Vlaggen, Draperieën
Stoomververij
en Chem. Wassckerij
Het kapitaal dat in muntgasmeters
leidingen, toestel leu enz. op 1 Januari
was belegd, bedroeg na de afschrij
ving f 77,612,80 en was aan het einde
des jaars gestegen tot f 162,927,33,
zoodat in dit jaar f92,314,53 aan
deze afdeeling werd besteed. Er wa
ren 1 Januari 1897 geplaatst 1508
meters en t.wee tusschenmetors, ter
wijl einde 1897 3390 stuks in gebruik
waren, waaronder 4 tusschenmeters,
zoodat het aantal in dit jaar ruim
verdubbeld is. Onder laatstgenoemd
aantal bevonden zich slechts 57 ver
bruikers, die wegens minder verbruik
over het volle jaar dan het minimum
van 240 kub. M., te zameu f32.85
moesten bijpassen. Aan S verbruikers
die hieraan niet voldeden werd de
muntgasmeter ontnomen. De grootste
verbruiker per muntgasmeter ver
bruikte 1375 kub. M. gas, terwijl het
gemiddeld verbruik even 500 kub. M.
bedroeg en het tot ïal verbruik 1,116,100
kub. M., tegen een gasverbruik op
gewone meters van 8,777,056 kub. M.,
zonder de gemeentegebouwen, of byua
12.8 pCt. daarvau. Dit percentage
geeft een sterk sprekend bewijs, hoe
de muntgasmeters voorzien in eene
bestaande behoefte en algemeene
waardeering geoieteu bij eene klasse
der gemeentebevolking. die tot vorige
jaren uitsluitend voor licht eu spijs
bereiding petroleum en allerlei d >ur
gekochte brandstoffen gebruikte, en
daardoor, behalve eene nuttige zaak
voor do exploitatie der gemeentein-
richting. een prikkel tot zuinigheid
netheid, tijdsbesparing en gevaarkee-
ring geworden is.
ïo eene uitvoerige becijfering wordt
verder aangetoond, dat de extra-cent
dien de muntgasverbruikers per kub.
M. meer betalen dan de verbruikers
per gewonen meter, ruimschoots vol
doende is om de meerdere bosten te
dekkenals echter alle aanvragers
zijn voldaan zal ernstig overwogen
kunuen worden of deze geheele cent
niet één halven cent kan worden.
De juiste werking der meters wordt
zeer geroemd miswijzingen kwamen
slechts in uiterst geringen mate voor.
Een zand-waivisch.
Naar aanleiding van het bericht
over de opgraving van eeu gedeelte
van eeu walvischkop te 's Graven-
hage wordt ons medegedeeld, dat in
of omstreeks 1830 aldaar was aan
gespoeld een walvisch, die door een
Vlaardinger was gekocht en gesloopt.
Zou het - zoo wordt gevraagd
niet kunnen zijn, dat men met dat
dier geen weg geweten heeft en het
daar begraven is?
Handels- en Kantoorbe
dienden.
Zondag is te Nijmegen de tweede
jaarljjksche algemeene vergadering
'gehouden van den Nederlandscheu
Bond vai; handels- en kantoorbedien
den.
Vertegenwoordigd waren 13 afdee-
lingen Amsterdam, Arnhem, Nijme
gen, Middelburg, Zwolle, Groningen,
Utrecht's-Gravenhage, Helmond,
Leeuwarden, Maastricht, Haarlem en
Delft.
Het concept-reglement voor een
pensioenfonds werd goedgekeurd.
Tot bestuursleden werden benoemd
de heeren J. H. Odink, Amsterdam,
voorzitterW. C. de Graaff, Amster
dam, secretaris; G. L. Schlimmer,
Nijmegen, penningmeesterW. F. van
den Berkboff, Utrecht, 2e secretaris;
H. IS wart. Leeuwarden J. F. Droste,
MaastrichtJ. H. Witting, Zutfen
L. H. J. Poortier, Zwolle; J. S. de
Jong, Delft.
Aan het bestuur werd opgedragen
de afdeeiingen te booren over de vraag,
of de instelling van een bureau tot
plaatsing in elke afdeeling wensche-
lyk wordt geacht.
Bjj Zunderdorp zijn Maandag te
circa balftwee tegen elkander ingere
den de tram komende uit Alkmaar,
en de trein van Amsterdam, die op
dezelfde rails liepen door onoplettend
heid der beambten. Geen ongelukken,
doch wel veel schade aan materieel.
Hondentrouw.
Toen Maandagmorgen een schipper,
met zijn aakschip door de Zuidwil-
lemsvaart voer, waarop zijn Sljarige'
dochter het roer bestuurde, werd hy
opeens besprongen door zijn hondje,
dat een akelig gekef aanhief.
De schipper zag om en miste zijn
want bij bet sterrenlicht kon ik slechts
haar bleek gelaat zien.
„Stroomt het water nog in liet schip?"
„De bootsman heeft mij bericht, dat
het water sinds half tien acht duim ge
stegen is."
„Is dat veel
„Meer dan wij wenschen."
,,Tk wil u niet lastig vallen, mijnheer
Royle. maar ik voel mij heel. heel ang
stig."
„Natuurlijk zijt ge dat, maar meen
niet. dat ge het mij lastig maakt. Vraag
gerust wat ge wilt.
Ik beloof u de waarheid te zullen zeg-
gen.
„Als gij merkt, dat het een onmoge
lijkheid is het v^aU-r c-ven gauw uit het
schip te pompen, als het er in komt,
wat zult gij dan doen?"
„Het schip verlaten."
„Hoe?" vroeg zij om zich heen ziende.
„In die sloep."
„Maar bij zulk een onstuimige zee zou
ze terstond vol loopen."
„De zee zal wel bedaarder worden en
het is zeer waarschijnlijk, dat ze morgen
om dezen tijd kalm voortkabbelt."
„Zal het schip 't tot morgen uithou
den T'
„Als het wat-er niet sneller 'naar bin
nen stroomt dan nu. zullen wij de Atlao-
kind. Gelukkig was bet nog juist tya,
om het meisje, dat reeds gezonken
was, te redden.
Toen zy aan boord gebracht was,
bleef het trouwe diertje gestadig in
bare nabijheid.
Het meisje kreeg spoedig het be
wustzijn terug.
Op vrije voeten.
De kassierslooper te Maastricht
van wiens verdwijnen en terugkomst
werd melding gemaakt, is na een ver
hoor van den rechter-commissaris we
der op vrije voeten gesteld.
Koloniën.
Atjeh.
Noordkust. T. Imam Soekoen
riep dringend T. Bintara Pinang's
bemiddeling in, om voor hem vergif
fenis te vragen by liet bestuur.
Een poging van Panglima Karirn.;
om een zekeren Nja Hassan van kam
pong Kling (XXVI moekims) in Reu-
leung (V moekims Rebeë) op te lich
ten, omdat Nja Hassan werd verdacht
aan onze troepen den weg te hebben
gewezen by de opvatting van T. Nja
Makam, mislukte, dank zij de hulp
van T. Radja Pedir, den jongeren
broeder van T. Bintara Rebeë.
Ook mislukte de poging van een
bende kwaadwilligen om Öjahbandar
Osman om het leven te brengen,
waartoe zy in den uaebt van den
23en op den 24en Mei in de kampong
Peukau Pedir drongen. Een volgeling
van den Sjabbandar Osman kwam
daarby om liet leven, en zijn achter-
laadgeweer werd door de kwaadwil
ligen medegenomen.
De verhouding tusscheu T. Hasjim
Klibent aan de eene zyde en den
Pretendent-Sultan en T. Oemar aan
de andere zyde is zeer gespannen,
en verwacht eerstgenoemde vijandelijk
heden van beide laatstgenoemden.
Op don 26sten Mei maakten T.
Bintara Pinang en zyn broeder T.
Monja, T. Bintara Blang Rana
Wangsa, T. Bintara Paleuh, T. Hoesin
di Gedong, T. Radja Ketjik, T.
Hoesin Gadjah Aè, T. Hasjim Klibent
en op den 27steu d.a.v. T. Biotara
Kemangan en T. Moeda Dalem, de
zoon van T. Panglima Megoë als
vertegenwoordiger van zijn vader, hun
opwachting by den assisteüt-resident
der N.- en O.-k. te Segli.
Nadat hun allen het doel der a.s.
Pedir-expeditie was uitgelegd, ver
klaarden de Podirsche hoofden voor
de veiligheid iu hun gebied in te
staan, zoodra onze troepen den vyand
uit Garoet zouden verdreven hebben.
T. Bintara Kemangan stond in voor
de veiligheid binnen zjjn gebied, in
dien wy posten wilden oprichten op
den G lé Gapoei eu te Poeloe Gadiah
Mati (Gloempang Pajoeng).
Naar aanleiding van een militaire
wandeling van een compagnie van het
14e bataljon naar Kota Soekoen trok
ken Oemars beudeu pl.m. 3G0 man
sterk, in bet donkbeeld verkeerende,
dat ons optreden Garoet gold, naar
Lang, en namen daar stelling, om ons
het Voortgaan te beletten.
Er heeft eenig verloop van volk in
Garoet en omstreken plaats naar aan
leiding van de aanstaande expeditie,
vrouwen, kinderen en goederen wor
den in veiligheid gebracht.
Potjoet Assahan, jongere zuster T.
Tjihig Merdoe en vroeger echtgenoote
van T. Bin Pekan, maakt het de lie
den van T. Tjibiq Merdoe, met wieu
zy in oumin leeft, lastig, door hen te
berooven, wanneer zy zich op den
rechteroever der rivier Olim vertoonen.
Oostkust. Niets bizonders.
Westkust. T. AH Baid bevindt
zich thans in de bovenlanden van
Lagen, en hoeft thans ongeveer dertig
volgelingen, meest allen met blanke
wapens bewapend.
Panglima Laoet AU is thans te
Tjarakmon met vyf volgeiingen, waar
van drie met achterlaadgeweren be
wapend.
Toekoe Radja Poelau, zoon van den
vorst van Tenom, heeft zyn vrouw
Tjoet Hadidjah naar Pangga gebracht
tot groote ergenis van Toekoe.Panoet
van Melaboeb, die haar naar Mela-
boeh wilde hebben, hetgeen tot een
gespannen verhouding tot T. Panoet
van Melaboeh heeft geleid.
Twee vrouwen op weg naar Mela
boeh naar Merbon werden onderweg
voorby bet blokhuis Padang Sirahiq
door een bende kwaadwilligen onder
oen zekeren Si Nja Lampoe overval-
ta- net. zoolang behouden, als onze krach
ten toelaten liet ruim ieder uur uit te
pompen. Gij ziet dus." zeide ik op vroo-
lijken toon om haar te bemoedigen, „dat
wij nog niet terstond behoeven te ster
ven."
Zij kwam dicht bij mij staan en zeide
,,lk zal nooit bang zijn, zoolang gij
aan boord blijft, mijnheel- Royle. Gij
hebt mij reeds eenmaal het leven gered
en ofschoon het niet. goed van mij is
om te profeteeren, voel ik toch, ja ik ben
er zeker van. dat gij mij voor de tweede
maal ook zult redden."
,,Lk zal tenminste niets nalaten, om
hot te beproeven," antwoordde ik.
„Ik geloof, neen ik ben er van over
tuigd dat welke gevaren ons ook mogen
bedreigen, gij en ik niet zullen omko
men."
Zij zweeg en zag mij ernstig aan.
„Gij zult mij toch niet voor bijgeloo-
vig houden, als ik zeg, dat deze overtui
ging uit een droom voortspruit Mijn
arme vader stond naast mijik strekte
de armen naar hem uit en hij nam mijn
hand in de zijne en sprak „Lieveling,
wees niet bevreesd. Hij, die uw leven
reed?.-éénmaal redde, zal liet oók voor
de tweede maal doen. God zal zich je
gens u en hom genadig toonen voor het
vertrouwen, dat ge in Hem hebt. gesteld."
len en van hun sieraden en verder
van hetgeen zy by zich hadden tot
een gezamenlijke waarde van 150 dol
lars beroofd.
Poelce Web. Niets bizonders.
Weersgesteldheid. Op Groot-Atjeh
kenterende wind en geen regen.
Op de Westkust zware regenbuien
en hevige winden.
De zware golfslag op het strand
voor onze vestiging" te Poeloe Raja
brengt bij voortduring schade toe aan
de tijdelijke aangebrachte zeewering,
zoodat èn het kantoor èn het gebouw
bewoond door den gemachtigde van
de Atjehassociatie gevaar beginnen te
loopeö. Voorziening is dringend noodig.
Gezondheidstoestand. Te Gleieng en
in het bivak van Lam Noh gunstig
overal elders was zy vrij goed.
Ziekten onder Het vee. Iu Daja
stierven wederom 15 karbouwen, toe-
behoorende aan T. Moeda Kceala
Lambesi. In het landschap Telok
Kroet kwam de veeziekte tot staan.
Onder het vee van de Atjehassociatie
te Poeloe Eaja deed zich geen ver
dacht ziekteverschijnsel meer voor.
Letteren sra XuraSt
Concertgebouw.
Door den voorzitter van het bestuur
van het Concertgebouw is van den
president van het Muziekfeest-Comité
te Bergen, den heer Joban Grieg, het
navolgende telegram ontvangen
Naehdem das erste grosse national
norwegische Musikfest aaf c-iue fur
Sie una ganz Holland so überaus
ehreuvolle und fiir ucs so herrlieb
überglückliche Weise beendet, erlanbe
ich mir Ihnen meinen herzlichen Dank
auszusprecheu fiir die grosse Liebens-
würdigkeit mit der Sie uns in jeder
Beziehung entgegengekommen.
Bitte dem Vorstand des Concert
gebouw, aueh den Dank deshiesigen
Comité zu iibermitteln.
(w. g.) Johan Geieg.
De 19de Jaarlijksche examens der
Nederlandsche Toonkunstenaars-Ver-
eeniging zyn Maandag te 's-Graven
hage in het lokaal „Pulchri Studio"
begonnen.
Van de 5 candidaten zjjn geslaagd
Voor Piano (Lager Onderwijs) de
damesL. S. A. Mansson, uit Zaan
dam J. M. L. Petri, uit Utrecht en
Mevr. de Wed. J. W. Koens—De-
keth, uit Breda.
Voor Viool (L. O de heer L. van
der Laaken, uit Arnhem.
Ko van Dijk, die eindexamen aan
de Tooneelschooi deed, is met .Sep
tember aan het Nederlandsch Tooneel
geëngageerd.
De kon. vereeniging heeft o.a. De
Vrek van Molière in studie genomen
met Louis Bouwmeester in de titel
rol.
De collectie Hope.
Men schrijft uit Londen aan de
N. li. Cl.
Een der fraaiste verzamelingen oude
Hollandsche kunst is die van Lord
Francis Pelham CliDton Hope. Zy is
van ouds beroemd, als zijnde met den
meesten smaak bijeengebracht door
leden van het geslacht die in de tweede
helft der vorige eeuw in Holland ge
vestigd waren en daar in de beroemd
ste veilingen (Braamkamp e.a.) hunne
aankoopen deden. Na dien tjjd ver
wisselde zij niet meer van eigenaar,
en eene Mrs. Hope, die met een her
tog van Newcastle huwde, liet haar
als fideicommis na aan een der jon
gere zonen, die op het goed Deepdene
by Londen gevestigd waren.
De tegenwoordige Lord Francis
steekt sinds jaren in schulden en be
schouwde het familie-eigendom als
een iastpost. Het hinderde hem, dat
er telkens en telkens kunstminnende
vreemdelingen kwamen die de schil
derijen weuschten te bezichtigen. Ook
hinderde hem, dat hy zyn buiten
Deepdene niet kon verhuren om die
kostbare collectie en zoo besloot hij
voor een aantal jaren de verzameling-
te leen te geven aan het Engeische
volk. Op een zekeren dag ontving
onverwacht de directeur van het South
Kensington Museom een aantal kis-;
ten van Lord Francis en ziedaar ds
verzameling Hope in dat museum ge
arriveerd. Hier was zy jaren laDg
een der grootste aantrekkingspuDten
voor het publiek, totdat zy vrijwel
even onverwacht weer verdween. Lord
Francis kwam in steeds nijpender
Hij zweeg, kuste mij en zweefde weg
ik werd verschrikt wakker en hoorde de
mannen pompen.
Ik gmg naar mijn vader zoeken, want
ik dacht dat hij werkelijk terug geko
men was. Omijnheer Royle zijn geest
waakt over ons!"
Ofschoon ik van een veel te practische
natuur was om eenige beteekenis aan
een droom te hechten, maakte haar ern
stige, teedere toon, waarop zij sprak,
indruk op mij. Het deed mij goed te
hooren welk een vertrouwen zij in mij
stelde en mijn verlangen naai- het leven
werd door haar vast geloof in onze red
ding, versterkt.
Het is dikwijls gebeurd, dat de droo-
raen van schipbreukelingen bewaarheid
werden," antwoordde ik ernstig. „Ver
scheidene jaren geleden strandde een
schip „Mary" genaamd, op een der rots
achtige eilanden in het Kanaal. Een paar.
van de matrozen gelukte het de rot sen
te beklimmen waar zij tien of twaalf da
gen zonder eenig voedsel, uitgezonderd
mosselen, die wel hun dorst verergden
en. toch hun honger niet stilden, bleven.
Een schip van Guernsey komend, pas
seerde de. rotsen, maar oj> éeii te groo-
ten afstand om de seinen der matrozen
op te merken. Maar de zoon van den ka
pitein droomde, dat er zich stervende
geldgebrek, zyne crediteuren drongen
op realisatie van zyne bezittingen aan
en de bunstkoopers deden steeds ver
leidelijker aanbiedingeu, tot ongeveer
eenjmillioen gulden voor de ongeveer
zestig schilderyen. Het kwam tot een
rechtzaak, doch de belanghebbende
familieleden verzetten zich tegen een
verkoop zoowol onder de band ais by
opeubare veiling. Intusscben werd
Lord Francis failliet verklaard en
zijn geldverlegenheid steeds grootor,
daarby werden de aanbiedingen van
den kunsthandel steeds verlokkender.
De schilderijen hadden middelerwijl
een toevlucht gevonden in dc Lon-
densche wouing van Lord Francis'
broeder, den tegen woord igen hertog
van Newcastle. Deze wenscht thans
zyne woning te verbouwen, Lord
Francis bezit geen residentie meer en
zoo komt de verkoopsqnaestie weder
aan de orde. De familieleden, ziende
dat het er toeh toe komen moest,
verzetten zich er niet langer tegen.
Zoodoende heeft het gerecht dezer
dagen in principe kunnen uitmaken
dat do verkooping zal plaats hebbeu.
Terecht heeft het gerecht geoor
deeld, dat de gedane onderbaudsche
aanbiedingen een booger bedrag ver
tegenwoordigen, dan naar alle waar
schijnlijkheid by een publieke veiling
ooit bereikt zou worden. Daarom heeft
hetjl. Vrijdag beslist, dat er tot 25 Juli
a.s. gelegenheid gegeven zal worden
aan de liefhebbers, om aanbiedingen
te doen en dat de vorzameliug en
bloc (uit ruim tachtig schilderijen be
staande; aan den hoogst biedende zal
werden gegund. Reeds gedurende de
zitting werd het bod door twee gevol
machtigden van 100,000 op 105,000 en
daarna successievelijk op 110,000 en
111,000 pond verhoogd. Men verdiept
zich iu de Londenschc kunstkringen in
gissingen, welke kunsthandelaren en
welke verzamelaars hier achter zitten.
l)e schilderijen bebooren alle tot de
HollaDdscbe eu Vlaamsche scholen.
Er zyn twee Rembrandts by en drie
Potters, voorts drie Metsu's, waarvan
twee van de allereerste qualiteit, drie
Jan Steens (één prima!) een uitmun
tende Pieter de Hoogb, een goede
Terborch, een prachtige Delftsche
Vermeer en voorts byna alles goede
stukken enzer grootste landschaps-
en genre schilders.
Inhoud van 1 ijdschrif ten.
Eigen Haard van Zaterdag 16 Juli
1898."" Bronzen buste van H. M. de
Koningin, door J. II. Pb. Wortman,
met afbeelding Hr. Ms. Pantser-
dekschip „Holland", met afbeeldingen
Mr. A. van Deldeu, door C. J de
Bruyn Kops en dr. M. Houck
luitenant J. Goldonberg, met portret
Het St. Janskerkhof te Laren,
door L. C.!F. Bigot, met afbeeldin
gen naar photo's van den heer E.
Stark. Een kijkje by de Tien-ti-
lioei, naar hot Maleisch, door S.
Wereldkroniek. De Delftsche
Lustrumfeesten, met afbeeldingen.
De oorlog tusschen Spanje en Amerika
met afbeeldingen. ManneQ van be
teekenis, met portretten en levensbe
schrijvingen. De optocht der kinderen
ter eere van den Keizer van Oosten
rijk.
Sporft en 'gjf&tfsfpsjden,
Oordang en Meyers.
De Duitscbers hebben onzen land
genoot Cordang Zondag op de Frie-
denaubaan in hun midden gehad. Men
seint, dat men algemeen zyn rij
den heeft bewonderd en dat hem veel
lof is toegezwaaid. Hij wonglansryk
over den afstaud van 200 K.M. Hy
had niet Huret, Küchner en Arm
strong tegenover zich, maar Fischer
en Stóphane. De eerste bleef niet:
minder dan 26 baanlengten achter!
hem, de 2e werd 33 maal door hem
gelapt. Cordang's tyd was 4 uur 34
min. (zyn eigen record staat op 4 uur
25 min. 10'/s sec.)
Meyers is met i en een myl niet
zoo gelukkig in Engeland geweest als
met de 5 myl, die onze Maastrichte
naar daar mooi wou. Jenkins, ook
hier te lande een bekende, heeft zich
zelf overtroffen.
Te Leeds werd Zaterdag het kam
pioenschap van Engeland over deze
twee afstanden verreden, men seint
ons de uitslagen1 myl, amateurs: 1.
Edmonds, 2 Callaghan. 3 Bonrke; 1
myl, professionals 1 Chinn, 2 Bar
den, 3 Meyers: '4 myl, amateurs: 1
meuschen op de rotsen bevonden en
overreedde zijn vader er dicht langs te
varen, waarin de matrozen toestemden.
Op deze wijze werden de schipbreuke
lingen door een droom gered. Ofschoon
ik niet aan droomen hecht, geloof ik dat
dit verhaal toch waar gebeurd is en
evenzoo, dat uw visioen uit zal komen."
Zij zweeg, maar liet schip helde eens
klaps zoover over. dat zij mijn arm grij
pen moest om op de been te blijven.
Had ik gedurfd, dan zou ik haar kleine
hand gekust hebben. Zij wist niet hoe
mijn liefde voor haar door zulke daden
meer en meer aanwakkerde.
„De bootsman heeft mij verteld." zei
de zij na eenige oogenblikken gezwegen
te hebben, „dat gij het schip wenscht te
behouden. Ik vroeg hem. waarom. Gij
neemt mijn nieuwsgierigheid toch niet
kwalijk T'
„Niet in 't minst. Wat antwoordde
hij u?"
„Hij zeide. dat gij denkt, dat de ren
ders it voor uw trouw beloon en en u
promoveereu zullen."
„Hoe kan hij dit weten? Ik heb nooit
zoo iets legen hein gezégd."
„Maar zoo'n wensch is gemakkelijk te
raden."
„Wel, ik geloof niet, dat ik op veel
bolooning kan rekenen van reeders, die
Summersgill, 2 Appleby. 3 Callaghan;
1 i myl, professionals: i Jenkins, 2
Chinu, 3 Gascoyne2 myl, tandem
2 Gascoyne—Brown.
INGEZONDEN MEDËDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
en dergelijken,
worden UITGESTOÖM1) en als
nienw afgeleverd.
Veeren, en Linten, Katoe
nen. Wollen en Zijden Costumes
worden prachtig ORANJE geverfd.
C. HOEING,
Firma SCHEUK,
Haarlem. Haag. Leiden.
N.B. Met het oog op (le te ver
wachten drukte verzoeke tij
dige toezending.
GEftSENQO NIEUWS
Het tweede proces Zola.
Te Versailles waren Maandag zeer
strenge maatregelen van orde geno
men door de politie en door gen
darmes te vo8t eu te paard werd de
orde gehandhaafd. Alle troepen waren
geconsigneerdvan elders waren geen
troepen ontboden. Slechts aan dege
nen die van toegangskaarten waren
voorzien, werd toegestaan om het
plein voor het paleis over te steken;
overigens heerschte niet veel opge
wondenheid. De bevolking van Ver
sailles scheen weinig belang te stel
len in het proces. Do treinen uitPa-
rys echter brachten vele reizigers aan,
onder wie Déroulèdo en Marcel Ha:
bert, die terstond door veel belang
stellenden werden omringd.
Picquart kwam ora acht uur, verge
zeld door twee inspecteurs van den
veiligheidsdienst.
Om 11 uur begon hot publiek in
grooten getale „queue" te maken
behalve de dames Zola en Labori was
toen nog niemand aanwezig van dege
nen die "met het proces iets temaken
hadden. Toen evenwel de zaal voor
het groote publiek werd geopend, was
deze reeds vol.
Achtereenvolgens kwamen de gene
raals Billot, Gonse en de Pellieux
(deze laatste in burgerkleeding). De
heer Ribot zag zicli den toegang wei
geren daar hij geen kaart had.
De komst van Zola (om 11 uur)
ging ongemerkt voorby.
De couloirs werden bewaakt door
gendarmerie en politie, overigens wer
den de maatregelen gehandhaafd,
welke bij de eerste zitting te Ver
sailles reeds waren getroffen,
Zola eu Perreux. voegden zich bij
hun advocaten. De advocaten van den
krijgsraad (de keereu Ployer, Dela-
caze en Delegant) bevonden zich in
hot praetorinm, waar men voorts nog
opmerkte generaal Do Luxer en de
overige leden van den krijgsraad die
de aanklacht hebbeu ingediend, allen
in uniform.
Labori was buiten het gebouw het
voorwerp van een vijandige betooging.
Vlak voor het paleis echter betoonden
de nieuwsgierigen zich tamelijk on
verschillig.
Kapitein Lebrun—Renault kwam
in gezelschap van eenige officieren der
„garde républicaine".
Het proces begon omstreeks twaalf
uur. Iu den omtrek vaa het paleis
was het zeer kalm en de zittingszaal
niet overvol. Er heerschte een buiten
gewone hitte.
Labori nam conclusies waarin hij
zeide dat de krijgsraad als civiele
party ontvankelijk kan woi den geacht
in zijn aanklacht, het lichaam in zijn
geheel even weinig als de leden af
zonderlijk. Tevens verklaarde hy dat
Zola met de onbevoegdheid van den!
beschuldiger zal pleiten oui de nietig-
verklaring van de dagvaarding te'
verkrijgen. die verjaring van de aan-;
klacht tengevolge zou hebben.
De advocaat van den krijgsraad
pleitte tegen de conclusies van Labori.
De procnreur-generaal concludeerde
tot verwerping vao de conclusie van
Zola's advocaat, zeggende: „Zolabe-
ziillce slechte proviand aan boord mee
geven."
„Maar als er te veel water in het
schip stroomt, zult gij het niet kunnen
redden."
„Neen dan moet liet zinken."
„Wat wilt gij dan doen?"
,,LJ aan wal of op een ander sehïp
zettend.' zeide ik lachende, het antwoord
op haar vraag ontduikeud, ofschoon ik
zeer goed wist, wat zij bedoelde.
..O' natuurlijk, als wij den wal niet
bereiken kunnen wij niets doen," zeide
zij haar hoofdje latentie hangenzij
stond vlak bij dc lantaarn der kompas-!
kaart, zoodat ik haar gelaat en ook baar
bewegingen kon onderscheiden. ,.Ik be
doel, wat ge van plan zijt te. doen als
wij aan wal zijn
„Dan zal ik trachten een plaats op
een ander schip te krijgen."
„Om het gezag te voeren V'
.,0! Hemel' neen, als tweede offi
cier. als zij mij tenminste willen heb
ben."
„Als men u het gezag over een schip
aanboo.d, zoudt ge Het dan aannemen
„Ais ik koil. maar het zou niet gaan."
„Waarom 'niét?" vroeg zij s'cldéHjfc.
„Omdat, Ik'- geeii examen als' gezag
voerder Heb afgelegd."
Zij zweeg weder, terwijl ik naar .het
wjjst dat bij den geest van Frankryk
miskent, omdat hy. na den krijgsraad
te hebbeu belasterd en dos de offi
cieren tot een tweegevecht te hebbeu
uitgedaagd, zich verschuilt achter
incidenten van procosrechterlyken
aard.
Labori besloot zyn couclusiëu als
volgt:
„overwegende, dat de krygsraad
geen civiele rechtspersoonlijkheid be
zit
„bijgevolg overwegende, dat hy niet
in rechten kan optreden en zich dus
niet civiele partij kan stellen
„overwegende dat het beweetde de
lict, dat het ouderwerp van de han
gende vervolgingen uitmaakt iu geen
enkel opzicht een der leden van den
krygsraad aantast
„verklaart dientengevolge de actie
van de leden van den krygsraad per
soonlijk niet ontvankelijk."
Mr. Lascares bestreed de conclu
sies namens de leden van den krijgs
raad.
De procureur-generaal verweet Zola
dat bij zich aan vervolging onttrek:.
Mr. Labori stelde nieuwe conclusies
en zou de zitting verlaten ingeval
wat vrij zeker is het Hof wei
gerde de zaak-üreyfus in de debatten
op te nemen. Vervolgens zou bij zich
tegen het vonnis iu cassatie voorzien.
Na korte discussie trok het Hoi'
zich terug om uitspraak te doen.
Terugkeerecde wees het Hof ein
delijk een arrest, houdende dat het
beroep in cassatie van Zola niet van
schorsenden aard is.
Labori verklaarde daarop, dat de
beklaagden verstek zullen laten gaan.
De president deelde aan dejuiyleden
mede, dat zy vrij zijn, maar hunne
plaatsen behouden.
Nadat het Hof had beslist, dat de
voorziening in cassatie de behandeling
van de zaak niet schorste, verklaarde
Labori dat de beschuldigdeu met
hunne verdedigers de zaal zouden
verlaten.
Hiervan verleende de president acte.
Het publiek lachte smadelijk, toen de
beklaagden en hunne raadslieden heen
gingen. Buiten hadden geen bijzondere
voorvallen plaats er werden alleen
vijandige kreten gehoord.
Intusscben voerde mr. Ployer het
woord voor de civiele partij, de leden
van den krijgsraad, waarop de procu
reur-generaal in een kort requisitoir
met heftigheid protesteerde tegen het
doel dat beoogd wordt door Zola, die
z,,n hoogmoed heeft gesteld in dienst
van een afschuwelijke combinatie.
Reeds is_ hy veroordeeld door de jury.
Het hof zal hem op zijn beurt een
tweede, een derde maal veroordeelen,
opdat definitief recht zal gedaan
worden. Frankrijk is bezoedeld dooi
de Aitrorehet leger is gehoond en
beleedigd. Men heeft liet leger voor
gesteld als vijandig tegen de republiek.
Dat zyn dingen die men moet weten
tegen te gaan. Spr. vroeg toepassing
van de wet.
Het Hof beraadslaagde een kwartier
en deed daarna uitspraak en ver
oordeelde Zola en Perreux tot
een jaar gevangenisstraf en
3000 francs boete elk en solidair
in de kosten van het geding.
By het verlaten van de zittingzaal
vielen rumoerige incidenten voor. Er
werden slagen gewisseld en hadden
gevangennemingen plaats.
Er worden vier tweegevechten aan
gekondigd tusschen de lioereu Dérou-
1 ede en Hubbard, Paquin en Dérou-
léde, Hubbard en Habert. Guérioen
Bréchard.
In den ioop van liet debat werd
tot tweemaal toe aan de beklaagden
verweten, dat zy trachtten het debat
te ontwijken. Clémenceau, de verdedi
ger van Perreux riep daarop „dat
zouden wy niet doen, wanneer men
ons maar toestond het bewijs te leveren
van de onschuld van Dreyfus
Daarop riep het publiek„de deur
uit, het land uitjoden
Zaak Dreyfus.
De rechters van instructie Fabre
eo Bertulus hebben na een onderhoud
met den procureur der Republiek be
sloten, dat kolonel Picquart, majoor
Esterhazy en mevr. Pays, die alle
drie als getuigen zijn gedagvaard iu
het proces-Zola, dat heden voor het
Hof van Versailles begint, onder ge
leide van een voldoend getal politie
agenten met een der eerste treinen
naar Versailles overgebracht, zouden
worden.
Op last van rechter Fabre heeft de
pompen luisterde eu mij verwonderd af
vroeg, hoe ik zoo kalm het gevaar ouder
de oogen kon zien. Maar ik vergat het
grootendeels, als zij naast mij stond.
Op eens schoot het mij te binnen, dat
haar vader eigenaar van verscheidene1
schepen was geweest en dat deze vragen
slechts lot inleiding dienden voor het
verzoek om het gezag over een dezer op
mij te willen nemen.
Ik vevzeke-r u, dat de gedachte aan
liaar rijkdom mij totaal uit het geheugen
was gegaan, eu zelfs zoo dat het was ais-
of ik nooit iets van haar leven had ge
hoord- Wat zij voor mij was? een
lief, aanvallig meisje, waaraan mijn hart
zich met ieder uur meer en meer toe ge
trokken gevoelde - welke band moge
lijk nog versterkt werd door het gevaar,
waarin wij voortdurend verkeerden. Hoe
gaarne had ik mijn leven voor het hare
gegeven en toch hechtte ik er op dit
oogenblik tienmaal meer aiui dan anders,
omdat ik begreep, dat haar redding van
de mijne afhing'.
(Wordt vervolgd.)