De mislukte Reis.
Een iiinerikaansche
Apotheek.
Gelooft me, waarde lezers, als er i
Men neemt een zeer groot glas van Nu kunt ge gaan zitten ea je Ik bemerkte eeu bord met opschrift„Der verpleegster werd by haar
een fabelachtige dikte, men valt het koek opeteu! gaf ik" myne vrouw ten Kaarten worden aan boord afgegeven, vertrek uit Auchy ketelmuziek ge-
kalf met vanille-ys cn verder met antwoord. Dus wy moesten er doorheen. j bracht, voor welke muziek demaire
sodamen roert het flink om en drinkt, Wat moeten wy uu doen Eindelijk stonden nog maar tien j van Auchy de ketels had geleverd."
men eet tegelijk! Vrouwen ontbreekt het nooit aan personen voor my. daar werd de loop- De oorzaak van de volksopwicdiug
plark weggehaald, een gillend gefluitscby'ot deels fanatisme, deels de on-
volgde en de boot zette zich langzaam; juiste mceuiog te zyn geweest, dat
in beweging. jtuevrouw Yau Rappard niet goed be-
De gassen van soda prikkelen nw goeden raad.
onder u zyn, die fortuin willen maken j neusgaten, bet vocht prikkelt u de Laten wy met de boot gaan,
in Noord-Amerika, dan hebt gij niets tong, terwyl het ijs. dat gij by groote zeide ze, dat is nog goedkooper.
beters te doen dan er u als apotheker stukken binnen krijgt, 11 den ademHet idee was niet slecht. Ik ging
te Vestigen. Daar ginds is een apotheek
een goudmijn.
Om u te overtuigen, aldus schrijft
een Europeaau, zai ik u vertellen, hoe
ik met deze verwonderlijke en zenuw
achtige magazijnen, drugstore ge
naamd, kennis maakte, maar die door
vreemdelingen juister genoemd wor
den Algemeen entrepot van allerlei
koopwaren.
Toen ik le New-Vork op een Zon
dag tegen 8 uur 's voormiddags aau
wal stapte, was de eerste, dien ik
ontmoette, myn vriend William P.,
met wien ik te Parijs kennis had aan
geknoopt, waar hij elk jaar gedurende
vier maanden het. geld komt verteren,
dat bij in de andere acht van bet jaar
te New-York heeft verdiend.
In Frankrijk leeft by alleen voor
zijn plezierin Amerika alleen voor
zyn zaken.
William had my beloofd mijn gids
in New-York te zyn en ik heb er geen aar is het postkantoor
berouw van gehad mij aan hem toe-ik aan myn vriend,
vertrouwd te kebbqp. Den Zondag-
afsnijdt en u bijna doet stikkenGinds weer naar den portier toe en vroeg
noemt men die verschillende gewaar-,hem wanneer een boot naar K. ver
wordingen heerlyk ik heb ze afschu- trok.
weljjk gevonden
Na het middagmaal gingen wy
Broadway, de belangrijkste straat,
weer op.'
„Wil je rooken!" vroeg William
my, „wy hebben in New-York de
beste sigaren van de wereld,"
„Ik zou er wezenlijk gaarne een
rooken."
„Kom," zeide hij stil blijvende staan,
„er moet hier ergens een apotheker
wonen
„Wat! voor sigaren ook al?
En werkelijk vonden wy by den
naasten apotheker uitstekende sigaren.
Wij begaven ons naar myn hotel.
Onderweg herinnerde ik my nog, dat
ik een pakje brieven by my had, die
ik gedurende den overtocht op de boat
had geschreven.
vroeg
morgen ontbeten wy in het beroemde
restaurant Delmonico.
N'a een uitstekenden maaltijd be
sloten wij naar het Central Park te
gaan. dat in het geheel niet cen
traal is, aangezien het verscheiden
kilometers van de stad verwijderd
ligt. Wy begaven ons naar het station
van den spoorweg, die ons naar het
park moest brengen. William had in
bet knoopsgat van zyn jacquetteeen
prachtige roos, waarvan de levendige
kleur en de geur den geheelen morgen
myn gezichts- eu myn reukorganen
hadden geprikkeld.
„Wat heb je daar een mooie roos,
William," zeide ik eindelijk onder "net
gaan.
„Prachtig, niet waar?"
Èn na een vluchtigen blik op mijn
knoopsgat
„"Verschoon mij," voegde hij er aan
toe, „ik had er aau moeten denken,
n er een aan te meden. Maar beter
laat dan nooit."
H\j bleef stilstaan en zag rond,
terwijl hy zeide:
„Kom, er moet hier ergens een
apotheker zijn."
„Een apothekerriep ik uit, „waar
voor dat ben je niet wel
„Wel neen, vriend, om bloemen te
koopen
„Bloemen! bij een apotheker!"
..Wel zeker, dat zal je zien."
Een paar stappen verder woonde
een apotheker. In Noord-Amerika
vindt men er een op bijna eiken hoek
van een straat, en bij dezen zoowel
als by alle anderen verkoopt men
versche bloemen.
Wy brachten een paar uren inliet
Central Park door, dat zeer uitge
strekt is, misschien het grootste van
de wereld.
In Juli is het zeer warm in New-
Vorkwy waren dan ook in de stad
teruggekeerd, en William verklaarde
my, dat zijn keel verschrikkelijk droog
was.
„En jy," vroeg bij mij, „heb jij geen
dorst
„Och, ik zou met genoegen iets
gebruiken."
„Kom." zeide William met de
grootste kalmte, „er moet hier ergens
een apotheker wonen."
„Wat, om te drinken?"
„We! zeker.'
„Het is niet noodig naar de post
te gaan," zeide hy, „op den hoek van
elke straat bevindt zich een brieven
bus, in deze wjjk wordeu zy elk uur
gelicht."
„Uitstekend," zeide ik, „maar ik heb
geen Amcribaansche postzegels."
„O, niets is gemakkelijker," her
vatte William1 „Er moet hier ergens
een apotheker wonen
Alle apothekers verkoopen postze
gels evenals zij bloemen, tabak, siga
ren, wijn, cognac, champagne, wan
delstokken, portemonnaies, portefeuil
les, bonbons, toegangsbiljetten voor
concerten, scheermessen, lucifers, pa
pier, parfumerieën verkoopeu
Daar men my verzekerd bad, dat
de bottines zeer duur waren in Ame
rika, had ik er een tieu paar meege
nomen, en ten einde er geen inko
mende rechten voor te betalen ze aile
aan boord gedragen.
Toen ik 's avonds was aangekomen,
zette ik de tien paar bottines voor
mijn deur, denkende dat de huisknecht
ze zou poetsen. Maar In Noord-Ame-
rika vernederen de hotelbedienden
zich nooit zoover, dat zy schoenen gaan
poetsenook vond ik dc myue den
volgenden dag bemodderd terug in
dezelfde orde waarin ik ze had neer
gezet.
gjrTegen elf uur kwam myn vriend
my halen en gingen wy samen uit.
Wy hadden geeu honderd passen ge
daan toen ik bleef staan, en hem vroeg
„Zeg eens, William, is hier ergens
een apotheker?"
,.Om wat te doen
„Ik, ik, ikwilde myn schoenen
laten poetsen."
„Neen, riep hy schaterlachend uit,
..dat is het eenige, wat gij by een
Amerikaar schen apotheker niet ge
daan kunt krijgen en misschien
Gy ziet het, lezers, als gij fortuin
wilt maken in Noord-Amerika, word
er dan apotheker.
Cenir.
Wil men geen verdriet Jhebben, dan
late men de vrouwen thuis. Tot dit
inzicht ben ik ook gekomen maar
helaas een dag te laat
Kom, ga eens naar K. dacht ik
bij ;my zelf, daar het een zeer mooie
Wat drink je dan toch voor den i dag was, en ga eens je zwager
duivelj? Huuyadi ïanos Of lander bit-
terwater?"
„Neen, neeu," antwoordde hy glim
lachend, „ik zal u iets uitstekends
laten proeven."
I)e apotheker was niet ver af. By
hem zoowel als by alle anderen vindt
men een groot marmeren buffet, waar j
bezoeken.
Ga je mee vroeg ik mijne vrouw-
in een aanval van goede luim.
Natuurlyk dat zy dadelijk toe
stemde.
Je moet je echter haasten, zeide
ik, de sneltrein vertrekt om 12 u. 45.
Zy was ook zeer spoedig gereed,
men de honderden Amerikaansche j en weldra waren wy op straat. Eens
dranken. met soda als basis, verkocht.klaps zei mijn vrouw: Vacht even,
De soda is een zeer sterk en zeer j ik moet nog eens terug, ik ben dade-
zout Selzerwater. Dè Amerikanen i lijk weer by je
Precies weet ik het niet, zeide
hij, maar ik geloof 1 uur 3'2. Die
kan u nog halen. Maar als u wach
ten wilt: om 2 uur 15 gaat er een
trein.
Neen dat duurt my te lang
wij zullen maar trachten den boot te
bereiken.
Kom vrouwtje, nu spoedig
En wy snelden naar den stoom
bootsteiger.
Ik liep vooruit. Na tieu minuten
keek ik om geen vrouw was er
te zien. Eindelijk komt ze aansuk
kelen.
Waar blyf je? Wy zullen de
boot ook nog missen!
Loop maar vooruit antwoordde
zy kalmpjes, ik zou er wel gekomen
zyn. In de dertig cents bazar heb ik
wat voor den kleinen Karei gekocht.
Zoo'n vrouw is vreeselyk, als zy
tante is!
Wy kwamen eindelyk buiten adem
aan de aanlegplaats. Ik snelde naar
het loket.
Te laat riep de kassier. Zoo
juist is de boot vertrokken.
Nu ga ik een pot bier drinken,
en gy [gaat alleen naar huis, kousen
stoppen! riep ik mijne vrouw toe.
Waarom? vroeg zy, met een
onschuldig gezicht.
Nu is het kwart voor tweeën,
om kwart over tweeën gaat de trein
als wy dus hard loopen, kunnen wy
den trein nog halen.
Dat lachte my toe en daar ik het
er nu op gezet had. naar K. te gaan,
gaf ik toe.
Wy liepen tien minuten, daar bleef
myn dierbaren wederhelft staan.
O, Hemel door bet loopen heb
ik steken in de zijde! Wacht een
oogenblik, stamelde ze, buiten adem.
Wij bleven staan en nadat ik haar
wat eau de cologne had laten ruiken
gingen we verder.
Juffrouw Peterswaar naar toe
roept plotseling eeu klein, dik vrouwtje
achter ons.
En nu begon er handgedruk en
een geklets, dat ik niet meer kon
inhouden eu tusschen beiden kwam.
Kom toch, of wy zullen dien
trein ook nog missen. De vrouw wierp
my een woedenden blik toe,, doch ik
stoorde my er niet aan en liep verder.
Proestend en met zweet bedekt,
kwamen wy aan het station. Wy waren
bijtijdsom liet fluitje van den ver-
trekkenden trein te hooren.
U is een ongeluksvogelriep de
portier van zooeven my toe. Heeft
u de boot niet meer gehaald?
Neen, daarom willen wy met
dezen trein gaan, antwoordde ik norsch.
U komt een oogenblik te laat.
Doch als u de onkosten niet ontziet
neem dan een yigelante en ryd daarê
mede naar Vijfhuizen, van daar gaat
om 3 uur een pleizierbootje naar K..
misschien kar u daarmede gaan
Laten wy dat doenriep myue
vrouw. Dat is een heerlyk tochtje
Myn wanhoop was ten top en
ik was in een toestand, [waarin my
alles hetzelfde was.
Zoo buurde ik dan een rijtuig.
S'nel naar Vijfhuizenriep ik
den koetsier toe en wij stapten in.
De wagen bleef rustig staan.
Wat beteekent dat riep ik bui
ten my zelf van woede, vooruit wy
hebben geen tijd te verliezen
Een oogenblikje, meneer ik moet
eerst wat drinkeu.
Ondauks mijn ergernis moest ik Ia- handeld word.
chen om bet gezicht mijner vrouw. Maar liet optreden van den burge-
Dat is alles uw schuld, riep ik meester wordt hierdoor niet begrype-
Had je de koek thuis gelaten, dan
zaten we nu goed en wel in Kilburg.
Eensklaps werd zy bleek.
Myn horloge! stamelde zy en
hield een stuk gouden ketting in de
hand.
Dat ook nog? Nu zyt gij uw
horloge ook nog kwrt
Misnoegd keerden wij naar huis terug,
waar ik met een sigaar myne woede
kalmeerde.
H. M. de Koningin heeft van H.
M. de Koningin van Engeland de
Victoria- en Albert-orde gekregen.
Een burgenieester voor Den
siropen, eieren,
vermengen dat met
room, likeuren enz.
De vrouwen vooral zijn er verzot
op en slaau nooit een gelegenheid voor
Als burgemeester van Den Haag
wordt o. m. genoemd mr. W. J. Snouck
Hurgronje, schoolopziener, lid dei-
Provinciale Staten eu van den Ge
meenteraad. De heer Snouck Hur
gronje moet reeds een vorige maal
zyn aangezocht, doch toen hebben
bedankt. Thans zou hy zich, volgens
«Te „Residentiebede", beschikbaar heb
ben gesteld.
In aansluiting aan het bovenstaande
verneemt bet „Hbld.", dat mr. Snouck
Hurgronje deze week, op uitnoodiging
van den minister van biunenlandscbë
zaken, met dezen een conferentie beeft
gehouden.
Waterlandsche Zeedijk.
Door den hoofd-ingenieur van den
Provincialen Waterstaat is een nauw
keurig onderzoek ingesteld langs den
Waterlandscheu Zeedijk, speciaal b\j
bet bekende Keynselmeerhij werd
vergezeld door bestuurderen van ons
hoog-lieemraadscbap. Daar weder eene
belangrijke som ter begrooting van
1808 is uitgetrokken, mag men ver
wachten dat het gevaarlijke punt,
langs de Zuiderzee, weder (in den
loop van den a.s. zomer) belangrijk
zal versterkt worden, dank zy den
goeden zorgen van Wa erlands be
stuur.
Een klacht.
Het Hbltl. heeft van mr. J. G. rid
der van Rappard, lid van de Staten
van Gelderland, een schrijven ont
vangen, waarin de heer Van Rappard
zich beklaagt over de wyze waarop
de belangen van Nederlandsche inge
zetenen, in Frankryk vertoevende,
werden behartigd.
Wy laten hier volgen watjhet Hbld.
mededeelt.
lu het jaar 1891 is de heer v. R.
gehuwd met eeu Fransche vrouw.
Na twee bevallingen werd mevrouw
Van Rappard krankzinnig. Hare echt
genoot trachtte op alle mogelijke
wyze haar genezing, en later ver
zachting van haar leed te verkrijgen.
Zij werd door diaconessen verpleegd,
eerst tehuis, later in Bourgogne en
aan de Middellandsche^ Zee, en ten
slotte werd, op haar eigen verzoek,
in hare geboorteplaats. Auchy by la
Bassce, departement Pas dè Calais
een villa gehuurd, waar in Augustus
van verleden jaar, zy door een voor
treffelijke diacouesse verpleegd haar
intrek nam.
Haai- Fransche familie onttrok haar
toeo aau het gezag van haar echt-
Sapristiewas ik alleen gegaan, j genoot en voerde haar uit de villa weg.
hoe rustig zou ik dan in K. kunnen 1 De heer Van Rappard schrijft
zitten. j „En of dit niet genoeg was, is de
Eindelyk zette zich de kar in be- j bevolking onder aanvoering van den
weging eu op een sukkeldrafje reden garde champctre en onder goedkeu
wij naar Vijfhuizen jring van den maire de villa binnen-
Nog was het 10 minuten voor drieën, gedrongen, heeft alle goederen aan
toen wij er aankwamen. Het was geeu i myn vrouw toebehoorende wegge-
gemakkelyke taak om door deD dromhaald, zoogenaamd om bet haar ter
van meuscben te driugen, die het baud te stellen; de meubelen zijn ver
stokken
Na tien "minuten wachten kwam
zy eindelijk.
Ik heb wat koek meegenomen.bootje bestormden wij waren dik metnield, de gordijnen van de stokkei
de kinderen. I stof bedekt en ik transpireerde datgerukt, de tapijten en bekleedsel
over zichzelf een glas soda te scben-Maar nu een beetje vlug, zeide myn boord als een vaatdoek om myn der stoelen en canapé's stuk gesne-
kcD of te laten schenken. De drank ik buiten adem. Wy kwamen op hetbals hing. den, alle vaat- en glaswerk gebroken. b.v^
komt op vijf-dollar-cent het glas. .perron... daar klonk de bel. Een Eindelijk bereikten w\j ons doel.De goederen der verpleegster waren bericht, dat het huwelijk, dat men
William bestelde twee glazen. trein reed voor onzen neus weg. Een mooi, met vlaggen versierd bootje over de geheele villa verspreid, en de1 eertijds in Nederland wettig gesloten
rooin-ijs soda Ik ben niet instaat1 -- Is dat de sneltrein? vroeg ik lag voor ons, maar er was geen door- koffers, die alles moesten inhouden had, later even_wettig door b.v. de
lyk gemaakt.
De heer Van Rappard was van mee'
ning, dat er voor de Nederlandsche
regcering daarom termen genoeg aan
wezig waren om voor onderdanen van
H. M. in Frankrijk bescherming van
de Fransche regeering te vorderen.
Doch bij verklaart ons, die niet ver
kregen te hebben.
Hij was onmiddellijk nahetgebeurde
naar den beer De Stuers te Parijs
gegaan, dezen vragende boe hy weder
zyn vrouw terugbekomen kon om voor
haar te zorgen, en hoe by schadever
goeding en bestraffing van de verant
woordelijke personen krijgen kon.
De heer De Stuers zond ridder Van
Rappard naar den procureur de la
République... deze zond hem naar den
president der rechtbank..,, deze zond
hem naar den prefect. Van allen kreeg
hy hetzelfde antwoord. Het speet den
heeren zeer hem niet te kunnen helpen,
maar de artikelen van den Code Civil,
waarop by zich beriep, waren „tom
bés eu discrédit". Er was geen mid
del om hem in staat te stellen weder
de zorg van zijne zieke vrouw op zich
te nemen.
Te Parijs teruggekeerd, kreeg de
heer Van Rappard nu toegang tot
anders moeilijk te bereiken autoritei
ten. De chef van bet kabinet van den
miuister van buitenlandseiie zaken
zond hem naar den directeur van het
kabinet van binnenlandsche zaken, die
hem zond naar den directeur de la
Siireté. Men zoude hem later bericht
zenden.
De heer Van Rappard schrijft ver
der
„Ik waagde bet na acht dagen
wachtens nogmaal^ aan te kloppen,
doch bier vernam ik spoedig dat op
myu verzoek niet gunstig kon worden
beschikt. Officieus werd my de raad
gegeven mijne vrouw maar weder te
rooven, gelijk men haar my geroofd
had, maar dat raeu mij niet officieel
wilde helpen, omdat er dan te veel
gevoeligheden zouden worden opge
wekt. Den ssten Mei waren de alge-
meene Kamerverkiezingen eu wanneer
men mij hielp zouden personen die de
regeeringscandidaten steunden, der
regeeriug minder welgezind worden
ja zelf hun steun aan de tegenpartij
verzekeren. Ook vreesde men op dit
oogenblik opspraak in de courant. Dit
waren alle redenen, om welke men
niet doen kon wat men anders zeker
zou gedaan hebben.
„Alzoo was er voor den Nederlan
der, wien zyne door Nederlandsche
hoogleeraren krankzinnig verklaarde
vrouw hem in Frankrijk ontroofd was,
geen rechtsmiddel om haar terug te
krijgen, teneinde voor een liefderijke
verpleging zorg te dragen.
„Over deze zaak en het plunderen
myner villa te Auchy had ik na de
verklaring van den heer De Stuers
te Parijs, dat by aau de zaak niets
meer kon doen, een langdurig onder
houd met Z. E. den minister van
buitenlandseiie zaken te ,s Graven-
hage, mr. W. H. de Beaufort. Hoogst
welwillend hoorde Z. E. myne klacht
aan, en beloofde nogmaals stappen te
Parijs te zullen doen. Den 23n Maart
mocht ik van Z. E. het antwoord
ontvangen, dat, wat betreft de terug-
bekoming van mevrouw Van Rap
pard, de autoriteiten in deze niet tus-
sclieubeide mochten komen, omdat
mevrouw Van Rappard eene acte tot
scheiding van tafel en bed (by den
Franschen rechter) had ingesteld, en
dat de president van de rechtbank
te Béthune haar voorloopig had toe
gestaan, haar intrek te nemen bij
hare grootouders te Auchy. Nu be
hoeft men nog niet eens candidaatin
de rechtsgeleerdheid te zijn om te
begrijpen, dat deze president volko
men onbevoegd was kennis te nemen
van een verzoek tot scheiding van
tafei en bed, gedaan door vreemde
lingen, die niet in Frankrijk wonen.
Op deze manier zoude men 's mor
gens aan zyn ontbijttafel verrast
kunnen worden door het heuglijke
dezen drank te beschrijven, maar den portier,
geef u er het recept van. Jawel meneer.
op gevonden om een antwoord te
kunnen geven aan den Nederland-
schen gezant te Parijs, als deze de
teruggave van mevrouw Van Rap
pard kwam eischen.
„Wat betreft het plunderen dei-
villa, meende de gezant dat ik des-
verkiezendo daarover eene klacht bjj
de Fransche justitie had in te dienen;
hetwelk ik meende dat geschied was.
doordat de gezant in een officieele
nota, die ik zelf' met den legatieraad
jhr. mr. Van Weede heb opgesteld
en aan het ministerie van buitenlaud-
sche zaken te Parys heb ingediend,
de bovenstaande feiten ter kennis van
de Fransche regeering had gebracht.
„Ue minister zegt verder dat hot
Z. E. zal aangenaam zyn, dienaan
gaande eene nadere mededeeling van
mij te ontvangen„het zal wel over
bodig zyn, laat Z. E. er op volgen,
dat eene zaak als deze, wanneer zjj
tot een rechtsgeding aanleiding geeft
door de Fransche dagbladpers zeer
zeker zal besproken worden, en zoo
doende ongetwijfeld in de Nederland
sche couranten zal worden vermeid.
Wellicht zal deze overweging U. H.
W. G. terughouden om eene rechter
lijke aanklacht over dezo aangelegen
heid in te dienenhet zoude mij ten
minste voorkomen dat voor U. H.
W. G. de onaangenaamheden uit de
bespreking in de pers voortvloeiende
grooter zullen zyn, dan eene voldoe
ning van een altijd zeer twijfelach
tige bestraffing der bedrijvers van
liet feit, waarover U. H. W. G. klaagt.
Ik moet dit echter geheel eu al aan
Uwe persoonlijke waardeering over
laten."
„Tweemalen in deze regels vind ik
twijfel uitgedrukt, of er na het plun
deren van eens vreemdelings villa in
Frankrijk recht te verkrijgen zal zyn,
in den aanhef wordt twijfelachtig
verklaard, dat de klacht tot een
rechtsgeding aanleiding zal geven, in
het slot, dat, als er eene vervolging
ingesteld wordt, de bestraffing der
bedrijvers twijfelachtig zal zijn."
De heer Van Rappard verklaart
dat hy de opmerking over de bespre
king der zaak in de Fransche* eu
Nederlandsche pers voor rekening van
Z.Exc. laat. „Niets dan de waarheid
en de geheele waarheid gezegd heb
bende, vrees noch schroom ik Tie
bespreking, doch ben ik ter beschik
king van elk blad, dat deze zaak op
fatsoenlijke wyze wil bespreken.
„Moed, Beleid en Trouw."
Wy ontvingen het achtste jaarver
slag van de vereeniging „Moed, Be
leid en Trouw." Uit het overzicht
der afdeelingen blijkt dat do vereeni
ging over 't algemeen in bloei toe
neemt alleen over de afdeelingen
„Maastricht" en „Roermond" valt niet
veel goeds te melden. De instandhou
ding van de afdeeling in de eerste
stad is ten eeneumale onmogelijk ge
bleken en vermoedelijk zal met
de tweede hetzelfde liet geval zyn.
In 1897 bedroegen de ontvangsten
f I7.178.811/a, terwyl de uitgaven
f8894.61 beliepen.
Op den len Januari '98 bezat de
vereeniging f 46.320.54op den lou
Januari '96 f43.219.71, zoodat de
vooruitgang in de laatste twee jaren
f 3.100,83 bedraagt. Uit den staat der
onderstand-genietenden blijkt dat drie
dezer zjju overleden, die door 5 ande
ren werden vervangen. Vry algemeen
wotdt tegenwoordig onderstand ver
leend voor een bepaalde periode,
waardoor met hen, die ondersteund
worden meer geregeld voeling wordt
gehouden en men beter op de hoogte
blijft van de veranderingen, die zich
iu hunne behoeften nu en dan voor
doen. Met het verschaffen van betrek
kingen aan solliciteerende ridders was
men minder gelukkig dan 't vorig
jaar. omdat 'tzoo moeilijk is een pas
sende betrekking te vinden op het
oogenblik, dat iemand beschikbaar is.
De braad te Scliagerbrug.
Naar aanleiding van dezen brand
schrijft de Zijper 67. in een extra
nummer
Een bewys voor de ongekende snel
heid, waarmee de vlammen voortwoe
kerden, is zeker wel het t re a rig feit,
dat van de 16 getroffen gezinnen zoo
goed als niets is gered kunnen worden.
De meesten hebben zich ternauwer
nood gekleed kannen redden. Hierin
ligt niet de minste overdrijving en
is 'tniet aan alteratie, maar wei aan
den geringen tijd, die ter redding
komen aan. .Slechts langzaaam ging om vervoerd te worden, waren alle rechtbank van Hongkong ontbonden overbleef, te wijten, dat het geld, de
de stroom voorwaart:
gestolen of vernield.
UIL L E T O N.
De ridder d'Anriac.
30)
kwam, scheen het mij alsof ik jaren eu jaren geslapen
bad, en de eerste gedachte goid Claude, die ik voor
altijd verloren hadde onrust, die zich nu van mij
meester maakte deed mij al myu andere pijnen vergeten.
Er zijn geen woorden genoeg om dit elleudig gevoel
te beschrijven en daarom zwjjg ik hier verder over.
Toen gebeurde er iets dat mij myn moed terug gaf,
want zoo terneer geslagen was ik door de gedachten
aan mijn blindheid geworden, dat ik stellig tot mijn dood
toe op dezelfde plaats had blijven liggen. Uit vermoeid-
Maar intusschen waren de touwen om myn handen beid keerde ik mijn hoofd naar de andere zyde eu be
en voeten zóó stevig gebonden, dat ik my niet kon
bewegen, en ook was ik niet instaat iets te zien. Ik
wrong mij in allerlei bochten en ei\dely'k en ton laatste
geraakte de doek, welke om mijn hoofd was gebonden
los, zoodat ik tenminste myu oogen vry had; uitgeput
en half gestikt door den prop in mjjn mond. bleef ik
even stil liggen en zag toen om mij heen. Maar alles
wat ik zag, was hetzelfde als wat ik een oogenblik
te voren "had gezien u.m. absolute duisternis. Ik keek
en keek, maar kon niets onderscheiden: alleen hoorde
ik myn eigen benauwde ademhaling en eeu weemoedig
gedrup van water, dat nit de zoldering op den natten
vloer viel.
Terwyl ik met mijn oogen door die zwarte duister
nis traente heen te dringen kwam de gedachte bij my
merkte een paar el van mij af twee gloeiende puntjes.
Zjj waren zóó klein als speldeknoppen en staarden my
recht iu het gelaat. „Het is eeu spel myner verbeel
ding," dacht ik by my zelf, toen plotseling een ander
paar vurige oogen verscheendaarop volgde eenig ge
schuifel en alles werd weder stil.
Maar dit schijnbaar onbeteekenende voorval was myn
redding. Myn oogen en ooreu beide konden my niet
bedriegen. Ik wist, dat ik niet blind was, en van af dat
oogenblik keerden myn geestvermogens terug en begon
ik een plannetje tot ontsnapping te beramen. Iu myn
vestjeszak bevond zich een knipmes; als ik daarbij kon
komen zou ik m\j van de touwen kunnen bevrijden.
Dat was in elk geval een begin. Ik begon nu myu armen
op en neer te bewegen in de hoop dat daardoor de
op dc eene of andere vijand moest my dat zeker koorden wat losser zouden geraken, maar na eenige
hebben ingefluisterd, dat ik blind was geworden. Die minuten aan deze oefening te hebben verspild, gaf ik
gedachte belette my verder te denken en ik verviel in i ze op, begrijpend dat de touwen wel myn vleesch zouden
..AtrlnAi-inff iroaMn 1 lr tnrtli ri.-kr* rta «rol ..nanriit-an muor niat Ineinton Trtfln L*ir«m hat Kii m li
een soort van verdooving, waarin ik toch nog de val
lende druppels, trachtte te tellen. Toen ik weder bij
openrijten, maar niet loslaten. Toen kwam bet by my
op dat ik de knoopen wellicht met myn tanden zou
kunnen stukbijten en na eenige vergeefsche pogingen ge
lukte het mij iu een zittende houding te komen; maar
ik zou helaas al te spoedig gewaar worden, dat ik door
de prop in myn mond mijn tanden niet kon gebruiken.
Waarschijnlijk zijn eronder mijn lezers, die zullen glim
lachen over myn vergeetachtigheid en my voor een dwaas
houden. Het kan allemaal heel goed zyn, maar ik heb
precies opgeschreven, wat er met my gebeurde.
Ofschoon mijn zittende houding dus op geeuerlei wyze
tot myn bevrijding bijdroeg, kwam er toch een gevoel
van verademing over mij. Ik kou myn knieën een weinig
optrekken en door het hoofd voorover te buigen veroor
zaakten de touwen ray niet zoo'n geweldige pijn meer
eu was ik daardoor beter in staat mijn gedachten te ver-
zameleu en het nog eens te overdenken. Omtrent de
persoonlijkheid van Babette koesterde ik geen den men-
schen twijfel meer.
Als men die stem eens gehoord bad zou men haar niet
licht vergeten, en vooral niet onder zulke omstandigheden
als waarin ik toen verkeerdeen mocht ik nog eeuigen
twijfel koestereu, dan werd dezen geheel weggenomeu
door het feit, dat Babette zeer goed by de Gomeron
bekend was zy was waarschijnlijk marketentster by
onze afdeeling geweest en baar huis den naam „Het
Gulden Vlies" droeg. Die naam was bepaald door haar
uitgedacht en de beteekenis er van werd my duidelijk
toen ik my de verschrikkelijke scène herinnerde, die by
don stervenden Leyva was afgespeeld.
Wat de Gomeron betrof, dien kende ik genoeg om te
weten, dat hy zyn spel wet goed zou spelen. Het geheele
plan, wat hem aanging tenminste, was ineens by hem
opgekomen en ten uitvoer gebracht dat was duidelijk
genoeg. Terwijl ik nog eens goed over het gebeurde
was. Dit was er natuurlijk alleen1 kasboeken en meer noodige dingen
nadacht was liet mij alsof iemand do verklaring er
van voor my had opgesteld. Klaarblijkelijk had de
Gomeron tot bet laatste oogenblik toe gehoopt, dat de
koning op Biron's aandringen eindelyk zou toegeven.
Toen hij zag, dat alles voor hein verloren was, had hy
ongetwijfeld het plan opgevat met geweld zyn zin door
te zetten en zich door de mededeehngen van zjjn hand
langer of spiou, Ravaillac, genoodzaakt gezien zjjn slag
terstond te slaan.
Hy had het wel goed aangelegd. Myn verdwijning -
mijn dood paard arme Couronne! dit alies bewees
genoeg, dar ik de bewerker van de ontvoering was ge
weest en zoodoende had de Gomeron allen tyd om zyn
plannen verder uit te voeren. De man, dien ik doorstoken
had, zou nooit meer spreken, tot dusver had de Camarguer
dus het spel geheel in handen.
Toen begon ik weer aan mevrouw te denkeneen
weinig gekalmeerd begreep ik, dat zy voor het oogen
blik tenminste in veiligheid was, dat was voor de Gome-
ron's eigen bestwil, er bestond dos nog wel eenige hoop
voor haar, zoo al niet voor mjj, want vro.ger or later,
door de bemoeiingen van de betrekkingeu van mevrouw,
den koning en Tremouiile aan de eene zyde on Belinen
Sully aan de andere, zou het toch slecht voorden kapi-
teiu afloopen, wat er ook met mij gebeurde.
Wordt vervolgd.