Jean van de galeien. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 15e Jaargang. Donderdag 17 Maart £893 4513 J~S Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Vvor %e dorpen In den omtrek -waar - -n Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3maanden1.30 Franco door het gebeele Rijk, per 8 maanden .1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemper 3 maanden.0.30 de omstreken en franco per post0.371 ^kJD"V"ETEöTEnsrrI?X!EjZsr 3—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat !4, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten "oor het Buitenland: CompagnM Générak de PubUcité Etrang'ere G. L. DAL'BE <€- Co. JOHN F. JONES, Sitcc., Parijs Slbis. Faubourg Montmartrre Met uitzondering van het Arrondissement. Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITBN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zjjn Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,by de tolSpaarndam, C. HARTENDORP ZandvoortG. ZWEMMER W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Ptiiiiek Overzicht. De bewering in de Yereenigde Sta ten regen Spanje neemt niet af, dank zg het stoken van een deel van de iers, opgezweept door jingoïsten en leursspecul anten niet te vergeten. )oor 'hun invloed wint de meening veld, dat de ramp der „Maine" aan boos opzet is te wjjten. Het lid van den amerikaanschen senaat Proctor Vermont heeft een tezoek aan Cuba gebracht en van zijne bevindingen mededeelingen ge daan aan de New York Herald. Deze mededeelingen verdienen wel deaan- daciit ten gevolge van de positie, die de senator bekleedt en den roep die van hem uitgaat. Hij heeft dan medegedeeld lo. dat de ontploffing op do Maine zeker een gevolg is van oorzaken van buiten, ofschoon niet te voorschijn geroepen door de Spaansche regeering; 2o. dat de autonomie een misslag is: 3o. dat bet rijden en de sterfgevallen onder de reconcmtrados niet zijn overdre ven, maar thans verminderen; 4o. dat er geen dreigende crisis op Cuba is, maar dat de toestanden hoe langer hoe ernstiger worden en een spoedi ge regeling tusschen Washington en Madrid gewenscht is5o. dat Spanje slechts een militaire auto riteit uitoefent, en de opstandelingen die fre'u in de provincies Puerto Prin cipe en Santiago versterkt hebben, bet gansche eiland afloopenöo. dat Cuba wanneer het ouder het bestuur der Yereenigde Staten mocht komen, een uitstekende plaats zon zjjn voor it verbljjf van Amerikanen. De heer Proctor zegt niet, hoe hij gekomen is aan zijn overtuiging om trent de Maine, doch erkent, dat hij geen inlichtingen heeft ontvangen van de commissie van onderzoek. De oorlogstoeuoreidselen worden intusschen krachtig voortgezet Een bijzondere commissie is naar New-Vork gezonden om den daar wonenden raiders te verzoeken, voor stellen te doen omtrent het afstaan aan de marine van handelsschepen, welke als oorlogsschepen dienst kun nen doen. Veertig schepen zijn reeds ingeschreven; zij zullen worden be zichtigd, zoodra de eigenaars tot het afstaan bereid zijn. Ook te St. Paul en St. Louis wor den dergelijke maatregelen getroffen. De geschutgieterij te Washington aakt grooten spoed met dé afleve ring vau 150 kanonnen. De New-York Herald heeft een telegram ontvangen van markies Ito, in zake het aanbod van N.-Amerika de twee kruisers die thans voor Japansche rekening in N.-Amerika gebouwd worden, over te nemen. Ito seint dat het Japan spijt, N.-Amerika niet te kunnen verplichten, want dat het wegens zekere mogelijkheden elders de beide kruisers zelf noodig heeft. In het vaarwater by Sandy Hook voor Newyork worden mijnen gelegd. Deturkschesultan is nog maarniet te bewegen, om de grieksche oorlogs schatting, die by zoo goed voor zyue berooide schatkist kan gebruiken, aan Rusland af te staan, ter betaling van de achterstallige knjgsschatting aan dit Rjjk. De sultan had zich zeker met d8 hoop gevleid, dat deze schuld, doordat hy zoo oud was, in het ver geetboek zou zyn geraakt. De rus- sische gezant te Konstantinopel heeft reeds mét krasse maatregelen gedreigd, als de schuld niet wordt betaald. STADSNIEUWS eerste en derde pagina. Haarlem. 16 Maart 1898. Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Dinsdagavond werd in de groote zaal van de sociëteit „De Kroon" eene buiteugewone vergadering ge houden. uitgeschreven door bovenver melde maatschappij, departement Haarlem. Als sprekers warén nitgenoodigd Mevr. Anna Rössing-Sablairolles en de heer Jan Malherbe, beiden uit Amsterdam, die eenige voordrachten hielden. Het eerst trad de heer Malherbe op met een voordracht getiteld „Mijn reiskoffer", nithet fransen door George Feydeau, dat op geestige wyze voor gedragen, zeer de lachlust der aan wezigen opwekte. Daarna kwam Mevr. R. Sabfcfcrol- les voor het voetlicht, met een eomé- die in 1 bedrijf van Octave Guiteneau getiteld „De sleutel van Blauwbaard", waarvan we hier den verkorten inhoud laten volgen. Een jong getrouwde vrouw, door nieuwsgierigheid gedreven, zou gaarne willen weten wat een kistje bevat, waarvan haai- man het sleuteltje aan zijn horlogeketting heeft hangen. Om biertoe te komen, verzet zij ai de klokken in huis. waardoor haar ge maal, in den waan gebracht dat het reeds zeer iaat is, haastig vertrekt, na eerst zyn horloge achter gelaten te hebben om naar den horlogemaker te brengen. Nu heeft zjj v« y spel en opent het kistje, dat evenwel niets dan brieven bevat over heel onschul dige onderwerpen. Dit stukje werd door het uitstekend spel van mevr. R. Sablairolles op verdienstelijke wyze weergegeven, zooals wjj trouwens van baar gewoon zyn. V ervolgeus traden beiden op in een comedie in l bedrijf, naar het Fransch getiteld„Een zaak van Eer." Een dame, redactrice van een tijd schrift, die onder een pseudoniem schrijft, heeft een ongunstig oordeel geveld over een jonge schrijfster. De broeder van deze gaat nu voldoe ning vragen by den redacteur. Ver wonderd eene vrouw te zieu, vraagt hy nu naar haar man. Daar deze na tuurlijk niet bestaat, zint zij op alle mogelijke middelen om hem weg te krjjgen, daar hij op haar echtgenoot .wil wachten, om hem uit te dagen, len zegt zij hem dat baar echtgenoot in geen geval zal duelleeren. Om hem daartoe te noodzaken wil hij zyn vrouw kussen. Nu is zy natuurlijk genoodzaakt haar naam bekend te maken. De broeder is nu een en ai verbazing en weet geen beteren uitr i weg om de beleeaiging die hy haar heeft aangedaan goed te maken, dan jhaar ten huwelijk te vragen. Hiermede eindigt dit aardige stukje i dat door beiden opgewekt en vlug jwerd afgespeeld. Na de pauze werden nog voorge- dragen een voordracht, getiteld „Een moderne Postillon d'amour" door den Leer Jan Malherbe uitstekend weer- igegeven; eenige gedichten van Beets jen de Genestet. o. a. het bekende jschoone gedicht „Er is een tyd van komen, er is een tijd van gaan." Vervolgens kwam er weder een comediestukje uit het Fransch door J. M. getiteld „Een Rij toert je" waar in beiden optraden en tot slot eene voordracht van den heer Malherbe getiteld Eene Kennismaking" door Jenny Thénard. Het zou ondoenlijk zijn dit alles weer te geven, wy kunnen dan ook volstaan mei te verklaren, dat de I beide artisten hun gehoor een genot- vollen avond verschaft hebben. De bijeenkomst die zeer druk be- j zocht was, (er was bijna geen plaats {meer te krijgen) was ongeveer half elf afgeloopen. Emma Nevada. Zaterdag a.s. geeft de beroemde Operazangeres Emma Nevada alhier in den schouwburg een concert met medewerking van de jeugdige violiste Annie de Jong, leerlinge der Koninki. Haagsche Muziekschool en den pianist Barend Kwast. Het buitengewone succes dat Emma Nevada, die naast kunstzusters als Patti, Trebelli, Ar- noldson e.a. mag genoemd worden, met hare gastvoorstellingen aan de Koninki. Fransehe Opera heeft be haald, kan van het muzikale genot dat de aangekondigde concertavond biedt, zeer veel doen verwachten. Tot directeur van het Lyrisch Tooneel te Antwerpen, voor welke betrekking de heer C. van der Linden, directeur der Nederl. Opera, in aan merking heette te komen, is benoemd de heer van Walle. Leger des Heils. Men schrijft ons: Kommandant Booth-Clibborn, de leider vau bet Leger des Heils voor Nederland en België, die onlangs is teruggekeerd van Noord-Amerika waar hij eenigen tyd heeft gearbeid onder dé Mohamedanen, zal alhier op Zondag 20 Maart den geheelen dag buitengewone bijeenkomsten leiden. Gedurende zijn verblijf in Algiers leide de Heer Booth-Clibborn een congres van zendelingen, die onder de Mohamedanen arbeiden. Door hem zullen verschillende mededeelin gen worden gedaan van zyn bevin dingen onder de Muzelmannen. De bijeenkomsten beloven van zeer I belang wek kenden aard te znllen zy'n. BINNENLAND O ut worp-Ie erplicht. j Nu het ontwerp op den leerplicht I bekend is gemaakt, herinnert het Hbld, er aan, dat toen op 14 Dec. jl. de algeraeene beraadslaging over liet lager onderwijs by de Ötaatsbe- grooting aan de orde was, de minis ter Borgesins mededeelde, van welke beginselen hij by de regeling van den leerplicht wenschte uit te gaan. Die beginselen zyn lo Leerplicht, ofschoon noch een panacee (algemeen geneesmiddel) voor gemeensciiappelykekwalen, noch zelfs een universeel geneesmiddel om te komen tot algemeene ontwikkeling, is noodig niet alleen in het belang, van de kinderen die niet, maar wel licht nog meer in dat van de kinderen die tegenwoordig wel geregeldschool- gaan. 2o. By regeling van den leerplicht zal rekening gehouden moeten wor den zoowel met bestaande schooltoe- standen als met bestaande maatschap- j peljjke toestanden, die niet toelaten i dat kinderen van een zekeren leeftyd j gedurende het geheele jaar verhin- j derd worden aan elk bedryf deel te I nemen. 3o. Boete of gevangenisstraf behoort i by een dergelyken ingrijpenden socia- I len maatregel slechts als ultimum remedium (laatste redmiddel) te wor de?; toegepast. 4o. Het kwaad dat bestreden moet worden is niet in de eerste plaats het volstrekte, het absolute, maar bovenal tet betrekkelijk schoolverzuim. 5o. Leerplicht leidt in zyn gevol gen voor de groote massa per se tot scAooZdwang, maar niet tot gewetens dwang bij de regeling van leerplicht is het plicht zooveel mogelijk te letten op en rekening te houden met ge moedsbezwaren. Aan deze grondbeginselen is de Mi nister trouw gebleven in het thans ingediend wetsontwerp. Gelijk in de memorie van toelich ting wordt aangetoond, was het vol strekte schoolverzuim, dat wil zeg gen het aantal 6—12 jarigen die op 1 Januari 1897 geen lagere school bezochten, bijna 60,000 or 9 pCt. van het geheel aantal kinderen in dien leeftijd. By verreweg het grootste gedeelte echter treft daarbij dé ouders geen schold. Bijna 1/4 toch waren in geschreven of aangemeld, maar kon den niet worden geplaatst. Van de overige 45000 hadden 11,536 dus by- ua 1/4, de school bezocht, doch die vóór hun 12e jaar verlaten7400 bezochten bewaarscholen of hoogere of middelbare scholen5767 waren te jong of niet ontwikkeld genoeg; 4250 waren ziek; 2000 woonden te ver van de school, 3B00 waren schipperskin deren, enz., 1146 waren niet ingeënt, l enz. Er bleven zoodoende ongeveer 10.000 of 1 Va pCt. over wegens an- dere, minder geldige redenen. Het .volstrekte schoolverzuim, van kinde- ren die men opzettelijk in het wild laat opgroeien, is dus niet zoo om- 'vangrijk, al moet het m9t gepaste middelen worden tegengegaan. Van veel grooter omvang is het relatief schoolverzuimhet getal kin deren die óf ongeregeld de school bezoeken óf te vroeg van school wor den genomen. Een onderzoek, in enkele deelen des lands ingesteld, heeft geleerd dat het eerste onge regeld bezoek 8!/a tot 161/?. pCt. der schooltijden bedraagt. Dit betrek kelijk verzuim is niet enkel nadeelig voor de kinderen, die ongeregeld ter school gaan, maar ook voor die welke trouw opkomen, doch nadeel lijden, omdat by het onderwijs ook met de wegblijvers rekening moet gehouden worden. Tegen dit betrekkelijk school verzuim is dan ook het wetsontwerp in de eerste plaats gericht. De regeering houdt by de artikelen van het ontwerp rekening met: lo. bestaande schooltoestandeu, o.a- door vrijstelling by gemis van plaats op een in de nabijheid gelegen school; 2o. maatschappelijke toestanden, door, na onderzoek vrystèlling aan kinderen boven 9 jaar toe te staan voor veld- en veenarbeid, ten hoogste voor 6 weken 'sjaars (welke de Ge meenteraad mag bepalen), mits de kinderen te voren de school geregeld hebben bezocht 3o. met gemoedsbezwaren, door de bepaling dat vrijgesteld zyn zij „die tegen het onderwijs op alle, binnen 45 minuten gaans van de woning ge legen lagere scholen, waar voor de kinderen plaats te verkrijgen is, over- wegend bezwaar hebbeu", of die we gens wettelijk voorschrift (gemis aan vaccinatie bijv.) geen school mogen bezoeken. Nu in deze gevallen .jaar lijks een schriftelijke verklaring der ouders en een onderzoek van het schooltoezicht vereischt worden, zoo dat van den ernst der bezwaren moet blyken, gelooven wij dat de regeering zeer wijs heeft gedaan die vrijstel ling toe te laten. De maatregelen tot handhaving der wet zijn mede zeer oordeelkundig ge kozen. Eerst aanmaniug door den schoolopziener, dan oproeping voor een commissie of voor het dagelyksch bestuur, dan aanplakking van den naam, en eerst als dat alles niet baat, strafvervolging en oplogging van boete of hechtenis. Het oniwerp stelt leerplicht voor tot het dertiende jaar, met een over gangstijd van 3 jareu, waarin de kinderen tot 12 jaar op school moe ten blijven. Het ontwerp komt ons voor met zorg te zijn bewerkt, schrijft het Hbld., en deze gewichtige materie naar eisch te hebben geregeld. Er zullen bij nadere kennismaking zeker hier en daar bedenkingen rij zen. Zoo wijzen wij reeds op art. 3, dat voorschrijft dat aan alle lagere scholen jaarlijks ten minste twee tijd stippen voor toelating van leerlingen j moeten bestaaneen bepaling die geen rekening houdt met de jaarcur sussen aan de meeste scholen en die geheel overbodig is in gemeenten met vele scholen, als daar gelijk te Amsterdam de plaatsing aan scho len van éen kring niet op dezelfde tijden geschiedt, maar b.v. aan de eene helft op 1 Maart en aan de an dere op 1 September. Naar men verneemt, zai de kolonel Wïipperman, commandant van het 3e regiment huzaren te 's Gravenhage, worden belast met de formatie, 'de leiding, de regeling en het in bewe ging stellen van den stoet, waarmede H.M. de Koningin in September zoo wel te Amsterdam als te 's Graven hage, Haar intocht zal houden. Uit Bussum wordt ons gemeld, dat cr weder een treurig geval van be smettelijke aausteking is voorgekomen aan de leerlooierij van den heer B. De werkman V. hoeft zich bij de behandeling van huiden door miltvuur geïnfecteerd en is reeds in het Ste delijk Ziekenhuis te Utrecht in barak no, 2 onder behandeling van prof. Naratb. Binnen drie maanden tyds dus het tweede geval. Men verzoekt ons de aandacht der fabrieks-inspecteure op deze zaak te vestigen. (Centr.) Belooning. Behalve eervolle vermelding in het politieblad, is aan do marechaussees Adam en Van der Waal, van de bri gade IJzendyke, voor hun manmoe dig en beleidvol optreden by de ar restatie van den beruchter- Leo Milioeu door deu minister van justitie e&a gratificatie verleend va?, f 25. De 68-jarige heer R., directeur der rijksnormaallessen te Buitenpost Fr.) is 1.1. Maandag te water geraakt en verdronken. Spoken. Men meldt uit Wessom dd. li Maart aau de Limb. Koerier. Eenige opge schoten jongens hadden gisteravond tusschen licht en donker bij de wed. L,, die vlak bij 't kerkhof woont, een spijker, waaraan een ruim 20 M. lang draadje bevestigd was, zoodanig aau een der vensters vastgemaakt, dat hjj, wanneer slechts even aan het draadje getrokken werd, gedurig een tik gaf tegen de ruiten. De huisgenoosen luisterden met aandacht en wisten niet wat te denken, gingen een keer of wat naar buiten om te zien of or ook iemand of iets te zien was, doch niets bespeurende ging men weer bin nen. Het getik hield echter niet op, waardoor de huisgenooten zoo angstig werden, dat zij "„hulphulp een spookeen spookbegonnen te schreeuwen eu weldra was de heeie buurt, die van alle kanten kwam aan- loopen, aan het bewuste spookhuis bijeen. Toen de belhamels bemerkten, dat men liet draadje ontdekt en dus ook de oorzaak van het kloppen ge vonden had, namen ze weldra in al lerijl de vlucht. Nadat de in duizend angsten gebrachte familie overtuigd was geworden, dat bet slechts een kwajongensstreek was, ging ieder zyns weegs, de een lachende, de ander morrende over deze geheel nieuwe guitenstreek. FEU1LLETO Uit het fransch. „De bandiet- heet Jeau Gërin en zijn bijnaam was Jean van de Galeien. Hij geleek zeer veel op den ech ten hertog en maakte van die gelijkenis gebruik." „En ik werd zyn vrouw!.... ach, mynheer, maar het i afschuwelijk, vreesclykhet kan niet waar zijn, wat gy daar zegt !u „Helaasmevrouw," zeide de procureur, „het is de zuivere waarheid." „Ik ben met een galeiboef gehuwd geweesto die man 1 die mauhoe beb ik hem gehaat.... zoo had ik ook geen eerlijk man kunnen hatenEn aan dien man ben ik verbonden.... zelfs als hy naar de ga leien teruggezonden wordt.... oGodvoor altijd aan hem verbonden „Blijf bedaard, mevrouw, wat ik u bidden mag, wy zuilen alles voor u doen, wat in ons vermogen ligt. Maar zeg my eens hoe komt het dat uw man „Mijn man „Dat Jean Gérin van avond niet naar huis is ge komen „Maar, mijnheer, Gérin bevond zich niet in hetzelfde huis als ik." „Wie woonde dan bij n?" „Een individu, die mij op zijn bevel üioesfc bewaken en in dat vertrek opsloot, waar men my gevonden heeft. Hy was ongetwijfeld ook een bandiet." „Heeft men u uit uw woning te Cacbau ontvoerd?" „Ja mynheer.... MynGérin en hy ontvoerden my uit het huis, dat de Gribeauval my tot schuilplaats had aangeboden; bewusteloos en gekneveld brachten zy my naar de rue Mazarine, waar Gérin mij aan de hoe de van dien man overgaf, die zich ridder d'Espignolles noemde." „Esprignolles herhaalde de procureur. „Wat Jean Gérin betreft, die zal eerstdaags terug komen." „Waar was hij naar toe? weet ge dat ook mevrouw „Neen." „Mevrouw," zeide de procureur, „het zal wel noodig zyn, dat gij eenigo verklaringen aflegt. Waar zyt ge van plan naar toe te gaan. als ge van hier vertrekt?" I „W aar zou ik naar toe gaan In een hotel, denk ik mijnheer. Ik heb geen geld, geen thuis en myn i oom bevindt zich in Italië." „Wil ik u even naar uw hotel brengen, mevrouw En als gy het goedvindt stel ik gaarne my'c beurs tot uwe beschikking." „Ik dank u, mijnheer," zeide Hélène, „ik zal eerst j mijnheer Gribeauval gaan opzoeken. Maar ik vrees, dat ik hem niet zal vindenOhet is verschrik kelijk mijnheer! verschrikkelijk O! myn Hemel, wat een afschuwelijke gebeurtenissen „Als u ook maar het minste van Jcan Gérin of van den man, die zich Esprignolles noemt, ter oore komt, of als ge ongerust zyt, zend ons dan een briefje en wy zullen u 'dadelijk te hulp komen." „Best," zeide Hélène. „Ik zou u aanraden in het hotel du Louvre te gaan logeeren. Wy zullen een agent tot uwe beschikking stellen." „Na zal ik maar gaan," zeide Hélèue. En de voormalige hertogin de Villodieu stapte in een huurrijtuig en beval den koetsier naar de boulevard Malesherbes 102 te rydeii. „Ga eeus vragen of mijnheer Gribeauval tbuis is," zeide zy tot den'koetsier, toen zy stilhielden. „O! ik was er zeker van, dat je daar het eerst naar toe zoudt gaan!" zeide een man zyn hoofd door het por tier stekend. En op den bok springend, pakte hij de teugels en legde de zweep over de paarden. Hélène had evenwel terstond in dien man haar echt genoot herkend. Zij boog zich uit het raampje en riep: „Help! Help!" Dadelijk begonnen de voorbijgangers het rytuig na te zetten. Jean Gérin, die wel zag. dat hy onmogelijk ont snappen kon met zyn buit, sprong van den ook en zocht een goed heenkomen. „Wat is er aan de hand?" vroegen eenige politie agenten, die kwamen toesnellen. Héiène scheurde een blaadje uit haar notitieboekje, schreef het voorgevallene op en zeide tot een der agenten „Breng dit terstond aan den prefect van politie.' Eu tegen een ander zeide zij „Ryd my even terug naar de boulevard Malester- I bes 102." i „O! myn rijtuig!" riep de koetsier, „mijn beesten I zyn toch niet op hol gegaan." „Dank u," zeide Hélène, zich tot den agent wendend. „Neem u my niet kwalijk, mevrouw," zeide de agent 1 „maarjjzoudt u mij even uw naam en adres willen opgeven?" „Mevrouw Durand, hotel du Louvre." i' „Maar mevrouwdat is niet voldoende omeenpro- I ces-verbaal op te maken...." „Laat mevrouw maar gaan," zeide een man naar i voren tredend en den agent een kaartje toonend. dat hij j in de hand hield. „Welnu," vroeg Hélène aan den koetsier, „is hy thuis „Ja mevrouw." j „Zeg dan aan den concierge of hij mynheer wil verzoe- j ken beneden te komen, want dat er een dame is om hem te spreken." j Lucien werd dadelijk gewaarschuwd en deze voelde zich het hart in de keel bonsen. Hij liep op haar toe. „O zjjt gij hetgijriep hy uitermate verheugd uit. Hy sprong in het rytuig en beiden reden naar het hotel dn Louvre en Hélène aanziende mompelde hij „Gy zyt dus gered 1" ..Helaas! ik ben de vrouw van een galeiboef." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1