NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Kleine Houtstraat 14.
J. C. Peereboom,
I*
s®
T-j- T
I-Pi
FEUILLETON.
15e Jaargang
Vrijdag 8 April !898.
No 4532
S DAGBLAD
^^OI>TiTlinVESiTrr,S3PK,I J"S
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen iu den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Ry kper 3 maanden1.66
Afzonderlijke nummers 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.80
de omstreken en franco per post ©.37i/2
AJDVnRTEnsrTIHnsr:
Van 1—5 regels 50 Gts.; iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidité Etrangére G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Sitcc., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn BloemendaalSantpoort en Schoten. P. v. d. RAADT. Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; SpaarndamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER;
YelsenW. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS: Hillegom, AR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Onze Agenten.
Aan Haarlem's Dagblad zyn d«
navolgende vaste Agente» verbonden:
Voor het kwartier Anwierdamscbe
Poort
C. VTNK, A. L. Dysaincksir. 17.
Voor het Rozenpriéel i
K. VOS, Rozenpriéehtraat 30.
Voor het Leidsche kwirtier:
W. ZWART, Clercistraat 136.
Advertouiicu w< dan zonder ver
hooging van prijs door h;n aangeno
men, terwijl ook voor Atonnementen
op de Courant door ben wordt zorg
gedragen.
Hoofdkantoor:
Directeir- JJitgever.
OfficieeBe Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Brengen ter openbare kennis dat
is ingekomen een verzoekschrift van
A. Winkelaar om vergunning tot bet
verkoopen van sterken drank in bet
klein in bet voorhuis van bet perceel
aan de Krocht 2.
Haarlem, 6 April 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris
C. M. RASCH.
flPaSiliek Overzishta
Uit Washington wordt gemeld, dat
Mc Kinley besloten beeft zijne bood
schap niet vóór Maandag aan het
Congres te zenden. Aldus eene ver
lenging van den tyd van onzekerheid,
gedurende welken de meest tegen
strijdige berichten tot ons komen.
De "Senaat hield Woensdag eene
geheime zitting, waarna Mc Kinley
twee leiders van elke party op bet
Witte Huis ontbood om mededeelin-
gen over den toestand te doen.
Waaróm Mc Kinley telkens uitstelt,
op deze belangrijke vraag wordt
geen voldoend antwoord "gegeven.
Wanneer waar was, wat men in de
Vereenigde Staten zegt, nml. om Lee
en den overigen Amerikanen op Cuba
gelegenheid te geven Havana te ver
laten. dan zou bet op een ernstigen
toestand doelen.
Een ander feit in dien geest is het
vertrek van de familie van den ame-
rikaanschen gezant te Madrid naar
Biarritz. Te Madrid wordt beweerd
dat het personeel van het gezantschap
aanstalten maakt om naar Parijs te
vertrekken, waar het zich gereed zou
houden om naar Madrid terug te
keeron. Het telegram, dat boven
staande vermeldt, voegt er echter bij
als om vei keerde conclusies te voor-1
komen, dat de laatste berichten meer
geruststellend zyn.
Een nader telegram uit Madrid
meldt dan ook dat de hoop op vrede
sterker wordt.
Men zegt dat er voor don wapen
stilstand eer. vorm is gevonden. Als de
tijding wordt bevestigd, zal de Gaceta
heden of morgen het koninklijk besluit
bevatten.
De amerikaanscbe berichten luiden
echter meer alarmeerend.
De Neio-York Tribune verneemt
uit Washington dat men weinig hoop
heeft op het behoud <-an den vrede,
tenzy Spanje zich volkomen onder
werpt. In de Boodschap van den Pre
sident zal een uitvoerig overzicht
gegeven worden van de vergeefsche
pogingen, door de Vereenigde Staten
jaren achtereen aangewend om deu
toestand op Cuba te verbeteren en de
bescherming van het leven, de eigen
dommen en de belangen van de
Amerikanen te waarborgen. Dan wor
den de barbaarschheden, op Cuba
gepleegd, en de Maine-ramp, aange
haald als voorbeelden van de volsla
gen onmacht van het Spaanscho gezag.
Volgens een telegram aan de Times
uit Washington do. 6 dezer zou het
vliegend eskader onder schout-by-
naeht Schley waarschijnlijk binnen
een of twee etmalen naar de Canari-
sche eilanden stevenen.
Nog is een en ander te vermelden
over de bemiddelings-plannen. Het
heet, dat de voorgestelde bemiddeling
van den Paus meer kwaad dan goed
zou doen. mot het oog op het verzet
van de Monroe-party en de orthodoxe
Protestanten.
Het initiatief tot bemiddeling van
de europeesche mogendheden gaat uit
van den keizer van Oostenrijk, die
daarbij den steun ondervindt van
Rusland, Frankrijk en Duitschland.
De regeering der Vereenigde Staten
wil er echter niet veel van hooren.
Ten aanzien van de vertrouwelijke
pogingen tot bemiddeling, beeft, naar
men te Berlijn hoort, de regeering
van de Vereenigde Staten dit stand
punt ingenomen, dat zy hetzelfde
recht bezit om Cuba te paeificeeren,
als de vereenigde Europeesche mo
gendheden zich aanmatigen om op
Kreta den vrede te herstellen, want
Cuba valt binnen het bereik van de
Amerikaansche belangen, en deze ver
gen dringend dat daar eindelijk vreed
zame toestanden worden geschapen.
Een duurzame vrede nu, redeneert
de regeering verder, is thans nog
alleen tot stand te brengen indien
Cuba onafhankelijk wordt van de
belangen van een Europeesche mo
narchie.
Uit Peking verneemt de Times dat
China Fraukryk's eischen geheel in
willigt, met inbegrip van het niet-ver
vreemden van eeuig deel der provin
ciën Koeaug-toeng, Koeang-si en Jun-
jnan; voorts het recht om een spoor-
;weg te leggen naar Jun-nau-foe, de
j verpachting van een kolenstation, ver-
moedeljjk Kwacg-ti-joewan, voorts
de benoeming van een Franschman
tot rijkspostmeester. Engelaud's reclr-
ten op het verlengen van den spoor
weg van Kaoe-loeng zullen geëerbie
digd worden. De Keizer heeft Paw-
lof ontvangen; de Russen te Peking
zeggen dat met de nieuwe fortifica
tiën te Ta-liën-wan dadelijk wordt
aangevangen.
STADSüf EUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 7 April.
Door de plaatselijke commissie van
toezicht op het lager onderwijs alhier,
zyn benoemd tot leden van bet
Dames-Comité aan wie is opgedragen
het bezoeken der openbare scholen
in de klassen waarin onderwijs in de
handwerken wordt gegeven, mevr. de
wed. C. A. Postma—Verburg, mevr.
M. A. Dozy—Mossel, mevr. de wed.
M. Wyt—Posthuma, mevr. de wed.
M. J. Baisse Van Höevell—Graaff,
mej. J. D. C. Loomeyer en mej. J.
C. de Jongh.
Met genoegen verwijzen wy naar
achterstaande oproeping aan Haar
lems Jongelingschap om zich aan
te sluiten by de zoo gunstig bekende
Gymnastiek- en Schermvereeniging
„Excelsior" te meer daar ons „Olym-
pia" een vakblad onder de oogen kwam,
waarin een deskundige op gymnastiek -
gebied en wel de heer W. Visser,
gymnastiekleraar te dezer stede, zijne
meening omtrent bovengenoemde ver-
eeniging uitte.
In „Olympia" dan lezen we over
de laatstgehouden uitvoering onder
meer het volgende„De vrije oefenin
gen, niet moeilijk zijnde, werden on
berispelijk uitgevoerdboe gevarieerd
ze ook werden, geen fout werd ge
maakt; houding, uitvoering, 't was
alles even correct."
Over de staafoefeningen liet de heer
Visser zich in de volgende bewoor
dingen uit: „Het was eeu lust, die
kleine schaar zoo eon amore te zien
werken en ik zag dan ook met ge
noegen den overweldigenden indruk,
dien dit op het publiek maakte."
Verder„In ademlooze stilte wer
den de oefeningen aan de barren ge
volgd en ik vond het zeer natuurlijk,
dat bet publiek telkenmale in applaus
losbarstte't was ware geestdrift."
Dan„De colonue degen durf ik
gerust als bijzonder fraai te bestem
pelen en de uitvoering idem idem.
Na al wat ik gezien had, durfde ik
van het werken aan het parterrerek
niet veel verwachten, maar met ver
bazing zag ik die dappere schaar de
moeilijkste oefeningen met eene cor
rectheid uitvoeren, alsof ze kersversch
op het tooneel kwamen.
Vergelijk ik deze uitvoering bij die
van verleden jaar, dan moet ik zeg
gen, dat het mij spijt dat „Excelsior"
niet in ledental is toegenomen, maar
j dat ze in werken mot reuzenschreden
•is vooruit gegaan."
Opera-Italiana.
De voorstelling, die de Italiaauscho
Opera Woensdagavond in den Schouw
burg gaf, is waarschijnlijk de laatste
maar zeker niet de minste in dit
seizoen geweest. Ik wil daarmee niet
gezegd hebben, dat ze foutloos was.
Met name het orkest was vooral in
Pagliacci dikwijls beneden den eisch
en de beste directeur van de wereld
kan er niet aan doen, wanneer violen
krassen als raven en koperinstrumen
ten onbegrijpelijke keldergeluiden
doen liooren.
De bezetting in de beide opera's
Cavalleria Rusticana en Pagliacci, is
wat de hoofdpersonen betreft, dezelfde.
Het is al meer gezegd, dat van de
artisten in het Italiaansche kunst
instituut de dames aan de heeren den
voorrang moeten afstaan.
Het was Woensdagavond niet
auders. De geheele uitvoering werd
gedragen door den bariton Lunardi,
die onder anderen den proloog op
schitterende wyze voordroeg. Naast
hem gaf de tenor Morini veel goeds
te hooren, vooral in de „Cavalleria
Rusticana." Alleen was het jammer,
dat hjj zich daarin werkelijk affreus
had gegrimeerd. Er behoorde moed
toe om te gelooven, dat Lola verliefd
was geworden op iemand met zoo'n
ringbaardje.
Als geheel stond m.i. de "opvoering
van Mascagni's werk hooger, dan die
van Pagliacci. Wanneer er iu den
schouwburg waren, die nog aarzelden
in de beantwoording van de vraag,
welk van de twee werken wel het
mooiste is, dan zal de opvoering van
Woensdagavond hen allicht uit de
onzekerheid hebben geholpen. De
sopraan was veel beter in de Caval
leria Rusticana dan in bet werk van
Leoncavallo, een verschijnsel dat het
orkest eveneens te zien gaf.
Het koor was bevredigend, maar
achter de schermen maakte bet uit
stapjes op den toonladder, die de
componist niet kon hebben gewenseht.
Wat de regie betreft, er ware a in
Pagliacci een paar veranderingen ge
bracht. Lunardi zong n.l. den Pro
loog niet meer in den rok, maar in
zyn theatercostuum en bet paard, dat
bjj de vorige opvoering van Pagliacci
den kermiswagen op het tooneel trok,
schijnt sedert dien tijd te zyn over-
ledeu. Althans er liepen thans een
paar koristen voor, wat een onge
woon effect maakte. Zoo was bet in
Mascagni's werk zeker niet in over-
eonstemming met den ernst van bet
joogenblik, dat figuranten rechts de
kerk binnentraden, om het achterdoek
j heenliepen, dan uit de linkercoulissen
weer te voorschyn kwamen, om op
nieuw de kerk binnen te gaan.
Maar over 't algemeen was het een
goede uitvoering, waarmee de Italiaan
sche Opera ons aan zich heeft ver
plicht.
P.
Leger des Heils.
Woensdagavond trad commandant
Booth—Clibborn in een buitengewone
bijeenkomst op in een der zalen van
„Felix Favore" alhier, om te spreken
over zijnen arbeid onder de Maho-
medanen.
Nadat majoor Van Rossum de bij
eenkomst met gezang geopend had,:
nam de commandant het woord. Spre
ker schetste in het kort het leven en
de zeden der Mahomedanendie
vooral het werken onder hen zoo
moeielyk maken, omdat hun gods
dienst zich zoo behendig voegt naar
de natuurlijke zelfzucht, begeerlijk
heid, hoogmoed en wraakzucht van
den mensch. De Mahomedanen zyn
dan ook op de Parsees na hetmoeie-
lykste tot het Evangelie tebekeeren.
Toch is de commandant hierin ge
slaagd hij gaf nog een gesprek
weder, dat hy met een Turk had
gehad over Mahomed en Christus.
Ten slotte had de Turk toegegeven,
dat Christus grooter was, omdat bij
zijn vijanden vergaf en Mahomed hen
verdelgde.
O, Holland! riep de commandant
vervolgens uit, gij gaat terug naar
het Mahomedanisme en dwaalt af
van het Christendom met uw moderne
begrippen. Er is maar één weg, aldus
eindigde spr. zyn met belangstelling
gevolgde rede. en dat is door het stof
aan den voet van 'fc Kruis.
De bijeenkomst, welke tamelijk druk
bezocht was, ging om ongeveer 10 uur
uiteen.
o3
s
bC
CD
OtJ
i I
OH I
A h
5 I
W 33 I
ce:ï=?
3 ft
o ft
a os
wa
éi o
d
N
^3 00 CO
f2 CO
fgS-S
s
iö co
oi o
I+-
05 o co t—
-H CO
O
CO c-- CO
•h in os
iO
o
co
C5 -h
co
I S3
h5O)Ï>
ivJ'
s.
s i i
g
ca ba -ö
sioenaan den met verlof in Europa
aanwezigen le luitenant der artillerie
van het leger in Ned.-Indië B. de
Greve, met ingang op 1 Mei 1898, op
zyn verzoek.
Op peneioen gestéld
de majoor W. P. Veeren, van het 2e
regiment veld-artillerie, met ingang
van 16 April 1898, en het bedrag van
het pensioen bepaald op f 1600 's jaars.
Overgeplaatst
in bunnen rang bjj bet wapen der
infanterie van het leger in Nederl.-
Indië, de tweede luitenants H. T.
Aukes, van het le G. J.J. de Jongh.
van het 3e, en W. Jentink, van het
2e regiment infanterie.
Op non-activiteit gesteld
de luitenants ter zee der 2e klasse
W. H. von Leschen, G. R. J. Haen-
tjens eu J. N. de Ronde en de offi
cier van gezondheid der 2e klasse J.
W. Ellenbaas, allen uit Oost-Indië
in Nederland teruggekeerd.
Bevorderd:
met ingang van 1 Mei 1898, tot com
mies der telegraphie eerste klasse H.
Groenendijk, thans commies der tele
graphie 2e klasse.
Vergunning verleend
aan jhr. mr. J. Röell, oud-minister
van buitenlandscho zaken, tot liet
aannemen der versierselen van ridder
grootkruis der orde van de Rijzende
Zon, hem door den keizer van Japan
geschonkenaan William Harle Stott
om de geneeskunst uit te oefenen op
Nederlandsebe zeeschepen, met uit
zondering van oorlogsvaartuigen, on
der voorwaarde dat hy de wettelijke
bepalingen omtrent de uitoefening
der geneeskunst in Nederland stipte-
lijk nakome.
Te Schermerhorn zal bij gelegenheid
van de Inbuldigingsfeesten o.a. een
optocht worden gehouden, in historisch
costuum, van Pinksterblom met haren
stoet, een volksfeest, waarom Scher
merhorn in de zeventiende eeuw wyd
en zjjd bekend was, evenals om zjjn
vrijstermarkt.
8I!SÜENLAKD.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd bjj het wapen der infan
terie van bet leger in Nederlandsch-
Indië, tot 2de luitenant, de sergeant
C. J. van Roosendaal, van het 3de
reg. infanterie.
Eervol ontslag verleend.
uit den militairen dienst aan den met
verlof hier te lande aanwezigen kapi
tein der genie van bet leger in Ned.-
Indië M. C. Fauel, ter zake van
lichaamsgebreken, met ingang op 1
Mei 1S98, met toekenning van pen
REGHTSZAKEN.
Een aanwinst voor de
familie
In het begin van dit jaar maakte
zekere H. G. P. te Utrecht kennis
met een jonge dame, met wie bjj zich
verloofde.
Hij was in een sigarenwinkel te
Amsterdam in betrekking gekomen
maar vertelde eigenlijk horlogemaker
van beroep te zjjn. De grootvader,
de vader en de broeder der jonge
dame lieten hem daarom ieder een
horloge zien, welke nurwerken alle
stil stonden.
O ja, de jonge man kon ze snel
reparèeren, het was heel gemakkelijk,
maar hy moest ze een paar dagen by
zich houden om ze te controleeren.
j De gouden kettingen kon men er wel
aanlaten. Daarna bracht hij ze terug,
Oe ridder d'Auriac.
15)
„Aan den linkerkant is een gebroken rnit, dat ge
deeltelijk achter bet gordyn verborgen is. Daardoor
kunt gij hen gemakkelijk bespieden en beluisteren."
Terwijl by dit zeide kroop ik voorzichtig naar de ge
broken vensterruit en zag naar binnen.
De zaal was schitterend verlicht en aan de tafel,
waarop papieren en boeken verspreid lagen, zaten twee
mannen, terwijl een derde naast hen stond en op een
perkamentrol wees.
In den persoon, die met den rug naar my toegekeerd
was, herkende ik dadelijk de Gomeron. Degene, die in
mjjn richting keek, was Biron, want als men eenmaal
dat gelaat aanschouwd had, zou men 't licht niet ver
geten. Den man die naast hem stond kende ik niet, of
schoon later maar laat ik mijn verhaal niet voor-
uitloopen.
Biron scheen zeer opgewonden te zjjn. Hy beet op
zjjn snor en zijn vingers speelden zenuwachtig met bet
insigne, dat op zjjn borst hing terwijl zjjn bewegelijke,
valsche oogen nu eens de Gomeron dan weer den per
soon naast hem aanzagen.
Hjj aarzelde blijkbaar met een antwoord, toen ik de
Gomeron plotseling hoorde zeggen
„Dat stel ik als prijs geen geld, geen bezittingen
of titel maar slechts enkele woorden. Gij zult in den
buit deeleu, mylord, teeken dus. Ik verlang ook zoo
veel niet van u. Ik vraag slechts uw woord van eer,
dat gij mijn voorspraak by den Koning zult zyn. Dat
woord is my genoeg, want ik weet dat de Koning u
nooit iets weigert."
„Mijn God!" riep Biron uit, aan zyn baar trekkend.
„De maarschalk kan my die belofte wel geven, niet
waar Lafin en de Gomeron wendde zich nu tot den
man, die naast Biron stond.
„Dat eene woord van hem verschaft my een," vrouw
werkelyk geen groot loon."
„En de bezittingen van Bidaeh8 en Pelouse hè?"
Ik viel bijna voorover in myn verlangen om geen
woord van het gesprek te verliezen, maar dwong my
zelf by'tyds tot kalmte.
„Precies," zeide de Gomeron scherp. „Denkt ge, dat
ik voor niets myn leven in de waagschaal heb gesteld.
Luister eens ridder," en hy boog zich voorover en
fluisterde den ander iets in het oor; deze verbleekte
zichtbaar en de Gomeron scheen voldaan en leunde
glimlachend achterover in zyn stoel. Biron scheen niet
meer in staat te hooren of te zien. Hy steunde zyn
hoofd in de handen en scheen het voor en tegen van
een gewichtig plan te overwegen. Ik kon slechts enkele
woorden opvangen o. a. „uw oogenblikkelyke hulp
landsknechten en macht," waaruit ik opmaakte, dat de
kapitein Lafin's toestemming met geweld had afge
dwongen.
„Beste de Gomeron," zeide deze, „de maarschalk is
bereid u te helpen, maar gy weet, dat de Koning an
dere plannen met mevrouw voorheeft en d'Ayen...."
Maar Biron viel hem in de rede
„Gij vraagt te veel, mijnheer de Gomeron. Mevrouw
do la Bidache is van hoogen adel. Tremouille was
myn vriend. Neen, ge verlangt te veel
„En ik beloof monseigneur een kroon
„Peste! En daarbij, mylord, mynheer de Gomeron
beeft zijn belooning verdiend en een goed zwaard en
een nog beter hoofd zyn niet voor de poes. Denk er
om, monseigneur, een gulle hand maakt trouwe harten,"
zeide Lafin.
„Maar de Koning zal zyn toestemming nooit willen
geven," begon Biron.
„Geef my alleen uw woord van eer mij voort te hel
pen, monseigneur. Het overige zal ik zelf wel klaar
spelen."
„Stem toe, mylord."
Biron aarzelde nog een oogenblik en hief toen
plotseling zijn hand op.
„Goed, het zij zoo. Ik beloof het u, mijnheer de Go
meron."
„Dat is my voldoende, mylordik dank u. Ridder
Latin heeft mij alle hulpmiddelen, die ons ten dienste
staan, blootgelegd. Laat ik ze u eens toonen."
Hy ontrolde bet perkament, dat voor hem lag en
overhandigde het den maarschalk.
„Hier staan alle handteekeningen reeds op. Alleen
de uwe ontbreekt, Biron; wees zoo goed en teeken."
In de stilte, die nu volgde, kon ik myn hart hooren
bonzen en toen zeide Biron op schorren toon:
„Neen, neenNooit zal ik dit stuk onderteekenen."
„Maarschalk," barstte Lafin uit, „het is nu geen
tjjd meer om zooveel woorden te verspillen. Tremouille
eu Epernon hebben geteekend. Zet uw handteekening
bieronder, en den dag, waarop dit stuk de Savoye
bereikt, trekken dertigduizend soldaten over de grens
en gij moogt uwe armzalige bezittingen inruilen voor den
kroon van Bourgondië en la Breese."
„En uw borstbeeld zal op de geldstukkeu komen te
staan, maarschalk," voegde de Gomeron er by.
„Maar wy hebben nog niet gehoord, Lafinbegon
de maarschalk weer.
„Wij zullen het vannacht hooren, monseigneur
die hoornblazer brengt tijding en Zamet blijft nooit in
gebreke. Die verwenschte, onopgevoede ItaliaanHa
daar is hy," en terwijl liy sprak, boorde ik driemaal
op de gebeeldhouwde deur kloppenLafin opende
haar en een mangelaarsd en gespoord en met mod
der bespat, alsof hy een langen rit had afgelegd, trad
biunen.
„Zametriepen de maarschalk en de Gomeron uit,
tegelijk van hun zitpiaatseu oprijzend, terwijl het ge
laat van Biron doodsbleek werd.
„Goeden avond, heeren 1 Maledetto I Maar ik heb een
verwensebten rit achter den rug en de eene of andere
gek bracht mij met zyn hoorngeschal mooi in de war.
Gelukkig ontmoette ik uw manschappen."
„Dus g\j waart die hoornblazer niet?"
„Neen, ridder."
Ik was bly, dat Nicholas, die aan myn voeten op bet
terras zatT dit niet hooren kon, anders zou er zeker een