De waarheid ■n zake Lodewijk XVII. Men zal goed doen, dezebleekeen melancholieke figuur te beschouwen, als den voorlaatsten dauphin, die nooit iets meer zal schijnen in de oogen van het nageslacht, dan een onverklaar baar raadsel. Wy weten wel, dat zy die gemakkelijk te bevredigen zyn, die goede bereidwillige karakters, zich aan een acte van overlijden houden, van den treurigen gevangene van le Temple. Men zal !,zeggen. dat een goed Franschman veel geloof moet slaan aan het proces-verbaal zooals het is opgemaakt door drie achtenswaardige doctoren, onder wie genoemd wordt, docter Sue, de vader van den roman schrijver en dokter Polletan, de groot vader van Camille Pelletan, maar men betwist de echtheid van dit document. Niet dat men twijfelt aan de oprecht heid, noch aan de wetenschap der drie ondertekenaars - men verzekert alleen dat zy de dupen geworden zijn van een behendig bedrog en, zie hier op welke manier^ ik de zaak heb hoo- ren vertellen door een overlevende van dit revolutionnaire tijdperk, dat zoo talrijk aan verschrikkelijke ge beurtenissen en drama's geweest is. Deze getuige was maar e8n oud kunst criticus, de zoon van het lid der Con ventie Courtois, vertegenwoordiger van het departement 1' Aube, dezelfde die zich zoo'n groote reputatie ver wierf door zijn geschriften tegen Robespierre. Hy en ik spraken omtrent 1848, over den Dauphin, het onschuldige slachtoffer van eene omwenteling, die over ons land getrokken is als een eycloon over de zee der Antillen. Is h\j waarlijk dood of leeft hij nog altijd vroeg ik aan mijn ondervrager. Op deze vraag volgde een kleine tusschenpoos, waarin by in gedachteo suf voor zich uit bleef staren, op de manier van doove menschen. Daarna trad by in bijzonderheden over een meer belangrijk onderwerp. Luister, zeide hy, ik zal u nu woord voor woord vertellen wat ter myner ken nis gekomen is: Als laadgenoot, en vriend van Dan- ton vond myn vader gelegenheid eenigea dienst aan Simon, den schoen lapper van le Temple, te .bewijzen. Gij weet, dat men dezen man aange steld had, als bewaarder van den Prins. Onder ons gezegd moet ge niet ge- looven, dat het koninklyk kiod ooit mishandeld zou zijn geworden. Zoo als wen in menig schotschrift heeft gezegd, de eommisarissen van de Conventie, zouden dit hebben gewe ten en oumiddellijk hebben gestraft. By de ontkroning zou de schoen lapper nu één functie hebben te ver vullen a.m. die van bewaarder. Gij zult den Zoon van Gapet dag en nacht niet uit het oog verliezen, had men hem gezegd. En in andere woerden Gij staat met aw hoofd voor hem in. Maar op een morgen kort voor den 9en in Thermidor kwam Simon zeer ontsteld by ons aan huis. Ik was toen nog een kind maar met genoeg verstand, en een paar goede oogen. om alles te kunnen zien en te hooren. De schoenlapper werd door een zeer grooten hond gevolgd. Zeg eens wat scheelt er aan, Simón vroeg mijn va der hem, waarom zie je er zoo vreese- lijk ontsteld uit? Burger, er is my iets verschrik kelijks overkomen. Dezen morgen had ik mijn post gedurende vyf a zes minuten verlaten om tabak te koopen, en gedurende mijne korte af wezigheid heeft men mij den kleinen Capet ontstolen. Myn vader was niet dom, hy had de gewoonte de zaken niet te beschou wen zooals ze hem verteld werden, maar zooals ze waren. Het was op merkelijk, dat hij vervolgens zyn schouders opnaaide en lachte. Hij geloofde het bericht niet, dat de on geluksbode hem kwam brengen. Haat*!emR?er 2-SaIêetjos Een Zaterdagavondpraatje. CCCVI. Mijn neef Wouter was deze week in een naargeestige stemming. Ik zag het dadelijk^ toen by me Donderdag avond kwam opzoeken. Om hem op te vroolijken wees ik hora op de raads zitting van den vorigen dag. „Is het", zoo vroeg ik en ik mag zeggen met eenigen geestdrift, „is het niet loffe lijk, datT de leden van den Raad Woensdag na twaalf uur al hunne eigen maatschappelijke belangen heb ben opgeofferd aan het heil van de burgerij Heeft de wethouder de Breuk zyn geconserveerde groenten, de heer Öchürmann zyn demi-saisons, de heer Stolp zijn draadnagels en de heer Sneltjes rijn rhabarber en asa foetida niet aan zichzelven moeten overlaten Moest de hoer Leupen zich niet losscheuren van zijn puikkokeude erwten, de heer de LaRoy van zyn effecten en de heer van Thiel van zyn lakken en vernissen Of was 't soms géén opoffering, dat de heer Lode- wyks nfeer dan acht uur zijn patiën ten moest overlaten aan hunne eigen geueeskrachtigheid Voor den heer Beyues. dat hy al dien tyd was ont trokken aan zijDe spoorwagens en éenasrige trucs Tegenover zooveel burgerdeugd, Wouter, moest jij een gezicht zetten, dat minder sterk her innert aan de gelaatsuitdrukking van een eorworm „Dat is het niet", zei Wouter, het hoofd schuddende, „integendeel ik Maar burger, ik geef TJ mynjieilig woord van eer. Vertel dat anderen, doe geen moeite my een verhaal op te smukken, ver sta dat goed. Men heeft den dauphin ontvoerd Zy denken, dat wanneer zy hun plan kunnen volvoeren, de ko- iiingsgezinden hen goed zullen beta len. Dus moet gij geld hebben. Welnu, luister naar goeden raad, redt U spoedig, indien gij niet naar de Place de la Revolution wilt gaan eene zeer onaangename plaats. Gij hebt reeds begrepen, dat ik u niet zal aankla gen, maar men zal niet langer wach ten, om te weten te komen waar uw gevangene verborgen wordt. Welnu, een uur later zal Fouquier-Tinville geen moeite behoeven te doen, om een requisitoir van vijf regels nit te spre ken, en uwe zaak zal er spoedig door afgedaan zyn. Verwijdert u dus zoo spoedig mogelijk. Hier voegde vader Courtois - al dus noemden wy den ouden criticus van den „Corsaire" erbij, dat Si- mon zich in allerijl op weg had be geven, maar denzelfden avond had de vertegenwoordiger van het volk vernomeu, dat de schoenlapper er evenwel goed was afgekomen. Het, kind schijnt weder gevonden te zyn geworden. Of, volgens den verhaler, zou men in de plaats van den ont voerden Dauphin, zeer snel en spoe dig een kleinen jongen van zijn leef tijd gesteld hebben uit een achter hoek van een faubourg. Hy moet met den koninklijken telg een zeer groote gelijkenis heb ben gehaddezelfde leeftijd, dezelfde gestalte, hetzelfde haar, dezelfde blee- ke gelaatskleur. Men had hem het zelfde gekleed. Ötng, afgetrokkeu, en vrij onverschillig zooals er vele men schen in Frankrijk zijn, die worden belast met een onder..oek, werden de commissarissen vao betGouverneraeut, ook bodrogen door deze sprekende gelij kenis en zy hadden zich verwijderd met een: „'t is goed" na dit bezoek, zonder iels te bemerken, zoodat de verwisseling zon hebben plaats gegre pen. als een brief aan de post. Ga kalm den loop van dit verhaal na, en gy zult zien, dat het nieivau de waarschijnlijkheid afwijkt, b'imon had, na twintig minuten in de binnen plaats en gangen van de gevangenis te hebben gedwaald, bewezen dat het kind wedergevonden was, naar zyn gevan genis teruggebracht, maar ziek, lijdend en uitgeteerd. Een weinig later was zijn toestand verergerd en by was bezweken. Daar na was het proces-verbaal door de drie officieele doctoren opgesteld. Courtois had niets meer over do zaak gehoord dan de publicatie van dit stuk in de „Mooiteur". In stilte vermoedde hy wel, dat er een ontvoering had plaats gehad maar verklaarde niets zekers van dit voorval te weten. Ten slotte, voegde hy er bij, is het een zaak waarin de duivel zelfs geen licht zag, en het zal precies gaan. als met den man met het yzereu masker, niemand zal er ooit het rechte van weten. BI»»ENlAfëO, Hofbericht. Aan het Donderdag door HH. MM. de Koninginnen gogeven militair di ner waren de minister van oorlog, generaal-majoor Eland, de gep. gene- raal-majoor Beyerman en de generaal- majoor Vau Gendt, hoofdintendant, in de niouwe generaalsuniform ge kleed. De nieuwe, vooral door net heid uitmuntende tenue, mocht de goedkeuring van Hare Majesteiten wegdragen. Uit de „Staats-Courant" Kon. besluiten. Benoemd tot directeur van het post kantoor te Goes P. Keg Cz., thans vind dat de heerou gewerkt en den dank verdiend hebben van het ge- meeoebest, althans wel wat beters dan alleen een kopje thee. Eu van die thee kregen de arme verslaggevers, die dan toch ook dorst mochten heb ben, niemendal, evenmin als 't publiek, 't Publiek bestond uit twee maneen habitué van de gladde bank en een advocaat hier uit de stad. De laatste is evenwel heel gauw verdwenen, misschien wel uit baloorigheid omdat hy ook geen thee kreeg." „En was dat nu eigenlijk wat je over do raadsvergadering te zeggen iiadt?" vroeg ik, meteen beetje min achting, want ik vond dat theepraatje nogal slap. „Neen," zei hij, „dat is het niet. De zaak is: ik heb een grootsch plan gemaakt en dat kan ik maar niet goed in orde krijgen. Daarom kom ik jou raad eens vragen. Ik heb namelijk het denkbeeld opgevat van eon wan delweg over de daken van de huizen, met. hier en daar groote en gemak kelijke trappen of ladders om er op of af te klimmen. Maar daar is een groote moeilijkheid aan verbonden en wel deze, dat de huizen zoo verschil lend zijn van hoogte. Er staat er soms een van tien meter naast een van twaalf, en het gaat toch niet, om zoo'n wandelpad op een breedte van zes of acht meter, twee meter te laten stij gen of dalen 1" Ik keek Woutor in stomme ver bazing aan. Een wandelpad over de daken Had ik teekenen vai woest heid aan hem bespeurd, dan zou ik aan Meerenberg hebben gedacht, maar er lichtte (om met de romanschrijvers te spreken) alleeu een zwaarmoedig hoofdcommies der posteryen, en zulks met ingang van 1 Juni 1898. Met ingang van 1 April 1898, by de directie van de Rijkspostspaar bank te Amsterdambevorderd tot adjunctcommies W. H. A. Tollus, thans klerkbenoemd tot klerk G. Nuver, thans tijdelijk beambte. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen te Winterswyk, A. Bakker Mz., ontvanger derzelfde middelen te Wa- geningen te Weert c. a., J. M. H. van Wessem, ontvanger derzelfde middelen te Écht c. a. Bepaald dat, met ingang van 1 Mei 1898, de titularis van het kantoor der directe belastingen en accijnzen te Menaldum c. a., op die plaats zal wonen en kantoor houden. Met ingaDg van 18 April, aan dr. J. E. Couvée, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de Rijks H. B. school te Tilburg. De kapitein-luitenants ter zee J. P. van Rossuin en A. Seret, eervol ontheven, resp. van het bevel over Hr. Ms. logementschip Buffel, en Hr. Mr. instructieschip Nautilus; aan eerstgenoemde het bevel opgedragen over gemeld instructieschip en aan laatstgenoemde het bevel over genoemd logementschip. Verheffing in den adel. Bij koninklijk besluit vao 1 Maart zijn de kindereu van wijlen jbr. mr. Hugo Gustav van Lawick en van vrouwe Wilhelmina Petronella Nico- lasiua Schuurman, wonende te Lau sanne, (Zwitserland) genaamd jhr. Hugo Charles Gustav van Lawick en jonkvr. Mary Cathérine Eléonore van Lawick, erkend als gerechtigd tot het voeren vau de vanouds in hun geslacht gevoerde titels van baron of van baro nes, en wel de eerstgenoemde met zijne wettige, zoo mannelijke als vrouwe lijke afstammelingen, en de laatstge noemde alleen persoonlijk. By Koninklijk besluit van 11 Maart zyn alsnog benoemd tot vertegen woordigers van de Regeering op het in de maand April dezes jaars te Madrid te houden Negentiente Inter nationale Congres vau hygiëne en demographie, mr. A. Kerdy'k, onder voorzitter, en dr. C. A. Verryn Stuart, secretaris der centrale Commissie voor de statistiek, beiden te 's-Gravenhage. Verkiezing Prov. Staten. By de Vrydag gehouden herstem ming voor een lid der Provinciale Staten in district Amsterdam I(vaea- tnre-Rutgers van Rozenburg) werden uitgebracht 1866 geldige stemmen. Daarvan verkregen: Dr. H. F. R. Hubrecht (lib.) 1067 stemmenL. M. Bonnike (kath.) 799 stemmen, zoodat gekozen is de heer Dr. H. F. R. Hubrecht. By de herstemming in district Am sterdam V (vacature-Cordes) werden uitgebracht 1911 geldige stemmeD. Daarvan verkregenJ. F. A. Rapp Jr., (rad.) 1170 stemmen; Roelof Kui pers, (ant.-rev.) 741 stemmen, zoodat gekozen is de heer J. F. A. Rapp Jr. In de Times doet dr. C. Hofstedo de Groot een beroep op Engelschen, die iets zouden willen afstaan voor de Oranje-Nassau-tentoonstelling, die in September in het rijksmuseum te Amsterdam wordt gehouden. Een aanranding! Zondagavond 1.1. had eene kerkelijke plechtigheid plaats gehad indeR. K. kerk te Ouderkerk aan den Ainstel. Twee aankomende meisjes nit het naburige Duivendrecht begaven zich na den afloop, ongeveer 9 uur, weder huiswaarts. Haar weg was de stille Ouderker- keriaan, ahvaar slechts enkele boeren woningen tot benijs strekken dat men in een bewoonde streek is. Aan de eene zijde met zyn uitgestrekte veen derijen, en aan de andere met het weiland, biedt deze landweg den wan delaar niet veel afwisseling aan. 'tWas donker en koud, de meisjes vuur uit zyn oogen. „Maar Wouter", zei ik ten slotte, ..een wandelpad over de daken, wat bedoel je daar eigenlijk mee We zyn wel in de maand Maart, maar je bent toch geen kater „Je deedt beter." antwoordde hy, „door met zoo'n droevige noodzake lijkheid niet te spotten. Want ik zeg je, een wandelpad over de daken is een noodzakelijkheid geworden, sedert de gemeenteraad Woensdag en vroe ger- concessie heeft gegeven voor ik weet niet hoeveel trammen tegelijk. Daar heb je de lyn naar Amsterdam en die naar Zandvoort en die naar Bloeraendaal en de ergste van alle, dié in de stad zelf. War neer je daar nu nog bijvoegt de honderrle groote honden die in de stad rondzwerveu en de duizende fietsen, die langs of over je heen rennen, dan aioet je toch tot de conclusie komen, dat voor de voetgangers op straat geen plaats meer is en dat zij voor hun veiligheid een wandelweg moeten zoeken boven de daken. Als ik nu maar wist, hoe ik die moeilijkheid van het verschil in hoogte uit den weg kan ruimen „Je bent ondankbaar", zei ik., „Geen stad in heel Nederland heeft een tramnet zooals ij dat zullen kry- gen. We staan op tram gebied. Wou ter, ongetwijfeld aan de spits van de neder 1 audsche beschaving." „Hardloop doodloop, plachten wij als jongens te zeggen", antwoordde Wouter. „De lyn naar Zandvoort bost, de lyn naar Arasterdam ook best, maar de ceintuurbaan door de stad....r Hoe die rente geven moet, vat ik niet." „Als concessionarissen 't maar vat ten," merkte ik op,^„dan is 'tal vol doende". waren goed ingebakerd. Een goed kwartier van het dorp waren zy ver wijderd, toen op eens een wezen uit het gras aan den slootkant sloop en haar aanviel en wel zoo verwoed, dat zy het van sehrik op een terngloopen zetten. Gelukkig zagen zy een rytuig aan komen en op haar smeekbede nam de voerman met toestemming van zijn passagier de vluchtelingen op. Nn minder bevreesd onder bescher ming van twee sterke mannen, wezen zy de plek aan, waar de aanval had plaats gehad. De aanrander was er nog, 't bleek een maonetjesgans (gent) te zyn, die de ganzen tot zyu harem behoorende tegen mogelijke aanvallen zocht te verdedigen. Zou het waar zijn? Wy lezen in de Tel. Oostelijk van de Warmoesstraat te Amsterdam, het sombere Oude-Kerks- plein; rechts daarvan, in zyu geheel parallel aan de Warmoesstraat, een net van straatjes en steegjes, onbe kend by het meerendeel der Amster dammers. In een van die steegjes met een huiveriagwekkenden naam, de Dolie- bagijnsteeg, een nauwelijks honderd meter smal straatje met overoude ver vallen huisjes, met als uitgevreten muren, uitgesleten houten trappen of verweerde stoepen voor den hoofd ingang, sommige met planken voor de ruiten gespijkerd, is deze week weer de oude, bijna in vergetelheid ge raakte moord op den slager Schut aan 't licht getreden. Wy dachten in 't geheel niet meer aan deze afgrijselijke geschiedenis de geheimzinnige en nooit gevonden vroaweuaanrander had den moord van Schut in 't vergeetboekje doen gera ken. Doch plotseling werden wij herin nerd, dat de sluier, welke deze mis daad omhult, nog alt\id niet is opge licht. Op een avond in deze week was er krakeel in een der huizen van de Doilebagijnsteegover en weer wer den verwijten gedaan tot de een don ander voor moordenaar van Schut schold. Zekere vrouw Rgetuige van den twist, spoedde zich naar de po litie, die de aanwezigen medenam naar het politiebureau aan de Oude Brugsteeg, waar zy een paar uren vertoefden. Den volgenden morgen werd door een inspecteur van politie op de kamer proces-verbaal van 't voorgevallene opigemaakt. En naar wy zelfs vernemen, werd later een mes in beslag genomeD. waarmede de moord gepleegd zou wezen. De zaak is thans natuurlijk in handen van de justitie. Diefstal te Baarn. De Gemeenteraad te Baarn heeft in zijn vergadering van Vrijdag met algemeene stemmen den ontvanger Burggraaf voor oubepaalden tijd ge schorst uit zyn betrekking, en'beslo- ten tienduizend gulden te leenen voor de loopeude behoeften der gemeente. Het bedrag, ontbrekende uit de gemeentekas, bedraagt f 16.875. De ontvanger heeft een geldelijken borg tocht van zes duizend gulden. Naar men zegt heeft een onderzoek van den nieuwen burgemeester ge- leid tot het ontdekken, van ernstige onregelmatigheden in de boekhouding- der gemeente. Tot nu toe was alleen het kasboek vergeleken met het bedrag der aan wezige contanten, maar in de laatste jaren heeft geen voliedige verificatie der gemeenteboekhouding plaats ge had. Door de feestcommissie voor de kroningsfeesten le Delft werd Woens dag eene algemeene collecte gehouden jweiko een zeer teleurstellende uit komst heeft opgeleverd. Niet meer dan even f 2000 werd opgehaald, een cijfer dat door nie mand verwacht werd. Indien do feestcommissie niet door belangryke vrywilligo bijdragen ge steund wordt, zal bet kleine gecol- „Ook weer waar", zei Wouter» „maar ik heb zoo'n idee, dat zo de ceintuurbaan genomen hebben omdat ze anders de lijnen naar Bioemendaal en Zandvoort niet konden krijgen. Van Bloeraendaal gesproken, ik ver gat nog te zeggen, dat ik de lyD naar Bloeraendaal ook best vind. Alleen spijt het me voor Koolhoven met zijn Bloemendaalse, e omnibussen, want al waren het echte bolderwagens, de dienst was goed geregeld en hy zorgde goed voor 't publiek. Eén ding heeft me altijd verwonderd en dal, is, dat hij op den vrachtprijs in zijn omni bussen geen vermindering gaf aan officieren." „Waarom?" vroeg ik. „Wel, omdat hy dat uu wel beeft ingevoerd in !t Bron gebouw. Ronduit gezegd, Fidelio, waarom hij dat doet, s'afc ik volstrekt niet. Waarom moet nu een officier minder voor de con certen in 't Brongebouw betalen dan een ander mensch Dat vraag ik jou „Wat zal ik zeggen liet Rijk betaalt zyn officiereu niet te best," „Dat is geen reden. De tegenwoor dige slapte in zaken verhindert me om eerste klasse te reizen, maar daarom geeft de Holl. spoor mij geen vermindering op den vrachtprijs. „Nu, dan is het zeker om wat uni formen te hebben tussclien ai die ge wone burger pakjes," opperde ik. „Dus eeu soort van decoratieve verdienste," zei hy. „Best, maar dan stel ik voor, dat ook iedereen, trie komt in rok cn witte das, korting krygt. Het mooiste eostuum krygt het hoog ste rabat," ik seliudde myn hoofd, verdrietig over het doorslaan van Wouter. lecteerde bedrag oorzaak zyn, dat het programma voor de feestviering aan merkelijk zal moeten worden inge krompen. Eene Wiihelmma-linde. Donderdag werd aan de Ryks Tuin bouwschoolte Wageningen door de' twee oudste leerlingen dér school en den chef de culture Muyen, in tegen woordigheid van al de leerlingen dei- school, eene Wilhelmina-linde geplant, aan het uiteinde van de groote laan. die voortaan Wilhelmina Laan zal heeten. De directeur der school, dr. Cattie, hield een korte toespraak, welke door de leerlingen met een leve Koningin Wilhelmina, leve Oranje, werd toegejuicht, Het N. v. d. D. deelt mede, dat onder het signalement vau een dezer dagen in Gelderland verdronken per soon, wiens rijk nog niet is gevonden, o.a. voorkomt, „Spraak Geldersch". Heden viert de weduwe K. v. d- Berg-Tuin te Dreischor (Z.) haar 104en verjaardag. De oude vrouw ziet er nog fliDk uit eu is nog goed 'bij het hoofd. Het onthoudingswerk in Fries land. Vermindering van het gebruik van sterken drank. Wy gelooven niet, dat er ééne provincie is, waar het gebruik van sterken drank zoo hard is afge nomen en nog afneemt, als in Fries land een gewest, waar vroeger vry wat „geborreld" werd, niet het minst onder de arbeidersbevolking, met name in de venen. Van bier drinken, van gazeuse drank, was geen sprakevan koffie of cho colade gansch niet, dat was kinder kost, en men zou uitgelachen zyn, als men destijds zoo iets besteld had. Men kende niets aDders dan „bor rels", niet zelden by den „dikkop" gekocht, als het feest in het dorp was. De kermissen waren er tooneelen van dronkenschap, vechtpartijen, enz. Hoe geheel anders is het nu. On der de arbeiders veei meer geheel onthouders dan onder andere cate gorieën en duizenden die nog wel eeu glas bier, maar geen alcoholische dranken meer drinken. Vooral is dit het geval onder de jongelieden, die hierin den ouderen eeu prachtig voor beeld geven. Het ageeren tegen „koning Alcohol" èn door de total Iers (waar van daar ijverige propagandisten zijn), èn door de sociaal-democraten, heeft in de provincie prachtige resultaten opge leverd. Zoo ziet men in sommige dorpen als hoofddrank limonade óf kwast zoo heeft men boeren, die besloten heb1 en in den hooioogst geen borrel meer aan hunne hooiers te schenken zoo treft men vele arbeiders aan, die beslist weigeren een borrel te drinken, hun dour hun werkgever aangeboden. Eerst lachte men over de profeten met den blauwen knoop, thans luistert men naar hunne woorden en doet men naar 'nunDC daden. Gelukkig veel „ach en wee" wordt dan bespaard. (U. D.) iPers Övecztcht. Afschaffing van plaatsvervanging. In De Residentie-Bode is nog een tweede artikel opgenomen over het wetsontwerp tot afschaffing van de plaatsvervanging. Blijkens de onder- teekening zyn beide opstellen van de hand van den heer J. W. van Nispen tot Sevenaer. Schr. betuigt nog eens zijn ingenomenheid met de vrijgevig heid, waarmee vrijstelling van dienst,- ook voor toekomstige geestelijken wordt toegezegd; hy waardeert fiat de inrichtingen voor or.dei-wijs, welke in aanraking zullen komen voor de toepassing der vrijstelling voor Kloos ters en Zendelingschbol, by algemee- nen maatregel van Bestuur zullen worden aangewezen maar de be- „Je blameert me in het Zaterdag avondpraatje," zei ik. „Laten we lie ver eens over wat vroolykers praten. Wat zeg jii wel van de oolijke ma nier, waarop de firma Aukes Co., fabrikanten van limonades gazeuse en minerale wateren, reclame voor hunne affaire hebben gemaakt? Ze konden vooruit weten, dat de Raad op hun verzoek om de straatlantaarns met transparant-papier ie beplakken niet zou ingaan. Ik zou haast wel durven zeggen, dat ze ook wol de toestemming van den Raad lie\or niet dan wel hadden gehad." ,,'tls niet kwaad verzonnen," zei Wouter, „want in elk geval komt het verzoek in alle kranten eu als jy er wat van in liet Zaterdagavond- praatje zet, dan is dc gratis reclame nóg beter. Maar een andere oqlykert is de heer Schiirmann, die iu zyn etalago in de Groote Houtstraat een verzameling struikgewassen zet, palmen en andere staaltjes vau Oos- terschen plantengroei tot opening van het seizoen. Maar 't seizoen laat zich uiet dwingen het gaat open als liet zijn tyd daartoe gekomen vindt eu het prijzenswaardig optimisme van den beer Schiirmann wordt gelogen straft door den banen noordoosten wind, die ons om de ooreu waait als een overblijfsel van eon winter, die er niet geweest is. Zoo zullen we nu gauw lezen in buitenstcedsche bladen (de baarlemsche zijn wel wijzer) dat- de bollen zoo mooi uitkomen en dat ze al een mooi schouwspel opleveren en wanneer dan de nieuwsgierige be zoeker kom', vindt hy niets dan hier en daar een voorbarig croeusje. „Ach neen, niets laat zich dwin- steudighoid der vrijstellingen is hem te weinig gewaarborgd. Ja, zegt by, indien wat thans de afschaffingswet geven wil door de Grondwet gewaarborgd ware, wy waren wel niet verzoendmaar toch een onder grootste bezwaren zoc uit den weg geruimd zijn. En verder: Wat tot vermindering dier vrees zeker iu niet geringe mate bijdragen zou, het waro een onomwonden, een loyale verklaring van de erkende lei- dors der verschillende partyen en groe- pen, dat het in stryd met de billijk, neid geacht zou worden met het stel sel der in deze wet te verleenen vrij stellingen te breken, ook indien later tot de organisatie, waarvan die wet inleiding gaat wezen, zal overgegaan worden. Formeel bindende kracht heeft zulk een verklaring natuurlijk- niet, doch er zijn er gelukkig nog velen, voor wie banden bestaan, die binden, ook al is de materie, waaruit zij geweven worden, tot stof vergaan. In het Nederlandsch Dagblad be spreekt de heer mr. H. V. het in de M. v. T. genoemde beginsel van soci ale rechtvaardigheid. Dat is schrijft hy o. m. een hulde aan den geest des tyds, een buiging voor radicale ambtgenooten en kamerleden, maar toch ook eon argument, waaraan lang niet alle kracht mag worden ontzegd. Ongelijkheid zal er altyd blijven. Het leger zelf, waarin honderdduizenden gehoorzamen moe ten aan ééu enkel man, is de grootste school van ongelijkheid, die er be staat. Zonder ongelijkheid geen krijgs tucht. Er zullen ook altijd voorrechten zyn van het geld, zooals er ook voor rechten zyn van talent, jeugd, schoon heid, kracht, gezondheid, karakter enz. maar het is toch goed, dat ook de rijksten leeren, dat niet alles voor geld te koop is. En -na een verwijzing naar de Grie ken en Romeinen, bij wie de krijgs dienst- vooral op de hoogste stande: rustte, omdat zij het meest te verlie zen hadden en de oriverraógenden vaal werden uitgesloten, omdat men meend? op hen niet te kunnen rekenen, ver volgt. schr. Er zyn plichten, die niet op gold waardeerbaar zijn. Elk burger, en in de eerste plaats hy, die iets te ver liezen heeft, moet persoonlijk gereed staan om zijn land te verde.digen, tnaar het is daarom nog volstrekt niet uoo- dig, dat hij ook alle kleine corveeëo als aardappelen schillen, kousen stop pen, hout hakken enz. zelf verrichte De weerbaarheid des lands en hel gehalte des legers lijdon er niet onder als een gegoede zulke diensten voor een kleinigheid van zieti afschuift,et in oorlogstijd zal hij toch ook we. zelf de handen uit de mouw moeten steken. Sociale rechtvaardigheid dus ii zeoverre, dat ryken en armen geljp zyn in het vervuilen hunner plichtes tegenover het vaderland, en zoo dii plicht op den rijke zwaarder druk; dan op den arme, omdat de laats» het in de kazerne soms beter heel dan thuis, zoo staat daar tegenover dat de rijke ook meer belang beefl bij het behoud der onafhankelijklieii en nationaliteit. Van de toenadering der staudes willen wij ons niet al te veel voor steilen. De kennismaking ',al overei weer wellicht teleurstelling barer; maar het kan niet uitblijven of uoh omgekeerd, zal veel vooroordeel b nadere kennismaking verdwyaei Gemeeno nood maakt vijanden tc vrienden, en waar wy nu reeds va onze Indische officieren hooreu, li( er op expeditie vaak de meest Iu» telyko verhouding heerschen kan tui sche» officieren en soldaten, die li elk verschil in rang en stand toe voelen, dat zij elkander niet kunnt missen, daar aehten wy diezelfde ld nadering tussehen soldaten niet ct inogelyk. Geen dwepen dus met vryheid, rijkheid eu broederschap. Geen ove; dreven zucht naar gelijkmakerij. <li gen en het beste is hy er aan tof die geduldig afwacht tot het tijd i Zoo is nu gisteren de 'neer H. va Breemen, di© al sinds jaren een p; pulair man was, ook een officieel p? soon geworden. Met op 8 na algeineo: stemmen is by lid vau de Kamer vs Koophandel geworden, zooals tra wens vooruit te zien was. Alle kif vereenigingen stemden met zijne ca didatinir iu, ze stelden oom Heo met een eenstemmigheid, die aandoe lyk was ora te zien. Zeiden heb een verkiezing zoo liuiseiyk en i moedel ijk zien loopen. Die gemoed rijkheid deelde zich ook mee a; 't stadhuis, waar omstreeks 1» elf een van de jongste klerk een bordje „Stembureau" tot gi vau de kiezers aan den muur van grooto zaal -pijkerde, daarby alst uier gebruikende een grooten stofü Ëen en auder geschiedde onder 1 waakzaam oog van Koper, die tó ik met belangstelling vroeg of d voorwerp een uamer moest verbef den, antwoordde, dat men voorf raers by Publieke Werken moest zeu en dat het stadhuis alleen e [houten bezat. „Iatussehen," zei Wouter en c digde daarmee zyn lang relaas, „da maar ee. s goed na over den wand weg over de daken, want zooais je zei, over een jaar, als alle tra: loopen, dan is er op straat voori voetgangers geen ruimte meer." FIDELIO-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 6