weld, de revolutie, alle heil te ver- De Mei-meeting te Haarlem, over-| Ben voorloopig program van de
wachten, en men begint gelukkig j tuigd van de onschuld der Gebr. Hoo- j Öoptember-feestelykheden is bekend
meer en meer in te zien, dat eene1 gerhuis verlangt hunne onmiddellijkegeworden, maar het is nog niet defi-
inaatschappy, hoe vermolmd zy moge I in vrijheidstelling. jnitief vastgesteld. Het comité kibbelt
zijn, niet valt op bazuingeschal euVerder deelen wjj mede, dat het nog steeds met den architect Jurriaan
onmogelijk te niet is te doen door j landelijk comité het Mei-comité voor- Kok over diens denkbeeld eener cen-
optochten en moties. I stelde na de Mei-beweging zich niet
't Is niet gevonden, meende de heer j te ontbinden, maar over te gaan in
Methófer wanneer men de eene re- een plaatselijk comité ten gunste der
Qébr. Hoog er huls.
In dien zin is besloten.
geering heeft weggejaagd en daar
voor eene andere in de plaats gesteld.
Toch bedoelt ook hy' een omwen
teling, maar zoo een die uitgaat van
de arbeiders zelven, van hunne alge-
heeie en goedgeordende organisatie.
En dan moeten alle richtingen ver-
eenigd zjjn, die alle recht van bestaan
hebben. Een jaar of 8 geleden was
de leus van den Meidagwettelijk
geregelde achturige werkdag. Nu ook
de bourgeoisie bevordering van die
idéé wil moeten de arbeiders eene
meer vooruitstrevende leuze tot de
hunne maken en die leuze vond Spreker
in Algemeene Werkstaking.
Over het algemeen zijn de Regee
ringen meer bevreesd voor economi
sche actie, dan voor politieke, ge
tuige o.a. Frankrijk, waar tie spoor
wegarbeiders geen lid mogen zijn van
een bond, doch wel stemmen mogen.
Economische actie is de beste actie,
want al brengt zij de arbeidersbe
weging langzaam tot ontwikkeling,
zij heeft het voordeel te zullen blijken
het duurzaamst te zijn. De arbeiders
moeten zich niet laten ontmoedigen,
want meestal is die ontwikkeling,
die het langzaamst voortschreed, ge
bleken de beste te zijn.
Maar men moet niet blind zyn voor
de fouten die die richting aankleven.
Een Franscb niet-socialist, dus noch
gestemd voor politieke, noch voor
economische actie heeft die iouten in
't licht gesteld, toen hy de vakver-
eenigingen in Engeland tot onder
werp van studie pain.
Een der fouten is hierin gelegen: de
goedgeorganiseerde vakvereenigingen
hebben vaak een zeer grooten weer-
standskas, en omdat bezit conservatief
maak;, bedenkt men zich dus lang
voor men handelt en wordt gewikt
en gewogen waar krachtig ingrijpen
mogelijk weoschelijker waren geweest;
en ten 2e ontstaat by de de vakver
eenigingen een neiging tot centrali
satie. tot concentratie van macht,
waardoor afneming ontstaat, van indi-
vidueele macht en kracht.
Door met de patroons te conferee-
ren erkent men hun recht van bestaan
en dat recht moesten de arbeiders
ontkennen, doch zy hebben hiertoe
nog niet (le uoodige graad van ont
wikkeling bereikt.
Uit dit alles trok spreker de con-
clusien dat de economische weg de
eenige is, maar dan gezuiverd van
de fouten. En zal zij vrucht dragen,
dan moet lo zy internationaal zijn,
en 2e eene algemeene werkstaking
moet niet zoo eene zijn, waarbij de
arbeiders met de handen gekruist
over de borst staan, maar zij moet
vrees inboezemen.
De algemeene werkstaking en zy
alleen is de ware revolutie.
Spreker zegt niet zoo naïf te zyn
om te meenen, dat tengevolge van
een bepaalden 1 Meidag een alge
meene werkstaking denkbaar is, maar
ze zal afhangen van economische en
politieke omstandigheden, die wij niet
in de hand hebben.
Waar men zegt, dat zy een utopie
is. wijst spreker op België en Oosten
rijk, waar zy met succes als dreige
ment werd aangewend om algemeen
kies- en stemrecht te verkrijgen.
Aan Tr slot zijner rede wees de heer
Meihöfer er op, dat meer en meer
de Meidag :t karakter van feest
krygt, doch er geen reden tot feestvie
ren is, waar vrouwen en kiuderen ge
brek lyden en de arbeiders een on
zeker bestaan hebben. Geen feestdag,
BINNENSLAND
HAAGSCHE BRIEVEN.
Het is met de verkiezingen voor
gemeenteraad en Provinciale Staten
ongeveer gegaan zooals ik voorspelde,
bepaaldelijk wat de eerste betreft
De meerderheid der kiezers, ook de
vrijzinnigen, hebben de voorkeur ge
schonken aan den auti-reyolutionair
Van Asch van Wijck boven den pas
tot liberaal geworden conservatief
Stobberingh. Het bericht, dat deze
candidaat door de kiesvereeniging
waarvan by lid was, werd geroyeerd
was in zooverre onjuist, dat hy daags
voor de vergadering zyn ontslag nam,
schrijvende, dat „zyn beginselen niet
langer die der kiesvereeniging waren."
Nu, het is volkomen begrijpelijk dat
iemand die zoo van beginselen ver
wisselt als de meeste menschen des
Zaterdagavonds van zeker onmisbaar
kleeJingstuk, niet in den smaak der
kiezers viel.
Dat de oud-Minister Sprenger van
Eykvoor de Staten een groot échec
leed hy kreeg maar eren 300 stem
men was de schuld der kiesver
eeniging die van hem de vierde can
didaat voor éen zeiel maakte. Nu
moeten we nog eens gaan herstemmen
tusschen mrs. Dolk en Kolkman, bei
den leden van onzen gemeenteraad.
Met die leden in het algemeen mo
gen de kiezers wel eens een appeltje
schillen. De jongste bijeenkomst onzer
vroede vaderen gaf geen getuigenis
van de belangstelling die de „gekoze
nen der burgerij" in de zaken der ge
meente behooren te stellen.
Van de 39 waren slechts 22 leden
op bun post even voltallig dus
en dat ofschoon op de agenda een
voorstel stond zoo belangrijk als bet
cadeau vau f 4000 der gemeente aan
het „Dagblad van Zuid-Holland",
waarover ik in een vorigen brief sprak!
Ofschoon het blad rondweg verklaard
heeft niets liever te willen dan de
„officieeligheid" te missen, die volgens
de redactie „geen twee kwartjes
waard" is, schijnt het gemeentebe
stuur gebruik te willen maken van
zyn macht tot handhaving van een
onereus, immers onopzegbaar contract.
Maar omdat de „contractante ten an
dere" niet by machte is in de eerste
twee jaren aan haar verplichtingen te
voldoen, wordt haar gracieuselyk uit
de gemeentekas f 4000 ten geschenke
geboden. Het is waar dat, werd het
contract verbroken, de gemeente voor
de moeilijkheid zon staan, zelf voor
haar publicaties te zorgen. Er waren
nog andere bezwaren. Welke? vroeg
een der raadsleden. De waarnemende
voorzitter weigerde daarop te ant
woorden.
Dat noomt men, naar Thorbecke's
voorschrift, de publieke zaak publiek
behandelen.
Halt even! Ik beu er achtergeko
men, dat de raadsleden meer van de
zaak wisten dan zy voorgaven. Want...
er was een geheime zitting over ge
weest. Maar dan gaat my nog een
licht op; dan bleven dus de 17 an
deren weg, om niet verplicht te zijn
tot mede-stemmen.
Jongen, jongen, wie zou zooveel
intrige op onze doodgewone Groen-1
markt hebben verwacht
De man, die daar als hoofd der ge-
maar een dag van propaganda moet j meente zetelen zal, in het gebouw
de 1 Meidag zyn, de strijdzang moet j welks gevel de bekende spreuk „Ne
den feestzang overklinken. Geen dag i Jupiter quidem omnibus" draagt,
met een politiek cachet, maar eenwordt door de publieke opinie vrij
dag, dse bevordert dat de arbeiderduidelijk aangewezen. Het is mr.
vry' wordt van alle banden en boeien. Snouck Hurgronge. lid van den Raad
Vier heeren traden met den spre- j en schoolopziener. Reeds vroeger werd
ker in debat. aan hem gedachtby de vorige vaca-
i ture is bij gepolst. Thans weder. Trou-
i wens, hy behoort tot de persoonlijke
lu de avondvergadering traden als; vrienden van den Minister van Binnenl.
sprekers op de heeren H. Jordaan,'Zaken.
W. L. Schram (in de plaats van den i In de laatste dagen was uoehthans
heer S. de Levitha, jdie verhinderd van anderen sprake, van den oud-
wasj en de heer van der Veer, alhier. Minister van Karnebeek byv. en van j Zaak Gebr. Hoogerhuis.
Wegens plaatsgebrek moet het ver- den burgemeester van Leeuwarden,
slag over huune redevoeringen blijven mr. van Harinxma thoe Sloten. Doch j Paulus van Dijk, thans in Amerika,
liggen. voor de kansen van den heer vandoor mr. Troelstra aangewezen als
Staande de vergadering werd ten Snouck, als hij wil zou ik 90een der daders van de inbraak te
slotte de volgende motie aangenomen: pet, durven geven. Britsum, heeft hy wist nu dat
trale illuminatie. Dat plan, dat in éen
lijn van verlichting den Haag en Sche-
veningen wil omvatten, zou heel
mooi zyn als het niet onlogisch
was. Want op het program staat voor
eén dag de algemeene illuminatie, den
dag van den intocht en voor een an
deren, drie dagen later, een vuurwerk
te Scheveuingen. Nu zal op den avond
der algemeene verlichting iedereen van
Scheveningen naar den Haag komen.
Dan heeft dus de illuminatie van üeu
Scheveningschen weg geen zin. Maar
die verlichting zou wèl en veel zin
hebben op den avond van het vuur
werk te Scheveningen, als tiendui
zenden zich langs dien prachtigen
weg derwaarts zullen bewegen. Ik
zou do heeren, die er over denken
den weg electrisch te verlichten, wat
een prachtig eftéet zal geven, be
scheidenlek willen aanraden het op
den avond van het vuurwerk te doen.
Hoewel als de maan wil schijnen en
de hemel bestard is, de onvolprezen;
„Zeestraet" van Huygens elke illu
minatie kan ontberen. Doch daarop
valt niet met zekerheid te rekenen.
Waarop trouwens wel? De lijst
der faillissementen van deze week
noemt den naam van een bekend ad
vocaat, wiens vermogen, afkomstig
van de door wijlen den pamflettist de
Bergh zoo gehekelde „millioeneu-orfe-
uis", men eenvoudig voor onuitputte
lijk hield. Het tegendeel is nu geble
ken. Allerlei dubieuse ondernemingen,
meest door „vrienden" opgericht, heb
ben in een respectabel fortuin zuike
bressen gemaakt, dat dit, gevoegdby
een „los" beneer, geleid heeft tot den
afgeschafteu „staat van kennelijk on
vermogen."
Aan alles komt een eind. Ook aan
dit sehrijveu.
H. A. GANUS Jr.
De Koninginnen op reis.
De Koninginnen zullen 8 dagen te
Florence vertoeven.
De Koninginnen hebben Zaterdag
ochtend den Dom, de Doopkapel, het
Palazzo Vecchio en Santa Croce be
zocht. 's Middags werd een rijtoer
gemaakt.
De Florentijnsche „Fieramosca"
meldt nog eenige bijzonderheden over
de aankomst der Koninginnen te
Florence.
De Koninginnen arriveerden Vrij
dagavond 7 uur met een extra trein,
bestaande uit vijf rijtuigen en werden
verwelkomd door den Hollaodsehen
consul, barones Van der Heim van
Duivendijke, weduwe van wylen den
minister van financiën van dien naam,
en eenige plaatselijke autoriteiten. Uit
naam der Hollandsche kolonie bood
barones Van der Heim der Regentes
een bouquet roode rozen, en Koningin
Wilhelmma een bouquet theerozen
aan, beide bouquetten met rood-wit
blauw linten.
Op haren rit naar het „Hotel de la
Ville," waar de Koninginnen haar
intrek namen, werden zy eerbiedig
gegroet door de menigte.
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Ingetrokken de plaatsing van den
luitenant ter zee 1ste. klasse G. L.
H. Luyten, als eerste-officier aan boord
Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
Geplaat-t in die betrekking de lui
tenant ter zee der lste klasse E. de
Haande adelborst der lste klasse
by de Koninklijke Nederlandsche
marine-reserve B. C. van Walraven,
dienende aan boord van het insfcrnctie-
schip Gier, aan boord vau den moni
tor Cerberusde adelborst der lste
klasse bij die reserve H. L. van den
Briel aan boord van het instructie-
schip Gier, en de luitenant ter zee
2e klasse G. Bouricius aan boord van
den monitor Cerberus.
Op non-activiteit gesteld de iuite-
uant ter zee der 2de klasse jh»\ J. H.
O. van den Bosch, tydelyk geplaatst
aan boord van den monitor Cerberus
en de officier-machinist der 2de kl.
S. Bakker, uit Oost-Indië in Neder-
land teruggekeerd.
het geld voor zyu overkomst disponibol
jis weer een schrijven gepubliceerd,
waarin h| meldt: „Heefwel mogelijk
komt er een aanklacht, doch "nooit
tegen Troelstra."
Verder verklaart Van Dijk te zullen
overkomen als de justitie hem roept.
De zaak is dus door het bijeen
brengen van gelden ter vergoeding
van reiskosten en loonsverlies voor
Van Dyk, niets gevorderd.
De Vasco da Gama-feesteu.
De kolossale verguld zilveren lauwer
krans, die namens de Nederlandsche
natie zal worden nedergelegd aan den
voet van het standbeeld van Vasco
da Gama, tijdens de plechtige her
denking te Lissabon van diens eer
sten welgelukten tocht naar Indië in
1498, is door de fabriek der firma
Van Kempen te Voorschoten afge
leverd. De sierlijk bewerkte lauwer
bladen worden samengehouden door
eene fraai bewerkte zilveren bande
role, waarop in niellé gravure de
inscriptie is aangebracht. Dat inschrift
luidt: „Vasconis da Gama Lusitani
praeclari navigatoris immortali memo
riae Batavi."
Aan den penningmeester der Neder-
1 landsche commissie voor de Vasco da
Gamafeestec, den lieer M. Merens, is
bericht, dat H. H. M. M de Koningin
en de Koningin-Regentes wenschen
deel te nemen aan het huldebewys,
dat 17 dezer door deze commissie aan
de „Socieda de Geogratica" zal wor
den overgelegd.
Branden.
Te Arnhem brak Vrijdagnacht een
hevige brand uit bij den voerman Jan
sen aan den Klarendalscheweg, het
achterhuis en schuur, waarin veel hooi
geborgen was, werd een prooi der
vlammen.
De oorzaak van den brand is onbe
kend.
Door een onbekende oorzaak brak
Vrijdagavond een hevige brand aitin
de woning van den landbouwer Kop
pelmans, in het gehucht Deeiishurk
by Yalkenswaard. De brand greep
zoo snel om zich heen, dat in minder
dan geen tijd de geheele hoeve in de
asch werd gelegd. Ook het vee kwam
in de vlammen om.
Te Zesgehuchten, onder Geldrop,
is Vrijdag het huis, bewoond door
Vau Vleuten, tot den grond afge
brand. Oorzaak' onbekend, alles ver
zekerd.
De werkstaking in de venen-
In de veenderij „het Stobbegat",
gelegen in de gemeente Haskerlaud,
is met het houden van het tweede
appèl de toestand dezelfde gebleven.
Slechts een paar der kleinste ver-
veners willen den eisch van 5 ets.
per 16 vk. M. inwilligen, doch de
anderen blijven hardnekkig weigeren.
De stakers hebben pogingen aan
gewend om de veenarbeiders, die wel
voor het oude loon willen werken,
tot staking over te halen. Vrijdag
morgen zijn de veenarbeiders naar
de Joure vertrokken, alwaar de bur
gemeester woont, om hem om brood
te vragen in hunne omstandigheden.
Deze heeft te kennen gegeven, dat
er brood was te verdienen, wanneer
zij zich weer aan den arbeid be
gaven.
Marechaussees, gemeente- en rijks
politie zyn voortdurend aanwezig ter
handnaving der orde.
Een later bericht meldt dat de
werkstaking is geëindigd, en dat de
stakers op enkele arbeiders na, voor
het loon van verleden jaar weer aan
den arbeid zyn gegaan.
Kleuren-photograpliie.
De Schied. Ci. deelt mede, dat de
heeren dr. J. Endtz en H. A. M.
Roelants Jr., eene toepassing gevon
den hebben voor kleuren-photógraphie,
„welke voor de wetenschap van onbe
rekenbare waarde kan worden".
Genoemde heeren houden echter
hun vinding nog strikt geheim, enkele
bevoorrechten, waaronder eenige Leid-
sche hoogleeraren en verschillende
doctoren, die de genomen proeven 1
gezien hebben, moeten eenparig inj
hun lof zijn over het uitmuntend ge- i
slaagd experiment.
Koloniën.
Atjeli.
i Aan hst in de Java CL van 5
April opgenomen verslag omtrent de
voornaamste gebeurtenissen in het
gouvernement Atjeh en onderhoorig-
heden, loopeude van 12 tot en met
25 Maart jl., wordt het volgende
ontleend
Groot-Atjeli. In den vooravond van
20 Maart brak in de Cbineesche
kamp te Kotaradja (Penajoeng) een
hevige brand uit, die echter na eenige
uren bedwongen kon werden. Drie-
en-twintig huizen werden door het
vQur vernieldde schade wordt op
by na f 150,000 begroot.
In Lhong moet T. Oemar weder
brieven rondgezonden hebben om bij
dragen to eischen voor den oorlog.
Noordkust. De hoofdleiders van het
verzet gingen Yoort hunne oproepin
gen te richten tot de radja's der
verschillende landschappen in de
Pedirstreek, om zich te Garoet en
Areë te verzamelen ter bespreking
van de middelen om ons gouverne
ment te bestrijden, en om hunne
opwachting by den preteudent-sultan
te maken.
T. Djohan Lampasei neemt thans
ook ijverig aan de beraadslagingen
deel, en heeft zich o.a. in een brief
aan de hoofden van het landschap
Pedir met Panglima Polim en T.
Oemar sagihoofd van Groot-Atjeh
genoemd.
Op last dezer hoofden heeft T. Bin
Pekan zich naar Bernoen begeven,
om T. Bintara Kemangan af te halen
en naar Garoet te brengen.
Deze, bevreesd bij weigering te
worden afgezet, en vervangen te
worden door een zoon, van T. Didoeh,
heeft ten slotte toegegeven en nog
brieven gericht aan T. Panglima,
Megoi en T. Bintara Pinang, om hun
op te dragen onverwijld naar Garoet
te vertrekken.
Eenigen tyd nog had het bestuur
hoop T. Mail van Ajer Leboe en T.
Mohamad Adan, die sedert te End-
joeng als waarnemend hoeloebalang
is geïnstalleerd, er toe te brengen
zich nauwer bij Pedir aan te sluiten,
maar ook zy blijken voor de bedrei
gingen der oorlogspartij te zijn be
zweken, en zenden hunne gemachtig
den naar de verzamelplaats.
T. Panglima Megoi zond zijn zoon
T. Moega Dalam, om hem te ver
tegenwoordigen, maar de pretendent-
sultan gelastte dezen terug te keeren,
en eischte de opkomst van T. Pang
lima Megoi zelve, die over deze be
jegening zeer ontsticht is.
De hoofden van het landschap
Pedir zijn nu de eenige, die bepaald
weigeren zich bij de verzamelde oor
logspartij aan te sluiten en het is
zeker in verband hiermede dat de
pretendent-sultan zich in den nacht
van 20 op 21 Maart naar Paleh begaf
en van daar T. Radja Koeala mede-
voerde, om dezen tot radja van Pedir
te verheffen.
Ouder de eertijds trouwe aanhangers
vao Toeankoe Mohamad Daoed. na
melijk Bintara Tjoemboek, T. Sama
India en T. Bin Titeuet, is vrees
ontstaan voor het drijven der oorlogs
partij en zij wantrouwen bare be
doelingen nu ook T. Bint ara Keman
gan zich by haar heeft aangesloten
genoemde hoofden hebben daarom
met T. Lampoe-oe afgesproken elkaar
in nood bij te staan.
T. Bintara Tjoemboek heeft Areë
reeds verlaten.
Omtrent de plannen van T. Oemar
is nog niets met zekerheid bekend.
De verdreven petoea's van Kroeng
Koekoes en BlaDg Pandjang wisten
zich in den ochtend van 10 Maart by
verrassing van de benting van T. Ri
Nisam te Kroeng Koekoes en daarna
van de geheele kuststreek totManeh
meester te maken, welk gebied thans
nog steeds door hen wordt bezet ge
houden. Het bestuur beloofde T.
Tjihik Passangan nogmaals eene po
ging te zullen doen om de hangende
geschillen door minnelijke schikking
te doen beëindigen.
Daar Toeankoe Mahmoed, verblijf
houdende in het landschap Gedoog,
overal tracht onrust te verwekken en
Nja Mamat Perlak aanspoort aan ons
goedgezinde hoeloebalaugs afbreuk te
doen, werd aan de verschillende hoof
den der Pasei-streek medegedeeld,
dat zy beboet zouden worden, indien
zij Toeankoe Mahmoed in hun gebied1
toelieten.
Westkust. Den Uden Maart be
gaf het in Lepong achtergebleven
[deel der mobiele colonne zien naar
Daja, en eenigen tyd later keerde de
laatste compagnie van het 3de batal
jon naar Kotaradja terug, die csa
tyd lang Öabit had bezet om te trach
ten Panglima Karim en T. Aroen te
beletten naar de VII moekims Pedir
terug te gaan. Het bestuur kreeg
bericht, dat zjj zich nog steeds met
Tjoet Maligoi ter Westkust ophouden
en wol aan den bovenloop der Kroen»
Oenga op een zeer moeilijk genaas-
baar punt.
Den l8en Maart rukte eene colonne
uit naar Sapik, op het bericht, dat
daar nog steeds enkele kwaadgezin-
den verblijven.
Een gedeelte der colonne bezocht
Koeboe, bovenstrooms van Sapik ge.
legen, en bekwam daarbij enkele scho
ten. De troepen overnachtten te Me-
dan en werden daar zeer licht be
schoten. Den volgenden dag keerden
de troepen over Lampoo'Oe en Djam
boe Mesioe, die verlaten bleken te
zijn, langs den Gle Soerga Daar 1
Noh terug.
By dezen tocht toonde de bevol
king in Kloeaug nog groote vrees
voor onze troepen, de kampongs wer-
den onbewoond bevonden; in het Da-
Ijasche daarentegen bleveu de lieden
by de naderiug der colonne rustic aan
den sawaharbeid.
Expeditie Pedir.
Indieu bet bericht waar is, dat bjj
deze expeditie de troepen gesplitst
zullen worden en een gedeelte van
onzen uitersten post in groot Atjeh zai
uitrukken, terwijl eeu ander den tocht
van onze strandvestiging te Segli
zal ondernemen, komt het, naar
aan het B. N. wordt geschreven, me
nig deskundige voor,' dat men zich
ter zake nog wel eens mag bedenken.
„Als men de kaart van luitenant
Thomson, die dan toch zeker wel op
nauwkeurigheid mag bogen, overziet,
dau komt men tot de conclusie, dat
onze uiterste post eu Segli nog ge
scheiden zijn door een breede strook
terrein, van welker gedaante onze op
name nog weinig of geen notie heelt.
Nu wil ik wel aannemcu, dat we
nogal wat van de terra incognita af
weten door betrouwbare spionnen,
maar wij allen begrijpen dat deze
inlanders uit een militair oogpunt wei
nig kyk hebben op de meerdere of
mindere begaanbaarheid van het ter
rein, vooral voor de bereden wapens
„V1 e kunnen das bij onzen tocht
door de onbekende streken het kolos
sale koopje snappen, dat we belem
meringen ontmoeten, waarop niet ge
rekend is, die een vereeniging van
de ageerende colonnes op een zekeren
dag of een zeker uur volslagen on
mogelijk maken. En wat dan? On
heilen van een zoodanigeD toestand
kunnen alleen voorkomen worden door
de beide geseheiden colonnes ieder
voor zich zoo sterk te maken, dat ze
op alles kunnen voorbereid zyn. en
elk verzet zullen kunnen breken. Maar
zal dat gaan en zal het niet secuurder
zyn het advies l'unioa fait la force
voor oogen te houden Met. het oog
op de voorbeelden uit Hoojjer's krijgs
geschiedenis, heb ik voor mij niet veel
vertrouwen op samentreffen, samen
werking van door groote afstanden
gescheiden troepenmachten, en zou
ik geneigd zyn aan te bevelen den oud-
Aarlanderveenschen weg te bewande
len.
Uit goede bron vernam Het Cen
trum, dat men bij de Pedir-expeditie
veel tegenstand verwacht. Toch schijnt
Oemar lang niet op zijn gemak te
zyn; op tirannieke wjjze liet hy acht
tien zijner volgelingen dooden, welke
door hem verdacht werden, eenigs-
zins in contact te staan met de re
geering.
Leger en VloaS.
Hoogere krijgsschool.
Voor het examen voor de hoogere
krijgsschool zijn geslaagd de le luits.
G. G. H. Hcsselink, G. J. Blom en
W. L. T. C. ridder van Rappard,
van het reg. gren. en jagersK. W.
Bouwensch. van het 3e, W. Petter,
van het 4e, H. B. Pothoff, van het
Se rog. inf., G. N. Hillwig, van het
depót van discipline, P. D. van Es
sen, van het le reg. veld.-art.. bene
vens F. E. M. Di'ekhof, van het 3e
reg. veld-artillcrie.
om de verademing, die ik toen gevoelde, te beschrijven, moet toestemmen, dat het een handige zet van hern was
maar myu ledematen waren zoo pijnlijk dat ik ze het j dat stuk op te maken.
eerste oogenblik niet kon bewegen. I Toch zou ik hem in slimheid overtreffen. Mijn vijanden
„Ik zal aan uw verlangen voldoen," zeide de Gomeron hadden my myu gordel, die zoo goed van pistolen voor-
en uw besluit afwachten. Het bespaart my veel moeite zien was, afhandig gemaakt.
"lo «.a» Babette uw antwoord meedeelt. Stemt gij j Maar verder hadden zij mij niet onderzoent eri mjj
gy -- - -
in myn voorstel toe, dan zal ik bet genoegen hebben
u weer te zienzoo niet, wel dan weusch ik u zooveel
plezier ais maar mogelijk is. Intusschen zal ik u eenige
ververschingeii lateu brengen Adieu!" Hy draaide zich
om en verliet de celhjj ging evenwel nog niet de trap
op, maar wachtte op Babette, die de lantaarn opnam en
tegen my zeide
„Mijnheer zal geen licht noodig hebben om na te
denken"eu zy lachte schor en daarop werd de deur
gesloten. Ik hoorde den grendel er voor schuiven, den
sleutel iu het slot kaarsen eu toen werd alles stil en ik
bevond my weder alleen en in 't donker.
Ja. duister mocht het zijn, maar Gode zy dank was
ik niet langen een gekortwiekte vogel en nadat ik mijn
pijnlijke ledematen eenigen tijd gewreven had was ik
spoedig in staat op te staan. Daarop begon ik in m\jn
cel heen en weer te loopen. Geen oogenblik kwam het
bij mjj op in de Gomeron's voorstel toe te stemmen. Ik
besloot in elk geval als hy terug kwam te trachten te
ontsnappen. Ik zou veinzen zijn aanbod aan ie nemer,
en dau zou ik het wagen, hoe wist ik nog niet recht,
maar hier als een rat in zijn val te sterven, neen dat
nooitIk verkneukelde my by de gedachte, dat ik den
kapitein zou netjes om den tuin zou leiden. Hij was toch
per slot van rekening een onnoozele dwaas, ofschoon ik
mijn zakmes en eenige goudstukken, die ik voor 't ge
mak in myn vestjeszak had geborgen, gelaten. Ik haalde
het mes te voorschijn, opende het en voelde met mijn
vingers langs het staal. Het was maar drie duim lang,
maar zeer scherp, zoodat men er iemand in een worste
ling eeu gevaarlijke wond mee kon toebrengen.
Nu begon ik mijn plan op te maken. Als de Gomeron
binnentrad, zou ik hem terstond overvallen, als ik kon,
zijn zwaard bemachtigen eu mij dan uit de voeten maken,
als ik tenminste niet het onderspit moest delven. Maar
ik twijfelde niet of het zou mij gelukken, want ik was
in die dagen zoo sterk als een hercules en weinigen,
vooral wanneer zij er niet op voorbereid waren, waren
tegen my opgewassen. In het tweede geval zou het na-
tuurlijk niet goed met mij afloopen. Maar ongetwijfeld
werd er dan in eens een eind aan myn leven gemaakt,
zoodat ik dan tenminste die eindelooze folteringen niet
behoefde te verduren. Als ik nu aan dat plan terug
denk komt het rnjj nog al armzalig voor en het was
ook gelukkig voor me dat de voorzienigheid m\j een
ander aan de hand deed. In elk geval was het toch het
eenige, dat bij my opkwam en het zou niet aan my
liggen, als het mislukte. Hoe meer ik er over nadacht,
hoe meer ik overtuigd werd, dat dit nog myn eenige
kans was, en met moeite bedwong in mijn ongeduld,
zoo verlangend was ik, dat het oogenblik van handelen
daar zou zijn. Vier en twintig uur is een heele tyd,
vooral als men wachten moet. en ik maakte mij reeds
hoos, dat ik zoo'n langen bedenktijd had voorgesteld.
Ik vermoedde weinig, toen ik de cel op en neer liep,
hoeveel uren er sinds de Gomeron's vertrek reeds ver-
loopen waren ik wist ook niet, hoe onmogelijk het was
in zoo'u bedompte ruimte den tyd na te gaan. Terwijl
ik zat te peinzen, werd de stilte weder verbroken door
gerammel aan de deur. Inplaats van de deur werd er
echter een luikje geopend, waardoor een stroom licht
naar binnen viel.
Het volgende oogenblik verscheen het hoofd van
Babette er voor en zy" zag er zoo afschuwwekkend uit,
dat i k onwillekeurig huiverde eu toen in een niet te
bedwingen woede uitbarstte.
„Ga uit mijn oogen duivelin! Terstond!"
„Oholachte zij. „Er zal nog wel een tyd aanbre
ken, dat mijnheer op zyn knieën aan Babette smeekt
goede Babette lieve Babette! Zoo zult ge over
een paar dagen spreken." en een schrille lach weer
klonk door de cel. „Maar als gy 't verlangt zal ik
gaan en uw weigering aan den kapitein doen over
brengen."
Zy maakte een beweging, als wilde zy vertrekken,
maar mijzelf om myn domheid verwensehend, dat ik
op 't punt stond myn plannen te bederven, riep ik
baar toe:
„Blijf," en tegelijkertijd keek zij om.
„Wel, mijnheer," en zy vertoonde haar grinnekend
gelaat voor het luikje.
„Luister," zeide ik en mijn stem klonk heescn, „je
zult vijfhonderd kronen tot belooning hebben als je my
hevriidt od duizend meer als je hetzelfde voor mevrouw
doet.
„Zou mijnheer er niet een kasteel op de maan bij
voegen r'
„Ik geef -je mijn woord van eer. Vijftien honderd
kronen is een kapitaal. Zes uur na onze bevrijding zult
ge het geld in handen hebben. Denk eens aan vijftien
honderd kronen."
Nooit van myn leven zag ik eon gelaat zoo verande
ren een woeste, hebzuchtige uitdrukking lag in haar
oogen. En toen ik de laatste woorden uitsprak schudde
zy haar hoofd heen en weer, op oen wjjze, zooals eeu
slang met zijn kop zwaait. Haar oogen glinsterden
als kralen en zy siste meer dan zy sprak tot zieh-
zelve
„Vijf-tien-lionderd kronen! Zooveel kost een baronet
bijuaEn ik, die voor een halve pistool myn leven zon
hebben gewaagd."
„Je zult hiervoor twee levens redden," pleitte ik.
Maar ofschoon de duivelin een harden strijd had te
voeren, toch werd zy haar meester niet ontrouw.
Wordt vervolgd