NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Kleine Houtstraat 14.
J. C Peereboom,
FEUILLETON.
De ridder d'Auriac.
I5e Jaargang
Zaterdag 23 April 1898.
No 4544
HAARLEMS OAQBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dc-r
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.375
1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Di: blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever j. C. trEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PublicUé Eirangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONESSucc.. Parijs Slbis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is bet uitslnitend reebt tot. plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel. Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT. Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN.by de tol; SpaamdamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Èillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Onze Agente».
Aan Haarlem's Dagblad zyn ét»
navolgende vaste Agenten verbonden:
Voor het kwartier Amsterdamse he
Poort
C. VINK, A. L. Dyservnckstr. 11.
Voor het Rozenpriëel
K. VOS, Rozenpriëelstraat 30.
Voor het Leidscbe kwartier:
W. ZWART, Clercqstraat 136.
Advertentiën wo-den zonder ver-
hooging van prijs door hen aangeno
men, terwijl ook voor Abonnementen
op de Courant door ben wordt zorg
gedragen.
Hoofdkantoor:
Directeur- Uitgever.
BfflF* Aan hen die daarop zyn ge
abonneerd. wordt hierby verzonden
No. 17 van het Weekblad voor de
Jeugd.
(Élk No., groot 8 bladzijden, bevat
tal van fraaie, gekleurde platen en
een voor kinderen alleraardigsten
tekst. De prijs per 3 maanden is slechts
50 Cents.)
Politiek OwepzÏGht.
De oorlog is er, maar nog slechts
officieus, niet officieel. Er wordt ech
ter beweerd, dat het zeer goed moge
lijk is dat er in het geheel geen for-
meele oorlogsverklaring zal worden
gedaan. Amerika is namelijk reeds
met de eerste stappen begonnen. Het
Atlantische smaldeel is vertrokken
met het doel onverwijld Havana te
blokkeeren. Het besluit om het smal
deel uit te zenden was des middags
den kabinetsraad genomen, maar
werd geheim gehoudenn& drie uur
werd bet bekend, dat het eskader
vertrokken was van Key West om
de blokkade van Havana te gaan
opstellen. Ook het vliegend eskader
van Hampton. Roads heeft bevel ge
kregen tot vertrekken. Men meent te
gelooven dat het met bet andere zal
samenwerken om Cuba te blokkeeren.
Eveneens zullen de troepen met het
eskader samenwerken, 'zoodra zy sa
mengetrokken kunnen zijn, hetgeen
waarschijnlijk over tien dagen het ge
val zal wezen.
Het departement van buitenland-
sche zaken heeft als zyn oordeel uit
gesproken, dat de Vereenigde Btaten
en Spanje met elkaar op voet van
oorlog verkeeren. Het werpt de ver
antwoordelijkheid daarvoor op Spanje.
Dit moge gezegd zyn, maar bewezen
is bet niet
De amerikaansche gezant Woodford
is uit Madrid naar Parijs vertrokken
het station was door militairen afge
zet. De menigte bleef eerbiedig, maar
toen de trein vertrok werd er geroe
pen Leve Spaujeleve bet leger en
de marine!
In den ministerraad, gepresideerd
gesteld 10 Mei. Onder meer zal ten
geboore worden gebracht „Zigeuner- i
leben" van Schumann en „Galfia" van
Gounod.
Haarl. Jongel. Vereeniging.
„Pred. 12 la."
Donderdagavond bad in de Jans-
kerk alhier een openbare vergadering
plaats, ter herdenking van het 43ste
jaarfeest der Haarl. Jongelings-Ver-
eeniging, eene afdeeling van het Nederl.
Jongelings-Yerbond.
Nadat het Fanfare-korps „Kunst
na Arbeid", onder leiding van haar di
recteur, den lieer C. G. J. Rühl, eenige
muziekstukken zeer goed had uitge
voerd, beklom ds. C. Veen den kau-
sel om een openiDgsrede te bonden.
Hy herinnerde hierin aan den tyd,
dat men met minachting nederzagop
deze vereeniging, en de jongelingen
als droogstoppels beschouwden. Doch
die tyd is nu voorbij. De vereeniging
telt thans al byna 100 leden. Vervol
gens gaf hy, na een woord van op
wekking te hebben gesproken tot de
vereeniging, het woord aan ds. D. G.
Postma, uit Zaandam, voor zyn feest
rede.
Hiertoe had ds. Postma tot onder
werp gekozen het 119e psalm, vers
9, „waarmede zal de jongeling zyn pad
zuiver houden
De Christelyke Jongelingschap heeft
zyn idealen, waar de wereld die ver
loren heeft, zeide spr. Hy hoopte dan
ook, dat zy die idealen nooit verliezen
mocht, al was haar pad ook dikwijls
moeilijk, en had zy te kampen met den
Godsdienst-, zedelijkheids- en huwe
lijksbegrippen van den hedendaagschen
tyd.
Vooral in dezen tyd, zeide spr., be
schouwt men den Godsdienst alleon,
om het arme volk in bedwang te
honden, dus eigenlijk als een soort
politiemaatregel en dry ft men deu
spot met elke heilige overtuiging.
Doen nic-t die spot der wereld is ge
vaarlijk voor den Christen jongeling,
maar de voorname onverschilligheid
in deze dagen, is doodend voor hem,
en wel in staat hem van zijn stand
punt af te rukken. Daarom spoorde
spr. aan, tot dubbele waakzaamheid,
en vaster vertrouwen, juist nu men
alle moeite doet, u hiervan te weer
houden.
De pausen, welke spr. hield, wer
den aangevuld door het Fanfare-korps
Kunst na Arbeid; en het Christelijk
mannenkoor onder leiding van haar
directeur den heer H. F. Boegborn,
terwyl het Fanfare-korps het gezang
der gemeente begeleidde.
Nadat het Fanfarekorps bet lie
gezang, le vers dat door de gemeente
gezongen werd begeleid had, ging!
ds. Póstma over tot zyn dankzegging, i
waarna de bijeenkomst, welke druk
bezocht was, te ruim tien uur uiteen
ging-
1 Naar wy vernemen zullen de Haarl.
Velocipède Club en de H. V. C. „Ami-
j citia," die Zaterdag j.l. iu den wed-
stryd in het figuurryden te Amsterdam
Als datum voor het 2de concert respect, den eersten en tweeden prijs
van Haarl. Gem. Koor is thans vast- verwierven, spoedig een soirée in het
door de Koningin-regentes, heeft Sa-
gasta mededeeling gedaan van den
huidigen stand van zaken die de Staat
van oorlog is. Hy deed uitkomen dat
er diens volgens geen nota meer aan
Woodford was overhandigdelke nota
is thans overbodig geworden.
Het antwoord op het ultimatum
blijft dus zeker weg.
Het departement van buiteoland-
scbe zaken beeft eene nota openbaar
gemaakt, waarin de voorvallen van
de twee laatste dagen beschreven
worden. Daarbij wordt ook melding
gemaakt van het verzoek van Polo
Bernabé, dat het ultimatum aan
Spanje zon worden verzonden, en van
het afbreken der diplomatieke betrek
kingen door Spanje. Het feit, dat aao
Bernabé een afschrift was ter hand
gesteld van het ultimatum wordt be
schouwd als voldoende kennisgeving,
en de op het touw gezette vijande
lijke beweging kan niet worden ver
traagd, doordien Woodford het ulti
matum niet heeft kunnen overhan
digen.
De Senaat te Washington heeft,
zonder hoofdelijke stemming, een reso
lutie aangenomen welke den Presi
dent der republiek machtigt naar
diens goedvinden den uitvoer van
steenkolen en andere grondstoffen
welke in den oorlog gebruikt kunnen
worden, te verbiedeD.
De gouverneur van Massachusetts
heeft bevolen dat de militie onmiddel
lijk moet worden gebracht op oor
logsvoet.
De troepen zullen naar Cnba ge
zonden worden zoodra het naar het
oordeel van den President mogelijk
zal zyn ze met voordeel te gebruiken
voor het bezetten van het eiland.
Middelerwijl zullen de troepen zoo
snel mogelijk samengetrokken worden
op verschillende punten van de zui
delijke Atlantische kust en de Golf.
De europeesehe mogerdbeden hou
den zich intnsschen druk bezig met
de quaestie over de kaapvaart. De
hoop bestaat dat evenals de Vereenigde
Staten ook Spanje dit zoo hoogst
schadelijk uitwas van een oorlog, zal
beletten voor millioenen schade aan
te richten.
In bet engelscbe Lagerhuis heeft
Balfour Donderdag verklaard dat,
ofschoon noch Spanje noch de Ver
eenigde Staten toegetreden zijn tot
het tractaat van Parijs, de door die
beide rijken reeds gesloten tractaten
en afgelegde verklaringen aantoonen
dat zy in het algemeen met de be
ginselen der verklaring van Parijs
medegaan; en Donderdag heeft de Brit-
sche regeering van die der Ver.
Staten de verzekering ontvangen dat
zy de bedoelde beginselen aanhangt.
Spanje heeft nog niet geantwoord,
maar wy verwachten, zeide Balfour,
met vertrouwen dat het eveneens soort
gelijke verzekeringen geven zal.
figuurryden organiseeren te houden
in do groote zaal der sociëteit „Ver
eeniging." De opbrengst zal strekken
ten bate van „Weldadigheid naar
Vermogen."
Het Congres van de Vereeniging
tegen het mishandelen van Dieren
voor Haarlem en Omstreken belooft
goed te zullen slagen. Bereids hebben
zich een zestigtal dames en heeren
uit het land, waaronder vele bekende
namen, als leden van het Congres
aangemeld.
Zeer tairyk zyn de aanvragen om
een verslag van het congres te mogen
ontvangen. De indeeling van het con
gres is zoodanig geregeld, dat onmid
dellijk na het openingswoord van den
voorzitter, den heer A. v. d. Voort
Azn., het woord wordt verleend aan
den heer Jhr. Qaarles van Ufford,
bestuurslid van de Ned. Vereeniging
tot Bescherming van Dieren, als een
bewijs van sympathie voor deze zus
tervereniging.
Mej. Marie Jungius, die over kin
derbonden zal spreken, voert bet
woord na de pauze, opdat onderwij
zeressen van de scholen alhier gele
genheid zullen hebben, haar te hooren.
Met het oog op de vele werkzaam
heden zal het bezoek aan deAsphy-
xiatie-inrichting niet in de pauze van
't congres, maar na afloop daarvan
plaats hebben.
Zooals bereids gemeld is, kan wor
den gedejeuneerd in 't Brongebouw.
Des namiddags is er een gezamenlijke
maaltijd in Hotel Funckler.
Woensdag werd in den omtrek
Koningstraat—Verwulft een school
gaand meisje aangereden door een
racenden fietsrijder. Het kind viel
achterover en had, thuiskomende,
zulke bedenkelijke verschijnselen, dat
de medicus aanvankelijk voor ernstige
gevolgen vreesde. Gelukkig is het
meisje thans weer hersteld.
'tls vervelend om het nog weer
eens voor de zooveelste maal te zeg
gen, maar onnoodig is het nietdat
het rennen op fietsen door drukke
straten een schandaal is. 't Zyn vooral
slagersknechts, die zich daaraan schul
dig maken. Wanneer te avond of
morgen de Gemeenteraad een lastige
speciale verordening op het wielryden
vaststelt, dan zullen deze onbesuisde
hardrijders daarvan de schuld dragen.
Een voorzichtig wielrijder rydt
nooit iemand omver!
Naar wy vernemen is thans de
Toynbee-verceniging alhier tot stand
gekomen.
Met September zal daarmee een
aanvang worden gemaakt en wel in
het gebouw „"Weten en Werken."
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 22 April.
8EB1N£NLAND
De Koninginnen op reis.
Omtrent het vertrek uit Parijs van
HH. MM. de Koninginnen meldt de
correspondent van de N. R. Cf. nog
het volgende, do. Woensdag:
Precies te tien minuten over zeven
hebben de Koninginnen met de prin
ses van Waldeck-Pyrmont tegenover
haar, een koetsier in zwarte jas en
een lakei met pet op deD bok, in
open landauer vanavond het hotel
verlaten. De loden van het gevolg
van Hare Majesteiten, het personeel
waren reeds vooruit gegaan. Voorop
reed een open rijtuigje met agenten
van den veiligheidsdienst.
Een dichte menigte was samenge
stroomd om van het vertrek der Ko
ninginnen getuige te zyn en druk
werd er gezwaaid met hoeden en zak
doeken en luide gejuicht. Het vor
stelijk ry'tuig draaide in stevigen draf
de rue de Rivoli in, gevolgd door
eenige straatjongens en een paar
wielrijders. Een straatjongen hing
weidra achter aan de kap van den
landauer, maar ook dadelyk was een
wielrijder by de hand, een ombren
ger van couranten, die den kwa
jongen met een klap om zijn ooren
er aftrok. Hier en daar werden de
vorstinnen, die de rue des Tuileries
volgden en verder de Seine-kaden,
gegroet; de agenten, by zijstraten
door de voorop rijdende politie ge
waarschuwd rijtuigen en wagens op
te houden, brachten het militair sa
luut.
Aan bet einde van den Quai de
l'Hotel de Ville, toegeloopen uit de
kleine straatjes om en by de over
dekte markt welke zich hier bevindt
stonden aan weerszijden eenige hon
derden menschen geschaard, byna uit
sluitend burgerluidjes, werklieden,
mannen en vrouwen, veel klein grut
onder heu, die warm de voorbyry-
denden toejuchten, zwaaiende met
petten en mutsen. Voor het station
een talrijke menigte, door politie
agenten geryd onder en voor den in
gang. Het rytuig draaide rechtsom,
zoodat de Regentes het eerst uitstapte
en achter haar de Koningin, terstond
begroet door den gezant, en de ver
dere Nederlandsche vertegenwoordi
gers. Freule de Stuers en mevrouw
van Weede boden bloemruikers aan
Hare Majesteiten, de gezant deed dit
aan prinses Elisabeth.
Door een met roode en gouden
draperieën behangen doorgang kwa
men de vorstinnen in het salon, op
dezelfde wyze geschikt en met sier
planten en bloemen verder aange
kleed. Hier bevonden zich minister
Hanotaux, Pb. Crozier, Blondel, de
particuliere secretarie van Faure, de
generaal Hagron, de commandant
Moroau in groot uniform, enz. enz.
De Koninginnen onderhielden zich
eenige oogenblikken met alle aanwe
zigen, links en rechts handjes gevende,
wat de Fransche autoriteiten met een
handkus beantwoordden. Minister Ha
notaux, heel eenvoudig in een ge
makkelijk zittend overjasje, en bijzon
der sympathiek in de kalme nette
wijze van zyn spreken, had nog heel
wat aan de Koningin te vertellen;
de Regentes hoorde ik den gezant
haar bijzonderen dank betuigen.
Langzaam schuifelde het gezelschap
daarop naar buiten op bet perron,
waar de speciale trein van tien rij
tuigen, Nederlandsche en Fransche.
salon- en bagagewagens voorgereden i
was. Midden op de tafel in het ver
lichte salon van het vorstelijk rytuig
een groote mand met witte bloemen
en witgestrikt, van de Paris-Lyoo-
Méditerrauée, welke ook in elk der
vier andere salons een bouquet bad
laten plaatsen; en achter die groote
mand een kleinere, met oranje gesierd,
als „eerbiedige hulde" van decorres
pondenten van het Algemeen Han
delsblad, het Nieuws van den Dag
en van de Nieuwe Rotterdamsche
Courant, die de Koningin al deze
dagen hebbeu gevolgd, dan bier dan
daar haar mogende waarnemen, steeds
bekoord door de lieve verschijning
en den vriendelijken eenvoud van
haar geheele wezen. En onze indruk
is die geweest van ieder die haar van
verre of van naby heeft kunnen zien
en gadeslaan.
Ook vanmiddag by het dejeuner
op het Elysée beeft ieder dien be-
korenden indruk ondergaan. Van
verschillende zijden hoorde ik hoe zy
alle gasten voor zich heeft ingenomen
en hoe allerliefst zy er in haar wit-
satynen japon en wit hoedje had uit
gezien. De vertellers waren eenvoudig
opgewonden,
Precies te 7.40 reed de trein weg,
de Koninginnen staande aan het por
tier en nog het laatst den gezant de
hand reikende, onder eeu luid gejuich
van Fransche en Hollandsche stemmen
haar een: Leve! toeroepende.
De trein is een kwartier na den
luxe-trein vertrokken en zon heden
te 12.4 te Cannes zijn. TcMoutereau,
waarschijnlijk om aan de Koningin
nen de gelegenheid te geven zich ter
ruste te leggen, en te Tain, voor het
dejeuner, zon worden stilgehouden.
Verder aan alle negen stations van
den sneltrein.
Aan de 'caauwachters en verder
personeel is aanbevolen niet te fluiten
voor signalen en in bet algemeen den
dienst zoo onhoorbaar mogelijk te
verrichten. By het voorbijglijden van
den trein wordt het militair saluut
gemaakt.
De P. L. M. rekent voor dezen
trein 5 frank 60 per K.M., een matig
tarief werd ons verzekerd, als be
leefdheid jegens de vorstinnen, zoodat
het geheele traject op 6000 franken
komt le staan.
Van het Ned. schip Itvee Gebroe
ders, den 26sten Maart van Newcastle
met een lading steenkolen naar de
Oostzee vertrokken, heeft men sinds
niets vernomen, zoodat aangenomen
kan worden, dat bedoeld schip met
man en muis is vergaan.
Begrafenis.
Donderdag 21 April werd bet stof
felijk overschot vau jh. mr. B. Ph.
De Beaufort, burgemeester van 's Gra-
veubage, van Oosterbeek vervoerd.
Er werd een korte lijkdienst gehouden
op den huize Mariëndal, waarbij a^s
spreker optrad ds. Beets uit Arnhem,
studiegenoot van den overledene. Te
10 uur werd de lykkist, met vele
kransen bedekt, gedragen naar de
extra-stooratramdie het stoffelijk over
schot paar Doorn zou vervoeren. De
tram was met rouwfloers behangen
23)
Het mag verbeelding van my geweest zijn, maar het
kwam my voor, alsof er een zweem van een glimlach
om zyn lippen speelde. Hy stond voor my met myn
zwaard in de handenzyn oogen waren op het stalen
gevest gericht, terwijl ik sprak.
Hij antwoordde niet dadelyk en ik herhaalde myn
vraag. Nu zag by my vlak in het gelaat en het geheele
uiterlijk van den man veranderde als met een toover-
slag zyn wangen verbleekten, zijn oogen schenen
grooter te worden en zyn stem klonk schril.
„Dat weet ik niet mijnheer. Het gaat en komt als
een Maartsch zonnetje. Maar nu is het Gode zij
dank voorbij. Wil mijnheer zijn zwaard niet aan
doen
Zyn toon klonk nu weer even zacht en onderdanig
als gewoonlijk, terwyl hjj mij mijn zwaard overhandig
de. Ik gespte het aan, maar dacht by my zelf„Je
bevalt my niet, vriendje."
Maar hoe dan ook ik vroeg hem niets meer en toen
hy mij myn hoed aangaf zeide h\j
„Verlangt mynheer, dat ik hem vergezel
„Ja. Ik ga naar bet Hotel de Belin en ik hoop dat
het de U ttste aanval is geweest, terwyl ge bij my in
dienst zyt. De graaf had mij verteld, dat ge een Fla
gellant geweest maar er van teruggekomeu waart."
„Ik ben langen tijd gezond geweest, mijnbeer," ant
woordde hy op myn humor ingaand, „ik zal beproeven
niet meer ziek tc worden."
„Dat doet my genoegen. Zadel Couronue, ik ga
terstond uit, gy kant te voet volgen."
„Ja mynheer."
Het volgende oogenblik was hij verdwenen en hoorde
ik hem de trap afgaan. Er ging wel vijf minuten
mede heen om Couronne te zadelen maar ik volgde
hem terstond, daar ik juflrouw Pantin nog iets te vra
gen had. Ik hoorde iemand in het keukentje stomme
len en denkende dat het juffrouw Annette was riep ik
naar beneden
„Juffrouw juffrouw Pantin!"
„Mijn vronw is uitmaar kan ik het voor u doen,
mijnheer?" En de notaris zag naar boven, eoneenigs-
zins vreemde vertooning makend in zijn kamerjapon
en wollen slaapmuts op het hoofd.
Ik ging naar hem toe en vroeg
„Pantin, weet ge ook of Ravaillac gisterenavond uit
is geweest?"
„Dan zou ik het mynheer terstond hebben gezegd.
Maar ik heb hem in het oog gehouden hy lag op
zolder te slapen."
„Zyt ge er zeker van?"
„Zoo zeker als ik hier sta."
„Dank n. Is uw vrouw vroeg uitgegaan."
„Zjj is naar de rne Varennemaar wees op uw hoede
voor Ravaillac, mijnheer."
Ik knikte toestemmend met het hoofd en myn stem
verheffend zeide ik
„Ik dineer altijd in „De twee Kronen" goeden
dag."
„Goeden dag mynheer."
Couronne stond voor de deur met Ravaillac er naast
ik besteeg hem en reed stapvoets iu de richting van
de Pont au Change, terwijl myn knecht mij op eenigen
afstand volgde. Ik was van plan de Belin op te zoe
ken en hem te vragen ot hy eens wilde onderzoeken
of ik nu ook door myn dwaasheid of avontuur noem
het zoo ge wilt in gevaar had gebracht en wa'. ray
nu te doen stond.
d'Ayen had my herkend. Ook zyn vrienden hadden
myn naam gehoord en als ik in moeilijkheden met den
magistraat kwam, dan viel alles in duigen. Ik had ray
reeds voorgenomen my ergens schuil te houden tot deu
dag, waarop wy zouden vluchtenmaar voordat ik dit
plan ten uitvoer bracht, wilde ik eerst myn vriend
raadplegen en Ravaillac aan zijn meester terug
brengen.
Onderweg overwoog ik evenwel myn plan omtrent
Ravaillac nog eenswaut als ik mij van den man ont
deed en hy was een spion, dan hield hy m\j toch in
het geheim in het oogbleef by by my in dienst dan
stond my hetzelfde te wachten.
Maar in het laatste geval had hij hier beter gele
genheid toe, het beste was dus, dat ik mij vau hem
ontdeed.
Stel u myn teleurstelling voor toen ik in het Hotel
de Belia gekomen, mijn vriend niet thuis vond? Vallon
verzocht mij le wachten, want daar zyn meester reeds
eenigen tyd weg was. zou hy wel spoedig thuis kome
Den vorigen avond had hij buitenshuis met de VitrL
kapitein van de Schotsche lijfwacht en mynheer le
Grand gesoupeerd, was zeer laat teruggekeerd en reeds
vroeg in den morgen uitgegaan, zoodat men hem elk
oogenblik thnis kon verwachten.
Ik besloot hem das af te wachten, ofschoon iedere
minuut kostbaar was, en nadat ik eon half uur gedul
dig iu een stoel had gezeten, begon ik de kamer op en
neêr te loopen en bleef voor een der vensters staan.
Het zware, brokaden gordijn was half opgetrokken en
tot tijdverdrijf keek ik onder het gordijn door, om te
zien wat ei- buiten voorviel. Het kwam mij vreemd
voor, dat myn paard buiten de poort stond en niet op
de binnenplaats was gebracht, terwyl Ravaillac het
vasthield en in een drnk gesprek gewikkeld was met
een man, die het gelaat van my afwendde en wiens
hoofd door een grooten, breedgeranden hoed met plui
men bedekt was.
Maar ik kon my onmogelijk in die groote, rechte
gestalte met de breede schouders vergissen. Het was
ongetwijfeld de Gomeron en spoedig werd myn ver
moeden bevestigd.
Wordt vervolgd.