NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 1)6 scMjlretianfleJiiita." De oorlog tusschen Spanje en Amerika. !5e Jaargang Woensdag 22 Juni I8S8. Mo 4S93 HAARLEMS DAGBLAD ^^o^i>T3irivrEn\rTsi=s,ij'S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in Ion omtrek waar een Agent gevestigd is 'kom dei- gemeente). per 3 maanden1.30 Franco door het geheeie Rijk per 3 maanden1.05 Afzonderlijke nummers0.(<5 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.372 2 ^JD-V-^TRTZEn^TIIEnsr: 7 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar runnto. Bi; Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. nneraenten en Advertentien worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Kt blad v-rschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PublicUé Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Saec., Parijs 31bis Faubourg Montmartre Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten; voor dit blad in den omtrek zyn: Bloemendaal, Santpoort en Schoten. P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,bp de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort. G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HiUegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aaD. Offficieele Berichten. Voorbereidend Militair Onderricht. De Burgemeester van Haarlem, Brengt ter kennis van belangheb- >enden, dat zijn vastgesteld de vol lende bepalingen, betreffende bet ont- angen van voorbereidend militair inderricht lo. Ten behoeve van toekomstige oilitieplichtigen eD andere jongelieden rordt in het a.s. wintertydperk van ingeveer half October tot het einde ran Februari gelegenheid gegeven tot iet ontvangen van voorbereidend mi- itair onderricht. 2o. Dit voorbereidend militair onder- iebt is kosteloos voor de deelnemers in kan worden gevolgd door jonge- ieden van 16- tot 24-jarigen leeftijd. 3o. Zij, die dit onderricht wenschen volgen, moeten zich daartoe aan- nelden ten bureeie van den Majoor, k>mmandant van het 3e bataljon 4e egiment infanterie in de Infanterie [azerne (Koudenhorn), voorzien van leu geboorte-extract of ander bewijs- tuk waaruit de dagteekening van ge- oorte behoorlijk blijkt. 4o. De aanmelding tot deelneming moet plaats hebben vóór of uiterlijk ip 1 Juli 1898. Haarlem20 Juni 1898. De Burgemeester voornoemd BOREEL. Stemming De Burgemeester van Haarlem naakt bekend: dat op Donderdag den 23n Juni 1898 lene herstemming zal plaats hebben ter lenoeming van een lid van do Pro- inciale Staten voor liet kiesdistiict er gemeente Haarlem, en wel uit de lavolgende candidaten: Mr. H. Ph. de Kanter, te Haar- m, en Mr. W. S. J. van Water- choot van der Gracht te Amsterdam. De stemming vangt aan des mor- eös te 8 uren en duurt tot des na- ïiddags te 5 uren. De stembureaux zullen zitting hou ten als volgt: dat in het le stemdistrictin het ehoolgebouw aan de Beeksteeg, ilaatselyk gemerkt no. 12 (thans kos- elooze school lett B); dat in het 2e stemdistrictin het Jchoolgebouw aan de Gedempte Oude- Iracht, plaatselijk gemerkt no. 131 a thans kostelooze school lett. D); dat in het 3e stemdistrict: in het ehoolgebouw op het KL Heiligland, Plaatselijk gemerkt no. 12 (thans le Burgerschool voor jongens en meisjes); dat in het 4e stemdistrictin het ebouvr „de Stads Doelen" aan de Jasthuisstraat no 32; dat in het 5e stemdistrict: (hoofd- tembureau) op het Raadhuis; dat in het 6e stemdistrictin het ehoolgebouw aan de Friesche Var- enmarkt, plaatselijk gemerkt no. 38 thans le Tusschenschool); dat in het 7e stemdistrictin het ehoolgebouw aan het Wijde Gelde- oozepad, plaatselijk gemerkt no. 1 De inhoud van art. 128 van het Wetboek van Strafrecht luidt aldus: „Hij die opzettelijk zich voor een „ander uitgevende, aan eene krachtens „wettelijk voorschrift uitgeschreven „verkiezing deelneemt, wordt gestraft „met gevangenisstraf van ten hoogste „een jaar." Haarlem20 Juni 1898. De Burgemeester voornoemde BOREEL. thans School C). De berichten over het Spaansche hulpeskader onder Camara. dat de vorige week Cadix heeft verlaten, zijn al even verrassend varieerend en tegenstrijdig, als het geval was met de mededeelingen over het eska der-Cer vera nadat dit was uitgezeild. Volgens sommige berichten moet het op weg zijn naar de Philippijnen langs Suez en door de Indische Zee, andere luiden weer dat het naar Cuba stevent. Te Madrid gelooft men het eerste of houdt zich alleen maarzoo. Wel is het een feit dat een groote kolenvoorraad wordt meegenomen, wat heet te zijn met het oog op de lange reis naar de Philippijnen, welke eene raaaud duurt. De vijf transportschepen bij Cama- ra's eskader behoorend, die nog te Cadix achtergebleven waren, zijn nu ook de straat van Gibraltar gepas seerd en hebben zich by de overige schepen gevoegd. Men verzekert dat de geheeie vloot te Cartagena ligt. Volgens een ander bericht houdt het Amerikaansche ministerie van buitenlandse he zich overtuigd dat het eskader weer stilletjes de straat zal doorvaren om op de Canarische eilan den nadere bevelen af te wachten. Ook volgens een bij de regeering te Washington ingekomen telegram zon het eskader weer in een Spaan- sche haven znn binnengeloopen. Bij verschillende pogingen om bij Santiago een geschikt punt voor de ontscheping van de Amerikaansche troepen te vinden, is gebleken dat de kost over een afstand van vijftien mijl door de Spanjaarden bewaakt wordt. Ofschoon dit de ontscheping niet zal beletten, kan het aanmerkelijke ver traging veroorzaken; de geheeie om trek zal beschoten en van vijanden gezuiverd moeten worden, voordat de j ontscheping veilig kan plaats hebben. De „Herald" ontvangt van zijn correspondent van Santiago bericht, dat koeriers de gemeenschap onder houden tusschen Gnantanamo en Cnero, dertien »ül ten westen van Santiago. Deze plaats zal de com municatie-basis zijn tusschen Samp son en de Cubanen, die ze reeds met 500 man bezet houden. Naar de „Herald" uit Santiago ver neemt is Sampson Zondag met zeker heid te weten gekomen dat twee ge vangenen van de Merrimac naar het marine-hospitaal overgebracht zijn, en alle anderen zich te Santiago bevin den. Hij heeft toen dadelijk het bevel ingetrokken, dat niet geschoten mocht worden op het fort Morro. Het departement van marine te Washington zal een onderzoek instel len naar de ontvangst die aan boord van de Marblehead bereid is aan den Cubaanschen generaal Perez, en naar het salueeren van de Cubaansche vlag. Dergelijke handelingen zyn in strijd met de maritieme voorschriften, vol gens welke geen eere-saluut mag be wezen worden aan een niet formeel door de Unie erkende natie. De Cu baansche opstandelingen werken slechts individueel met de Amerika nen samen. Het Amerikaansche adviesjacht Zafiro, den l7en Jnni van Manila vertrokken, is te Hongkong Maandag aangekomen en heeft in de Chinee-1 sche wateren geankerd. Het bracht nieuws. De opstandelingen houden 4000 Spanjaarden gevangen. Duizend opgestane inboorlingen hebben den 14en de stad Dalanga genomen. Te Manila en te Malate komen vele branden voor. De Amerikaan sche kruiser Baltimore zou den 17n vertrekken en transporten nit San Francisco ontmoeten aan de noord oostelijke punt van Luzon. Dertig carabineros die trachtten te deser- teeren, werden den I5en gevat en Aguinaldo berichtte den Ameri- kaansehen consul, dat de opstande lingen voorstelden een voorloopig be wind in te stellen om eenige concen tratie te verkrijgen, maar dat het overigens de wensch was, de Filip pijnen een Amerikaansche kolonie te zien worden. De Spanjaarden hebben den krui ser Cebu aan den mond der Pazic- rivier laten zinken, om het enge ka naal te versperren. De „Times" verneemt dat 1200 vluchtelingen, meerendeels Chineezen, uit Manila te Hongkong zijn aange komen. Zij zeggen dat de opstande lingen Manila beheerschen, maar De wey verlangt dat de Spanjaarden zich zullen overgeven aan de Amerikanen. In een telegram uit St. Thomas aan het „Journal" wordt beslist verze kerd, dat de Spanjaarden de verster kingen van San Jnan de Puerto-Rico sedert het bombardement veel krach tiger gemaakt hebben. Drie kanonnen van 15 cM. bestrijken nu de baai, en de Spanjaarden hebben zich voortdu rend geoefend in het richten van al hun kanonnen. Tegen het huis van den Spaanschen consul te St. Thomas zijn Zaterdag nacht steenen geworpen, omdat de consul bewerkt had, dat de drukkers van nieuwe krijgsliederen, aan Ame rikaansche bladen ontleend, in hech tenis werden genomen. De ruiten werden ingeworpen, en eindelijk ver toonde de consul zich met een gela den geweer, waarop de menigte uit eenging. De consul heeft een aanzien lijke belooning uitgeloofd voor het arresteeren van de daders. Tolgens de spaansche dagbladen heeft de ministerraad Zondag zijn gedachten laten gaan over de gezind heid tot vrede, welke hij in de Ver- eenigde Staten en ook bij zekere Spaansche personen meende te hebben waargenomen. De dagbladen voegen hieraan toe, dat het land vredesvoor stellen waarbij de vijand al te groote eischen zou stellen, zou verwerpen: de vrede zou alleen mogelijk zijn op voor Spanje eervolle voorwaarden, bij behoud der koloniën. Aan de lemps wordt uit Madrid gemeldDe ministers logenstraffen de geruchten van een crisis. De veran deringen in het kabinet zijn uitge steld tot na de schorsing der Cortes aan het einde der week. Het kabinet zal elke interpellatie over den oorlog al6 ongelegen weigeren. De regeering is over de bedrijven op Cuba tevre den; ongerust echter over Manila. Men meent nog altoos dat Augusti de bezetting van Manila zal vragen door de bemanningen van alle Euro- peesche en Japansche oorlogsschepen. merkelijk het jaarlijksche bedrag tot instandhouding van de rijkstollen, hetgeen haar in staat stelt de sala rissen flink te verhoogen. De Times verneemt uit Odessa, dat de regeering tijdelijk eenige hulpkruisers statio- neert te Port Arthur en "Wladiwostok iom desnoods krachtiger op de Filip- 1 pijnen te kunnen tusschenbeide komen, als de groote mogendheden de toe komst van den archipel gaan bepalen. Eenige kooplieden te Odessa heb ben te Petersburg aangevraagd hoe Port-Arthur beschouwd moest wor den. De Russische regeering ant woordde: als Russisch gebied, betgeen gelijkstaat met de verklaring dat goe deren uit Odessa tolvrij te Port-Arthur mogen ingevoerd worden, maar niet die van kooplieden uit andere buiten- landscbe havens. Politiek Overzicht. Maandag heeft de heer Sarrien aan wien de president der fransche Repu bliek de vorming van een nieuw kabi net had opgedragen, medegedeeld, dat hij de officieele opdracht heeft aangenomen. Het oplossen van den crisis in Italië is niet onmiddellijk voorspoedig gegaan. De koning heeft de vorming van een ministerie opgedragen aan mar kies Visconti Veuosta, die onmiddel lijk weigerde, op grond van familie omstandigheden. De opdracht is daarop gegeven aan senator Öaracco en mocht deze niet slagen, dan zal de heer Son- nino zijn kans beproeven. Door den voorloopigen uitslag van de verkiezingen voor den duitschen Rijksdag, die voor de socialistische party voordeelig is geweest, is de re geering wat bevreesd geworden en tracht zy voor de herstemmingen eene samenwerking van alle burgerlijke partyen tegen hen te bewerken. Nadat de conservatieven te Berlijn Zondag reeds zijn uitgenoodigd op den candidaat der vrijzinnigen te stemmen, besloot het centrum Maan dag om in geheel Duitschland de kiezers aan te sporen te stemmen tegen de sociaal democraten. Ten gevolge hiervan wekken de nationaal-liberalen hunne partygenooten op het centrum te ondersteunen, overal waar by de herstemmingen eentrums-eandidaten tegenover sociaal-democraten staan. De vrijzinnigen willen echter van zulk Kartell niet weten. De Titnes verneemt uitPekiogdat de Chineesche regeering den Russi- schen gezant verzocht heeft, het dok ken van de nieuwe Chineesche krui sers, die uit Daitschland verwacht worden, te Port Arthur te vergemak kelijken. Pavlof antwoordde dat alleei Chineesche schepen die uitsluitend Russische officieren aan boord hebben, aanspraak konden maken op facilitei ten te Port Arthur. Een keizerlijk besluit verhoogt aan ST ADSN1EUWS Eerste en derde pagina. Haarlem, 2l Juni 1898. Zooais uit achterstaande adverten tie blijkt heeft de commissie voor balconvcrsiering, ten vorigen jare in het leven geroepen door de Vereeni- ging tot verfraaiing van Haarlem en omliggende gemeenten en tot bevor dering van het vreemdelingenverkeer, hare taak wedei opgevat en kondigt zy haren eersten rondgang op Zondag 26 dezer aan. Het is hier de gelegenheid, de in gezetenen op te wekken om aan deze goede zaak, versiering van hunne woningen met groen en bloemen, hunne aandacht te wijden. Er zijn nog tal van balcons die zeer goed versierd kunnen worden en de kosten zijn waarlijk niet hoog, wanneer men den aanleg opdraagt aan een vakman, maar het onderhoud zelf behartigt. Intusschen heeft de Commissie dit jaar hare bemoeiingen verder uitge strekt dan de balcons en kan, daar toe gemachtigd door de Vereeniging tot Verfraaiing, ook voor bekroning voordragen een versierd plat, een met bloemen getooide lijst, ook een met een rekje bloeiende planten ver sierd venster, kortom gevelversiering in 't algemeen. Nu zij hare taak zoodanig heeft uitgebreid, zullen naar wij hopen, zeer velen aanleiding vinden, de goede zaak van woningversiering eens flink ter hand te nemen, ieder naar de mate zyner financieele krachten, Wie zijn huis versiert, versiert de stad! Vooral Haarlems vrouwen be velen wij de goede zaak gaarne aaD. BINNENLAND. Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. Op pensioen gesteld De officier van gezondheid le kl- bij de zeemacht J. J. Sterk, en het' bedrag van dat pensioen bepaald op f1505 'sjaars. Bevorderd: tot off. van gezondheid le klasse, de off. van gez. 2e klasse J. W. Elen- baas. ontheven: van hun tegenwoordige plaatsing de navolgende officiereu van de ko ninklijke Nederlandscbe inarine-re- serve op den achter hunne namen aan gegeven datum: de luitenant ter zee 2e kl. van den Heuvel van het pantserscbip Piet Hein, met 1 Juli a.s.; de adelborsten lste kl. W. Krol en G. Boon, van het pantserschip Evertsenrespectievelijk met 4 en 11 Juli a.s.; de buitengewone adelborsten A.J. Vermeulen en J. A. Bientjes van het instrnctieschip Gier, met 1 Juli a.s. Overgeplaatst: de adelborst der lste klasse bij ge melde reserve L. C. Lagaay, dienende aan boord van het instructieschip Gier aan boord van het pantserschip Evertsen. Audiënties. de gewone audiënties van de min. van oorlog en van financiën op 23 Juni, en 'van koloniën op 24 Juni worden niet gehouden. Benoemd tot ridder in de Oraoje- Nassanorde, de heer P. van der Ha gen, pastoor te Zoetermeer. De Pedir-expeditie. Een Maandag door de regoering ontvangen telegram luidt als volgt: „Den achttiende dezer is de colonne van kolonel Van Heutsz uit de 7 MoekimsnaarSegli vertrokken.Overal was de bevolking teruggekeerd en arbeidende. Den negentiende kwam de kolonne van overste Wiilems te Segli terug. Geringe tegenstand on dervonden in het beuvelterrein van Tjot Moeroeng en beschoten nabij Bambi. Zwaar gewond een matroos en licht gewond twee militairen be neden den rang van officier." Zooals men zich herinneren zal, bleek nit de particaliere berichten, dat de colonne-Wiilems den weg over Tjot Moerong en Bambi naar S6gli zou nemen, aus denzelfden weg in tegengestelde richting welke de co lonne-Van Heutsz op weg naar Ke- mala had genomen. Tevens heeft de colonne-Van Heutsz blijkbaar nog een tocht naar de VII Moekims onder nomen. De rust blijkt in laatstge noemde streek al spoedig te zijn terug gekeerd, in het Oosten nog niet ge heel. Patrooilleering zal af en toe dan ook nog wel noodig blijven. Te Hillegom werd Zondagnamiddag een reiziger, die naar de Beemster moest, nit den trein verwijderd, omdat hy zonder reden den trein had doen stilstaan ter hoogte van het oude station Venenburg door aan de nood rem te trekken. FEUILLETON. 9) ^Mijn vader en ik znn ons leven aan u en uw brave lameraden verschuldigd. Zij moeten wel goed en moedig lijn om hun leven zoo voor ons te wagen," zeide zy met tndoenlijke vriendelijkheid, den schurk, die met zyn Jt op het hoofd voor haar stond, vrijmoedig in het jelaat ziende. „God zegen ui" riep hij uit. „Wjj waagden niets. roor vyf shillings had ik met plezier dien afstand in 'ien storm zwemmende afgelegd." Zy schudde glimlachend het hoofd (een poging die lar ongetwijfeld veel kostte) en zeide: „Ik weet, dat Engelsche zeelui hun edele daden altijd gering achten. Maar gelukkig is myu vader rijk en lal er zeker voor zorgen, dat geen matroos zich over lijn dankbaarheid te beklagen zal hebben." „Ois bij rijkriep de timmerman uit, als schoot ;m iets te binnen. „Heel rykf" „Hoe riik zou hy wel zijn, juffrouw „Wel, het schip, waarvan gij ons reddet, behoorde *n met lading en'al." „En wat denkt gij, dat hy den matrozen zon geven dengenen die hem gered hebben natuurlijk?" „01 hy zal geen onderscheid maken. Hij is allen veel verschuldigd, want ik heb gehoord, dat de kapitein ons niet had willen redden, ware hy er niet door het volk toe gedwongen." „Dat is zoo," zeide de timmerman vloekend en mij aanziende. „Jflj dat is de waarheid," haastte ik mij te zeggen. „Myn vader zon ieder zeker niet minder dan honderd pond geven," zeide zij eenvoudig. Hy nam zijn pet af draaide haar om en om en liet haar vallen; toen raapte bij haar zóo langzaam opJdat ik dacht zyn hoofd nooit weer te zien verrijzen. Ste vens zag Mary van terzijde aan, terwijl hij zyn pet weder opzette en zeide toen op ergerlijk onbeleefden toon tot my: „Kom, mijnheer, laat my nu eens op die kaart kijken." Ik opende de dear voor juffrouw Robertson, en wis selde een blik van verstandhouding met haar. Daarop wendde ik mij tot den timmerman, die met zyn vnilen wijsvinger op de kaart wees. „Waar zyn we nu?" vroeg hy. „Ik wees ten naasten by de plaats aanj voor zoover ik die uit de berekeningen van den vongen dag kon opmaken. _Wat beteekent die streep vroeg htj. Hy vestigde zyn oogen nu op het benedengedeelte van de kaart en zeide „Dertig. Is dat goed „Wel ja, zeg dertig." «Maar wat zegt gy dan?" „Dertig zeg ik immers dertig graden Wester- lengte." „En dat is de breedte, veronderstel ik." i i „Dus veertig." „Zeg maar vier en veertig." „Is dat juist „Zoo ten naasten by." „Wat beteekenen al die vlekken en puntjes?" vroeg I hy bijna met zijn neus op de kaart gaande liggen. „Myn kop er af als ik die letters kan lezen." „Dat zyn de Azorische eilanden." „O! wy bevinden ons ten Noorden van die eilanden, niet?" vroeg hy op scherpen toon. „Kijk zelf," zeide ik, met myn vinger op de kaart wij zend. „Waar is die verwenschte golf van Mexico?" vroeg hy na zyn oogen over de kaart te hebben laten gaan. „Daar." Hij streek met zyn vnilen nagel over de kaart tot aan de golf en vroeg toen, wat die vlek beteekende. „Bermudas." „Gij zult ze ten zuiden omvaren, niet waar „Als ik kan, zeker." „Het is een oorlogsstation, heb ik gehoord." „Ja, ik geloof het wel." „Goed," zeide hy op het kompas ziende en my vra gend of het goed wees. Ik zeide hem van ja, waarop hij het kompas op de kaart legde en znn aanwijzing met de streep, welke hy met zyn nagel over de kaart had getrokken, ver geleek. „Hoe denk je over het plan van juffrouw Robe:!son. Ik zou graag een honderd pond verdienen." „Ik ook," antwoordde hy kortaf, waarna hy zweeg. „He* zon een goede pleister op de wond zyn, voor al, wat ik van Coxon te verduren heb gehad," zeide ik eindelijk. Hij zag my aan met een onbeschryfelyken blik, die woede, achterdocht en sluwheid uitdrukte. „Dat geloof ik ook, als gy het tenminste krijgt," zeide hy zich verwijderend en de deur achter zich toeslaand. HOOFDSTUK XI. Ik was getroffen door de flinkheid, die juffrouw Ro bertson bij het vernemen van de ontzettende raeóedee- ling aan den dag had gelegd en niet minder door haar vriendelijke houding tegenover den timmerman, waar door zij bewees hoe goed zij in staat was my in dezen kritieken, gevaarlijken tyd by te staan. Nog pas eenige dagen geleden was zy uit een verschrikkelyken toestand gered, die menigeen op zijn minst krankzinnig had ge maakt en nu was onze positie nog afschuwelijker en toch kon zy het gevaar rnstig onder de oogen zien en beraadslagen wat ons te doen stond. Een meisje met zulk een karakter was het type van een echte heldin, die voor niets terugdeinst; kalm, wan neer d« noodzakelijkheid het vereisente en altijd hoop vol. De gedachte om den manschappen een belooning te geven, was even vlug in haar brein opgekomen als ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1