De mislukte Reis. Een iiinerikaansche Apotheek. Gelooft me, waarde lezers, als er i Men neemt een zeer groot glas van Nu kunt ge gaan zitten ea je Ik bemerkte eeu bord met opschrift„Der verpleegster werd by haar een fabelachtige dikte, men valt het koek opeteu! gaf ik" myne vrouw ten Kaarten worden aan boord afgegeven, vertrek uit Auchy ketelmuziek ge- kalf met vanille-ys cn verder met antwoord. Dus wy moesten er doorheen. j bracht, voor welke muziek demaire sodamen roert het flink om en drinkt, Wat moeten wy uu doen Eindelijk stonden nog maar tien j van Auchy de ketels had geleverd." men eet tegelijk! Vrouwen ontbreekt het nooit aan personen voor my. daar werd de loop- De oorzaak van de volksopwicdiug plark weggehaald, een gillend gefluitscby'ot deels fanatisme, deels de on- volgde en de boot zette zich langzaam; juiste mceuiog te zyn geweest, dat in beweging. jtuevrouw Yau Rappard niet goed be- De gassen van soda prikkelen nw goeden raad. onder u zyn, die fortuin willen maken j neusgaten, bet vocht prikkelt u de Laten wy met de boot gaan, in Noord-Amerika, dan hebt gij niets tong, terwyl het ijs. dat gij by groote zeide ze, dat is nog goedkooper. beters te doen dan er u als apotheker stukken binnen krijgt, 11 den ademHet idee was niet slecht. Ik ging te Vestigen. Daar ginds is een apotheek een goudmijn. Om u te overtuigen, aldus schrijft een Europeaau, zai ik u vertellen, hoe ik met deze verwonderlijke en zenuw achtige magazijnen, drugstore ge naamd, kennis maakte, maar die door vreemdelingen juister genoemd wor den Algemeen entrepot van allerlei koopwaren. Toen ik le New-Vork op een Zon dag tegen 8 uur 's voormiddags aau wal stapte, was de eerste, dien ik ontmoette, myn vriend William P., met wien ik te Parijs kennis had aan geknoopt, waar hij elk jaar gedurende vier maanden het. geld komt verteren, dat bij in de andere acht van bet jaar te New-York heeft verdiend. In Frankrijk leeft by alleen voor zijn plezierin Amerika alleen voor zyn zaken. William had my beloofd mijn gids in New-York te zyn en ik heb er geen aar is het postkantoor berouw van gehad mij aan hem toe-ik aan myn vriend, vertrouwd te kebbqp. Den Zondag- afsnijdt en u bijna doet stikkenGinds weer naar den portier toe en vroeg noemt men die verschillende gewaar-,hem wanneer een boot naar K. ver wordingen heerlyk ik heb ze afschu- trok. weljjk gevonden Na het middagmaal gingen wy Broadway, de belangrijkste straat, weer op.' „Wil je rooken!" vroeg William my, „wy hebben in New-York de beste sigaren van de wereld," „Ik zou er wezenlijk gaarne een rooken." „Kom," zeide hij stil blijvende staan, „er moet hier ergens een apotheker wonen „Wat! voor sigaren ook al? En werkelijk vonden wy by den naasten apotheker uitstekende sigaren. Wij begaven ons naar myn hotel. Onderweg herinnerde ik my nog, dat ik een pakje brieven by my had, die ik gedurende den overtocht op de boat had geschreven. vroeg morgen ontbeten wy in het beroemde restaurant Delmonico. N'a een uitstekenden maaltijd be sloten wij naar het Central Park te gaan. dat in het geheel niet cen traal is, aangezien het verscheiden kilometers van de stad verwijderd ligt. Wy begaven ons naar het station van den spoorweg, die ons naar het park moest brengen. William had in bet knoopsgat van zyn jacquetteeen prachtige roos, waarvan de levendige kleur en de geur den geheelen morgen myn gezichts- eu myn reukorganen hadden geprikkeld. „Wat heb je daar een mooie roos, William," zeide ik eindelijk onder "net gaan. „Prachtig, niet waar?" Èn na een vluchtigen blik op mijn knoopsgat „"Verschoon mij," voegde hij er aan toe, „ik had er aau moeten denken, n er een aan te meden. Maar beter laat dan nooit." H\j bleef stilstaan en zag rond, terwijl hy zeide: „Kom, er moet hier ergens een apotheker zijn." „Een apothekerriep ik uit, „waar voor dat ben je niet wel „Wel neen, vriend, om bloemen te koopen „Bloemen! bij een apotheker!" ..Wel zeker, dat zal je zien." Een paar stappen verder woonde een apotheker. In Noord-Amerika vindt men er een op bijna eiken hoek van een straat, en bij dezen zoowel als by alle anderen verkoopt men versche bloemen. Wy brachten een paar uren inliet Central Park door, dat zeer uitge strekt is, misschien het grootste van de wereld. In Juli is het zeer warm in New- Vorkwy waren dan ook in de stad teruggekeerd, en William verklaarde my, dat zijn keel verschrikkelijk droog was. „En jy," vroeg bij mij, „heb jij geen dorst „Och, ik zou met genoegen iets gebruiken." „Kom." zeide William met de grootste kalmte, „er moet hier ergens een apotheker wonen." „Wat, om te drinken?" „We! zeker.' „Het is niet noodig naar de post te gaan," zeide hy, „op den hoek van elke straat bevindt zich een brieven bus, in deze wjjk wordeu zy elk uur gelicht." „Uitstekend," zeide ik, „maar ik heb geen Amcribaansche postzegels." „O, niets is gemakkelijker," her vatte William1 „Er moet hier ergens een apotheker wonen Alle apothekers verkoopen postze gels evenals zij bloemen, tabak, siga ren, wijn, cognac, champagne, wan delstokken, portemonnaies, portefeuil les, bonbons, toegangsbiljetten voor concerten, scheermessen, lucifers, pa pier, parfumerieën verkoopeu Daar men my verzekerd bad, dat de bottines zeer duur waren in Ame rika, had ik er een tieu paar meege nomen, en ten einde er geen inko mende rechten voor te betalen ze aile aan boord gedragen. Toen ik 's avonds was aangekomen, zette ik de tien paar bottines voor mijn deur, denkende dat de huisknecht ze zou poetsen. Maar In Noord-Ame- rika vernederen de hotelbedienden zich nooit zoover, dat zy schoenen gaan poetsenook vond ik dc myue den volgenden dag bemodderd terug in dezelfde orde waarin ik ze had neer gezet. gjrTegen elf uur kwam myn vriend my halen en gingen wy samen uit. Wy hadden geeu honderd passen ge daan toen ik bleef staan, en hem vroeg „Zeg eens, William, is hier ergens een apotheker?" ,.Om wat te doen „Ik, ik, ikwilde myn schoenen laten poetsen." „Neen, riep hy schaterlachend uit, ..dat is het eenige, wat gij by een Amerikaar schen apotheker niet ge daan kunt krijgen en misschien Gy ziet het, lezers, als gij fortuin wilt maken in Noord-Amerika, word er dan apotheker. Cenir. Wil men geen verdriet Jhebben, dan late men de vrouwen thuis. Tot dit inzicht ben ik ook gekomen maar helaas een dag te laat Kom, ga eens naar K. dacht ik bij ;my zelf, daar het een zeer mooie Wat drink je dan toch voor den i dag was, en ga eens je zwager duivelj? Huuyadi ïanos Of lander bit- terwater?" „Neen, neeu," antwoordde hy glim lachend, „ik zal u iets uitstekends laten proeven." I)e apotheker was niet ver af. By hem zoowel als by alle anderen vindt men een groot marmeren buffet, waar j bezoeken. Ga je mee vroeg ik mijne vrouw- in een aanval van goede luim. Natuurlyk dat zy dadelijk toe stemde. Je moet je echter haasten, zeide ik, de sneltrein vertrekt om 12 u. 45. Zy was ook zeer spoedig gereed, men de honderden Amerikaansche j en weldra waren wy op straat. Eens dranken. met soda als basis, verkocht.klaps zei mijn vrouw: Vacht even, De soda is een zeer sterk en zeer j ik moet nog eens terug, ik ben dade- zout Selzerwater. Dè Amerikanen i lijk weer by je Precies weet ik het niet, zeide hij, maar ik geloof 1 uur 3'2. Die kan u nog halen. Maar als u wach ten wilt: om 2 uur 15 gaat er een trein. Neen dat duurt my te lang wij zullen maar trachten den boot te bereiken. Kom vrouwtje, nu spoedig En wy snelden naar den stoom bootsteiger. Ik liep vooruit. Na tieu minuten keek ik om geen vrouw was er te zien. Eindelijk komt ze aansuk kelen. Waar blyf je? Wy zullen de boot ook nog missen! Loop maar vooruit antwoordde zy kalmpjes, ik zou er wel gekomen zyn. In de dertig cents bazar heb ik wat voor den kleinen Karei gekocht. Zoo'n vrouw is vreeselyk, als zy tante is! Wy kwamen eindelyk buiten adem aan de aanlegplaats. Ik snelde naar het loket. Te laat riep de kassier. Zoo juist is de boot vertrokken. Nu ga ik een pot bier drinken, en gy [gaat alleen naar huis, kousen stoppen! riep ik mijne vrouw toe. Waarom? vroeg zy, met een onschuldig gezicht. Nu is het kwart voor tweeën, om kwart over tweeën gaat de trein als wy dus hard loopen, kunnen wy den trein nog halen. Dat lachte my toe en daar ik het er nu op gezet had. naar K. te gaan, gaf ik toe. Wy liepen tien minuten, daar bleef myn dierbaren wederhelft staan. O, Hemel door bet loopen heb ik steken in de zijde! Wacht een oogenblik, stamelde ze, buiten adem. Wij bleven staan en nadat ik haar wat eau de cologne had laten ruiken gingen we verder. Juffrouw Peterswaar naar toe roept plotseling eeu klein, dik vrouwtje achter ons. En nu begon er handgedruk en een geklets, dat ik niet meer kon inhouden eu tusschen beiden kwam. Kom toch, of wy zullen dien trein ook nog missen. De vrouw wierp my een woedenden blik toe,, doch ik stoorde my er niet aan en liep verder. Proestend en met zweet bedekt, kwamen wy aan het station. Wy waren bijtijdsom liet fluitje van den ver- trekkenden trein te hooren. U is een ongeluksvogelriep de portier van zooeven my toe. Heeft u de boot niet meer gehaald? Neen, daarom willen wy met dezen trein gaan, antwoordde ik norsch. U komt een oogenblik te laat. Doch als u de onkosten niet ontziet neem dan een yigelante en ryd daarê mede naar Vijfhuizen, van daar gaat om 3 uur een pleizierbootje naar K.. misschien kar u daarmede gaan Laten wy dat doenriep myue vrouw. Dat is een heerlyk tochtje Myn wanhoop was ten top en ik was in een toestand, [waarin my alles hetzelfde was. Zoo buurde ik dan een rijtuig. S'nel naar Vijfhuizenriep ik den koetsier toe en wij stapten in. De wagen bleef rustig staan. Wat beteekent dat riep ik bui ten my zelf van woede, vooruit wy hebben geen tijd te verliezen Een oogenblikje, meneer ik moet eerst wat drinkeu. Ondauks mijn ergernis moest ik Ia- handeld word. chen om bet gezicht mijner vrouw. Maar liet optreden van den burge- Dat is alles uw schuld, riep ik meester wordt hierdoor niet begrype- Had je de koek thuis gelaten, dan zaten we nu goed en wel in Kilburg. Eensklaps werd zy bleek. Myn horloge! stamelde zy en hield een stuk gouden ketting in de hand. Dat ook nog? Nu zyt gij uw horloge ook nog kwrt Misnoegd keerden wij naar huis terug, waar ik met een sigaar myne woede kalmeerde. H. M. de Koningin heeft van H. M. de Koningin van Engeland de Victoria- en Albert-orde gekregen. Een burgenieester voor Den siropen, eieren, vermengen dat met room, likeuren enz. De vrouwen vooral zijn er verzot op en slaau nooit een gelegenheid voor Als burgemeester van Den Haag wordt o. m. genoemd mr. W. J. Snouck Hurgronje, schoolopziener, lid dei- Provinciale Staten eu van den Ge meenteraad. De heer Snouck Hur gronje moet reeds een vorige maal zyn aangezocht, doch toen hebben bedankt. Thans zou hy zich, volgens «Te „Residentiebede", beschikbaar heb ben gesteld. In aansluiting aan het bovenstaande verneemt bet „Hbld.", dat mr. Snouck Hurgronje deze week, op uitnoodiging van den minister van biunenlandscbë zaken, met dezen een conferentie beeft gehouden. Waterlandsche Zeedijk. Door den hoofd-ingenieur van den Provincialen Waterstaat is een nauw keurig onderzoek ingesteld langs den Waterlandscheu Zeedijk, speciaal b\j bet bekende Keynselmeerhij werd vergezeld door bestuurderen van ons hoog-lieemraadscbap. Daar weder eene belangrijke som ter begrooting van 1808 is uitgetrokken, mag men ver wachten dat het gevaarlijke punt, langs de Zuiderzee, weder (in den loop van den a.s. zomer) belangrijk zal versterkt worden, dank zy den goeden zorgen van Wa erlands be stuur. Een klacht. Het Hbltl. heeft van mr. J. G. rid der van Rappard, lid van de Staten van Gelderland, een schrijven ont vangen, waarin de heer Van Rappard zich beklaagt over de wyze waarop de belangen van Nederlandsche inge zetenen, in Frankryk vertoevende, werden behartigd. Wy laten hier volgen watjhet Hbld. mededeelt. lu het jaar 1891 is de heer v. R. gehuwd met eeu Fransche vrouw. Na twee bevallingen werd mevrouw Van Rappard krankzinnig. Hare echt genoot trachtte op alle mogelijke wyze haar genezing, en later ver zachting van haar leed te verkrijgen. Zij werd door diaconessen verpleegd, eerst tehuis, later in Bourgogne en aan de Middellandsche^ Zee, en ten slotte werd, op haar eigen verzoek, in hare geboorteplaats. Auchy by la Bassce, departement Pas dè Calais een villa gehuurd, waar in Augustus van verleden jaar, zy door een voor treffelijke diacouesse verpleegd haar intrek nam. Haai- Fransche familie onttrok haar toeo aau het gezag van haar echt- Sapristiewas ik alleen gegaan, j genoot en voerde haar uit de villa weg. hoe rustig zou ik dan in K. kunnen 1 De heer Van Rappard schrijft zitten. j „En of dit niet genoeg was, is de Eindelyk zette zich de kar in be- j bevolking onder aanvoering van den weging eu op een sukkeldrafje reden garde champctre en onder goedkeu wij naar Vijfhuizen jring van den maire de villa binnen- Nog was het 10 minuten voor drieën, gedrongen, heeft alle goederen aan toen wij er aankwamen. Het was geeu i myn vrouw toebehoorende wegge- gemakkelyke taak om door deD dromhaald, zoogenaamd om bet haar ter van meuscben te driugen, die het baud te stellen; de meubelen zijn ver stokken Na tien "minuten wachten kwam zy eindelijk. Ik heb wat koek meegenomen.bootje bestormden wij waren dik metnield, de gordijnen van de stokkei de kinderen. I stof bedekt en ik transpireerde datgerukt, de tapijten en bekleedsel over zichzelf een glas soda te scben-Maar nu een beetje vlug, zeide myn boord als een vaatdoek om myn der stoelen en canapé's stuk gesne- kcD of te laten schenken. De drank ik buiten adem. Wy kwamen op hetbals hing. den, alle vaat- en glaswerk gebroken. b.v^ komt op vijf-dollar-cent het glas. .perron... daar klonk de bel. Een Eindelijk bereikten w\j ons doel.De goederen der verpleegster waren bericht, dat het huwelijk, dat men William bestelde twee glazen. trein reed voor onzen neus weg. Een mooi, met vlaggen versierd bootje over de geheele villa verspreid, en de1 eertijds in Nederland wettig gesloten rooin-ijs soda Ik ben niet instaat1 -- Is dat de sneltrein? vroeg ik lag voor ons, maar er was geen door- koffers, die alles moesten inhouden had, later even_wettig door b.v. de lyk gemaakt. De heer Van Rappard was van mee' ning, dat er voor de Nederlandsche regcering daarom termen genoeg aan wezig waren om voor onderdanen van H. M. in Frankrijk bescherming van de Fransche regeering te vorderen. Doch bij verklaart ons, die niet ver kregen te hebben. Hij was onmiddellijk nahetgebeurde naar den beer De Stuers te Parijs gegaan, dezen vragende boe hy weder zyn vrouw terugbekomen kon om voor haar te zorgen, en hoe by schadever goeding en bestraffing van de verant woordelijke personen krijgen kon. De heer De Stuers zond ridder Van Rappard naar den procureur de la République... deze zond hem naar den president der rechtbank..,, deze zond hem naar den prefect. Van allen kreeg hy hetzelfde antwoord. Het speet den heeren zeer hem niet te kunnen helpen, maar de artikelen van den Code Civil, waarop by zich beriep, waren „tom bés eu discrédit". Er was geen mid del om hem in staat te stellen weder de zorg van zijne zieke vrouw op zich te nemen. Te Parijs teruggekeerd, kreeg de heer Van Rappard nu toegang tot anders moeilijk te bereiken autoritei ten. De chef van bet kabinet van den miuister van buitenlandseiie zaken zond hem naar den directeur van het kabinet van binnenlandsche zaken, die hem zond naar den directeur de la Siireté. Men zoude hem later bericht zenden. De heer Van Rappard schrijft ver der „Ik waagde bet na acht dagen wachtens nogmaal^ aan te kloppen, doch bier vernam ik spoedig dat op myu verzoek niet gunstig kon worden beschikt. Officieus werd my de raad gegeven mijne vrouw maar weder te rooven, gelijk men haar my geroofd had, maar dat raeu mij niet officieel wilde helpen, omdat er dan te veel gevoeligheden zouden worden opge wekt. Den ssten Mei waren de alge- meene Kamerverkiezingen eu wanneer men mij hielp zouden personen die de regeeringscandidaten steunden, der regeeriug minder welgezind worden ja zelf hun steun aan de tegenpartij verzekeren. Ook vreesde men op dit oogenblik opspraak in de courant. Dit waren alle redenen, om welke men niet doen kon wat men anders zeker zou gedaan hebben. „Alzoo was er voor den Nederlan der, wien zyne door Nederlandsche hoogleeraren krankzinnig verklaarde vrouw hem in Frankrijk ontroofd was, geen rechtsmiddel om haar terug te krijgen, teneinde voor een liefderijke verpleging zorg te dragen. „Over deze zaak en het plunderen myner villa te Auchy had ik na de verklaring van den heer De Stuers te Parijs, dat by aau de zaak niets meer kon doen, een langdurig onder houd met Z. E. den minister van buitenlandseiie zaken te ,s Graven- hage, mr. W. H. de Beaufort. Hoogst welwillend hoorde Z. E. myne klacht aan, en beloofde nogmaals stappen te Parijs te zullen doen. Den 23n Maart mocht ik van Z. E. het antwoord ontvangen, dat, wat betreft de terug- bekoming van mevrouw Van Rap pard, de autoriteiten in deze niet tus- sclieubeide mochten komen, omdat mevrouw Van Rappard eene acte tot scheiding van tafel en bed (by den Franschen rechter) had ingesteld, en dat de president van de rechtbank te Béthune haar voorloopig had toe gestaan, haar intrek te nemen bij hare grootouders te Auchy. Nu be hoeft men nog niet eens candidaatin de rechtsgeleerdheid te zijn om te begrijpen, dat deze president volko men onbevoegd was kennis te nemen van een verzoek tot scheiding van tafei en bed, gedaan door vreemde lingen, die niet in Frankrijk wonen. Op deze manier zoude men 's mor gens aan zyn ontbijttafel verrast kunnen worden door het heuglijke dezen drank te beschrijven, maar den portier, geef u er het recept van. Jawel meneer. op gevonden om een antwoord te kunnen geven aan den Nederland- schen gezant te Parijs, als deze de teruggave van mevrouw Van Rap pard kwam eischen. „Wat betreft het plunderen dei- villa, meende de gezant dat ik des- verkiezendo daarover eene klacht bjj de Fransche justitie had in te dienen; hetwelk ik meende dat geschied was. doordat de gezant in een officieele nota, die ik zelf' met den legatieraad jhr. mr. Van Weede heb opgesteld en aan het ministerie van buitenlaud- sche zaken te Parys heb ingediend, de bovenstaande feiten ter kennis van de Fransche regeering had gebracht. „Ue minister zegt verder dat hot Z. E. zal aangenaam zyn, dienaan gaande eene nadere mededeeling van mij te ontvangen„het zal wel over bodig zyn, laat Z. E. er op volgen, dat eene zaak als deze, wanneer zjj tot een rechtsgeding aanleiding geeft door de Fransche dagbladpers zeer zeker zal besproken worden, en zoo doende ongetwijfeld in de Nederland sche couranten zal worden vermeid. Wellicht zal deze overweging U. H. W. G. terughouden om eene rechter lijke aanklacht over dezo aangelegen heid in te dienenhet zoude mij ten minste voorkomen dat voor U. H. W. G. de onaangenaamheden uit de bespreking in de pers voortvloeiende grooter zullen zyn, dan eene voldoe ning van een altijd zeer twijfelach tige bestraffing der bedrijvers van liet feit, waarover U. H. W. G. klaagt. Ik moet dit echter geheel eu al aan Uwe persoonlijke waardeering over laten." „Tweemalen in deze regels vind ik twijfel uitgedrukt, of er na het plun deren van eens vreemdelings villa in Frankrijk recht te verkrijgen zal zyn, in den aanhef wordt twijfelachtig verklaard, dat de klacht tot een rechtsgeding aanleiding zal geven, in het slot, dat, als er eene vervolging ingesteld wordt, de bestraffing der bedrijvers twijfelachtig zal zijn." De heer Van Rappard verklaart dat hy de opmerking over de bespre king der zaak in de Fransche* eu Nederlandsche pers voor rekening van Z.Exc. laat. „Niets dan de waarheid en de geheele waarheid gezegd heb bende, vrees noch schroom ik Tie bespreking, doch ben ik ter beschik king van elk blad, dat deze zaak op fatsoenlijke wyze wil bespreken. „Moed, Beleid en Trouw." Wy ontvingen het achtste jaarver slag van de vereeniging „Moed, Be leid en Trouw." Uit het overzicht der afdeelingen blijkt dat do vereeni ging over 't algemeen in bloei toe neemt alleen over de afdeelingen „Maastricht" en „Roermond" valt niet veel goeds te melden. De instandhou ding van de afdeeling in de eerste stad is ten eeneumale onmogelijk ge bleken en vermoedelijk zal met de tweede hetzelfde liet geval zyn. In 1897 bedroegen de ontvangsten f I7.178.811/a, terwyl de uitgaven f8894.61 beliepen. Op den len Januari '98 bezat de vereeniging f 46.320.54op den lou Januari '96 f43.219.71, zoodat de vooruitgang in de laatste twee jaren f 3.100,83 bedraagt. Uit den staat der onderstand-genietenden blijkt dat drie dezer zjju overleden, die door 5 ande ren werden vervangen. Vry algemeen wotdt tegenwoordig onderstand ver leend voor een bepaalde periode, waardoor met hen, die ondersteund worden meer geregeld voeling wordt gehouden en men beter op de hoogte blijft van de veranderingen, die zich iu hunne behoeften nu en dan voor doen. Met het verschaffen van betrek kingen aan solliciteerende ridders was men minder gelukkig dan 't vorig jaar. omdat 'tzoo moeilijk is een pas sende betrekking te vinden op het oogenblik, dat iemand beschikbaar is. De braad te Scliagerbrug. Naar aanleiding van dezen brand schrijft de Zijper 67. in een extra nummer Een bewys voor de ongekende snel heid, waarmee de vlammen voortwoe kerden, is zeker wel het t re a rig feit, dat van de 16 getroffen gezinnen zoo goed als niets is gered kunnen worden. De meesten hebben zich ternauwer nood gekleed kannen redden. Hierin ligt niet de minste overdrijving en is 'tniet aan alteratie, maar wei aan den geringen tijd, die ter redding komen aan. .Slechts langzaaam ging om vervoerd te worden, waren alle rechtbank van Hongkong ontbonden overbleef, te wijten, dat het geld, de de stroom voorwaart: gestolen of vernield. UIL L E T O N. De ridder d'Anriac. 30) kwam, scheen het mij alsof ik jaren eu jaren geslapen bad, en de eerste gedachte goid Claude, die ik voor altijd verloren hadde onrust, die zich nu van mij meester maakte deed mij al myu andere pijnen vergeten. Er zijn geen woorden genoeg om dit elleudig gevoel te beschrijven en daarom zwjjg ik hier verder over. Toen gebeurde er iets dat mij myn moed terug gaf, want zoo terneer geslagen was ik door de gedachten aan mijn blindheid geworden, dat ik stellig tot mijn dood toe op dezelfde plaats had blijven liggen. Uit vermoeid- Maar intusschen waren de touwen om myn handen beid keerde ik mijn hoofd naar de andere zyde eu be en voeten zóó stevig gebonden, dat ik my niet kon bewegen, en ook was ik niet instaat iets te zien. Ik wrong mij in allerlei bochten en ei\dely'k en ton laatste geraakte de doek, welke om mijn hoofd was gebonden los, zoodat ik tenminste myu oogen vry had; uitgeput en half gestikt door den prop in mjjn mond. bleef ik even stil liggen en zag toen om mij heen. Maar alles wat ik zag, was hetzelfde als wat ik een oogenblik te voren "had gezien u.m. absolute duisternis. Ik keek en keek, maar kon niets onderscheiden: alleen hoorde ik myn eigen benauwde ademhaling en eeu weemoedig gedrup van water, dat nit de zoldering op den natten vloer viel. Terwyl ik met mijn oogen door die zwarte duister nis traente heen te dringen kwam de gedachte bij my merkte een paar el van mij af twee gloeiende puntjes. Zjj waren zóó klein als speldeknoppen en staarden my recht iu het gelaat. „Het is eeu spel myner verbeel ding," dacht ik by my zelf, toen plotseling een ander paar vurige oogen verscheendaarop volgde eenig ge schuifel en alles werd weder stil. Maar dit schijnbaar onbeteekenende voorval was myn redding. Myn oogen en ooreu beide konden my niet bedriegen. Ik wist, dat ik niet blind was, en van af dat oogenblik keerden myn geestvermogens terug en begon ik een plannetje tot ontsnapping te beramen. Iu myn vestjeszak bevond zich een knipmes; als ik daarbij kon komen zou ik m\j van de touwen kunnen bevrijden. Dat was in elk geval een begin. Ik begon nu myu armen op en neer te bewegen in de hoop dat daardoor de op dc eene of andere vijand moest my dat zeker koorden wat losser zouden geraken, maar na eenige hebben ingefluisterd, dat ik blind was geworden. Die minuten aan deze oefening te hebben verspild, gaf ik gedachte belette my verder te denken en ik verviel in i ze op, begrijpend dat de touwen wel myn vleesch zouden ..AtrlnAi-inff iroaMn 1 lr tnrtli ri.-kr* rta «rol ..nanriit-an muor niat Ineinton Trtfln L*ir«m hat Kii m li een soort van verdooving, waarin ik toch nog de val lende druppels, trachtte te tellen. Toen ik weder bij openrijten, maar niet loslaten. Toen kwam bet by my op dat ik de knoopen wellicht met myn tanden zou kunnen stukbijten en na eenige vergeefsche pogingen ge lukte het mij iu een zittende houding te komen; maar ik zou helaas al te spoedig gewaar worden, dat ik door de prop in myn mond mijn tanden niet kon gebruiken. Waarschijnlijk zijn eronder mijn lezers, die zullen glim lachen over myn vergeetachtigheid en my voor een dwaas houden. Het kan allemaal heel goed zyn, maar ik heb precies opgeschreven, wat er met my gebeurde. Ofschoon mijn zittende houding dus op geeuerlei wyze tot myn bevrijding bijdroeg, kwam er toch een gevoel van verademing over mij. Ik kou myn knieën een weinig optrekken en door het hoofd voorover te buigen veroor zaakten de touwen ray niet zoo'n geweldige pijn meer eu was ik daardoor beter in staat mijn gedachten te ver- zameleu en het nog eens te overdenken. Omtrent de persoonlijkheid van Babette koesterde ik geen den men- schen twijfel meer. Als men die stem eens gehoord bad zou men haar niet licht vergeten, en vooral niet onder zulke omstandigheden als waarin ik toen verkeerdeen mocht ik nog eeuigen twijfel koestereu, dan werd dezen geheel weggenomeu door het feit, dat Babette zeer goed by de Gomeron bekend was zy was waarschijnlijk marketentster by onze afdeeling geweest en baar huis den naam „Het Gulden Vlies" droeg. Die naam was bepaald door haar uitgedacht en de beteekenis er van werd my duidelijk toen ik my de verschrikkelijke scène herinnerde, die by don stervenden Leyva was afgespeeld. Wat de Gomeron betrof, dien kende ik genoeg om te weten, dat hy zyn spel wet goed zou spelen. Het geheele plan, wat hem aanging tenminste, was ineens by hem opgekomen en ten uitvoer gebracht dat was duidelijk genoeg. Terwijl ik nog eens goed over het gebeurde was. Dit was er natuurlijk alleen1 kasboeken en meer noodige dingen nadacht was liet mij alsof iemand do verklaring er van voor my had opgesteld. Klaarblijkelijk had de Gomeron tot bet laatste oogenblik toe gehoopt, dat de koning op Biron's aandringen eindelyk zou toegeven. Toen hij zag, dat alles voor hein verloren was, had hy ongetwijfeld het plan opgevat met geweld zyn zin door te zetten en zich door de mededeehngen van zjjn hand langer of spiou, Ravaillac, genoodzaakt gezien zjjn slag terstond te slaan. Hy had het wel goed aangelegd. Myn verdwijning - mijn dood paard arme Couronne! dit alies bewees genoeg, dar ik de bewerker van de ontvoering was ge weest en zoodoende had de Gomeron allen tyd om zyn plannen verder uit te voeren. De man, dien ik doorstoken had, zou nooit meer spreken, tot dusver had de Camarguer dus het spel geheel in handen. Toen begon ik weer aan mevrouw te denkeneen weinig gekalmeerd begreep ik, dat zy voor het oogen blik tenminste in veiligheid was, dat was voor de Gome- ron's eigen bestwil, er bestond dos nog wel eenige hoop voor haar, zoo al niet voor mjj, want vro.ger or later, door de bemoeiingen van de betrekkingeu van mevrouw, den koning en Tremouiile aan de eene zyde on Belinen Sully aan de andere, zou het toch slecht voorden kapi- teiu afloopen, wat er ook met mij gebeurde. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 6