NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
1
3e coring tusschen Spanje
en Amerika.
1897
De Hertog van
St. Osmund.
iSe Jaargang.
Vrijdag 5 Augustus 1898.
Ko. 4631
HAARLEMS
ÉHSr aiasa
ij A. 33
jLBonsrnsr^BiivnsiEsrTS^'E.i crs
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3.maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
b de omstreken en franco per post0.37^2
,A ~nV"ER'X1j5I>T'T1TTr!lNr:
-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlek rabat.
Reclames 20 Cent j>er regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE d- Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aau het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit^blad in den omtrek zyr Blocmendaal. Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Svaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G...
Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNS; HÜlegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
ZWEMMER
OfSëcieeSe Serichien.
National© Militie.
Gewijzigde oproeping tot den werke
lijken dienst.
Burgemeester on Wethouders van
Haarlem,
Gezien hunne openbare kennisge
ving dd. 4 Mei 1898, houdende mede-
deeling van de tijdvakken, voor welke
verlofgangers der militie te land, van
de lichtingen 1894, 1895 en 1896,
krachtens art. 125 der militiewet in
dit jaar worden opgeroepen, om in den
wapenhandel te worden geoefend
Gelezen eene nadere aanschrijving
van den Commissaris der Koningin
in deze provincie, betreffende wijzi
ging in de tijdvakken van oproeping;
Brengen ter keunis van de belang
hebbenden dat de tijd van oproeping
voor verschillende korpsen eu onder-
•deelen van korpsen is gewijzigd als
volgt:
m tn ca OJ
<D CN CM Cl
I lil
^S3SjBSEES
IcS
c
1 Vereenigde Staten verklaard had, dat
j hem dien morgen de officieuse mededee-
ling was geworden dat Spanje in de
vredesvoorwaarden toestemde. Elk oogen-
j blik verwachtte hij het officieels ant-
J woord. Dat antwoord is echter, volgens
1 een tweede telegram, dien dag niet ge-
komen.
I Aan de Times is uit Madrid ge-
meld, dat Cambon een extra-dépêche ge- j
zonden heeft met het bericht dat de
Amerikaansche regeering nieuwe vredes
voorwaarden heeft gestold, die niet ver-
vat zijn in de eerste dépêche.
Cambon heeft Spanje's antwoord ont-
vangen en zou het Woensdag aan Mac
Kinley mededeelen.
Do regeeringsgezinde bladen in de
j Vereenigde Staten verdedigen Mc. ELin-
ley, nu hij, naar men zegt, de Cubaan-
sche schuld niet wil overnemen. De Tri-
bune betoogt dat Cuba eigenlijk geen
j schuldenlast heeft, en dat de zoogenaam-
I de Cubaansche schuld inderdaad slechts
Spaansche schuld is, door de Spaansche
j regeering aangegaan zonder de Cubanen
te raadplegen en zonder het geld ten
1 bate van Cuba aan te wenden. De Cu
banen werpen deze schuld van zich af,
Amerika behoort dat ook te doen.
I Te Playa del Este is oen bericht ont
vangen van een hevig gevecht tusschen
Garcia, die zich niet ver van Mayari bij
de Nipe-baai bevindt, en een afdeeling
Spanjaarden, die trachtte, zich met het
gros van de Spaansche troepen te Hol-
guin te vereenigen. Garcia zou overwin
naar gebleven zijn of ten minste zijn stel-
lingen behouden hebben. Naar de Cu-
banen zelf zeggen, hebben zij twee ka
nonnen op de Spanjaarden buitgemaakt,
en de vijandelijke cavalerie verdreven.
Do Herald verneemt uit Guayama,
dat kapitein Goodrich, van den hulp
kruiser St. Paul, Montam Arroyo en
Guayama heeft laten bezetten. Deze
twee plaatsen worden door de Spanjaar
den gebruikt als opslagplaatsen. De
tweede Amerikaansche expeditie zal
waarschijnlijk te Guayama landen, daar
na rukken alle Amerikaansche troepen
naar San Juan op.
- s
Haarlem3 Aug. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
De Secretaris
PIJNACKER.
Woensdagavond kwam uit Washing
ton het bericht, dat de president der
fgABETBAGHTIüG
uit den
GEMEENTERAAD.
cxxvm.
Wanneer bet niet de gewoonte was,
van elke gemeenteraadszitting eene
Nabetrachting te leveren, dau zou
ditmaal de Nabetrachting veilig ach
terwege hebben kunnen blyven. De
agenda bevatte niets wat de moeite
waard mag heeten.
't Was een echte zomervergadering,
de leden van den Raad kwamen drup-1
pel voor druppel het stadhuis binnen
en een oogenblik heeft er zelfs vrees
geheerscht, dat. de beraadslagingen!
by gebrek van de zestien uoodigej
vroede vaderen, niet zou kuuneu
doorgaan. Gelukkig zyn we voor deze
nationale ramp bewaard gebleven.
Kwartier over eenen opende de bur
gemeester de zittiug met twintig
leden.
De secretaris las de notulen. Dat
is niets byzouders. zal de lezer zeg
gen en daar heeft hy ook gel ijk in,
maar toch vermeld ik het feit, wegens
de manier waarop de Raad luisterde.
Al de leden netjes op hun plaatsen,
algemeene stilte en groote aandacht
voor de notulen. Wanneer de nieuwe
secretaris by zichzolven gedacht
heeft: „wat is dat een aandachtige
Raad!" dan moet ik tot myn leed
wezen voorspellen, dat hy er later
wel anders over zal denken. Bij een
nieuwen Secretaris heerscht er altijd
attentie voor de lezing der notulen,
maar wanneer by een week of wat
in functie is dan geeft de Raad zich
geen moeite meer. Dan wordt er weer
gepraat en gelachen en zoo zal bot
ook den heer Pynacker vergaan en
zal hy, gelijk zijn voorgangers Mrs.
Land en Rasch, van de notulen niets
tot ons oor kunnen doen doordringen
dan een met verheffing van stem
uitgesprokenvolgt het besluit".
waaruit blijkt, dat hy zich terecht
beijvert om binnen de perken der wet,
de corvee zooveel mogelijk te bekorten.
Een ander belangrijk moment in
deze vergaderir g was het debat over
den prijs van een snipje grond in het
Kenaupark.
De commissie van financiëQ was
daar peperduur mee en de heer Kru-
sem&u, haar rapporteur, vond f25
per vierkanten meter eigenlijk nog te
laag. Vergeleek hy den prijs van
dezen grond misschien met dien
in de Groote Houtstraat? Ik weet
het niet, maar wel ben ik er zeker
van, dat als er ooit een vacature komt
in de Commissie voor de bezwaar
schriften, niemand anders dan de heer
Kruseman die plaats moet vervullen.
Dan zullen we pas fiink aan de ooreo
van onze portemonnaie worden ge
trokken. Erger nog, dan dit jaar al
gebeurd is, want de burgerij, in 't
voorbijgaan gezegd, heeft al opge
merkt. dat B. en W. weer duchtig
aan 't opdrijven van de aanslagen
zijn geweest. Zoo kan men wel een
kleinigheid van de percentage afne
men. De wijze belastingschuldige trekt
zich er dan ook geen harnas over
aan, of hy wordt gebeten van de kat
of vau deu kater. Gebeten wordt by
toch
De he6r Van Thiel was goedkoo-
per, dau de heer Kruseman. \ijf gul
den vond bij ruim genoeg en liet zich
door den heer Kruseman het hoentje
niet lichten, wat ieder die de beide
heeren kent, wel zal willen gelooven.
Intusschen vond de Raad, dat de heer
Van Thiel al te goedkoop was en de
heerSchürmann,die zich terjuistertyde
herinnerde dat het woord „pingelen"
voor een goed koopman geen holle klank
behoort te wezen, stelde f 10 per Mj
voor. Dat ging er door. Was dit
niet gebeurd, dan zou waarschyulyk
een derde lid eeu aanbod van vyf
achterwielen hebben gedaan.
De heer Sneltjes zweeg bij de re
kening van het St. Elizabeths-gast-
bui8, dat was het derde merkwaardige
moment. En het vierde gedenkwaar
dig oogenblik was, toen er ia ernst
debat ontstond over de vraag, of voor
telephoocpaleu huur of recogn tie
moest worden betaald. Do recognitie
triomfeerde. Mocht de lezer in dit
relaas nog geen voldoende voedsel
voor geest eu hart hebben gevonden,
dan kan ik dat niet helpen en wil
ik om myn goeden wil te tooneu, een
verhaal doen van een naïven advo
caat. Misschien heeft menigeen tot
nu toe gedacht, dat zoo een niet be
stond. Welnu, dau beeft hy zich
vergist, want de naïve advocaat is
gevonden in de persoon van mr. Al-
bert Waszink, rechtskundig-adviseur
van do Bouwmaatschappij Hilversum.
Deze maatschappij voert, zooals
men weet, een proces met den heer
G. C. van Meeuwen alhier over een
sloot in den Koninginneweg. In ver
band daarmede wil het dagelyksch
bestuur de straat niet overnemen,
hetgeen weer tengevolge heeft, dat er
o.a. geen waterleiding gelegd kan
worden. Nu is de heer Waszink ge
komen en heeft gevraagd of de Raad
uit zyn midden een rechtgeleerde
commissie benoemen wou. om de zaak
te onderzoeken en den Raad te die
nen van advies.
Nu zyn er twee dingen in de wereld,
die heel dom zynten eerste zelf een
proces beginnen als dat niet hoog,
hoog noodzakelijk is en ten tweede
je bemoeien met andermans processen
die je heelemaal niet aangaan. Dat
laatste is een domheid in 'tquadraat
en daartoe wou Mr. Waszink onzen
Raad verlokkenWas 't niet naïf
om te denken, dat de Raad zijn hand
zou steken in het wespennest, dat
hy hem voorhield Ik behoef dau
ook niet te zeggen dat de Raad er
wyselyk buiten gebleven is.
Behalve dit punt waren er een
stuk of wat dingetjes zonder debat
of stemming aangenomen en een paar
andere dingetjes voor kennisgeving.
„Waar heeft deze vergad ring toch
voor gediend?" vroegen we elkaar
toen 't uit was. Eeu dacht, dat de
Burgemeester ons tenminste een oogen
blik van de kermis had willen af
houden, maar daar geloof ik niet veel
van, omdat de Burgemeester zelf, na
afloop van de vergadering, de kermis
is opgegaan.
A propos van de kermis, heb ik
gehoord, dat de leden van den Raad
zich maar liever niet zonder huzaren-
bedekking op de kermis moeten wa
gen. De kramers zyn over de duurte
van de staanplaatsen lang niet ge
sticht. Een van de noga-verkoopers
betaalt dit jaar f 96, dat is zesmaal
zooveel als 't vorige jaar. Daar moet
je niet gering over denken en als ik
Raadslid was zou ik myn hoofd maar
liever niet in zoo'n nogakraam steken.
Dat goedje is bard
Donkeiyk zal do nogaman het vol
gend jaar de waar wel opslaan, zooals
een bekend wafel fabrikant gedaan
heeft, die de wafels een hal ven cent
duurder noteert wegens het verhoogde
staangeld. Op die manier betalen we
het toch weer zie hierboven de
opmerking over de kat en den kater.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem4 Aug. 1898.
In de Woensdagmiddag gehouden zit
ting van den gemeenteraad werd den
leden mededeeling gedaan van. de volgen
de ingekomen stukken en mededeelin-
gen:
Gesteld in handen van Burgemeester
en Wethouders om advies
een adres van A. Hulscher, alhier,
houdende verzoek tot aankoop van grond
aan de Dijkstraat.
Gesteld in handen van de commissie
van financiën om advies
I lo. een voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van een ge-
I deelte van het Leidsche plein aan G.
Kranenburg, alhier;
2o. eene eerste suppletoire begrooting
van het St. Elisabeth's of Groote Gast
huis, dienst 1898;
3o. de rekening en verantwoording
der ontvangsten en uitgaven ten behoeve
der schutterij over 1897.
Dat is ingekomen
een schrijven van den heer J. Sabelis,
houdende aanneming van zijne benoe
ming tot lid van de commissie, bedoeld
bij art. 21 der verordening op de heffing
eener plaatselijke directe belasting naar
het inkomen
een adres van A. H. Broos e. a. alhier,
houdende verzoek om het Leidsche plein
i niet af te staan voor de oprichting van
een kinderspeeltuin;
een schrijven van het bestuur der Yer-
eeniging tot verfraaiing van Haarlem en
omliggende gemeenten, houdende aanbie
ding van een tweetal medailles
(Voorstellen dank te betuigen),
een schrijven van den leeraar aan het
gymnasium L. van der Vegt, houdende
dankbetuiging voor de verhooging zijner
jaarwedde
een schrijven van den Directeur der
Bank van Leening, waarbij hij mede
I namens de overige beambten dier instel-
i ling, dank betuigt voor de verhooging
hunner jaarwedden
een schrijven van M. J. E. Kriens te
Harlingen, houdende bericht, dat hij
zijne benoeming tot havenmeester-in-
specteur aanneemt
j een schrijven van het bestuur der Lie
dertafel „Haarlem's Zanggenot", houden
de dankbetuiging voor de verleende me
daille ter gelegenheid van den te houden
zangwedstrijd
een schrijven van de feestcommissie
voor den Koninginnedag, houdendo dank
betuiging voor de haar verleende subsi
die;
een zestal processen-verbaal van den
keurmeester van het slachtvee enz., hou
dende afkeuring van vleesch als onge
schikt voor de consumptie;
de gemeente-rekening over het jaar
dat door den Commissaris der Koning
in in de provincie Noord-Holland eer
vol ontslag is verleend als buitengewoon
veldwachter dezer gemeente aan den
onlangs eervol ontslagen klerk ten bu-
reele van den Commissaris van politie
jhr. M. C. Nahuijs;
dat door denzelfde benoemd is tot bui-
tengewoon veldwachter dezer gemeente
de onlangs aangestelde klerk ten bureele
van den commissaris van politie J. L.
Hulsenboom
Is ingekomen
een schrijven van Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Holland, houdende goed
keuring van het besluit van 25 Mei jl.
no. 5, zooals dit is gewijzigd bij besluit
van 6 Juli j.l. no. 7 tot samensmelting
der dne bestaande opleidingsscholen tot
twee.
schrijven van dezelfden, ten geleide
van het door hen goedgekeurde besluit
van 6 Juli jl., no. 15, tot verkoop van
grond aan de Esschilderstraat aan F. W.
Hoogerbeets
een schrijven van dezelfden, ten gelei
de van het door hen goedgekeurde be
sluit van. 6 Juli jl., no. 16, tot vaststel
ling van eenen staat van af- en over
schrijving op de begrooting voor 1897
een schrijven van dezelfden ten gelei
de van een uittreksel uit het Koninklijk
Besluit, houdende goedkeuring der bij
raadsbesluit van 15 Juni jl., no. 15, vast
gestelde wijziging van art. 17 van het
reglement voor de gemeentelijke Bank
van Leening;
Mondeling voorstellen:
de huur van een stuk grond ter groot
te van 568 vierk. M. gelegen in den
Haarlemmerhout vóór het buitenver
blijf „Groen en Hout," bij besluit van 5
December 1894, no. 14, lett. T. verhuurd
aan nu wijlen Mevrouw W. J. Insinger,
geb. Borski en later overgeschreven ten
name van den heer C. J. G. de Booij,
thans over te schrijven op den heer E.
L. W. van Dobben, (ingevolge diens
verzoek).
dat aan den L. Sabelis op zijn daartoe
gedaan verzoek, door B. en W. eervol
ontslag is verleend als commandant van,
't corps brandblusschers, onder dankbe
tuiging voor de vele aan de gemeente
bewezen diensten, en dat in zijne plaats
is benoemd de heer L. de Breuk.
FEUILLETON.
<6)
Mensclien uit alle klassen der
maatschappij van een zekeren stand,
maar niet van al te hoogen af
komst waren er vertegenwoordigdniets
was overdreven en ook maakte Lady Ca
roline zich niet aan de fout schuldig een
massa belangwekkende personen te invi
teeren. Men kon er de door de beleefd
heid vereischte complimenten ongedwon
gen maken.
Men ontmoette er schoonheid zoowel
als verstand, rijkdom en kennis, en even
veel onbeduidende personen als ver
maardheden van allerlei slag. Men nam
de vormen stipt in acht, maar toch heer-
de vormen stipt in acht, maar toch
heerschte een prettige toon onder de gas-
ters, die elkaar na langen tijd weerzo
gende demagoog en de predikantde
rechter en de jonge advocaat de oude
dame en het jonge meisjede amateur-
dramaturg en de tooneelspeler van be
roep; de nieuweling romanschrijver en
de jonge dame, die zijn naam nooit ge
hoord had, en een massa voorname hee
ren en dames, wier rijtuigen het halve
Square innamen.
Het was eigenaardig om ze allen bij-
elkaar te zienen men kon er zich over
verbazen maar het was des niettemin een
feit, dat deze voortreffelijk geslaagde
avonden him succes te danken hadden
aan het administreerend genie van Lady
Caroline Sellwood.
De staatssecretaris had een hekel aan
die Woensdagen, maar hij was dan ook
de eenigehij haatte de partijen ook al
leen, omdat ze op Woensdag gegeven
werden en hij verzot was op het „golf-
spel," waaraan hij zich dien dag langen
tijd kon wijden. Zoodoende moest Lady
Caroline hem iederen Woensdag, als het
mooi weer was, excuseeren. En dit was
weer iets, dat haar Ladyschap bewonde
renswaardig deed. Zij vertelde dan met
een stem vol sympathie, die beide ver
liezende partijen gold, haar gasten en
haar man, dat haar arme, lievo George
weer de een of andere deputatie te woord
moest staanterwijl het een feit was,
dat hij op „Wimbledon Common „golf"
speelde en zich uitstekend amuseerde.
Ook op den Woensdag, die op den
dag van aankomst van den negenden
hertog volgde, bevond hij zich daar en
de heer Sellwood wist niet of hij zijn
vrouw moest beklagen of zichzelf geluk-
wenschen, dat hij afwezig was.
Claude Lafont die altijd een van haar
vaste bezoekers was geweest, had zich
genoodzaakt gezien de laatste weken voor
haar invitatie te bedanken.
Lady Caroline Sellwood was na de
Paaschvacantie zoo geheel anders togen
hem geworden. Zij had hem met een be
studeerde koelheid behandeld, waarvoor
de eenvoudige jongen zich geen uitleg
ging wist te geven, en bij Lady Darling-
ford was zij bepaald onvriendelijk ge
weest. Claude was daar expres heen ge
gaan om Lady Caroline op den nieuwen
hertog voor te bereiden. Dit achtte hij
zijn eersten plicht en met al de tact en
geest hem eigen schilderde hij Jack op
zijn best af. Maar Lady Caroline hoorde
hem niet eens tot het einde toe aan. Zij
verkoos aan Claude's woorden een ver
keerde uitlegging te geven en viel hem
in de rede door te zeggen, dat, als Clau
de het goed vond, zij liever op haar eigen
oordeel afging.
Was hij getrouwd?
Ha! waar bevond hij zich dan?
Claude zeide het haar en werd koel be
dankt; en den geheelen Dinsdagavond
zat Claude te tobben over de snibbigheid
van zijn bloedverwante.
Toch ging Claude den volgenden
Woensdagmiddag alsof er niets gebeurd
was naar Lady Carolinehij was er zelfs
vroeg. Lady Caroline was niet alleen ver
wonderd, maar ook voor 't eerst
sinds Paasckfeest verheugd hem te
zien, want er bestond alle reden om
haar onvriendelijkheid bij Lady Darling-
ford te betreuren. Zij had reeds een ver
ontschuldiging op de lippen, maar het
bleeke gelaat van Claude deed haar
zwijgen.
„Hebt gij hem gezien riep hij haar
toe.
„De hertog?"
„Ja hebt ge hem van morgen niet
gezien
„Neen werkelijk niet! Jij?"
Claude ging kreunend zittend, de dik
ke van juweelen schitterende hand die
Lady Caroline hem toestak, niet bemer
kend.
„Jij ook niet?" vroeg Lady Caroline
plaatsnemend.
„Den geheelen morgen niet. Ik dacht
hem stellig hier te zien."
„Hij moest hier ook zijn, want ik
verzocht hem op de lunch. Ik heb mijn
invitatie, toen wij van de Darlingfords
kwamen op de post gedaan. Claude, ik
ben toen onaardig tegen je geweestWil
jo 't mij vergeven Ik dacht, dat ge be
vooroordeeld waart.
En mijn rechtvaardigheidsgevoel kwam
hiertegen ophet is altijd een zwak van
mij geweest de partij te kiezen van hen,
die niet aanwezig zijn en zich dus niet
kunnen verdedigen
Een zwak van geheel anderen aard
was oorzaak van haar onvriendelijkheid
geweest, maar hoe heit ook zij Claude
boog.
Hij had nauwelijks geluisterd.
„Ik ben hem kwijt," zeide hij, terwijl
zijn oogen rusteloos door de kamer dwaal
den. Hij is verdwenen!"
„Dat kan niet!"
„Van morgen," hernam Claude. „Ik
u«d zoo gehoopt hem hier te vindon!"
„Hij stuurde geen antwoord op mijn
briefje en kwam zelfs ook niet even aan.
Wie hebben hem het laatst gezien?"
„De bedienden uit het hotel, van mor
gen vroeg. Hij schijnt, even nadat ik
hem gisteren avond verliet, voor heden
morgen zeven uur een paard besteld te
hebben. En hij is voor 't ontbijt in zijn
flanellen hemd eu met den monsterach-
tigen hoed op uitgereden en niet terug-
gekoerd."
Plotseling kwam er een verandering
over Lady Caroline. Zij schoof haar
stoel wat dichter bij dien van Claude eu
zag hem vriendelijker aan, dan zij sinds
Paschen nog ooit gedaan had.
„Er kan iets gebeurd zijn," fluisterde
Lady Caroline op hoopvollen toon.
„Dat is 't juist. Er moet iets voorge
vallen zijn.
„Iets verschrikkelijks! De vorige sea
son werd er een man in de Row ver
moord! Was hij een erge ruwe dia
mant Claude
„Heel erg."
Lady Caroline zuchtte welwillend.
„Maar gij kunt het niet laten van
hem te houden," voegde Claude er haas
tig bij, „en ik hoop hartelijk, dat er
niets van ernstigen aard is voorgeval
len."
„Natuurlijk, dat spreekt van zelf."
„Hij is er ook de man niet naar om
van 't paard te tuimelen. Hij heeft het
grootste deel van zijn leven in den zadel
doorgebracht. A propos, hij heeft zijn
zadel, dat hij in Australië gebruikte,
meegenomen en van morgen schijnt hij
er op te hebben aangedrongen dit te
gebruiken."
„Je ziet dus Claude, dat het jammer
is, dat je hem niet gelaten hebt, waar hij
was hij schijnt zijn boschleven nog te
verafgoden."
„Dat is zoo eu dat maakt me juist