NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. AODV^ErRTEnsrariEasr: De oorlog tusschen Spanje en Amerika. FEUILLETON. 'Be Jaargang Woensdag 20 Juli 1898. Mo 4617 AJB02ST2sTEi2vlE2SrTSFILIJ-S i ge vestig'! is (kom der Vo<." Hanrifcm per 3 rriaaMeït. - Voor de dorpen in dei: omtrek waar een gemeente), per 8 maanden Franco door het gehecle Rijkper 3 maanden Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden. „de omstreken en franco per post 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai- plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. FEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Cmpagnic de Publicité Etrangire G. L. DAUBE Co. -JOHN F. JONES, Succ.Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentien van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten voor dit^blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT. SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaamdarn. Velsen, W. J. RUJJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnement* C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER lonnementén en Advertentiën aan. n. De volgende bijzonderheden worden vernield over de capitulatie van Santia- Generaal Shafter en de brigade commandanten met den generalen staf werden door cavalerie begeleid, generaal Toral dooi* den generalen staf en hon derd uitgezochte soldaten. Ter begroe ting werd op de trompet geblazen. Toral gaf aan Shafter zijn degen over. welke deze laatste hem teruggafDe in een linie vóór de verschansingen opgestelde Ame- rikaansche troepen waren van de plech tigheid getuigen. Generaal Shafter met een escorte en generaal Toral reden door de stad ter officieele in bezitneming, die in het paleis van den gouverneur plaats had. Des middags werd in tegenwoordig heid van 10,000 personen de Amerikaan sche vlag gehesehen, na een plechtigheid, die met de uitvoering van vaderlandsche liederen door muziekcorpsen en saluut schoten besloten werd. Generaal Shafter keerde terug naar het kamp en liet de stad aan het gemeen tebestuur over onder oppertoezicht van gen Mac Kibben, die voorloopig tot militair gouverneur werd benoemd. Twee Amerikaansche infant-regimenten blij ven in de stad om de rust te bewaren. De Spanjaarden kampeeren tot- him inscheping naar Spanje buiten de Ame rikaansche linies. Luidens officieele berichten gaat het totaal aantal gevallen van gele koorts onder de Amerikaansche troepen m den omtrek van Santiago driehonderd niet te boven. De chef van geneeskundigen dienst acht dus den toestand veel min der ernstig dan men vreesde. Ondanks de overgave van Santiago gelooft men te Washington dat het tot stand komen van den vrede verder ver wijderd is dan ooit. Ei* is door geen en kelen vertegenwoordiger van een der mogendheden ook maar een stap gedaan op den weg der bemiddeling. Een lid van den ministerraad verklaar de heden dat de meest wonderbaarlijke kant van den toestand is dat Spanje de grootheid van zijn engelukken niet schijnt te beseffen. De Vereenigde Sta ten kunnen dus niets doen dan den oor log met kracht voortzetten. Dit verklaart de bevelen die gegeven zijn om de toebe reidselen tot het vertrek van Watsons eskader en van de expeditie naar Porto ico te verhaasten. Na den ministerraad van heden ver klaarde president Ma Kinley, naar men verzekert, dat de regeering niets had ontvangen van Spanje met betrekking tot het. vraagstuk van den vrede. De re geering verwacht geen opening van vre desonderhandelingen voordat Ha vana ge- yallen is. Er zijn bevelen gegeven om alle maat regelen te nemen, zoodat het eskader van Watson aan het eind van deze week naar Spanje, kan vertrekken. Te Hongkong is Maandag de Duit- sche kruiser Cosmoran aangekomen, die den löen Juli van Manila vertrok. De gezagvoerder meldt .Alles is rustig; de opstandelingen 'zijn niet voortgerukt. Het tweede deta chement Amerikaansche troepen is nog niet aangekomen. Het geheele Ameri kaansche eskader ligt voor Cavite." Aguinaldo, het hoofd der opstandelin gen op de Philippijnen, heeft twee par- j lementairs gezonden aan den comman dant der stad, generaal Augusti, om hom te vragen zich over te geven, daar 50,000 opstandelingen om de stad staan, gereed haar stormenderhand te nemen, en Spanje geen versterkingen kan zen den. Augusti antwoordde dat hij tot het einde zou strijden, zij het ook zonder hoop. Aguinaldo vindt het uiterst moeielijk zich van Manila meester te maken, we gens de fortificatiën. De Amerikanen wachten, totdat al him versterkingen zijn aangekomen, en zullen waarschijn lijk de operatiën niet vóór September beginnen, na het regenseizoen en de groote hitte. Manilla heeft gebrek aan meel, maar is voor verscheiden maanden voorzien van rijst en vleesch. STADSNIEUWS Eerste en pagina. Haarlem, 18 Juli 1898. De Haarlemsche Machinefabriek is laagste inschrijver (voor f111,900 en f106.200) voor de levering en op stellen van 6 drietons hydraulische loopkranen op d« oostelijke Handels kade te Amsterdam. Boottocht der Onthouders. De afd. Haarlem van den Ned. Chr. Geh. Onth. Bond houdt 8 Augustus, den laatsten kermis-Maandag, haar jaarlijkscben propaganda boottocht. De tocht is ditmaal naar Zaandam, Alkmaar en Purmerend. Men stelt zich voor in de kleinere plaatsjes aan de Zaan manifesten uit te reiken en met onthouders lectuur te colportee- ren. Te Zaandam wordt een wande ling gehouden met banieren en door muziek voorafgegaante Alkmaar zoo mogelijk een openlucht samen komst. Misschien houdt men ook nog een wandeltocht naar Heilo. Daar de afd. Haarlem in ledental sterk is toegenomen zullen slechts weinig bewijzen van deelname te ver krijgen zijn. SIX^ENLAND Uit de „Staatscourant Koninklijke Besluiten. Bij kon. beslnit is, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist, benoemd tot gedelegeerde der Nederlandsche regee ring bij bet in 1898 te Luik te hou den congres voor hydrologie, climato- logie en geologie, dr. W. Francken, te Scheveningcn. Bij kon. besluit is tot gedelegeerde der Nederlandsche regeering, bij het te Brussel van 24—28 September 18891 te houden Internationaal Congres, ge wijd aan de bespreking van vragen nopens de kunst als publieke zaak, benoemd dr. P. J. H. Cuypers, archi tect der rijks Museumgebouwen te Amsterdam. Bij kon. besluit is, op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan J. van Dalen, als secretaris van het polder district Bommelerwaard, beneden den Meidyk, provincie Gelderland. De Pedir-expeditie. Het Hbld. ontving bet volgende telegram van zyu correspondent Maandagmiddag te 5 u. 50 te Batavia verzonden. „De colonne-WilIems is terugge keerd na een tocht van acht dagen. Daarbij werden bezocht de plaatsen Groeng-Groeng en Koenjet, waar men bivakkeerden in Oemar's barakken; vervolgens naar Geudé Breuëb en Djareuëng waar eeu verlaten benting werd gevonden; Vervolgens over Toengkob en Teu- pin Raja (naar Segli terug.) „Vijanden werden weinig gezien. Men stiet niet op ben tings. Geen ver liezen." Deze gebeele achtdaagsche veld tocht van de colonne onder overste Willems, den tweeden bevelhebber in Pedir, heeft zich bepaald tot een betrekkelijk klein terrein. De troepen zijn daarbij steeds gebleven in de VII Moekims Pedir, het zoogenaamde twistgebied grenzende aan de XXII Moekims, das in het westen van de Pedirvallei. De namen zouden allicht doen denken aan een veel grooteren marsch, omdat Teupin en Raja, waar van in vroegere berichten sprake was, een plaats is in de Moekims Gloene- pang Pajong, waar de colonne-Van Heutsz ageerde; veel meer oostelijk. Er is echter geen twijfel aan of deze plaatsen liggen in de Moekims Pedir, in een kring om het bekende Padang Tidji, waarheen, volgens een telegram van de vorige week, troepen onder overste Wiliems waren uitgerukt tegen Panglima Polim. Deze heeft beu blijkbaar niet afgewacht. Inliuldiging8fee8ten. De groote revue, bij gelegenheid der troonsbestijging van Koningin Wil- helmina, zal op 21 Sept. worden ge- honden. Naar wij vernemen, kan spoedig verwacht worden de nieawe regeling der belooningen en vergoedingen voor de rijksontvangers. De percentsgewijze belooning wordt daarbij door vast tractement vervangen. Volksbond. Op de 25 Aug. te houden algem. vergadering van den Volksbond stelt de afd. Haarlem voor dat het hoofd bestuur zich wende tot de regeering, met verzoek het uitbetalen van loonen in kroegen te verbieden. Voorts wordt voorgesteld dat aan Hooghullen wederom een jaarlijksch subsidie uit de fondsen van den Volks bond zal worden gegeven van f 200. Voor benoeming ran twee leden van het hoofdbestuur ten gevolge der periodieke aftreding van prof. dr. V. A. Julius en het bedanken van mr. H. Goeman Borgesius, worden krach tens art. 15 van het algemeen regle ment. voorgedragen voor de vacature Julius. het aftredend lid door de afdee- lingen Amsterdam. Dordrecht, Utrecht Loenen, Haarlem, Vlaardiugen, De venter, Rotterdam en Alkmaar en voor de vacature Goeman Borgesius de heer D. de Klerk, door de af- deelingen Amsterdam, Alkmaar en Rotterdam de heer dr. C W. Janssen, door de afdeelingen Loenen, Utrecht, Vlaar diugen en Deventer de heer S. Lulofs, door de afdeeling Haarlem. Motorrijtuigen. Gedeputeerde Staten yan Noord- Holland hebben, met het oog op de wenschelijkheid om in het provinciaal reglement op de wegen bepalingen op te' nemen op het berijden der wegen me: motorrijtuigen, overeenkomstig de onlangs voor de rijkswegen vastge stelde voorschriften, de gemeentebe sturen inlichting gevraagd, in hoever aauvulling dier bepalingen wenschelijk voorkomt. Intercommunale telephoon. Het boofabesluur der posteryën en telegraptiie heeft bepaald, dat, indien een intercommunaal gesprek is aan gevraagd door een geabonneerde of van uit eene publieke spreekcel en die aanvraag reeds aan het correspon- neerend kantoor ter woonplaatse van den opgeroepene is opgegeven, maar door het voorhanden zijn van oudere verzoeken nog niet aan de beurt is gekomen en de aanvrager ten gevolge van dien zijne aanvrage intrekt, daar voor slechts half tarief in rekening moet worden gebracht. Het halve tarief is mede verschul digd, indien de aanvrager, zonder zijne aanvraag te hebben ingetrokken, na het tot stand komen der door hem verlangde verbinding niet meer op komt. Geschiedt het verzoek tot intrek king vóór dat de aanvraag bij het bovenbedoelde correspondeerende kan toor is overgebracht, dan behoeft van den aanvrager niets te worden ge heven. Eeu kunstenaar iu zijn vak. Zondag 17 Juli, de dag waarop de beer P. W. M. Trap, boek- en steen drukker te Leiden, zou herdenken dat hij zich vijftig jaar geleden in de academiestad vestigde, mocht naar de meening van de neeren S. C. van Doesburgb, A. P. M. van Oordt en F. de Stoppelaar niet onopgemerkt voorbijgaan. Hun beroep by vrienden en collega's was niet te vergeefs. Zy waren m de gelegenheid den man, die in de verloopen halve eeuw zoo veel voor letteren en wetenschap heeft gedaan, drie etsen aan te bieden van onze meesters Israels, Mesdag en J. Maris, gevat in eikenhouten lijsten, vergezeld van een album met versierd titelblad, waarop bet portret van den jubilaris en waarin de namen voor komen van de vrienden en bewonde raars van Trap. Het geschenk, met gevoelvolle woor den door den heer S. C. van Does- burgh, als voorzitter der commissie aaDgeboden, maakte een zichtbaren indruk op den jubilaris. „Vriend Trap (zoo sprak de heer Van Doesburgh) wanneer de steenen (lithographische) konden verhalen hetgeen door u voor de wetenschap is verricht, zoo waren myne woorden niets." Hartelijk waren ook de woorden van den heer F. A. O. de Ridder, Burgemeester van Kat wijk, Trap hulde brengende als menscb en onder aanbieding van een prach- tigen krans. Treffend was het oogenblik, toen ook de werklieden hunnen groet brach ten aan den meester, en den wensch uitspraken dat hy nog vele jaren in hun midden zou mogen blijven. Feesten te Delft. Zaterdagavond werden de studen tenfeesten besloten door een tegen partij van de deelnemers en deelneem sters aan feesten, het studentencorps aangeboden. In de feesttent was de commissie vereenigd ter ontvangst der gasten. Ongeveer 10 uur kondigde de heraut de komst aan der graven Hendrik van Brederode en Lodewyk van Nassau met huo gevolg. De aan wezige edelen en pages schaarden zich achter hunne hoogheden, waarna Delftsch Burgemeester het woord nam als eere-voorzitter der commissie uit de burgery. Het was voor spreker eeu eer den leden, oud-leden en sena toren der bevriende studentencorpsen een welkom toe te roepen op de plaats, die voor alle tegenwoordigen zooveel aangename herinneringen deed her leven. Met waardeering gedacht, hy' de dagen van 12 en 13 Juli, de maskerade en de aanbieding van het smeekschrift en bracht daarby ook een woord van erkentenis aan de vrouwe, die op zoo waardige wijze de rol der landvoog des had vervuld, maar vergat ook niet den dag van 11 Juli, toen bet hem vergund was zoo velen te ont moeten, die hun opleiding genoten hadden aan de Kon. Akademie en i de Pol. School en daardoor bewijzen hadden gegeven hunner gehechtheid aan die instelling en de stad barer j vestiging. Spreker eindigde met den 1 wensch voor den bly venden bloei van 'de Pol. School, voor een lang en krachtig leven van het Delftsche Stu dentencorps. j Het „Io vivat" en het „Wilhelmus" viel in, waarna deeerewyn werd aan- gebodeD. Do president van het studenten corps, de heer F. s'Jacob, bracht 'zijn dank aan de Delftsche burgery en herdacht daarbij voornamelijk de foede verstandhouding tusschen de urgerij en het corps, met. den wensch en het vertrouwen dat dit steeds zoo zou blyven. Hierna nam het feest een aanvang, dat tot in den vroegen morgen voort duurde: concert in den fraai verlich ten tain, bal in de feesttent. Voor hen die aan dit feest geen deel konden nemen, was door het corps een schitterend vuurwerk aan geboden, dat op de schietbaan w6rd afgestoken. Dit feest behoort alweder tot het verledene maar niet tot de vergetel heid; met gulden letteren zal het gestift worden in de geschiedboekeo vad het Delftsch studeutencorps. Met vuur gespeeld. Maandag vonden eenige jongens op de schietbaan te Delft een kistje met vuurwerk, dat Zaterdag van de studentenfeesten was overgebleven. Er werd een donderbus uitgehaald en door een der jongens aangestoken met het ongelukkige gevolg, dat de ll-jarige M. de volle lading in het gezicht kreeg, waardoor één oog totaal werd uitgeslagen en het audere zwaar gekwetst. De andere jongens bleven onge deerd. Terwijl de opvarenden van de ".ogger Voortzetting, van den reeder Zonue- veld Maandagochtend te Maassluis bezig waren de boegspriet op te hyschen, brak de strop daarvan, en kreeg de dertienjarige Saaien, wonende aan de Schans aldaar, de boegspriet in den riek. Het kind was terstond dood. Een ander der bemanning, die ook door de boegspriet werd getroffen, is licht gekwetst. Brandstichting? Zondagvoormiddag stelde de offi cier van justitie uit Dordrecht, jhr. mr. Bosch ridder van Rosenthal, eeo onderzoek te Zwyndrecht in op het terrein van den brand by G. Veld horst. Naar men verzekerde smeulde het vuur Zondagnacht nog op sommige plaatsen, wat gelukkig door de buren bemerkt werd. Maandagochtend ging van P. in gezelschap van drie veldwachters naar Dordrecht, waar hy door de justitie werd gehoord. Maandagmiddag was hij weer ie Zwyndrecht terug. Brand. Zondagmiddag is te Barneveld een hevige brand uitgebroken in eeae i groote houtmijt toebehoorende aau 8. aldaar. Daar aan blusschen uiet te denken viel, hebben de vlammen, die verscheidene uren woedden, al het hout verteerd. Na een streng onderzoek is het der politie reeds gelukt deu brandstichter, zynde een 13 jarigen jongen, op te sporen en tot bekentenis te brengen Muntgasmeters. Uit het verslag der gemeentegas fabriek te Utrecht over 1897 blijkt omtrent de exploitatie der muntgas meters het navolgende. De Schipbreuk. van de „Atlanta". 60) Dit zou natuurlijk van het weer af hangen. In elk geval was het meer dan waar schijnlijk, dat. we spoedig door het. een jOf ander schip zouden worden opgeno- imcu. Het zou een ander geval geweest zijn als wij ons bevonden hadden in de stille [Zuidzee of in de Golf van Guinea. Maar wij waren in druk vaarwater en Jkonden elk oogenblik door een Engelsch, 'Amerikaansch, Hollandsch of Fransch ischip gekruist worden en vrouw For- ;tuna moest ons al zeer ongenegen zijn als wij niet spoedig gepraaid werden en |hu]p kregen. Een onuitgesproken gedachte bezielde mij nl. om het schip veilig in een haven :te brengen, vanwaar uit ik met de ree- jders kon correspondeeren en orders vra gen. Zooals ik reeds heb gezegd was ik geheel afhankelijk van mijn betrekking, mijn vader, die als gepensionneerd offi cier van gezondheid stierf, liet mij als twaalfjarigen wees achter. Mijn eenige vriend was onze predikant, die mij twee jaar voor zijn eigen kosten school liet' gaan en na mij eens gepolst te hebben, wat ik het liefst wilde worden, mij naar zee zond. Onder deze omstandigheden zou het dus zeer wenschelijk voor mij zijn het schip te redden omdat ik daardoor recht- had op de dankbaarheid dei- eigenaars en in ieder geval de kans liep dat mijn gedrag de attentie zou trekken van de een of ander meer edelmoedige firma, die in den handel een meer voorname plaats innam. Terwijl ik, aan het roer staande, zoo mijn gedachten den vrijen loop liet, zag ik mij zelf in mijn verbeelding reeds als gezagvoerder over een mooi schip en in al die luchtkasteelen bekleedde Mary Robertson een voorname plaatsen toch zou ik haar waarschijnlijk, nadat wij aan wal van elkaar afscheid hadden ge nomen, nooit weerzien. Terwijl het denk beeld dat zij mij, met wien zij een kor ten tijd moeielijkheden en verdriet had gedeeld, wel 9poedig zou vergeten, mij" treurig begon te stemmen, werd ik m mijn droomerijen opgeschrikt door den naderenden bootsman. ,.Ik heb de pompzode gepeild, mijn heer Royle," zeide bij. „Ik ontwaakte straks met een schrik en ging terstond den waterstand opnemener staan twaalf duim water in 't schip. „Twaalf duim!" riep ik uit. „Ja, en er is geen twijfel aan, en als het peilriet goed aangewend wordt, is er geen vergissen mogelijk." ..Beginnen de pompen niet te werken als het water hooger komt dan vier duim." „Ja, mijnheer." „Sinds half negen is het water dus acht duim gestegen. Hoe laat is het nu?" „Twintig minuten over tien." „Wij zullen nogeens moeten pompen. Rolfs Cornish. Je zult den hofmeester wel bij die ladder vinden." Hij draalde nog even om de lucht- op te nemen en verwijderde zich. Ik twijfelde niet of het schip was lek geworden en nu de dood, na al hetgeen wij doorstaan hadden ons toch nog te wachten stond maakte zich een gevoel van diepen wanhoop zich van mij meea- ter. Het meest pijnigde mij de gedachte, dat mijn hartstochtelijke hoop Mary Robertson te redden, vernietigd werd. De ellende, die zij reeds geleden had, kwam mij telkens voor den geest, eerst de schipbreuk, de opstand on het ge vecht der muiters, de ontzettende storm toen de dood van haar vader en nu nog de nieuwe angst, dat wij op een lek schip eren. Maar de hoop, ik dank God voor de genade, die hij ieder betoont., ver kreeg weldra de bovenhand op mijn wanhoop. Als er niet meer water dan acht duim in drie kwartier naar binnen stroomden zouden wij, met voortdurend pompen het schip nog wel een paar dagen vlot houden, daaa-bij waren wij met zijn vie ren om het werk te verrichten als juf frouw Robertson ondertusschen aan het roer ging staan. En het zou dan ook dui zend tegen één zijn als wij in dien tus- schentijd geen hulp kregen. Nu hoorde ik de mannen pompen en de stem van den bootsman, die hen be moedigend toesprak. Welk een moed bezat die man Ik die deze geschiedenis vertel, voel mij beschaamd als ik over mijn onbetee- kenende daden spreek, terwijl de eer hem eigenlijk alleen toekomt. Ik weet niet meer welke groote schrijven het was die, toen hij het. veld bezocht waar de slag van Waterloo had plaats gehad, vroeg hoe het kwam dat men met monu menten voor de gesneuvelde officieren oprichtte, terwijl de soldaten, die toch eigenlijk de ooi-zaak waren dat de slag gewonnen was, vergeten werden Evenzoo wanneer er schepen naar den Noordpool worden uitgezonden, keent1 men weinig lof toe aan den matroos, die zijn leven verloor bij die excursie en hard gewerkt heeft om de onderneming te doen slagen. Neen, al onze lof geldt i de officieren, en wij prijzen en roemen 1 hen zij verrichtten al het werk, zij doorstonden alleen den angst, denken wij. Ik, die lang op zee gevaren heb, weet dat den matroos minstens even veel lof toekomt als den kapitein en misschien wel meer, laat de matroos ook in die eer deelen en als er een monument wordt opgericht- vermeld dan ook zijn naam want geloof mij, de matroos kan het wel zonder de offcierem, maar deze het niet zonder de maats stellen. Aan mijn post gebonden, die ik niet durfde verlaten, daar het schip hevig kraakte en slingerde, poperdc ik bij het het hooren van het pompen, want ik wist dat ik in denzelfden tijd viermaal het werk van Cornish en den hofmeester kon doen. Ongelukkigerwijze waren cr maar drie man in staat flink te werken en als er één van ons aan het roer moest staan, schoten er nog slechts twee over. Ware de hofmeester een matroos geweest, dan zouden de moeielijkheden veel vermin derd zijnik betreurde nu ten zeerste den dood van Fish en den Hollander, want ofschoon ik Stevens en Johnson niet vertrouwde geloofde ik wel dat de eerste twee geschikt zouden zijn gewor den en ik twijfelde niet of het tooneel van den ongelukkigen in de groote boot had een even goede uitwerking op hen als op Cornish gehad. En met die twee matrozen meer zouden tegelijkertijd heb ben kunnen pompen en zeilen bijzetten. Door het leven, dat het pompen ver oorzaakte. scheen juffrouw Robertson ge wekt te zijn. want zij verscheen weidra op het dek in de warme overjas van den kapitein gekleed, met den muts op het hoofd. Ge zoudt denken dat een meisje in zulk oen costuiun den lachlust opwekte volstrekt niet, want zij bleef geheel do- zelfde. De jas verborg wel is waar haar vor men eenigszins, maar haar blond haar kwam des te mooier tegen de donkere muts uit en haar geaat. manier en hou ding verloren niets van hun bevalligheid. Ik spreek nu alleen van den indruk, dien z ijoverdag op mij had gemaakt,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1