06 oralis Passaaier.
Wel, wel, zeide vriend Perez,
terwjjl bij zich tot de andere stam
gasten wendde, daar lees ik een treu
rig bericht in de courant; een van
myn vrienden is gestorven. Ik heb
den man maar eens in m\jn leven ge
zien en toch heb ik hem nooit kunnen
vergeten.
Ik heb kennis met hem gemaakt op
een keer. dat ik 's nachts met den
snel trein van Valencia naar Madrid
reisde. Ik zat in een coupé eerste
klassein Albacete stapte de eenige
reiziger, die mjj tot nu toe gezelschap
had gehouden, uit, en toen ik alleen
achterbleef en een blik wierp op de
leege gepolstcrde banken, kreeg ik
een heerlijk gevoel van welbehagen,
want ik had den vorigen nacht wei
nig of niet geslapen. Ik had de heele
coupe vooi' mij alleenIk kon mij,
zonder iemand te hinderen, naar har
telust uitstrekken.
Ik trok dus dadelijk het groene
lichtscherm voor de lamp, zoodat de
coupé zich in een gezellig schemer
donker hulde, en strekte mij, gehuld
in mijn reisdeken, zoo lang als ik was
op do bank uit, in het heerlijke be
wustzijn, niemand tot last te zijn en
door niemand te zullen worden lastig
gevallen.
De trein raasde over de dorre, een
zame vlakten van La Mancha. De
stations lagen ver van elkaar, de loco
motief werkte als een bezetene en
mijn waggon steunde en schudde als
een oude postkoets. Ik schommelde
heen en weer door het voortdurende
schokken, de franjes der kussens
voerden een wilden dans uit, mijn
handkoffertje dreigde uit het net te
vallen, de vensterruiten rinkelden en
van onderen was het een gerammel
en geratel, alsof er een hoop oud ijzer
door elkaar gegooid werd. Maar naar
mate mijn oogen begonnen dicht te
vallen, hoorde ik in dat eentonige
geraas allerlei bekende rhytmen
nu eens verbeeldde ik mij, dat ik door
de golven der zee geschommeld werd,
dan weer, dat ik een klein kind was,
dat door een kindermeid met een
heesche stem iu cduap gewiegd werd.
En terwijl ik aan dergelijke dingen
'dacht, viel ik in slaap, steeds met
hetzelfde geruisch in de ooreu. totdat
ik de grenzen der bewustheid over
schreden had.
Een gevoel vau koude deed mij
ontwaken het was alsof er een
koude waterstraal over mijn gezicht
liep. Toen ik de oogen opende, zag
ik den leegen coupé voor mjj en zag
dat het portier tegenover mij gesloten
was. Maar de koudo tocht hield niet
opik richtte mij plotseling op en
zag dat het andere portier, dat het
dichtst bij my stond, open was. Op
den rand van den bodem zat een man
geheel ineen gedoken, met de voeten
naar buiten, op de loopplank. Zijn
gelaat was naar mij toegekeerd, en
in het halfdonker schitterden zijn
oogen bepaald griezelig.
Myn verbazing liet mü geen tjjd
om tot bezinning te komen, en
mijn gedachten vlogen slaapdronken
door elkaar. In het eerste oogenblik
werd ik aangegrepen door een soort
van bygeloovigen schrik. Die man,
die daar zoo onverwacht was komen
opduiken, had eenige overeenkomst
met de geesten en spookgestalten,
waarover myn kindermeid zulke vree-
8elyke verhalen placht te doen. Maar
dadelijk daarna herinnerde ik mij de
aanrandingen in treinen, de moorden
in eenzame coupe's, kortom alle mis
daden van dien aard, waarover ik wel
eens in de courant had gelezen, en
ik dacht b mij zelf: Nu sta ik ook
op het punt, het offer van een misdaad
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraalie.
CCCXI.
Met ware vreugde las ik in Haar
lem's Dagblad van Dinsdagavond, dat
er een vergaderiug zou worden ge
houden van voorstanders van de ver
lenging der concessie van de Gasfa
briek. „Kijk", dacht ik, „de Gasfa
briek vertrouwt de berekeningeu van
de Gascommissic niet en ik zelf ver
trouw ile berekeningen van de Gas
fabriek niet. Nu zuilen we dan eens
wat over de zaak hooren van ;t pu
bliek." En al speet het me wel een
beetje, dat alleen voorstanders van de
concessieverlengiog zouden worden
toegelaten, ik troostte me met de ge
dachte,dat welbekeken iedere gasthéei
het recht heeft, zijne gasten te kiezen
zooals hem dat goeddunkt.
Als gastheer van den avond fun
geerde nu op die vergadering de beer
W. A. J. van de Kamp. En nu mag
ik met de hand op 't hart verklaren,
dat ik het optreden van den heer
Van de Kamp wel mag zien. In hem
brandt oen aoor niets te blasschen
vuur voor de algeraeene zaak eu wan
neer hy geroepen wordt of zich ge
roepen acht om vergaderingen daar
over te presideeren. dan doet hij dat
met een zekeren natuurlijken humor,
die aan droge besprekingen over droge
onderwerpen een zeker smaakje ver
leent. Die belangstelling en die zin
voor liet komische zjju in een tijd
als deze. nu onverschilligheid wil
doorgaan voor hoogtijne beschaving
en vrooljjkbeid voor vulgair wordt
gehouden, een paar kostelijke eigen
schappen.
De hoer Van de Kamp heeft le veel
gezond verstand om niette begrijpen,
aat ik, na hem op deze manier door
een eomplimentenzouuetje te hebben
best'aald, het ook een beetje op hem
wil laten regenen. Ik wil maar zeggen,
dat ik sommige van zijne argnmenten
eens voor het front wil zetten, hem
te worden. Want dat die man een
roover of inbreker was, dat stond by
my vast.
Het instinct van zelfverdediging of
liever de angst, gaf my den moed
der wanhoop. Ik wiep my op den
onbekende eu trachtte nem met han
den en voeten naar buiten te duwen.
Hy verloor zyn evenwicht eu klemde
zich aan den rand van het portier
vast. Maar ik liet hem niet los en
spande al myn krachten in om hem
op de spoorbaan te slingeren. Alle
voordeelen waren aan mijne zijde.
„Om Godswil, mynheer!" steunde
hy eindelijk met half verstikte stem,
„heb 'medelijden met my, ik ben een
eerlijk man!"
Er lag zulk een uitdrukking van
deemoed en angst in zyn stem, dat
ik mjj schaamde over myn ruwe han
delwijze en hem dadelijk losliet.
Hy ging weer op dezelfde plaats
zitten, bevend en hijgend, terwijl ik
rechtop onder de lamp bleef staan;
waarvan ik het scherm weer had op
getrokken, Nu kon ik den man op
myn gemak bekijken. Het was een
klein, mager schepsel, met een ar
moedig uiterlijk, gekleed in een vuil
gelapteu kiel en een nieuwen lichten
broek. Zijn zwarte muts stak slechts
weinig al' by zijn dor, gebruind ge
zicht, welks hoofdkenmerken beston
den uit een paar zachte, donkere
oogen en een stevig, geelachtig gebit,
dat te voorschijn kwam, toen hy ray
met een breederi, ounoozelen grijns
lach van dankbaarheid aankeek.
Hy keek naar ray op, al een hond,
wiens leven ik had gered, terwijl zyn
bruine klauwen koortsachtig in zyn
gordel en in zyu zakken woelden,
alsof hy iets zocht.
„Pas op!" dacht ik bij my zelf.
„per slot van rekening voert die kerel
toch iels in zyu schild en zoekt naar
zyn mes. maar dat zal ik hem
toch verhinderen.
Terwijl die gedachten my door bet
hoofd gingen, greep ik iu mijn broek
zak en haalde een geladen revolver
half te voorschijn. Ondertusschcn
had hy een smerig stukje karton te
voorschijn gehaald en terwijl hjj het
mjj 'liet zien, zeida hy op triomfante-
Ijjken toon
Ik heb ook een kaartje, ziet u
wel?
Ik bekeek het stukje papier en kon
niet nalateu, even te lachen.
Dat kaartje is oud en niet meer
geldig, zeide ik; geloof je werkelijk,
dat je daardoor hel recht hebt, den
trein te overvallen en de reizigers
aan het schrikken te maken?
Toen hy zag, dat zyn grove list
ontdekt was, trok, hy een verschrikt
gezicht, alsof hy bang was, dat ik
hem weer uit den waggon zou willen
werpen. Maar ik was medelijdend
gestemd eu nam een wel willenden,
vrooljjken toon aan, om de uitwerking
van den schrik, waar ik nog met
heelemaal overheen was, zoo goed
mogelijk te verbergen.
Kom, zeide ik, kom er maar
eens in, doe het portier dicht en ga
hier eens zitten.
Neen, mijnheer, zeide hij op be
slisten toon, dat nooit! Ik heb geen
recht, om in de coupé te zitten, want
ik heb geen geld, om een kaartje te
koopen. Ik ben al heel dankbaar,
als ik hier buiten mag blijven zitten.
En hy was niet te bewegen, van
plaats te veranderen.
Ik zat vlak by hem, mijn knieën
raakten bijna zyn rug aan. Een ware
stormwind kwam de coupé binnen. De
trein vloog met de grootste snelheid
voort; over den kalen, kleiachtigen
grond gleed de scheeve roodachtige
lichtplek van het half geopende por
tier en in die vlek de ineengedoken
schaduw van een oubekende en de
mijne daarover heengebogen. De tele
graafpalen dansten voorbij als gele
uitnoodigende die met mij van alle
kanten te bekjjkeD.
Allereerst zetten we dan de ver
klaring neer, dat alle winkeliers gas
gebruiken, ja zelfs zoo zeide de
heer Van de Kamp alle burgers.
Dat het eerste niet juist is, bleek in
de vergadering zelve, toen een vau
de aanwezigen verklaarde het adres
niet te kunnen teekenen, omdat hy
geen gasverbrniker iswel wan
hij van plan het te worden. Het was
een bekend neringdoende, die dat zei.
En wat nu de burgerij betreft die
eenparig gas zou gebruiken, ik heb
de eer den heer van de Kamp mede
te deelen, dat in de straat waar ik
woon. vijf huizen staan en dat van
die vijf maar éen, zegge éen, gas ge
bruikt tot verlichting van zjju woning.
De anderen houden het nog bjj de
petroleum.
„De uitbreiding van de stad", zoo
zeide de heer Van de Kamp, „be
staat voor een groot gedeelte uit
werkliedenbouwvereenigingen."' Van
deze verwachtte hjj dus bljjkbaar
geen gasverbruik. Maar ik wil ge
vraagd hebben, voor wie de munt
meters bestemd zjjn, die iu 't buiten
land al zooveel succes hebbenen ook
in ons land al zjjn ingevoerd Zjjn
die niet juist verzonnen met bet oog
op den gezeten werkman? Ik geloof
juist, dat van dien kant toeneming
van het. gasdebiet te verwachten is,
doch niet (liet spreekt van zelf) vóór
dat de prjjs lager zal zjjn geworden.
Het regentje dat ik op den hoer
Van de Kamp wou laten neerdalen,
is tot dusver een zacht voorjaars
buitje geweest, maai' ik wou nu de
kraan wel wat wjjder openzetten eu
hem als 't kon een kleine stortbui op
bet Ijjf zenden. Want hjj heeft zich
gewaagd aan een winstborekening
van de Imperia! en die komt zoo
scheef uit. dat ik niet laten mag, haar
aan te vechten. „In Utrecht'1, zoo be
toogde nameljjk de heer Van de Kamp,
„ontvangt men voor het gas vjjf cents,
de Imperial zou hier 5'/ï cent krjjgen.
Die halve cent is toch waarljjk voor
penseelstreken op deu zwarten ach
tergrond van den nacht, eu zoo nu en
dan vlogen, als reusachtige glimwoi-
men, de door de iocomotief uitge
spuwde b.audende stukjes steenkool:
oorbjj.
De arme man scbeen niet op zjjn
gemak te zjjn bljjkbaar verbaasde
hjj zich er over, dat ik hem daar zoo
rustig liet zitten. Ik gaf hem een si
garet dat maakte hem vertrou
welijk en hij begon spraakzaam te
worden.
Eiken Zaterdag reisde hy op de
zelfde manier. Iu de nabijüeid van
Albacete wachtte hjj op den trein,
vloog met éen sprong op de loopplauk,
op gevaar af van onder de wielen te
geraken, liep dan, zich voorzichtig
vasthoudend, langs den trein, totdat
hjj een leege coupé voud, deed de
deur open en ging op den rand van
den vloer zitten. Telkens wanneer de
trein een station naderde, waar hjj
moest stoppen, sprong hjj er uit, om
er even voorbjj bet station weer in
te springen. Natuurlijk moest lijj tel
kens de plaatsen, waar hij in- en
uitstapte, veranderen, opdat de spoor
beambten, die hardvochtige menschen,
hem niet konden pakken.
Maar waar reis je dan iu vre
desnaam op die manier uaar toe?
vroeg ik, en waarom maak je eiken
Zaterdag zoo een levensgevaarlijke
reis
Hij vertelde mij, dat hjj dat deed,
om den Zondag te kunnen doorbren
gen bij zjjn familie. Hjj werkte nl.
iu een steengroeve bjj Albacete; zjjn
vrouw diende in een dorp, dat aan
deu spoorweg naar Madrid lag. Ar
moede en gebrek had de echtgenoo-
ten van elkaar gescheiden, lil het
begin legde hjj den afstand te voet
af, maar dan moest hjj den geheelen
nacht stevig doorloopen, eu als bjj
dan 's morgens aankwam, was hjj zoo
moe als een hond en had geen lust
met zjju vrouw te spreken, of met zjjn
kinderen te spelen.
Toen was bjj op een goeden dag
op het idee gekomen, gebruik ie ma
ken van een trein en tot nu toe was
het prachtig gegaan. Het denkbeeld,
Zondags met zjju kinderen le kunnen
spelen, gaf hem moed, zoodat bjj de
heele week werkte als een lastdier.
Hjj had drie zoontjes; de jongste was
niet veel grooter dan een schoen en
toch herkende iijj zijn vader altjjd
dadeijjk en stak de armpjes naar hem
uit, zoodra hjj binnen kwam.
Maar, viel ik hem in de rede,
heb je er nooit aan gedacht, dat een
van die reizen je kinderen wel van
hun vader zou kunnen berooven?
Hjj glimlachte listig. OI hjj
wist heel best, hoe hjj het moest aan
leggen. Hjj was Diet bang wanneer
de trein snuivend en vuurspuwend
op hem toe kwam snellen. Hjj was
vlag en handig, éen sproug en hjj
stond op de loopplank. En het af
springen was ook geen heksenwerk.
Wanneer hjj op den grond viel, kon
hjj wel een duw krjjgen, maar de
hoofdzaak was, niet onder de wielen
te raken.
Voor den trein zelf was hjj niet
bang, maar wel voor de menschen,
die erin zaten. Hjj zocht altjjd coupe's
eerste klasse op, omdat die meestal
leeg zjjn. Maar wat had hjj daarbjj
al niet ondervonden. Eens maakte hjj
bjj vergissing de deur van een dames
coupé opentwee uouueu, die erin
zaten, begonnen zoo hard zjj konden
„Help help dieven te schreeuwen;
hjj sprong verschrikt van den trein af
en moest het overige deel van de reis
te voet afleggen.
Reeds tweemaal was hjj door ver
schrikte reizigers op deu weg ge
worpen: eens sloop hjj zachtjes een
niet verlichten coupé binnen en sliet
onverwachts tegen een reiziger aan,
die hem, zonder een woord te zeggen,
de risico van zulk een groote zaak
niet te veel."
Maar denkt de heer Van de Kamp
dan, dat de Imperia! niet méér zou
verdienen, dan dien hal ven cent per
M3? Dat zij dus op een hoeveelheid
van 6.629.000 M een cjjfer dat de
Gasfabriek in 1904 niet denkt te be
reiken. een winst zon maken van
iets meer dan f 33000. Do heer Van
de Kamp kan het zelf nietgelooven.
Maar de fout in zyn redeneering is
ook gemakkelijk aan te toonen. Hjj
vergeet, dat de gemeenteljjke gasfa
briek te Utrecht, liet gas leverend
voor 5 cents per kubieken meter, nog
een aardig sommetje overhoudt, na-
raeljjk (over 1896) 1'123.028.07 De
berekening zou dus, op het voetspoor
van den heer Var. de Kamp voort-
tredend, deze zjjn dat bjj ecu debiet
van 6.629.000 Ms in 1904 de Impe
rial zou verdienen f 176.000 ruim, be
halve 4 pet. over het kapitaal.
Ik sta voor die cijfers niet in, ik
heb alleen maar willen aantoonen, dat
de Gasfabriek meer zou verdienen
dan een hal ven cent, per kubieke
meter. Zoodat het medelijden dat den
heer Van de Kamp had met die arme
Gasfabriek, die voor een half centje
zou •moeten werken, naar ik vertrouw
ouder dit stortbuitje wel zal zjjn weg
gespoeld.
En wanneer nu de heer Van de
Kamp verklaart, dat hjj nooit iets
goeds heeft gezien van gemeente
exploitatie, dan vraag ik hem hoeveel
gemeente-exploitatiën hjj gezien heeft.
De gemeentereiuiging te Haarlem is
hel eenige voorbeeld dat hjj bjjbracht
en 't is waar ze kost veel geld. maar
zou ze ook niet veel beter zjjn, dan
de reinigingsdienst van den particu
lieren ondernemer, die vroeger twee
duizend gulden aan de gemeente toe-
betaalde? Met de herleving van de
wetenschap der hygiene zyn iu de
laatste jaren ook aan een goede ge
meente-reiniging voortdurend hoogere
eischen gesteld.
En wat andere gemeente-exploita
tiën betreft, ben ik toch zoo vrij den
een vreeseljjken stokslag op het hoofd
gaf. Hjj viel geheel bedwelmd op de
spoorbaan en dat hjj toch niet was
verongelukt, was een waar wonder.
Terwijl hjj dat vertelde liet hij een
groot litteeken zien, dat dwars over
zjju voorhoofd liep.
Over 't algemeen werd hjj zeer
onzacht behaudeld, maar daarover
kon hjj zich natuurljjk niet beklagen.
Hjj begreep heel goed, dat de reizi
gers bjj zjjn verschjjning verschrikten
en op verdediging bedacht waren.
Als bjj geslagen werd, kreeg hjj niet
meer dan zijn verdiende loon; maar
eigenlijk kon bij er toch ook niets
aan doengeld, om een plaatskaartje
le nemen had hjj werkeljjk Diet en
zjjn vrouw en kinderen moest hjj toch
zien
Intusschen had de trein zjjn snel
heid verminderd, want wjj naderden
een station. Mjjn reismakker begon
onrustig te worden en stond op:
„Bljjf maar zitten", zeide ik, „er komt
nog een ander station, voordat je aan
do plaats van je bestemming bent.
Ik zal je kaartje wel betalen."
„O neen, mijnheer!" riep hjj wer
keljjk verschrikt oit, „wanneer ik een
kaartje laat zien, dan zou ik zeker
de aandacht van den conducteur trek
ken. Zjj hebben mjj al zoo dikwjjls
vervolgd, zonder dat zjj mjj ooit van
dichtbjj tQ zien gekregen hebben en
daarom wou ik me nu ook maar liever
niet laten zien. Goede reis mijnheer,
u bent de vriendelijkste van alle
menschen, die ik ooit in den trein
ontmoet heb.
Hjj verwijderde zich langs de loop
plank en was in een oogenblik in de
duisternis verdwenen. W jj hielden stil
bjj een klein stationnetje. Ik maakte
my' al gei eed weer te gaau slapen,
toen ik plotseling opgewonden stem
men op liet perron hoorde. Het wa
ren de conducteurs en twee veldwach
ters. die been en weer renden, alsof
ze bezig waren, jacht te maken op
den een of ander.
„Hier, hier! Daar is hjj! Önjjdt
hem den terugweg af! Rechtsom,—
anders ontsnapt hij ons Nu is
hjj boven op den trein geklommen
Gauw wat, ga hem achterna! Zoo'u
vervloekte kerel...."
Eu werkeljjk, een oogenblik later
dreunden de plafonds der wagons
ouder het gestamp van de mannen,
die over den trein heen en weer ren
den.
Zonder twjjfel was het te doen om
uijju vriend, dien men op het spoor
was.
Ik keek uit het raampje, aan den
kant, die niet naar het perron was
toegekeerd, cd zag plotseling een man
van het dak van den volgenden wa
gon springen, met die verwonderlijke
behendigheid, die het bewustzijn van
gevaar iemand kan verleenen. Hij
"viel voorover in een stuk bouwland,
kroop eenige oogenblikken op handen
en voeten voort, alsof' de ondergane
schok hem verhinderde op te staan,
richtte zich toen plotseling op en
rende, zoo hard hjj kon, het bouw
land in.
De stationschef stond, heftig ges-
ticnleerend, aac het hoofd van de
vervolgers, waarvan sommigen niet
konden nalaten te lachen.
„Wat is er aan de hand vroeg
ik aan den conducteur.
Hjj antwoordde op een toon van
gewichtWjj hebben hier te doen
met een spitsboef, die dc gewoonte
heeft zonder plaatskaartje mee te rei-
zeu. Wjj kennen hem al langhet is
een gratis passagier, dien we binnen
kort wel eens zullen oppakken en een
beetje iu de gevangenis zetten."
Ik heb den armen kerel nooit meer
gezien, 's Winters dacht ik dikwjjls
aan den ongelukkige, eu dan zag ik
hem iu mijn verbeelding in de buurt
van een station staan, geg-eeseid d^or
heer Van de Kamp te verwjjzen
naar tal van gemeenteljjke gasfabrie
ken, te Rotterdam, Den Haag. Lei
den eu Utrecht, om van zoovele an
deren nog maar niet te spreken. Ik
houd het er voor, dat de burgers van
die gemeenten, wanneer ze in t ge
meenteverslag een mooi saldo vinden
als winstcijfer van de gasfabriek, zich
volstrekt niet zullen kunnen vereeni
gen met het verpletterend oordeel
van den heer Yan de Kamp, dat
hij nog nooit iets goeds heeft gezien
van gemeente-exploitatie. En Amster
dam durft een leening sluiten van
achttien millioen, om de gasfabrieken
zelf te exploiteeren. Zou daar de Raad
evenals hier (volgens den heer Van
de Kamp) grootendeels bestaan uit
menschen, „die met den grooten
„stroom meegaan en niet aandachtig
„de stukken lezen?"
De heer Van de Kamp betoogt op
gezag van den beer Tennissen^ dat
de gasfahrikant niets geheimzinnigs
met de fabricage doen kan, waardoor
hjj den verbruiker meer laat gebrui
ken, dan deze zelf wil. Ik ben bereid,
dat op slag te gelooven. Nog meer
ik beu er van overtuigd, dat de Im
perial, wanneer er zulke kunstjes be
stonden, ze uiet zou willen gebruiken.
Want ik houd de Imperial voor een
volkomen eerljjk concessionaris en in
dat opzicht ben ik, dunkt ine, den
heer Van de Kamp een paar passen
voor. Immers hjj wensebt, „dat de
„gemeente zorgt voor scherpe con
trole op de lichtkracht van het gas,
„door een bekwaam deskundige
„maar uiet iemand die slecht betaald
„wordt en met een rood lapje* zou
„zjjn om te koopen."
Had ik geen geljjk met te zeggen,
dat mjj" vertrouwen in de Imperial
grooter is, uan dat van den heer Van
de Kamp?
En eigenljjk zijn, welbeschouwd,
den heer Van de Kamp en ik bet
.Schilderachtige uitdrukking voor
een bankbiljet van duizend gulden.
(F.)
wind en sneeuw en hagel, loerend op
den toesnellenden irein, dien hjj dan
besprong met den moed van een sol
daat. die een verschansing bestormt.
Eu nu lees ik hier in de courant,
dat dicht bjj Albacete een onbekende,
armoedig gekleede man door den
trein is overredon. Dat is bjj. de arme
gratis passagier, mjjn hart zegt
het mjj. Misschien is hjj op de loop
plauk uitgegleden, misschien sliu-
gerde een verschrikte passagier hem
onder de wielenGod weet, hoe
het in zjjn werk gegaan is.
„Het is nu vier jaar geleden," zoo
eindigde vriend Perez zjjn verhaal,
„dat ik dien mau ontmoet heb. Ik
iieb in dien tijd heel wat rondgereisd,
zoowel door Spanje als in het buiten
land, en telkens als ik zag, hoeveel
menschen voor huu pleizier of uit
verveling op reis gaao, dan herinnerde
ik mjj den armen daglooner, die, om
don Zondag bjj zjjn vrouw en kinderen
te kunnen doorbrengen, zich als een
wild dier liet vervolgen en opjagen
en den dood trotseerde met de zielrust
vau een held!"
y. D.
BINNENLAND.
Hofberichten.
H.H. M.M. de Koninginnen worden
in de eerste helft van Jnni in Neder
land terugverwacht en zullen zich
alsdan rechtstreeks begeven naar
Soestdjjk, alwaar de Vorstinnen tot
de laatste dagen van Aug. znllen ver-
blij veu.
Dientengevolge zal de verjaardag
van H. M. de Koningin door H. H.
M. M. te 's Gravenhage worden door
gebracht, maar de Koningin weDsebt,
dat alle openbare feestelijkheden op
31 Aug. te 's Gravenhage zooveel mo
gelijk zullen achterwege bljjven, opdat
deze voor Hare Majesteit zoo hoogst
gewichtige dag in alle opzichten een
ernstig karakter drage. H.M. heeft in
dien geest een verzoek doen richten
tot het gemeentebestuur van 's-Gra-
veohage. Hot bovenbedoelde sluit ech
ter het uitsteken van vlaggen niet uit.
De Koninginnen te Parijs.
De corresponded te Parjjs vau het
Hlbd. meldt dd. Vrjjdag
De Koninginnen zijn hier na eene
zeer goede reis aangekomen met een
ex tra-trein, samengesteld uit eigen
rjjtuigen.
Om acht uur hedenmorgen reed de
trein het Noorderstation binnen. Het
gansche personeel van de legatie
de gezant de ytuers, de Raad van
Legatie Van Weede en de consul
Van Lier was op het perron, dat
voor de aankomst eu het vertrek van
speciale treinen is bestemd. Volgens
liet verlangen der Regentes waren
Fransche autoriteiten niet aanwezig;
alleen was de prefect van politie met
eenige agenten van de veiligheidspo
litie ter plaatse.
Er was een vrij talrjjk publiek in
het station aanwezig; voor een be
langrijk deel samengesteld uit Neder
landers. Koningin Wilhelmina stapte
bet eerst uit, zeer opgewekt, zichtbaar
niet vermoeid. Zjj was gekleed in een
groene japon, met witten hoed met
veeren. De Regentes droeg een zwart
kleed met zwarten hoed met veeren.
Mevrouw Van Weede en freule De
Stuers boden den Koninginnen bou-
quetten aan. Het Fransche publiek
groette eerbiedig. De Hollanders hie
ven de kreet aan: „Leve deKoning-
inneu
Aan liet station hadden geen voor
stellingen plaats. H. H. M. M. ver
trokken dadeijjk met gevolg in een
open landauer. In het Hotel Conti
nental waren appartementen gereser-
veerd op de eerste verdieping, aan
volkomen eens. We willen allebei
goedkoop gas eu voordeel bovendien
voor de gemeentekas. Het verschil
ziet alleen hierin, dat hjj om direct
van de prijsverlagiug te protiteeren,
zich wil tevreden stellen met een
klein voordeel voor de gemeentekas,
tot 1912 toe terwjjl ik geduldig wil
wachten tot 1902, om dan tien jaar
lang de groote voordeelen heelemaal
zelf in den zak te kunnen steken.
Het opera-seizoen raakt op zjjn
einde. De Italianen hebben hun lief-
Ijjk gekweel al gestaakt en zjjn den
kelijk al weer terug naar hun vader
land de Hollanders kweelen nog
voort, maar zullen ook weldra hun
keel wat rust geven. Welverdiende
rust mag men zeggon, want er is in
de twee opera's bard gewerkt. Wat
bun succes bij het publiek aangaat,
heb ik den indruk bjj de opvoe
ring van den Troubadour door de
nederlandsche Opera opnieuw gevoeld,
dat de Italianen oen groot voordeel
hebben boven onze landgenooten,
uameljjk dit, dat bet publiek niet
verstaat wat zjj zingen. Bjj een
voorstelling van den Troubadour is
het zeker een genot voor 't publiek,
dat het den onzinnigen tekst aan zich
voorbjj kao laten gaan.
Intusschen is dit, dunkt me nage
noeg bet eenige voordeel, dat de
italiaansche opvoering op de neder
landsche heeft behaald. En hier
mee kom ik op het terreiu van ver
gelijking tusschen de twee gezel
schappen, een glad jjsje, dat ietwat
begaaribaarder is geworden, omdat het
operaseizoen zoo goed als gesloten is.
Van 't begin af is er meermaleu op
gewezen, dat de zangeressen bjj de
italiaansche opera in vele opzichten
voor hare nederlandsche zusters de
vlag hadden te strjjken, zooniet in
voordracht cn actie, dan toch ten op
zichte barer stemmiddelen.
En aan den anderen kant mag
ook met het oog op de troubadour-'
de Rue de Rivoli, met uitzicht op den]
tuin der Tuileriën.
Nadat zjj uitgerust waren redende
Koninginnen te 12 uur per rjjtoig uit
en maakten een rijtoer van een urn
door de Rue de Rivoli eu langs de
groote boulevards. Zjj keerden voor
het déjeuner naar haar hotel terug,
waar zjj alle inaaltjjden zullen ge
bruiken.
Het weer is onzeker maar zacht
Een Diamantslijperij te
Zaandam.
Men schrjjft uit Zaandam aan hei
„Weekblad" vau den A. N. D. 15.
„Men heeft het plan gevormd hier
eene stoomdiamantsljjperjj te bouwen,
„Aanvankelijk zal deze worden iu!
gericht voor 200 molens, doch is zou
gelegeD, dat zjj bjj eventueelen Hinken
opgang nog zeer aanmerkelijk uitge
breid kan worden. Deze slijperjj zal
worden gezet op eeueu afstand van
10 minuten van liet spoorwegstation
eu pl. m. 15 minuten van de aanleg
plaats der booten. Tevens zal er eene
schjjvendraaierjj eu schuurinricbtin»
aan worden verhouden, zoodat de
sljjpers uiet deze gereedschappen naar
Amsterdam behoeveu te dragen, het
geen dus een groot gemak zal bljjken
te zjjn.
„Verder zal de sljjperjj zóo worden
ingericht, dat aan de strengste eischen
welke men aan eene solide en nette
inrichting van dezen aard kan stellen,
glansrjjk zal worden voldaan.
„Met eene liinko stoommachine, 2
stoomketels, bijzondere machine me;
dynamo voor electriscbe verlichting,
centrale verwarming door middel van
stoom, buitengewoon ruime, goed ver
lichte en frissche zalen, lokalen en
kantoren, wasch- en kleedkamers,
nette privaten en werkplaatsen, zal
zjj ongetwjjfeid in een ieders geest
vallen en veler gunst cn recomman
datie verwerven.
„Bjj den bouw zal in ile eerste plaats
worden gelet op de gezondheid en de
verdiensten der werklieden. De ver-
diensten zullen aanmerkelijk meer zjju
dan in Amsterdam, daar de molenhuur
aanzienlijk lager kan worden gesteld
en het gas veel lager iu prjjs is. En
voor hen die eventueel te Zaandam
wi.len wonen, is er gelegenheid inde
oumiddelljjke nabjjheid der sljjperjj,
ruime, frissche eu zeer gezonde wo
ningen te bouwen, welke maar zeer
lage huur behoeven op te brengen.
Ook de verdere levenswjjze te Zaan
dam is oneindig veel goedkooper en
aangenamer dan te Amsterdam".
Volgens opgave der reizigers werd
Donderdagavond tusschen IJselmon-
de en Rotterdam door drie personen
op den trein geschoten. Bjj onderzoek
bleek dat zich een kogel bevond
boven bet portierraam eener coupé
le klasse.
Kinder-weelde.
Verleden week werd te 's Heeren-
berg op zekeren dag een meisje van
ongeveer 3 jaar bjj den Molenborg
gevonden, zonder dat iemand wist,
aan wien het toebehoorde. Uit de
antwoorden van het kind kou men.
zooals begrjjpeljjk is, ook al niet veel
wjjzer worden. De politie deed ijverige
nasporingeD, doch aanvankelijk zon
der resultaat. Eindeljjk is er iemand,
die meest eenige familiegelijkenis te
ontdekken met een zekeren H. uil
Zeddam, van wien men bovendien
wist, dat hij een talrjjk kroost rjjk
was. Terstond begeeft zich een ma
rechaussee daarheen en vraagt H., die
druk bezig is een kippeuloop te tim
meren, of hjj niet een kind mist.
„Lao'k is kieken," zegt de manen
staakt zjjn werk, om zjjn kiudertroep
te verzamelen en te tellen; „êed,
opvoering van gisterenavond, veilig
worden verklaard, dat de voorstel
lingen van de nederlandsche Opera
alseDsemble hooger stonden, dan die
der Italianen. Het. zou oubilljjk zjjn
aan het jonge italiaansche gezelschap
daarvan een verwjjt te maken, maar
het kan als feit geconstateerd wor
den, al ware het alleen als tegenhan
ger voor eenige overdrjjving in de
betuigingen van sympathie, die de
Italianen in ons land hebben geno
ten.
Een bezwaar moet injj over de
Troubadour-voorstelling tegenover
den regisseur van 't hart. Hjj bad
nameljjk de voorhaoden legerscharen
wel wat onbilljjk verdeeld. De graaf
de Luna disponeerde over een macht
van omstreeks twintig lieden, waar
tegenover Manrico slechts drie man
stellen kou. Dal. hjj met dit haudjö
vol toch de zege bevecht (en dat hjj
dit doet bljjkt uit het vervolg van 't
stak) werd Dog onwaarschijnlijker
gemaakt door den heer Manrico zei*
ven, die op eerbiedigen afstand vau
den vjjaud, heel voorzichtig, met zjju
degen kleiiie gaatjes in de lucht stond
te prikken, alsof hjj bang was, dat
groote gaton niot meer te repareeren
zouden zjjn.
Nu ja, zult u zeggen, maar men
kan met de ernstigste zaken een
loopje nemen. Ik zal het uiet ont
kennen, te ineer ouidat ik daarvan
een recent voorbeeld voor mjj heb
liggen iu den vorm van een corres
pondentie uit de bollenstreek. Daar
in wordt gesproken van een boilen-
veiling eu ten slotte gezegd: Het
publieJc was matig.
Heeft de correspondent daarmee
willen zeggen, dat er niet veel uien-
schen op de veiling waren Of heeft
hjj wilen constateereu, dat het publiek
zich in bet gebruik van sterken drank
behoorlijk beperkte?
FIDELIO.