NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
1)6 scMjlretianfleJiiita."
De oorlog tusschen Spanje
en Amerika.
!5e Jaargang
Woensdag 22 Juni I8S8.
Mo 4S93
HAARLEMS DAGBLAD
^^o^i>T3irivrEn\rTsi=s,ij'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in Ion omtrek waar een Agent gevestigd is 'kom dei-
gemeente). per 3 maanden1.30
Franco door het geheeie Rijk per 3 maanden1.05
Afzonderlijke nummers0.(<5
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.372 2
^JD-V-^TRTZEn^TIIEnsr:
7 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar runnto.
Bi; Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
nneraenten en Advertentien worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Kt blad v-rschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PublicUé Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Saec., Parijs 31bis Faubourg Montmartre
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten; voor dit blad in den omtrek zyn: Bloemendaal, Santpoort en Schoten. P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,bp de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort. G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HiUegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aaD.
Offficieele Berichten.
Voorbereidend Militair Onderricht.
De Burgemeester van Haarlem,
Brengt ter kennis van belangheb-
>enden, dat zijn vastgesteld de vol
lende bepalingen, betreffende bet ont-
angen van voorbereidend militair
inderricht
lo. Ten behoeve van toekomstige
oilitieplichtigen eD andere jongelieden
rordt in het a.s. wintertydperk van
ingeveer half October tot het einde
ran Februari gelegenheid gegeven tot
iet ontvangen van voorbereidend mi-
itair onderricht.
2o. Dit voorbereidend militair onder-
iebt is kosteloos voor de deelnemers
in kan worden gevolgd door jonge-
ieden van 16- tot 24-jarigen leeftijd.
3o. Zij, die dit onderricht wenschen
volgen, moeten zich daartoe aan-
nelden ten bureeie van den Majoor,
k>mmandant van het 3e bataljon 4e
egiment infanterie in de Infanterie
[azerne (Koudenhorn), voorzien van
leu geboorte-extract of ander bewijs-
tuk waaruit de dagteekening van ge-
oorte behoorlijk blijkt.
4o. De aanmelding tot deelneming
moet plaats hebben vóór of uiterlijk
ip 1 Juli 1898.
Haarlem20 Juni 1898.
De Burgemeester voornoemd
BOREEL.
Stemming
De Burgemeester van Haarlem
naakt bekend:
dat op Donderdag den 23n Juni 1898
lene herstemming zal plaats hebben ter
lenoeming van een lid van do Pro-
inciale Staten voor liet kiesdistiict
er gemeente Haarlem, en wel uit de
lavolgende candidaten:
Mr. H. Ph. de Kanter, te Haar-
m, en Mr. W. S. J. van Water-
choot van der Gracht te Amsterdam.
De stemming vangt aan des mor-
eös te 8 uren en duurt tot des na-
ïiddags te 5 uren.
De stembureaux zullen zitting hou
ten als volgt:
dat in het le stemdistrictin het
ehoolgebouw aan de Beeksteeg,
ilaatselyk gemerkt no. 12 (thans kos-
elooze school lett B);
dat in het 2e stemdistrictin het
Jchoolgebouw aan de Gedempte Oude-
Iracht, plaatselijk gemerkt no. 131
a thans kostelooze school lett. D);
dat in het 3e stemdistrict: in het
ehoolgebouw op het KL Heiligland,
Plaatselijk gemerkt no. 12 (thans le
Burgerschool voor jongens en meisjes);
dat in het 4e stemdistrictin het
ebouvr „de Stads Doelen" aan de
Jasthuisstraat no 32;
dat in het 5e stemdistrict: (hoofd-
tembureau) op het Raadhuis;
dat in het 6e stemdistrictin het
ehoolgebouw aan de Friesche Var-
enmarkt, plaatselijk gemerkt no. 38
thans le Tusschenschool);
dat in het 7e stemdistrictin het
ehoolgebouw aan het Wijde Gelde-
oozepad, plaatselijk gemerkt no. 1
De inhoud van art. 128 van het
Wetboek van Strafrecht luidt aldus:
„Hij die opzettelijk zich voor een
„ander uitgevende, aan eene krachtens
„wettelijk voorschrift uitgeschreven
„verkiezing deelneemt, wordt gestraft
„met gevangenisstraf van ten hoogste
„een jaar."
Haarlem20 Juni 1898.
De Burgemeester voornoemde
BOREEL.
thans School C).
De berichten over het Spaansche
hulpeskader onder Camara. dat de
vorige week Cadix heeft verlaten,
zijn al even verrassend varieerend
en tegenstrijdig, als het geval was
met de mededeelingen over het eska
der-Cer vera nadat dit was uitgezeild.
Volgens sommige berichten moet
het op weg zijn naar de Philippijnen
langs Suez en door de Indische Zee,
andere luiden weer dat het naar Cuba
stevent. Te Madrid gelooft men het
eerste of houdt zich alleen maarzoo.
Wel is het een feit dat een groote
kolenvoorraad wordt meegenomen, wat
heet te zijn met het oog op de lange
reis naar de Philippijnen, welke eene
raaaud duurt.
De vijf transportschepen bij Cama-
ra's eskader behoorend, die nog te
Cadix achtergebleven waren, zijn nu
ook de straat van Gibraltar gepas
seerd en hebben zich by de overige
schepen gevoegd. Men verzekert dat
de geheeie vloot te Cartagena ligt.
Volgens een ander bericht houdt
het Amerikaansche ministerie van
buitenlandse he zich overtuigd dat het
eskader weer stilletjes de straat zal
doorvaren om op de Canarische eilan
den nadere bevelen af te wachten.
Ook volgens een bij de regeering
te Washington ingekomen telegram
zon het eskader weer in een Spaan-
sche haven znn binnengeloopen.
Bij verschillende pogingen om bij
Santiago een geschikt punt voor de
ontscheping van de Amerikaansche
troepen te vinden, is gebleken dat de
kost over een afstand van vijftien mijl
door de Spanjaarden bewaakt wordt.
Ofschoon dit de ontscheping niet zal
beletten, kan het aanmerkelijke ver
traging veroorzaken; de geheeie om
trek zal beschoten en van vijanden
gezuiverd moeten worden, voordat de
j ontscheping veilig kan plaats hebben.
De „Herald" ontvangt van zijn
correspondent van Santiago bericht,
dat koeriers de gemeenschap onder
houden tusschen Gnantanamo en
Cnero, dertien ȟl ten westen van
Santiago. Deze plaats zal de com
municatie-basis zijn tusschen Samp
son en de Cubanen, die ze reeds met
500 man bezet houden.
Naar de „Herald" uit Santiago ver
neemt is Sampson Zondag met zeker
heid te weten gekomen dat twee ge
vangenen van de Merrimac naar het
marine-hospitaal overgebracht zijn, en
alle anderen zich te Santiago bevin
den. Hij heeft toen dadelijk het bevel
ingetrokken, dat niet geschoten mocht
worden op het fort Morro.
Het departement van marine te
Washington zal een onderzoek instel
len naar de ontvangst die aan boord
van de Marblehead bereid is aan den
Cubaanschen generaal Perez, en naar
het salueeren van de Cubaansche vlag.
Dergelijke handelingen zyn in strijd
met de maritieme voorschriften, vol
gens welke geen eere-saluut mag be
wezen worden aan een niet formeel
door de Unie erkende natie. De Cu
baansche opstandelingen werken
slechts individueel met de Amerika
nen samen.
Het Amerikaansche adviesjacht
Zafiro, den l7en Jnni van Manila
vertrokken, is te Hongkong Maandag
aangekomen en heeft in de Chinee-1
sche wateren geankerd. Het bracht
nieuws. De opstandelingen houden
4000 Spanjaarden gevangen. Duizend
opgestane inboorlingen hebben den
14en de stad Dalanga genomen.
Te Manila en te Malate komen
vele branden voor. De Amerikaan
sche kruiser Baltimore zou den 17n
vertrekken en transporten nit San
Francisco ontmoeten aan de noord
oostelijke punt van Luzon. Dertig
carabineros die trachtten te deser-
teeren, werden den I5en gevat en
Aguinaldo berichtte den Ameri-
kaansehen consul, dat de opstande
lingen voorstelden een voorloopig be
wind in te stellen om eenige concen
tratie te verkrijgen, maar dat het
overigens de wensch was, de Filip
pijnen een Amerikaansche kolonie te
zien worden.
De Spanjaarden hebben den krui
ser Cebu aan den mond der Pazic-
rivier laten zinken, om het enge ka
naal te versperren.
De „Times" verneemt dat 1200
vluchtelingen, meerendeels Chineezen,
uit Manila te Hongkong zijn aange
komen. Zij zeggen dat de opstande
lingen Manila beheerschen, maar De
wey verlangt dat de Spanjaarden zich
zullen overgeven aan de Amerikanen.
In een telegram uit St. Thomas aan
het „Journal" wordt beslist verze
kerd, dat de Spanjaarden de verster
kingen van San Jnan de Puerto-Rico
sedert het bombardement veel krach
tiger gemaakt hebben. Drie kanonnen
van 15 cM. bestrijken nu de baai, en
de Spanjaarden hebben zich voortdu
rend geoefend in het richten van al
hun kanonnen.
Tegen het huis van den Spaanschen
consul te St. Thomas zijn Zaterdag
nacht steenen geworpen, omdat de
consul bewerkt had, dat de drukkers
van nieuwe krijgsliederen, aan Ame
rikaansche bladen ontleend, in hech
tenis werden genomen. De ruiten
werden ingeworpen, en eindelijk ver
toonde de consul zich met een gela
den geweer, waarop de menigte uit
eenging. De consul heeft een aanzien
lijke belooning uitgeloofd voor het
arresteeren van de daders.
Tolgens de spaansche dagbladen
heeft de ministerraad Zondag zijn
gedachten laten gaan over de gezind
heid tot vrede, welke hij in de Ver-
eenigde Staten en ook bij zekere
Spaansche personen meende te hebben
waargenomen. De dagbladen voegen
hieraan toe, dat het land vredesvoor
stellen waarbij de vijand al te groote
eischen zou stellen, zou verwerpen:
de vrede zou alleen mogelijk zijn op
voor Spanje eervolle voorwaarden, bij
behoud der koloniën.
Aan de lemps wordt uit Madrid
gemeldDe ministers logenstraffen de
geruchten van een crisis. De veran
deringen in het kabinet zijn uitge
steld tot na de schorsing der Cortes
aan het einde der week. Het kabinet
zal elke interpellatie over den oorlog
al6 ongelegen weigeren. De regeering
is over de bedrijven op Cuba tevre
den; ongerust echter over Manila.
Men meent nog altoos dat Augusti
de bezetting van Manila zal vragen
door de bemanningen van alle Euro-
peesche en Japansche oorlogsschepen.
merkelijk het jaarlijksche bedrag tot
instandhouding van de rijkstollen,
hetgeen haar in staat stelt de sala
rissen flink te verhoogen. De Times
verneemt uit Odessa, dat de regeering
tijdelijk eenige hulpkruisers statio-
neert te Port Arthur en "Wladiwostok
iom desnoods krachtiger op de Filip-
1 pijnen te kunnen tusschenbeide komen,
als de groote mogendheden de toe
komst van den archipel gaan bepalen.
Eenige kooplieden te Odessa heb
ben te Petersburg aangevraagd hoe
Port-Arthur beschouwd moest wor
den. De Russische regeering ant
woordde: als Russisch gebied, betgeen
gelijkstaat met de verklaring dat goe
deren uit Odessa tolvrij te Port-Arthur
mogen ingevoerd worden, maar niet
die van kooplieden uit andere buiten-
landscbe havens.
Politiek Overzicht.
Maandag heeft de heer Sarrien aan
wien de president der fransche Repu
bliek de vorming van een nieuw kabi
net had opgedragen, medegedeeld,
dat hij de officieele opdracht heeft
aangenomen.
Het oplossen van den crisis in
Italië is niet onmiddellijk voorspoedig
gegaan.
De koning heeft de vorming van
een ministerie opgedragen aan mar
kies Visconti Veuosta, die onmiddel
lijk weigerde, op grond van familie
omstandigheden. De opdracht is daarop
gegeven aan senator Öaracco en mocht
deze niet slagen, dan zal de heer Son-
nino zijn kans beproeven.
Door den voorloopigen uitslag van
de verkiezingen voor den duitschen
Rijksdag, die voor de socialistische
party voordeelig is geweest, is de re
geering wat bevreesd geworden en
tracht zy voor de herstemmingen eene
samenwerking van alle burgerlijke
partyen tegen hen te bewerken.
Nadat de conservatieven te Berlijn
Zondag reeds zijn uitgenoodigd op
den candidaat der vrijzinnigen te
stemmen, besloot het centrum Maan
dag om in geheel Duitschland de
kiezers aan te sporen te stemmen tegen
de sociaal democraten. Ten gevolge
hiervan wekken de nationaal-liberalen
hunne partygenooten op het centrum
te ondersteunen, overal waar by de
herstemmingen eentrums-eandidaten
tegenover sociaal-democraten staan.
De vrijzinnigen willen echter van
zulk Kartell niet weten.
De Titnes verneemt uitPekiogdat
de Chineesche regeering den Russi-
schen gezant verzocht heeft, het dok
ken van de nieuwe Chineesche krui
sers, die uit Daitschland verwacht
worden, te Port Arthur te vergemak
kelijken. Pavlof antwoordde dat alleei
Chineesche schepen die uitsluitend
Russische officieren aan boord hebben,
aanspraak konden maken op facilitei
ten te Port Arthur.
Een keizerlijk besluit verhoogt aan
ST ADSN1EUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 2l Juni 1898.
Zooais uit achterstaande adverten
tie blijkt heeft de commissie voor
balconvcrsiering, ten vorigen jare in
het leven geroepen door de Vereeni-
ging tot verfraaiing van Haarlem en
omliggende gemeenten en tot bevor
dering van het vreemdelingenverkeer,
hare taak wedei opgevat en kondigt
zy haren eersten rondgang op Zondag
26 dezer aan.
Het is hier de gelegenheid, de in
gezetenen op te wekken om aan deze
goede zaak, versiering van hunne
woningen met groen en bloemen, hunne
aandacht te wijden. Er zijn nog tal
van balcons die zeer goed versierd
kunnen worden en de kosten zijn
waarlijk niet hoog, wanneer men den
aanleg opdraagt aan een vakman,
maar het onderhoud zelf behartigt.
Intusschen heeft de Commissie dit
jaar hare bemoeiingen verder uitge
strekt dan de balcons en kan, daar
toe gemachtigd door de Vereeniging
tot Verfraaiing, ook voor bekroning
voordragen een versierd plat, een
met bloemen getooide lijst, ook een
met een rekje bloeiende planten ver
sierd venster, kortom gevelversiering
in 't algemeen.
Nu zij hare taak zoodanig heeft
uitgebreid, zullen naar wij hopen, zeer
velen aanleiding vinden, de goede
zaak van woningversiering eens flink
ter hand te nemen, ieder naar de mate
zyner financieele krachten,
Wie zijn huis versiert, versiert de
stad!
Vooral Haarlems vrouwen be
velen wij de goede zaak gaarne aaD.
BINNENLAND.
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Op pensioen gesteld
De officier van gezondheid le kl-
bij de zeemacht J. J. Sterk, en het'
bedrag van dat pensioen bepaald op
f1505 'sjaars.
Bevorderd:
tot off. van gezondheid le klasse, de
off. van gez. 2e klasse J. W. Elen-
baas.
ontheven:
van hun tegenwoordige plaatsing
de navolgende officiereu van de ko
ninklijke Nederlandscbe inarine-re-
serve op den achter hunne namen aan
gegeven datum:
de luitenant ter zee 2e kl. van den
Heuvel van het pantserscbip Piet Hein,
met 1 Juli a.s.;
de adelborsten lste kl. W. Krol
en G. Boon, van het pantserschip
Evertsenrespectievelijk met 4 en 11
Juli a.s.;
de buitengewone adelborsten A.J.
Vermeulen en J. A. Bientjes van het
instrnctieschip Gier, met 1 Juli a.s.
Overgeplaatst:
de adelborst der lste klasse bij ge
melde reserve L. C. Lagaay, dienende
aan boord van het instructieschip
Gier aan boord van het pantserschip
Evertsen.
Audiënties.
de gewone audiënties van de min.
van oorlog en van financiën op 23
Juni, en 'van koloniën op 24 Juni
worden niet gehouden.
Benoemd tot ridder in de Oraoje-
Nassanorde, de heer P. van der Ha
gen, pastoor te Zoetermeer.
De Pedir-expeditie.
Een Maandag door de regoering
ontvangen telegram luidt als volgt:
„Den achttiende dezer is de colonne
van kolonel Van Heutsz uit de 7
MoekimsnaarSegli vertrokken.Overal
was de bevolking teruggekeerd en
arbeidende. Den negentiende kwam
de kolonne van overste Wiilems te
Segli terug. Geringe tegenstand on
dervonden in het beuvelterrein van
Tjot Moeroeng en beschoten nabij
Bambi. Zwaar gewond een matroos
en licht gewond twee militairen be
neden den rang van officier."
Zooals men zich herinneren zal,
bleek nit de particaliere berichten,
dat de colonne-Wiilems den weg over
Tjot Moerong en Bambi naar S6gli
zou nemen, aus denzelfden weg in
tegengestelde richting welke de co
lonne-Van Heutsz op weg naar Ke-
mala had genomen. Tevens heeft de
colonne-Van Heutsz blijkbaar nog een
tocht naar de VII Moekims onder
nomen. De rust blijkt in laatstge
noemde streek al spoedig te zijn terug
gekeerd, in het Oosten nog niet ge
heel. Patrooilleering zal af en toe
dan ook nog wel noodig blijven.
Te Hillegom werd Zondagnamiddag
een reiziger, die naar de Beemster
moest, nit den trein verwijderd, omdat
hy zonder reden den trein had doen
stilstaan ter hoogte van het oude
station Venenburg door aan de nood
rem te trekken.
FEUILLETON.
9)
^Mijn vader en ik znn ons leven aan u en uw brave
lameraden verschuldigd. Zij moeten wel goed en moedig
lijn om hun leven zoo voor ons te wagen," zeide zy met
tndoenlijke vriendelijkheid, den schurk, die met zyn
Jt op het hoofd voor haar stond, vrijmoedig in het
jelaat ziende.
„God zegen ui" riep hij uit. „Wjj waagden niets.
roor vyf shillings had ik met plezier dien afstand in
'ien storm zwemmende afgelegd."
Zy schudde glimlachend het hoofd (een poging die
lar ongetwijfeld veel kostte) en zeide:
„Ik weet, dat Engelsche zeelui hun edele daden altijd
gering achten. Maar gelukkig is myu vader rijk en
lal er zeker voor zorgen, dat geen matroos zich over
lijn dankbaarheid te beklagen zal hebben."
„Ois bij rijkriep de timmerman uit, als schoot
;m iets te binnen.
„Heel rykf"
„Hoe riik zou hy wel zijn, juffrouw
„Wel, het schip, waarvan gij ons reddet, behoorde
*n met lading en'al."
„En wat denkt gij, dat hy den matrozen zon geven
dengenen die hem gered hebben natuurlijk?"
„01 hy zal geen onderscheid maken. Hij is allen
veel verschuldigd, want ik heb gehoord, dat de kapitein
ons niet had willen redden, ware hy er niet door het
volk toe gedwongen."
„Dat is zoo," zeide de timmerman vloekend en mij
aanziende.
„Jflj dat is de waarheid," haastte ik mij te zeggen.
„Myn vader zon ieder zeker niet minder dan honderd
pond geven," zeide zij eenvoudig.
Hy nam zijn pet af draaide haar om en om en liet
haar vallen; toen raapte bij haar zóo langzaam opJdat
ik dacht zyn hoofd nooit weer te zien verrijzen. Ste
vens zag Mary van terzijde aan, terwijl hij zyn pet
weder opzette en zeide toen op ergerlijk onbeleefden
toon tot my:
„Kom, mijnheer, laat my nu eens op die kaart kijken."
Ik opende de dear voor juffrouw Robertson, en wis
selde een blik van verstandhouding met haar.
Daarop wendde ik mij tot den timmerman, die met
zyn vnilen wijsvinger op de kaart wees.
„Waar zyn we nu?" vroeg hy.
„Ik wees ten naasten by de plaats aanj voor zoover
ik die uit de berekeningen van den vongen dag kon
opmaken.
_Wat beteekent die streep vroeg htj.
Hy vestigde zyn oogen nu op het benedengedeelte van
de kaart en zeide
„Dertig. Is dat goed
„Wel ja, zeg dertig."
«Maar wat zegt gy dan?"
„Dertig zeg ik immers dertig graden Wester-
lengte."
„En dat is de breedte, veronderstel ik."
i
i „Dus veertig."
„Zeg maar vier en veertig."
„Is dat juist
„Zoo ten naasten by."
„Wat beteekenen al die vlekken en puntjes?" vroeg
I hy bijna met zijn neus op de kaart gaande liggen.
„Myn kop er af als ik die letters kan lezen."
„Dat zyn de Azorische eilanden."
„O! wy bevinden ons ten Noorden van die eilanden,
niet?" vroeg hy op scherpen toon.
„Kijk zelf," zeide ik, met myn vinger op de kaart wij
zend.
„Waar is die verwenschte golf van Mexico?" vroeg
hy na zyn oogen over de kaart te hebben laten gaan.
„Daar."
Hij streek met zyn vnilen nagel over de kaart tot
aan de golf en vroeg toen, wat die vlek beteekende.
„Bermudas."
„Gij zult ze ten zuiden omvaren, niet waar
„Als ik kan, zeker."
„Het is een oorlogsstation, heb ik gehoord."
„Ja, ik geloof het wel."
„Goed," zeide hy op het kompas ziende en my vra
gend of het goed wees.
Ik zeide hem van ja, waarop hij het kompas op de
kaart legde en znn aanwijzing met de streep, welke
hy met zyn nagel over de kaart had getrokken, ver
geleek.
„Hoe denk je over het plan van juffrouw Robe:!son.
Ik zou graag een honderd pond verdienen."
„Ik ook," antwoordde hy kortaf, waarna hy zweeg.
„He* zon een goede pleister op de wond zyn, voor al,
wat ik van Coxon te verduren heb gehad," zeide ik
eindelijk.
Hij zag my aan met een onbeschryfelyken blik, die
woede, achterdocht en sluwheid uitdrukte.
„Dat geloof ik ook, als gy het tenminste krijgt," zeide
hy zich verwijderend en de deur achter zich toeslaand.
HOOFDSTUK XI.
Ik was getroffen door de flinkheid, die juffrouw Ro
bertson bij het vernemen van de ontzettende raeóedee-
ling aan den dag had gelegd en niet minder door haar
vriendelijke houding tegenover den timmerman, waar
door zij bewees hoe goed zij in staat was my in dezen
kritieken, gevaarlijken tyd by te staan. Nog pas eenige
dagen geleden was zy uit een verschrikkelyken toestand
gered, die menigeen op zijn minst krankzinnig had ge
maakt en nu was onze positie nog afschuwelijker en
toch kon zy het gevaar rnstig onder de oogen zien en
beraadslagen wat ons te doen stond.
Een meisje met zulk een karakter was het type van
een echte heldin, die voor niets terugdeinst; kalm, wan
neer d« noodzakelijkheid het vereisente en altijd hoop
vol. De gedachte om den manschappen een belooning te
geven, was even vlug in haar brein opgekomen als ge-