Dcemd "Tehuis" te hebben verlaten,' aldaar gedurende een week als nood hulp-keukenmeid in betrekking is ge weest. Alle nasporingen omtrent de identiteit dezer vrouw, die betref fende baar geboorteplaats en verle den 2eer verwarde opgaven doet, welke bÜ onderzoek alle blijken onwaar te zjjn, en die den indruk geeft, alsof zy haar verleden wil verborgen hon den, zjjn tot nu toe vruchteloos ge bleven. In overleg met den consul-generaal te Londen verzoekt de commissaris van politie te Groningen nadere in lichtingen. Koloniën. Ba.ta.via., 25 Januari. Atjeh. Aan uit Kota-Radja omvangen tele grammen wordt in de Jav. Ct. het volgende ontleend De colonne onder bevel van den luitenant-kolonel Krull bracht den nacht van 20 op 21 dezer rustig door in de kampong Datar Tjoet en rukte den 21sten 's ochtends om 7 uur op naar Pantja (gelegen omstreeks acht kilometers ten Zuidwesten van Reung- Renng) waarheen T. Oemar was uit geweken. Om half negen werd de colonne licht beschoten door een bende van 15 man en later vielen op grooten afstand nog enkele schoten. Om half zes in den namiddag werd Pantja bereikt, waar het bivonak betrokken werd. De bevolking was grootendeels gevlucht, doch van de achtergebleven Atjehers werd vernomen,dat T. Oemar dien ochtend om zes uur naar Padang Tidji (7 Moekims Pedir) was afge trokken. De gezondheidstoestand der troepen was gunstig. Den volgeudeu ochtend om halt acht rukte de colonne tot aanvaar ding van den terugmarsch naar Seli- moen van Pantja op naar Reung- Reucg, waarheen de civiele en mili taire gouverneur van uit .^elimoen zich 's middags om half één met een peloton cavalerie begaf tot opneming van den stand van zaken. De colonne werd op den terug marsch nu en dan op grooten afstand beschoten voorbij Renng-Reung, dat om half twaalf bereikt werd, geraakte de colonne in gevecht met benden van Tengkoe Beb, die zich in de mesigit Beram genesteld hadden. De vijand werd daaruit verdreven, waarbij licht gewond werd de inlan- sche fuselier Artiman (alg. stb. no. 47413)de steenen muren der mesigit werden met dynamiet vernield. "Wegens vermoeidheid der troepen en van den daarbij behoorenden trein werd niet doorgemarcheerd van Seli- moeu, maar om half vijf in den na middag het bivouak betrokken bij Em- pee Tengah de civiele en militaire Gouverneur keerde met zijn peloton cavalerie naar Belimoen en den vol genden dag naar Kota-Radja terug. Volgens berichten van hoofden uit Djantoi. die naar Selimoen kwamen, heeft de vijand op 20 dezer bij het verdrijven van de benden van T. Oemar uit Djantoi, zware verliezen geledenaan onze zijde werden toen gewond niet levensgevaarlijk de Europeesche korporaal der infanterie Melanuj. (alg. st. no. 34583», zwaar de Aoiboineesche fuseliers Paat (alg. sr. no. 36067) en Sabandar (alg. st. no. 51734) en licht de Amboineesche fuselier Linkong (alg. st. no. 46857). Ernstige brand in Pasoeroean- Volgens van den resident van Pa soeroean ontvangen telegrammen zijn in den middag vau 20 dezer de be- laDgriike dessa's Tambakau Kalieau- far. Bsak Lor eu Kalieuiatti, gele gen op korten afstand van de hoofd plaats Bangil, grootendeels verbrand. Voor zoover bekend, vallen geen menschenlevens te betreuren, doch 634 groote en kleine huizen, deels van steen, deels van inlandsche ma terialen gebouwd, zijn verbrand, ter wijl van het huisraad weinig gered is kunnen worden en ook veel zilver geld versmolten is. De geleden schade was bij de af zending van het bericht nog niet te schatten, dewijl met de opneming daarvan eenige dagen gemoeid zouden zijn. Middelen waren beraamd, om in de behoefte aan voedingsmiddelen voor de behoeftigen te voorzien. De oorzaak van den brand is nog niet bekendhet blusschen was door hevige wervelwinden onmogelijk. (B. N.) Bijzonderheden omtrent de ramp te Amboina. Het volgend uittreksel vrerd aan de Loc. toegezonden nit een met potlood geschreven brief van een der landsdie naren te Ambon, welk schrijven (dd. Ambon 7 JaD. 's avonds) den 12en Januari met het gouvernements-stoom- schip „Arend" te Makassar is aan gebracht. Het was plm. 20 minuten over één gisterenmiddag toen de aarde golfde en schudde dat men niet kon blijven staan. Mijn vrouw was alleen thuis in de achtergalerij. Zij wilde weg- loopen naar het erf naast de achterga lerij, doch werd door het vallen van een balk bijna verhinderd; de bedien den kwamen haar helpen en trokken haar juist op het alleruiterste moment nog weg, zoodat zy door het vallen en door het in aanraking komen met steenen, balken, buffet, kast, enz. wel eenige flinke kneuzingen heeft op- geloopen, doch toch gelukkig gered is. Ik was op dat oogenblik op het bureau. Ik was achter een schutsel, dat één pas van de deur verwijderd was, maar kon niet bij de deur komen. Ik lag op dat moment met mijn schrij vers op een hoop te spartelen, onder elkander, en over stoeleu, schutsel, enz. Naast mij viel een colossaal groote en zware archiefkast, gevuld met veel archiefstukken omver. De mm en en daken scheurden en kraakten, dat hooren en zien verging. Doch einde lijk kwamen wy er met schrammen en blauwe plekken uit te voorschijn. De ramp is ontzettend en gaat alle beschrijvingen van vroegere aardbe vingen, met weinige uitzonderingen, te boven. Gelukkig dat er geen vloed golf of aardspleten zijn geweest. Daarvoor zijn wjj echter nu het meeste bang. Vele huizen zijn ingestort en meest alle overige zoo zwaar bescha digd, dat zij onbewoonbaar zyn. Een massa inboedels zyn vernield, ook in dejiuizen, die zijn blijven staan. Vele putten z\jn ingestort of het water onbruikbaar. Toko's ingestort en ma gazijnen of bergplaatsen van levens middelen ook ingevallen. Meubilair is by een ieder als het ware verbrijzeld. Wy zyn nu zoo arm als Job en zyn in bivak gelegerd op den aloon-aloon. Ons huisje is er nog vry goed afge komen, doch de inboedel lag over en door elkander als by iedereen. Gewone breede ot platte kisten, die op den vloer stonden zyn omgevallen, som mige spiegels of schilderijen zyn ge heel omgekeerd, met het glas naar den wand. Dit kan u een klein idee geven van de beweging. De voorboden van den noodlottigen dag waten; drukkende warmte is de laatste dagen, zware rukwinden en gistermiddag omstreeks half twaalf kleine schokken by vrij lange tus- schenpoozen en regenbuien en daarop volgde om een uur twintig minuten de zware schok, op vele plaatsen scheuringen in den grond makende. De beweging ging gepaard met zwaren regen. Myn vrouw was met de bedienden zoo bang, dat zy blootsvoets door den regen naar het bureau kwam, juist op het oogenblik, dat ik my er uit had gewerkt. Alles liep zoodra mogelijk naa rbui ten,naar het open veld. Met mijn vrouw liep ik naar hnis, maar kon er niet inkomen, zoodat wy evenals de ande ren buiten in den regen bleven staan afwachten de dingen, die komen zou den. Zoo zyn wy doornat blijven rond- loopen zonder eten of drinkeu, enz. Tegen den avond kalmeerde alles wat. In 'ion afgeloopen nacht natuurlyk niets kannen slapen: het regende en schudde af en toe flink. De commandant van den gouver- nements-stoomer „Arend", Van der Ham, heeft voor ons een tent van zeilen laten opslaan en ons aan wat eten en drinken geholpen. By liet groote ongeluk zijn wij er op dit oogenblik nog goed afgekomen. Alle officieren en hun gezinnen zyn onge deerd gebleven. Als er nu maar vivres komen en vloedgolven en aardscheu- riagen wegblijven. Mevrouw Engelsman heeft aan den eenen arm twee breuken en aap den anderen arm een breuk met een zwa re kneuzing. Gelukkig is heden alles gezet en is er niet direct gevaar. Haar man (kaptein van de Camphuis) is op reis. Wy zorgen nu voor haar en haar drie kinderen. Op de enveloppe stond geschreven „De nacht van T voorbijgegaan, straks." op 8 Januari goed De „Arend" vertrekt Sport en Wedstrijden. Jaap Eden. Jaap Eden heeft aan een zijner vrienden een schrijven gericht, waar van aan de Fiets welwillend inzage is verleend Zooals afgesproken, heb ik je raad gevolgd om óf direct met Tom Eek mede te gaan voor een paar maanden öf wel na 15 September, dus na afloop der Hollandsclie feesten en do wereldkampioenschappen te Wee- nen. Ik heb nu met Tom Eek afge sloten voor 4 maanden, waarvan n.g. 2 maanden afgaan voor reizen en traineeren. Den 26n Maart vertrek ik met Piëtte eu den Oen Juni ben ik weer terug. Ik hoop dan volop in conditie te zyn en kan dan het goede seizoen in Europa nog medemaken. Ik denk dit jaar vooral in Duitsch- land uit te komen. Bepaald ryd ikin Holland mede, als daar het kampioen schap van Europa gereden wordt op 3 en 4 Sept. En ik ga ook zeker naar Weenen voor de wereldkampioen- „Tom Eek heeft al mijne condities aangenomen. Je zult dus zeker ook wel vinden, dat ik er niet dom aan doe om hem te volgen. „Eerst gaan we naar Newyork en van daar naar het zuiden van Noord- Amerika. „De 4 maanden, dat ik in Amerika uitkom, zal ik „Spalding" ryden. Als ik in Europa terug ben, weet ik nog niet welke kar ik neem." Harddraven. De eerste courses op de baan van de vereeniging 't Oude Slot te Heem stede zyn vastgesteld op 30 Maart d. s. Zij zullen bestaan uit: lo. een handicap-harddraverij voor paarden van alle landen en rassen, minimum afstand 2600 Meter; 2o. een idem over een minimum afstand van 3600 M.; 3o. een harddraverij voor paarden geboren in 1895, over een afstand van 1800 Meter; 4o. een hitten wedren 5o. een hitten-handicap-harddravery over een minimum afstand van 1400 Meter6o. een idem over een minimum afstand van 2800 Meter. RECHTSZAKEN. Hendrik de Jong. Meermalen heeft men met betrek king tot Hendrik de Jong, gevraagd of hy niet zou lyden aan grootheids waanzin, of althans zijn geestvermo gens eenigszins gekrenkt zouden zyn. In verband daarmede is wel opmer kelijk wat Dinsdag voor het hof te Arnhem door den verdediger van De Jong werd meegedeeld. Mr. Aberson had nl. in tweede instantie doen dag vaarden als getuige a décharge De Jong's broeder, te Arnhem woonach tig. Deze kon echter niet verschijnen, omdat hy juist voor eenige dagen naar het krankzinnigengesticht te Zutfen was overgebracht. De verde diger vestigde hierop de aandacht van het hof. Een vroolyk clubje, zeven .jonge mannen en twee meisjes, kwam in den avond van Zondag 2 Januari uit de „Biergrot" in de Passage te 's Gra- venhage. Zonder eenige kwade bedoe ling werden een paar licht beschon ken personen tegen het lyf geloopen, of volgens anderen - liepen zy een paar jongens van het troepje tegen het lijf, in elk geval er volgde een vechtpartij, waarby van weers kanten klappen vielen. Daarby bleef het echter niet. Een der mannen, die zyn kameraad klappen zag krijgen, trok een zakmes en bracht daarmede twee der jongens gevaarlijke mes steken toe iD de linkerborst en buik- streek, die in het militair hospitaal werden verbonden. De beide mannen hadden zich Don derdag voor de Haagscbe rechtbank er iets aantrekkelijks in de smart, te verantwoorden. Volgens den off. geleden voor een ideaal. Toch is hy van gezondheid die de eerste hulp j rechtvaardig vernietigd door de groote had verleend waren de wonden zeer i wet van het openbaar welzijn, die zoo ernstig geweest. De man die gestoken dikwyls moet zyn aangeroepen door had ontkende. Hy beweerde in drift om zich heen te hebben geslagen met het knipmesje. Door getuigen werd dit echter uitdrukkelijk tegengespro ken. Bubst.-officier van justitie, jhr. mr. Van den Brandeler, wees op de toe nemende onveiligheid in de straten der residentie door de roekeloosheid van het opkomende geslacht Meer dan noodig achtte by het, dat aan die ergerlijke straattooneelen paal en perk wordt gesteld. Gevorderd werd voor den man die gestoken had 10 maanden gevange nisstraf en voor den anderen beklaagde f5 boete. GEMENGD NIEUWS Proces—Zola. Het telegram, hetwelk vermeldde, dat Zola na de uitspraak der jury zou hebben verklaard geen cassatie van het vonnis aan te teekenen, schijnt onjuist te zyn geweest, öf hy is van gedachten veranderd. Hoe het zy, nu is gebleken, dat het gerucht dat mr. Labori een aanvraag tot voor ziening in cassatie heeft ingediend, ■juist is. Heden zou eene nieuwe aan vraag tot dezelfde voorziening wor den ingediend uit naam van den gérant der Aurore De vragen, welke de jury in het proces Woensdag te beantwoorden had, waren de volgende lo. Is Perreux schuldig aan het feit, minder dan drie maanden (ver jaringstermijn van smaadschrift van dezen aard) geleden, het misdrijf van openbaar smaadschrift gepleegd te hebben tegen den krijgsraad van Parijs, die den lOen en llen Januari 1898 zitting hebben gehouden, door in een blad, gedateerd 13 Januari 1898, waarvan hy de directeur is en dat hy in die hoedanigheid heeft ge- tcekend, een artikel te hebben opge nomen onder het opschriftBrief aan den heer President der Republiek, en onderteekend: Zola? 2o. Is Zola schuldig terzelfder tijd en plaatse bovenvermeld delict te hebben begaan De jury beantwoordde beide vra gen met ja; blijkbaar niet eenstem mig. Er is viermaal schriftelijk ge sterad. Men zegt dat de gezworenen herhaaldelijk gevraagd hebben, dat er vuur in hun kamer zou worden aangelegd en dat hun voorzitter de stembriefjes dadelijk verbrand heeft. Geen hunner heeft gedurende dit ge- heele proces een mond open gedaan; „touche-close" na „huis clos". In particuliere gesprekken heeft niemand iets uit hen kunnen krijgen. En de stembriefjes zyn verbrand. Het Hof heeft daarop de straf be paald, voor Zola het maximum van gevangenis en boete; voor Perreux het maximum van de boete alleen en vier maanden gevangenis. De gevangenis Bainte-Pélagie zal dus weldra Zola herbergen. De toe passing der straf is niet hardpoli tieke gevangenen hebben er een goede kamer, die zy zelf kunnen meubilee- ren. Zij eten wat zy willen, mogen op gezette tijden gasten ontvangen en den arbeid verrichten dien zij wil len. Wy herinneren bovendien aan, wat Zola zeide op den dag, dat-zijn proces begon: „De gevangenis zal my in zekere mate myn vrijheid teruggeven. Ik zal er mijn arbeid kunneD hervatten in de rust en de eenzaamheid, die ik in den laatsten tijd maar al te zeer heb gemist." Na afloop van de zitting hebben een groot aantal arrestaties plaats gehadeen dertigtal op den Pont aux Changes en een twaalftal inden omtrek van het Paleis van Justitie, alle wegens de weigering om door te loopen. Een zekere Alexandre Nael werd gevangen genomen, wyl hy ge roepen hadWeg met Frankrijk Leve Zola!" Hy is de eenige dien men gehouden heeft. Verder laten wij korte uittreksels volgen uit de artikelen in de Pa- rysche bladen over het vonnis. De Figaro zegt, dat Zola het slachtoffer degenen, die om hen geschaard waren. De RadicalNiet Zola treft dit vonnis dat hy verwachtte en begeerde; hy heeft het land de waarheid toege schreeuwd. Doch de menigte, bedro gen door een lage pers, heeft niet willen hooren, en de jury, verschrikt door de bedreigingen vau "allerlei aard, heeft de meening van het grauw ge volgd. De waarheid echter heeft het innerlijk gevoel van allo eerlijke men schen voor zich. De So'leilDe schrijver van La Deba cle beeft zich geopenbaard als de Geest van het Kwaad der maatschap py. Het vonnis getuigt van eerlijk heid, gezond verstand en vaderlands liefde. De Oaulois: Zola is zwaar gestraft, maar hy kan ditmaal niet de bevoegd- beid en bet gezag der rechters ont kennen, die door hom te veroordeelen bet vonnis van don eersten krijgs raad bevestigden, want hy koos hen zelf. En nu deze droevige slag geleverd is, mogen er geen overwinuaars en geen overwonnenen meer zijn. Daar in de minderheid die de revisie eischt, de intellectueelen de leidende groep vormen, rekenen wy op hen om den fakkel te blusschen dien zy onvoor zichtig hebben ontstoken. De president van het Consistorie en de Opperrabbijn van Frankrijk zyn aangewezen om den vrede te pre diken en hnnne geloofsgenooten te verzoenen. Het Journal registreert met vol doening dit vonnis, niet uit baat, noch uit hartstocht, maar uit vaderlands liefde. Wij zyn verheugd met deze oplossing, omdat bij zoo noodig was voor de eer van het land en van het leger. De Aurore zegt, dat boete noch gevangenisstraf hem zullen terughou den. Zola heeft gewild, dat hetgeen gedurende de vijftien dagen der zit ting is bekend geworden, in het open baar zou worden gezegd. Hy heeft gewild dat de leugens werden aan den dag gebracht, en dat de openbare meening zich zou bezighouden met het dubbele proces legen Dreyfus eu tegen Esterhazy, dat men door een dubbele geheimhouding had trachten te onttrekken aan de vrye bespreking. De Petite Républigue: De jury kon hem niet vrijspreken. Er waren, om te ontkomen aan den invloed die op de leden werd geoefend, menschen met bovenmenschelyke gaven noodig geweest. De juryleden zyn beurtelings bedreigd met ondergang en plunde ring iudien zij hem vrijspraken en gepaaid met de meest voriokkeude be loften indien zij hem veroordeelden. Libre ParoleHet openbaar gewe ten heeft een begin van voldoening gekregen door de veroordeeling van Zola. Het land zal dankbaar weten te zyn aan de 12 brave mannen, die moedig, flink, vastberaden hun plicht hebben weten te doen, onder alle Franscheu. Nu moet men ook de hoofden en de bankiers van het syn dicaat naar Mazas zenden. De SiècleDe jury die Zo'a ver oordeeld heeft, heeft de sleutels van de Burgermaatschappij in handen ge legd van de generaals De Boisdeffre en Pellieux. Maar er blyven nog vrije burgers over, die hen desavoueeren, en wy zullen, tegenover hnn brutale opgeblazenheid de burgers samen brengen, die meenen dat de Republiek niet moet worden overgeleverd aan priesters en generaals. Dit blad bevat bovendien nog het volgende belangrijke bericht. „Commandant Esterhazy schreef het borderelhy heeft het my zelf verklaard, er bijvoegende dat by het schreef op bevel en dat hij door zyn chefs beschermd zal worden." Ik verklaar op de meest formeele wyze, dat deze mededeeling my, meer dan eens is gedaan door den heer Possien, redacteur aan de Jour, en die dus bijgevolg niet verdacht kan worden van vijandige gezindheid ten opzichte van commandant Esterhazy. Ik ken de loyauteit van den heer Possienhy zal inij niet tegenspreken. DÉSIRÉ MAGNIEN. is alles! Maar helden zyn ook zoo zeldzaam De Lanleine: Eerbied voor de jury, welke beslissing zy ook geno men heeft! In de algemeene verwar ring der geesten, te midden van het moreele en intellectueele gewirwar, dat om ons is ontketend, moeten wij tegen eiken aanslag beschermen het geheiligde toevluchtsoord der volks, gerechtigheid, waarvan de jury het uitvloeisel is! Maar wy zullen de vrye bespreking der meeningen verdedigen eu voort gaan ons te verzetten tegen de aan matigingen van de militaire gezag, hebbers en tegen het misbruik dat zjj van hun gezag maken, Eene voortzetting op ander terrein van het proces-Zola had Donderdag plaats in de Fransche Kamer, die do interpellation hierover van de heerea Hubbard, Gauthier eu de Olagny be handelde. De heer Hubbard interpelleerde over de tusscheukomst van de gene raals Pellieux en Boisdeffre en vroeg of die tusschenkomst met machtiging van den minister Billot heeft plaats gehad. Hij wyst op het gevaar van een godsdienstoorloghy spreekt temid den van allerlei interrupties. De heer Viviani zegt, dat de socia listische party het thans eens is over de quaestie der prerogatieven vau de burgerlijkeen militaire machten. Hjj brandmerkt het verbond tusschen dignitarissen van het leger en de kerk en verwyt generaal Boisdeffre. dat deze zyn sabel heeft gelegd in de weegschaal van Justitia. De officieren vergeten, dat zy" de dienaren der republiek zijnzij kunnen Fraukryk niet terroriseeren, De heer Mélioe antwoordt, dat de volksjnstitie uitspraak heeft gedaan na de militaire justitie. Het land zal zich by het vonnis neer leggen. Applaus bij het Centrum.) Generaal Billot had geen bevelen te geven aan de officieren, die als ge tuigen werden opgeroepen, en spreker verwijt den socialisten, dat zy d8 campagne tegen het leger onderhou den hebben. Het leger staat buiten de politiek. Daar is heden geen quaestie-Drevfus, Esterhazy en Zoia meer. De binnenlandscbe malaise is alge- meen, en het wordt daarom tijd dat de Dreyfus-campagne eindigdel De conclusie waartoe hy komt, is dezeer is een perswet noodig, opdat wy onze positie in het buitenland weer kunnen heroveren; zulks noodig in het belang van het leger en var, de republiek. Het is nu""de taak der regeering om tot kalmte aan te manen niemand zal, na het vonnis van Woensdag, nog te goeder trouw beschuldigingen kunnen uit spreken. Wy zullen de wetten zonder zwakheid toepassen en als deze on voldoende blijken, zullen wy u voor stellen haar aan te vullen. Wy vra gen de medewerking van de Kamer, want als het het vaderland geldt, zyn er geen partijen. Na deze rede van den heerMéline verwyt de heer Cavaignac der re geering, dat zij altyd de waarheid heeft verborgen en zich niet voor het Hof van Assises te hebben vertoond, om de gansche waarheid te zeggen. Hy verwijt den minister Billot zyn officieren niet te hebben beschermd. Spreker wil een machtig leger, dat evenwel onderworpen moet zyn aan de burgerlyke macht. De algemeene discussie wordt ge sloten. Zeven moties van orde zyn voorgesteld. De lieer Méiine sluit zich aan bjj de dagorde van den heer Perrier, waarbij instemming wordt betuigd met de verklaringen der regeering. De prioriteit van verschillende an dere moties wordt verworpende motie-Perrier, goedgekeurd door den beer Méline, aangenomen met 461 tegen 41 steramen. De heer Gauthier trekt zyn motie in, waarby de regeering wordt ver zocht de campagne te doen eindigen. De heer Castelin vraagt, of de re geering voornemens is het syndicaat ongemoeid te laten of de verantwoor dely'ke persoon wil opsporen. De heer Méline beantwoordt deze „Sta my toe u de hand te drukken, mijnheer Gri beau val. Zoudt gy my ook willen zeggen, hoe ge er toe kwaamt my uw buis aan te bieden?" „Wel, alles heeft zich zeer eenvoudig toegedragen, mevrouw. Van uit het kamertje, dat ik in een woning op de boulevard Malesherbes in gebruik heb, kon ik u dikwijls gadeslaan. Dikwijls ben ik getuige geweest van de scènes, die er tusschen u en den hertog voor vielen. Ik kon u niet hooren sprekeD, maar ik begreep alles uit uw gebaren. Zelfs de geringste schaduw, die ik op uw gordijnen waarnam, bad voor my een betee- keDis. Éénmaal... Oéénmaal zag ik, dat uw echtge noot zich op u wierp, u met zyn laars sloeg en u by het haar trok. Uw kreten drongen tot mij door. Ik brandde van verlangen u te verdedigen maar helaas! Het was my toch onmogelijk geweest in uw vertrekken binnen te dringen. Dikwyls zeide ik tot my zelfwaar om verlaat die vrouw haar man niet?" Ik verlangde er naar, dat ge vau bem zondt weggaan. Eenige dagen .jaarna zag ik ti in uw schrijftafel snuffelen, en pak jes maken, dien gij onder uw mantel verborgt. Zy loopt wegriep ik uit. Ik ging terstond uit en zoodra het mij mogeiyk was, sprak ik u aan. Het was de juiste tyd u «lit verblyf aan te bieden, daar gy van plan scheent niet meer terug te keeren en een hotel (waar ik eerst aan gedacht had) het gevaar zou opleveren, dat gij ontdekt werdt, voor ge Parijs hadt kannen verlaten." „Hier ben ik veilig, met waar?" „Ge behoeft niet bevreesd te znn, mevrouw. Wendt uw man zich tot de politie, dan behoeft gij toch niet beangst te zijn van ont<lekt te worden. Gy kunt 4 nu rustig uw maatregelen nemen om uw oom op te sporen." „Ja, dat zal ik doen. Hij moet zich in Italië bevin den. Ik had hem gevraagd op reis te gaan en zal nu een brief naar Milaan schrijven, waarin ik hem wil melden, dat hy myn brieven aan uw adres moet op zenden." „Zeer goed, mevrouw." „ïk hoop, dat ik geen misbruik van uw gastvrijheid maak mijnheer, ofschoon de redenen, die u genoopt hebben, my die aan te bieden, er my toe brengen er zoo lang mogelijk gebruik van te maken." „tk dank u voor uw welwillendheid, mevrouw. Eu om uw gevangenschap een weinig te veraangenamen, heb ik eenige zaken gekocht, die ge kunt noodig heb ben. Wilt u my even helpen die kisten uit te pakken „O met pleizierdit is alleramusantstLaat my eerst dit eens bekijken." „Dat is een stof om uw kamer mee te behangen, mevrouw. Ik heb er op gerekend, dat gy de banen zult knippen en aan elkaar naaien. Maar met dat dikke goed zult gij uw uw ringers misschien bezeeren „Wel neen, wel neen!" „Uw kamer zal dan niet meer zoo koud zyn, als zy De Rappel: Over het vonnis zyn I oiaunuiici geworden is eerst van zyn wij diep bedroefd, maar niet verbaasd.laatste vraag bevestigend; doch bin- ouvoorzichtigheid en later van den De juryleden hadden een bovenmen-nen de grenzen der tegenwoordige j onweerstaanbaren drang der gebeur-schelyken moed noodig om vry tewet. tenissen. Enkelen zullen hem benijden,1 blyven. ondanks alle pressie op hen De heer Roche interpelleert de re. want zelfs als men zich vergist, is geoefend. Zy waren geen helden, dat geering over den stap door den inten- twaalf duizend frs., waarvan ik er s;eclits acht duizend uitgeef. Dit huisje heb ik voor de aardigheid gekocht en ook om een deel van myn spaarduitjes te plaatsen. Ook heb ik een bankier tot mijn beschikkingge be hoeft u dus niet te verontrusten. Daarby heb ik eigen lijk niets voor uw speciaal gebruik gekocht. Ik profiteer alleen van deze gelegenheid om myn huis in te richten. Ik ben lui van aard, dat is een Texassclie ondeugd. Nu heb ik u alles verteld en gij kunt hier huishoudentje blyven spelen, zooals gy zegt, totdat gy op de plaats uwer bestemming zyt aangekomen." De hertogin drukte de hand van den jongen man en zeide „Gy zyt een edel menscli, mynheer." „Dat zal keurig staan. Ik zal die kleeden vanavond ophangen." „Bravo!" „En wat is dat?" „Een tapijt van eente Bmyrna'sche stof, zooals men my verzekerde, dat ik in de'BonMarché heb gekocht Maar ge ziet wel, dat dit moderne smyrna evenveel ge lijkt op het echte als velveteen op zynuweel." „De wol is toch lang en zacht." „En dit kistje bevat allerlei keukengerei, zooals een paar dekschalen, een vleeschpan en een braadpan en ook eenige toiletbenoodigdheden." „Gij hebt aan alles gedacht." „Wanneer men, zooals ik, reeds tien jaren alleen op kamers heeft gewoond, dan komt men er wel achter wat er alzoo voor het leven noodig is. Wilt ge dit pak ook even losknippen, mevrouw. In dat zeil bevindt zich fluweel en een crapaud, die zal gemakkelijker zitten dan myn..." „Muzikale canapé." „Hebt ge het reeds gemerkt?" „Ja en de stoel heb ik ook geprobeerd." „Odie zitting is met perzikonpitten opgevuld. Pro beer nn die crapaud eens." „O! men zou er in kunnen slapen." „Gy zult natuurlyk ook garen en naalden noodig hebben, die bevinden zich in dat blauw satijnen mandje." „Gy zyt charmant!" „Mevrouw, ik ga met u om, als met een vriend. Maak my dus geen complimenten. Anders raak ik van streek." „Maar mynheer, wat een geld hebt ge uitgegeven en dan.... een jonggezel „Ik begryp die kieseblieid van uw gezegde, mevrouw. Ge denkt dat deze uitgaven me niet convenieeren. Ik zal n geruststellen. Myn ouders bezitten duizende ossen is Texas. Ik ben rykelk jaar zenden miju ouders mij HOOFDSTUK IV. Een gesprek tusschen den hertog en een bandiet. De hertog de Villedieu bevond zich in ernstige moei lijkheden. Hy bewoonde een appartement van 25,000 frs. op de boulevard Malesherbes uo. 102. Hiertoe be hoorde een stal, een koetshuis, keukens en verder alles wat daarby behoort. Werdt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2