NIÉUWS-
ADVERTENTIEBLAD.
De ridder d'Auriac.
15e Jaargang.
Dinsdag 19 April 1898.
No 4540
A^O^ITEMEN-TSPBIJS:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden,.1.65
Afzonderlijke nummers 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publwité Elrongére G. L. BAUBE
A "WWIhTT? ■rT1"FO~r\r'"PT~FTNr
-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groofce letters naar plaatsruimte.
Bi.i Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
■JOHN F. JONES, Succ,Pa,rijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is hot uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Haiidel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad iu den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort eD Schoten. P. v. d. RAADT. Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen. TV. J. RUU TERBever uijlc, J. HOORNS: Hillegcm, ARIE BOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Onze Agenten.
Aan Haarlem's Dagblad zyn do
navolgende vaste Agenten verbonden:
Voor het kwartier Arasterdamsehc
Poort
C. VINK, A. L. Dysertncksir. 17.
Voor het Rozenpriëel
K. VOS, Rozenpriëelstraai 30.
Voor liet Lerdsche kwartier:
W. ZWART, Clercqstraat 136.
Adverteuüëu weden zonder ver
hooging van prijs door hen aangeno
men, terwijl ook voor Abonnementen
op de Courant door hen wordt zorg
Hoofdkantoor:
Kleine Houtstraat 14.
J. C Peereboom,
Directeur- Uitgever.
Officieele Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem.
Brengen ter openbare kennis, dat
ingekomen een verzoekschrift van
T. Vallenduuk om vergunning tot
het verkoooen van sterken drank in
het klein in het voorhuis vau het
perceel aan het KI. Heiligland 77.
Haablem, 15 April 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
De Secretaris,
C. M. RASCH.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem.
Doen te weten, dat bij hunne be
schikking van 7 April jl. aan L.
Dablhaus vergunning is verleend toi
oprichting van eene bakkerij in het
perceel aan de KI. Houtstraat 59
aan A. F- de Boer vergunning is
verleend tot oprichting van eenen gas
motor in het perceel aan de Kam
pervest 11, en
aan F. J. ten Kate Co. vergun
ning is verleend tot oprichting van
eene sigarendrogery in het perceel
aan een particulieren weg aan de
Zylweg 2.
Haarlem16 April 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
De Secretaris,
C. M. RASCH.
Politiek Overzicht.
Het belangrijkste nieuws uit Ame
rika over den toestand tusschen
Spanje en de Vereenigde Staten is,
dat de Senaat met 51 tegen 37 stem
men het amendement van den heer
Turpie heeft aangenomen, waarbij de
Cubaansche republiek wordt erkend.
Nu moet nog gewacht worden op de
stemming van de Kamer hierover en
dan nog op de beslissing van presi
dent Mac Kinley. Wordt op diewyze
de goedkeuring" van het Congres ver
kregen op de resolutie tot erkenning
van Cuba's onafhankelijkheid, dan
kan het wel niet anders of Spanje
moet de wapenen opvatten, wil het
niet in het stof kruipen voor Ame
rika. Evenwel mag verwacht worden,
dat Mac Kinley van zyn kant zijn
best zal doen dit uiterste te beletten.
Zaterdag heeft de Senaat met 67
tegen 21 stemmen nog aangenomen
het rapport van de meerderheid der
commissie voor buitenlandsche zaken,
benevens een amendement van sena
tor Davis, waarvan de strekking is
te ontkennen, dat de Vereenigde Sta
ten het voornemen hebben om eenige
souvereiniteit, jurisdictie of controle
over Cuba uit te oefenen, behalve
om den vrede te herstellen. De Ver
eenigde Staten zijn besloten om, zoo
dra dit doel is bereikt, de regeering
en de controle over het eiland aan
zyn bevolking over te laten.
De Kamer zou heden bijeenkomen
om over de motie van den Senaat en
de amendementen te beraadslagen.
Een botsing tusschen beide Huizen
wordt waarschijnlijk geacht. Er be
staan aanwijzingen dat er krachtig
verzet zal komen tegen de erkenning
van de onafhankelijkheid der Cubaan
sche regeering door de Wetgevende
Macht.
De heer De Bernabé, de Spaansclie
gezant, zal te Washington blijven tot
de door het congres aaugenomen reso
luties door den president onderteekend
zyn, van w.elken aard zy ook mogen
zijn. De heer Woodfort zal eveneens
te Madrid blijven.
Het aannemen van de resolutie van
den Senaat, welke ten minste een
uitstel toelaat, schijnt een factor te
zijn ten gunste van den vrede.
De groote heftigheid zal waarschijn
lijk ten slotte ten einde zyn, want
behalve de waarschijnlijkheid, dat er
een „deadlock" ontstaat tusschen de
twee Huizen van het Congres, wordt
ook als zeker aangenomen, dat presi
dent Mc Kiüley het besluit tot erken
ning van de regeeriüg der Cubaansche
opstandelingen niet kan aannemen,
omdat zulks inderdaad ongrondwettig
zou zijn, daar de erkenning van regee-
ringen alleen toekomt aan het Uit
voerend Bewind.
De redevoeringen Zaterdag in den
Senaat ten gunste van den vrede
gehouden, schijnen de ernstige weer
klank te zyn van het begin eener
vervanging der opgewonden heftigheid
welke vroeger werd tentoongespreid
en zich zelf als het ware heeft uitge
put. Zelfs wordt het denkbeeld ver
kondigd, dat de oorlogstoebereidselen
evenzeer moeten dienen om de uitersten
tevreden te stellen door machtvertoon,
als om gereed te zyn, wanneer er
vijandelijkheden mochten uitbreken.
Bovenstaand bericht is er wel op
berekend om de hoop op het behoud
van den vrede te versterken. Een
minder mooi verschijnsel is, dat men
in Spanje druk aan het manifesteeren
gaat tegen Amerika. Het Araeri-
kaansche consulaat te Malaga is niet
steeuen gegooid en het wapenschild
lis afgerukt. Ook in Barcelona en
J andere plaatsen hebben manifestaties
j plaats gehad.
De Spaansclie „Epoca" geeft de
regeering den raad het afbreken der
diplomatieke betrekkingen met de
Vereenigde Staten niet te verhaasten
en aan deze de verantwoordelijkheid
voor zulk een afbrekeu te laten. Het
blad herinnert aan de beroemde woor
den van graaf Auteroche te Fontenoy
en voegt er by: Heeren Amerikanen,
vuurt bet eerst
Te Havana hebben de generaals een
vergadering gehouden. Er wordt aan
genomen dat zy een plan ter verdedi
ging hebben vastgesteld voor liet
geval, dat de oorlog mocht uitbarsten.
De vertegenwoordigers van den handel
te Havana hebben een bezoek gebracht
aan maarschalk Blanco, om hem
onvoorwaarlijk en onder alle omstan
digheden hun hulp aan te bieden,
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 18 April.
Dezer dagen reed een onzer haar
lemsche medici op zyn fiets door het
Ripperdapark, toen hij opeens by het
been werd gegrepen door een kwaad-
aardigen bond. Daar liet beest niet
losliet, maar trachtte door te bijten,
moest de dokter wel van zyn fiets
af, greep uit zelfverdediging het beest
bij de keel en kneep dien dicht, waar
na hij het dier met vuistslagen af
maakte.
Iutusschen was dit niet maar zoo
eenvoudig gegaan als wy het ver
tellen, want in den strijd hadden de
handen van den dokter meer dau een
beet en nagelkrap opgeloopen. Na
afloop van het gevecht gaf de medicus
van 't gebeurde kennis aan de politie.
De hond is nn onschadelijk. Maar
behoorde er ook geen straf te zijn
voor eigenaars van zulke kwaadaar
dige dieren, als zij de beesten zoo
maar vrij op straat laten rondloopen
Dading inzake de Nadorstlaan.
Onze lezers zullen zich herinneren,
hoe eenige maanden geleden een ge
schil is gerezen tusschen de gemeente
en de Haarl. Machinefabriek, voor
been Gebr. Figée, over den eigen
dom van de Nadorstlaau. Nadat laatst
genoemde herhaaldelijk beletselen aan
den arbeid der gemeente-werklieden
in die laan in den weg had gelegd,
werden B. en W. gemachtigd met
deze firma een dading voor te berei
den op grondslagen, aangegeven iu
het adres van de firma zelve.
Dat Raadsbesluit dagteekent van
24 Februari 1897 en thans April
1898 dragen B. en W. het ontwerp
voor van eene dading, opgemaakt in
overleg met de rechtsgeleerde Com
missie. Daarby draagt de heer Figée
aan de gemeente over een paar stroo-
ken gronds en gedeelten van het
Oost-Indisch vaartje, waartegenover
de gemeente afstand doet van alle
aanspraken op een nader aangeduid
gedeelte der Nadorstlaan en boven
dien een strook grond aan de Leid-
sebevaart, groot 23 centiaren aan den
heer Figée overdraagt. Bovendien be
taalt de gemeente aan de Haarl. Ma
chinefabriek een som van f524,46.
tengevolge waarvan door beide par
tijen elk voor een gelijk aandeel in
de gezamenlijke door hen ter oplos
sing van het geschil gemaakte kosten
wordt gedragen.
Eerst na een jaar na onderteeke-
ning der acte zal de gemeente de
feitelijke inbezitstelling van de haar
overgedragen gronden kunnen vor
deren.
Uit de redactie van dit voorstel
blykt, dat de Haarlemsehe Machine
fabriek aan de tot standkoming daar
van heeft meegewerkt, zoodat wan
neer de Raad het goedkeurt, de zaak
van de Nadorstlaan daarmee zal zijn
geëindigd.
„Mars."
Zaterdagavond, hield de Onderoffi
ciers-Yereeniging „Mars" eene feeste
lijke bijeenkomst, in een der zalen
van bet Brongebouw alhier.
Nadat de heer A. A. N. Poetsina,
voorzitter dér Yereenigiug, allen had
welkom geheeten, en de officieren
welke in de zaal aanwezig waren voor
hunne belangstelling had bedankt,
werd het eerste gedeelte van het pro
gramma uitgevoerd, bestaande in
colonne geweer en gymnastiek, dat
grooten by val van bet talrijk opge
komen publiek mocht verwerven. Ver
volgens werd een tooneelstukje ge
titeld „'s Morgens vier uur of een
vergeten balgast" opgevoerd, dat over
het algemeen, voor dilettanten, zeer
verdienstelijk werd gespeeld.
Na de pauze werden nog eenige
voordrachten gehouden, en werd hét
kluchtspel „De Rooverhoofdmau of
Eene Tooneeluitvoering teNiemands-
dorp," opgevoerd, waarbij de aanwe
zigen zich blijkbaar kostelijk amu
seerden.
Een prettig bal hield de genoodig-
den nog langen tyd gezellig bijeen.
Morgen, Dinsdag, opent de heer
J. A. Vermeer eene nieuwe zaak in
de Groote Houtstraat no. 6, het derde
huis dus van de Groote Markt, waar
in vroeger de zaak in dameshoeden
was gevestigd van de firma Veldheer
"Weeber.
De artikelen, die de heer Vermeer
in dezen zyn tweedon winkel gaat
verkoopen, zyn fijne bvouteriëenen le
derwaren artikelen aldus van smaak
en luxe. De winkel zelf is, daarmede
in overeenstemming, eenvoudig maar
sierlijk ingericht. De winkelbetim
mering is geheel naar Engelsch model
en daar de artikelen wat men noemt
„dankbaar" etaleeren, zal het ver
nieuwde magazijn, ook des avonds,
in de Groote Houtstraat een goed
effect maken.
DINNENLASiD
Hofbericht.
Baronesse van Burmania Rengers
hofdame van H. M. de Koningin-
Regentes, zal worden benoemd tot
hofdame van Hare Majesteit de Ko
ningin.
Jbr. G. J. Van Tets, hoofdcom
mies aan het departement van koloniën,
wordt met ingang van 1 Juli be
noemd tot kamerheer van H. M. de
Koningin, bestemd om als zoodanig
dienst te doen bij H. M. de Konin
gin-Regentes, en tevens tot thesaurier
van H. M. de Koningin-Regentes.
Jhr. Van Tets zal alsdan 's Rijks
dienst verlaten.
Jhr. van Such telen van de Haare,
ordonnans-officier van H. M. de
Koningin, thans werkzaam aan de
secretarie van H. M. de Koningin-
Regentes, wordt met ingaug van 31
Augustus werkzaam gesteld aan de
secretarie van H. M. de Koningin.
De particuliere secretaris van H. M.
de Koningin jhr. Van der Staal zal
alsdan den marinedienst verlaten en
aftreden als adjudant van H. M. de
Koningin. Jhr. Van Suchtelen blijft
echter in zijne positie als ordonnans
officier vau H. M. gehandhaafd.
De secretaris van H. M. de Konin
gin-Regentes zal reeds met Juni het
Koninklijk paleis in het Noordeinde
ontruimen. De bureaux van H. M.
de Koningin-Moeder zullen voor-
loopig worden gehuisvest in het
Noord-einde tegenover de Oranje
straat.
De Koninginnen te Parijs.
De correspondent van de N. R. Ct.
te Parijs schrijft, do. 15 dezer het
volgende over den eersten dag van
het verblijf der Koninginnen te Parijs.
Terwijl ik H. M. Koningin TVil-
helmina by Haar aankomst aan het
station slechts in het voorbijgaan kon
gadeslaan, heb ik vanmiddag van
meer nabij baar kunnen waarnemen,
toen zy met de Regentes het Louvre-
museum bezocht. Een grijsgele japon
aan, waarin de figuur zich slank uit-
teekendeeen strooien hoedje op met
witte linten en windebloemetjes opge
maakt de witte voile tot boven de
wenkbrauw opgeschoven, maakte zij,
terwijl zij natuurlijk en ongekunsteld
tusschen de beelden en de menschen
doorwandelde, een indruk, welke al
gemeen voor haar innam. By het
doorgaan van een deur zag ik haar
achter de Regentes uitwijken, om
eenige juist van de andere zijde ko
mende bezoekers niet te hinderen.
Het bezoek van de Koninginnen aan
het museum was dan ook geheel zon
der formaliteit. Geen van de bestuur
ders of conservatoren was gewaar
schuwd en dus evenmin aanwezig,
en de zaalwachters wisten op het eer
ste oogenblik zoo weinig lang
zamerhand werd het natuurlijk be
kend wie de bezoekers waren, dat
een van hen ons vroeg, vermoedelijk
door het zwarte kleed van de Re
gentes op een dwaalspoor gebracht
De Koningin van Engeland, nietwaar?
Wanneer de gids met den Baedeker
in de hand niet het eerste half uur
steeds met zijn hoed af had gestaan
en gewandeld, zou het vorstelijk be
zoek nog ongemerkter zijn voorbij
gegaan dan reeds het geval was.
De hooge bezoekers zijn door het
Pavilion Deuan het museum binnen
gegaan en hebben zich dezen keer
bepaald tot de oude beeldhouwwer
ken, die der Grieken en Romeinen
opnemende met een attentie en een
belangstelling, welke ik niet had ver
wacht. Bijna anderhalf uur zijn zy
in dit benedengedeelte van het Louvre
gebleven, de Venus van Milo, den
Marsvas, den discuswerper, de Diana
met de hinde bekijkende, maar ook
minder bekende beelden en beeld
groepen. Na tot in de Augustus-zaal
met naar rijk verguld plafond te zyn
geweest, wandelden zij van daar naar
den uitgang terug, staken het bin
nenplein van het Museum over, zy
met den gids voorop en achter haar
de dames van het gevolg met ridder
Huyssen van Kattendyke, en gingen
de "zaal der Aziatische oudheden
binnen, tusschen die vervaarlijke ge-
vleugde stieren met menschen h ooi-
door, welke, van het paleis te Khor-
sabad afkomstig, in deze museum
zaal als fiere wachters zijn opgesteld,
groot en massaal, trotsche restes van
een geweldig verleden. Zy kuierden
langzaam verder, elkander wijzende
op het bezienswaardige, steeds van
gedachten wisselende, tot het zaaltje
waar midden-in die mooie vaas van
Pergamus staat, een geschenk van
sultan Mahmoud II. Van hier weer
terugeven een blik nog geslagen
in de er tegenover liggende beneden
zaal der Egyptische oudheden en te
byna half vjjf stapten de Majesteiten
in den landauer, welke cnet een
tweeden er achter bij bet Pavilion
Sully was voorgereden.
De rijtuigen waren zeer eenvoudig,
met twee paarden bespannen en ge
reden door een koetsier in de liverei
van den stalhouder. De koetsier, die
het eerste rijtuig mende, was in een
gele, die van den auderen landauer
in zwarte jas. Geen palfreniers. Het
weer was geheel opgeklaard. Wel
was de lucht waaruit 's morgens nu
en dan een klein buitje gevallen was,
nog bewolkt, maar bet spel dat een
warme zon aldus dry ven kon, breede
schaduwen met f el-schitterende licht
plekken afwisselend, maakte Parijs
op dezen lentedag des te verrukke
lijker. in het eerste rijtuig namen de
Majesteiten plaats, de Koningin nu
met een bontmanteltje om, rechts van
de Regentes, die haar zwarte pa
rasol opstak, en tegenover haar ridder
Huyssen van Kattendyke en de gra
vin Van Limburg ytirum. De gids
klom naast den koetsier op den bok;
in het tweede rijtuig kwamen de
beide andere dames van het gevolg
te zittenen voort draafden de rij
tuigen den Bois-kant uit.
De Cbamps-Elysées op met het
gewriemel van rijtuigen, het gezellige
i van een kuierend of in liet zonnetje
i stil zich koesterend publiek, waar-
tusschen tal van kleuters spelen of
kleineren nog op de armen der minnen
FEUILLETON.
20) I
Niets zou m\j den volgenden dag terughouden, ik i
ffioest naar de Rue Varenne en als het kon mevrouw i
zien, al was het maar heel even. Ik zeide aan juffrouw
Annette, dat Palin maar op mij moest wachten als ik i
afwezig wasmyn ongeduld was veel te groot om zyn
komst eerst te verbeiden. Toch vergat ik in myn haast
de waarschuwing niet, die ik ontvangen had, kleedde
my zoo eenvoudig mogelijk, ontdeed mijn hoed van de
pluimen en trok een hartslederen wambuis onder myn
lange overjas aan.
Iu deze vermomming begat ik mij naar het einde van
de Quai Malaquais. Ik sprong in een bootje en roeide
naar de overzijde; by de landingsplaats tegenover de
rue de Bac stapte ik aan wal en wandelde langzaam
naar de rue Varenne. Toen ik de rneGrenelle overstak
en nauwelijks de Logis de Condé gepasseerd was hoor
de ik eenige manstemmen achter mij. Ik vertraagde mijn
tred om de ruiters voorbij te laten gaan en zag tot
myn groote verwondering, dat bet niemand anders wa
ren dan myn oude kameraden de Casse-Brissac, Tavan-
nes en de Gie. Ik wilde hen juist gaan begroeten, toen
ik onder hen het sombere gelaat van Lafin bemerkte
die liet verst van my afreed. Tegelijkertijd bukte ik
mij veinzend iets te zoeken, dat ik verloren bad. Zij
reden te ver van my af om mij te kannen herkennen.
Tavannos keerde zich echter in den zadel om en my
toeroepend
„Kruip nu maar op handen en voeten om dit op te
rapen meester," wierp by my een geldstuk toe. Ik
bukte my nog dieper en liep het voortrollende geld
stuk achterna, terwijl zy lachend wegreden; ook ik
lachte, maar om een andere reden.
Toen ik de rue Varenne bereikte vond ik spoedig
het huis, dat ik zocht; ik herkende de wapens op de
voordeur enizag dat mevrouw juist was gearriveerd eu
als ik een half uur vroeger gekomen was, had ik haar
misschien nog kannen zien en spreken.
Een paar minuten slenterde ik heen en weer iu de
hoop nog iets van haar te ontdekken, maar bemerkend,
dat ik attentie van de overburen begon te trekkeD, keerde
ik huiswaarts.
Ik nam denzelfden weg terug dien ik gekomen was
en toen ik de kade afliep, ontmoette ik Jacques, diemet
twee van zyne makkers een wandeling deed. In een van
hen herkende ik den oppasser van myn vriend Belin,
Vallonden ander kende ik niet, ofschooD liy ook de
liverei van den graaf de Belin droeg. Maar daar ik
geen bijzonder belang in hem stelde liep ik zonder ver
der notitie van hen te nemen door, ofschoon, als ik in
de toekomst had kannen zien, ik wys gedaan zou heb
ben, wanneer ik den laatste onschadelijk had ge
maakt
Toen Jacques en Vallon my in bet oog kregen ston
den zy stil, maar daar ik verlangend was iets van
myn ouden vriend Belin te vernemen, wenkte ik hen.
Vallon vertelde mij, dat Belin zich in zyn huis in de
me de Bonrdonnais bevond en de goede jongen drong
er op aan, dat ik my terstond daar heen zou begeven
zeggende, dat zyn meester het hem nooit zou vergeven
als hy my liet gaan. Het deed my genoegen te hooren,
dat Belin zich in Parijs bevond. Hy was een beproefd
vriend op wien ik ten allen tyde kon rekeuenik
zeide Vallon, dat ik zyn meester spoedig zou komen
opzoeken en begaf my toen, gevolgd door Jacques naar
myn kamers, terwijl Vallon met zyn kameraad zyn
wandeling voortzette.
Toen ik thuis kwam hoorde ik, zooals ik wel verwacht
had, dat Palin er nog niet geweest was, en na tot etens
tijd op hem gewacht te hebben, gaf ik hem voor dien
dag op en ging naar „de twee Kronen"ik gebruikte
myn middagmaal, dat zeer eenvoudig was. besteeg Cou-
ronne en begaf mij met Jacques, die nu myn paard
bereed, naar de rue de Bourdonnais. Beiden waren we
gewapend.
Het hotel de Belin stond aan de TVestzyde vau de
rne de Bourdonnais, dicht by het hais waarin Madame
de Montpensier, wier naam aau een verschrikkelijke
geschiedenis was verbonden, had gewoond. Toen ik het
genaderd was, zag ik hoe juist het aan de beschrijving
die Belin my eens in een vry uurtje ervan gegeven
had, voldeed. De ingang was een fraai bewerkte ijzeren
poort die veel geleek op die van het kasteel Anet, maar
dan kleiner.
De hoeken van het vierkante gebouw eindigden in
een toren, en in een van deze, vanwaar men een prachtig
.uitzicht had, veronderstelde ik, dat myn vriend zyn
kwartier had opgeslagen.
Vallon opende mij de voordeur en zeide dat hy zyn
meester van myn komst verwittigd had, en terwyl hy
een bediende beval de paarden vast te houden, ging hy
ray voor, over honderd dingen tegelijk pratend. Ik had
nog geen tien treden van de trap bestegen of ik zag
Belin reeds naar beneden komen om my te begroeten.
„Groote Hemel!" barstte hij uit, terwijl wy elkaar
krachtig de hand schudden, „ik dacht, dat ge dood eu
mot de Röne en zijn manschappen van alle aardsche
beslommeringen bevrijd waart."
„Nog niet Belin. En ik hoop, dat die tyd nog ver
af zal zyn."
„Amen! Maar in elk geval heb je je zelf toch levend
begraven."
„Hoe zoo?"
„Vallon zeide mij, dat je reeds een maand in Parijs
en nu nog geen één keer in de rue de Bourdonnais
waart geweest. Je moest toch weten, beste kerel, dat
mijn huis even goed het jouwe is."
„Beste vriend, daar had ik myn reden voor."
Glimlachend vroeg ik
„Is mevrouw de Belin in Parys?"
„Drommels!" en hij trok een leelyk gezicht. „Ga
mede naar mijn kamer, dan zal ik je alles vertellen.
Vallon, grinnekende aap, haal een flesch van onze oude
Chambertin uit den kelder ik zal den ridder zelf
wel den weg wijzen."
Hy stak zyn arm door den mijne, en zoo gingen wy
de trap op, een lange gang door, die aan beide zijden