Hierop werd geantwoord dat het
reglement op een vergadering van
aspirantleden zou worden vastge
steld. Op deze vergadering zou be-
sioteu zjin om te beginnen met een
arts op te roepen. Tot zoover is deze
zaak thaus.
Een poging van de zjjde der docto
ren om de zaak by te leggen, leed
schipbreuk. ."Sedert worden nu op het
voorooeld der arbeiders, hier in het
naburige Oostzaan pogingen aange
wend, om eveneens onderling een
ziekenfonds op te richten. Zelfs meer-
gegoede neringdoenden nemen aan de
beweging deel; en er is dan ook reeds
eer. oproeping voor een arts gedaan.
Het gevaar aan zoo'n fonds ver
bonden zit, volgens reeds genoemde
heeren, daarin ten eerste dat zoo'n
fonds, uitsluitend ingericht en beheerd
door leden, niet deugt en ten tweede
dat de medicus die zich er aan ver
bindt, afhankelijk wordt, daar wan
neer het reglement souis eens gewij
zigd wordt, en hij zich daarmede niet
kan vereemgen hjj heeft toe te stem
men of te bedanken, doch tot het
laatste gaat hy zoo licht niet over,
daar hiermede een groot deel zjjuer
inkomsten verloren gaat. Bij de groote
vermeerdering van het aantal artsen
tegenwoordig is dit gevaar niet denk
beeldig.
Heden betalen zjj b.v. f 2000, morgen
zien zjj in, dat zij ook ■■•oor f 1000 een
arts kunnen krijgen en de medicus
heeft eenvoudig toe te stemmen. Er
zyn er genoeg die zijn plaats zullen
innemen.
Me: een lid is het natuurlijk een
geheel ander geval. Hy bedankt een
voudig wanneer hy zich niet meer
met de bepalingen kan vereenigen en
wordt weer vrij man. Een niet min
der vroot bezwaar is, dat er geen
grenzen gesteld worden van welstand
voor de leden. Het werk van den
medicus kan worden geëxploiteerd
door ben, die het gewone biliijke ho
norarium zeer wel kuunen betalen.
Zii hebben dus het voorbeeld te
volgen van huune Brusselsche colle
ga's. die in 1894—1896 zich aanslo
ten om een dokter die zich aan zoo'n
fonds verbond, niet meer als hnu
collega te beschouwen.
Dir. heeft geholpen. Hierin ziet men
dus het nut der solidariteit.
Aan U, medici, is de plicht om ook
samen te werken en uwen stand voor
verval te vrijwaren.
Dien weg moet het op. Het gevoel
van collegialiteit moet worden wak
ker geschud, waar hunne gemeen
schappelijke belangen worden be
dreigd.
Krygen de verbonden arbeiders hier
hun zin. dan zal deze beweging zich
als een loopend vuurtje uitbreiden.
Nu reeds, na enkele weken, kan op
de beweging in Oostzaan gewezen
worden als een uitvloeisel van de gis
ting hier.
Laten zij zich (lus aaneensluiten.
Steunt hen collega's 1 Het is niet al
leen hunne maar ook uwe zaak.
Laat ieder den collega die er dreigt
„in te vliegen" waarschuwen voor het
gevaar waarin hij zich begeeft. Ge
vaarlijk voorat nu de toevloed van
medici te groot dreigt te worden. Zjj
hebben hier een strijd aangebonden,
die niet uitsluitend is in hun persoon
lijk belang. Het is de stryd van be
ginselen, die ze niet mogen prijsgeven
omdat de toekomst van hunnen stand
er van afhangt. Steunt hen dus in
den stryd en stelt U met hen in gelid
tegenover den gemeeusehappelyken
vyand.
Landelijke eenvoud.
Eeu boerendochter die sedert kor
ten tjjd in den Haag woonde en al
daar verliefd was geraakt, schreef aan
hare ouders te Wyk bij Heusden dat
zjj beu eens kwam bezoeken en tege-
lyk baar „galant"' zou meebrengen.
De goede oudjes, die dit woord nog
nooit hadden gehoord, zaten niet wei
nig in de war wat voorwerp dat wel
zou zyn. Moeder de vrouw raadde
haar man aan, om voor alle securiteit
deze haar reis zou vervolgen, tot
den kapitein„Stop, stop 1 de galant
van mjjn dochter is nog aan boord en
daarvoor heb ik den kruiwagea mee
gebracht!"
Feestviering Delftsch Studen
tencorps.
Tot zelfs van den toren woei Dins
dag, evenals van openbare gebouwen
en uit de huizen van vele ingezetenen
te Delft, de nationale driekleur ter
gelegenheid van de herdenking van
het 50-jarig bestaan van bet Delftsche
studentencorps.
De receptie ten huize van den voor
zitter van den senaat, den heer F.
's Jacob Jr., was zeer druk bezocht.
Namens de leeraren der Polytech
nische School voerde de directeur
dezer inrichting, prof. ,J. M. Telders
het woordnamens de oud-leden van
het studentencorps, van wie een twin
tigtal een krans met begeleidend
album den senaat aanboden, de heer
J. C. van Markennamens het Ko
ninklijk Instituut van ingenieurs de
heer Conrad.
Yoorts verschenen ter receptie o.a.
eene deputatie uit den raad van be
stuur der P. S., eeuige afgevaardig-
den uit de vereeniging van burgerlijke
ingenieurs, de leden van het dage-
'ljjkseh bestuur der gemeente, de se
naat van het Indologisch Studenten
corps, de Raad van Bestuur der Indi
sche instelling en vele andere autori
teiten, terwyl vele anderen zoewel
uit buiten- als binnenland per tele
gram van hunne belangstelling blijk
gaven.
Een duistere zaak.
Te Rotterdam werd Zondagavond
brand ontdekt in een drogistwinkel
van zekeren M. Kiewieth aan den
Yisschersdjjk no. 55. Daar de bewo
ner afwezig was, verschaften burgers
en brandweerlieden zich met geweld
toegang tot het winkelhuis en troffen
daar een vry ernstigen binnenbrand
aan, die evenwel in korten tjjd ge-
blusebt was door de werking van een
tweetal brandspuiten.
Den volgenden dag werd door den
bewoner aangifte geuaau bjj de poli
tie, dat uit een ijzeren geldkistje een
bedrag van f 4000 ontvreemd was, be
nevens een gouden horloge. Het hor
loge is later terug gevonden, het geld
evenwel niet, dat de bewoner eerst
onlangs ontvangen had als erfdeel uit
eene nalatenschap.
Het winkelhuis was des middags
te 1 uur door den bewoner veriaten,
terwijl na dien tijd niemand het huis
betreden kan hebben, zonder opge
merkt te worden in de aldaar zeer
druk bevolkte buurt.
Bij het ODtdekken van den brand,
kwam men tot de overtuiging, dat
het vuur reeds geruimen tijd gesmeuld
moet hebben, terwyl volgens rapport
der brandmeesters het niet denkbaar
is dat een der eerst binnen dringenden
de geldkist geledigd zou hebben, te
meer, daar deze geborgen was in een
opkamertje in het winkelhuis, welk
kamertje niet te bereiken was, wijl de
trap in brand stond.
De diefstal moet ongetwijfeld vóór
het ontdekken van den brand hebben
plaats gehad, of er heeft eerst dief
stal en toen brandstichting plaats
gehad.
De bewoner was, naar men mede
deelt. voor f 7000 verzekerd en wordt
nu reeds voor de derde maal door
brand getroffen. Door een brand ont
stond gemeen gevaar voor goederen
en levensgevaar voor de bovenwonen-
den, zijnde drie gezinnen, die reeds
ter ruste lagen. By twee assurantie
maatschappijen te Rotterdam is K.
verzekerd. Het winkelhuis is door de
politie gesloten in afwachting van het
gerechtelijk onderzoek.
Brand.
Dinsdagnacht ontstond brand in
bet magazijn van de uitgeversfirma
daad en de trein stopte. De roeke-
looze Dam daarop weder plaats in den
treinzy had eenige lichte kneuzin
gen bekomen.
Door dit incident kreeg de trein 15
minuten vertraginr.
Eigenaardig verschijnsel.
In De Sollicitant deelt een onder
wijzer het zonderlinge geval mede,
dat een leerling uit zijn klas, die
vroeger vlot las, thans lezende, geen
woord meer kan uitbrengen. Yoor
vier weken las de jongen nog goed.
Aan zyn spraakvermogen ligt het niet,
hy spreekt goed. Van opzet is geen
sprake. Ook de ouders begrijpen er
niets van. De knaap spant zich tot
schreiens toe in, maar tot lezen brengt
hy het niet. Kan iemand hier raad
Letteren en Kunst.
Hans Holbein.
Dit jaar zal het 400 jaar geleden
zyn, dat in de Zwitsersche stad Bazel
de bekende schilder Hans Holbein
geboren werd.
Zijne schilderij voorstelleude „de
doodendans," waarbij ridders, solda
ten, boeren, rijken en armen deelne
men aan een woesten rondedans ge
leid door den Dood, is tegenwoordig
nog een der grootste merkwaardig
heden van zyne geboortestad.
Als portretschilder verwierf Hans
Holbein, die meest aan het Hof van
Hendrik VIII te Londen verbleef,
eenen welverdienden naam en hy wordt
door sommigen zelfs boven Albrecht
Dürer gesteld.
Bekend zyn zijne portretten van
Hendrik VIII, van prins Eduard. van
Nicolaas, de sterrekijker des konings,
en van den beroemden kanselier Tho
mas Morns.
Behalve „de doodendans" is van hem
bekend „Hendrik VIII, die nieuwe
keuren verleent aan het gilde van
barbiers-chirurgjj ns."
Hy stierf te Londen aan de pest
ziekte op 57-jarigen leeftijd.
Zijne geboortestad Bazel zal het
vierde eeuwfeest van den grooten
kunstenaar dit jaar met veel luister
vieren.
Ter gelegenheid van de Czaar-
Peterfeesten te Zaandam, den löden
en I9den Augustus van liet vorige
jaar aldaar gevierd, is een tooneel-
stuk opgevoerd van den lieer G. J.
Honig, getiteld„Pieter Michaeloff'".
Van dit tooneelstuk is thans als
bijlage van het weekblad Vsemirnaya
lllusirazia eene geïllustreerde Russi
sche vertaling verschenen.
De illustraties bestaan uit eene
houtsnede, het portret van Peter den
Groote, met liet Hollandsch onder
schrift „Peter de Groote als Pieter
baas" en twee zineograpbieën, de eene
een gezicht op Zaandam in 1721 voor
stellende, en de tweede het Ozaar-
Peterhuisje in 1817.
RECHTSZAKEN.
Brandstichting.
Voor de vijfde kamer van de arr.
rechtbank te Amsterdam werden
"Woensdag de pleidooien gevoerd in
de zaak tegen den suiker-akker G.
H. Lotze, die verleden Vrijdag te
rechtstond wegens brandstichting in
zyn winkel en werkplaats aan de 2e
Laurierdwarsstraat aldaar.
De ambtenaar van het O. M., mr.
d'Hangest baron d'Vvoy, ging breed
voerig na wat er op den bewusten
morgén is voorgevallen in den win
kel van Lotze. Reeds uit de verkla
ringen van verschillende getuigen die
brand hebben gezien op drie afzon
derlijke plaatsen, blijkt voldoende, dat
er moedwil in hét spel moet zijn. De
schimmen op bet gordijn, door de'
- overburen waargenomen, konden alleen
naai ui<»u aan. uiu ïw. Blydenstein te Enschede. De morden teweeggebracht door vuur
als hii zi;.n dochter van de boot gingbrand vermelde magazyn bind- j midden in den winkel en niet in «ie j
afhalen, maar een kruiwagen mee tepal kantoor. Al deze vertrekken j werkplaats daarachter gelegen,
nemen om zoodoende dien tralant ofbrandden geheel uit. De aanzienlykeEchter aangenomen de verklaring j
hoe dat ding heeten mocht, naar huisf^hade wordt doör assurantie gedekt.van den beklaagde dat het vuur is
te transporteeren. j Enschedesche Courant, dxe daar aangekomen door bet overkoken van
Toen de boot aankwam en de eerste ook wwdt uitgegeven, kon op gewo-suiker, dan nog zou de brand uiot
verwelkoming tusschen vader en doch- nfta RJ'1 verschynen. I z00 grooten omvang hebben genomen, j
ter had plaats gehad, zeide deze laat- j En trouwens blijft dan nog onver-
ste, terwyl zy haar galant voorsteldeTusschen Bokstel en Tilburg sprong klaard hoe op twee plaatsen in den
Kijk, vader, dat is nu mijn vrijer." Woensdagmorgen eene dame uit den winkel afzonderlijk de vlammen kun-
Men wilde zich naar huis begeven, in beweging zijaden trein om haar nen woeden.
doch de vader riep, toen de touwen hoed, die afgewaaid was, te redden. Het verhaal van de brandende stof-
vais de boot werden losgegooid en Het treinpersoneel bemerkte de dwaze fen die bekl. by zyn weg naar de
gaskraan zou hebben gesleept, is toch
te onmogelijk.
Dit ia verband met de verschil
lende andere aanwijzingen bracht spr.
tot de conclusie, dat niemand anders
dan beklaagde den brand kan heb
ben gesticht. Zyn oogmerk is geweest
zich de assurantiepenningen - hij
was verzekerd voor f 5000 te doen
uitbetalen. Op grond van art. 151
van het W. v. S. eiseht spr. zes jaar
gevangenisstraf.
De verdediger, mr. A. Wertheim,
betoogde, dat "de door het O. M. aan
gevoerde aanwijzingen op geen te
vasten grond berusten. PI. ging de
argumenten na en trachtte de om
standigheden te verklaren uit een
gewonen loop der dingen. Hij achtte
net primair ten laste gelegde niet be
wezen. Integendeel maakt pl. uit het
feit dat bekl. een kistje trachtte in
veiligheid te brengen op, dat hij door
brand is overvallen.
Wat betreft het secundair ten laste
gelegde, het veroorzaken van brand
door schuld, meent pl., dat uit het
rapport van de deskundigen overtui
gend bly'kt, dat bekl. niet heeft kun
nen vermoeden dat de overvloeiende
suiker zoo hevigen brand zou ver
oorzaken. Ook van schuld kan dus
geen sprake zijn.
Mocht echter de rechtbank aanne
men, dat een der ten laste gelegde
feiten bewezen is, dan beveelt pl. zyn
cliënt aan in de clementie van de
rechtbank.
Uitspraak over 14 dagen.
Dassenbijterij.
Het O. M. bij de arrondissements
rechtbank te Maastricht beeft tegen
vier personen ter zake van dieren
mishandeling het deelnemen aan
een dassenbjjterjj gevangenisstraf
van éene maand voor ieder geëischt.
In het requisitoir werd gezegd, dat,
waar godsdienst en ouderwijs onmach
tig schijnen om die wreede volksver
maken uit te roeien, de straf daartoe
zal moeten leiden.
GEMENGB NIEUWS.
Ernstige brand.
Te Anderlecht (Brussel) brak Dins
dagochtend brand uit in een fabriek
van vervoerbaar gas, die behoort aan
den heer Du Bois. In zeer korten
tijd stonden de vyf gebouwen waar
uit zjj bestond, in brand, de eeno
ontploffing volgde op de anders, en
toen de spuiten aankwamen, was alles
een vuurpoel. De ketel, eeu gevaarte
van 10000 kilogram, sprong en kwam
dertig meters aan de overzij van de
Senne neer. Ook twee belendende fa
brieken, een zandsteen- en een olie-
fabriek, raakten in brand, en de ont
ploffingen waren zoo veelvuldig en
zoo hevig, dat do 'treinen eu trams
die in de buurt langs kwamen, den
dienst moesten staken. Water spuiten
zou den brand uitgebreid hebben
men kon alleen zooveel mogelijk om
verhalen. De schade wordt op 200,000
i'r. geschat.
Dreyfus.
Het beroep in cassatie vauZolaen
Perreux tegen het vonnis van het
assi zenhof der Seine, is op de rol van
de strafkamer van het hof van cas
satie geplaatst voor de zitting van 31
Maart.
Gladstone.
Gladstone's toestand is nog altjjd
onveranderd. Maandagmiddag kwam
hy voor het eerst buiten sinds ver
leden Woensdag. Hy giDg niet ver
der dan het grasperk" voor Forest
House en rustte daar eenigen tyd in
een armstoel.
Dinsdagmorgen is hij naar Hawar-
den vertrokken in een der koninklijke
salonrijtuigen dat te zijner beschik
king was gesteld. Gladstone liep
naar den waggonhy zag uiterst
bleek. Toen hy over het perron ging,
riepen de reizigers hem een welge
meend „God zogen u" toe, waarop
de bejaarde lijder met een duidelyke
stem antwoordde.
Een grappige fout.
Op een der grootste drukkerijen in
Engeland, of mogeljjk wel de aller
grootste daar te lande, is onlangs een
domheid begaan, die zeker verdient
wereldkundig gemaakt te worden.
De bekende tooneelspeier Tree zou
optreden in Julius Caesar. Hy liet
voor dat doel prachtige affiches ver
vaardigen, welke de muren van Lon
den zouden versieren. Op dit affiche
komen ook Romeinsche mnutenvoor,
die het jaartal dragen.... B. C. 48
(Before Christ 48) of in het Hol
landsch het jaar 48 vóór Christus'
geboorte. De redacteur van het tijd
schrift waarin dit berichtje voorkomt
(The Stationer, Printer and fancy
trade's Register) merkt op, dat B. C.
4S op een "Romeinsche munt geen La-
tyn is, maar zuiver Engelsch en ook,
dat de stempelsnijders van Caesar's
munten geen profeten waren, en dus
ook niet wisten dat Christus, 48 jaren
na de regeeriug van hun Keizer, zou
geboren worden.
(De Nederl. Boekdrukker.)
Een eigenaardige weddenschap werd
dezer dagen te-Magdeburg aangegaan
door een ingenieur en een houthan
delaar en wel over het al of niet mo
gelijke van het precies gelijk doen
slaan van een aantal verschillende
uurwerken.
Men beweert, dat reeds keizer Ka-
rel V vergeefs getracht had, daartoe
to geraken.
De horlogemakerskunst is inmiddels
evenwel zeer vooruitgegaan. By oen
horlogemaker te Fürstenberg bleek,
dat liet mogelyk was vyf verschillende
klokken precies gelijk te doen slaan.
De ingenieur was winner van de
1000 mark, die de weddenschap gold.
Eeu moord.
Veel en begrijpelijke aandacht trekt
te Berlijn de behandeling van een
moordzaak tegen zekeren Wilhelm
lvleeinann, die zijn meisje, Margarete
Wiese door een messteek gedood
heeft.
Van de vroegste jeugd af dateerde
reeds hun omgang en in Maart van
het vorige jaartoen Margarete
Wiese 22 jaar oud was, verloofden
zij zich.
Toch scheen het meisje niet veel
zin in haar verloofde te hebben en deze
moet haar dan ook meermalen ruw
behandeld hebben. Het gevolgwas
dat iu November 1897 de verlovings
ring teruggezonden werd.
Bedert. dien tyd schreef bij haar
herhaaldelijk dreigbrieven, waarop zy
niet antwoordde, totdat hij schreef
vergift ingenomen te hebben en baar
nog" voor zyn dood even te willen
spreken. Dit deed baar besluiten,
hem nog een onderhoud toe te staan
en zy ontving haar voormaligen min
naar iu het huis, waar zij als huis
houdster diende, terwijl de heer en
de vrouw des huizes afwezig waren.
Daar moeten de beide kinderen,
die reeds te bed waren, gewekt zijn
door een worsteling in de keuken,
die een glasruit deed breken. Ter
wijl het meisje angstig te bed bleef,
stond haar zesjarig broertje op en
die is nu de eenige getuige van den
moord geweest, die trouwens door den
dader volmondig erkend is.
Hij toch zag, hoe het meisje na de
worsteling wegliep, hoe zy gilde en
do moordenaar haar in het voorver
trek inhaalde, op den grond wierp
en de knie op haar borst zette. Toen
moet de doodelyke steek zyn toege
bracht.
Eigenaardig is, dat men aan den
vinger van het lijk den verlovingsring
vond, die de vermoorde indertijd
teruggezonden had.
De Dajaks.
In de Loc. geeft iemand eenige
herinneriugen aan de Dajakkers van
Borneo ten beste.
j Men verdeelt hen, zegt iiij, in twee
'soorten, nainelyk de wildé en de
tamme.
De minder geciviliseerden houden
zich meer op in de diepste bosschen
in groote boomen of in kanos; de
meer beschaafden wonen in groote
baogsals, hoog boven den grond. Met
hun honderden leven zij "daarin en
verrichten er alle mogelijke huiselijke
bezigheden, ja houden er zelfs pasar
j het is eeu ware kampong in het klein.
Een groote omheining van bamboe
doeri en andere versperringsmiddelen
i beveiligen hen tegen vijandelijke over
vallen; ouder wel sche lillas vertoonen
hier en daar hun dreigende monden.
Er zjja ook Dajaksehe staartmen-
scbenzelf heb ik ze niet kunnen zien,
hoeveel moeite ik er ook toe deed.
maar van betrouwbare tamme Dajaks,
die met ben handel dreven, vernam
ik dat zij inderdaad bestonden.
De voornaamste bezigheden der
Dajakkers bestaan in het opzamel
van diverse boschproiucten als:®
tab, rotting, damar enz., welke zjj|
Bandjermasin of te Morabahan I
Cbineezen inruilen tegen verschil!*
de koopwaren als zout, tabak, r
katoen, koralen van parelsnoer
potten en panuen. Vooral op dei.
laatste artikelen zyn zy erg tuk
geven er gaarne zeer veel voor. Ei®
naren van zulke voorwerpen word?
als ryke lieden beschouwd.
Bygeloovig zyn zy in ergo n
Zoo zal hy. die iets ondernemen
vooraf drie tot zeven staken iu
grond plaatsen en onder het strooi!
van wat rijstkorrels het geluid van
kiekendief nabootsen.
Strijken deze nu op die staki
neder, dan is dat eeu goed teeke;
laten zy het echter, dan kiest i
Dajakker voor het uitvoeren vanzj
onderneming liever een anderen ij»
Komt hy onderweg een slang tty
of een minder goeden vogel, d
maakt by direct rechtsomkeert na
huis, al is de zaak, waarvoor lij
ders geroepen wordt, nog zoo
gend.
Onderlinge twisten komen bjj
veelvuldig voor. Heeft een kaïopoL
zich voorgenomen van leer to tre
ken, dan wordt eerst duchtig fa
gevierd.
Mannen, vrouwen en meisjes hd
ben zich in de voorpendoppo bjjee
verzameld. De krijgers zyn op
mooist uitgedost.
Zy hebben zich het lichaam
schüderd met allerlei grillige fig$
als slangen, krokodillen enz. en ol
hangen met koralen iPan allerlei soi
en kleur eu heel veel tirlantplj
van goud- en zilverwerk.
In de oorgaten zijn vrachten
aangebracht, zoodal de lellen totj
de schouders nederhangen. Het hi
dragen zy zeer lang en woest losw
De aanvoerders hebben zich eeub
nige muts opgezet, waaraan ei
allerlei fraais is aangebracht, wal
ouder een hooge pluim van de boat:
vogelveeren. Ook dragen zij een hs
kettiDg van parelmoer en zilver
buik- eu armbanden.
De dames hebben voor deze
genheid geen bezoek gebracht aan
tokos onzer modisten om een toil*
uit te zoeken, neen. zjj dragen
voudig weg eeu simpel voorscbw
met wat boombast aan het lichai
vastgemaakt, doch zy zyn or niet
minder door in een vroolyke
stemming.
Het gaat er plezierig toeer wol
gedanst,muziek gemaakt, „jeu de mol
worden gewisseld net als op ieder anj
bal. Door de jonge dames wordeni
en dan krijgsgezangen aangebcvi
waarop de mannen ter insteuunii
invallen. Met, zilverklinkende sta
metjes worden hun lof on deugd
bezongen. Geen champague woi
gepresenteerd, doch wel een dra
die ook een 'Tuolijke stemming
wekt, de toeak kras. In bekers
meoschenschedels wordt hot vot
den mannen door de sehoonen al zi
gend en heupwiegend aacgebodi
De mannen nemen liet haar uit
hand onder het prevelen van
dankzegging'eu het maken van
lijke buigingen. Dan vangt een wil
galop aan of wordt een roQdetli
opgevoerd.
De muzikanten hebben meer w
van blikslagers en uitkloppers
van artisten, want er wordt geslaj
en geroffeld op lecge petroleum!
ken, kisten enz, zóó dat hooreo
zien vergaan.
Hebben de mannen zich haast
beroerte gesprongen en gebruld,
rusten zy een weinig uitde ruei«
presenteeren dan gebak, dat er h
anders uitziet en smaakt dan
onze coaiiseurs leveren, doch bljjkbi
streelt het aller gehemelte.
Na de pret begeven de krjjgers;
op weg, ieder voorzien van een bh
pijp over den schouder, een gn
schild van boombast ia de handi
den koppensneller in den gordel
Hoo nietig ook zoo'n blaaspijp ie;
lijken, in hun banden is net i
gevaarlijk wapen. Op tweehonden
driehonderd pas zullen zij zelden]
doe! missen. Wee den getroffene,
zakt in elkander als ware hij di
den donder getroffen, want het pjjr
dat hem trof was voorzien van'
snelwerkend plantaardig vergift. Flo
wordt nu de koppensneller voor d
dag gehaald en in een. twee, drie
het hoofd er at.
De Dajakker is wat grootse)
het verrichten van zoo'n beldendi
en geen wonder, want het bezit
Op den oever lag een andere afdeeliug soldaten ge
kampeerd, eu na liet wachtwoord te hebben gegeven
reden wjj naar de tent van den generaal. Hier aange
komen presenteerde de wacht het geweer en ik moest de
ROne volgen.
Ik trad de tent binnen en bleef geduldig wachten
tot de generaal iets zeggen zou, terwijl deze onrustig
heen en weder liep. Eensklaps bleef hy voor mjj staan
en zeide
..Welnu, mjjnheer d'Auriac?"
„Het geval was niet te verhelpen, uw Excellentie,"
stamelde ik.
„Dat zeidet gij ook bjj dat geval met de Gonnor en
toen beioofdet gjj, dat het niet weer zou gebeuren
„Maar de omstandigheden
„Poe l riep hy uit. „Ik begrijp alles.... wyu, spel
vrouwenEen der gevangenen was een vrouw, ik
zag u dat lint oprapen. Er" is geen verontschuldiging
voor u te vinden - geen enkele."
„Bjj do bestorming van Laon had ik de eer vlak ach
ter uw Excellentie te komen." zeide ik met een plot
selinge, gelukkige ingeving.
„En toen reddet gy mjjn leven, wilt ge zeggen," vulde
hy aan. Ik boog en de Róoe begon opnieuw heen en
weer te loopen, terwyl hij nu en dan aan zijn punt
baard trok. Ik was vast besloten alles in het werk to
stellen om my zelf te redden en vervolgde:
„Eu dat viel voor na dat ongeluk met de Gonnor."
„OngelukHjj lachte even. „En toen u dat ongeluk
vergeven was, reddet gjj het leven van den generaal
om daarmee uw overtredingen te dekken!"
„Het zal niet meer gebeuren."
„Daar zal ik voor zorgen. Het zal niet meer gebeu
ren, mijnheer d'Auriae. Luisterik zal u myn schuld
afdoenmaar eerst moet gy my uw woord van eer ge
ven, dat gjj niet zult trachten te ontsnappen. Als gjj het
niet doett
Hij legde zjjn hand op de tafelbel eu zag mjj vra-
gend aan. I
„Tk zal niet trachten te ontsnappen."
„Dan zult gjj u niet te beklagen hebben over de ge-
rechtigheid van de Róoe. Morgen zullen or veel ge-
beurtenissen plaats hebbeneen er van is de dood van
den ridder d'Auriac. Dit nog wil ik u zeggen. Morgen
heeft er nogmaals een treffen tusschen den Koning en
mjj plaats. Gij moogt op het slagveld sterven. Maar ot
ik win of verlies, ik wil u 's avonds niet meer levend
vinden. Anders laat ik een galg voor u oprichten zóó
hoog als voor Hainan. Ge kunt gaan."
HOOFDSTUK II.
Generaal de Róne is niet in staat een brief in
cijferschrift te lezen.
Mjjn eerste gedachte, toen ik de Róne verliet, was
om mjj naar de tenten van de generale staf te begeven,
waar ik zeker hartelijk welkom zou worden geheeten
en den nacht verder kon doorbrengen.
Zjj waren op een afstand van ongeveer honderd va
demen van den Generaal opgeslagen, maar toen ik
naderbij kwam zag ik, dat in de grootste teut oog
licht brandde, en men daar naar alle waarschijnlijkheid
fcost vierde, want het gezang van een vrooljjk Fransch
liedje klonk mjj in de ooren.
Het refrein werd verscheidene maien herhaalddaarop
hoorde ik een luid gelach en het gerinkel van glazen.
Ik had er al meer dan genoeg van. Daar ik in geen
stemming was oin nog meer gekheden uit te halen en
ook niet den minsten trek in wyu had, besloot ik het
mij zoo gemakkelijk mogelyk te maken in de open
luchtop dat uur zou het. vruchteloos zjjn geweest
mjjn oppasser Jacques, diön ik met mjjn kleederea enz.
iu het kamp had achtergelaten, toen ik rajj naar- de
buitenpost moest begeveo,~op te zoeken. Deze man was
al jaren bij mijn familie en raij in dienst geweest eu
hoewel eenigszins ruw iu zyn manieren, zoo trouw als
staalhet was treurig genoeg, dat ik hem niet kou
vinden, want in geval het ergste gebeurde, wilde ik een
boodschap naar Aariac zenden. Maar daar ik begreep,
dat er toch niets aan te veranderen viel, zocht ik eeu
plaatsje op om mjj ter ruste te leggen. Ik vond een plek
onder een paar perzikenboomen, zeer geschikt voor mjjn
doel. Eerst bond ik mjjn paard vast, legde het zadel
op den grond om als hoofdkussen te gebruiken en
trachtte te slapen.
Door de verschillende gebeurtenissen van dien avond
was ik geheel nuchter geworden en even wakker als
een kat, die op een muis loert. Wat ik ook probeerde,
ik kon den slaap niet vatten en begon daarom, daar ik
niets beters te doen had, mjjn toestaad te overdenken.
Er was nu geen quaestie meer van dat ik den raad van
Nicholas om te vluchten nog kon opvolgenmijn oer
mocht niet bevlekt worden en in do weinige uren,
ik nog had te leven, wilde ik mjjn woord niet. breki
Nog maar weinige uren te leven
i Onwillekeurig sterkte ik mjjn arm uil om die gedacl
te verdryveu en voelde hoe mijn spieren door dezsl
I weging opzwollen. Groote God 1 liet was wreed. Wj
neer men pas vjjf en twintig jaar' telt eu zoo gezond is
eeu paard, valt het hard te moeten sterven. In
dood op het slagveld kon ik nog berustenmaar alsl
geluk mjj niet gunstig was, dan zon de laatste afst
meling van het huis Auriac den volgenden avond
een misdadiger aan een boom hangen te bengelen,
i denkbeeld was niet te verdragen eu ik besloot, dat
I liever met eigen hand een eind aan mjjn leven!
maken, dan op die manier te moeten sterven. De wo
die ik in het duel bad opgedaan, begon te steken
ik haalde mjjn zakdoek uit mjjn zak om hem opilej
wonde plaats te leggen. Tegeljjk met den zakdoek kre
ik den strik in mjjn hand eu bjj het zien van ditl
namen mjjn gedachten eoa andoren loop. Id weer
van mij zeif moest ik aan mevrouw deuken, zooals
haar noemde, daar ik haar naam niet wist. Het*
eigenljjk een zonderlinge titel voor iemand, die er 3
zoo jong uitzag! Wie zou zij zjjn? De een of and<
aristocratische dame. De vrouwdie gedachte
mij zeer onaangenaam en ik scaoof haar dan ook dadei
op zü-
Wordt vervo