Hierop werd geantwoord dat het reglement op een vergadering van aspirantleden zou worden vastge steld. Op deze vergadering zou be- sioteu zjin om te beginnen met een arts op te roepen. Tot zoover is deze zaak thaus. Een poging van de zjjde der docto ren om de zaak by te leggen, leed schipbreuk. ."Sedert worden nu op het voorooeld der arbeiders, hier in het naburige Oostzaan pogingen aange wend, om eveneens onderling een ziekenfonds op te richten. Zelfs meer- gegoede neringdoenden nemen aan de beweging deel; en er is dan ook reeds eer. oproeping voor een arts gedaan. Het gevaar aan zoo'n fonds ver bonden zit, volgens reeds genoemde heeren, daarin ten eerste dat zoo'n fonds, uitsluitend ingericht en beheerd door leden, niet deugt en ten tweede dat de medicus die zich er aan ver bindt, afhankelijk wordt, daar wan neer het reglement souis eens gewij zigd wordt, en hij zich daarmede niet kan vereemgen hjj heeft toe te stem men of te bedanken, doch tot het laatste gaat hy zoo licht niet over, daar hiermede een groot deel zjjuer inkomsten verloren gaat. Bij de groote vermeerdering van het aantal artsen tegenwoordig is dit gevaar niet denk beeldig. Heden betalen zjj b.v. f 2000, morgen zien zjj in, dat zij ook ■■•oor f 1000 een arts kunnen krijgen en de medicus heeft eenvoudig toe te stemmen. Er zyn er genoeg die zijn plaats zullen innemen. Me: een lid is het natuurlijk een geheel ander geval. Hy bedankt een voudig wanneer hy zich niet meer met de bepalingen kan vereenigen en wordt weer vrij man. Een niet min der vroot bezwaar is, dat er geen grenzen gesteld worden van welstand voor de leden. Het werk van den medicus kan worden geëxploiteerd door ben, die het gewone biliijke ho norarium zeer wel kuunen betalen. Zii hebben dus het voorbeeld te volgen van huune Brusselsche colle ga's. die in 1894—1896 zich aanslo ten om een dokter die zich aan zoo'n fonds verbond, niet meer als hnu collega te beschouwen. Dir. heeft geholpen. Hierin ziet men dus het nut der solidariteit. Aan U, medici, is de plicht om ook samen te werken en uwen stand voor verval te vrijwaren. Dien weg moet het op. Het gevoel van collegialiteit moet worden wak ker geschud, waar hunne gemeen schappelijke belangen worden be dreigd. Krygen de verbonden arbeiders hier hun zin. dan zal deze beweging zich als een loopend vuurtje uitbreiden. Nu reeds, na enkele weken, kan op de beweging in Oostzaan gewezen worden als een uitvloeisel van de gis ting hier. Laten zij zich (lus aaneensluiten. Steunt hen collega's 1 Het is niet al leen hunne maar ook uwe zaak. Laat ieder den collega die er dreigt „in te vliegen" waarschuwen voor het gevaar waarin hij zich begeeft. Ge vaarlijk voorat nu de toevloed van medici te groot dreigt te worden. Zjj hebben hier een strijd aangebonden, die niet uitsluitend is in hun persoon lijk belang. Het is de stryd van be ginselen, die ze niet mogen prijsgeven omdat de toekomst van hunnen stand er van afhangt. Steunt hen dus in den stryd en stelt U met hen in gelid tegenover den gemeeusehappelyken vyand. Landelijke eenvoud. Eeu boerendochter die sedert kor ten tjjd in den Haag woonde en al daar verliefd was geraakt, schreef aan hare ouders te Wyk bij Heusden dat zjj beu eens kwam bezoeken en tege- lyk baar „galant"' zou meebrengen. De goede oudjes, die dit woord nog nooit hadden gehoord, zaten niet wei nig in de war wat voorwerp dat wel zou zyn. Moeder de vrouw raadde haar man aan, om voor alle securiteit deze haar reis zou vervolgen, tot den kapitein„Stop, stop 1 de galant van mjjn dochter is nog aan boord en daarvoor heb ik den kruiwagea mee gebracht!" Feestviering Delftsch Studen tencorps. Tot zelfs van den toren woei Dins dag, evenals van openbare gebouwen en uit de huizen van vele ingezetenen te Delft, de nationale driekleur ter gelegenheid van de herdenking van het 50-jarig bestaan van bet Delftsche studentencorps. De receptie ten huize van den voor zitter van den senaat, den heer F. 's Jacob Jr., was zeer druk bezocht. Namens de leeraren der Polytech nische School voerde de directeur dezer inrichting, prof. ,J. M. Telders het woordnamens de oud-leden van het studentencorps, van wie een twin tigtal een krans met begeleidend album den senaat aanboden, de heer J. C. van Markennamens het Ko ninklijk Instituut van ingenieurs de heer Conrad. Yoorts verschenen ter receptie o.a. eene deputatie uit den raad van be stuur der P. S., eeuige afgevaardig- den uit de vereeniging van burgerlijke ingenieurs, de leden van het dage- 'ljjkseh bestuur der gemeente, de se naat van het Indologisch Studenten corps, de Raad van Bestuur der Indi sche instelling en vele andere autori teiten, terwyl vele anderen zoewel uit buiten- als binnenland per tele gram van hunne belangstelling blijk gaven. Een duistere zaak. Te Rotterdam werd Zondagavond brand ontdekt in een drogistwinkel van zekeren M. Kiewieth aan den Yisschersdjjk no. 55. Daar de bewo ner afwezig was, verschaften burgers en brandweerlieden zich met geweld toegang tot het winkelhuis en troffen daar een vry ernstigen binnenbrand aan, die evenwel in korten tjjd ge- blusebt was door de werking van een tweetal brandspuiten. Den volgenden dag werd door den bewoner aangifte geuaau bjj de poli tie, dat uit een ijzeren geldkistje een bedrag van f 4000 ontvreemd was, be nevens een gouden horloge. Het hor loge is later terug gevonden, het geld evenwel niet, dat de bewoner eerst onlangs ontvangen had als erfdeel uit eene nalatenschap. Het winkelhuis was des middags te 1 uur door den bewoner veriaten, terwijl na dien tijd niemand het huis betreden kan hebben, zonder opge merkt te worden in de aldaar zeer druk bevolkte buurt. Bij het ODtdekken van den brand, kwam men tot de overtuiging, dat het vuur reeds geruimen tijd gesmeuld moet hebben, terwyl volgens rapport der brandmeesters het niet denkbaar is dat een der eerst binnen dringenden de geldkist geledigd zou hebben, te meer, daar deze geborgen was in een opkamertje in het winkelhuis, welk kamertje niet te bereiken was, wijl de trap in brand stond. De diefstal moet ongetwijfeld vóór het ontdekken van den brand hebben plaats gehad, of er heeft eerst dief stal en toen brandstichting plaats gehad. De bewoner was, naar men mede deelt. voor f 7000 verzekerd en wordt nu reeds voor de derde maal door brand getroffen. Door een brand ont stond gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor de bovenwonen- den, zijnde drie gezinnen, die reeds ter ruste lagen. By twee assurantie maatschappijen te Rotterdam is K. verzekerd. Het winkelhuis is door de politie gesloten in afwachting van het gerechtelijk onderzoek. Brand. Dinsdagnacht ontstond brand in bet magazijn van de uitgeversfirma daad en de trein stopte. De roeke- looze Dam daarop weder plaats in den treinzy had eenige lichte kneuzin gen bekomen. Door dit incident kreeg de trein 15 minuten vertraginr. Eigenaardig verschijnsel. In De Sollicitant deelt een onder wijzer het zonderlinge geval mede, dat een leerling uit zijn klas, die vroeger vlot las, thans lezende, geen woord meer kan uitbrengen. Yoor vier weken las de jongen nog goed. Aan zyn spraakvermogen ligt het niet, hy spreekt goed. Van opzet is geen sprake. Ook de ouders begrijpen er niets van. De knaap spant zich tot schreiens toe in, maar tot lezen brengt hy het niet. Kan iemand hier raad Letteren en Kunst. Hans Holbein. Dit jaar zal het 400 jaar geleden zyn, dat in de Zwitsersche stad Bazel de bekende schilder Hans Holbein geboren werd. Zijne schilderij voorstelleude „de doodendans," waarbij ridders, solda ten, boeren, rijken en armen deelne men aan een woesten rondedans ge leid door den Dood, is tegenwoordig nog een der grootste merkwaardig heden van zyne geboortestad. Als portretschilder verwierf Hans Holbein, die meest aan het Hof van Hendrik VIII te Londen verbleef, eenen welverdienden naam en hy wordt door sommigen zelfs boven Albrecht Dürer gesteld. Bekend zyn zijne portretten van Hendrik VIII, van prins Eduard. van Nicolaas, de sterrekijker des konings, en van den beroemden kanselier Tho mas Morns. Behalve „de doodendans" is van hem bekend „Hendrik VIII, die nieuwe keuren verleent aan het gilde van barbiers-chirurgjj ns." Hy stierf te Londen aan de pest ziekte op 57-jarigen leeftijd. Zijne geboortestad Bazel zal het vierde eeuwfeest van den grooten kunstenaar dit jaar met veel luister vieren. Ter gelegenheid van de Czaar- Peterfeesten te Zaandam, den löden en I9den Augustus van liet vorige jaar aldaar gevierd, is een tooneel- stuk opgevoerd van den lieer G. J. Honig, getiteld„Pieter Michaeloff'". Van dit tooneelstuk is thans als bijlage van het weekblad Vsemirnaya lllusirazia eene geïllustreerde Russi sche vertaling verschenen. De illustraties bestaan uit eene houtsnede, het portret van Peter den Groote, met liet Hollandsch onder schrift „Peter de Groote als Pieter baas" en twee zineograpbieën, de eene een gezicht op Zaandam in 1721 voor stellende, en de tweede het Ozaar- Peterhuisje in 1817. RECHTSZAKEN. Brandstichting. Voor de vijfde kamer van de arr. rechtbank te Amsterdam werden "Woensdag de pleidooien gevoerd in de zaak tegen den suiker-akker G. H. Lotze, die verleden Vrijdag te rechtstond wegens brandstichting in zyn winkel en werkplaats aan de 2e Laurierdwarsstraat aldaar. De ambtenaar van het O. M., mr. d'Hangest baron d'Vvoy, ging breed voerig na wat er op den bewusten morgén is voorgevallen in den win kel van Lotze. Reeds uit de verkla ringen van verschillende getuigen die brand hebben gezien op drie afzon derlijke plaatsen, blijkt voldoende, dat er moedwil in hét spel moet zijn. De schimmen op bet gordijn, door de' - overburen waargenomen, konden alleen naai ui<»u aan. uiu ïw. Blydenstein te Enschede. De morden teweeggebracht door vuur als hii zi;.n dochter van de boot gingbrand vermelde magazyn bind- j midden in den winkel en niet in «ie j afhalen, maar een kruiwagen mee tepal kantoor. Al deze vertrekken j werkplaats daarachter gelegen, nemen om zoodoende dien tralant ofbrandden geheel uit. De aanzienlykeEchter aangenomen de verklaring j hoe dat ding heeten mocht, naar huisf^hade wordt doör assurantie gedekt.van den beklaagde dat het vuur is te transporteeren. j Enschedesche Courant, dxe daar aangekomen door bet overkoken van Toen de boot aankwam en de eerste ook wwdt uitgegeven, kon op gewo-suiker, dan nog zou de brand uiot verwelkoming tusschen vader en doch- nfta RJ'1 verschynen. I z00 grooten omvang hebben genomen, j ter had plaats gehad, zeide deze laat- j En trouwens blijft dan nog onver- ste, terwyl zy haar galant voorsteldeTusschen Bokstel en Tilburg sprong klaard hoe op twee plaatsen in den Kijk, vader, dat is nu mijn vrijer." Woensdagmorgen eene dame uit den winkel afzonderlijk de vlammen kun- Men wilde zich naar huis begeven, in beweging zijaden trein om haar nen woeden. doch de vader riep, toen de touwen hoed, die afgewaaid was, te redden. Het verhaal van de brandende stof- vais de boot werden losgegooid en Het treinpersoneel bemerkte de dwaze fen die bekl. by zyn weg naar de gaskraan zou hebben gesleept, is toch te onmogelijk. Dit ia verband met de verschil lende andere aanwijzingen bracht spr. tot de conclusie, dat niemand anders dan beklaagde den brand kan heb ben gesticht. Zyn oogmerk is geweest zich de assurantiepenningen - hij was verzekerd voor f 5000 te doen uitbetalen. Op grond van art. 151 van het W. v. S. eiseht spr. zes jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. A. Wertheim, betoogde, dat "de door het O. M. aan gevoerde aanwijzingen op geen te vasten grond berusten. PI. ging de argumenten na en trachtte de om standigheden te verklaren uit een gewonen loop der dingen. Hij achtte net primair ten laste gelegde niet be wezen. Integendeel maakt pl. uit het feit dat bekl. een kistje trachtte in veiligheid te brengen op, dat hij door brand is overvallen. Wat betreft het secundair ten laste gelegde, het veroorzaken van brand door schuld, meent pl., dat uit het rapport van de deskundigen overtui gend bly'kt, dat bekl. niet heeft kun nen vermoeden dat de overvloeiende suiker zoo hevigen brand zou ver oorzaken. Ook van schuld kan dus geen sprake zijn. Mocht echter de rechtbank aanne men, dat een der ten laste gelegde feiten bewezen is, dan beveelt pl. zyn cliënt aan in de clementie van de rechtbank. Uitspraak over 14 dagen. Dassenbijterij. Het O. M. bij de arrondissements rechtbank te Maastricht beeft tegen vier personen ter zake van dieren mishandeling het deelnemen aan een dassenbjjterjj gevangenisstraf van éene maand voor ieder geëischt. In het requisitoir werd gezegd, dat, waar godsdienst en ouderwijs onmach tig schijnen om die wreede volksver maken uit te roeien, de straf daartoe zal moeten leiden. GEMENGB NIEUWS. Ernstige brand. Te Anderlecht (Brussel) brak Dins dagochtend brand uit in een fabriek van vervoerbaar gas, die behoort aan den heer Du Bois. In zeer korten tijd stonden de vyf gebouwen waar uit zjj bestond, in brand, de eeno ontploffing volgde op de anders, en toen de spuiten aankwamen, was alles een vuurpoel. De ketel, eeu gevaarte van 10000 kilogram, sprong en kwam dertig meters aan de overzij van de Senne neer. Ook twee belendende fa brieken, een zandsteen- en een olie- fabriek, raakten in brand, en de ont ploffingen waren zoo veelvuldig en zoo hevig, dat do 'treinen eu trams die in de buurt langs kwamen, den dienst moesten staken. Water spuiten zou den brand uitgebreid hebben men kon alleen zooveel mogelijk om verhalen. De schade wordt op 200,000 i'r. geschat. Dreyfus. Het beroep in cassatie vauZolaen Perreux tegen het vonnis van het assi zenhof der Seine, is op de rol van de strafkamer van het hof van cas satie geplaatst voor de zitting van 31 Maart. Gladstone. Gladstone's toestand is nog altjjd onveranderd. Maandagmiddag kwam hy voor het eerst buiten sinds ver leden Woensdag. Hy giDg niet ver der dan het grasperk" voor Forest House en rustte daar eenigen tyd in een armstoel. Dinsdagmorgen is hij naar Hawar- den vertrokken in een der koninklijke salonrijtuigen dat te zijner beschik king was gesteld. Gladstone liep naar den waggonhy zag uiterst bleek. Toen hy over het perron ging, riepen de reizigers hem een welge meend „God zogen u" toe, waarop de bejaarde lijder met een duidelyke stem antwoordde. Een grappige fout. Op een der grootste drukkerijen in Engeland, of mogeljjk wel de aller grootste daar te lande, is onlangs een domheid begaan, die zeker verdient wereldkundig gemaakt te worden. De bekende tooneelspeier Tree zou optreden in Julius Caesar. Hy liet voor dat doel prachtige affiches ver vaardigen, welke de muren van Lon den zouden versieren. Op dit affiche komen ook Romeinsche mnutenvoor, die het jaartal dragen.... B. C. 48 (Before Christ 48) of in het Hol landsch het jaar 48 vóór Christus' geboorte. De redacteur van het tijd schrift waarin dit berichtje voorkomt (The Stationer, Printer and fancy trade's Register) merkt op, dat B. C. 4S op een "Romeinsche munt geen La- tyn is, maar zuiver Engelsch en ook, dat de stempelsnijders van Caesar's munten geen profeten waren, en dus ook niet wisten dat Christus, 48 jaren na de regeeriug van hun Keizer, zou geboren worden. (De Nederl. Boekdrukker.) Een eigenaardige weddenschap werd dezer dagen te-Magdeburg aangegaan door een ingenieur en een houthan delaar en wel over het al of niet mo gelijke van het precies gelijk doen slaan van een aantal verschillende uurwerken. Men beweert, dat reeds keizer Ka- rel V vergeefs getracht had, daartoe to geraken. De horlogemakerskunst is inmiddels evenwel zeer vooruitgegaan. By oen horlogemaker te Fürstenberg bleek, dat liet mogelyk was vyf verschillende klokken precies gelijk te doen slaan. De ingenieur was winner van de 1000 mark, die de weddenschap gold. Eeu moord. Veel en begrijpelijke aandacht trekt te Berlijn de behandeling van een moordzaak tegen zekeren Wilhelm lvleeinann, die zijn meisje, Margarete Wiese door een messteek gedood heeft. Van de vroegste jeugd af dateerde reeds hun omgang en in Maart van het vorige jaartoen Margarete Wiese 22 jaar oud was, verloofden zij zich. Toch scheen het meisje niet veel zin in haar verloofde te hebben en deze moet haar dan ook meermalen ruw behandeld hebben. Het gevolgwas dat iu November 1897 de verlovings ring teruggezonden werd. Bedert. dien tyd schreef bij haar herhaaldelijk dreigbrieven, waarop zy niet antwoordde, totdat hij schreef vergift ingenomen te hebben en baar nog" voor zyn dood even te willen spreken. Dit deed baar besluiten, hem nog een onderhoud toe te staan en zy ontving haar voormaligen min naar iu het huis, waar zij als huis houdster diende, terwijl de heer en de vrouw des huizes afwezig waren. Daar moeten de beide kinderen, die reeds te bed waren, gewekt zijn door een worsteling in de keuken, die een glasruit deed breken. Ter wijl het meisje angstig te bed bleef, stond haar zesjarig broertje op en die is nu de eenige getuige van den moord geweest, die trouwens door den dader volmondig erkend is. Hij toch zag, hoe het meisje na de worsteling wegliep, hoe zy gilde en do moordenaar haar in het voorver trek inhaalde, op den grond wierp en de knie op haar borst zette. Toen moet de doodelyke steek zyn toege bracht. Eigenaardig is, dat men aan den vinger van het lijk den verlovingsring vond, die de vermoorde indertijd teruggezonden had. De Dajaks. In de Loc. geeft iemand eenige herinneriugen aan de Dajakkers van Borneo ten beste. j Men verdeelt hen, zegt iiij, in twee 'soorten, nainelyk de wildé en de tamme. De minder geciviliseerden houden zich meer op in de diepste bosschen in groote boomen of in kanos; de meer beschaafden wonen in groote baogsals, hoog boven den grond. Met hun honderden leven zij "daarin en verrichten er alle mogelijke huiselijke bezigheden, ja houden er zelfs pasar j het is eeu ware kampong in het klein. Een groote omheining van bamboe doeri en andere versperringsmiddelen i beveiligen hen tegen vijandelijke over vallen; ouder wel sche lillas vertoonen hier en daar hun dreigende monden. Er zjja ook Dajaksehe staartmen- scbenzelf heb ik ze niet kunnen zien, hoeveel moeite ik er ook toe deed. maar van betrouwbare tamme Dajaks, die met ben handel dreven, vernam ik dat zij inderdaad bestonden. De voornaamste bezigheden der Dajakkers bestaan in het opzamel van diverse boschproiucten als:® tab, rotting, damar enz., welke zjj| Bandjermasin of te Morabahan I Cbineezen inruilen tegen verschil!* de koopwaren als zout, tabak, r katoen, koralen van parelsnoer potten en panuen. Vooral op dei. laatste artikelen zyn zy erg tuk geven er gaarne zeer veel voor. Ei® naren van zulke voorwerpen word? als ryke lieden beschouwd. Bygeloovig zyn zy in ergo n Zoo zal hy. die iets ondernemen vooraf drie tot zeven staken iu grond plaatsen en onder het strooi! van wat rijstkorrels het geluid van kiekendief nabootsen. Strijken deze nu op die staki neder, dan is dat eeu goed teeke; laten zy het echter, dan kiest i Dajakker voor het uitvoeren vanzj onderneming liever een anderen ij» Komt hy onderweg een slang tty of een minder goeden vogel, d maakt by direct rechtsomkeert na huis, al is de zaak, waarvoor lij ders geroepen wordt, nog zoo gend. Onderlinge twisten komen bjj veelvuldig voor. Heeft een kaïopoL zich voorgenomen van leer to tre ken, dan wordt eerst duchtig fa gevierd. Mannen, vrouwen en meisjes hd ben zich in de voorpendoppo bjjee verzameld. De krijgers zyn op mooist uitgedost. Zy hebben zich het lichaam schüderd met allerlei grillige fig$ als slangen, krokodillen enz. en ol hangen met koralen iPan allerlei soi en kleur eu heel veel tirlantplj van goud- en zilverwerk. In de oorgaten zijn vrachten aangebracht, zoodal de lellen totj de schouders nederhangen. Het hi dragen zy zeer lang en woest losw De aanvoerders hebben zich eeub nige muts opgezet, waaraan ei allerlei fraais is aangebracht, wal ouder een hooge pluim van de boat: vogelveeren. Ook dragen zij een hs kettiDg van parelmoer en zilver buik- eu armbanden. De dames hebben voor deze genheid geen bezoek gebracht aan tokos onzer modisten om een toil* uit te zoeken, neen. zjj dragen voudig weg eeu simpel voorscbw met wat boombast aan het lichai vastgemaakt, doch zy zyn or niet minder door in een vroolyke stemming. Het gaat er plezierig toeer wol gedanst,muziek gemaakt, „jeu de mol worden gewisseld net als op ieder anj bal. Door de jonge dames wordeni en dan krijgsgezangen aangebcvi waarop de mannen ter insteuunii invallen. Met, zilverklinkende sta metjes worden hun lof on deugd bezongen. Geen champague woi gepresenteerd, doch wel een dra die ook een 'Tuolijke stemming wekt, de toeak kras. In bekers meoschenschedels wordt hot vot den mannen door de sehoonen al zi gend en heupwiegend aacgebodi De mannen nemen liet haar uit hand onder het prevelen van dankzegging'eu het maken van lijke buigingen. Dan vangt een wil galop aan of wordt een roQdetli opgevoerd. De muzikanten hebben meer w van blikslagers en uitkloppers van artisten, want er wordt geslaj en geroffeld op lecge petroleum! ken, kisten enz, zóó dat hooreo zien vergaan. Hebben de mannen zich haast beroerte gesprongen en gebruld, rusten zy een weinig uitde ruei« presenteeren dan gebak, dat er h anders uitziet en smaakt dan onze coaiiseurs leveren, doch bljjkbi streelt het aller gehemelte. Na de pret begeven de krjjgers; op weg, ieder voorzien van een bh pijp over den schouder, een gn schild van boombast ia de handi den koppensneller in den gordel Hoo nietig ook zoo'n blaaspijp ie; lijken, in hun banden is net i gevaarlijk wapen. Op tweehonden driehonderd pas zullen zij zelden] doe! missen. Wee den getroffene, zakt in elkander als ware hij di den donder getroffen, want het pjjr dat hem trof was voorzien van' snelwerkend plantaardig vergift. Flo wordt nu de koppensneller voor d dag gehaald en in een. twee, drie het hoofd er at. De Dajakker is wat grootse) het verrichten van zoo'n beldendi en geen wonder, want het bezit Op den oever lag een andere afdeeliug soldaten ge kampeerd, eu na liet wachtwoord te hebben gegeven reden wjj naar de tent van den generaal. Hier aange komen presenteerde de wacht het geweer en ik moest de ROne volgen. Ik trad de tent binnen en bleef geduldig wachten tot de generaal iets zeggen zou, terwijl deze onrustig heen en weder liep. Eensklaps bleef hy voor mjj staan en zeide ..Welnu, mjjnheer d'Auriac?" „Het geval was niet te verhelpen, uw Excellentie," stamelde ik. „Dat zeidet gij ook bjj dat geval met de Gonnor en toen beioofdet gjj, dat het niet weer zou gebeuren „Maar de omstandigheden „Poe l riep hy uit. „Ik begrijp alles.... wyu, spel vrouwenEen der gevangenen was een vrouw, ik zag u dat lint oprapen. Er" is geen verontschuldiging voor u te vinden - geen enkele." „Bjj do bestorming van Laon had ik de eer vlak ach ter uw Excellentie te komen." zeide ik met een plot selinge, gelukkige ingeving. „En toen reddet gy mjjn leven, wilt ge zeggen," vulde hy aan. Ik boog en de Róoe begon opnieuw heen en weer te loopen, terwyl hij nu en dan aan zijn punt baard trok. Ik was vast besloten alles in het werk to stellen om my zelf te redden en vervolgde: „Eu dat viel voor na dat ongeluk met de Gonnor." „OngelukHjj lachte even. „En toen u dat ongeluk vergeven was, reddet gjj het leven van den generaal om daarmee uw overtredingen te dekken!" „Het zal niet meer gebeuren." „Daar zal ik voor zorgen. Het zal niet meer gebeu ren, mijnheer d'Auriae. Luisterik zal u myn schuld afdoenmaar eerst moet gy my uw woord van eer ge ven, dat gjj niet zult trachten te ontsnappen. Als gjj het niet doett Hij legde zjjn hand op de tafelbel eu zag mjj vra- gend aan. I „Tk zal niet trachten te ontsnappen." „Dan zult gjj u niet te beklagen hebben over de ge- rechtigheid van de Róoe. Morgen zullen or veel ge- beurtenissen plaats hebbeneen er van is de dood van den ridder d'Auriac. Dit nog wil ik u zeggen. Morgen heeft er nogmaals een treffen tusschen den Koning en mjj plaats. Gij moogt op het slagveld sterven. Maar ot ik win of verlies, ik wil u 's avonds niet meer levend vinden. Anders laat ik een galg voor u oprichten zóó hoog als voor Hainan. Ge kunt gaan." HOOFDSTUK II. Generaal de Róne is niet in staat een brief in cijferschrift te lezen. Mjjn eerste gedachte, toen ik de Róne verliet, was om mjj naar de tenten van de generale staf te begeven, waar ik zeker hartelijk welkom zou worden geheeten en den nacht verder kon doorbrengen. Zjj waren op een afstand van ongeveer honderd va demen van den Generaal opgeslagen, maar toen ik naderbij kwam zag ik, dat in de grootste teut oog licht brandde, en men daar naar alle waarschijnlijkheid fcost vierde, want het gezang van een vrooljjk Fransch liedje klonk mjj in de ooren. Het refrein werd verscheidene maien herhaalddaarop hoorde ik een luid gelach en het gerinkel van glazen. Ik had er al meer dan genoeg van. Daar ik in geen stemming was oin nog meer gekheden uit te halen en ook niet den minsten trek in wyu had, besloot ik het mij zoo gemakkelijk mogelyk te maken in de open luchtop dat uur zou het. vruchteloos zjjn geweest mjjn oppasser Jacques, diön ik met mjjn kleederea enz. iu het kamp had achtergelaten, toen ik rajj naar- de buitenpost moest begeveo,~op te zoeken. Deze man was al jaren bij mijn familie en raij in dienst geweest eu hoewel eenigszins ruw iu zyn manieren, zoo trouw als staalhet was treurig genoeg, dat ik hem niet kou vinden, want in geval het ergste gebeurde, wilde ik een boodschap naar Aariac zenden. Maar daar ik begreep, dat er toch niets aan te veranderen viel, zocht ik eeu plaatsje op om mjj ter ruste te leggen. Ik vond een plek onder een paar perzikenboomen, zeer geschikt voor mjjn doel. Eerst bond ik mjjn paard vast, legde het zadel op den grond om als hoofdkussen te gebruiken en trachtte te slapen. Door de verschillende gebeurtenissen van dien avond was ik geheel nuchter geworden en even wakker als een kat, die op een muis loert. Wat ik ook probeerde, ik kon den slaap niet vatten en begon daarom, daar ik niets beters te doen had, mjjn toestaad te overdenken. Er was nu geen quaestie meer van dat ik den raad van Nicholas om te vluchten nog kon opvolgenmijn oer mocht niet bevlekt worden en in do weinige uren, ik nog had te leven, wilde ik mjjn woord niet. breki Nog maar weinige uren te leven i Onwillekeurig sterkte ik mjjn arm uil om die gedacl te verdryveu en voelde hoe mijn spieren door dezsl I weging opzwollen. Groote God 1 liet was wreed. Wj neer men pas vjjf en twintig jaar' telt eu zoo gezond is eeu paard, valt het hard te moeten sterven. In dood op het slagveld kon ik nog berustenmaar alsl geluk mjj niet gunstig was, dan zon de laatste afst meling van het huis Auriac den volgenden avond een misdadiger aan een boom hangen te bengelen, i denkbeeld was niet te verdragen eu ik besloot, dat I liever met eigen hand een eind aan mjjn leven! maken, dan op die manier te moeten sterven. De wo die ik in het duel bad opgedaan, begon te steken ik haalde mjjn zakdoek uit mjjn zak om hem opilej wonde plaats te leggen. Tegeljjk met den zakdoek kre ik den strik in mjjn hand eu bjj het zien van ditl namen mjjn gedachten eoa andoren loop. Id weer van mij zeif moest ik aan mevrouw deuken, zooals haar noemde, daar ik haar naam niet wist. Het* eigenljjk een zonderlinge titel voor iemand, die er 3 zoo jong uitzag! Wie zou zij zjjn? De een of and< aristocratische dame. De vrouwdie gedachte mij zeer onaangenaam en ik scaoof haar dan ook dadei op zü- Wordt vervo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2