weld, de revolutie, alle heil te ver- De Mei-meeting te Haarlem, over-| Ben voorloopig program van de wachten, en men begint gelukkig j tuigd van de onschuld der Gebr. Hoo- j Öoptember-feestelykheden is bekend meer en meer in te zien, dat eene1 gerhuis verlangt hunne onmiddellijkegeworden, maar het is nog niet defi- inaatschappy, hoe vermolmd zy moge I in vrijheidstelling. jnitief vastgesteld. Het comité kibbelt zijn, niet valt op bazuingeschal euVerder deelen wjj mede, dat het nog steeds met den architect Jurriaan onmogelijk te niet is te doen door j landelijk comité het Mei-comité voor- Kok over diens denkbeeld eener cen- optochten en moties. I stelde na de Mei-beweging zich niet 't Is niet gevonden, meende de heer j te ontbinden, maar over te gaan in Methófer wanneer men de eene re- een plaatselijk comité ten gunste der Qébr. Hoog er huls. In dien zin is besloten. geering heeft weggejaagd en daar voor eene andere in de plaats gesteld. Toch bedoelt ook hy' een omwen teling, maar zoo een die uitgaat van de arbeiders zelven, van hunne alge- heeie en goedgeordende organisatie. En dan moeten alle richtingen ver- eenigd zjjn, die alle recht van bestaan hebben. Een jaar of 8 geleden was de leus van den Meidagwettelijk geregelde achturige werkdag. Nu ook de bourgeoisie bevordering van die idéé wil moeten de arbeiders eene meer vooruitstrevende leuze tot de hunne maken en die leuze vond Spreker in Algemeene Werkstaking. Over het algemeen zijn de Regee ringen meer bevreesd voor economi sche actie, dan voor politieke, ge tuige o.a. Frankrijk, waar tie spoor wegarbeiders geen lid mogen zijn van een bond, doch wel stemmen mogen. Economische actie is de beste actie, want al brengt zij de arbeidersbe weging langzaam tot ontwikkeling, zij heeft het voordeel te zullen blijken het duurzaamst te zijn. De arbeiders moeten zich niet laten ontmoedigen, want meestal is die ontwikkeling, die het langzaamst voortschreed, ge bleken de beste te zijn. Maar men moet niet blind zyn voor de fouten die die richting aankleven. Een Franscb niet-socialist, dus noch gestemd voor politieke, noch voor economische actie heeft die iouten in 't licht gesteld, toen hy de vakver- eenigingen in Engeland tot onder werp van studie pain. Een der fouten is hierin gelegen: de goedgeorganiseerde vakvereenigingen hebben vaak een zeer grooten weer- standskas, en omdat bezit conservatief maak;, bedenkt men zich dus lang voor men handelt en wordt gewikt en gewogen waar krachtig ingrijpen mogelijk weoschelijker waren geweest; en ten 2e ontstaat by de de vakver eenigingen een neiging tot centrali satie. tot concentratie van macht, waardoor afneming ontstaat, van indi- vidueele macht en kracht. Door met de patroons te conferee- ren erkent men hun recht van bestaan en dat recht moesten de arbeiders ontkennen, doch zy hebben hiertoe nog niet (le uoodige graad van ont wikkeling bereikt. Uit dit alles trok spreker de con- clusien dat de economische weg de eenige is, maar dan gezuiverd van de fouten. En zal zij vrucht dragen, dan moet lo zy internationaal zijn, en 2e eene algemeene werkstaking moet niet zoo eene zijn, waarbij de arbeiders met de handen gekruist over de borst staan, maar zij moet vrees inboezemen. De algemeene werkstaking en zy alleen is de ware revolutie. Spreker zegt niet zoo naïf te zyn om te meenen, dat tengevolge van een bepaalden 1 Meidag een alge meene werkstaking denkbaar is, maar ze zal afhangen van economische en politieke omstandigheden, die wij niet in de hand hebben. Waar men zegt, dat zy een utopie is. wijst spreker op België en Oosten rijk, waar zy met succes als dreige ment werd aangewend om algemeen kies- en stemrecht te verkrijgen. Aan Tr slot zijner rede wees de heer Meihöfer er op, dat meer en meer de Meidag :t karakter van feest krygt, doch er geen reden tot feestvie ren is, waar vrouwen en kiuderen ge brek lyden en de arbeiders een on zeker bestaan hebben. Geen feestdag, BINNENSLAND HAAGSCHE BRIEVEN. Het is met de verkiezingen voor gemeenteraad en Provinciale Staten ongeveer gegaan zooals ik voorspelde, bepaaldelijk wat de eerste betreft De meerderheid der kiezers, ook de vrijzinnigen, hebben de voorkeur ge schonken aan den auti-reyolutionair Van Asch van Wijck boven den pas tot liberaal geworden conservatief Stobberingh. Het bericht, dat deze candidaat door de kiesvereeniging waarvan by lid was, werd geroyeerd was in zooverre onjuist, dat hy daags voor de vergadering zyn ontslag nam, schrijvende, dat „zyn beginselen niet langer die der kiesvereeniging waren." Nu, het is volkomen begrijpelijk dat iemand die zoo van beginselen ver wisselt als de meeste menschen des Zaterdagavonds van zeker onmisbaar kleeJingstuk, niet in den smaak der kiezers viel. Dat de oud-Minister Sprenger van Eykvoor de Staten een groot échec leed hy kreeg maar eren 300 stem men was de schuld der kiesver eeniging die van hem de vierde can didaat voor éen zeiel maakte. Nu moeten we nog eens gaan herstemmen tusschen mrs. Dolk en Kolkman, bei den leden van onzen gemeenteraad. Met die leden in het algemeen mo gen de kiezers wel eens een appeltje schillen. De jongste bijeenkomst onzer vroede vaderen gaf geen getuigenis van de belangstelling die de „gekoze nen der burgerij" in de zaken der ge meente behooren te stellen. Van de 39 waren slechts 22 leden op bun post even voltallig dus en dat ofschoon op de agenda een voorstel stond zoo belangrijk als bet cadeau vau f 4000 der gemeente aan het „Dagblad van Zuid-Holland", waarover ik in een vorigen brief sprak! Ofschoon het blad rondweg verklaard heeft niets liever te willen dan de „officieeligheid" te missen, die volgens de redactie „geen twee kwartjes waard" is, schijnt het gemeentebe stuur gebruik te willen maken van zyn macht tot handhaving van een onereus, immers onopzegbaar contract. Maar omdat de „contractante ten an dere" niet by machte is in de eerste twee jaren aan haar verplichtingen te voldoen, wordt haar gracieuselyk uit de gemeentekas f 4000 ten geschenke geboden. Het is waar dat, werd het contract verbroken, de gemeente voor de moeilijkheid zon staan, zelf voor haar publicaties te zorgen. Er waren nog andere bezwaren. Welke? vroeg een der raadsleden. De waarnemende voorzitter weigerde daarop te ant woorden. Dat noomt men, naar Thorbecke's voorschrift, de publieke zaak publiek behandelen. Halt even! Ik beu er achtergeko men, dat de raadsleden meer van de zaak wisten dan zy voorgaven. Want... er was een geheime zitting over ge weest. Maar dan gaat my nog een licht op; dan bleven dus de 17 an deren weg, om niet verplicht te zijn tot mede-stemmen. Jongen, jongen, wie zou zooveel intrige op onze doodgewone Groen-1 markt hebben verwacht De man, die daar als hoofd der ge- maar een dag van propaganda moet j meente zetelen zal, in het gebouw de 1 Meidag zyn, de strijdzang moet j welks gevel de bekende spreuk „Ne den feestzang overklinken. Geen dag i Jupiter quidem omnibus" draagt, met een politiek cachet, maar eenwordt door de publieke opinie vrij dag, dse bevordert dat de arbeiderduidelijk aangewezen. Het is mr. vry' wordt van alle banden en boeien. Snouck Hurgronge. lid van den Raad Vier heeren traden met den spre- j en schoolopziener. Reeds vroeger werd ker in debat. aan hem gedachtby de vorige vaca- i ture is bij gepolst. Thans weder. Trou- i wens, hy behoort tot de persoonlijke lu de avondvergadering traden als; vrienden van den Minister van Binnenl. sprekers op de heeren H. Jordaan,'Zaken. W. L. Schram (in de plaats van den i In de laatste dagen was uoehthans heer S. de Levitha, jdie verhinderd van anderen sprake, van den oud- wasj en de heer van der Veer, alhier. Minister van Karnebeek byv. en van j Zaak Gebr. Hoogerhuis. Wegens plaatsgebrek moet het ver- den burgemeester van Leeuwarden, slag over huune redevoeringen blijven mr. van Harinxma thoe Sloten. Doch j Paulus van Dijk, thans in Amerika, liggen. voor de kansen van den heer vandoor mr. Troelstra aangewezen als Staande de vergadering werd ten Snouck, als hij wil zou ik 90een der daders van de inbraak te slotte de volgende motie aangenomen: pet, durven geven. Britsum, heeft hy wist nu dat trale illuminatie. Dat plan, dat in éen lijn van verlichting den Haag en Sche- veningen wil omvatten, zou heel mooi zyn als het niet onlogisch was. Want op het program staat voor eén dag de algemeene illuminatie, den dag van den intocht en voor een an deren, drie dagen later, een vuurwerk te Scheveuingen. Nu zal op den avond der algemeene verlichting iedereen van Scheveningen naar den Haag komen. Dan heeft dus de illuminatie van üeu Scheveningschen weg geen zin. Maar die verlichting zou wèl en veel zin hebben op den avond van het vuur werk te Scheveningen, als tiendui zenden zich langs dien prachtigen weg derwaarts zullen bewegen. Ik zou do heeren, die er over denken den weg electrisch te verlichten, wat een prachtig eftéet zal geven, be scheidenlek willen aanraden het op den avond van het vuurwerk te doen. Hoewel als de maan wil schijnen en de hemel bestard is, de onvolprezen; „Zeestraet" van Huygens elke illu minatie kan ontberen. Doch daarop valt niet met zekerheid te rekenen. Waarop trouwens wel? De lijst der faillissementen van deze week noemt den naam van een bekend ad vocaat, wiens vermogen, afkomstig van de door wijlen den pamflettist de Bergh zoo gehekelde „millioeneu-orfe- uis", men eenvoudig voor onuitputte lijk hield. Het tegendeel is nu geble ken. Allerlei dubieuse ondernemingen, meest door „vrienden" opgericht, heb ben in een respectabel fortuin zuike bressen gemaakt, dat dit, gevoegdby een „los" beneer, geleid heeft tot den afgeschafteu „staat van kennelijk on vermogen." Aan alles komt een eind. Ook aan dit sehrijveu. H. A. GANUS Jr. De Koninginnen op reis. De Koninginnen zullen 8 dagen te Florence vertoeven. De Koninginnen hebben Zaterdag ochtend den Dom, de Doopkapel, het Palazzo Vecchio en Santa Croce be zocht. 's Middags werd een rijtoer gemaakt. De Florentijnsche „Fieramosca" meldt nog eenige bijzonderheden over de aankomst der Koninginnen te Florence. De Koninginnen arriveerden Vrij dagavond 7 uur met een extra trein, bestaande uit vijf rijtuigen en werden verwelkomd door den Hollaodsehen consul, barones Van der Heim van Duivendijke, weduwe van wylen den minister van financiën van dien naam, en eenige plaatselijke autoriteiten. Uit naam der Hollandsche kolonie bood barones Van der Heim der Regentes een bouquet roode rozen, en Koningin Wilhelmma een bouquet theerozen aan, beide bouquetten met rood-wit blauw linten. Op haren rit naar het „Hotel de la Ville," waar de Koninginnen haar intrek namen, werden zy eerbiedig gegroet door de menigte. Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. Ingetrokken de plaatsing van den luitenant ter zee 1ste. klasse G. L. H. Luyten, als eerste-officier aan boord Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord. Geplaat-t in die betrekking de lui tenant ter zee der lste klasse E. de Haande adelborst der lste klasse by de Koninklijke Nederlandsche marine-reserve B. C. van Walraven, dienende aan boord van het insfcrnctie- schip Gier, aan boord vau den moni tor Cerberusde adelborst der lste klasse bij die reserve H. L. van den Briel aan boord van het instructie- schip Gier, en de luitenant ter zee 2e klasse G. Bouricius aan boord van den monitor Cerberus. Op non-activiteit gesteld de iuite- uant ter zee der 2de klasse jh»\ J. H. O. van den Bosch, tydelyk geplaatst aan boord van den monitor Cerberus en de officier-machinist der 2de kl. S. Bakker, uit Oost-Indië in Neder- land teruggekeerd. het geld voor zyu overkomst disponibol jis weer een schrijven gepubliceerd, waarin h| meldt: „Heefwel mogelijk komt er een aanklacht, doch "nooit tegen Troelstra." Verder verklaart Van Dijk te zullen overkomen als de justitie hem roept. De zaak is dus door het bijeen brengen van gelden ter vergoeding van reiskosten en loonsverlies voor Van Dyk, niets gevorderd. De Vasco da Gama-feesteu. De kolossale verguld zilveren lauwer krans, die namens de Nederlandsche natie zal worden nedergelegd aan den voet van het standbeeld van Vasco da Gama, tijdens de plechtige her denking te Lissabon van diens eer sten welgelukten tocht naar Indië in 1498, is door de fabriek der firma Van Kempen te Voorschoten afge leverd. De sierlijk bewerkte lauwer bladen worden samengehouden door eene fraai bewerkte zilveren bande role, waarop in niellé gravure de inscriptie is aangebracht. Dat inschrift luidt: „Vasconis da Gama Lusitani praeclari navigatoris immortali memo riae Batavi." Aan den penningmeester der Neder- 1 landsche commissie voor de Vasco da Gamafeestec, den lieer M. Merens, is bericht, dat H. H. M. M de Koningin en de Koningin-Regentes wenschen deel te nemen aan het huldebewys, dat 17 dezer door deze commissie aan de „Socieda de Geogratica" zal wor den overgelegd. Branden. Te Arnhem brak Vrijdagnacht een hevige brand uit bij den voerman Jan sen aan den Klarendalscheweg, het achterhuis en schuur, waarin veel hooi geborgen was, werd een prooi der vlammen. De oorzaak van den brand is onbe kend. Door een onbekende oorzaak brak Vrijdagavond een hevige brand aitin de woning van den landbouwer Kop pelmans, in het gehucht Deeiishurk by Yalkenswaard. De brand greep zoo snel om zich heen, dat in minder dan geen tijd de geheele hoeve in de asch werd gelegd. Ook het vee kwam in de vlammen om. Te Zesgehuchten, onder Geldrop, is Vrijdag het huis, bewoond door Vau Vleuten, tot den grond afge brand. Oorzaak' onbekend, alles ver zekerd. De werkstaking in de venen- In de veenderij „het Stobbegat", gelegen in de gemeente Haskerlaud, is met het houden van het tweede appèl de toestand dezelfde gebleven. Slechts een paar der kleinste ver- veners willen den eisch van 5 ets. per 16 vk. M. inwilligen, doch de anderen blijven hardnekkig weigeren. De stakers hebben pogingen aan gewend om de veenarbeiders, die wel voor het oude loon willen werken, tot staking over te halen. Vrijdag morgen zijn de veenarbeiders naar de Joure vertrokken, alwaar de bur gemeester woont, om hem om brood te vragen in hunne omstandigheden. Deze heeft te kennen gegeven, dat er brood was te verdienen, wanneer zij zich weer aan den arbeid be gaven. Marechaussees, gemeente- en rijks politie zyn voortdurend aanwezig ter handnaving der orde. Een later bericht meldt dat de werkstaking is geëindigd, en dat de stakers op enkele arbeiders na, voor het loon van verleden jaar weer aan den arbeid zyn gegaan. Kleuren-photograpliie. De Schied. Ci. deelt mede, dat de heeren dr. J. Endtz en H. A. M. Roelants Jr., eene toepassing gevon den hebben voor kleuren-photógraphie, „welke voor de wetenschap van onbe rekenbare waarde kan worden". Genoemde heeren houden echter hun vinding nog strikt geheim, enkele bevoorrechten, waaronder eenige Leid- sche hoogleeraren en verschillende doctoren, die de genomen proeven 1 gezien hebben, moeten eenparig inj hun lof zijn over het uitmuntend ge- i slaagd experiment. Koloniën. Atjeli. i Aan hst in de Java CL van 5 April opgenomen verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en onderhoorig- heden, loopeude van 12 tot en met 25 Maart jl., wordt het volgende ontleend Groot-Atjeli. In den vooravond van 20 Maart brak in de Cbineesche kamp te Kotaradja (Penajoeng) een hevige brand uit, die echter na eenige uren bedwongen kon werden. Drie- en-twintig huizen werden door het vQur vernieldde schade wordt op by na f 150,000 begroot. In Lhong moet T. Oemar weder brieven rondgezonden hebben om bij dragen to eischen voor den oorlog. Noordkust. De hoofdleiders van het verzet gingen Yoort hunne oproepin gen te richten tot de radja's der verschillende landschappen in de Pedirstreek, om zich te Garoet en Areë te verzamelen ter bespreking van de middelen om ons gouverne ment te bestrijden, en om hunne opwachting by den preteudent-sultan te maken. T. Djohan Lampasei neemt thans ook ijverig aan de beraadslagingen deel, en heeft zich o.a. in een brief aan de hoofden van het landschap Pedir met Panglima Polim en T. Oemar sagihoofd van Groot-Atjeh genoemd. Op last dezer hoofden heeft T. Bin Pekan zich naar Bernoen begeven, om T. Bintara Kemangan af te halen en naar Garoet te brengen. Deze, bevreesd bij weigering te worden afgezet, en vervangen te worden door een zoon, van T. Didoeh, heeft ten slotte toegegeven en nog brieven gericht aan T. Panglima, Megoi en T. Bintara Pinang, om hun op te dragen onverwijld naar Garoet te vertrekken. Eenigen tyd nog had het bestuur hoop T. Mail van Ajer Leboe en T. Mohamad Adan, die sedert te End- joeng als waarnemend hoeloebalang is geïnstalleerd, er toe te brengen zich nauwer bij Pedir aan te sluiten, maar ook zy blijken voor de bedrei gingen der oorlogspartij te zijn be zweken, en zenden hunne gemachtig den naar de verzamelplaats. T. Panglima Megoi zond zijn zoon T. Moega Dalam, om hem te ver tegenwoordigen, maar de pretendent- sultan gelastte dezen terug te keeren, en eischte de opkomst van T. Pang lima Megoi zelve, die over deze be jegening zeer ontsticht is. De hoofden van het landschap Pedir zijn nu de eenige, die bepaald weigeren zich bij de verzamelde oor logspartij aan te sluiten en het is zeker in verband hiermede dat de pretendent-sultan zich in den nacht van 20 op 21 Maart naar Paleh begaf en van daar T. Radja Koeala mede- voerde, om dezen tot radja van Pedir te verheffen. Ouder de eertijds trouwe aanhangers vao Toeankoe Mohamad Daoed. na melijk Bintara Tjoemboek, T. Sama India en T. Bin Titeuet, is vrees ontstaan voor het drijven der oorlogs partij en zij wantrouwen bare be doelingen nu ook T. Bint ara Keman gan zich by haar heeft aangesloten genoemde hoofden hebben daarom met T. Lampoe-oe afgesproken elkaar in nood bij te staan. T. Bintara Tjoemboek heeft Areë reeds verlaten. Omtrent de plannen van T. Oemar is nog niets met zekerheid bekend. De verdreven petoea's van Kroeng Koekoes en BlaDg Pandjang wisten zich in den ochtend van 10 Maart by verrassing van de benting van T. Ri Nisam te Kroeng Koekoes en daarna van de geheele kuststreek totManeh meester te maken, welk gebied thans nog steeds door hen wordt bezet ge houden. Het bestuur beloofde T. Tjihik Passangan nogmaals eene po ging te zullen doen om de hangende geschillen door minnelijke schikking te doen beëindigen. Daar Toeankoe Mahmoed, verblijf houdende in het landschap Gedoog, overal tracht onrust te verwekken en Nja Mamat Perlak aanspoort aan ons goedgezinde hoeloebalaugs afbreuk te doen, werd aan de verschillende hoof den der Pasei-streek medegedeeld, dat zy beboet zouden worden, indien zij Toeankoe Mahmoed in hun gebied1 toelieten. Westkust. Den Uden Maart be gaf het in Lepong achtergebleven [deel der mobiele colonne zien naar Daja, en eenigen tyd later keerde de laatste compagnie van het 3de batal jon naar Kotaradja terug, die csa tyd lang Öabit had bezet om te trach ten Panglima Karim en T. Aroen te beletten naar de VII moekims Pedir terug te gaan. Het bestuur kreeg bericht, dat zjj zich nog steeds met Tjoet Maligoi ter Westkust ophouden en wol aan den bovenloop der Kroen» Oenga op een zeer moeilijk genaas- baar punt. Den l8en Maart rukte eene colonne uit naar Sapik, op het bericht, dat daar nog steeds enkele kwaadgezin- den verblijven. Een gedeelte der colonne bezocht Koeboe, bovenstrooms van Sapik ge. legen, en bekwam daarbij enkele scho ten. De troepen overnachtten te Me- dan en werden daar zeer licht be schoten. Den volgenden dag keerden de troepen over Lampoo'Oe en Djam boe Mesioe, die verlaten bleken te zijn, langs den Gle Soerga Daar 1 Noh terug. By dezen tocht toonde de bevol king in Kloeaug nog groote vrees voor onze troepen, de kampongs wer- den onbewoond bevonden; in het Da- Ijasche daarentegen bleveu de lieden by de naderiug der colonne rustic aan den sawaharbeid. Expeditie Pedir. Indieu bet bericht waar is, dat bjj deze expeditie de troepen gesplitst zullen worden en een gedeelte van onzen uitersten post in groot Atjeh zai uitrukken, terwijl eeu ander den tocht van onze strandvestiging te Segli zal ondernemen, komt het, naar aan het B. N. wordt geschreven, me nig deskundige voor,' dat men zich ter zake nog wel eens mag bedenken. „Als men de kaart van luitenant Thomson, die dan toch zeker wel op nauwkeurigheid mag bogen, overziet, dau komt men tot de conclusie, dat onze uiterste post eu Segli nog ge scheiden zijn door een breede strook terrein, van welker gedaante onze op name nog weinig of geen notie heelt. Nu wil ik wel aannemcu, dat we nogal wat van de terra incognita af weten door betrouwbare spionnen, maar wij allen begrijpen dat deze inlanders uit een militair oogpunt wei nig kyk hebben op de meerdere of mindere begaanbaarheid van het ter rein, vooral voor de bereden wapens „V1 e kunnen das bij onzen tocht door de onbekende streken het kolos sale koopje snappen, dat we belem meringen ontmoeten, waarop niet ge rekend is, die een vereeniging van de ageerende colonnes op een zekeren dag of een zeker uur volslagen on mogelijk maken. En wat dan? On heilen van een zoodanigeD toestand kunnen alleen voorkomen worden door de beide geseheiden colonnes ieder voor zich zoo sterk te maken, dat ze op alles kunnen voorbereid zyn. en elk verzet zullen kunnen breken. Maar zal dat gaan en zal het niet secuurder zyn het advies l'unioa fait la force voor oogen te houden Met. het oog op de voorbeelden uit Hoojjer's krijgs geschiedenis, heb ik voor mij niet veel vertrouwen op samentreffen, samen werking van door groote afstanden gescheiden troepenmachten, en zou ik geneigd zyn aan te bevelen den oud- Aarlanderveenschen weg te bewande len. Uit goede bron vernam Het Cen trum, dat men bij de Pedir-expeditie veel tegenstand verwacht. Toch schijnt Oemar lang niet op zijn gemak te zyn; op tirannieke wjjze liet hy acht tien zijner volgelingen dooden, welke door hem verdacht werden, eenigs- zins in contact te staan met de re geering. Leger en VloaS. Hoogere krijgsschool. Voor het examen voor de hoogere krijgsschool zijn geslaagd de le luits. G. G. H. Hcsselink, G. J. Blom en W. L. T. C. ridder van Rappard, van het reg. gren. en jagersK. W. Bouwensch. van het 3e, W. Petter, van het 4e, H. B. Pothoff, van het Se rog. inf., G. N. Hillwig, van het depót van discipline, P. D. van Es sen, van het le reg. veld.-art.. bene vens F. E. M. Di'ekhof, van het 3e reg. veld-artillcrie. om de verademing, die ik toen gevoelde, te beschrijven, moet toestemmen, dat het een handige zet van hern was maar myu ledematen waren zoo pijnlijk dat ik ze het j dat stuk op te maken. eerste oogenblik niet kon bewegen. I Toch zou ik hem in slimheid overtreffen. Mijn vijanden „Ik zal aan uw verlangen voldoen," zeide de Gomeron hadden my myu gordel, die zoo goed van pistolen voor- en uw besluit afwachten. Het bespaart my veel moeite zien was, afhandig gemaakt. "lo «.a» Babette uw antwoord meedeelt. Stemt gij j Maar verder hadden zij mij niet onderzoent eri mjj gy -- - - in myn voorstel toe, dan zal ik bet genoegen hebben u weer te zienzoo niet, wel dan weusch ik u zooveel plezier ais maar mogelijk is. Intusschen zal ik u eenige ververschingeii lateu brengen Adieu!" Hy draaide zich om en verliet de celhjj ging evenwel nog niet de trap op, maar wachtte op Babette, die de lantaarn opnam en tegen my zeide „Mijnheer zal geen licht noodig hebben om na te denken"eu zy lachte schor en daarop werd de deur gesloten. Ik hoorde den grendel er voor schuiven, den sleutel iu het slot kaarsen eu toen werd alles stil en ik bevond my weder alleen en in 't donker. Ja. duister mocht het zijn, maar Gode zy dank was ik niet langen een gekortwiekte vogel en nadat ik mijn pijnlijke ledematen eenigen tijd gewreven had was ik spoedig in staat op te staan. Daarop begon ik in m\jn cel heen en weer te loopen. Geen oogenblik kwam het bij mjj op in de Gomeron's voorstel toe te stemmen. Ik besloot in elk geval als hy terug kwam te trachten te ontsnappen. Ik zou veinzen zijn aanbod aan ie nemer, en dau zou ik het wagen, hoe wist ik nog niet recht, maar hier als een rat in zijn val te sterven, neen dat nooitIk verkneukelde my by de gedachte, dat ik den kapitein zou netjes om den tuin zou leiden. Hij was toch per slot van rekening een onnoozele dwaas, ofschoon ik mijn zakmes en eenige goudstukken, die ik voor 't ge mak in myn vestjeszak had geborgen, gelaten. Ik haalde het mes te voorschijn, opende het en voelde met mijn vingers langs het staal. Het was maar drie duim lang, maar zeer scherp, zoodat men er iemand in een worste ling eeu gevaarlijke wond mee kon toebrengen. Nu begon ik mijn plan op te maken. Als de Gomeron binnentrad, zou ik hem terstond overvallen, als ik kon, zijn zwaard bemachtigen eu mij dan uit de voeten maken, als ik tenminste niet het onderspit moest delven. Maar ik twijfelde niet of het zou mij gelukken, want ik was in die dagen zoo sterk als een hercules en weinigen, vooral wanneer zij er niet op voorbereid waren, waren tegen my opgewassen. In het tweede geval zou het na- tuurlijk niet goed met mij afloopen. Maar ongetwijfeld werd er dan in eens een eind aan myn leven gemaakt, zoodat ik dan tenminste die eindelooze folteringen niet behoefde te verduren. Als ik nu aan dat plan terug denk komt het rnjj nog al armzalig voor en het was ook gelukkig voor me dat de voorzienigheid m\j een ander aan de hand deed. In elk geval was het toch het eenige, dat bij my opkwam en het zou niet aan my liggen, als het mislukte. Hoe meer ik er over nadacht, hoe meer ik overtuigd werd, dat dit nog myn eenige kans was, en met moeite bedwong in mijn ongeduld, zoo verlangend was ik, dat het oogenblik van handelen daar zou zijn. Vier en twintig uur is een heele tyd, vooral als men wachten moet. en ik maakte mij reeds hoos, dat ik zoo'n langen bedenktijd had voorgesteld. Ik vermoedde weinig, toen ik de cel op en neer liep, hoeveel uren er sinds de Gomeron's vertrek reeds ver- loopen waren ik wist ook niet, hoe onmogelijk het was in zoo'u bedompte ruimte den tyd na te gaan. Terwijl ik zat te peinzen, werd de stilte weder verbroken door gerammel aan de deur. Inplaats van de deur werd er echter een luikje geopend, waardoor een stroom licht naar binnen viel. Het volgende oogenblik verscheen het hoofd van Babette er voor en zy" zag er zoo afschuwwekkend uit, dat i k onwillekeurig huiverde eu toen in een niet te bedwingen woede uitbarstte. „Ga uit mijn oogen duivelin! Terstond!" „Oholachte zij. „Er zal nog wel een tyd aanbre ken, dat mijnheer op zyn knieën aan Babette smeekt goede Babette lieve Babette! Zoo zult ge over een paar dagen spreken." en een schrille lach weer klonk door de cel. „Maar als gy 't verlangt zal ik gaan en uw weigering aan den kapitein doen over brengen." Zy maakte een beweging, als wilde zy vertrekken, maar mijzelf om myn domheid verwensehend, dat ik op 't punt stond myn plannen te bederven, riep ik baar toe: „Blijf," en tegelijkertijd keek zij om. „Wel, mijnheer," en zy vertoonde haar grinnekend gelaat voor het luikje. „Luister," zeide ik en mijn stem klonk heescn, „je zult vijfhonderd kronen tot belooning hebben als je my hevriidt od duizend meer als je hetzelfde voor mevrouw doet. „Zou mijnheer er niet een kasteel op de maan bij voegen r' „Ik geef -je mijn woord van eer. Vijftien honderd kronen is een kapitaal. Zes uur na onze bevrijding zult ge het geld in handen hebben. Denk eens aan vijftien honderd kronen." Nooit van myn leven zag ik eon gelaat zoo verande ren een woeste, hebzuchtige uitdrukking lag in haar oogen. En toen ik de laatste woorden uitsprak schudde zy haar hoofd heen en weer, op oen wjjze, zooals eeu slang met zijn kop zwaait. Haar oogen glinsterden als kralen en zy siste meer dan zy sprak tot zieh- zelve „Vijf-tien-lionderd kronen! Zooveel kost een baronet bijuaEn ik, die voor een halve pistool myn leven zon hebben gewaagd." „Je zult hiervoor twee levens redden," pleitte ik. Maar ofschoon de duivelin een harden strijd had te voeren, toch werd zy haar meester niet ontrouw. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2