nummers stellen op fO.li. Voor tjjdigtor beantwoorden mik de eiscben ai®, veer het aanbieden vaa eer. natie-.dê angstige en gillende toeschouwers uitkomen van het blad zal wordende kerk hem stelde, dan kon hjj nietnaai huldeblijk aan de Koningin- en toeschouwsters verlaten en liet 'zorggedragen. bij de militie worden ingelijfd. Spr.Regentes, heeft aan de hoofdcomrais- gelukte daarop spoedig denbeer in Aangedrongen werd op verbetering brac1 de Reg. hulde dat zy, ait|siein Nederland afgezonden de som zya hok op te sluiten. Gelukkig had van het vakblad. Het derde voorstel inziende, tevens recht had gedaan van 4347.95 frank, zjjnde hot totaal hö maar twee tanden, maar toch zijn van Utrecht werd goedgekeurd. aai. de godsdienstige gevoelens van van hei voor dat doel ingezamelde geldde knauwen leelyk aangekomen. In zake de gepleegde fraude by deeen groot deel der natie. Toor hem van Nederlanders in België vertoe-; WÊÉM' vende, verdeeld als volgt: uit Bras-1 Rouw-koop. sel fr. 2472.30, uit Antwerpen; fr.io«6.05. uit Gent fr. 350.75, «itIu I Pncscho dorp J kwam eeu Bruree en Osteude fr. 358.8», uit Luik P»rmantiLt jong^ manufactunertje bp fr. 20f. afdoeliag te Delft werd besloten den i lag in deze ontheffingen het kern- stempelaar te ontslaan eu hem die (punt der wet. Werden zy niet toe liet stempelen voor een jaar het. stem- gestaan, dan zou er geen luidruchtige pelrecht te ontDemen. Deventer stelde voor vernietigd te krqgeu de bepaÜDg »n de keurveror- ieoing te Rotterdam, om niet anders dan minstens halve dieren in te voeren. De voorzitter oordeelde dat alleen de rijkskeur daarin kon voorzien. Omtrent het voorstel Deventer zal het bestour alles doen om de bepaliu- geu van Rotterdam vernietigd te krij gen. Tegen flesschentrekkers zal in het vakblad worden gewaarschuwd met groote omzichtigheid echter. orgaui atie komeu, maar lijdelijk ver zet, onwrikbaar. Ik noemde deze rede schitterend. Zjj was het zeker. Jammer dat er een debat met de heeren Pyttersen en Troelstra uit ont stond, dat aan scherpte niet te wen- sehen overliet en dat te pijnlijker was omdat het dingen raakte die duizen den iu den lande heilig zijn. Van beide zijden vielen harde woorden men maakte zich boos en booze men seben zjjn niet steeds billijk. Over dit deel der discussie glijd ik het Óp voorstel van de G-eldersche liefst heen. spekslagersvereeniging werd aange-j De heer Veegens en de Minister drongen op een proef met maisvoer. j van binnenlaudsche> zaken zetten ten Dit zal door een commissie wor-aanzien der ontheffing vandegeeste- den onderzocht. lijken het standpunt der Reg. uiteen. Het voorstel Gouda om afschaffing j Geen strijd met het militair-, geen der militaire slagerijen werd onmo-strijd met het algemeen belang, geen gelijk geoordeeld. strijd met do grondwet, geen privi- lege, maar uitsluitend eerbiediging i van gemoeds - en godsdienstige be- i' zvvaren van een groot deel der natie. ,'Zoo begrepen hèt ook de heeren de Visser en van Gilse, die ter wille j van de verdraagzaamheid de onthef- I fifig wilden verleonen, wijl het siry- Het bleet' bjj de drie amendementen j digmet die verdraagzaamheid zeu zyn, en met dit drietal giug de gebeele bedienaren van den godsdienst aan Q m *1 L A o. Parlementaire Praatjes. Woensdag heen. Het nieuwe door de R -g. voorge dragen art. 127 der militiewet bepaalt, zooals men vreet, de ontheffing van den werkelijken dienst voor geeste lijken, thans ook en gelijk in het debat bleek zeer tot ontstemming van den heer Hesselink van Suehtelen uitgebreid tot de zendelingen en ordebroeders. Deze uttbreiding was den heeren de Visser en van Bylandt niet vol doende. zoodat z\j voorstelden de ontheffing ook te verleenen aau broe ders-diakonen en proefbroeders. Tegen de ontheffing der geestelijke heeren waren gekant de amendemen ten van den heer Pyttersen en van den heer Troelstra (le gedeelte!. Dit kopstuk van zijn amendement liet de heer Troelstra in den loop vaa het debat vallen, aangezien het amend.- Pytterseo hetzelfde bedoelde. 'Het Regeenngsvoorstel bedoelde voorts ontheffing te verleenen aan de zg. kostwinners, indien door bun vertrek het gezin waartoe zij behooren armlastig zou worden. Tegen dat deel van het art. was gericht het 2e deel van 's heeren Troelstra's amendement, bedoelende die ontheffing te verleenen wanneer de inkomsten van het gezin des kost winners daalden beneden een voor elke gemeente te bepalen bedrag, in een tabel bij de wet op te nemen. Ziehier in het kort waarover de discussie dus lieple. over de ont heffing der geestelijken2e. over de ontheffing der kostwinners. Deze discussie werd geopend door een naar vorm en inhoud schitterende redevoering van dr. Schaepman, die aan alle lezers van het officieele Bij blad dringend zy aanbevolen. Deze rede, gericht tegen de amend. Pyt tersen 'en Troelstra, was natuurlijk een doorloopende verdediging van de ontheffing der geestelijken, meer spe ciaal van de kath. geestelijken. De heer Schaepman zette in den breede uiteen hoe elk staatsburger is lid van een kerkgenootschap, hoe de kerk dus invloed uitoefent op zya politieke gevoelens en hoe niet te spreken is van absolute scheiding van kerk en staat. Immers de kerk kon m haar instellingen eu meer bepaald in de vorming barer godsdienstleeraren geen inmenging gedoogen. En de staat had de vrijheid van godsdienst, de ge moedsbezwaren van een belangrijk dee 1 des volks te eerbiedigen wilde de wetgeving practisch, niet dogma tisch zyn, wilde de wet zyn aanpas baar aan het werkelijk leven, wilde het zijn een nationale wet. Met een beroep op den aard der vorming en op de opvoeding van den priester, maakte dr. .Schaepman duidelijk dat in die opvoeding geen plaats was voor verblijf ia de kazerne noch voor nc-fa- ning in den wapenhandel. Het hem ieed de Kamer geen beter model van die opvoeding te kunnen toonen dan zichzelf (gelach); maar er waren veel betere modellen. Wiide de pries- i:un arbeid le omtrekken, zonder dat dit door het landsbelang werd gevor derd. Yau deze zijde werd dus de aan neming der acieudeme den Pyttersen eu Troelstra 1 e deel (dat ingetrokken werd) ontraden en het amend de Visser aau bevolen, zij het ook niet door den Min. die, een precedent vree- zende, deze uitbreiding wat al te ruim vond. Verschillende sprekers wezen den heer Troelstra op de moeilijkheid, ge legen in het ontbreken der door hem bedoeide tabel betreffende de kost winners. Ook op de moeilijkheid, dat zijn voorstel in de toepassiug en_ ge volgen niet was na ie gaan. Werd het daarom door den Min. en de C. v. R. ontraden, de heeren Williuge eu van Alp hen vonden blijkbaar ook de regeeringsredactie niet wondermooi en vreesden van cie toepassiug daar van onbillijkheid en ongelijkheid wil lekeur ook der plaatsel. autoriteiten. Zoo de Reg. erkende den steen der wijzen niet te hebben gevonden, de heer Troelstra probeerde een verbe tering van zyn voorstel. Hy stelde nu voor de zinsnede omtrent de kost winners aldus te lezen „Aan den ingelijfde by de militie, die geacht wordt onmisbaar te zyn voor het gezin waartoe hjj behoort, wordt door Ons op zijne schriftelijke aanvrage, telkens voor één jaar ont heffing' van den werkelijken dienst verleend. Dit geval wordt aanwezig geacht, indien dat gezin zonder zijne aanwezigheid, niet in eigen onder houd kan voorzien." Eindelijk kwam men tot stemming. Het amend. Pyttersen werd verwor pen met 79 tegen 15 stemmen (o. w. de heeren LieFtinck en Kool). Het amend, de Visser werd aan genomen met. 71 tegen 23 stemmen. Over het gewyzigd amend. Troel stra staakten de stemmen met 47 tegen 47 (tegen alle katholieken, de rechts- antirevolutionairen, christ. bistorisehen eu eenige liberalenvoor de links- j auti-rev. en ue overige liberalen, o. w. de heeren Lieftinck, Macaréen Kool), j Over dit amend, wordt Donder dagochtend dus het eerst gestemd. G. Jr. Revue over de oorlogsvloot. „Hoeveel vraagje daarvoor"Onze boer oen leukerd antwoordde f 60. 't Koopmannetje wilde toch eens bieden ook en zeide: „Veertig gul den geef ik." Hy kreeg „geluk" en schrikte niet weinig, toen de boer hem mededeelde, dat het varken een beer was. Wat zou hy toch met het varkeu doen, wat zouden zjjne ouders er van zeggen en door meer jeremiaden trachtte by den boer te vermurven hem van den koop te ontslaan. Maar deze zeide: „Eens gekocht, blijftge kocht", tot hy eindelijk het 'waan wijze ventje den voorslag deed: „Gij laadt een wagen met most, terwijl ik den anderen wagen op het laüd ledig, is de wagen by mijne terugkomst vol, an zijt ge van den koop ontslagen." Dit nam het ventje aan, hjj legde zyn pak van den rug, deed de jus uit en ging nu zoo-hard hij kon aan 't werk, zoodat de wagen met mest beladen was, toen de boer van't land terugkeerde. Dat de boer in zjju vuistje lachte, is te begrijpen. eer. boer, dio druk bezig was met jmest naar het land te meanen. Ons TT j koopmannetje wilde gaarne zaken met Het publiek eu het spoorweg- j deu boer doen, waut. deze was solide, personeel. j terwijl er zeker wel wat noodig zou t fr 'zyn, omdat een dochter van den boer lp. u ket orgaan van den zou trouwen. Óm nu een praatje met Anti-bociaal-Democratischen Bond.(jen aa;i te knoopeu, pochte het van Nederlandsch fepoorweg-perso- j koopmannetje op eeo varken van den neel „Recht eu Plicht", komt een boeren vroe<*" artikeltje voor over liet gedrag van het p publiek tegenover de aan den spoor weg verbonden ambtenaren. Het is een uitnoodiging om 't hu;i niet zoo lastig te maken. De klacht is zoo billijk, dat wy een gedeelte daarvan hier gaarne overne men: „De trein naar Arnhem vertrekt zoo straks, niet waar?" „Ja mevrouw, dadelijk; welke klasse?" „Tweede." „f 3.80." „Hoe! f3.80! 't is zonde! is het opgeslagen „Neen, Mevrouw, daar hangt het tarief." „Ik heb uw tarief niet noodig; ik beu dikwijls genoeg naar Ede gereisd om den pry's te weten." „Hoe! naar Ede? Waarom zegtu dat niet terstond. Daar houdt deze trein niet stil, dan moet u over een uur komen." „Mijnheer, gy zijt onbeleefd! ik zal mij over n beklagen." „Ga uw gang, Mevrouw I en u „Twee lootjes." „Welke klasse en waarheen? „Derde klasse." „Aan 't loket hiernaast De vraag om twee lootjes wordt daar herhaald. „Waarheen „Waarheen? Naar Schoonhoven." En als nu de ambtenaar niet met het grootste geduld van de wereld vertelt, dat by geen kaartjes naar Schoonhoven heeft, met welke boot jes en diligences men daar van Utrecht en Gouda komen kan, hoeveel tijd de eene gelegenheid langer duurt, en hoeveel centen zy goedkooper is dan de andere klagen, klagen en nog eens klagen over de botheid van het personeel 't Is om er je geduld bij te verliezen. Op het oogenblik, dat een chef eens een portier onderhanden nam over zyn onheusöhheid, komt een dame iets vragen, die hjj met de grootste beleefdheid beantwoordt, daarna zich tot den portier wendende, zegt hjj „Zoo moet men het publiek behan delen." De goede vrouw komt terug; de chef herbaalt zjju gegeven inlichting men moet een weinig geduld heb ben. Zij komt voor de derde maal terug. „Maar wat duivel, mevrouw, ik heb meer te doen dan u onophoude lijk hetzelfde te zeggen!" De dame aan den portier: „Bij wien kan men bier eene aan klacht indienen?" „By mijnheer," antwoordt de ander koelbloedig, op den chef wijzende. De goede vrouw ging rechts en de chef links. En dat gaat zoo voort van 's och tends 6 tot 'savonds 11—12 ure! rt era •.s$«58?!St-T'5i?g<eire, Jaap Eden en zijn vrienden Gou- goltz, Lamberjack en Robertson zyn er siecht afgekomen met hun over winning op de Buffalo-baan. De di rectie is in gebreke gebleven de pry- zeu en de vooraf vastgestelde toela gen uit te betalen en de kampioenen van de korte baan hebben hun hor loges, ringen en medailles in de bank vac leeuing moeten achterlaten om naar New-York te kunnen komen. Zij zuilen tegen de baandirectie te Buffalo een acte instellen. .Da Derby. De Ned. Sport ontving Woensdag telegraphisch den volgenden uitslag van „The Derby"1. Jeddab, 2. Batt, 3. Dunlop. (Jeddah was een totale outsider, zoodat de uitslag zeer verrassend was. Het paard werd bereden dooi den jockey Madden en behoorde den heer Larnach toe.) Gladstone's begrafenis. Gladstone's lyk heeft Dinsdag in de studeerkamer op Hawarden op hei praalbed gelegen, en veie duizenden uit den omtrek en uit verafgelegen tigheid moge» bijvronen. Geen bloe- bet feit, dat hier de uniformen nu men en geen galakleeding worden I eens niet do overhand hadden, en in- toegelaten. Aan'de stations wordt het tegendeel als 't ware verdwenen tus- volk geweerd, om bctoogiogen te ver- j schen d9 zwart gerokte- en witge- mijden. Na den lijkdienst in de abdij j daste heeren, wel een zeldza.tm feit zal de bijzetting geschieden in e.-njin Dnitschland. In de voorzaal ston- graf vlak tegenover het groote ge-1 den de heeren iu groepen bijeen. denkteeken voor het in 1752 overle den parlementslid sir Peter Warren. Een brief van Esterhazy. By zyn terugkomst uit Versailles, waar hjj tevergeefs kolonel Picquart heeft gezocht, heeft Bsterhazy aan Picquart een brief gezonden die den schrijver al weder zeer sterk karak teriseert. Dit briefje luidt: „Wegens uwe weigering ou een tweegevecht met mij aan' te gaan, welke alleen het gevolg is van uw vrees voor een gevocht, heb ik u ge- ruimen tjjd gezocht en gij zijt ge vlucht, lafaard die ge zyt. „Ik ben heden te Versailles ge weest; ik wachtte u aan den ingang van het paleis van justitie, en ieder een heeft geweten wat ik daar kwam .doen. Uw lafheid heeft wellicht een grens. Zoo ja. zeg my waar en wan neer gy u 'eindelijk van aangezicht tot aangezicht tegenover mij durft vertonnen, om do tuchtiging te ont, vangen die gjj verdient." Carrara, de moordenaar van den looper van het Comptoir d'Escompte te Parijs, is door het assizenliof van de Seine ter dood veroordeeld; zijn vrouw tot levenslangen dwangarbeid. Carrara heeft cassatie aangeteekead. Een brand met slachtoffers. Een droevig ongeluk heeft Dinsdag avond te Antwerpen aan de Steeu- brug plaats gehad. De familie van Uffelen aldaar woon achtig, was tegen half elf naar bed gegaan. Een kwartier later werd een der zoons wakker van benauwdheid, die door rook veroorzaakt werd. Hij wekte onmiddellijk zijn broeder en vloog naar beneden om water te halen. In de schrik vergat hy zyn beide jongere broertjes van 10 en V jaar, die in de vlammen omkwamen. De brand werd door de brandweer gebluscht, Srievsn uit Saksen Particuliere Correspondentie.) LEIPZIG, Zondag 15 Mei '98. De duitsche boekhandel, slot. Eeu feestmaal van 750 personen De jaarlykschê afrekening. Sinds jaar en dag zyn de festivi teiten gedurende de Buchh&udler— Ostermesse drieërleiDe gezellige bijeenkomst het feestmaal en de feestvoorstelliug in het „Krystall- Palast". Zaterdagsavonds, de avond voor den grooten dag, is er een ge zellige bijeenkomst in 'het Buchbaod- lerhaus. Daar komen ze van noord en zuid byeeti, de vrienden, die elkaar in een jaar niet gezien en gesproken hebben. Naar oud gebruik gaan de meeste bezoekers den feestavond in „Aeckerlein's Keiler" aan den Markt voortzetten. Dit is een beroemde ge legenheid waar men uitstekenden wijn drinkt. Heel lcousekwent is het ove- plaatsen, hebben een laatsten blik rigens niet van de heeren boekhan- geworpeu op zyn stoffelyk overschot. delaars om m „Aeckerlein's Keiler" Woensdag is net lijk naar de St. to gaan pokelen; want in hun „eigen Deiniol's kerk. te. Hawarden, cn tegen j hnis" is ook ee^. „Keiler", nog wel den avond naar bet spoorwegstationnaai- iiun beroemden voorganger Gut- overgebracht, cn de tre;n zou het tenberg genoemd. Het feit ligt erna naar Londen brengen. eenmaal toe imfc behoort tot hei pro- Ambtelyk wordt bekend gemaakt. I gram om naar Acckerlein te gaan. dat de slippen van het i ijk Kleed bij j De morgen van Kantafe Zondag is de bijzetting ia de abdij van West-j voor de groote aigemeene vergadering minster gedragen zullen worden door j bestemd. Na elf uur zeggen de heeren den prins vau "Wales, lord Salisbury, i ziezoo, nu hebben we iets goeds ver- Balfonr, lord Rosebery, lord Rendel, j dieud en gedurende iiet verdere ge- aan den eenen kant; door den hei-'deelte van den dag wordt daarom Daaraan zal het wel niet ontbro ken hebben, want liet verzenden van briefkaarten „mit Ansicht" zie de lui in Duitschland iu het bloed. Ter herinnering aan het feit, dat het nieuwe Buchhiludlerhaus tien jaar tog van York, lord Kimberley, siruitsluitend aan de genoegens van Lu-I K?le:je9 wrer(* ingewijd, haddekunst- William Harcóurt, den hertog van;callus en Bacchus geofferd. Tot slot:lBrlphUug vanScheller (riesecke- Rutland en den heer Armitstead aauvandeMessezorgt liet Vergniigangs- eeu ar,ls l1^ ul|geyoerdgo-enK- - - ii i non uroTfirirn I !a imftf/nrlj nm l/n in Andereu liepen ongeduldig heen ca weer. Heel latig behoefde men echter niet te wachten, want even na twee uur werden de drie vleugeldeuren van do feestzaal geopend on nu s' room den allen ua?.r binnen. Daar de hoofd zaal niet groot genoeg was, waren ook in de beiclo bijzaieu on suite tafels gedekt, in 't geheel drie eu twintig, waarvan tieu in dé hoofd zaal, 7 in de ccnc cn 6 in de andere byzaal. Het geheel zag er bijzonder feestelyk uit,, waartoe niet weinig de keurig gedekte tafeV, en de vele vaandels meewerkten, welke door de verschillende vakvereenigingen voor deze gelegenheid waren afgestaan. Tusschei! de witmarmeren busten van Keizer Willem 1 on Koning Albert van Sakseo kwam do buste van den jongen keizer byzonder gunstig tegen den warm rooclen achtergrond van een peluche draperie uit, we'ske daar was aangebracht. Daarnaast stond de redenaarstribune. Aan de achter zijde van het toegangsbewijs voor het feest was een plattegrond van Ue drie zalen aangebracht met oen schema van alle tafels, waarbij by elke tafel het eerste en hel laatste nummer was aangegeven. Op deze wijze vond ieder snel zyn plaats, daar alle toegangs bewijzen van een. nummer voorzien waren. Het is eeu alleraardigste ge woonte van eenige groote graphische inrichtingen in Leipzig om de gasten van het Kantate-festessen ieder jaar verschillende cadeautjes aan to bie den. Zoo werd b. v. evenals vorige jaren als pièee de résistacc een keu rig gedrukt en practisch ingericht zakboekje voor boekhandelaars uitge deeld door Ue Vereinigtc Darnpf- Buehbindereïcn Baumbach <k Co. Het bandje in geperst leer vertooude aan de voorzyde |een Chineesche schoone, met een waaier iu de hand, waarop een uil was afgebeeld. Dir, ziet na tuurlijk op de nieuwe kolonie Kiau- Tchau. Eeu andere firuia. de boekbin derij Herzog—Spelling zorgde voor een mooie zakpurtefeuiile eveneens in geperst leer. De lithogra.ihischo Anstalt vau Meissner Buch had ook aan de familie eu kennissen van de feestvie renden gedacht. Naast'eik bord lag in eeu net omslag, door eeu geel zij den lint bijeengehouden een serie van acht briefkaarten. Het eerste blad van het bundeltje bevatte hot pro gramma vau het orkest: Hohenfried- bergen Marscli, Scbüno Helena.- Loin du bal, The Geisha, Lohengrin. Bala Morgana. Wintergartenkliinge. Konig Albert-Marscb. Op elke briefkaart waren de beginnoten vau het stuk in kwestie aangegeven en daarnaast bad de geestige tee ken aar telkens een toe passelijke keurige teekening gevoegd, b.v. op No. 1Hohenfrieabergen- marsch, een kurassier eu een lancier uit den tyd van PVedt-rik den Groote en daarnaast ia medaillon den kop van den philosophischon koningop Mo. 7Wmtergartenkiiinge. de be roemde Yvetie Guilbert, de Parjjsche couplet-zangeres, enz. Op <h-u omslag richtte de „Festaussciiuss" do volgende regels toe de aanzittenden „Weun sauftc Flötentöne dir erklin- [gen. Des Freunde Worte schineicholuddich umfangen, Der treueu Gattin deiner Kinder [nicht vergiss! Ucd enigst, sende ibucn vielo Grüsse Te Amsterdam is, in opdracht van den minister van koloniën, het geheele Victoriahotei by het Centraalstation afgehuurd, van 3 tot en met 9 Sep tember, ten behoeve van den Sultan van Siak en de gezautschappen van Van welingelichte zyue verneemt I Solo en Koetei, met het oog op de men. dat na de inhuldiging, omstreeks inhuldigingsplechtigheid. half September, door H. M. de Ko-1 ningin eene revue over onze oorlogs-j „nrt vloot zal worden gehouden. Dezei. Dmsuagaviond tfoja oen iwireialei lei revue zal niet, zooals in 1894, ter reede van Tessel. doch op een onzer zuide- voorstellingbyua afgeloopen I Behalve de personen die in den dau verschillende'specialiteiten opJ eonjongen man, die ïn een „Laul was, viel de beer onverhoeds den stoet gafin, zullon slechts de diploma- tredeu. l'f** clematis begroeid is geiten, r.A' „„p ,14.-i, Ar. f.™ „..o ooor net uttue.s uveu t'eüeö te. II 'Ivtia 7aHiin?°Jnnalflfn1RQ4-torSfd^-in een der koffiehuizen te Siiedrecht den -vaderen kant. De begrafenis zal koraitee" steeds voor "een Voolykengezorgd. De voorzijde, welke in --">-!»«» bJföe k»ns,e» ia,en vertoonen. te kwart over elven geechjedeu. avonü in M met clematis begroeid is gezeten, en ZradigBiddaz tegen twee door hot uitgeslagen .«êwMte, naar «ml vol in dè ruime ves- uet Bnohbtodl«i|nas_ in het verschiet, net Bachh SS^br®"d!3S staïten maakte om zjjo prooi nog ver-1 burgerlSke administratie, de nbiversi- Onophoudelijk kwamen n; deedVèTJnJt NJT.b.X der toe te takelen, gelekte bet den teiten en 'le wetenschappenkemsiel- gangers, in troepjes of a nodel gescbikt .or geacht waard^ geholpen door den berenleider, Iingen zullen vertegenwoordigd zyn, gen Allen hadden zich in Ik monsterde de wachthoudende matrozen en zond een paar vau hen naar de voorplecht om hun maats af te lossen. Een nachtkyker lag op een der ramen van de ka juit; ik inspecteerde de horizon er mee. maar kon niets bespeuren. Ik begaf my naar het achterdek om te zien welke richting wy uitstevenden, want er zijn schepen, waai de kompaskaart totaal in de war wordt gebracht dooi de zware golven, die van achteren tegen het schip bre ken; ik vond echter alles rustig en zag dat de Atlanta zeer gestadig doorliep, ofschoon de zee hol genoeg stond om een schip van twee duizend ton van do wys te brergen. Zy rees van voren beter uit het water dan ik gedacht had, want zy was nog al lai in haar bewe gingen er waren golven, wier koppen boven de ver schansing uitstaken eu ofschoon het dek aan de wind- zijde geheel droog was, bad zij toch aan lij een stortzee by de kombuis over boord gehad. Coxon stond rustig een pijpje ie rooken, dat hy met de eene baud vasthield, terwijl by met de andere op do verschansing steunde. Hy droeg een bonten muts op het hoofd met kleppen over dé ooren, en al wat hy deed was nu eens naar de zeilen zien, dan weer een baaltje aan zyn pijp doen. Klaarblijkelijk had bij zich vau negen uur al op deze manier beziggehouden. Naar myn meeniug moest hij dit tijdverdrijf nu wel moe zijn. „Zij beeft eeu Hinken gang, mynheer." zeide ik. „Ja." antwoordde hy kortaf, „maar ik heb ook vier eu twintig uar tijd verloren. Wy hadden het Kanaal al uit moeten zyn." Bacil hand lerhaus. sia&rt. De Keurige afbeelding van dit Onophoudeiyk kwamen nieuwe feest-} inbouw, een onberispelijke zinko, was alleen opda- °P bet tweec*e blad afgedrukt: daar- Paasciibest 0lI(*er volgden eenige toepasselijke om"aa'a°dezecongewenschtekunstver: j voorts zal het hoofd van elke ge- gestokeu, iu Frack und Esse" zooals eoupletien, welkeiop de wyze„strömt Nationaal Huldeblijk. tooniDg te ontkruipen. Het zaaltje meente en eiken graafschapsraad in ae cilinder hier in den volksmond heet. beroei, tor voikerscnaren wqraen De hoofdcommissie voor België, was natuurlijk in een oogenblik door het Vereenigd Koninkrijk de plecb- Tot mijn genoegen oousUteerde ik ë'^ougen. Lr waren nog verscheidene ;ag hem naar het roer toesnellen, con «lor kerels „Het is toch een snelzeiler, mijnheer. Het loopt be paald wel een goede twaalf knoopeu, zou ik zeggen." Hij zag over de verschansing en toen naar de lucht, maar antwoordde niet, Ik maakte een beweging om mij te verwijderen, toen hy tot mij zeide „Ga naar voren en zeg aan liet volk van de wacht, dat zy terdege opletten. En houdt gy uw zeemans oog ook goed opem" Ik voldeed aan zijn bevel en ging naar de voorplecht De twee matrozen, die de wacht hadden en van af het achterdek niet te zien waren, stonden in oliejassen ge- huid tegen de verschansing geleund. Het woei hier nog veel harder dan op het achterdek, want een hevige zuiging bewoog zich in den vorm van een dwarrelwind tusscheu de fok en het voorzeil. Het kraken van het schip, dat door het vele zeildoek dat bijgezet was het water snel doorkliefde, was won derlijk om te hooreneen verschrikkelijk gebulder ver nam ik om ray heen, afgewisseld door schril gepiep en festeun van masten, die heen en weer geschud werden. Iet was een grootsch schouwspel naar boven naar de gespannen zeilen te zien, en interessant het geloei van den wind door het touwwerk te hooren, waartusschen nu en dan de maan zichtbaar werd. Ik was zoo ongeveer drie kwartier boven geweest toen ik huiverend van koude even naar beneden ging om een bouffante te halen. Nauwelijks bad ik de deur der kajuit achter my toe getrokken, toen ik een eenstemmig geschreeuw op de voorplecht hoorde: „Een zeileen zeil Coxon spoedde zich naar de verschansing en trachtte met zijn oogen door de duisternis heen dringen daarop liep hij naar den anderen kaal en riep einde lijk „Ik zie niets. Waar dan?" Ik zotte mijn handen voor den mond en riep „Aau welke zijde?" „Vlak voor ons 1" was het antwoord. Daarop heorschto er een oogenblik stilte, waarop een van de manschappen riep „Verander koers want wy stevenen er recht op aan „Het is een smak als kotter opgetuigd." De kapitein brulde tegen den stuurman „Naar bakboordnaar bakboord Ik zag de spaken van het rad rondvliegen, maar voelde tegelijkertijd een schok het was een zonderling gevoel en maakte op mij den indruk van een plotseling inval lende windstilte. „Groote Godschreeuwde er een, „wy hebben baat- in den grond geboord." Iu een oogwenk bevond ik my aau de loeverzyde van den achtersteven en zag over de verschansing ik be speurde nu eeu raast en een donkerkleurig zeil, dat by daglicht waarschijnlijk rood zou zien, welfco op ue schuimende golven snel voortdreven. Tegen dezen witten achtergrond waren mast en zeil beide duidelijk te ouder scheiden maar ook één oogenblik slechts, want ter stond werden zy door de zee verzwolgen. Toeu begon h8t lawaai boven ons hoofd weder opnieuw eu de masten kraakten en schudden heen en weder als moesten zy breken. „Naar stuurboord, naar stuurboord!" schreeuwde Coxon. ïk wegduwen en het rad met ai zyn kracht omdraaien. Het schip luisterde terstond, draaide statig by ais ware liet een verstaudig wezen en stevende spoedig weder iu volle vaart verder. Alles liep goed af, want door do groote snelheid had de Atlanta oogenbiikkelyk naar het roer geluisterd en was daardoorbijna door den wind geloopen, wat in dit geval befceekende dat zy al haar ra werk zoo ver loren hebben. Rillend bij de gedachte dat verscheidene meuschen iu ons kielwater bun dood hadden gevonden, vroeg ik aan den kapitein „Zullen wij niet trachten hen te redden, mynheer?" „Redden Beu je malbrulde do kapitein woedend. „Waarom kwam die verwenschte schuit in ons vaar water Ik was zoo geschokt door Coxou's onmenschü'ijkheid» dat ik my op mija hielen omdraaide en ray wilde ver wijderen maar bet scheen aisof een magnetische kracht iny naar de plaats trok, waar ik het wrak had zien dryven. Coxoa's attentie werd te zeer door het kompas in beslag genomen om op mij te letten op gedempten toon deelde hij bevelen aan de manschappen uit, terwijl hy zijn oogen op de kaart vestigde Op schorren toon beval hy nu „Laat de timmerman de pompzode peilen." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2