met bet werkelijk leven geen reke
ning houdt en den nijd tot oorsprong
hoeft. Als er geen ongelijkheid was,
zouden juist de minst gegoeden en
minst ontwikkelden ze weer invoeren.
Menig korporaal behandelt zyn onder
geschikten met meer hoogheid dan
de kolonel van het regiment. Maar
róór alles een levendig besef, dat er
plichten zijn tegenover den Staat, die
niemand af kan koopen en iedereen
persoonlijk moet vervullen.
De Standaard zegt, dat de anti-
revolutionnaire party steeds prijsge
ving van de dienstvervanging in het
ontwerp van legerorganisatie eischte,
gelijk het Kabinet-Mackay er dan
ook in dien zin een voorstel toe in
diende. En dan vervolgt het blad
aldus
„Ook in 1897 stelde ze zich op
ditzelfde standpunt, maar verklaarde,
dat b. op dit oogenblik eene be
slissing in zake de legerorganisatie
niet door baar kon worden uitgelokt,
omdat de deskundigen thans ten op
zichte dor legerorganisatie te veel op
twee gedachten hinken, en de quaestie
alzoo voor onmiddellijk oplossing nog
niet ryp was.
„Heel iets anders is het echter,
zelf iets uit te lokken, zelf iets voor
te stellen, en zelf al de verautwoor-
delpheid voor het vaderschap van
zulk een onderwerp op zich te nemen
en heel iets anders, om er mede mee
te gaan, als een ander zoo iets aan
durft.
„Nu dit laatste feitelijk het geval
is en er een ministerie is opgetreden,
dat acht: lo. dat do dienstplicht los
van de legerorganisatie is te behan
delen, en 2o. dat nu reeds een be
slissing in zake de legerorganisatie
te nemen is; is het de plicht der
anti-revolutionnaire party, de inge
diende ontwerpen, zooals ze daar lig
gen, te beoordeelenen nu het eerst
ingediende ontwerp strekt om iets te
verwezenlijken, dat wij zeiven in ons
Program van Beginselen steeds voor
stonden, spreekt het o. i. an zelf,
dat men hier dan ook voor stemt.
..Stonden wij zeiven voor de patrijs,
dan zouden wij op dit oogeublijk nog
ons gevoelen handhaven, dat het on
geraden is dienstplicht los van leger
organisatie in te voeren, en even on
geraden om op dit oogenblik den
knoop van legerorganisatie door te
hakken.
„Maar als een Kabinet, waarvoor
wij geen de minste verantwoordelijk
heid dragen, hiervan de aansprake
lijkheid op zich neemt, bepaalt ons
oordeel zich tot de ontwerpen zelve."
Lettere» en Kunst
Van Zuylen in Antwerpen.
De „Nieuwe Gazet" van Antwerpen
schrijft
„Een bezoek van den taleutvollen
Rolterdamschen acteur Willem van
Zuylen is altijd een buitenkansje
voor al wie in Antwerpen in littera
tuur en tooueel belang stelt.
Gister avond vonden wy dan ook
de voornaamste onzer Vlaamsche let
terkundigen, tooneelschry vers, spelers
en liefhebbers iu den Elbardo ver-
eenigd, waar van Zuylen voor bet
werk der Nederlandsehe Vereeniging
tot hulpbetoon zou optreden.
De invloedröksto loden onzer Hol
landsere kolonie merkten we ook ia
de zaal.
Van Zuylen heeft een tental mo
nologen opgezegd en is door het pu
bliek fel toegejuicht geworden.
Ons is, rechtuit gezegd, deTooneel-
avond tegengevallen.
Niet dat- "wij iets aan het talent
en de verdiensten van onzen JTol-
landschen gast willen vermindeven
wij erkennen in hem een voordrager
van eersten rang, los, ongedwongen
en schilderachtig, men kan niet meer;
doch de keus zijner stukken vonden
wij allerongelukkigst.
In Holland kunnen eindelooze, uit
gewaterde vertelsels als „Een lastig
geval", „Eeu eerste liefde". „Oudsie
Wimpie" en „Een blok aan 'tbeen"
„humor" heetén, te Antwerpen doen
we zoo'n dingen... in pakskens.
„De dupe der Historie," „Bank
breuk" en „Paardengang" alleen kon
den er mee door.
En dan nog...
Zyn overdreven brouwende R is
ook een echte marteling voor 't oor
en maakt hem de helft Van den tyd
totaal ouverstaanbaar."
Donderdagmiddag om 3 uur werd
aan mevrouw Albregt—Engelman op
de Nieuwe Oosterbegraafpiaats te
Amsterdam bet nieuwe grat van wijlen
haren echtgenoot overgedragen. De
plechtigheid vond plaatsin betbyzyn
van slechts enkele goede vrienden.
De lieer Justus van Man rik. de voor
zitter der commissie, welke zich met
de zorg voor de verwezenlijking van
den wensch van Mevrouw Albregt
bad belast, sprak haar by de over
dracht ongeveer aldus toe:
„Mevrouw Albregt, namens hen die
liet ons mogelijk gemaakt hebben om
Uw liefsten wensch te vervullen, draag
ik thans de nieuwe rustplaats van
den diep betreurden kunstenaar. Uw
onvergetelijken echtgenoot en Uwer
kin leren diep betreurden vader, aan
U over. Ik doe dat met den wensch,
dat wy U ter zyner herinnering nog
lang mogen behouden. Namens uwe
kinderen" leg ik deze bloemen op liet
graf van hun lieven vader."
Van mevrouw Albregt, zelf was
intusschen een krans aan bet monu
ment gehecht, op welks linten de een
voudige, welsprekende woorden„Aan
mijn lieven man".
De heer D. Lageman legde nog een
krans op het graf uit opdracht der
sociétaires van den Frascati-schouw-
burg, waarop Mevrouw Albregt de
aanwezigen dankzeide.
Sport en Wedstrijden.
Sutherland. JEtoyaards.
De Limburger Koerier ontvangt
uit Parijs, gedateerd van 9 dezer, de
volgende briefkaart, waaruit blijkt,
dat het vermoeden, als zou de doof
stomme wielrijder Sutherland Roy-
aards in de Pyreneeën vermoord zyn,
onjuist is.
Geachte Redactie.
Zooeven ontving ik een briefkaart
van my'n vriend den doofstommen
Nederlandschen wielrijder Sutherland
Royaards.
Hij is dus niet vermoord in de om
streken van Pamplona, maar spring
levend en op weg naar Madrid, om
van daar zyn gevaarlijke reis naar
Afrika voort te zetten. Misschien
is hij er op het oogenblik reeds aan-
fekomen en bezig zyn eigen doods-
ericht te lezen.
Nu, wat zal hy opkijken.
Met de meeste achting,
P. HOU BEN.
Ook bier te lande is bericht
ontvangen, dat Royaards te Madrid
is aangekomen.
Wedrennen.
De Nederlandsehe Harddraverij- en
Renvereeniging heeft voor 1898 de
volgende wedrennen uitgeschreven
op 17 April, 30 Mei en 19 Juni te
Heemstede (Cruquiusbaan), en op 16
Juli, 11 en 13 Augustus in Cliugen-
daal.
Wielrijden.
Cordaug en Mejjers vertrekken bin
nen veertien dagen naar Londen, om
daar onder leiding van hun manager
Chevalier de training op de Crystal
Palace baan te beginnen. Coruang
heeft van zyn voornemen afgezien
het wegrecord van 24 uur te ver
beteren.
RECHTSZAKEN.
Vechtpartij in het gerechts
gebouw.
Eeu schorre getuige deed Vrijdag
middag voor de rechtbank te Amster
dam een verhaal over een vechtpar
tijtje in de gang van het kantonge
recht. I)e man had een civiele vor
dering tegen den beklaagde en was
daarvoor met zyn zoon voor den kan
tonrechter verschenen. Toen de zaak
was afgeloopen, begon de beklaagde
in de gang ruzie te maken, en het
kwam tot handtastelijkheden, waarbij
de schorre getuige deerlijk in de vin
gers werd gebeten.
De lezing van de getuigen a décharge
de moeder en de schoonzuster van
beklaagde, luidde eenigszins anders.
De zoon van den schorren getuige
bad het, eerst geslagen. Moeder kon'
er honderd eeden op zweren, dat haar
zoon niet gebeten had.
Intusschen nam het O. M. aan, dat
er wel gebeten was en eischte f 40
GEMENGD fölEyWS
De Russische vloot.
De Russische oorlogsvloot, wordt
geducht versterkt. Een oekas gelast
den minister van financiën, uit de be
schikbare kassaldo's negentig millioen
roebel af te staan voor bet bouwen
van schepen. Deze uitgaaf wordt ge
boekt onder de buitengewone uitga
ven. Een leening is er niet, voor nóo-
dig, maar byna het geheele overschot
dat op liet eind van 1897 in kas was,
gaat er aan heen, voor zoover het
niet, voor andere doeleinden nopdig
is. Immers van de 200 millioen over
schot op hot eind van 1897 was 10G
millioen aangewezen tot dekking van
de buitengewone uitgaven voor 1898/99
zoodat er nog 94 millioen beschik
baar was.
Als reden voor de buitengewone
uitgaaf geeft de Keizer eenvoudig op,
dat, versterking van de viool noodza
kelijk wordt geacht. De gewone uit
gaven voor de marine waren dit jaar
al verhoogd.
Vergiftigd.
Te Dy on voegde Zaterdag een ge-
pensipöneerd kapitein Guignot zich
by een paar kennissen aan een tafeltje
voor een koffiehuis. En eene met pa
pier omwikkelde fiesch ziende staan
schonk hij een glas in, ledigde het
in éeu teug en viel als dood ter aarde.
Een in allerijl ontboden geneesheer
beproefde nog iets te doen, maar een
oogenblik latêr blies de ongelukkige
den adem uit. Hy had een mengsel
van brominm-potassium en nitrasar-
genti ingezwolgen.
Eene kranige vrouw.
In de nabijheid van Auburne in
de Voreenigcle Htaten is een soort van
„Tehuis" gesticht voor oude Negers
en Negerinnen dat naar de stichteres
„Harriet Tubman Home" genoemd
zal worden.
Deze Harriet was als slavin gebo
ren, maar op haar negentiende" jaar
gelukte het haar, haar meester te
ontvluchten en alle gevaren trotsee-
rend de Noordelijke Staten te berei
ken, waar de slavernij was afgeschaft.
Daar werd zy vry verklaard en
begon zy van eiken dollar dien zy
verdiende, iets weg te leggen, totdat
zy na jaren een eenigszins voldoende
som byeen bad waarmee zy zich op
weg begaf naar het Zniden om an
dere slaven te helpen naar het land
der vryheid te komen met, het gevolg
dat de slavenhouders 10,000 dollars
uitloofden aan diegenen, die hun Har
riet kon uitleveren.
Zy wist evenwel altijd te ontko
men.
Toen de Vrijheidsoorlog uitbrak
verzocht de gouverneur van Massa-
chussets haar, het Unieleger als gids
te dienen. Zy willigde liet verzoek
iu en vaak stond zy onverschrokken
te midden van het grootste gevaar
Zy geleidde bet leger dwars door
de moerassige streken aan de mis-
souri.
Harriet bezat steeds het onbegrens
de vertrouwen van haar arme zwarte
broeders, tot wier bevrijding zy on
eindig veel heeft bijgedragen.
De thans 80-jarige negerin heeft
door de grondvesting van het Home
de kroon op haar werk gezet.
Een grootsch werk.
Volgens Le mouvement gêoqra-
phique heeft de Russische regeeriog
de grondslagen vastgesteld van een
kanaal dat Oostzee en Zwarte Zee
verbinden zal. Het zal 65 meter breed
zyn op de waterlijn en 35 op den
bodem en 8meter diep worden.
Beginnende by Riga volgt het de
Duna tot Dunaborg, van daar wordt
een kanaal ge .'raven langs Lepel
naar de Beresina, welke dan tot de
monding in den Dnjepr wordt ge
volgd, zoodat de schepen langs deze
rivier by Cherson de Zwarte Zee be
reiken. Aldus zullen 200 kilometer
moeten worden uitgegraven, maar
bovendien 1400 kilometer rivier ver
breed en verdiept. De bodemgesteld
heid is zóó gunstig, dat slechts 2
sluizen noodig zijn, aan de beide
uiteinden. De bodem is byna overal
van klei, zoodat de oevers vast zullen
zijn en men overal steenen kan bak
ken voor de gebouwen enz. Daar
het kanaal vooral voor militaire doel
einden zal moeten dienen, wordt het
zoo breed en diep als boven gezegd
is, zoodat de grootste pautserschepen
er door kunnen varen. Langs het ge
heele kanaal komt eleetrisehe ver
lichting en de schepen die er door
komen, krijgen als in het Suezkanaal,
eleetrisehe lichttoestellen aan boord.
Iu zes etmalen zal een stoomschip
van Riga naar Cherson kunnen
komen. De kosten van den aanleg,
die vyf jaar duren zal, zijn op 400
millioen roebel geraamd.
De koning van Siam.
Koning Chulalongkorn van Siam
schijnt al een bijzonder aangename
herinnering aan zijn verblijf te Ge-
nève te hebben behouden, en vooral
ook aan den toenmaligen pre ident
van den kantonnalen Raad dr. Ri
chard, met A'ien hij in drukke cor
respondentie is getreden. Verleden
week ontving dr. Richard van den
koning een groot aantal kleine van
zijde en gouddraad geborduurde
beursjes, gevuld met Siameesche gou
den en zilveren munten, uit alle pe
rioden waarvan de vorst er nog in
handen kon krijgen. De oudere mun
ten zien er uit als koflieboonende
moderne komen met de Europeesche
munten overeen. Dr. Richard heeft
de zeldzaam mooie collectie aan het
stedelijk muntenkabinct van Genève
geschonken.
Hoe ik geïnterviewd werd.
Een krachtig volwassen jonkman
nam op inija verzoek plaats. Schuch
ter merkte by op, dat hy verbonden
was aan „Het riagelyksche onweer"
en vervolgde dan.
U hebt er, hoop ik, niets op tegen,
dat ik u interview.
Dat u me
Dat ik u interview
O zoo, jawel Hm. Ja
jawol.
Ik was dien morgen niet goed iu
orde. Myn geestkracht scheen wer
kelijk geleden te hebben. Intusschen
ging ik naar de boekenkast, eu nadat
ik 6, zeven minuten gezocht had, zag
ik my genoodzaakt my tot dea jongen
man te"wenden. Ik vroeg.
Hoe schryft u dat?
Schrijven? Wat?
Interviewen.
Wat bedoelt u Waarom wilt
u het schryven
Ik wil het heelemaal niet, schrij
ven. ik wil alleen nazien wat liet be
duidt.
Hé, dat is merkwaardig. Nu, dat
kan ik u wel zeggen, als u als
u
O. uitstekend. Dat doet me
pleizier. Ik zal er u dankbaar voor
wezen.
Iu-i-n, tor; t-e-r inter.
U schrijft het dus met een I.
Ja, natuurlijk.
O, daarom heb ik ook zoo laDg
gezocht.
Maar mijn beste mynheer, waar
mee zou „u" het dan schrijven.
Ja, ik ik weet bet eigenlijk
niet. Ik keek het woordenboek eens
iu, in de hoop dat ik het onder de
plaatjes zou vinden, maar dit is al
e6n heel oude uitgave.
Nu, waarde heer, een plaatje
zondt u er ook in de nieuwste uitgave
niet van vinden, ik, neem me niet
kwaljjk maar u is toch niet zoo
zoo intelligent als ik verwacht had.
Maar mynheer. My is dikwijls
gezegd, en door menschen die niet
vleien, en ook geen reden tot vleien
hebben, meneer, dat ik bijzonder intel
ligent ben. Ja, men was er zelfs ver
rukt over.
Zoo maar wat het interview be
treft, u weet dat het gewoonte is.
iedereen te interviewen die tot het
openbare leven behoort.
Zoo, neen, dat wist ik nog niet.
Het moet dan wel interessant zijn.
En waarmede doet u dat
Hm, hm. Het zou nog al eens
met een knuppel moeten gebeuren.
maar in den regel bestaat het daarin,
dat de interviewer vragen stelt en dat
de geintorviewde antwoordt, 't. Is tegen
woordig zeer populair. Wilt u me
dus vergunnen dat ik u enkele vra
gen doe, die de belangrijkste punten
van uw openbaar en privaat leven
betreffen.
O heel graag heel graag. Ik
heb nog al een slecht geheugen, maar
ik hoop dat dit niet hindereu zal.
Myn geheugen werkt heel onregel
matig» merkwaardig onregelmatig.Dik-
wijls loopt het op een drafje en dan
weer hoeft het veertien dagen noo
dig oui over een bepaald punt heen
te komen.
Dat bezorgt me veel kommer.
O dat geeft niets, als u uwe
kracliteD maar inspant.
Dat wil ik. Begin u maar, ik ben
bereid.
Vraag. Hoe oud is u
Antwoord. Negentien in Juni.
V. Wat u zegt. Ik hield n voor
vyf- of zes en vijftig. Waar is u
geboren
A. In Missouri.
V. Wanneer is u begonnen te schrij
ven
A. In 1846.
V. Maar hoe is dat mogelijk, als u
eerst negentien jaar oud bent.
A. Dat weet ik ook niet, Is het
zóó wonderlijk.
V. Ja dat is het. Wien houdt u
voor deu merkwaardigsten man, dien
n hebt leeren kennen
A. Aron Burr.
V. Maar die is in 1804 gestorven.
Dien kunt u niet gekend hebben.
A. Nu als u het beter weet, waarom
vraagt u me dan?
V. Och, 't was een vermoeden, niets
meer. En hoe leerde 'u Aron Burr
kennen
A. Ik was opeen dag toevallig bij
zyn begrafenis en toen vroeg ie me
asjeblieft niet zoo'n kabaal te maken.
V. Maar lieve hemel. Als u bij zyn
begrafe- is was, moet by toch dood
geweest zijn, en als hy dood was,
kon 't hem toch niet schelen, dat u
kabaal maakte.
A. Ja dat weet ik niet. Hjj was
een heel eigenaardig mensch.
V. Dat zal wel. En toch begrijp
ik het niet. U zei dat hij met n sprak
en hy was dood.
A. Ik heb niet gezegd, dat ie dood
was.
V. Maar was hy dan niet dood?
A. Hm Sommigen zeiden ja, an
deren zeiden neen.
V. Wat denkt u er van?
A. Ik 't Ging my met aan, 't was
myn begrafenis niet.
V. Hebt uHm. We moe
ten tocb zien de zaak in 't reine te
brengen. Laat ik u wat anders vra
gen. Op welken dag is u geboren?
A. Maandag 31 October 1693.
V. Wat. Onmogelijk. Dan zoudt
n nu 200 jaar oud zijn. Hoe ver
klaard u dat
A. Ik heb er geen lust in het te
verklaren.
V. Maar eerst zei u, dat u negen
tien jaar was en nu geeft u 200 op.
Dat klopt niet.
A. Ha, merkt, u dat op? Vroeger
kwam het my ook voor, dat het niet.
klopte,maar ik wist niet hoe het kwam.
Wat merkt u dat gauw op.
V. Dank u voor 't kompliment.
Hadt of hebt u zusters?
A. Hm, ik ik. ik geloof ja
maar ik herinner me 't niet.
V. Wel, dat is het buitenge
woonste antwoord, dat ik ooit gehoord
heb.
A. Ach, hoe meent u dat?
V. Ik wilde meneer het por
tret daar aan den muur, is dat niet
een broer van u?
A. O, ja. ja, ja. Nu valt het me
in. Dat was een broer van me. Dat
is Willem—Bill, noemden wy hem.
Arme. arme Bill.
V. Hoe dat. Is bij dan dood
A. Ik vermoed het. We kunnen
het niet weten. Het is zoo'n raadsel
achtige geschiedenis.
V. Dat is treurig, zeer treurig. Hij
is dus verdwenen
A. Ja dat is ie. We hebben hem
begraven.
V. Begraven. Begraven, zonder te
weten of bij dood was of niet.
A. O neen, dat niet. Hij was dood
genoeg.
V. Dan begrijp ik het niet. Als u
hein begraven hebt. wist u toch dat
by dood was?
A. Neen, neen, we geloofden 't
alleen maar.
V. O. ik begryp u. Hy kwam
weder tot zich zei ven.
A, Tot zich zelvcn 't Is hem niet
ingevallen.
V. Zoo iets lieb ik iu mijn leven
nog niet gehoord. Iemand is dood.
Iemand wordt begraven. Wat is daar
van dan het raadsel.
A. Juist. Daar heb ik het. Kijk,
we waren tweelingen, de overledene
en ik, en we werden inde luiers ver
wisseld, toeu we veertien dagen oud
waren en één van ons werd ziek.
Maar we wisten niet wie van de twee.
Eenigen zeiden, dat het Bill, anderen
dat ik het was.
V, Hoogst merkwaardig. Eu wat
denkt u zelf er van.
A. Dat mag de hemel weten. Ik;
zou de halve"wereld er voor geven,
als ik het wist. Dat raadsel heeft een
schaduw over gaasch mijn leven ge
worpen. Maar ik wil een geheim
mededcelen, dat ik nog aan geen
levend wezen onthuld heb. Een van
ons beiden had een bijzonder ken-
teeken, een moedervlekje op den rug!
van de linkerhand. Dat was ik. En
dat kind werd ziek en stierf.
V. En toen. Ik zie niet in dat de
zaak nog raadselachtiger wordt.
A. Niet? Ik wel. Want ik zie
niet in, hoe ter wereld miju familie
zoo stom kou wezen om het ver
keerde kind te begraven. Maar stil.
Stil hoor. Vertel daarvan niets, myn
familie mocht het eens iiooren. De
hemel weet dat zy zonder dat al el
lende genoeg heeft.
V. Voor :t oogenblik geloof ik,
stof genoeg te hebben en ik dank u
voor de moeite. Een vraag nog.
Waarom vondt u Aron Burr eeu merk
waardige man
A. O. om een kleinigheid. Van
vijftig menschen zou het niet één heb
ben opgemerkt. Ik wel. Toen de liik-
rede uit was en de stoet zich in be
weging stelde naar het kerkhof en
het lijk reeds in de kist lag zei hy
(Brrr) dat hy een laatsteu blik op het
schouwspel werpen wilde. Toen stond
hij op en zette zich naast den koetsier
neer.
Het jonge mensch boog en vertrok.
Het was een zeer aangenaam uurtje
geweest en met leedwezen zag ik beu»
gaan.
Chicago.
In 1803 werd op de plaats, waar
thans Chicago zich bevindt, eon blok
huis tegen de Indianen gesticht, in
1837 kreeg Chicago stadsrechten! in
1847 werd de eerste spoorlijn geiegd
en nu bezit de stad eeue lengte langs
den oever van het Michigan-nicer vau
42 kilometer, dat is van Zwolie tot
Gorsse! voor Zutfen, en een breedte
van 11 kilometer, d. i. ongeveer van
Zwolle naar Hasselt. Chicago is een
mooie stad. Rondom strekken zich
prachtige parken uit met mooie bou
levards.
De stad dankt die snelle ontwikke
ling aan haar gunstige ligging. Het
Michigan-meer en de daarmede in
verbinding staande meren, het Erie-
meer en het Boveumeer, worden be
varen door een vloot, die even groot
is a!s de Duitsche handelsvloot, en
die naar alle Zijden heenreist tot de
haven van New-York toe.Zeeschepen,
met niet te grooten diepgang, varen
tot voor de stad. De groote emigra
tie van Duitschers kwam vooral de
uitbreiding van Chicago ten goede,
waarby dan nog de volksverhuizing
uit de Oostelijke Blaten naar het
Westen kwam. Dat de noodige voor
zorgsmaatregelen, waarvoor by ons
door bouwverordeningen gewaakt
wordt, bij zoo'n verbazend snelle uit
breiding niet altyd precies konden
nageleefd worden, ligt voor.de hand.
Zoo werd bijv. de rioleering vaak be
lemmerd door de reeds eenuyial go-
plaatste huizen. Op echt Amenkaan-
sche wyze worden die huizen dan twee
of drie meter in de hoogte gebracht,
anderen weer verplaatst, en zoo zyn
in de laatste drie jaren door speciaal
daartoe opgerichte Maatschappijen
meer dan 10.000 huizen gelicht- Van
krasse maatregelen laat men zich niet
afschrikken. Zoo is indertijd een wyk,
waar zich het uitschut van de maal
schappij had genesteld, door do stads-
regeéring afgebrand eu beter opge
bouwd.
De stad telt thans bijna 1.4 millioen
inwoners, waarvan 161.000 Duitschers.
70.000 Ieren. 30.000Eugeischen,9000
Schotten. 24.000 Canadeezen. 43.000
Zweden, 21.001 Noren. 7000 Denen,
34.000 Polen. 25.000 Bohemers, 7000
Russen. 6000 Oostenrijkers, 5400 Ne
derlanders. 5000 Italianen, 14.000 ne
gers, enz.; een allegaartje, zooals men
alleen iu Amerika kan vinden.
(Zw. CL)
Iets over eleetrisehe trams.
Iu de Febraari-aflevering van De
Natuur komt een opstel voor van den
heer D. Ingerman, die in korte trek
ken vertelt, hoe het nieuwe stelsel is
ingericht.
De Franschmau Boeket heeft een
stelsel van bovengrondschei» toevoer
van electriciteit zo..der bovengrond-
sclie of luchtgeleiding uitgevonden.
Dit stelsel is door den civiel-ingenieur
Hugo Rottsieper te Bor 1 ijn-Friedenau
gewijzigd.
Zooals raeu weet, zyn voornamelijk
drie hoofdsoorten van eleetrisehe
trams in toepassinglo. met boven-
grondsehe stoomgeleiding eu trolleys;
§9. met oudergrondsclion electriciLeiis-
toevoer in een gcïsoleerden tunnel
3o. inet, behulp van accumulatoren in
de tramwagens.
De eerste soort is byna uitsluitend
in practische toepassing mogelyk
wegens de mindere kostbaarheid, doch
de nadeelen zijn voornamelijk gciegeu
in de ontsiering der straten, enz. en
in de gevaren, die bij het breken der
draden kunnen ontstaan.
Dc tweede soort is zeer duurter
wijl de derde soort on practises is
wegens het. groote gewicht der mede
to voeren accumulatoren, enz.
Bochet verminderde de ontsiering
en het gevaar in hooge inate, doch
de veie hier benoodigde standaarden
of masten en de groote lengte der te
gebruiken tramrytuigen zijn hier weer
bezwaren.
Rottsieper heeft nu een eenvoudige
combinatie bedacht van het tweede
en derde stelsel. Hij laat ul. onder de
banken in de rijtuigen een kleine
battery accumulatoren plaatsen, wel
ker lading slechts voldoende is om
de tram een korten afstand te laten
doorloopen, een afstand, die grooter
is dan die tusschen twee opeenvol
gende palen of staudaards.
Deze palen zyn op vrij groote af
standen van elkaar geplaatst eti vor
men als 't ware halton voor de tram,
om te geiyk by het iu-en uitstappen
vari passagiers verbinding (contact)
te bewerkstelligen tusschen dc accu
mulatoren en den eleetrischeu kabel,
die binnen in den paal naar boven
wordt gevoerd, u;n daar door middel
van een zeer eenvoudige trolley, of
beter genoemd geleistang met con-
tractrollen, de electriciteit van uit
een centraal station (eleetrisehe cen
trale) naar de accumulatoren to ge
leiden.
Deze accumulatoren, die b.v. voor
de helft ontladen zyn onder het ryden,
worden nu by zulk een paal weer
sterk geladon en voeren do tram op
nieuw naar een volgende halte.
De toevoer van deu electrischen
stroom in de geïsoleerde palen ge
schiedt dus door een ondergrondschen
kabelzoodat men hier een eenvou
dig ondergrondse!) systeem heeft even
als voor electrisch "licht, teiegraphie,
enz., zonder den kostbaren geïsoieer-
den tunnel met. een van de tram
onder het plaveisel afhangende soort
van trolley. Ten tweede heeft men
eeu zeer korte bovengrondsche gelei
ding uit de standaards, die veeleer
op deze wyze straten zullen kunnen
verfraaien dan ontsieren, vooral ook
omdat zy weinig in aantal zyn. Ten
derde, gedeeltelijk het accumulatoren
systeem, welke accumulatoren natuur
lijk bij den afrit vau elk eindpunt
ook uit de centrale geladen worden.
Voorts valien alle "bovengrondsche
draden of luchtgeleidingen weg. Ein
delijk bad Rottsieper eerst geleistan
gen boven aan den tram wagon beves
tigd, ja zelfs twee van die stangen,
die naar rechts of naar links te draai
en waren door den machinist op den
wagen, zoodat een nieuwe stand ont
stond doch spoedig vond hy, dat het
beter is geleistangen aan de palen te
bevestigen en weer armen met de
gebruikelijke geleide rollen aan de wa
gens te bevestigen. Voor dit laatste
is 't waarschijnlijk noodig telkens twee
naast elkaar gekoppeld staande palen
in plaats van één te. nemen.
Wat, de kosten betreft, nl. of dit
gecombineerde stelsel goedkooper of
even duur zal zyn als het bovengrond
sche troiiey-sysieem, zai natuurlijk
nader iu de praktijk moeten blijken
hieromtrent is nog geene genoegzame
ondervinding opgedaan.
In Hannover schijnt men tevreden
te zijn met deze wy ze van exploitatie.
Maar er blijven deskundige electro-
technici zeer sterk waarschuwen tegen
de groote lasten, die verbonden zyn
aan accumulatoren, o. a. bezwaren,
die ontstaan door het schokken en
trillen der wagens, de aanhoudende
controle die noodig is, het lastige
zwavelzuur, het slijten der loodpla-
ten, enz.
De gevaren, die b\j andere trams
kunneu ontstaan door aanraking met
sterk geladen draden, zyn zeker ge
heel verdwenen.
Stooftitf aartberieftse 'i
Het stoomschip Prins A exander,
van Amst. naar Batavia, vertr. 10
Maart van Suez.
Het stoomschip Prinses Amalia
vau Batavia naar Amsterdam, pass.
10 Maart. Kaap Roca.
Het stoomschip Lombok, van Bat avia
naar Amsterdam, arriveerde 11 Maart
te Suez.
Het stoomschip Amsterdam, van de
Holland Amerika Lijn, van Nowyork
naar Rotterdam, arriv. 11 Maart te
Rotterdam.
Het stoomschip Edam, van de Hol
land Amerika Lijn, van Amsterdam
naar Newyork, pass. 11 Maart, des
voorin. 11 uur. Beachyhead.
Het stoomschip Prins Willem lil
van Paramaribo naar Amsterdam, is
11 Maart; wegens gebrek aan kolen
te Viga binnengekropen.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St. üavokerk aiiiior,
op Dinsdag 15 Maart i 898. des ria-
middags van 12 uur, door den 'neer
W. EZERMAN.
PROGRAMMA.
1. Preludium en Fuga; Bach.
2. MelodieGuilmant.
3. Sonate no.4 Mendelssohn
a. Allegro eon brio.
b. Andante roügioso.
c. Allegretto.
4. Intermezzo Jiheinberger.
5. Aria uit Stabat Mater Kossini.
VHS I A.
Bestuurslid„Hoelang zal uw voor
dracht duren
Lezer„Zoo ongeveer anderhalf
uur."
Bestuurslid„Dat. is niet lang ge
noeg, de vergadering moet twee'uren
duren."
Lezer: „Dat is minder, zorg dan
maar, dat de overige tyd met applaus
wordt aangevuld."
In eeu gezelschap wierp iemand
de vraag op. -waarom December welke
maand toch de twaalfde is, inet dea
Latijnscheu naam de Tiende aange
duid werd.
Een hoogleeraar, die zich onder de
aanwezigen bevond, was zoo welwil
lend daarvan de verklaring te geven.
Üe oude Romeinen, zoo zoido
hy. verdeelden het jaar in 10 maan
den eerst Nuioa Pompilius voegde
er de Januari en Februari byi.
O, die akelige man. riep een der
jonge dames uit; juist de twee koudste
maanden.
Verstrooid.
Bedien de Meneer, daar is iemand]
aan de telefoon om u te spreken.
Patroon: Dadelijk! Laat hem maar
even in de wachtkamer.
Ontzettende toestand.
Wat is met Pepermau?
Ik zag hem zoo even mot
schuim op den mond, en een mes op
de keel.
Vreeselijk. Waar was de
rampzalige
By den barbier.