraamd, om in de
behoefte aan voedingsmiddelen voor
de behoeftigen te voorzien.
De oorzaak van den brand is nog
niet bekendhet blusschen was
door hevige wervelwinden onmogelijk.
(B. N.)
Bijzonderheden omtrent de
ramp te Amboina.
Het volgend uittreksel vrerd aan de
Loc. toegezonden nit een met potlood
geschreven brief van een der landsdie
naren te Ambon, welk schrijven (dd.
Ambon 7 JaD. 's avonds) den 12en
Januari met het gouvernements-stoom-
schip „Arend" te Makassar is aan
gebracht.
Het was plm. 20 minuten over één
gisterenmiddag toen de aarde golfde
en schudde dat men niet kon blijven
staan. Mijn vrouw was alleen thuis
in de achtergalerij. Zij wilde weg-
loopen naar het erf naast de achterga
lerij, doch werd door het vallen van
een balk bijna verhinderd; de bedien
den kwamen haar helpen en trokken
haar juist op het alleruiterste moment
nog weg, zoodat zy door het vallen
en door het in aanraking komen met
steenen, balken, buffet, kast, enz. wel
eenige flinke kneuzingen heeft op-
geloopen, doch toch gelukkig gered is.
Ik was op dat oogenblik op het
bureau. Ik was achter een schutsel,
dat één pas van de deur verwijderd
was, maar kon niet bij de deur komen.
Ik lag op dat moment met mijn schrij
vers op een hoop te spartelen, onder
elkander, en over stoeleu, schutsel,
enz. Naast mij viel een colossaal groote
en zware archiefkast, gevuld met
veel archiefstukken omver. De mm en
en daken scheurden en kraakten, dat
hooren en zien verging. Doch einde
lijk kwamen wy er met schrammen
en blauwe plekken uit te voorschijn.
De ramp is ontzettend en gaat alle
beschrijvingen van vroegere aardbe
vingen, met weinige uitzonderingen,
te boven. Gelukkig dat er geen vloed
golf of aardspleten zijn geweest.
Daarvoor zijn wjj echter nu het meeste
bang. Vele huizen zijn ingestort en
meest alle overige zoo zwaar bescha
digd, dat zij onbewoonbaar zyn. Een
massa inboedels zyn vernield, ook in
dejiuizen, die zijn blijven staan. Vele
putten z\jn ingestort of het water
onbruikbaar. Toko's ingestort en ma
gazijnen of bergplaatsen van levens
middelen ook ingevallen. Meubilair is
by een ieder als het ware verbrijzeld.
Wy zyn nu zoo arm als Job en zyn
in bivak gelegerd op den aloon-aloon.
Ons huisje is er nog vry goed afge
komen, doch de inboedel lag over en
door elkander als by iedereen. Gewone
breede ot platte kisten, die op den
vloer stonden zyn omgevallen, som
mige spiegels of schilderijen zyn ge
heel omgekeerd, met het glas naar
den wand. Dit kan u een klein idee
geven van de beweging.
De voorboden van den noodlottigen
dag waten; drukkende warmte is de
laatste dagen, zware rukwinden en
gistermiddag omstreeks half twaalf
kleine schokken by vrij lange tus-
schenpoozen en regenbuien en daarop
volgde om een uur twintig minuten
de zware schok, op vele plaatsen
scheuringen in den grond makende.
De beweging ging gepaard met zwaren
regen.
Myn vrouw was met de bedienden
zoo bang, dat zy blootsvoets door den
regen naar het bureau kwam, juist
op het oogenblik, dat ik my er uit
had gewerkt.
Alles liep zoodra mogelijk naa rbui
ten,naar het open veld. Met mijn vrouw
liep ik naar hnis, maar kon er niet
inkomen, zoodat wy evenals de ande
ren buiten in den regen bleven staan
afwachten de dingen, die komen zou
den.
Zoo zyn wy doornat blijven rond-
loopen zonder eten of drinkeu, enz.
Tegen den avond kalmeerde alles wat.
In 'ion afgeloopen nacht natuurlyk
niets kannen slapen: het regende en
schudde af en toe flink.
De commandant van den gouver-
nements-stoomer „Arend", Van der
Ham, heeft voor ons een tent van
zeilen laten opslaan en ons aan wat
eten en drinken geholpen. By liet
groote ongeluk zijn wij er op dit
oogenblik nog goed afgekomen. Alle
officieren en hun gezinnen zyn onge
deerd gebleven. Als er nu maar vivres
komen en vloedgolven en aardscheu-
riagen wegblijven.
Mevrouw Engelsman heeft aan den
eenen arm twee breuken en aap den
anderen arm een breuk met een zwa
re kneuzing. Gelukkig is heden alles
gezet en is er niet direct gevaar.
Haar man (kaptein van de Camphuis)
is op reis. Wy zorgen nu voor haar
en haar drie kinderen.
Op de enveloppe stond geschreven
„De nacht van T
voorbijgegaan,
straks."
op 8 Januari goed
De „Arend" vertrekt
Sport en Wedstrijden.
Jaap Eden.
Jaap Eden heeft aan een zijner
vrienden een schrijven gericht, waar
van aan de Fiets welwillend inzage
is verleend
Zooals afgesproken, heb ik
je raad gevolgd om óf direct met Tom
Eek mede te gaan voor een paar
maanden öf wel na 15 September, dus
na afloop der Hollandsclie feesten en
do wereldkampioenschappen te Wee-
nen. Ik heb nu met Tom Eek afge
sloten voor 4 maanden, waarvan n.g.
2 maanden afgaan voor reizen en
traineeren. Den 26n Maart vertrek ik
met Piëtte eu den Oen Juni ben ik
weer terug. Ik hoop dan volop in
conditie te zyn en kan dan het goede
seizoen in Europa nog medemaken.
Ik denk dit jaar vooral in Duitsch-
land uit te komen. Bepaald ryd ikin
Holland mede, als daar het kampioen
schap van Europa gereden wordt op
3 en 4 Sept. En ik ga ook zeker naar
Weenen voor de wereldkampioen-
„Tom Eek heeft al mijne condities
aangenomen. Je zult dus zeker ook
wel vinden, dat ik er niet dom aan
doe om hem te volgen.
„Eerst gaan we naar Newyork en
van daar naar het zuiden van Noord-
Amerika.
„De 4 maanden, dat ik in Amerika
uitkom, zal ik „Spalding" ryden. Als
ik in Europa terug ben, weet ik nog
niet welke kar ik neem."
Harddraven.
De eerste courses op de baan van
de vereeniging 't Oude Slot te Heem
stede zyn vastgesteld op 30 Maart
d. s. Zij zullen bestaan uit: lo. een
handicap-harddraverij voor paarden
van alle landen en rassen, minimum
afstand 2600 Meter; 2o. een idem
over een minimum afstand van 3600
M.; 3o. een harddraverij voor paarden
geboren in 1895, over een afstand van
1800 Meter; 4o. een hitten wedren
5o. een hitten-handicap-harddravery
over een minimum afstand van 1400
Meter6o. een idem over een minimum
afstand van 2800 Meter.
RECHTSZAKEN.
Hendrik de Jong.
Meermalen heeft men met betrek
king tot Hendrik de Jong, gevraagd
of hy niet zou lyden aan grootheids
waanzin, of althans zijn geestvermo
gens eenigszins gekrenkt zouden zyn.
In verband daarmede is wel opmer
kelijk wat Dinsdag voor het hof te
Arnhem door den verdediger van De
Jong werd meegedeeld. Mr. Aberson
had nl. in tweede instantie doen dag
vaarden als getuige a décharge De
Jong's broeder, te Arnhem woonach
tig. Deze kon echter niet verschijnen,
omdat hy juist voor eenige dagen
naar het krankzinnigengesticht te
Zutfen was overgebracht. De verde
diger vestigde hierop de aandacht van
het hof.
Een vroolyk clubje, zeven .jonge
mannen en twee meisjes, kwam in
den avond van Zondag 2 Januari uit
de „Biergrot" in de Passage te 's Gra-
venhage. Zonder eenige kwade bedoe
ling werden een paar licht beschon
ken personen tegen het lyf geloopen,
of volgens anderen - liepen zy
een paar jongens van het troepje
tegen het lijf, in elk geval er volgde
een vechtpartij, waarby van weers
kanten klappen vielen. Daarby bleef
het echter niet. Een der mannen, die
zyn kameraad klappen zag krijgen,
trok een zakmes en bracht daarmede
twee der jongens gevaarlijke mes
steken toe iD de linkerborst en buik-
streek, die in het militair hospitaal
werden verbonden.
De beide mannen hadden zich Don
derdag voor de Haagscbe rechtbank er iets aantrekkelijks in de smart,
te verantwoorden. Volgens den off. geleden voor een ideaal. Toch is hy
van gezondheid die de eerste hulp j rechtvaardig vernietigd door de groote
had verleend waren de wonden zeer i wet van het openbaar welzijn, die zoo
ernstig geweest. De man die gestoken dikwyls moet zyn aangeroepen door
had ontkende. Hy beweerde in drift
om zich heen te hebben geslagen met
het knipmesje. Door getuigen werd
dit echter uitdrukkelijk tegengespro
ken.
Bubst.-officier van justitie, jhr. mr.
Van den Brandeler, wees op de toe
nemende onveiligheid in de straten
der residentie door de roekeloosheid
van het opkomende geslacht Meer
dan noodig achtte by het, dat aan die
ergerlijke straattooneelen paal en perk
wordt gesteld.
Gevorderd werd voor den man die
gestoken had 10 maanden gevange
nisstraf en voor den anderen beklaagde
f5 boete.
GEMENGD NIEUWS
Proces—Zola.
Het telegram, hetwelk vermeldde,
dat Zola na de uitspraak der jury
zou hebben verklaard geen cassatie
van het vonnis aan te teekenen,
schijnt onjuist te zyn geweest, öf hy
is van gedachten veranderd. Hoe het
zy, nu is gebleken, dat het gerucht
dat mr. Labori een aanvraag tot voor
ziening in cassatie heeft ingediend,
■juist is. Heden zou eene nieuwe aan
vraag tot dezelfde voorziening wor
den ingediend uit naam van den
gérant der Aurore
De vragen, welke de jury in het
proces Woensdag te beantwoorden
had, waren de volgende
lo. Is Perreux schuldig aan het
feit, minder dan drie maanden (ver
jaringstermijn van smaadschrift van
dezen aard) geleden, het misdrijf van
openbaar smaadschrift gepleegd te
hebben tegen den krijgsraad van
Parijs, die den lOen en llen Januari
1898 zitting hebben gehouden,
door in een blad, gedateerd 13 Januari
1898, waarvan hy de directeur is en
dat hy in die hoedanigheid heeft ge-
tcekend, een artikel te hebben opge
nomen onder het opschriftBrief aan
den heer President der Republiek, en
onderteekend: Zola?
2o. Is Zola schuldig terzelfder tijd
en plaatse bovenvermeld delict te
hebben begaan
De jury beantwoordde beide vra
gen met ja; blijkbaar niet eenstem
mig. Er is viermaal schriftelijk ge
sterad. Men zegt dat de gezworenen
herhaaldelijk gevraagd hebben, dat
er vuur in hun kamer zou worden
aangelegd en dat hun voorzitter de
stembriefjes dadelijk verbrand heeft.
Geen hunner heeft gedurende dit ge-
heele proces een mond open gedaan;
„touche-close" na „huis clos". In
particuliere gesprekken heeft niemand
iets uit hen kunnen krijgen. En de
stembriefjes zyn verbrand.
Het Hof heeft daarop de straf be
paald, voor Zola het maximum van
gevangenis en boete; voor Perreux
het maximum van de boete alleen en
vier maanden gevangenis.
De gevangenis Bainte-Pélagie zal
dus weldra Zola herbergen. De toe
passing der straf is niet hardpoli
tieke gevangenen hebben er een goede
kamer, die zy zelf kunnen meubilee-
ren. Zij eten wat zy willen, mogen
op gezette tijden gasten ontvangen
en den arbeid verrichten dien zij wil
len. Wy herinneren bovendien aan,
wat Zola zeide op den dag, dat-zijn
proces begon: „De gevangenis zal
my in zekere mate myn vrijheid
teruggeven. Ik zal er mijn arbeid
kunneD hervatten in de rust en de
eenzaamheid, die ik in den laatsten
tijd maar al te zeer heb gemist."
Na afloop van de zitting hebben
een groot aantal arrestaties plaats
gehadeen dertigtal op den Pont
aux Changes en een twaalftal inden
omtrek van het Paleis van Justitie,
alle wegens de weigering om door te
loopen. Een zekere Alexandre Nael
werd gevangen genomen, wyl hy ge
roepen hadWeg met Frankrijk
Leve Zola!" Hy is de eenige dien
men gehouden heeft.
Verder laten wij korte uittreksels
volgen uit de artikelen in de Pa-
rysche bladen over het vonnis.
De Figaro zegt, dat Zola het
slachtoffer
degenen, die om hen geschaard waren.
De RadicalNiet Zola treft dit
vonnis dat hy verwachtte en begeerde;
hy heeft het land de waarheid toege
schreeuwd. Doch de menigte, bedro
gen door een lage pers, heeft niet
willen hooren, en de jury, verschrikt
door de bedreigingen vau "allerlei aard,
heeft de meening van het grauw ge
volgd. De waarheid echter heeft het
innerlijk gevoel van allo eerlijke men
schen voor zich.
De So'leilDe schrijver van La Deba
cle beeft zich geopenbaard als de
Geest van het Kwaad der maatschap
py. Het vonnis getuigt van eerlijk
heid, gezond verstand en vaderlands
liefde.
De Oaulois: Zola is zwaar gestraft,
maar hy kan ditmaal niet de bevoegd-
beid en bet gezag der rechters ont
kennen, die door hom te veroordeelen
bet vonnis van don eersten krijgs
raad bevestigden, want hy koos hen
zelf.
En nu deze droevige slag geleverd
is, mogen er geen overwinuaars en
geen overwonnenen meer zijn. Daar in
de minderheid die de revisie eischt,
de intellectueelen de leidende groep
vormen, rekenen wy op hen om den
fakkel te blusschen dien zy onvoor
zichtig hebben ontstoken.
De president van het Consistorie
en de Opperrabbijn van Frankrijk
zyn aangewezen om den vrede te pre
diken en hnnne geloofsgenooten te
verzoenen.
Het Journal registreert met vol
doening dit vonnis, niet uit baat, noch
uit hartstocht, maar uit vaderlands
liefde. Wij zyn verheugd met deze
oplossing, omdat bij zoo noodig was
voor de eer van het land en van het
leger.
De Aurore zegt, dat boete noch
gevangenisstraf hem zullen terughou
den. Zola heeft gewild, dat hetgeen
gedurende de vijftien dagen der zit
ting is bekend geworden, in het open
baar zou worden gezegd. Hy heeft
gewild dat de leugens werden aan
den dag gebracht, en dat de openbare
meening zich zou bezighouden met
het dubbele proces legen Dreyfus eu
tegen Esterhazy, dat men door een
dubbele geheimhouding had trachten
te onttrekken aan de vrye bespreking.
De Petite Républigue: De jury kon
hem niet vrijspreken. Er waren, om
te ontkomen aan den invloed die op
de leden werd geoefend, menschen
met bovenmenschelyke gaven noodig
geweest. De juryleden zyn beurtelings
bedreigd met ondergang en plunde
ring iudien zij hem vrijspraken en
gepaaid met de meest voriokkeude be
loften indien zij hem veroordeelden.
Libre ParoleHet openbaar gewe
ten heeft een begin van voldoening
gekregen door de veroordeeling van
Zola. Het land zal dankbaar weten
te zyn aan de 12 brave mannen, die
moedig, flink, vastberaden hun plicht
hebben weten te doen, onder alle
Franscheu. Nu moet men ook de
hoofden en de bankiers van het syn
dicaat naar Mazas zenden.
De SiècleDe jury die Zo'a ver
oordeeld heeft, heeft de sleutels van
de Burgermaatschappij in handen ge
legd van de generaals De Boisdeffre
en Pellieux. Maar er blyven nog vrije
burgers over, die hen desavoueeren,
en wy zullen, tegenover hnn brutale
opgeblazenheid de burgers samen
brengen, die meenen dat de Republiek
niet moet worden overgeleverd aan
priesters en generaals.
Dit blad bevat bovendien nog het
volgende belangrijke bericht.
„Commandant Esterhazy schreef
het borderelhy heeft het my zelf
verklaard, er bijvoegende dat by het
schreef op bevel en dat hij door zyn
chefs beschermd zal worden."
Ik verklaar op de meest formeele
wyze, dat deze mededeeling my, meer
dan eens is gedaan door den heer
Possien, redacteur aan de Jour, en
die dus bijgevolg niet verdacht kan
worden van vijandige gezindheid ten
opzichte van commandant Esterhazy.
Ik ken de loyauteit van den heer
Possienhy zal inij niet tegenspreken.
DÉSIRÉ MAGNIEN.
is alles! Maar helden zyn ook zoo
zeldzaam
De Lanleine: Eerbied voor de
jury, welke beslissing zy ook geno
men heeft! In de algemeene verwar
ring der geesten, te midden van het
moreele en intellectueele gewirwar,
dat om ons is ontketend, moeten wij
tegen eiken aanslag beschermen het
geheiligde toevluchtsoord der volks,
gerechtigheid, waarvan de jury het
uitvloeisel is!
Maar wy zullen de vrye bespreking
der meeningen verdedigen eu voort
gaan ons te verzetten tegen de aan
matigingen van de militaire gezag,
hebbers en tegen het misbruik dat zjj
van hun gezag maken,
Eene voortzetting op ander terrein
van het proces-Zola had Donderdag
plaats in de Fransche Kamer, die do
interpellation hierover van de heerea
Hubbard, Gauthier eu de Olagny be
handelde.
De heer Hubbard interpelleerde
over de tusscheukomst van de gene
raals Pellieux en Boisdeffre en vroeg
of die tusschenkomst met machtiging
van den minister Billot heeft plaats
gehad.
Hij wyst op het gevaar van een
godsdienstoorloghy spreekt temid
den van allerlei interrupties.
De heer Viviani zegt, dat de socia
listische party het thans eens is over
de quaestie der prerogatieven vau de
burgerlijkeen militaire machten. Hjj
brandmerkt het verbond tusschen
dignitarissen van het leger en de kerk
en verwyt generaal Boisdeffre. dat
deze zyn sabel heeft gelegd in de
weegschaal van Justitia. De officieren
vergeten, dat zy" de dienaren der
republiek zijnzij kunnen Fraukryk
niet terroriseeren,
De heer Mélioe antwoordt, dat de
volksjnstitie uitspraak heeft gedaan
na de militaire justitie.
Het land zal zich by het vonnis neer
leggen. Applaus bij het Centrum.)
Generaal Billot had geen bevelen te
geven aan de officieren, die als ge
tuigen werden opgeroepen, en spreker
verwijt den socialisten, dat zy d8
campagne tegen het leger onderhou
den hebben. Het leger staat buiten
de politiek. Daar is heden geen
quaestie-Drevfus, Esterhazy en Zoia
meer.
De binnenlandscbe malaise is alge-
meen, en het wordt daarom tijd dat
de Dreyfus-campagne eindigdel
De conclusie waartoe hy komt, is
dezeer is een perswet noodig, opdat
wy onze positie in het buitenland
weer kunnen heroveren; zulks
noodig in het belang van het leger
en var, de republiek. Het is nu""de
taak der regeering om tot kalmte
aan te manen niemand zal, na het
vonnis van Woensdag, nog te goeder
trouw beschuldigingen kunnen uit
spreken. Wy zullen de wetten zonder
zwakheid toepassen en als deze on
voldoende blijken, zullen wy u voor
stellen haar aan te vullen. Wy vra
gen de medewerking van de Kamer,
want als het het vaderland geldt, zyn
er geen partijen.
Na deze rede van den heerMéline
verwyt de heer Cavaignac der re
geering, dat zij altyd de waarheid
heeft verborgen en zich niet voor het
Hof van Assises te hebben vertoond,
om de gansche waarheid te zeggen.
Hy verwijt den minister Billot zyn
officieren niet te hebben beschermd.
Spreker wil een machtig leger, dat
evenwel onderworpen moet zyn aan
de burgerlyke macht.
De algemeene discussie wordt ge
sloten. Zeven moties van orde zyn
voorgesteld.
De lieer Méiine sluit zich aan bjj
de dagorde van den heer Perrier,
waarbij instemming wordt betuigd
met de verklaringen der regeering.
De prioriteit van verschillende an
dere moties wordt verworpende
motie-Perrier, goedgekeurd door den
beer Méline, aangenomen met 461
tegen 41 steramen.
De heer Gauthier trekt zyn motie
in, waarby de regeering wordt ver
zocht de campagne te doen eindigen.
De heer Castelin vraagt, of de re
geering voornemens is het syndicaat
ongemoeid te laten of de verantwoor
dely'ke persoon wil opsporen.
De heer Méline beantwoordt deze
„Sta my toe u de hand te drukken, mijnheer Gri
beau val. Zoudt gy my ook willen zeggen, hoe ge er
toe kwaamt my uw buis aan te bieden?"
„Wel, alles heeft zich zeer eenvoudig toegedragen,
mevrouw. Van uit het kamertje, dat ik in een woning
op de boulevard Malesherbes in gebruik heb, kon ik u
dikwijls gadeslaan. Dikwijls ben ik getuige geweest
van de scènes, die er tusschen u en den hertog voor
vielen. Ik kon u niet hooren sprekeD, maar ik begreep
alles uit uw gebaren. Zelfs de geringste schaduw, die
ik op uw gordijnen waarnam, bad voor my een betee-
keDis. Éénmaal... Oéénmaal zag ik, dat uw echtge
noot zich op u wierp, u met zyn laars sloeg en u by
het haar trok. Uw kreten drongen tot mij door. Ik
brandde van verlangen u te verdedigen maar helaas!
Het was my toch onmogelijk geweest in uw vertrekken
binnen te dringen. Dikwyls zeide ik tot my zelfwaar
om verlaat die vrouw haar man niet?" Ik verlangde
er naar, dat ge vau bem zondt weggaan. Eenige dagen
.jaarna zag ik ti in uw schrijftafel snuffelen, en pak
jes maken, dien gij onder uw mantel verborgt. Zy loopt
wegriep ik uit. Ik ging terstond uit en zoodra het
mij mogeiyk was, sprak ik u aan. Het was de juiste
tyd u «lit verblyf aan te bieden, daar gy van plan
scheent niet meer terug te keeren en een hotel (waar ik
eerst aan gedacht had) het gevaar zou opleveren, dat
gij ontdekt werdt, voor ge Parijs hadt kannen verlaten."
„Hier ben ik veilig, met waar?"
„Ge behoeft niet bevreesd te znn, mevrouw. Wendt
uw man zich tot de politie, dan behoeft gij toch niet
beangst te zijn van ont<lekt te worden. Gy kunt 4
nu rustig uw maatregelen nemen om uw oom op te
sporen."
„Ja, dat zal ik doen. Hij moet zich in Italië bevin
den. Ik had hem gevraagd op reis te gaan en zal nu
een brief naar Milaan schrijven, waarin ik hem wil
melden, dat hy myn brieven aan uw adres moet op
zenden."
„Zeer goed, mevrouw."
„ïk hoop, dat ik geen misbruik van uw gastvrijheid
maak mijnheer, ofschoon de redenen, die u genoopt
hebben, my die aan te bieden, er my toe brengen er zoo
lang mogelijk gebruik van te maken."
„tk dank u voor uw welwillendheid, mevrouw. Eu
om uw gevangenschap een weinig te veraangenamen,
heb ik eenige zaken gekocht, die ge kunt noodig heb
ben. Wilt u my even helpen die kisten uit te pakken
„O met pleizierdit is alleramusantstLaat my eerst
dit eens bekijken."
„Dat is een stof om uw kamer mee te behangen,
mevrouw. Ik heb er op gerekend, dat gy de banen zult
knippen en aan elkaar naaien. Maar met dat dikke goed
zult gij uw uw ringers misschien bezeeren
„Wel neen, wel neen!"
„Uw kamer zal dan niet meer zoo koud zyn, als zy
De Rappel: Over het vonnis zyn
I oiaunuiici geworden is eerst van zyn wij diep bedroefd, maar niet verbaasd.laatste vraag bevestigend; doch bin-
ouvoorzichtigheid en later van den De juryleden hadden een bovenmen-nen de grenzen der tegenwoordige
j onweerstaanbaren drang der gebeur-schelyken moed noodig om vry tewet.
tenissen. Enkelen zullen hem benijden,1 blyven. ondanks alle pressie op hen De heer Roche interpelleert de re.
want zelfs als men zich vergist, is geoefend. Zy waren geen helden, dat geering over den stap door den inten-
twaalf duizend frs., waarvan ik er s;eclits acht duizend
uitgeef. Dit huisje heb ik voor de aardigheid gekocht
en ook om een deel van myn spaarduitjes te plaatsen.
Ook heb ik een bankier tot mijn beschikkingge be
hoeft u dus niet te verontrusten. Daarby heb ik eigen
lijk niets voor uw speciaal gebruik gekocht. Ik profiteer
alleen van deze gelegenheid om myn huis in te richten.
Ik ben lui van aard, dat is een Texassclie ondeugd.
Nu heb ik u alles verteld en gij kunt hier huishoudentje
blyven spelen, zooals gy zegt, totdat gy op de plaats
uwer bestemming zyt aangekomen."
De hertogin drukte de hand van den jongen man en
zeide
„Gy zyt een edel menscli, mynheer."
„Dat zal keurig staan. Ik zal die kleeden vanavond
ophangen."
„Bravo!"
„En wat is dat?"
„Een tapijt van eente Bmyrna'sche stof, zooals men
my verzekerde, dat ik in de'BonMarché heb gekocht
Maar ge ziet wel, dat dit moderne smyrna evenveel ge
lijkt op het echte als velveteen op zynuweel."
„De wol is toch lang en zacht."
„En dit kistje bevat allerlei keukengerei, zooals een
paar dekschalen, een vleeschpan en een braadpan en ook
eenige toiletbenoodigdheden."
„Gij hebt aan alles gedacht."
„Wanneer men, zooals ik, reeds tien jaren alleen op
kamers heeft gewoond, dan komt men er wel achter
wat er alzoo voor het leven noodig is. Wilt ge dit pak
ook even losknippen, mevrouw. In dat zeil bevindt zich
fluweel en een crapaud, die zal gemakkelijker zitten dan
myn..."
„Muzikale canapé."
„Hebt ge het reeds gemerkt?"
„Ja en de stoel heb ik ook geprobeerd."
„Odie zitting is met perzikonpitten opgevuld. Pro
beer nn die crapaud eens."
„O! men zou er in kunnen slapen."
„Gy zult natuurlyk ook garen en naalden noodig
hebben, die bevinden zich in dat blauw satijnen
mandje."
„Gy zyt charmant!"
„Mevrouw, ik ga met u om, als met een vriend.
Maak my dus geen complimenten. Anders raak ik van
streek."
„Maar mynheer, wat een geld hebt ge uitgegeven en
dan.... een jonggezel
„Ik begryp die kieseblieid van uw gezegde, mevrouw.
Ge denkt dat deze uitgaven me niet convenieeren. Ik
zal n geruststellen. Myn ouders bezitten duizende ossen
is Texas. Ik ben rykelk jaar zenden miju ouders mij
HOOFDSTUK IV.
Een gesprek tusschen den hertog en een bandiet.
De hertog de Villedieu bevond zich in ernstige moei
lijkheden. Hy bewoonde een appartement van 25,000
frs. op de boulevard Malesherbes uo. 102. Hiertoe be
hoorde een stal, een koetshuis, keukens en verder alles
wat daarby behoort.
Werdt vervolgd).