06 oralis Passaaier. Wel, wel, zeide vriend Perez, terwjjl bij zich tot de andere stam gasten wendde, daar lees ik een treu rig bericht in de courant; een van myn vrienden is gestorven. Ik heb den man maar eens in m\jn leven ge zien en toch heb ik hem nooit kunnen vergeten. Ik heb kennis met hem gemaakt op een keer. dat ik 's nachts met den snel trein van Valencia naar Madrid reisde. Ik zat in een coupé eerste klassein Albacete stapte de eenige reiziger, die mjj tot nu toe gezelschap had gehouden, uit, en toen ik alleen achterbleef en een blik wierp op de leege gepolstcrde banken, kreeg ik een heerlijk gevoel van welbehagen, want ik had den vorigen nacht wei nig of niet geslapen. Ik had de heele coupe vooi' mij alleenIk kon mij, zonder iemand te hinderen, naar har telust uitstrekken. Ik trok dus dadelijk het groene lichtscherm voor de lamp, zoodat de coupé zich in een gezellig schemer donker hulde, en strekte mij, gehuld in mijn reisdeken, zoo lang als ik was op do bank uit, in het heerlijke be wustzijn, niemand tot last te zijn en door niemand te zullen worden lastig gevallen. De trein raasde over de dorre, een zame vlakten van La Mancha. De stations lagen ver van elkaar, de loco motief werkte als een bezetene en mijn waggon steunde en schudde als een oude postkoets. Ik schommelde heen en weer door het voortdurende schokken, de franjes der kussens voerden een wilden dans uit, mijn handkoffertje dreigde uit het net te vallen, de vensterruiten rinkelden en van onderen was het een gerammel en geratel, alsof er een hoop oud ijzer door elkaar gegooid werd. Maar naar mate mijn oogen begonnen dicht te vallen, hoorde ik in dat eentonige geraas allerlei bekende rhytmen nu eens verbeeldde ik mij, dat ik door de golven der zee geschommeld werd, dan weer, dat ik een klein kind was, dat door een kindermeid met een heesche stem iu cduap gewiegd werd. En terwijl ik aan dergelijke dingen 'dacht, viel ik in slaap, steeds met hetzelfde geruisch in de ooreu. totdat ik de grenzen der bewustheid over schreden had. Een gevoel vau koude deed mij ontwaken het was alsof er een koude waterstraal over mijn gezicht liep. Toen ik de oogen opende, zag ik den leegen coupé voor mjj en zag dat het portier tegenover mij gesloten was. Maar de koudo tocht hield niet opik richtte mij plotseling op en zag dat het andere portier, dat het dichtst bij my stond, open was. Op den rand van den bodem zat een man geheel ineen gedoken, met de voeten naar buiten, op de loopplank. Zijn gelaat was naar mij toegekeerd, en in het halfdonker schitterden zijn oogen bepaald griezelig. Myn verbazing liet mü geen tjjd om tot bezinning te komen, en mijn gedachten vlogen slaapdronken door elkaar. In het eerste oogenblik werd ik aangegrepen door een soort van bygeloovigen schrik. Die man, die daar zoo onverwacht was komen opduiken, had eenige overeenkomst met de geesten en spookgestalten, waarover myn kindermeid zulke vree- 8elyke verhalen placht te doen. Maar dadelijk daarna herinnerde ik mij de aanrandingen in treinen, de moorden in eenzame coupe's, kortom alle mis daden van dien aard, waarover ik wel eens in de courant had gelezen, en ik dacht b mij zelf: Nu sta ik ook op het punt, het offer van een misdaad Haarlemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraalie. CCCXI. Met ware vreugde las ik in Haar lem's Dagblad van Dinsdagavond, dat er een vergaderiug zou worden ge houden van voorstanders van de ver lenging der concessie van de Gasfa briek. „Kijk", dacht ik, „de Gasfa briek vertrouwt de berekeningeu van de Gascommissic niet en ik zelf ver trouw ile berekeningen van de Gas fabriek niet. Nu zuilen we dan eens wat over de zaak hooren van ;t pu bliek." En al speet het me wel een beetje, dat alleen voorstanders van de concessieverlengiog zouden worden toegelaten, ik troostte me met de ge dachte,dat welbekeken iedere gasthéei het recht heeft, zijne gasten te kiezen zooals hem dat goeddunkt. Als gastheer van den avond fun geerde nu op die vergadering de beer W. A. J. van de Kamp. En nu mag ik met de hand op 't hart verklaren, dat ik het optreden van den heer Van de Kamp wel mag zien. In hem brandt oen aoor niets te blasschen vuur voor de algeraeene zaak eu wan neer hy geroepen wordt of zich ge roepen acht om vergaderingen daar over te presideeren. dan doet hij dat met een zekeren natuurlijken humor, die aan droge besprekingen over droge onderwerpen een zeker smaakje ver leent. Die belangstelling en die zin voor liet komische zjju in een tijd als deze. nu onverschilligheid wil doorgaan voor hoogtijne beschaving en vrooljjkbeid voor vulgair wordt gehouden, een paar kostelijke eigen schappen. De hoer Van de Kamp heeft le veel gezond verstand om niette begrijpen, aat ik, na hem op deze manier door een eomplimentenzouuetje te hebben best'aald, het ook een beetje op hem wil laten regenen. Ik wil maar zeggen, dat ik sommige van zijne argnmenten eens voor het front wil zetten, hem te worden. Want dat die man een roover of inbreker was, dat stond by my vast. Het instinct van zelfverdediging of liever de angst, gaf my den moed der wanhoop. Ik wiep my op den onbekende eu trachtte nem met han den en voeten naar buiten te duwen. Hy verloor zyn evenwicht eu klemde zich aan den rand van het portier vast. Maar ik liet hem niet los en spande al myn krachten in om hem op de spoorbaan te slingeren. Alle voordeelen waren aan mijne zijde. „Om Godswil, mynheer!" steunde hy eindelijk met half verstikte stem, „heb 'medelijden met my, ik ben een eerlijk man!" Er lag zulk een uitdrukking van deemoed en angst in zyn stem, dat ik mjj schaamde over myn ruwe han delwijze en hem dadelijk losliet. Hy ging weer op dezelfde plaats zitten, bevend en hijgend, terwijl ik rechtop onder de lamp bleef staan; waarvan ik het scherm weer had op getrokken, Nu kon ik den man op myn gemak bekijken. Het was een klein, mager schepsel, met een ar moedig uiterlijk, gekleed in een vuil gelapteu kiel en een nieuwen lichten broek. Zijn zwarte muts stak slechts weinig al' by zijn dor, gebruind ge zicht, welks hoofdkenmerken beston den uit een paar zachte, donkere oogen en een stevig, geelachtig gebit, dat te voorschijn kwam, toen hy ray met een breederi, ounoozelen grijns lach van dankbaarheid aankeek. Hy keek naar ray op, al een hond, wiens leven ik had gered, terwijl zyn bruine klauwen koortsachtig in zyn gordel en in zyu zakken woelden, alsof hy iets zocht. „Pas op!" dacht ik bij my zelf. „per slot van rekening voert die kerel toch iels in zyu schild en zoekt naar zyn mes. maar dat zal ik hem toch verhinderen. Terwijl die gedachten my door bet hoofd gingen, greep ik iu mijn broek zak en haalde een geladen revolver half te voorschijn. Ondertusschcn had hy een smerig stukje karton te voorschijn gehaald en terwijl hjj het mjj 'liet zien, zeida hy op triomfante- Ijjken toon Ik heb ook een kaartje, ziet u wel? Ik bekeek het stukje papier en kon niet nalateu, even te lachen. Dat kaartje is oud en niet meer geldig, zeide ik; geloof je werkelijk, dat je daardoor hel recht hebt, den trein te overvallen en de reizigers aan het schrikken te maken? Toen hy zag, dat zyn grove list ontdekt was, trok, hy een verschrikt gezicht, alsof hy bang was, dat ik hem weer uit den waggon zou willen werpen. Maar ik was medelijdend gestemd eu nam een wel willenden, vrooljjken toon aan, om de uitwerking van den schrik, waar ik nog met heelemaal overheen was, zoo goed mogelijk te verbergen. Kom, zeide ik, kom er maar eens in, doe het portier dicht en ga hier eens zitten. Neen, mijnheer, zeide hij op be slisten toon, dat nooit! Ik heb geen recht, om in de coupé te zitten, want ik heb geen geld, om een kaartje te koopen. Ik ben al heel dankbaar, als ik hier buiten mag blijven zitten. En hy was niet te bewegen, van plaats te veranderen. Ik zat vlak by hem, mijn knieën raakten bijna zyn rug aan. Een ware stormwind kwam de coupé binnen. De trein vloog met de grootste snelheid voort; over den kalen, kleiachtigen grond gleed de scheeve roodachtige lichtplek van het half geopende por tier en in die vlek de ineengedoken schaduw van een oubekende en de mijne daarover heengebogen. De tele graafpalen dansten voorbij als gele uitnoodigende die met mij van alle kanten te bekjjkeD. Allereerst zetten we dan de ver klaring neer, dat alle winkeliers gas gebruiken, ja zelfs zoo zeide de heer Van de Kamp alle burgers. Dat het eerste niet juist is, bleek in de vergadering zelve, toen een vau de aanwezigen verklaarde het adres niet te kunnen teekenen, omdat hy geen gasverbrniker iswel wan hij van plan het te worden. Het was een bekend neringdoende, die dat zei. En wat nu de burgerij betreft die eenparig gas zou gebruiken, ik heb de eer den heer van de Kamp mede te deelen, dat in de straat waar ik woon. vijf huizen staan en dat van die vijf maar éen, zegge éen, gas ge bruikt tot verlichting van zjju woning. De anderen houden het nog bjj de petroleum. „De uitbreiding van de stad", zoo zeide de heer Van de Kamp, „be staat voor een groot gedeelte uit werkliedenbouwvereenigingen."' Van deze verwachtte hjj dus bljjkbaar geen gasverbruik. Maar ik wil ge vraagd hebben, voor wie de munt meters bestemd zjjn, die iu 't buiten land al zooveel succes hebbenen ook in ons land al zjjn ingevoerd Zjjn die niet juist verzonnen met bet oog op den gezeten werkman? Ik geloof juist, dat van dien kant toeneming van het. gasdebiet te verwachten is, doch niet (liet spreekt van zelf) vóór dat de prjjs lager zal zjjn geworden. Het regentje dat ik op den hoer Van de Kamp wou laten neerdalen, is tot dusver een zacht voorjaars buitje geweest, maai' ik wou nu de kraan wel wat wjjder openzetten eu hem als 't kon een kleine stortbui op bet Ijjf zenden. Want hjj heeft zich gewaagd aan een winstborekening van de Imperia! en die komt zoo scheef uit. dat ik niet laten mag, haar aan te vechten. „In Utrecht'1, zoo be toogde nameljjk de heer Van de Kamp, „ontvangt men voor het gas vjjf cents, de Imperial zou hier 5'/ï cent krjjgen. Die halve cent is toch waarljjk voor penseelstreken op deu zwarten ach tergrond van den nacht, eu zoo nu en dan vlogen, als reusachtige glimwoi- men, de door de iocomotief uitge spuwde b.audende stukjes steenkool: oorbjj. De arme man scbeen niet op zjjn gemak te zjjn bljjkbaar verbaasde hjj zich er over, dat ik hem daar zoo rustig liet zitten. Ik gaf hem een si garet dat maakte hem vertrou welijk en hij begon spraakzaam te worden. Eiken Zaterdag reisde hy op de zelfde manier. Iu de nabijüeid van Albacete wachtte hjj op den trein, vloog met éen sprong op de loopplauk, op gevaar af van onder de wielen te geraken, liep dan, zich voorzichtig vasthoudend, langs den trein, totdat hjj een leege coupé voud, deed de deur open en ging op den rand van den vloer zitten. Telkens wanneer de trein een station naderde, waar hjj moest stoppen, sprong hjj er uit, om er even voorbjj bet station weer in te springen. Natuurlijk moest lijj tel kens de plaatsen, waar hij in- en uitstapte, veranderen, opdat de spoor beambten, die hardvochtige menschen, hem niet konden pakken. Maar waar reis je dan iu vre desnaam op die manier uaar toe? vroeg ik, en waarom maak je eiken Zaterdag zoo een levensgevaarlijke reis Hij vertelde mij, dat hjj dat deed, om den Zondag te kunnen doorbren gen bij zjjn familie. Hjj werkte nl. iu een steengroeve bjj Albacete; zjjn vrouw diende in een dorp, dat aan deu spoorweg naar Madrid lag. Ar moede en gebrek had de echtgenoo- ten van elkaar gescheiden, lil het begin legde hjj den afstand te voet af, maar dan moest hjj den geheelen nacht stevig doorloopen, eu als bjj dan 's morgens aankwam, was hjj zoo moe als een hond en had geen lust met zjju vrouw te spreken, of met zjjn kinderen te spelen. Toen was bjj op een goeden dag op het idee gekomen, gebruik ie ma ken van een trein en tot nu toe was het prachtig gegaan. Het denkbeeld, Zondags met zjju kinderen le kunnen spelen, gaf hem moed, zoodat bjj de heele week werkte als een lastdier. Hjj had drie zoontjes; de jongste was niet veel grooter dan een schoen en toch herkende iijj zijn vader altjjd dadeijjk en stak de armpjes naar hem uit, zoodra hjj binnen kwam. Maar, viel ik hem in de rede, heb je er nooit aan gedacht, dat een van die reizen je kinderen wel van hun vader zou kunnen berooven? Hjj glimlachte listig. OI hjj wist heel best, hoe hjj het moest aan leggen. Hjj was Diet bang wanneer de trein snuivend en vuurspuwend op hem toe kwam snellen. Hjj was vlag en handig, éen sproug en hjj stond op de loopplank. En het af springen was ook geen heksenwerk. Wanneer hjj op den grond viel, kon hjj wel een duw krjjgen, maar de hoofdzaak was, niet onder de wielen te raken. Voor den trein zelf was hjj niet bang, maar wel voor de menschen, die erin zaten. Hjj zocht altjjd coupe's eerste klasse op, omdat die meestal leeg zjjn. Maar wat had hjj daarbjj al niet ondervonden. Eens maakte hjj bjj vergissing de deur van een dames coupé opentwee uouueu, die erin zaten, begonnen zoo hard zjj konden „Help help dieven te schreeuwen; hjj sprong verschrikt van den trein af en moest het overige deel van de reis te voet afleggen. Reeds tweemaal was hjj door ver schrikte reizigers op deu weg ge worpen: eens sloop hjj zachtjes een niet verlichten coupé binnen en sliet onverwachts tegen een reiziger aan, die hem, zonder een woord te zeggen, de risico van zulk een groote zaak niet te veel." Maar denkt de heer Van de Kamp dan, dat de Imperia! niet méér zou verdienen, dan dien hal ven cent per M3? Dat zij dus op een hoeveelheid van 6.629.000 M een cjjfer dat de Gasfabriek in 1904 niet denkt te be reiken. een winst zon maken van iets meer dan f 33000. Do heer Van de Kamp kan het zelf nietgelooven. Maar de fout in zyn redeneering is ook gemakkelijk aan te toonen. Hjj vergeet, dat de gemeenteljjke gasfa briek te Utrecht, liet gas leverend voor 5 cents per kubieken meter, nog een aardig sommetje overhoudt, na- raeljjk (over 1896) 1'123.028.07 De berekening zou dus, op het voetspoor van den heer Var. de Kamp voort- tredend, deze zjjn dat bjj ecu debiet van 6.629.000 Ms in 1904 de Impe rial zou verdienen f 176.000 ruim, be halve 4 pet. over het kapitaal. Ik sta voor die cijfers niet in, ik heb alleen maar willen aantoonen, dat de Gasfabriek meer zou verdienen dan een hal ven cent, per kubieke meter. Zoodat het medelijden dat den heer Van de Kamp had met die arme Gasfabriek, die voor een half centje zou •moeten werken, naar ik vertrouw ouder dit stortbuitje wel zal zjjn weg gespoeld. En wanneer nu de heer Van de Kamp verklaart, dat hjj nooit iets goeds heeft gezien van gemeente exploitatie, dan vraag ik hem hoeveel gemeente-exploitatiën hjj gezien heeft. De gemeentereiuiging te Haarlem is hel eenige voorbeeld dat hjj bjjbracht en 't is waar ze kost veel geld. maar zou ze ook niet veel beter zjjn, dan de reinigingsdienst van den particu lieren ondernemer, die vroeger twee duizend gulden aan de gemeente toe- betaalde? Met de herleving van de wetenschap der hygiene zyn iu de laatste jaren ook aan een goede ge meente-reiniging voortdurend hoogere eischen gesteld. En wat andere gemeente-exploita tiën betreft, ben ik toch zoo vrij den een vreeseljjken stokslag op het hoofd gaf. Hjj viel geheel bedwelmd op de spoorbaan en dat hjj toch niet was verongelukt, was een waar wonder. Terwijl hjj dat vertelde liet hij een groot litteeken zien, dat dwars over zjju voorhoofd liep. Over 't algemeen werd hjj zeer onzacht behaudeld, maar daarover kon hjj zich natuurljjk niet beklagen. Hjj begreep heel goed, dat de reizi gers bjj zjjn verschjjning verschrikten en op verdediging bedacht waren. Als bjj geslagen werd, kreeg hjj niet meer dan zijn verdiende loon; maar eigenlijk kon bij er toch ook niets aan doengeld, om een plaatskaartje le nemen had hjj werkeljjk Diet en zjjn vrouw en kinderen moest hjj toch zien Intusschen had de trein zjjn snel heid verminderd, want wjj naderden een station. Mjjn reismakker begon onrustig te worden en stond op: „Bljjf maar zitten", zeide ik, „er komt nog een ander station, voordat je aan do plaats van je bestemming bent. Ik zal je kaartje wel betalen." „O neen, mijnheer!" riep hjj wer keljjk verschrikt oit, „wanneer ik een kaartje laat zien, dan zou ik zeker de aandacht van den conducteur trek ken. Zjj hebben mjj al zoo dikwjjls vervolgd, zonder dat zjj mjj ooit van dichtbjj tQ zien gekregen hebben en daarom wou ik me nu ook maar liever niet laten zien. Goede reis mijnheer, u bent de vriendelijkste van alle menschen, die ik ooit in den trein ontmoet heb. Hjj verwijderde zich langs de loop plank en was in een oogenblik in de duisternis verdwenen. W jj hielden stil bjj een klein stationnetje. Ik maakte my' al gei eed weer te gaau slapen, toen ik plotseling opgewonden stem men op liet perron hoorde. Het wa ren de conducteurs en twee veldwach ters. die been en weer renden, alsof ze bezig waren, jacht te maken op den een of ander. „Hier, hier! Daar is hjj! Önjjdt hem den terugweg af! Rechtsom,— anders ontsnapt hij ons Nu is hjj boven op den trein geklommen Gauw wat, ga hem achterna! Zoo'u vervloekte kerel...." Eu werkeljjk, een oogenblik later dreunden de plafonds der wagons ouder het gestamp van de mannen, die over den trein heen en weer ren den. Zonder twjjfel was het te doen om uijju vriend, dien men op het spoor was. Ik keek uit het raampje, aan den kant, die niet naar het perron was toegekeerd, cd zag plotseling een man van het dak van den volgenden wa gon springen, met die verwonderlijke behendigheid, die het bewustzijn van gevaar iemand kan verleenen. Hij "viel voorover in een stuk bouwland, kroop eenige oogenblikken op handen en voeten voort, alsof' de ondergane schok hem verhinderde op te staan, richtte zich toen plotseling op en rende, zoo hard hjj kon, het bouw land in. De stationschef stond, heftig ges- ticnleerend, aac het hoofd van de vervolgers, waarvan sommigen niet konden nalaten te lachen. „Wat is er aan de hand vroeg ik aan den conducteur. Hjj antwoordde op een toon van gewichtWjj hebben hier te doen met een spitsboef, die dc gewoonte heeft zonder plaatskaartje mee te rei- zeu. Wjj kennen hem al langhet is een gratis passagier, dien we binnen kort wel eens zullen oppakken en een beetje iu de gevangenis zetten." Ik heb den armen kerel nooit meer gezien, 's Winters dacht ik dikwjjls aan den ongelukkige, eu dan zag ik hem iu mijn verbeelding in de buurt van een station staan, geg-eeseid d^or heer Van de Kamp te verwjjzen naar tal van gemeenteljjke gasfabrie ken, te Rotterdam, Den Haag. Lei den eu Utrecht, om van zoovele an deren nog maar niet te spreken. Ik houd het er voor, dat de burgers van die gemeenten, wanneer ze in t ge meenteverslag een mooi saldo vinden als winstcijfer van de gasfabriek, zich volstrekt niet zullen kunnen vereeni gen met het verpletterend oordeel van den heer Yan de Kamp, dat hij nog nooit iets goeds heeft gezien van gemeente-exploitatie. En Amster dam durft een leening sluiten van achttien millioen, om de gasfabrieken zelf te exploiteeren. Zou daar de Raad evenals hier (volgens den heer Van de Kamp) grootendeels bestaan uit menschen, „die met den grooten „stroom meegaan en niet aandachtig „de stukken lezen?" De heer Van de Kamp betoogt op gezag van den beer Tennissen^ dat de gasfahrikant niets geheimzinnigs met de fabricage doen kan, waardoor hjj den verbruiker meer laat gebrui ken, dan deze zelf wil. Ik ben bereid, dat op slag te gelooven. Nog meer ik beu er van overtuigd, dat de Im perial, wanneer er zulke kunstjes be stonden, ze uiet zou willen gebruiken. Want ik houd de Imperial voor een volkomen eerljjk concessionaris en in dat opzicht ben ik, dunkt ine, den heer Van de Kamp een paar passen voor. Immers hjj wensebt, „dat de „gemeente zorgt voor scherpe con trole op de lichtkracht van het gas, „door een bekwaam deskundige „maar uiet iemand die slecht betaald „wordt en met een rood lapje* zou „zjjn om te koopen." Had ik geen geljjk met te zeggen, dat mjj" vertrouwen in de Imperial grooter is, uan dat van den heer Van de Kamp? En eigenljjk zijn, welbeschouwd, den heer Van de Kamp en ik bet .Schilderachtige uitdrukking voor een bankbiljet van duizend gulden. (F.) wind en sneeuw en hagel, loerend op den toesnellenden irein, dien hjj dan besprong met den moed van een sol daat. die een verschansing bestormt. Eu nu lees ik hier in de courant, dat dicht bjj Albacete een onbekende, armoedig gekleede man door den trein is overredon. Dat is bjj. de arme gratis passagier, mjjn hart zegt het mjj. Misschien is hjj op de loop plauk uitgegleden, misschien sliu- gerde een verschrikte passagier hem onder de wielenGod weet, hoe het in zjjn werk gegaan is. „Het is nu vier jaar geleden," zoo eindigde vriend Perez zjjn verhaal, „dat ik dien mau ontmoet heb. Ik iieb in dien tijd heel wat rondgereisd, zoowel door Spanje als in het buiten land, en telkens als ik zag, hoeveel menschen voor huu pleizier of uit verveling op reis gaao, dan herinnerde ik mjj den armen daglooner, die, om don Zondag bjj zjjn vrouw en kinderen te kunnen doorbrengen, zich als een wild dier liet vervolgen en opjagen en den dood trotseerde met de zielrust vau een held!" y. D. BINNENLAND. Hofberichten. H.H. M.M. de Koninginnen worden in de eerste helft van Jnni in Neder land terugverwacht en zullen zich alsdan rechtstreeks begeven naar Soestdjjk, alwaar de Vorstinnen tot de laatste dagen van Aug. znllen ver- blij veu. Dientengevolge zal de verjaardag van H. M. de Koningin door H. H. M. M. te 's Gravenhage worden door gebracht, maar de Koningin weDsebt, dat alle openbare feestelijkheden op 31 Aug. te 's Gravenhage zooveel mo gelijk zullen achterwege bljjven, opdat deze voor Hare Majesteit zoo hoogst gewichtige dag in alle opzichten een ernstig karakter drage. H.M. heeft in dien geest een verzoek doen richten tot het gemeentebestuur van 's-Gra- veohage. Hot bovenbedoelde sluit ech ter het uitsteken van vlaggen niet uit. De Koninginnen te Parijs. De corresponded te Parjjs vau het Hlbd. meldt dd. Vrjjdag De Koninginnen zijn hier na eene zeer goede reis aangekomen met een ex tra-trein, samengesteld uit eigen rjjtuigen. Om acht uur hedenmorgen reed de trein het Noorderstation binnen. Het gansche personeel van de legatie de gezant de ytuers, de Raad van Legatie Van Weede en de consul Van Lier was op het perron, dat voor de aankomst eu het vertrek van speciale treinen is bestemd. Volgens liet verlangen der Regentes waren Fransche autoriteiten niet aanwezig; alleen was de prefect van politie met eenige agenten van de veiligheidspo litie ter plaatse. Er was een vrij talrjjk publiek in het station aanwezig; voor een be langrijk deel samengesteld uit Neder landers. Koningin Wilhelmina stapte bet eerst uit, zeer opgewekt, zichtbaar niet vermoeid. Zjj was gekleed in een groene japon, met witten hoed met veeren. De Regentes droeg een zwart kleed met zwarten hoed met veeren. Mevrouw Van Weede en freule De Stuers boden den Koninginnen bou- quetten aan. Het Fransche publiek groette eerbiedig. De Hollanders hie ven de kreet aan: „Leve deKoning- inneu Aan liet station hadden geen voor stellingen plaats. H. H. M. M. ver trokken dadeijjk met gevolg in een open landauer. In het Hotel Conti nental waren appartementen gereser- veerd op de eerste verdieping, aan volkomen eens. We willen allebei goedkoop gas eu voordeel bovendien voor de gemeentekas. Het verschil ziet alleen hierin, dat hjj om direct van de prijsverlagiug te protiteeren, zich wil tevreden stellen met een klein voordeel voor de gemeentekas, tot 1912 toe terwjjl ik geduldig wil wachten tot 1902, om dan tien jaar lang de groote voordeelen heelemaal zelf in den zak te kunnen steken. Het opera-seizoen raakt op zjjn einde. De Italianen hebben hun lief- Ijjk gekweel al gestaakt en zjjn den kelijk al weer terug naar hun vader land de Hollanders kweelen nog voort, maar zullen ook weldra hun keel wat rust geven. Welverdiende rust mag men zeggon, want er is in de twee opera's bard gewerkt. Wat bun succes bij het publiek aangaat, heb ik den indruk bjj de opvoe ring van den Troubadour door de nederlandsche Opera opnieuw gevoeld, dat de Italianen oen groot voordeel hebben boven onze landgenooten, uameljjk dit, dat bet publiek niet verstaat wat zjj zingen. Bjj een voorstelling van den Troubadour is het zeker een genot voor 't publiek, dat het den onzinnigen tekst aan zich voorbjj kao laten gaan. Intusschen is dit, dunkt me nage noeg bet eenige voordeel, dat de italiaansche opvoering op de neder landsche heeft behaald. En hier mee kom ik op het terreiu van ver gelijking tusschen de twee gezel schappen, een glad jjsje, dat ietwat begaaribaarder is geworden, omdat het operaseizoen zoo goed als gesloten is. Van 't begin af is er meermaleu op gewezen, dat de zangeressen bjj de italiaansche opera in vele opzichten voor hare nederlandsche zusters de vlag hadden te strjjken, zooniet in voordracht cn actie, dan toch ten op zichte barer stemmiddelen. En aan den anderen kant mag ook met het oog op de troubadour-' de Rue de Rivoli, met uitzicht op den] tuin der Tuileriën. Nadat zjj uitgerust waren redende Koninginnen te 12 uur per rjjtoig uit en maakten een rijtoer van een urn door de Rue de Rivoli eu langs de groote boulevards. Zjj keerden voor het déjeuner naar haar hotel terug, waar zjj alle inaaltjjden zullen ge bruiken. Het weer is onzeker maar zacht Een Diamantslijperij te Zaandam. Men schrjjft uit Zaandam aan hei „Weekblad" vau den A. N. D. 15. „Men heeft het plan gevormd hier eene stoomdiamantsljjperjj te bouwen, „Aanvankelijk zal deze worden iu! gericht voor 200 molens, doch is zou gelegeD, dat zjj bjj eventueelen Hinken opgang nog zeer aanmerkelijk uitge breid kan worden. Deze slijperjj zal worden gezet op eeueu afstand van 10 minuten van liet spoorwegstation eu pl. m. 15 minuten van de aanleg plaats der booten. Tevens zal er eene schjjvendraaierjj eu schuurinricbtin» aan worden verhouden, zoodat de sljjpers uiet deze gereedschappen naar Amsterdam behoeveu te dragen, het geen dus een groot gemak zal bljjken te zjjn. „Verder zal de sljjperjj zóo worden ingericht, dat aan de strengste eischen welke men aan eene solide en nette inrichting van dezen aard kan stellen, glansrjjk zal worden voldaan. „Met eene liinko stoommachine, 2 stoomketels, bijzondere machine me; dynamo voor electriscbe verlichting, centrale verwarming door middel van stoom, buitengewoon ruime, goed ver lichte en frissche zalen, lokalen en kantoren, wasch- en kleedkamers, nette privaten en werkplaatsen, zal zjj ongetwjjfeid in een ieders geest vallen en veler gunst cn recomman datie verwerven. „Bjj den bouw zal in ile eerste plaats worden gelet op de gezondheid en de verdiensten der werklieden. De ver- diensten zullen aanmerkelijk meer zjju dan in Amsterdam, daar de molenhuur aanzienlijk lager kan worden gesteld en het gas veel lager iu prjjs is. En voor hen die eventueel te Zaandam wi.len wonen, is er gelegenheid inde oumiddelljjke nabjjheid der sljjperjj, ruime, frissche eu zeer gezonde wo ningen te bouwen, welke maar zeer lage huur behoeven op te brengen. Ook de verdere levenswjjze te Zaan dam is oneindig veel goedkooper en aangenamer dan te Amsterdam". Volgens opgave der reizigers werd Donderdagavond tusschen IJselmon- de en Rotterdam door drie personen op den trein geschoten. Bjj onderzoek bleek dat zich een kogel bevond boven bet portierraam eener coupé le klasse. Kinder-weelde. Verleden week werd te 's Heeren- berg op zekeren dag een meisje van ongeveer 3 jaar bjj den Molenborg gevonden, zonder dat iemand wist, aan wien het toebehoorde. Uit de antwoorden van het kind kou men. zooals begrjjpeljjk is, ook al niet veel wjjzer worden. De politie deed ijverige nasporingeD, doch aanvankelijk zon der resultaat. Eindeljjk is er iemand, die meest eenige familiegelijkenis te ontdekken met een zekeren H. uil Zeddam, van wien men bovendien wist, dat hij een talrjjk kroost rjjk was. Terstond begeeft zich een ma rechaussee daarheen en vraagt H., die druk bezig is een kippeuloop te tim meren, of hjj niet een kind mist. „Lao'k is kieken," zegt de manen staakt zjjn werk, om zjjn kiudertroep te verzamelen en te tellen; „êed, opvoering van gisterenavond, veilig worden verklaard, dat de voorstel lingen van de nederlandsche Opera alseDsemble hooger stonden, dan die der Italianen. Het. zou oubilljjk zjjn aan het jonge italiaansche gezelschap daarvan een verwjjt te maken, maar het kan als feit geconstateerd wor den, al ware het alleen als tegenhan ger voor eenige overdrjjving in de betuigingen van sympathie, die de Italianen in ons land hebben geno ten. Een bezwaar moet injj over de Troubadour-voorstelling tegenover den regisseur van 't hart. Hjj bad nameljjk de voorhaoden legerscharen wel wat onbilljjk verdeeld. De graaf de Luna disponeerde over een macht van omstreeks twintig lieden, waar tegenover Manrico slechts drie man stellen kou. Dal. hjj met dit haudjö vol toch de zege bevecht (en dat hjj dit doet bljjkt uit het vervolg van 't stak) werd Dog onwaarschijnlijker gemaakt door den heer Manrico zei* ven, die op eerbiedigen afstand vau den vjjaud, heel voorzichtig, met zjju degen kleiiie gaatjes in de lucht stond te prikken, alsof hjj bang was, dat groote gaton niot meer te repareeren zouden zjjn. Nu ja, zult u zeggen, maar men kan met de ernstigste zaken een loopje nemen. Ik zal het uiet ont kennen, te ineer ouidat ik daarvan een recent voorbeeld voor mjj heb liggen iu den vorm van een corres pondentie uit de bollenstreek. Daar in wordt gesproken van een boilen- veiling eu ten slotte gezegd: Het publieJc was matig. Heeft de correspondent daarmee willen zeggen, dat er niet veel uien- schen op de veiling waren Of heeft hjj wilen constateereu, dat het publiek zich in bet gebruik van sterken drank behoorlijk beperkte? FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 6