Jean van de galeien.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
15e Jaargang.
Donderdag 17 Maart £893
4513
J~S
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Vvor %e dorpen In den omtrek -waar - -n Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3maanden1.30
Franco door het gebeele Rijk, per 8 maanden .1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemper 3 maanden.0.30
de omstreken en franco per post0.371
^kJD"V"ETEöTEnsrrI?X!EjZsr
3—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiere.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat !4, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten "oor het Buitenland: CompagnM Générak de PubUcité Etrang'ere G. L. DAL'BE <€- Co. JOHN F. JONES, Sitcc., Parijs Slbis. Faubourg Montmartrre
Met uitzondering van het Arrondissement. Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITBN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zjjn Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,by de tolSpaarndam, C. HARTENDORP ZandvoortG. ZWEMMER
W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Ptiiiiek Overzicht.
De bewering in de Yereenigde Sta
ten regen Spanje neemt niet af, dank
zg het stoken van een deel van de
iers, opgezweept door jingoïsten en
leursspecul anten niet te vergeten.
)oor 'hun invloed wint de meening
veld, dat de ramp der „Maine" aan
boos opzet is te wjjten.
Het lid van den amerikaanschen
senaat Proctor Vermont heeft een
tezoek aan Cuba gebracht en van
zijne bevindingen mededeelingen ge
daan aan de New York Herald. Deze
mededeelingen verdienen wel deaan-
daciit ten gevolge van de positie, die
de senator bekleedt en den roep die
van hem uitgaat.
Hij heeft dan medegedeeld lo. dat
de ontploffing op do Maine zeker een
gevolg is van oorzaken van buiten,
ofschoon niet te voorschijn geroepen
door de Spaansche regeering; 2o. dat
de autonomie een misslag is: 3o. dat
bet rijden en de sterfgevallen onder
de reconcmtrados niet zijn overdre
ven, maar thans verminderen; 4o. dat
er geen dreigende crisis op Cuba is,
maar dat de toestanden hoe langer
hoe ernstiger worden en een spoedi
ge regeling tusschen Washington
en Madrid gewenscht is5o. dat
Spanje slechts een militaire auto
riteit uitoefent, en de opstandelingen
die fre'u in de provincies Puerto Prin
cipe en Santiago versterkt hebben,
bet gansche eiland afloopenöo. dat
Cuba wanneer het ouder het bestuur
der Yereenigde Staten mocht komen,
een uitstekende plaats zon zjjn voor
it verbljjf van Amerikanen.
De heer Proctor zegt niet, hoe hij
gekomen is aan zijn overtuiging om
trent de Maine, doch erkent, dat hij
geen inlichtingen heeft ontvangen
van de commissie van onderzoek.
De oorlogstoeuoreidselen worden
intusschen krachtig voortgezet
Een bijzondere commissie is naar
New-Vork gezonden om den daar
wonenden raiders te verzoeken, voor
stellen te doen omtrent het afstaan
aan de marine van handelsschepen,
welke als oorlogsschepen dienst kun
nen doen. Veertig schepen zijn reeds
ingeschreven; zij zullen worden be
zichtigd, zoodra de eigenaars tot het
afstaan bereid zijn.
Ook te St. Paul en St. Louis wor
den dergelijke maatregelen getroffen.
De geschutgieterij te Washington
aakt grooten spoed met dé afleve
ring vau 150 kanonnen.
De New-York Herald heeft een
telegram ontvangen van markies Ito,
in zake het aanbod van N.-Amerika
de twee kruisers die thans voor
Japansche rekening in N.-Amerika
gebouwd worden, over te nemen. Ito
seint dat het Japan spijt, N.-Amerika
niet te kunnen verplichten, want dat
het wegens zekere mogelijkheden
elders de beide kruisers zelf noodig
heeft.
In het vaarwater by Sandy Hook
voor Newyork worden mijnen gelegd.
Deturkschesultan is nog maarniet
te bewegen, om de grieksche oorlogs
schatting, die by zoo goed voor zyue
berooide schatkist kan gebruiken, aan
Rusland af te staan, ter betaling van
de achterstallige knjgsschatting aan
dit Rjjk. De sultan had zich zeker
met d8 hoop gevleid, dat deze schuld,
doordat hy zoo oud was, in het ver
geetboek zou zyn geraakt. De rus-
sische gezant te Konstantinopel heeft
reeds mét krasse maatregelen gedreigd,
als de schuld niet wordt betaald.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem. 16 Maart 1898.
Maatschappij tot Nut van
't Algemeen.
Dinsdagavond werd in de groote
zaal van de sociëteit „De Kroon"
eene buiteugewone vergadering ge
houden. uitgeschreven door bovenver
melde maatschappij, departement
Haarlem.
Als sprekers warén nitgenoodigd
Mevr. Anna Rössing-Sablairolles en
de heer Jan Malherbe, beiden uit
Amsterdam, die eenige voordrachten
hielden.
Het eerst trad de heer Malherbe
op met een voordracht getiteld „Mijn
reiskoffer", nithet fransen door George
Feydeau, dat op geestige wyze voor
gedragen, zeer de lachlust der aan
wezigen opwekte.
Daarna kwam Mevr. R. Sabfcfcrol-
les voor het voetlicht, met een eomé-
die in 1 bedrijf van Octave Guiteneau
getiteld „De sleutel van Blauwbaard",
waarvan we hier den verkorten inhoud
laten volgen.
Een jong getrouwde vrouw, door
nieuwsgierigheid gedreven, zou gaarne
willen weten wat een kistje bevat,
waarvan haai- man het sleuteltje aan
zijn horlogeketting heeft hangen. Om
biertoe te komen, verzet zij ai de
klokken in huis. waardoor haar ge
maal, in den waan gebracht dat het
reeds zeer iaat is, haastig vertrekt,
na eerst zyn horloge achter gelaten
te hebben om naar den horlogemaker
te brengen. Nu heeft zjj v« y spel en
opent het kistje, dat evenwel niets
dan brieven bevat over heel onschul
dige onderwerpen. Dit stukje werd
door het uitstekend spel van mevr.
R. Sablairolles op verdienstelijke wyze
weergegeven, zooals wjj trouwens van
baar gewoon zyn.
V ervolgeus traden beiden op in een
comedie in l bedrijf, naar het Fransch
getiteld„Een zaak van Eer."
Een dame, redactrice van een tijd
schrift, die onder een pseudoniem
schrijft, heeft een ongunstig oordeel
geveld over een jonge schrijfster.
De broeder van deze gaat nu voldoe
ning vragen by den redacteur. Ver
wonderd eene vrouw te zieu, vraagt
hy nu naar haar man. Daar deze na
tuurlijk niet bestaat, zint zij op alle
mogelijke middelen om hem weg te
krjjgen, daar hij op haar echtgenoot
.wil wachten, om hem uit te dagen,
len zegt zij hem dat baar echtgenoot
in geen geval zal duelleeren. Om hem
daartoe te noodzaken wil hij zyn
vrouw kussen. Nu is zy natuurlijk
genoodzaakt haar naam bekend te
maken. De broeder is nu een en ai
verbazing en weet geen beteren uitr
i weg om de beleeaiging die hy haar
heeft aangedaan goed te maken, dan
jhaar ten huwelijk te vragen.
Hiermede eindigt dit aardige stukje
i dat door beiden opgewekt en vlug
jwerd afgespeeld.
Na de pauze werden nog voorge-
dragen een voordracht, getiteld „Een
moderne Postillon d'amour" door den
Leer Jan Malherbe uitstekend weer-
igegeven; eenige gedichten van Beets
jen de Genestet. o. a. het bekende
jschoone gedicht „Er is een tyd van
komen, er is een tijd van gaan."
Vervolgens kwam er weder een
comediestukje uit het Fransch door
J. M. getiteld „Een Rij toert je" waar
in beiden optraden en tot slot eene
voordracht van den heer Malherbe
getiteld Eene Kennismaking" door
Jenny Thénard.
Het zou ondoenlijk zijn dit alles
weer te geven, wy kunnen dan ook
volstaan mei te verklaren, dat de
I beide artisten hun gehoor een genot-
vollen avond verschaft hebben.
De bijeenkomst die zeer druk be-
j zocht was, (er was bijna geen plaats
{meer te krijgen) was ongeveer half
elf afgeloopen.
Emma Nevada.
Zaterdag a.s. geeft de beroemde
Operazangeres Emma Nevada alhier
in den schouwburg een concert met
medewerking van de jeugdige violiste
Annie de Jong, leerlinge der Koninki.
Haagsche Muziekschool en den pianist
Barend Kwast. Het buitengewone
succes dat Emma Nevada, die naast
kunstzusters als Patti, Trebelli, Ar-
noldson e.a. mag genoemd worden,
met hare gastvoorstellingen aan de
Koninki. Fransehe Opera heeft be
haald, kan van het muzikale genot
dat de aangekondigde concertavond
biedt, zeer veel doen verwachten.
Tot directeur van het Lyrisch
Tooneel te Antwerpen, voor welke
betrekking de heer C. van der Linden,
directeur der Nederl. Opera, in aan
merking heette te komen, is benoemd
de heer van Walle.
Leger des Heils.
Men schrijft ons:
Kommandant Booth-Clibborn, de
leider vau bet Leger des Heils voor
Nederland en België, die onlangs is
teruggekeerd van Noord-Amerika
waar hij eenigen tyd heeft gearbeid
onder dé Mohamedanen, zal alhier op
Zondag 20 Maart den geheelen dag
buitengewone bijeenkomsten leiden.
Gedurende zijn verblijf in Algiers
leide de Heer Booth-Clibborn een
congres van zendelingen, die onder
de Mohamedanen arbeiden. Door
hem zullen verschillende mededeelin
gen worden gedaan van zyn bevin
dingen onder de Muzelmannen.
De bijeenkomsten beloven van zeer
I belang wek kenden aard te znllen zy'n.
BINNENLAND
O ut worp-Ie erplicht.
j Nu het ontwerp op den leerplicht
I bekend is gemaakt, herinnert het
Hbld, er aan, dat toen op 14 Dec.
jl. de algeraeene beraadslaging over
liet lager onderwijs by de Ötaatsbe-
grooting aan de orde was, de minis
ter Borgesins mededeelde, van welke
beginselen hij by de regeling van den
leerplicht wenschte uit te gaan. Die
beginselen zyn
lo Leerplicht, ofschoon noch een
panacee (algemeen geneesmiddel) voor
gemeensciiappelykekwalen, noch zelfs
een universeel geneesmiddel om te
komen tot algemeene ontwikkeling,
is noodig niet alleen in het belang,
van de kinderen die niet, maar wel
licht nog meer in dat van de kinderen
die tegenwoordig wel geregeldschool-
gaan.
2o. By regeling van den leerplicht
zal rekening gehouden moeten wor
den zoowel met bestaande schooltoe-
standen als met bestaande maatschap-
j peljjke toestanden, die niet toelaten
i dat kinderen van een zekeren leeftyd
j gedurende het geheele jaar verhin-
j derd worden aan elk bedryf deel te
I nemen.
3o. Boete of gevangenisstraf behoort
i by een dergelyken ingrijpenden socia-
I len maatregel slechts als ultimum
remedium (laatste redmiddel) te wor
de?; toegepast.
4o. Het kwaad dat bestreden moet
worden is niet in de eerste plaats het
volstrekte, het absolute, maar bovenal
tet betrekkelijk schoolverzuim.
5o. Leerplicht leidt in zyn gevol
gen voor de groote massa per se tot
scAooZdwang, maar niet tot gewetens
dwang bij de regeling van leerplicht
is het plicht zooveel mogelijk te letten
op en rekening te houden met ge
moedsbezwaren.
Aan deze grondbeginselen is de Mi
nister trouw gebleven in het thans
ingediend wetsontwerp.
Gelijk in de memorie van toelich
ting wordt aangetoond, was het vol
strekte schoolverzuim, dat wil zeg
gen het aantal 6—12 jarigen die op
1 Januari 1897 geen lagere school
bezochten, bijna 60,000 or 9 pCt. van
het geheel aantal kinderen in dien
leeftijd. By verreweg het grootste
gedeelte echter treft daarbij dé ouders
geen schold. Bijna 1/4 toch waren in
geschreven of aangemeld, maar kon
den niet worden geplaatst. Van de
overige 45000 hadden 11,536 dus by-
ua 1/4, de school bezocht, doch
die vóór hun 12e jaar verlaten7400
bezochten bewaarscholen of hoogere
of middelbare scholen5767 waren te
jong of niet ontwikkeld genoeg; 4250
waren ziek; 2000 woonden te ver van
de school, 3B00 waren schipperskin
deren, enz., 1146 waren niet ingeënt,
l enz. Er bleven zoodoende ongeveer
10.000 of 1 Va pCt. over wegens an-
dere, minder geldige redenen. Het
.volstrekte schoolverzuim, van kinde-
ren die men opzettelijk in het wild
laat opgroeien, is dus niet zoo om-
'vangrijk, al moet het m9t gepaste
middelen worden tegengegaan.
Van veel grooter omvang is het
relatief schoolverzuimhet getal kin
deren die óf ongeregeld de school
bezoeken óf te vroeg van school wor
den genomen. Een onderzoek, in
enkele deelen des lands ingesteld,
heeft geleerd dat het eerste onge
regeld bezoek 8!/a tot 161/?. pCt.
der schooltijden bedraagt. Dit betrek
kelijk verzuim is niet enkel nadeelig
voor de kinderen, die ongeregeld ter
school gaan, maar ook voor die welke
trouw opkomen, doch nadeel lijden,
omdat by het onderwijs ook met de
wegblijvers rekening moet gehouden
worden. Tegen dit betrekkelijk school
verzuim is dan ook het wetsontwerp
in de eerste plaats gericht.
De regeering houdt by de artikelen
van het ontwerp rekening met:
lo. bestaande schooltoestandeu, o.a-
door vrijstelling by gemis van plaats
op een in de nabijheid gelegen school;
2o. maatschappelijke toestanden,
door, na onderzoek vrystèlling aan
kinderen boven 9 jaar toe te staan
voor veld- en veenarbeid, ten hoogste
voor 6 weken 'sjaars (welke de Ge
meenteraad mag bepalen), mits de
kinderen te voren de school geregeld
hebben bezocht
3o. met gemoedsbezwaren, door de
bepaling dat vrijgesteld zyn zij „die
tegen het onderwijs op alle, binnen
45 minuten gaans van de woning ge
legen lagere scholen, waar voor de
kinderen plaats te verkrijgen is, over-
wegend bezwaar hebbeu", of die we
gens wettelijk voorschrift (gemis aan
vaccinatie bijv.) geen school mogen
bezoeken. Nu in deze gevallen .jaar
lijks een schriftelijke verklaring der
ouders en een onderzoek van het
schooltoezicht vereischt worden, zoo
dat van den ernst der bezwaren moet
blyken, gelooven wij dat de regeering
zeer wijs heeft gedaan die vrijstel
ling toe te laten.
De maatregelen tot handhaving der
wet zijn mede zeer oordeelkundig ge
kozen. Eerst aanmaniug door den
schoolopziener, dan oproeping voor
een commissie of voor het dagelyksch
bestuur, dan aanplakking van den
naam, en eerst als dat alles niet baat,
strafvervolging en oplogging van
boete of hechtenis.
Het oniwerp stelt leerplicht voor
tot het dertiende jaar, met een over
gangstijd van 3 jareu, waarin de
kinderen tot 12 jaar op school moe
ten blijven.
Het ontwerp komt ons voor met
zorg te zijn bewerkt, schrijft het
Hbld., en deze gewichtige materie
naar eisch te hebben geregeld.
Er zullen bij nadere kennismaking
zeker hier en daar bedenkingen rij
zen. Zoo wijzen wij reeds op art. 3,
dat voorschrijft dat aan alle lagere
scholen jaarlijks ten minste twee tijd
stippen voor toelating van leerlingen
j moeten bestaaneen bepaling die
geen rekening houdt met de jaarcur
sussen aan de meeste scholen en die
geheel overbodig is in gemeenten met
vele scholen, als daar gelijk te
Amsterdam de plaatsing aan scho
len van éen kring niet op dezelfde
tijden geschiedt, maar b.v. aan de
eene helft op 1 Maart en aan de an
dere op 1 September.
Naar men verneemt, zai de kolonel
Wïipperman, commandant van het 3e
regiment huzaren te 's Gravenhage,
worden belast met de formatie, 'de
leiding, de regeling en het in bewe
ging stellen van den stoet, waarmede
H.M. de Koningin in September zoo
wel te Amsterdam als te 's Graven
hage, Haar intocht zal houden.
Uit Bussum wordt ons gemeld, dat
cr weder een treurig geval van be
smettelijke aausteking is voorgekomen
aan de leerlooierij van den heer B.
De werkman V. hoeft zich bij de
behandeling van huiden door miltvuur
geïnfecteerd en is reeds in het Ste
delijk Ziekenhuis te Utrecht in barak
no, 2 onder behandeling van prof.
Naratb.
Binnen drie maanden tyds dus het
tweede geval. Men verzoekt ons de
aandacht der fabrieks-inspecteure op
deze zaak te vestigen.
(Centr.)
Belooning.
Behalve eervolle vermelding in het
politieblad, is aan do marechaussees
Adam en Van der Waal, van de bri
gade IJzendyke, voor hun manmoe
dig en beleidvol optreden by de ar
restatie van den beruchter- Leo
Milioeu door deu minister van justitie
e&a gratificatie verleend va?, f 25.
De 68-jarige heer R., directeur der
rijksnormaallessen te Buitenpost Fr.)
is 1.1. Maandag te water geraakt en
verdronken.
Spoken.
Men meldt uit Wessom dd. li Maart
aau de Limb. Koerier. Eenige opge
schoten jongens hadden gisteravond
tusschen licht en donker bij de wed.
L,, die vlak bij 't kerkhof woont, een
spijker, waaraan een ruim 20 M. lang
draadje bevestigd was, zoodanig aau
een der vensters vastgemaakt, dat hjj,
wanneer slechts even aan het draadje
getrokken werd, gedurig een tik gaf
tegen de ruiten. De huisgenoosen
luisterden met aandacht en wisten
niet wat te denken, gingen een keer
of wat naar buiten om te zien of or
ook iemand of iets te zien was, doch
niets bespeurende ging men weer bin
nen. Het getik hield echter niet op,
waardoor de huisgenooten zoo angstig
werden, dat zij "„hulphulp een
spookeen spookbegonnen te
schreeuwen eu weldra was de heeie
buurt, die van alle kanten kwam aan-
loopen, aan het bewuste spookhuis
bijeen. Toen de belhamels bemerkten,
dat men liet draadje ontdekt en dus
ook de oorzaak van het kloppen ge
vonden had, namen ze weldra in al
lerijl de vlucht. Nadat de in duizend
angsten gebrachte familie overtuigd
was geworden, dat bet slechts een
kwajongensstreek was, ging ieder
zyns weegs, de een lachende, de ander
morrende over deze geheel nieuwe
guitenstreek.
FEU1LLETO
Uit het fransch.
„De bandiet- heet Jeau Gërin en zijn bijnaam was
Jean van de Galeien. Hij geleek zeer veel op den ech
ten hertog en maakte van die gelijkenis gebruik."
„En ik werd zyn vrouw!.... ach, mynheer, maar het
i afschuwelijk, vreesclykhet kan niet waar zijn,
wat gy daar zegt !u
„Helaasmevrouw," zeide de procureur, „het is de
zuivere waarheid."
„Ik ben met een galeiboef gehuwd geweesto
die man 1 die mauhoe beb ik hem gehaat.... zoo
had ik ook geen eerlijk man kunnen hatenEn aan
dien man ben ik verbonden.... zelfs als hy naar de ga
leien teruggezonden wordt.... oGodvoor altijd aan
hem verbonden
„Blijf bedaard, mevrouw, wat ik u bidden mag, wy
zuilen alles voor u doen, wat in ons vermogen ligt.
Maar zeg my eens hoe komt het dat uw man
„Mijn man
„Dat Jean Gérin van avond niet naar huis is ge
komen
„Maar, mijnheer, Gérin bevond zich niet in hetzelfde
huis als ik."
„Wie woonde dan bij n?"
„Een individu, die mij op zijn bevel üioesfc bewaken
en in dat vertrek opsloot, waar men my gevonden heeft.
Hy was ongetwijfeld ook een bandiet."
„Heeft men u uit uw woning te Cacbau ontvoerd?"
„Ja mynheer.... MynGérin en hy ontvoerden my
uit het huis, dat de Gribeauval my tot schuilplaats had
aangeboden; bewusteloos en gekneveld brachten zy
my naar de rue Mazarine, waar Gérin mij aan de hoe
de van dien man overgaf, die zich ridder d'Espignolles
noemde."
„Esprignolles herhaalde de procureur.
„Wat Jean Gérin betreft, die zal eerstdaags terug
komen."
„Waar was hij naar toe? weet ge dat ook mevrouw
„Neen."
„Mevrouw," zeide de procureur, „het zal wel noodig
zyn, dat gij eenigo verklaringen aflegt. Waar zyt ge
van plan naar toe te gaan. als ge van hier vertrekt?"
I „W aar zou ik naar toe gaan In een hotel, denk ik
mijnheer. Ik heb geen geld, geen thuis en myn
i oom bevindt zich in Italië."
„Wil ik u even naar uw hotel brengen, mevrouw
En als gy het goedvindt stel ik gaarne my'c beurs tot
uwe beschikking."
„Ik dank u, mijnheer," zeide Hélène, „ik zal eerst
j mijnheer Gribeauval gaan opzoeken. Maar ik vrees, dat
ik hem niet zal vindenOhet is verschrik
kelijk mijnheer! verschrikkelijk O! myn Hemel,
wat een afschuwelijke gebeurtenissen
„Als u ook maar het minste van Jcan Gérin of van
den man, die zich Esprignolles noemt, ter oore komt,
of als ge ongerust zyt, zend ons dan een briefje en
wy zullen u 'dadelijk te hulp komen."
„Best," zeide Hélène.
„Ik zou u aanraden in het hotel du Louvre te gaan
logeeren. Wy zullen een agent tot uwe beschikking
stellen."
„Na zal ik maar gaan," zeide Hélèue.
En de voormalige hertogin de Villodieu stapte in een
huurrijtuig en beval den koetsier naar de boulevard
Malesherbes 102 te rydeii.
„Ga eeus vragen of mijnheer Gribeauval tbuis is,"
zeide zy tot den'koetsier, toen zy stilhielden.
„O! ik was er zeker van, dat je daar het eerst naar toe
zoudt gaan!" zeide een man zyn hoofd door het por
tier stekend.
En op den bok springend, pakte hij de teugels en
legde de zweep over de paarden.
Hélène had evenwel terstond in dien man haar echt
genoot herkend. Zij boog zich uit het raampje en riep:
„Help! Help!"
Dadelijk begonnen de voorbijgangers het rytuig na
te zetten.
Jean Gérin, die wel zag. dat hy onmogelijk ont
snappen kon met zyn buit, sprong van den ook en
zocht een goed heenkomen.
„Wat is er aan de hand?" vroegen eenige politie
agenten, die kwamen toesnellen.
Héiène scheurde een blaadje uit haar notitieboekje,
schreef het voorgevallene op en zeide tot een der
agenten
„Breng dit terstond aan den prefect van politie.'
Eu tegen een ander zeide zij
„Ryd my even terug naar de boulevard Malester-
I bes 102."
i „O! myn rijtuig!" riep de koetsier, „mijn beesten
I zyn toch niet op hol gegaan."
„Dank u," zeide Hélène, zich tot den agent wendend.
„Neem u my niet kwalijk, mevrouw," zeide de agent
1 „maarjjzoudt u mij even uw naam en adres willen opgeven?"
„Mevrouw Durand, hotel du Louvre."
i' „Maar mevrouwdat is niet voldoende omeenpro-
I ces-verbaal op te maken...."
„Laat mevrouw maar gaan," zeide een man naar
i voren tredend en den agent een kaartje toonend. dat hij
j in de hand hield.
„Welnu," vroeg Hélène aan den koetsier, „is hy
thuis
„Ja mevrouw."
j „Zeg dan aan den concierge of hij mynheer wil verzoe-
j ken beneden te komen, want dat er een dame is om hem
te spreken."
j Lucien werd dadelijk gewaarschuwd en deze voelde
zich het hart in de keel bonsen.
Hij liep op haar toe.
„O zjjt gij hetgijriep hy uitermate verheugd uit.
Hy sprong in het rytuig en beiden reden naar het
hotel dn Louvre en Hélène aanziende mompelde hij
„Gy zyt dus gered 1"
..Helaas! ik ben de vrouw van een galeiboef."
(Wordt vervolgd).