NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
inze Agenten.
De ridder d'Auriac.
Vrijdag 22 April 1898.
He 4543
^BO!\T3ïTSTivd;ElQ"TSi:5K,IiJS:
Voor Haarlem per 3 maanden.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden,1.30
Franco door het geheele Rijkper 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
- de omstreken en franco per post O.oTFo
Directeur-Uitgever
ADVBaTZHTTIEN":
-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tién worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnommer f22.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenhuid: Compagnie Gên&rale de Publicité Etrangère L. DAUBE <C* Co. JOHN F. JONES, Suec., Parijs 31bis Faubourg Montnuirtre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bnreau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,bjj de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoariG. ZWEMMER
"Fekéw, W. J. RUIJTER; Bexerxcïjk, J. HOORNS; Hülegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Aan Haarlem's Dagblad aft» ès
ivolgende vast® Agenten verbonden:
Voor het kwartier Amsterdamse*»
•ort
C. VINK, A. L. Dysennekeir. 11.
7oor het Rozenpriëel
K. VOS, RotenpriëtLstraal 30.
Voor het Leidache kwartier:
W. ZWART, Ciercq.straat 136.
Advertentiën weden zonder ver-
ooging van prijs door hen aangeno-
terwjjl ook voor Abonnementen
p de Courant door ben wordt zorg
edragen.
Hoofdkantoor:
Kleine Houtstraat 14.
J. C Peereboom,
Directeur- Uitgever.
Men behoefde geen profeet te we
en om te voorspellen, dat noch de
rethouder van Publieke Werken,
och een der leden van den Raad,
en woord zou zeggen over de adres-
en vau de advocaten Waszink en
lOseling betreffende de quaestie van
en Koninginneweg. In ae eigenaar-
lige positie welke de gemeente tegen-
iver dit geschil inneemt, was iedere
ettergreep, die daarover door een van
lire of ficieele vertegen woordigers werd
renit, er een te veel. En zeer wjjse-
ijk heeft de Raad dan ook deze stuk
en gesteld in handen van de rechts
teleerde commissie, waar ze voorloo-
tig rustig kunnen blijven.
Het adres van de vereeniging „Cre-
mer'', om voortaan bij ,hare bijeen
komsten in besloten kring, ontslagen
le zjjn van de tegenwoordigheid van
politie, ging naar den burgemeester ter
afdoening. Maar niet zóo gauw, of
heer Schürmann had er zijn be
klag over ingediend, dat er Dinsdag
avond tegen die vereeniging proces-
terbaai is opgemaakt, omdat ze hare
foorstelling vjjf minuten later ein-
%de dan toegestaan was. Blijkbaar
rist de burgemeester hier nog niet
tan althans Z.E.A. zou daarnaar
nformeeren.
Ik hoop nu maar, dat vau dit on
derzoek het gevolg zal wezen, dat
dergelijke processen-verbaal, die meer
NABETRACHTING
uit den
GEMEENTERAAD.
CXXIII.
ren. Een paar jaar geleden is dat
zelfde verzoek afgewezen toen het,
kwam van de bewoners van de Paar-
laarsteeg. Nu er eenmaal een schaap 1
over de brug is zullen er natuurlijk
wel meer volgen. De volgende verga- j
dering zie ik in gedachten de Paar-
Iaarsteger8 opnieuw op de bres, en nu
de Ursulastegers, ik bedoel Ursula-
straters, hun zin hebben, gaat het
toch niet aan den hartevrensch van
onze medeburgers uit de Paarlaar-
steeg nog langer te weerstreven.
Ja, ik voorzie ook nit andere stegen
dergelijke verzoeken en wanneer de
Raad daarmee niet voortdurend wil
worden lastig gevallen, zou ik in
overweging willen geven, de koe flink
by de horens te vatten en eenvoudig
weg te verklaren
Jvan i Mei 1898 af zullen alle
stegen straten worden genoemd."
Misschien zou het noodig zijn, om
daaraan toe te voegen, dat alle slop
pen voortaan stegen zallen worden
geheeten. Op die manier doen ze allen
een stap vooruit op den maatschap-
pel\jkeu ladder Ier titulatuur, al wordt
geen steeg of slop er een vinger
breeder om.
Intusschen ben ik wel in mijn schik
met de naamsverbetering. Waartoe
zullen wy leeljjke namen in stand
houden, wanneer er voor niemendal
mooie namen voor 't grijpen liggen?
Mij hindert het niet, dat zoovele
Jacobs tegenwoordig Jacques, zooveel
Jannen Johan en zooveel HeDdrikken
Henri genoemd worden. En nu ik
aan leelijke namen denk, komt mij
die van de Nadorstlaan in de gedach
ten. Die quaestie is nu uit en voor
goed uit. De heer Figee heeft hij de
door den Raad goedgekeurde dading
in alle opzichten zijn zin gekregen.
Schwamm d'rübc-r! We praten er niet
meer van, ook niet over de vraag, of
het wel zoo glad zou zijn gegaan,
wauneer de heer Figee eens niet over
het zwaarwichtige argument van
ijzeren balken had beschikt.
Met de nieuwe verordening over
haven- en kaaigeld is onze vroedschap
niet klaargekomen. Zeis, na een wezen
lijk belangrijk betoog van den heer
Van Thiel, op voorstel van den heer
Van der Mersch gesteld in banden
van een Raadscommissie. De ervaring
leert, dat dit recht geeft om te ver
moeden, dat er nog heel wat schepen
en booten door 'tSpaarne zullen varen,
voor en aleer de schipperij positief
zal weten, waar ze met het haven
en kaaigeld in Haarlem aan toe is.
Met het voorstel van B. en W. over
de verpleging van arme idioten waren
we al heel gauw klaar. B. en W.
trokken het uit eigen beweging in
omdat hun gebleken was, dat idioten
worden gerekend te behooren tot de
krankzinnigen, zooals de heer Macaré
in eeD vorigs vergadering ook al be-
armencommis8ie vóór die indiening
hadden gevraagd? Waarschijnlijk zou
dan het heele voorstel achterwege
ziju gebleven.
Aan 't einde van de zitting werd
ons nog een verrassing bezorgd door
den heer van der Mersch, die bjj het
ter tafel komen van de onderwijs
verslagen van 't afgeloopen jaar, een
zitting met gesloten deuren vroeg.
De heer van der Mersch vertelde er
ronduit bg, dat zijne opmerkingen
wel eens personen konden betreffen.
Toen ging de dikke deur achter
ons dicht. Zouden in het volgende
halfuur niet de ooren van menigeen
getuit hebben? En wat zal nu wel
het gevolg wezen van die „opmerkin
gen?" Dat ons onderwijs eens wordt
gezuiverd van elementen, die daarin
niet op hun plaats zijn? Of dat de
klachten over ongeschikte onderwijs
krachten (zwakheden was eigenlijk
juister) binnen de muren van de Raads
zaal en die elementen zei ven kalm
pjes gehandhaafd blijven?
De laatste veronderstelling houd ik
voor de veiligste. De ervaring geeft
er rede» toe.
op overdreven dienstjjver dan op prak- toogd had. En op de verpleging van
lischen zin wijzen, nu eens uit zullen, krankzinnigen bestaan reeds de noodige
zga. i voorschriften 1
Wat in elk geval niet uit is, dat! 't Is een heel nuchtere opmerking
het veranderen van stegen in stra- en ik durf die haast niet maken, maar
n. Op voorstel van den heer Van zou het niet beter geweest zijn en
Thiel is goedgekeurd, dat de Ursula- j eenvoudiger, als B. eu W. inplaats,
iteeg voortaan Ursnlastraat zal hee-j van na de indiening van bun voor- j
ten, hoewel B. en W. er tegen wa- stel, de opinie der geneesknndige
Politiek Overzicht»
De president der Vereenigde Staten
heeft de resoluties van bet Congres
Woensdagochtend onderteekend, zoo
dat het ultimatum aan de spaansche
regeering zal gezonden worden. De
teerling is dus'geworpen, want deze
daad zal de onmiddellijke oorzaak tot
den oorlog zjjn. Niet uit eigen vrije
beweging maar onder den drnk van
den wil van het grootste gedeelte der
amerikaausche natie en van het votum
van het Congres is Mae Kinley
tot dezen stap besloten. Er valt nu
niet meer aan te twijfelen of alvorens
eene nieuwe week is aangebroken zal
er oorlog zjjn tusschen Spanje en de
Vereenigde Staten.
Spanje zal niet toegeven aan de
in het ultimatum gestelde eischen,
maar heeft nog tot Zaterdagnacht 12
uur den tjjd op het ultimatum te ant
woorden. Of de regeering echter tot
zoolang zal wachten wordt van som
mige zijden betwijfeld, daar het met
het oog op den toestand in de cubaan-
sehe wateren voor Spanje het beste
moet zijn Amerika niet meer tgd te
laten er zich nog meer te versterken.
Toen de spaansche gezant te Was
hington eene copie van de resoluties
en het ultimatum ontving, vroeg hg
onmiddellijk zijn paspoort aan en wel
in het volgende schrijven aan minister
Sherman:
Mijnheer de staatssecretaris. De
door het Congres van de Vereenigde
Staten aangenomen resolutie is van
zoodanigeu aard, dat zjj mijn langer
verblijf te Washington onmogelijk
maakt en mg noopt mijn paspoort te
vragen. De bescherming der Spaansche
belangen alhier zal worden toever
trouwd aan den Franschen ambas
sadeur en den Oostenrjjkschen gezant.
Bg deze voor mg zoo pijnlijke ge
legenheid heb ik de eer U de ver
zekering vao mijn hoogachting te
hernieuwen, (get.) Bernabe.
Het paspoort werd aan Bernabe
overhandigd door een bode van het,
ministerie" van bnitenlandsche zaken i
om 3 uur 50, waarna de gezant des
avonds Washington heeft verlaten.
Van dat oogenblik af werden de toe
bereidselen tot den oorlog met groote
haast voortgezet. De eerste stap zal
waarschijnlijk zijn een blokkade an
de Cubaansche havens, gevolgd door
een eisch tot overgave en bij niet
toegeven onmiddellijk bombardement.
Naar verluidt hebben de Cubaansche
opstandelingen reeds den voorzitter
der Junta, Palma, afgevaardigd om
hnn samenwerking met de invallende
land- en zeemacht van de Vereenigde
Staten te regelen. Deze samenwerking
zou erkenning van de Cubaansche
Republiek door Amerika in zich moe
ten sluiten.
Zooals te begrijpen is worden de
oorlogstoebereidselen met den meest
mogeljjken ijver en spoed voortgezet
en is de geestdrift in beide landen
zeer groot.
Alvorens Cadix te verlaten, heeft
de spaansche admiraal Villalié, be
velhebber van het torpedo-eskader,
zich met de equipage naar de kerk
der Heilige Maagd begeven, waar
allen voor het kruisbeeld de gelofte
aflegden slechts als overwinnaars naar
Spanje terug te keeren.
De berichten uit Madrid eu Havana
duiden er alle op, dat Spanje op de
Cubanen zal kunnen rekenen, en zelfs
heeft maarschalk Lopez Dominquez
de verwachting uitgesproken, dat de
opstandelingen zullen eindigen met
gemeeue zaak te maken met de Span
jaarden tegen de Amerikanen. Dit
zou een eigenaardig verschijnsel zijn.
De oorlog wordt immers door de
Yankees uitgelokt om de Cubanen te
helpenEr zijn reeds 83.000 vrijwil
ligers op Cuba verzameld.
Generaal Bernal is te Havana aan
gekomen met de bataljons van Val-
ladolid en Catalonië. Generaal Marina
is naar Santiago de Cuba vertrokken
met vier bataljons infanterie en twee
escadrons cavalerie. Het rebellenhoofd
Bethancourt heeft den wapenstilstand
aanvaard. Te Santiago de Cuba zijn
alle inwoners, zelfs de negers, be
sloten aan de zgde der Spanjaarden
te strijden.
Enkele rebellen-hoofden zullen zich
bij do Spanjaarden aansluiten om de
Amerikanen te bevechten.
Er wordt een bataljon van kleur
lingen gevormd.
Volgens den correspondent van de
Daily Chronicle te Washington, is
het nog onzeker hoe het begin van
den oorlog zal zijn. Mac Kinley's
wonsch blyft, Spanje te dwingen lm
het eerste schot. r,e doen. Daartoe
zouden Amerikaanscho oorlogsschepen
worden uitgezonden om stoombooten
te begeleiden die levensmiddelen voor
de behoeftigen op Cuba overbrengen.
Mac Kinley gelooft, dat de Spanjaar
den, het outsehepen van die levensmid
delen gewapenderhand zouden beletten,
hetgeen een botsing met de Ameri-
kaansche oorlogsschepen zon uitlok
ken. Het kabinet verwerpt echter het
plan van den president.
Het is gelukkig dat de regeering
der Vereenigde Staten zich met kracht
tegen de koopvaart zal verzetten.
Deze zal waarschijnlijk niet uitge
oefend worden, dank zij ook de krach
tige pressie der mogendheden.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 21 April.
De directie der Haarlemsche Brand
verzekering-Maatschappij heeft aan
de aandeelhouders medegedeeld, dat
de over 1897 gemaakte winst een
dividend veroorlooft van 20 procent.
Voor het examen vrije- en orde
oefeningen is Woensdag te Amsterdam
geslaagd de heer J. H. Hubregtse,
alhier.
Jubileum.
Woensdag-avond werd het 25-jarig
jubileum van den heer H. J. D.
Daudejj feestelijk in de bovenzaal van
Gebr. Brinkmaan gevierd. De zaal was
keurig versierd, aan de wand prijk
ten schilden met de jaartallen 1873
en 1898. In het midden der zaal stond
geheel in 't groen, de stoel van den
kapitein, eerelid van de Vereeniging
„de Tien" terwijl zijn brandweerstok
eveneens met groen versierd, er naast
stond. Nadat de jubilaris door twee
leden van de feestcommissie, de heeren
Jos. v. d. Berg en P. Leupen, met
eene landauer van zjjne woning was
afgehaald, werd hij tg het binnen
komen der zaal door de geheele staf
der brandweer, door den oud-com-
mandaut den heer van den Arend,
alsmede door de leden van de Ver
eeniging „de Tien" met luid gejuich
ontvangen.
Nadat de kapitein op zgn stoel had
plaats genomen, werd hg door den
heer Spaan als president van de feest
commissie toegesproken. Spreker
noemde het eengroot voorrecht hem
op dezen dag een bartel jjk welkom
te mogen toeroepen, en zeide verder,
dat het overbodig was den jubilaris
in zgne verschillende rangen 'te schet
sen, daar hg zich voortdurend had
doen kennen als een man uitéén stuk,
als een brandweerman vol sympathie
en het was spreker dan 'ook zeer
aangenaam hem uit naam van de
Vereeniging „de Tien" een cadeau
te mogeu aanbieden.
Hierna werd het scherm weggetrok
ken en werd het cadeau, twee prachti
ge bronzen beelden. „Hulp en
Redding", op een tafel geplaatst
op het tooneel zichtbaar. Aan weers
zijden stonden de pjjpleiders in uni
form, terwgl het vaandel der ver
eeniging met de beide medailles, op
den achtergrond tusschen groen en
vlaggen was opgesteld. Het geheel
maakte een goed effect en gaf een
feestelijk aanzien.
De heer Spaan wees daarna nog
op de vele verbeteringen, die onder
het kapiteinschap van den jubilaris
hadden plaats gehad en sprak den
wensch uit, dat de heer Daudejj nog
vele jaren de trots der vereeniging
mocht zijn.
Hierna sprak de heer Jos. van don
Berg, als waarnemend president van
„de Tien", den heer Daudejj nogmaals
hartelgk toe, en zeide o.m. dat de
kapitein steeds de harten van de leden
gewonnen had, door zgn flink en
krachtdadig optreden bg eiken brand,
waarna spreker hem uit naam van
het bestuur van de vereeniging een
krans overreikte.
Hierop bedankte de heer Daudejj
met hartelijke bewoordingen de staf,
de leden van de vereeniging „de Tien"
en voornamelijk die van de feestcom
missie, voor het prachtige cadeau en
voor de eer hem dezen avond aange
daan. Verder bracht hg hulde aan
alle leden van spuit 10 voor huune
steeds betoonde activiteit en speciaal
aan de pijpleiders, als zjjnde degenen,
die steeds in de moeilijkste oogen-
blikken en in het grootste gevaar op
hun post waren. De jubilaris hoopte
dan ook, dat het hem nog langgege-
ven mocht wezen, als kapitein van
spuit 10 werkzaam te zijn.
Met een daverend applaus werd
deze rede begroet.
Tijdens de bijeenkomst werd er nog
een telegram vau gelukwensch ont
vangen van een oud-pijpgast, den heer
Kerkhoff te Utrecht, terwijl nog werd
medegedeeld, dat eene oorkonde, door
den secretaris vervaardigd, bg het
cadean zou worden gevoegd.
Tevens werd door den heer P. A.
van der Most van Spijk namens de
Haarlemsche Brandverzekering-Maat
schappij aan de Vereeniging „de
Tieu" een douceur aangeboden als
eene dankbetuiging voor de uitste
kende diensten door de vrijwilligers
van spuit 10 bg verschillende branden
in deze gemeente bewezen.
Hiermede was het officieelc ge
deelte afgeloopen, waarna allen met
den jubilaris nog langen tijd gezellig
bijeen blijven.
Maandagavond vergaderde de Vin-
ceutius-vereeniging alhier onder pre
sidium van den heer J. A. M. Lans,
met het doel eene afdeeling op te
richten voor de nieuwe St. Bavo-
parochie aan de Leidschevaart.
Aan de uituoodiging tot oprichting
hadden gevolg gegeven door hunne
verschijning ter vergadering de heeren
C. L. M. Robbers, M. Dirken, H.
Dirken. P. van Kessel. J. Kimman
Th. Jansen, W. J. B. Waning, i er-
wijl toezegging was gedaan door den
heer van Meeuwen.
Eerstdaags vergaderen dezeheoren
opnieuw tot verkiezing van een Be
stuur, vaststelliug van een reglement
en verdeeling der werkzaamheden.
Woensdagavond half 9 vergaderde
de werklieden vereeniging Archimèdes
in de groote zaal van café Phoenix
De penningmeester bracht verslag uit,
waaruit bleek, dat in dit laatste kwar
taal was uitgekeerd aan zieken en
verwonden f 1819.70 en aan contri
butie was ingekomen f 1084.04 zoodat
er een nadeelig saldo was van f 235.06
en er in kas bleef f 2355.76s.
FE UILLETON.
23)
„DiableDat is vreemd," riep ik uit, „en het is hier
m duister, dat ik geen hand voor oogen kan zien. O
laar liggen ze nu vooruit maar."
Toen ik de deur opende zag ik een licht op de trap
flikkeren en dadeljjk daarop verscheen juffrouw Pantin
met een brandende kaars in de hand.
„Ik kwam het licht even aansteken, mijnheer,"
zeide zg.
„Daar doet gjj goed aan; maar wat voert mjjn nieuwe
knecht uit?"
Als mgnheer even naar den zolder boven Couronne's
'tal wil gaan, dan zal hg zien, dat Ravaillac bezig is
zgn gebeden op te zeggen."
In elk geval mag hg om zgn godsdienst zgn plicht
niet verzuimen," barstte ik uit.
„Het is een verrader, mgnheer," zeide Annette. „Als
ik u was zond ik hem vanavond nog weg."
„Dat kan ik moeieljjk doen," zeide ik, „en daarbjj
een verrader zou zich niet zoo in zgn godsdienst ver
liepen."
,Mjjnheer moet het weten," antwoordde zg en flui-
irde mg toen in het oor
„Als er niet een ander meê gemoeid was, zou ik mg
niot met u bemoeien. Maar wees op uw hoede voor
hem."
„Wel, juffrouw Annette, gij kunt gerust hardop
spreken, wjj zgn hier ouder vrienden."
Maar zg lachte op een eigenaardige manier en liet
ons toen uit.
Ik vergezelde Palin tot aan het einde van de Quai
Malaquais, terwijl wij onderweg nog veel dingen be
spraken; daar verliet ik hem, daar hij er ook op aan
drong, dat ik niet verder meê zou gaan. Maar er was
dien dag zooveel gebeurd, dat ik bepaald behoefte aan
een wandeling gevoelde om mjjn hersens een weinig af
te koelen en ik besloot de rivier over te steken en langs
de Pont aux Meuniers naar mijn kamers terug te
keeren.
Ik huurde een bootje en bevond mg spoedig aan de
overzijde der Seine; ik hing mgn jas over den arm en
legde er een stapje op, terwijl Annette's waarschu
wing omtrent Ravaillac mij als het gegons eener lastige
mug in de ooren klonk.
Toen ik den Louvre voorbij ging, zag ik, dat de ra
men helder verlicht waren en de tonen vau een vroo-
ljjke melodie klonken mg in de ooren. Zóó vrooljjk als
het daarbinnen toeging zoo treurig voelde ik mij ge-
d en ik liep dan ook terstond door.
Rechts van de St. Germain l'Auxerrois houdend,
passeerde ik de magazijnen van den Louvre eo mijn
tred vertragend, kuierde ik de rue de St. Aotoioe in.
De bewoners van deze straat schenen door de komst
van den koning als 't ware herleefd te zjjn, want alle
vensters waren helder verlicht, ofschoon de straat in
het duister gehuld was, behalve op enkele plaatsen,
waar een lantaarn haar flauw licht verspreidde. Een
paar stappen verder bevond ik mg voor een flink huis,
waar een groot, doorschijnend uithangbord mgn aan
dacht trokdaar het door eenige lampen, die er achter
geplaatst waren, helder verlicht was, las ik dat ik voor
de restaurant van More stond, toen ter tijd de beroemd
ste restauratie in Parijs. Ik wilde eens naar binnen
gaan, eigenlijk meer uit nieuwsgierigheid dan uit be
hoefte, maar juist toen ik nog voor den ingang stond
te dralen, kwamen twee a drie gemaskerde personen
zingend en lachend naar buitenin den voorsten her
kende ik terstond den verwensebten d'Ayen. Hoewel
ik gaarne een twist had vermeden, was dit toch on-
mogelük, want ik stond voor de deur en was in mgn
recht binnen te treden. Zg versperden mij, arm in arm
voor mg staande, evenwel den weg, en verhit door den
wjjn begonnen zjj met mgn somber voorkomen den gek
te steken.
„Denkt mijnheer dat hier binnen een preek wordt ge
houden?" vroeg d'Ayen, een spottende buiging voor
mg makend, terwjjl hg zgn hoed met pluimen afnam.
Ik wilde in mgn antwoord toonen, dat ik hem wel
kende.
„Laat mg door mgnheer d'Ayen," zeide ik koel,
„We hebben nog te veel samen te verrekenen om op
nieuw te twisten."
Hg had mg zeer goed herkend, maar hield zich alsof
dit niet zoo was.
„Hé, zjjt gg het ridder 1 Heeren, laat ik u mgnheer
den ridder d Auriac voorstellen, met wien ik een verschil
van gevoelen heb, dat nog nooit beslecht ia. Wg waren
het oneens over een onderwerp betreffende de boschout-
ginning."
Het was een harde pil voor me om te slikken, maar
mijn besluit stond vastik wilde op dit oogenblik geen
gevolg geven. Het Edict was eerst kort geleden afge
kondigd, een twist zou me dus zeer noodlottig kunnen
worden en de kans om te ontsnappeu zou ieder oogenblik
moeilgker worden, want de gang begon zich al meer
en meer te vullen.
„Ik herinner 't mg nog best," zeide ik op d'Ayen's
voorwendsel ingaande, „maar ik ben nu geheel onvoor
bereid en wil eerst even eenige notities, die ik omtrent
deze zaak genomen heb, nazien."
D'Ayen, verhit door den wjjn, dacht dat ik bang
voor lïem was en mjjn woorden, die bjj zjjn vrienden
een luid gelach verwekten, brachten hem er toe een
dwaze daad te begaan.
„Neem dan tenminste die herinnering mede," en hjj
wierp mjj zjjn zachten, geparfumeerden handschoen in
't gezicht.
„Een kringeen kringriepen wel twintig stemmen
en voordat ik recht wist, wat er gebeurde, bevond ik
mjj in de gangde toeschouwers hadden zich ;n een
cirkel om mjj heen geschaard en d'Ayen stood met
getrokken zwaard tegenover mjj.
Hjj had zgn opleiding volgens de methode van Dominic
gehad, en hanteerde handig den degenna een verwoe
den uitval sprong hjj als een kat achteruit om mjjn
„parade" te ontwjjken. Was ik bjj eeu minder bekwaam
leermeester dan Touchet in de leer geweest, dan was
het ongetwjjfeld slecht met mjj afgeloopen, maar reeds