NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
AODV^ErRTEnsrariEasr:
De oorlog tusschen Spanje
en Amerika.
FEUILLETON.
'Be Jaargang
Woensdag 20 Juli 1898.
Mo 4617
AJB02ST2sTEi2vlE2SrTSFILIJ-S
i ge vestig'! is (kom der
Vo<." Hanrifcm per 3 rriaaMeït. -
Voor de dorpen in dei: omtrek waar een
gemeente), per 8 maanden
Franco door het gehecle Rijkper 3 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.
„de omstreken en franco per post
5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai- plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
FEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Cmpagnic
de Publicité Etrangire G. L. DAUBE Co. -JOHN F. JONES, Succ.Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentien van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit^blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT. SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaamdarn.
Velsen, W. J. RUJJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnement*
C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
lonnementén en Advertentiën aan.
n.
De volgende bijzonderheden worden
vernield over de capitulatie van Santia-
Generaal Shafter en de brigade
commandanten met den generalen staf
werden door cavalerie begeleid, generaal
Toral dooi* den generalen staf en hon
derd uitgezochte soldaten. Ter begroe
ting werd op de trompet geblazen. Toral
gaf aan Shafter zijn degen over. welke
deze laatste hem teruggafDe in een linie
vóór de verschansingen opgestelde Ame-
rikaansche troepen waren van de plech
tigheid getuigen. Generaal Shafter met
een escorte en generaal Toral reden door
de stad ter officieele in bezitneming, die
in het paleis van den gouverneur plaats
had. Des middags werd in tegenwoordig
heid van 10,000 personen de Amerikaan
sche vlag gehesehen, na een plechtigheid,
die met de uitvoering van vaderlandsche
liederen door muziekcorpsen en saluut
schoten besloten werd.
Generaal Shafter keerde terug naar
het kamp en liet de stad aan het gemeen
tebestuur over onder oppertoezicht van
gen Mac Kibben, die voorloopig tot
militair gouverneur werd benoemd. Twee
Amerikaansche infant-regimenten blij
ven in de stad om de rust te bewaren.
De Spanjaarden kampeeren tot- him
inscheping naar Spanje buiten de Ame
rikaansche linies.
Luidens officieele berichten gaat het
totaal aantal gevallen van gele koorts
onder de Amerikaansche troepen m den
omtrek van Santiago driehonderd niet
te boven. De chef van geneeskundigen
dienst acht dus den toestand veel min
der ernstig dan men vreesde.
Ondanks de overgave van Santiago
gelooft men te Washington dat het tot
stand komen van den vrede verder ver
wijderd is dan ooit. Ei* is door geen en
kelen vertegenwoordiger van een der
mogendheden ook maar een stap gedaan
op den weg der bemiddeling.
Een lid van den ministerraad verklaar
de heden dat de meest wonderbaarlijke
kant van den toestand is dat Spanje de
grootheid van zijn engelukken niet
schijnt te beseffen. De Vereenigde Sta
ten kunnen dus niets doen dan den oor
log met kracht voortzetten. Dit verklaart
de bevelen die gegeven zijn om de toebe
reidselen tot het vertrek van Watsons
eskader en van de expeditie naar Porto
ico te verhaasten.
Na den ministerraad van heden ver
klaarde president Ma Kinley, naar men
verzekert, dat de regeering niets had
ontvangen van Spanje met betrekking
tot het. vraagstuk van den vrede. De re
geering verwacht geen opening van vre
desonderhandelingen voordat Ha vana ge-
yallen is.
Er zijn bevelen gegeven om alle maat
regelen te nemen, zoodat het eskader
van Watson aan het eind van deze week
naar Spanje, kan vertrekken.
Te Hongkong is Maandag de Duit-
sche kruiser Cosmoran aangekomen, die
den löen Juli van Manila vertrok. De
gezagvoerder meldt
.Alles is rustig; de opstandelingen
'zijn niet voortgerukt. Het tweede deta
chement Amerikaansche troepen is nog
niet aangekomen. Het geheele Ameri
kaansche eskader ligt voor Cavite."
Aguinaldo, het hoofd der opstandelin
gen op de Philippijnen, heeft twee par- j
lementairs gezonden aan den comman
dant der stad, generaal Augusti, om
hom te vragen zich over te geven, daar
50,000 opstandelingen om de stad staan,
gereed haar stormenderhand te nemen,
en Spanje geen versterkingen kan zen
den.
Augusti antwoordde dat hij tot het
einde zou strijden, zij het ook zonder
hoop.
Aguinaldo vindt het uiterst moeielijk
zich van Manila meester te maken, we
gens de fortificatiën. De Amerikanen
wachten, totdat al him versterkingen
zijn aangekomen, en zullen waarschijn
lijk de operatiën niet vóór September
beginnen, na het regenseizoen en de
groote hitte.
Manilla heeft gebrek aan meel, maar
is voor verscheiden maanden voorzien
van rijst en vleesch.
STADSNIEUWS
Eerste en pagina.
Haarlem, 18 Juli 1898.
De Haarlemsche Machinefabriek
is laagste inschrijver (voor f111,900
en f106.200) voor de levering en op
stellen van 6 drietons hydraulische
loopkranen op d« oostelijke Handels
kade te Amsterdam.
Boottocht der Onthouders.
De afd. Haarlem van den Ned. Chr.
Geh. Onth. Bond houdt 8 Augustus,
den laatsten kermis-Maandag, haar
jaarlijkscben propaganda boottocht.
De tocht is ditmaal naar Zaandam,
Alkmaar en Purmerend. Men stelt
zich voor in de kleinere plaatsjes aan
de Zaan manifesten uit te reiken en
met onthouders lectuur te colportee-
ren. Te Zaandam wordt een wande
ling gehouden met banieren en door
muziek voorafgegaante Alkmaar
zoo mogelijk een openlucht samen
komst. Misschien houdt men ook nog
een wandeltocht naar Heilo.
Daar de afd. Haarlem in ledental
sterk is toegenomen zullen slechts
weinig bewijzen van deelname te ver
krijgen zijn.
SIX^ENLAND
Uit de „Staatscourant
Koninklijke Besluiten.
Bij kon. beslnit is, buiten bezwaar
van 's Rijks schatkist, benoemd tot
gedelegeerde der Nederlandsche regee
ring bij bet in 1898 te Luik te hou
den congres voor hydrologie, climato-
logie en geologie, dr. W. Francken,
te Scheveningcn.
Bij kon. besluit is tot gedelegeerde
der Nederlandsche regeering, bij het
te Brussel van 24—28 September 18891
te houden Internationaal Congres, ge
wijd aan de bespreking van vragen
nopens de kunst als publieke zaak,
benoemd dr. P. J. H. Cuypers, archi
tect der rijks Museumgebouwen te
Amsterdam.
Bij kon. besluit is, op zijn verzoek
eervol ontslag verleend aan J. van
Dalen, als secretaris van het polder
district Bommelerwaard, beneden den
Meidyk, provincie Gelderland.
De Pedir-expeditie.
Het Hbld. ontving bet volgende
telegram van zyu correspondent
Maandagmiddag te 5 u. 50 te Batavia
verzonden.
„De colonne-WilIems is terugge
keerd na een tocht van acht dagen.
Daarbij werden bezocht de plaatsen
Groeng-Groeng en Koenjet, waar men
bivakkeerden in Oemar's barakken;
vervolgens naar Geudé Breuëb en
Djareuëng waar eeu verlaten benting
werd gevonden;
Vervolgens over Toengkob en Teu-
pin Raja (naar Segli terug.)
„Vijanden werden weinig gezien.
Men stiet niet op ben tings. Geen ver
liezen."
Deze gebeele achtdaagsche veld
tocht van de colonne onder overste
Willems, den tweeden bevelhebber in
Pedir, heeft zich bepaald tot een
betrekkelijk klein terrein. De troepen
zijn daarbij steeds gebleven in de VII
Moekims Pedir, het zoogenaamde
twistgebied grenzende aan de XXII
Moekims, das in het westen van de
Pedirvallei. De namen zouden allicht
doen denken aan een veel grooteren
marsch, omdat Teupin en Raja, waar
van in vroegere berichten sprake was,
een plaats is in de Moekims Gloene-
pang Pajong, waar de colonne-Van
Heutsz ageerde; veel meer oostelijk.
Er is echter geen twijfel aan of deze
plaatsen liggen in de Moekims Pedir,
in een kring om het bekende Padang
Tidji, waarheen, volgens een telegram
van de vorige week, troepen onder
overste Wiliems waren uitgerukt tegen
Panglima Polim. Deze heeft beu
blijkbaar niet afgewacht.
Inliuldiging8fee8ten.
De groote revue, bij gelegenheid der
troonsbestijging van Koningin Wil-
helmina, zal op 21 Sept. worden ge-
honden.
Naar wij vernemen, kan spoedig
verwacht worden de nieawe regeling
der belooningen en vergoedingen voor
de rijksontvangers. De percentsgewijze
belooning wordt daarbij door vast
tractement vervangen.
Volksbond.
Op de 25 Aug. te houden algem.
vergadering van den Volksbond stelt
de afd. Haarlem voor dat het hoofd
bestuur zich wende tot de regeering,
met verzoek het uitbetalen van loonen
in kroegen te verbieden.
Voorts wordt voorgesteld dat aan
Hooghullen wederom een jaarlijksch
subsidie uit de fondsen van den Volks
bond zal worden gegeven van f 200.
Voor benoeming ran twee leden
van het hoofdbestuur ten gevolge der
periodieke aftreding van prof. dr. V.
A. Julius en het bedanken van mr.
H. Goeman Borgesius, worden krach
tens art. 15 van het algemeen regle
ment. voorgedragen voor de vacature
Julius. het aftredend lid door de afdee-
lingen Amsterdam. Dordrecht, Utrecht
Loenen, Haarlem, Vlaardiugen, De
venter, Rotterdam en Alkmaar en
voor de vacature Goeman Borgesius
de heer D. de Klerk, door de af-
deelingen Amsterdam, Alkmaar en
Rotterdam
de heer dr. C W. Janssen, door de
afdeelingen Loenen, Utrecht, Vlaar
diugen en Deventer
de heer S. Lulofs, door de afdeeling
Haarlem.
Motorrijtuigen.
Gedeputeerde Staten yan Noord-
Holland hebben, met het oog op de
wenschelijkheid om in het provinciaal
reglement op de wegen bepalingen op
te' nemen op het berijden der wegen
me: motorrijtuigen, overeenkomstig de
onlangs voor de rijkswegen vastge
stelde voorschriften, de gemeentebe
sturen inlichting gevraagd, in hoever
aauvulling dier bepalingen wenschelijk
voorkomt.
Intercommunale telephoon.
Het boofabesluur der posteryën en
telegraptiie heeft bepaald, dat, indien
een intercommunaal gesprek is aan
gevraagd door een geabonneerde of
van uit eene publieke spreekcel en
die aanvraag reeds aan het correspon-
neerend kantoor ter woonplaatse van
den opgeroepene is opgegeven, maar
door het voorhanden zijn van oudere
verzoeken nog niet aan de beurt is
gekomen en de aanvrager ten gevolge
van dien zijne aanvrage intrekt, daar
voor slechts half tarief in rekening
moet worden gebracht.
Het halve tarief is mede verschul
digd, indien de aanvrager, zonder
zijne aanvraag te hebben ingetrokken,
na het tot stand komen der door hem
verlangde verbinding niet meer op
komt.
Geschiedt het verzoek tot intrek
king vóór dat de aanvraag bij het
bovenbedoelde correspondeerende kan
toor is overgebracht, dan behoeft van
den aanvrager niets te worden ge
heven.
Eeu kunstenaar iu zijn vak.
Zondag 17 Juli, de dag waarop de
beer P. W. M. Trap, boek- en steen
drukker te Leiden, zou herdenken
dat hij zich vijftig jaar geleden in de
academiestad vestigde, mocht naar de
meening van de neeren S. C. van
Doesburgb, A. P. M. van Oordt en
F. de Stoppelaar niet onopgemerkt
voorbijgaan. Hun beroep by vrienden
en collega's was niet te vergeefs. Zy
waren m de gelegenheid den man,
die in de verloopen halve eeuw zoo
veel voor letteren en wetenschap heeft
gedaan, drie etsen aan te bieden van
onze meesters Israels, Mesdag en J.
Maris, gevat in eikenhouten lijsten,
vergezeld van een album met versierd
titelblad, waarop bet portret van den
jubilaris en waarin de namen voor
komen van de vrienden en bewonde
raars van Trap.
Het geschenk, met gevoelvolle woor
den door den heer S. C. van Does-
burgh, als voorzitter der commissie
aaDgeboden, maakte een zichtbaren
indruk op den jubilaris. „Vriend Trap
(zoo sprak de heer Van Doesburgh)
wanneer de steenen (lithographische)
konden verhalen hetgeen door u voor
de wetenschap is verricht, zoo waren
myne woorden niets." Hartelijk waren
ook de woorden van den heer F. A.
O. de Ridder, Burgemeester van Kat
wijk, Trap hulde brengende als menscb
en onder aanbieding van een prach-
tigen krans.
Treffend was het oogenblik, toen
ook de werklieden hunnen groet brach
ten aan den meester, en den wensch
uitspraken dat hy nog vele jaren in
hun midden zou mogen blijven.
Feesten te Delft.
Zaterdagavond werden de studen
tenfeesten besloten door een tegen
partij van de deelnemers en deelneem
sters aan feesten, het studentencorps
aangeboden. In de feesttent was de
commissie vereenigd ter ontvangst
der gasten. Ongeveer 10 uur kondigde
de heraut de komst aan der graven
Hendrik van Brederode en Lodewyk
van Nassau met huo gevolg. De aan
wezige edelen en pages schaarden
zich achter hunne hoogheden, waarna
Delftsch Burgemeester het woord
nam als eere-voorzitter der commissie
uit de burgery. Het was voor spreker
eeu eer den leden, oud-leden en sena
toren der bevriende studentencorpsen
een welkom toe te roepen op de plaats,
die voor alle tegenwoordigen zooveel
aangename herinneringen deed her
leven.
Met waardeering gedacht, hy' de
dagen van 12 en 13 Juli, de maskerade
en de aanbieding van het smeekschrift
en bracht daarby ook een woord van
erkentenis aan de vrouwe, die op zoo
waardige wijze de rol der landvoog
des had vervuld, maar vergat ook
niet den dag van 11 Juli, toen bet
hem vergund was zoo velen te ont
moeten, die hun opleiding genoten
hadden aan de Kon. Akademie en
i de Pol. School en daardoor bewijzen
hadden gegeven hunner gehechtheid
aan die instelling en de stad barer
j vestiging. Spreker eindigde met den
1 wensch voor den bly venden bloei van
'de Pol. School, voor een lang en
krachtig leven van het Delftsche Stu
dentencorps.
j Het „Io vivat" en het „Wilhelmus"
viel in, waarna deeerewyn werd aan-
gebodeD.
Do president van het studenten
corps, de heer F. s'Jacob, bracht
'zijn dank aan de Delftsche burgery
en herdacht daarbij voornamelijk de
foede verstandhouding tusschen de
urgerij en het corps, met. den wensch
en het vertrouwen dat dit steeds zoo
zou blyven.
Hierna nam het feest een aanvang,
dat tot in den vroegen morgen voort
duurde: concert in den fraai verlich
ten tain, bal in de feesttent.
Voor hen die aan dit feest geen
deel konden nemen, was door het
corps een schitterend vuurwerk aan
geboden, dat op de schietbaan w6rd
afgestoken.
Dit feest behoort alweder tot het
verledene maar niet tot de vergetel
heid; met gulden letteren zal het
gestift worden in de geschiedboekeo
vad het Delftsch studeutencorps.
Met vuur gespeeld.
Maandag vonden eenige jongens
op de schietbaan te Delft een kistje
met vuurwerk, dat Zaterdag van de
studentenfeesten was overgebleven.
Er werd een donderbus uitgehaald
en door een der jongens aangestoken
met het ongelukkige gevolg, dat de
ll-jarige M. de volle lading in het
gezicht kreeg, waardoor één oog totaal
werd uitgeslagen en het audere zwaar
gekwetst.
De andere jongens bleven onge
deerd.
Terwijl de opvarenden van de ".ogger
Voortzetting, van den reeder Zonue-
veld Maandagochtend te Maassluis
bezig waren de boegspriet op te
hyschen, brak de strop daarvan, en
kreeg de dertienjarige Saaien, wonende
aan de Schans aldaar, de boegspriet
in den riek. Het kind was terstond
dood. Een ander der bemanning, die
ook door de boegspriet werd getroffen,
is licht gekwetst.
Brandstichting?
Zondagvoormiddag stelde de offi
cier van justitie uit Dordrecht, jhr.
mr. Bosch ridder van Rosenthal, eeo
onderzoek te Zwyndrecht in op het
terrein van den brand by G. Veld
horst.
Naar men verzekerde smeulde het
vuur Zondagnacht nog op sommige
plaatsen, wat gelukkig door de buren
bemerkt werd.
Maandagochtend ging van P. in
gezelschap van drie veldwachters
naar Dordrecht, waar hy door de
justitie werd gehoord.
Maandagmiddag was hij weer ie
Zwyndrecht terug.
Brand.
Zondagmiddag is te Barneveld een
hevige brand uitgebroken in eeae
i groote houtmijt toebehoorende aau 8.
aldaar. Daar aan blusschen uiet te
denken viel, hebben de vlammen, die
verscheidene uren woedden, al het
hout verteerd.
Na een streng onderzoek is het der
politie reeds gelukt deu brandstichter,
zynde een 13 jarigen jongen, op te
sporen en tot bekentenis te brengen
Muntgasmeters.
Uit het verslag der gemeentegas
fabriek te Utrecht over 1897 blijkt
omtrent de exploitatie der muntgas
meters het navolgende.
De Schipbreuk.
van de
„Atlanta".
60)
Dit zou natuurlijk van het weer af
hangen.
In elk geval was het meer dan waar
schijnlijk, dat. we spoedig door het. een
jOf ander schip zouden worden opgeno-
imcu.
Het zou een ander geval geweest zijn
als wij ons bevonden hadden in de stille
[Zuidzee of in de Golf van Guinea.
Maar wij waren in druk vaarwater en
Jkonden elk oogenblik door een Engelsch,
'Amerikaansch, Hollandsch of Fransch
ischip gekruist worden en vrouw For-
;tuna moest ons al zeer ongenegen zijn
als wij niet spoedig gepraaid werden en
|hu]p kregen.
Een onuitgesproken gedachte bezielde
mij nl. om het schip veilig in een haven
:te brengen, vanwaar uit ik met de ree-
jders kon correspondeeren en orders vra
gen.
Zooals ik reeds heb gezegd was ik
geheel afhankelijk van mijn betrekking,
mijn vader, die als gepensionneerd offi
cier van gezondheid stierf, liet mij als
twaalfjarigen wees achter. Mijn eenige
vriend was onze predikant, die mij twee
jaar voor zijn eigen kosten school liet'
gaan en na mij eens gepolst te hebben,
wat ik het liefst wilde worden, mij naar
zee zond.
Onder deze omstandigheden zou het
dus zeer wenschelijk voor mij zijn het
schip te redden omdat ik daardoor recht-
had op de dankbaarheid dei- eigenaars
en in ieder geval de kans liep dat mijn
gedrag de attentie zou trekken van de
een of ander meer edelmoedige firma,
die in den handel een meer voorname
plaats innam.
Terwijl ik, aan het roer staande, zoo
mijn gedachten den vrijen loop liet, zag
ik mij zelf in mijn verbeelding reeds als
gezagvoerder over een mooi schip en in
al die luchtkasteelen bekleedde Mary
Robertson een voorname plaatsen toch
zou ik haar waarschijnlijk, nadat wij
aan wal van elkaar afscheid hadden ge
nomen, nooit weerzien. Terwijl het denk
beeld dat zij mij, met wien zij een kor
ten tijd moeielijkheden en verdriet had
gedeeld, wel 9poedig zou vergeten, mij"
treurig begon te stemmen, werd ik m
mijn droomerijen opgeschrikt door den
naderenden bootsman.
,.Ik heb de pompzode gepeild, mijn
heer Royle," zeide bij. „Ik ontwaakte
straks met een schrik en ging terstond
den waterstand opnemener staan
twaalf duim water in 't schip.
„Twaalf duim!" riep ik uit.
„Ja, en er is geen twijfel aan, en als
het peilriet goed aangewend wordt, is er
geen vergissen mogelijk."
..Beginnen de pompen niet te werken
als het water hooger komt dan vier
duim."
„Ja, mijnheer."
„Sinds half negen is het water dus
acht duim gestegen. Hoe laat is het
nu?"
„Twintig minuten over tien."
„Wij zullen nogeens moeten pompen.
Rolfs Cornish. Je zult den hofmeester
wel bij die ladder vinden."
Hij draalde nog even om de lucht- op
te nemen en verwijderde zich.
Ik twijfelde niet of het schip was lek
geworden en nu de dood, na al hetgeen
wij doorstaan hadden ons toch nog te
wachten stond maakte zich een gevoel
van diepen wanhoop zich van mij meea-
ter.
Het meest pijnigde mij de gedachte,
dat mijn hartstochtelijke hoop Mary
Robertson te redden, vernietigd werd.
De ellende, die zij reeds geleden had,
kwam mij telkens voor den geest, eerst
de schipbreuk, de opstand on het ge
vecht der muiters, de ontzettende storm
toen de dood van haar vader en nu nog
de nieuwe angst, dat wij op een lek schip
eren.
Maar de hoop, ik dank God voor
de genade, die hij ieder betoont., ver
kreeg weldra de bovenhand op mijn
wanhoop.
Als er niet meer water dan acht duim
in drie kwartier naar binnen stroomden
zouden wij, met voortdurend pompen
het schip nog wel een paar dagen vlot
houden, daaa-bij waren wij met zijn vie
ren om het werk te verrichten als juf
frouw Robertson ondertusschen aan het
roer ging staan. En het zou dan ook dui
zend tegen één zijn als wij in dien tus-
schentijd geen hulp kregen.
Nu hoorde ik de mannen pompen en
de stem van den bootsman, die hen be
moedigend toesprak. Welk een moed
bezat die man
Ik die deze geschiedenis vertel, voel
mij beschaamd als ik over mijn onbetee-
kenende daden spreek, terwijl de eer
hem eigenlijk alleen toekomt. Ik weet
niet meer welke groote schrijven het
was die, toen hij het. veld bezocht waar
de slag van Waterloo had plaats gehad,
vroeg hoe het kwam dat men met monu
menten voor de gesneuvelde officieren
oprichtte, terwijl de soldaten, die toch
eigenlijk de ooi-zaak waren dat de slag
gewonnen was, vergeten werden
Evenzoo wanneer er schepen naar den
Noordpool worden uitgezonden, keent1
men weinig lof toe aan den matroos, die
zijn leven verloor bij die excursie en
hard gewerkt heeft om de onderneming
te doen slagen. Neen, al onze lof geldt i
de officieren, en wij prijzen en roemen 1
hen zij verrichtten al het werk, zij
doorstonden alleen den angst, denken
wij.
Ik, die lang op zee gevaren heb, weet
dat den matroos minstens even veel lof
toekomt als den kapitein en misschien
wel meer, laat de matroos ook in die eer
deelen en als er een monument wordt
opgericht- vermeld dan ook zijn naam
want geloof mij, de matroos kan het wel
zonder de offcierem, maar deze het niet
zonder de maats stellen.
Aan mijn post gebonden, die ik niet
durfde verlaten, daar het schip hevig
kraakte en slingerde, poperdc ik bij het
het hooren van het pompen, want ik
wist dat ik in denzelfden tijd viermaal
het werk van Cornish en den hofmeester
kon doen.
Ongelukkigerwijze waren cr maar drie
man in staat flink te werken en als er
één van ons aan het roer moest staan,
schoten er nog slechts twee over. Ware
de hofmeester een matroos geweest, dan
zouden de moeielijkheden veel vermin
derd zijnik betreurde nu ten zeerste
den dood van Fish en den Hollander,
want ofschoon ik Stevens en Johnson
niet vertrouwde geloofde ik wel dat de
eerste twee geschikt zouden zijn gewor
den en ik twijfelde niet of het tooneel
van den ongelukkigen in de groote boot
had een even goede uitwerking op hen
als op Cornish gehad. En met die twee
matrozen meer zouden tegelijkertijd heb
ben kunnen pompen en zeilen bijzetten.
Door het leven, dat het pompen ver
oorzaakte. scheen juffrouw Robertson ge
wekt te zijn. want zij verscheen weidra
op het dek in de warme overjas van den
kapitein gekleed, met den muts op het
hoofd.
Ge zoudt denken dat een meisje in
zulk oen costuiun den lachlust opwekte
volstrekt niet, want zij bleef geheel do-
zelfde.
De jas verborg wel is waar haar vor
men eenigszins, maar haar blond haar
kwam des te mooier tegen de donkere
muts uit en haar geaat. manier en hou
ding verloren niets van hun bevalligheid.
Ik spreek nu alleen van den indruk,
dien z ijoverdag op mij had gemaakt,