Vlaggen, Draperieën Stoomververij en Chem. Wassckerij Het kapitaal dat in muntgasmeters leidingen, toestel leu enz. op 1 Januari was belegd, bedroeg na de afschrij ving f 77,612,80 en was aan het einde des jaars gestegen tot f 162,927,33, zoodat in dit jaar f92,314,53 aan deze afdeeling werd besteed. Er wa ren 1 Januari 1897 geplaatst 1508 meters en t.wee tusschenmetors, ter wijl einde 1897 3390 stuks in gebruik waren, waaronder 4 tusschenmeters, zoodat het aantal in dit jaar ruim verdubbeld is. Onder laatstgenoemd aantal bevonden zich slechts 57 ver bruikers, die wegens minder verbruik over het volle jaar dan het minimum van 240 kub. M., te zameu f32.85 moesten bijpassen. Aan S verbruikers die hieraan niet voldeden werd de muntgasmeter ontnomen. De grootste verbruiker per muntgasmeter ver bruikte 1375 kub. M. gas, terwijl het gemiddeld verbruik even 500 kub. M. bedroeg en het tot ïal verbruik 1,116,100 kub. M., tegen een gasverbruik op gewone meters van 8,777,056 kub. M., zonder de gemeentegebouwen, of byua 12.8 pCt. daarvau. Dit percentage geeft een sterk sprekend bewijs, hoe de muntgasmeters voorzien in eene bestaande behoefte en algemeene waardeering geoieteu bij eene klasse der gemeentebevolking. die tot vorige jaren uitsluitend voor licht eu spijs bereiding petroleum en allerlei d >ur gekochte brandstoffen gebruikte, en daardoor, behalve eene nuttige zaak voor do exploitatie der gemeentein- richting. een prikkel tot zuinigheid netheid, tijdsbesparing en gevaarkee- ring geworden is. ïo eene uitvoerige becijfering wordt verder aangetoond, dat de extra-cent dien de muntgasverbruikers per kub. M. meer betalen dan de verbruikers per gewonen meter, ruimschoots vol doende is om de meerdere bosten te dekkenals echter alle aanvragers zijn voldaan zal ernstig overwogen kunuen worden of deze geheele cent niet één halven cent kan worden. De juiste werking der meters wordt zeer geroemd miswijzingen kwamen slechts in uiterst geringen mate voor. Een zand-waivisch. Naar aanleiding van het bericht over de opgraving van eeu gedeelte van eeu walvischkop te 's Graven- hage wordt ons medegedeeld, dat in of omstreeks 1830 aldaar was aan gespoeld een walvisch, die door een Vlaardinger was gekocht en gesloopt. Zou het - zoo wordt gevraagd niet kunnen zijn, dat men met dat dier geen weg geweten heeft en het daar begraven is? Handels- en Kantoorbe dienden. Zondag is te Nijmegen de tweede jaarljjksche algemeene vergadering 'gehouden van den Nederlandscheu Bond vai; handels- en kantoorbedien den. Vertegenwoordigd waren 13 afdee- lingen Amsterdam, Arnhem, Nijme gen, Middelburg, Zwolle, Groningen, Utrecht's-Gravenhage, Helmond, Leeuwarden, Maastricht, Haarlem en Delft. Het concept-reglement voor een pensioenfonds werd goedgekeurd. Tot bestuursleden werden benoemd de heeren J. H. Odink, Amsterdam, voorzitterW. C. de Graaff, Amster dam, secretaris; G. L. Schlimmer, Nijmegen, penningmeesterW. F. van den Berkboff, Utrecht, 2e secretaris; H. IS wart. Leeuwarden J. F. Droste, MaastrichtJ. H. Witting, Zutfen L. H. J. Poortier, Zwolle; J. S. de Jong, Delft. Aan het bestuur werd opgedragen de afdeeiingen te booren over de vraag, of de instelling van een bureau tot plaatsing in elke afdeeling wensche- lyk wordt geacht. Bjj Zunderdorp zijn Maandag te circa balftwee tegen elkander ingere den de tram komende uit Alkmaar, en de trein van Amsterdam, die op dezelfde rails liepen door onoplettend heid der beambten. Geen ongelukken, doch wel veel schade aan materieel. Hondentrouw. Toen Maandagmorgen een schipper, met zijn aakschip door de Zuidwil- lemsvaart voer, waarop zijn Sljarige' dochter het roer bestuurde, werd hy opeens besprongen door zijn hondje, dat een akelig gekef aanhief. De schipper zag om en miste zijn want bij bet sterrenlicht kon ik slechts haar bleek gelaat zien. „Stroomt het water nog in liet schip?" „De bootsman heeft mij bericht, dat het water sinds half tien acht duim ge stegen is." „Is dat veel „Meer dan wij wenschen." ,,Tk wil u niet lastig vallen, mijnheer Royle. maar ik voel mij heel. heel ang stig." „Natuurlijk zijt ge dat, maar meen niet. dat ge het mij lastig maakt. Vraag gerust wat ge wilt. Ik beloof u de waarheid te zullen zeg- gen. „Als gij merkt, dat het een onmoge lijkheid is het v^aU-r c-ven gauw uit het schip te pompen, als het er in komt, wat zult gij dan doen?" „Het schip verlaten." „Hoe?" vroeg zij om zich heen ziende. „In die sloep." „Maar bij zulk een onstuimige zee zou ze terstond vol loopen." „De zee zal wel bedaarder worden en het is zeer waarschijnlijk, dat ze morgen om dezen tijd kalm voortkabbelt." „Zal het schip 't tot morgen uithou den T' „Als het wat-er niet sneller 'naar bin nen stroomt dan nu. zullen wij de Atlao- kind. Gelukkig was bet nog juist tya, om het meisje, dat reeds gezonken was, te redden. Toen zy aan boord gebracht was, bleef het trouwe diertje gestadig in bare nabijheid. Het meisje kreeg spoedig het be wustzijn terug. Op vrije voeten. De kassierslooper te Maastricht van wiens verdwijnen en terugkomst werd melding gemaakt, is na een ver hoor van den rechter-commissaris we der op vrije voeten gesteld. Koloniën. Atjeh. Noordkust. T. Imam Soekoen riep dringend T. Bintara Pinang's bemiddeling in, om voor hem vergif fenis te vragen by liet bestuur. Een poging van Panglima Karirn.; om een zekeren Nja Hassan van kam pong Kling (XXVI moekims) in Reu- leung (V moekims Rebeë) op te lich ten, omdat Nja Hassan werd verdacht aan onze troepen den weg te hebben gewezen by de opvatting van T. Nja Makam, mislukte, dank zij de hulp van T. Radja Pedir, den jongeren broeder van T. Bintara Rebeë. Ook mislukte de poging van een bende kwaadwilligen om Öjahbandar Osman om het leven te brengen, waartoe zy in den uaebt van den 23en op den 24en Mei in de kampong Peukau Pedir drongen. Een volgeling van den Sjabbandar Osman kwam daarby om liet leven, en zijn achter- laadgeweer werd door de kwaadwil ligen medegenomen. De verhouding tusscheu T. Hasjim Klibent aan de eene zyde en den Pretendent-Sultan en T. Oemar aan de andere zyde is zeer gespannen, en verwacht eerstgenoemde vijandelijk heden van beide laatstgenoemden. Op don 26sten Mei maakten T. Bintara Pinang en zyn broeder T. Monja, T. Bintara Blang Rana Wangsa, T. Bintara Paleuh, T. Hoesin di Gedong, T. Radja Ketjik, T. Hoesin Gadjah Aè, T. Hasjim Klibent en op den 27steu d.a.v. T. Biotara Kemangan en T. Moeda Dalem, de zoon van T. Panglima Megoë als vertegenwoordiger van zijn vader, hun opwachting by den assisteüt-resident der N.- en O.-k. te Segli. Nadat hun allen het doel der a.s. Pedir-expeditie was uitgelegd, ver klaarden de Podirsche hoofden voor de veiligheid iu hun gebied in te staan, zoodra onze troepen den vyand uit Garoet zouden verdreven hebben. T. Bintara Kemangan stond in voor de veiligheid binnen zjjn gebied, in dien wy posten wilden oprichten op den G lé Gapoei eu te Poeloe Gadiah Mati (Gloempang Pajoeng). Naar aanleiding van een militaire wandeling van een compagnie van het 14e bataljon naar Kota Soekoen trok ken Oemars beudeu pl.m. 3G0 man sterk, in bet donkbeeld verkeerende, dat ons optreden Garoet gold, naar Lang, en namen daar stelling, om ons het Voortgaan te beletten. Er heeft eenig verloop van volk in Garoet en omstreken plaats naar aan leiding van de aanstaande expeditie, vrouwen, kinderen en goederen wor den in veiligheid gebracht. Potjoet Assahan, jongere zuster T. Tjihig Merdoe en vroeger echtgenoote van T. Bin Pekan, maakt het de lie den van T. Tjibiq Merdoe, met wieu zy in oumin leeft, lastig, door hen te berooven, wanneer zy zich op den rechteroever der rivier Olim vertoonen. Oostkust. Niets bizonders. Westkust. T. AH Baid bevindt zich thans in de bovenlanden van Lagen, en hoeft thans ongeveer dertig volgelingen, meest allen met blanke wapens bewapend. Panglima Laoet AU is thans te Tjarakmon met vyf volgeiingen, waar van drie met achterlaadgeweren be wapend. Toekoe Radja Poelau, zoon van den vorst van Tenom, heeft zyn vrouw Tjoet Hadidjah naar Pangga gebracht tot groote ergenis van Toekoe.Panoet van Melaboeb, die haar naar Mela- boeh wilde hebben, hetgeen tot een gespannen verhouding tot T. Panoet van Melaboeh heeft geleid. Twee vrouwen op weg naar Mela boeh naar Merbon werden onderweg voorby bet blokhuis Padang Sirahiq door een bende kwaadwilligen onder oen zekeren Si Nja Lampoe overval- ta- net. zoolang behouden, als onze krach ten toelaten liet ruim ieder uur uit te pompen. Gij ziet dus." zeide ik op vroo- lijken toon om haar te bemoedigen, „dat wij nog niet terstond behoeven te ster ven." Zij kwam dicht bij mij staan en zeide ,,lk zal nooit bang zijn, zoolang gij aan boord blijft, mijnheel- Royle. Gij hebt mij reeds eenmaal het leven gered en ofschoon het niet. goed van mij is om te profeteeren, voel ik toch, ja ik ben er zeker van. dat gij mij voor de tweede maal ook zult redden." ,,Lk zal tenminste niets nalaten, om hot te beproeven," antwoordde ik. „Ik geloof, neen ik ben er van over tuigd dat welke gevaren ons ook mogen bedreigen, gij en ik niet zullen omko men." Zij zweeg en zag mij ernstig aan. „Gij zult mij toch niet voor bijgeloo- vig houden, als ik zeg, dat deze overtui ging uit een droom voortspruit Mijn arme vader stond naast mijik strekte de armen naar hem uit en hij nam mijn hand in de zijne en sprak „Lieveling, wees niet bevreesd. Hij, die uw leven reed?.-éénmaal redde, zal liet oók voor de tweede maal doen. God zal zich je gens u en hom genadig toonen voor het vertrouwen, dat ge in Hem hebt. gesteld." len en van hun sieraden en verder van hetgeen zy by zich hadden tot een gezamenlijke waarde van 150 dol lars beroofd. Poelce Web. Niets bizonders. Weersgesteldheid. Op Groot-Atjeh kenterende wind en geen regen. Op de Westkust zware regenbuien en hevige winden. De zware golfslag op het strand voor onze vestiging" te Poeloe Raja brengt bij voortduring schade toe aan de tijdelijke aangebrachte zeewering, zoodat èn het kantoor èn het gebouw bewoond door den gemachtigde van de Atjehassociatie gevaar beginnen te loopeö. Voorziening is dringend noodig. Gezondheidstoestand. Te Gleieng en in het bivak van Lam Noh gunstig overal elders was zy vrij goed. Ziekten onder Het vee. Iu Daja stierven wederom 15 karbouwen, toe- behoorende aan T. Moeda Kceala Lambesi. In het landschap Telok Kroet kwam de veeziekte tot staan. Onder het vee van de Atjehassociatie te Poeloe Eaja deed zich geen ver dacht ziekteverschijnsel meer voor. Letteren sra XuraSt Concertgebouw. Door den voorzitter van het bestuur van het Concertgebouw is van den president van het Muziekfeest-Comité te Bergen, den heer Joban Grieg, het navolgende telegram ontvangen Naehdem das erste grosse national norwegische Musikfest aaf c-iue fur Sie una ganz Holland so überaus ehreuvolle und fiir ucs so herrlieb überglückliche Weise beendet, erlanbe ich mir Ihnen meinen herzlichen Dank auszusprecheu fiir die grosse Liebens- würdigkeit mit der Sie uns in jeder Beziehung entgegengekommen. Bitte dem Vorstand des Concert gebouw, aueh den Dank deshiesigen Comité zu iibermitteln. (w. g.) Johan Geieg. De 19de Jaarlijksche examens der Nederlandsche Toonkunstenaars-Ver- eeniging zyn Maandag te 's-Graven hage in het lokaal „Pulchri Studio" begonnen. Van de 5 candidaten zjjn geslaagd Voor Piano (Lager Onderwijs) de damesL. S. A. Mansson, uit Zaan dam J. M. L. Petri, uit Utrecht en Mevr. de Wed. J. W. Koens—De- keth, uit Breda. Voor Viool (L. O de heer L. van der Laaken, uit Arnhem. Ko van Dijk, die eindexamen aan de Tooneelschooi deed, is met .Sep tember aan het Nederlandsch Tooneel geëngageerd. De kon. vereeniging heeft o.a. De Vrek van Molière in studie genomen met Louis Bouwmeester in de titel rol. De collectie Hope. Men schrijft uit Londen aan de N. li. Cl. Een der fraaiste verzamelingen oude Hollandsche kunst is die van Lord Francis Pelham CliDton Hope. Zy is van ouds beroemd, als zijnde met den meesten smaak bijeengebracht door leden van het geslacht die in de tweede helft der vorige eeuw in Holland ge vestigd waren en daar in de beroemd ste veilingen (Braamkamp e.a.) hunne aankoopen deden. Na dien tjjd ver wisselde zij niet meer van eigenaar, en eene Mrs. Hope, die met een her tog van Newcastle huwde, liet haar als fideicommis na aan een der jon gere zonen, die op het goed Deepdene by Londen gevestigd waren. De tegenwoordige Lord Francis steekt sinds jaren in schulden en be schouwde het familie-eigendom als een iastpost. Het hinderde hem, dat er telkens en telkens kunstminnende vreemdelingen kwamen die de schil derijen weuschten te bezichtigen. Ook hinderde hem, dat hy zyn buiten Deepdene niet kon verhuren om die kostbare collectie en zoo besloot hij voor een aantal jaren de verzameling- te leen te geven aan het Engeische volk. Op een zekeren dag ontving onverwacht de directeur van het South Kensington Museom een aantal kis-; ten van Lord Francis en ziedaar ds verzameling Hope in dat museum ge arriveerd. Hier was zy jaren laDg een der grootste aantrekkingspuDten voor het publiek, totdat zy vrijwel even onverwacht weer verdween. Lord Francis kwam in steeds nijpender Hij zweeg, kuste mij en zweefde weg ik werd verschrikt wakker en hoorde de mannen pompen. Ik gmg naar mijn vader zoeken, want ik dacht dat hij werkelijk terug geko men was. Omijnheer Royle zijn geest waakt over ons!" Ofschoon ik van een veel te practische natuur was om eenige beteekenis aan een droom te hechten, maakte haar ern stige, teedere toon, waarop zij sprak, indruk op mij. Het deed mij goed te hooren welk een vertrouwen zij in mij stelde en mijn verlangen naai- het leven werd door haar vast geloof in onze red ding, versterkt. Het is dikwijls gebeurd, dat de droo- raen van schipbreukelingen bewaarheid werden," antwoordde ik ernstig. „Ver scheidene jaren geleden strandde een schip „Mary" genaamd, op een der rots achtige eilanden in het Kanaal. Een paar. van de matrozen gelukte het de rot sen te beklimmen waar zij tien of twaalf da gen zonder eenig voedsel, uitgezonderd mosselen, die wel hun dorst verergden en. toch hun honger niet stilden, bleven. Een schip van Guernsey komend, pas seerde de. rotsen, maar oj> éeii te groo- ten afstand om de seinen der matrozen op te merken. Maar de zoon van den ka pitein droomde, dat er zich stervende geldgebrek, zyne crediteuren drongen op realisatie van zyne bezittingen aan en de bunstkoopers deden steeds ver leidelijker aanbiedingeu, tot ongeveer eenjmillioen gulden voor de ongeveer zestig schilderyen. Het kwam tot een rechtzaak, doch de belanghebbende familieleden verzetten zich tegen een verkoop zoowol onder de band ais by opeubare veiling. Intusscben werd Lord Francis failliet verklaard en zijn geldverlegenheid steeds grootor, daarby werden de aanbiedingen van den kunsthandel steeds verlokkender. De schilderijen hadden middelerwijl een toevlucht gevonden in dc Lon- densche wouing van Lord Francis' broeder, den tegen woord igen hertog van Newcastle. Deze wenscht thans zyne woning te verbouwen, Lord Francis bezit geen residentie meer en zoo komt de verkoopsqnaestie weder aan de orde. De familieleden, ziende dat het er toeh toe komen moest, verzetten zich er niet langer tegen. Zoodoende heeft het gerecht dezer dagen in principe kunnen uitmaken dat do verkooping zal plaats hebbeu. Terecht heeft het gerecht geoor deeld, dat de gedane onderbaudsche aanbiedingen een booger bedrag ver tegenwoordigen, dan naar alle waar schijnlijkheid by een publieke veiling ooit bereikt zou worden. Daarom heeft hetjl. Vrijdag beslist, dat er tot 25 Juli a.s. gelegenheid gegeven zal worden aan de liefhebbers, om aanbiedingen te doen en dat de vorzameliug en bloc (uit ruim tachtig schilderijen be staande; aan den hoogst biedende zal werden gegund. Reeds gedurende de zitting werd het bod door twee gevol machtigden van 100,000 op 105,000 en daarna successievelijk op 110,000 en 111,000 pond verhoogd. Men verdiept zich iu de Londenschc kunstkringen in gissingen, welke kunsthandelaren en welke verzamelaars hier achter zitten. l)e schilderijen bebooren alle tot de HollaDdscbe eu Vlaamsche scholen. Er zyn twee Rembrandts by en drie Potters, voorts drie Metsu's, waarvan twee van de allereerste qualiteit, drie Jan Steens (één prima!) een uitmun tende Pieter de Hoogb, een goede Terborch, een prachtige Delftsche Vermeer en voorts byna alles goede stukken enzer grootste landschaps- en genre schilders. Inhoud van 1 ijdschrif ten. Eigen Haard van Zaterdag 16 Juli 1898."" Bronzen buste van H. M. de Koningin, door J. II. Pb. Wortman, met afbeelding Hr. Ms. Pantser- dekschip „Holland", met afbeeldingen Mr. A. van Deldeu, door C. J de Bruyn Kops en dr. M. Houck luitenant J. Goldonberg, met portret Het St. Janskerkhof te Laren, door L. C.!F. Bigot, met afbeeldin gen naar photo's van den heer E. Stark. Een kijkje by de Tien-ti- lioei, naar hot Maleisch, door S. Wereldkroniek. De Delftsche Lustrumfeesten, met afbeeldingen. De oorlog tusschen Spanje en Amerika met afbeeldingen. ManneQ van be teekenis, met portretten en levensbe schrijvingen. De optocht der kinderen ter eere van den Keizer van Oosten rijk. Sporft en 'gjf&tfsfpsjden, Oordang en Meyers. De Duitscbers hebben onzen land genoot Cordang Zondag op de Frie- denaubaan in hun midden gehad. Men seint, dat men algemeen zyn rij den heeft bewonderd en dat hem veel lof is toegezwaaid. Hij wonglansryk over den afstaud van 200 K.M. Hy had niet Huret, Küchner en Arm strong tegenover zich, maar Fischer en Stóphane. De eerste bleef niet: minder dan 26 baanlengten achter! hem, de 2e werd 33 maal door hem gelapt. Cordang's tyd was 4 uur 34 min. (zyn eigen record staat op 4 uur 25 min. 10'/s sec.) Meyers is met i en een myl niet zoo gelukkig in Engeland geweest als met de 5 myl, die onze Maastrichte naar daar mooi wou. Jenkins, ook hier te lande een bekende, heeft zich zelf overtroffen. Te Leeds werd Zaterdag het kam pioenschap van Engeland over deze twee afstanden verreden, men seint ons de uitslagen1 myl, amateurs: 1. Edmonds, 2 Callaghan. 3 Bonrke; 1 myl, professionals 1 Chinn, 2 Bar den, 3 Meyers: '4 myl, amateurs: 1 meuschen op de rotsen bevonden en overreedde zijn vader er dicht langs te varen, waarin de matrozen toestemden. Op deze wijze werden de schipbreuke lingen door een droom gered. Ofschoon ik niet aan droomen hecht, geloof ik dat dit verhaal toch waar gebeurd is en evenzoo, dat uw visioen uit zal komen." Zij zweeg, maar liet schip helde eens klaps zoover over. dat zij mijn arm grij pen moest om op de been te blijven. Had ik gedurfd, dan zou ik haar kleine hand gekust hebben. Zij wist niet hoe mijn liefde voor haar door zulke daden meer en meer aanwakkerde. „De bootsman heeft mij verteld." zei de zij na eenige oogenblikken gezwegen te hebben, „dat gij het schip wenscht te behouden. Ik vroeg hem. waarom. Gij neemt mijn nieuwsgierigheid toch niet kwalijk T' „Niet in 't minst. Wat antwoordde hij u?" „Hij zeide. dat gij denkt, dat de ren ders it voor uw trouw beloon en en u promoveereu zullen." „Hoe kan hij dit weten? Ik heb nooit zoo iets legen hein gezégd." „Maar zoo'n wensch is gemakkelijk te raden." „Wel, ik geloof niet, dat ik op veel bolooning kan rekenen van reeders, die Summersgill, 2 Appleby. 3 Callaghan; 1 i myl, professionals: i Jenkins, 2 Chinu, 3 Gascoyne2 myl, tandem 2 Gascoyne—Brown. INGEZONDEN MEDËDEE- LINGEN. 30 cents per regel. en dergelijken, worden UITGESTOÖM1) en als nienw afgeleverd. Veeren, en Linten, Katoe nen. Wollen en Zijden Costumes worden prachtig ORANJE geverfd. C. HOEING, Firma SCHEUK, Haarlem. Haag. Leiden. N.B. Met het oog op (le te ver wachten drukte verzoeke tij dige toezending. GEftSENQO NIEUWS Het tweede proces Zola. Te Versailles waren Maandag zeer strenge maatregelen van orde geno men door de politie en door gen darmes te vo8t eu te paard werd de orde gehandhaafd. Alle troepen waren geconsigneerdvan elders waren geen troepen ontboden. Slechts aan dege nen die van toegangskaarten waren voorzien, werd toegestaan om het plein voor het paleis over te steken; overigens heerschte niet veel opge wondenheid. De bevolking van Ver sailles scheen weinig belang te stel len in het proces. Do treinen uitPa- rys echter brachten vele reizigers aan, onder wie Déroulèdo en Marcel Ha: bert, die terstond door veel belang stellenden werden omringd. Picquart kwam ora acht uur, verge zeld door twee inspecteurs van den veiligheidsdienst. Om 11 uur begon hot publiek in grooten getale „queue" te maken behalve de dames Zola en Labori was toen nog niemand aanwezig van dege nen die "met het proces iets temaken hadden. Toen evenwel de zaal voor het groote publiek werd geopend, was deze reeds vol. Achtereenvolgens kwamen de gene raals Billot, Gonse en de Pellieux (deze laatste in burgerkleeding). De heer Ribot zag zicli den toegang wei geren daar hij geen kaart had. De komst van Zola (om 11 uur) ging ongemerkt voorby. De couloirs werden bewaakt door gendarmerie en politie, overigens wer den de maatregelen gehandhaafd, welke bij de eerste zitting te Ver sailles reeds waren getroffen, Zola eu Perreux. voegden zich bij hun advocaten. De advocaten van den krijgsraad (de keereu Ployer, Dela- caze en Delegant) bevonden zich in hot praetorinm, waar men voorts nog opmerkte generaal Do Luxer en de overige leden van den krijgsraad die de aanklacht hebbeu ingediend, allen in uniform. Labori was buiten het gebouw het voorwerp van een vijandige betooging. Vlak voor het paleis echter betoonden de nieuwsgierigen zich tamelijk on verschillig. Kapitein Lebrun—Renault kwam in gezelschap van eenige officieren der „garde républicaine". Het proces begon omstreeks twaalf uur. Iu den omtrek vaa het paleis was het zeer kalm en de zittingszaal niet overvol. Er heerschte een buiten gewone hitte. Labori nam conclusies waarin hij zeide dat de krijgsraad als civiele party ontvankelijk kan woi den geacht in zijn aanklacht, het lichaam in zijn geheel even weinig als de leden af zonderlijk. Tevens verklaarde hy dat Zola met de onbevoegdheid van den! beschuldiger zal pleiten oui de nietig- verklaring van de dagvaarding te' verkrijgen. die verjaring van de aan-; klacht tengevolge zou hebben. De advocaat van den krijgsraad pleitte tegen de conclusies van Labori. De procnreur-generaal concludeerde tot verwerping vao de conclusie van Zola's advocaat, zeggende: „Zolabe- ziillce slechte proviand aan boord mee geven." „Maar als er te veel water in het schip stroomt, zult gij het niet kunnen redden." „Neen dan moet liet zinken." „Wat wilt gij dan doen?" ,,LJ aan wal of op een ander sehïp zettend.' zeide ik lachende, het antwoord op haar vraag ontduikeud, ofschoon ik zeer goed wist, wat zij bedoelde. ..O' natuurlijk, als wij den wal niet bereiken kunnen wij niets doen," zeide zij haar hoofdje latentie hangenzij stond vlak bij dc lantaarn der kompas-! kaart, zoodat ik haar gelaat en ook baar bewegingen kon onderscheiden. ,.Ik be doel, wat ge van plan zijt te. doen als wij aan wal zijn „Dan zal ik trachten een plaats op een ander schip te krijgen." „Om het gezag te voeren V' .,0! Hemel' neen, als tweede offi cier. als zij mij tenminste willen heb ben." „Als men u het gezag over een schip aanboo.d, zoudt ge Het dan aannemen „Ais ik koil. maar het zou niet gaan." „Waarom 'niét?" vroeg zij s'cldéHjfc. „Omdat, Ik'- geeii examen als' gezag voerder Heb afgelegd." Zij zweeg weder, terwijl ik naar .het wjjst dat bij den geest van Frankryk miskent, omdat hy. na den krijgsraad te hebbeu belasterd en dos de offi cieren tot een tweegevecht te hebbeu uitgedaagd, zich verschuilt achter incidenten van procosrechterlyken aard. Labori besloot zyn couclusiëu als volgt: „overwegende, dat de krygsraad geen civiele rechtspersoonlijkheid be zit „bijgevolg overwegende, dat hy niet in rechten kan optreden en zich dus niet civiele partij kan stellen „overwegende dat het beweetde de lict, dat het ouderwerp van de han gende vervolgingen uitmaakt iu geen enkel opzicht een der leden van den krygsraad aantast „verklaart dientengevolge de actie van de leden van den krygsraad per soonlijk niet ontvankelijk." Mr. Lascares bestreed de conclu sies namens de leden van den krijgs raad. De procureur-generaal verweet Zola dat bij zich aan vervolging onttrek:. Mr. Labori stelde nieuwe conclusies en zou de zitting verlaten ingeval wat vrij zeker is het Hof wei gerde de zaak-üreyfus in de debatten op te nemen. Vervolgens zou bij zich tegen het vonnis iu cassatie voorzien. Na korte discussie trok het Hoi' zich terug om uitspraak te doen. Terugkeerecde wees het Hof ein delijk een arrest, houdende dat het beroep in cassatie van Zola niet van schorsenden aard is. Labori verklaarde daarop, dat de beklaagden verstek zullen laten gaan. De president deelde aan dejuiyleden mede, dat zy vrij zijn, maar hunne plaatsen behouden. Nadat het Hof had beslist, dat de voorziening in cassatie de behandeling van de zaak niet schorste, verklaarde Labori dat de beschuldigdeu met hunne verdedigers de zaal zouden verlaten. Hiervan verleende de president acte. Het publiek lachte smadelijk, toen de beklaagden en hunne raadslieden heen gingen. Buiten hadden geen bijzondere voorvallen plaats er werden alleen vijandige kreten gehoord. Intusscben voerde mr. Ployer het woord voor de civiele partij, de leden van den krijgsraad, waarop de procu reur-generaal in een kort requisitoir met heftigheid protesteerde tegen het doel dat beoogd wordt door Zola, die z,,n hoogmoed heeft gesteld in dienst van een afschuwelijke combinatie. Reeds is_ hy veroordeeld door de jury. Het hof zal hem op zijn beurt een tweede, een derde maal veroordeelen, opdat definitief recht zal gedaan worden. Frankrijk is bezoedeld dooi de Aitrorehet leger is gehoond en beleedigd. Men heeft liet leger voor gesteld als vijandig tegen de republiek. Dat zyn dingen die men moet weten tegen te gaan. Spr. vroeg toepassing van de wet. Het Hof beraadslaagde een kwartier en deed daarna uitspraak en ver oordeelde Zola en Perreux tot een jaar gevangenisstraf en 3000 francs boete elk en solidair in de kosten van het geding. By het verlaten van de zittingzaal vielen rumoerige incidenten voor. Er werden slagen gewisseld en hadden gevangennemingen plaats. Er worden vier tweegevechten aan gekondigd tusschen de lioereu Dérou- 1 ede en Hubbard, Paquin en Dérou- léde, Hubbard en Habert. Guérioen Bréchard. In den ioop van liet debat werd tot tweemaal toe aan de beklaagden verweten, dat zy trachtten het debat te ontwijken. Clémenceau, de verdedi ger van Perreux riep daarop „dat zouden wy niet doen, wanneer men ons maar toestond het bewijs te leveren van de onschuld van Dreyfus Daarop riep het publiek„de deur uit, het land uitjoden Zaak Dreyfus. De rechters van instructie Fabre eo Bertulus hebben na een onderhoud met den procureur der Republiek be sloten, dat kolonel Picquart, majoor Esterhazy en mevr. Pays, die alle drie als getuigen zijn gedagvaard iu het proces-Zola, dat heden voor het Hof van Versailles begint, onder ge leide van een voldoend getal politie agenten met een der eerste treinen naar Versailles overgebracht, zouden worden. Op last van rechter Fabre heeft de pompen luisterde eu mij verwonderd af vroeg, hoe ik zoo kalm het gevaar ouder de oogen kon zien. Maar ik vergat het grootendeels, als zij naast mij stond. Op eens schoot het mij te binnen, dat haar vader eigenaar van verscheidene1 schepen was geweest en dat deze vragen slechts lot inleiding dienden voor het verzoek om het gezag over een dezer op mij te willen nemen. Ik vevzeke-r u, dat de gedachte aan liaar rijkdom mij totaal uit het geheugen was gegaan, eu zelfs zoo dat het was ais- of ik nooit iets van haar leven had ge hoord- Wat zij voor mij was? een lief, aanvallig meisje, waaraan mijn hart zich met ieder uur meer en meer toe ge trokken gevoelde - welke band moge lijk nog versterkt werd door het gevaar, waarin wij voortdurend verkeerden. Hoe gaarne had ik mijn leven voor het hare gegeven en toch hechtte ik er op dit oogenblik tienmaal meer aiui dan anders, omdat ik begreep, dat haar redding van de mijne afhing'. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2