NIEUWS- ADVERTENTIEBLAD. ^_T;/vm:s6'x,iLiJsr TIZEDSL De oorlog tusschen Spanje en Amerika. De Hertog van St. Osmund, ;6e Jaargang Vrijdag 12 Augustus 1828. No 4637 Voor Haarlem per B maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 8 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden,1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco pei post0.371/2 Directeur-Uitgever - regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruunr Bij A bon item ent aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advert.eutifn winden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA U.BE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsiDg van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten voor dit|blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,by de tolSpaarndamG. HARTENDORPZandvoort, G.]ZWEMMER VelsenW. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. Spaüje's antwoord op de vredes voorwaarden bevat ongeveer 1200 woorden. Het is in vijf paragrafen verdeeld, betreffende Cuba, Portorico de Ladrones, de bezetting vau Manilla en de benoeming van een commissie. De Cubaansche schuld wordt niet vermeld. In beginsel geeft Spanje toe dat zijn souverein gezag over Cuba ten einde is, maar het oppert de kwestie van het toekomstige be stuur van het eiland, en verklaart uitdrukkelijk dat de Amerikanen by de regeling van dat bestuur de groote Spaausche bolaugen op Cuba in bet oog moeten houden. Het tijdstip van de ontruiming wordt beschouwd als een omstandigheid die overgelaten kan worden aan de commissie, welke zal bestaan uit vyf gemachtigden voor elke partij, en waarschijnlijk te Parys zal bijeenkomen. Nader wordt uit Washington ge meld, dat men het eens is geworden; het protocol dat de vredesvoorwaar den behelst is opgesteld. Het protocol is Woensdag niet ge- teekend. Men verzekert dat dit uit stel alleen noodig is ten einde het stak in categorische bewoordingen op te stellen, om de mogelijkheid van een misverstand te ontgaan, en verder om Cambon tyd te laten om machtiging te ontvangen voor de onderteekeniug. De ondersecretaris van buitenland- scbe zaken Adee stelde nu het pro tocol op. Minister Day doet de volgende mededeeling: Wij hebben een schik king getroffende aangaande het pro tocol dat de vredesvoorwaarden be helst met inbegrip van de ontruiming van Cuba en Porto Rico. Wij gelooven dat dit protocol ten uitvoer gelegd zal worden. Men kan verzekeren dat de voor waarden dezelfde zyn als door Mac Kinley ia zijn nota gesteld waren. Men gelooft dat nog slecht enkele formaliteiten overblijyen, alvorens het protocol geteekend wordt. Generaal Wilton heeft Dinsdagoch tend Coamo bezet. De Amerikanen kregen 7 gewonden; de Spanjaarden 12 dooden, waaronder majoor Gelles- cas en twee kapiteins, en 35 gewon den. De Amerikanen hebben bij dat innemen van Coamo 180 Spanjaarden krijgsgevangen genomen. De inneming van~ de stad geschiedde door een flank beweging, waarbij bet 16e regiment uit Pennsylvania den terugtocht der Spaausche infanterie afsneed. Het geschutvuur begon om zeven uur 's morgens en duurde 45 minuten. Het fort werd vernield. Vijftig Spaansche cavaleristen zijn ontsnapt. Volgens brieven uit Cavite van 5 dezer te Hongkong ontvangen, zijn de Spanjaarden nog in net bezit van Manila. De Times verneemt uit Manila: De Spanjaarden hebben de Amerikaan- sche troepen, toen deze landden en zich verschansten, weinig verontrust, en zjj schoten, toen zij met het snel vuur begonnen, als gewoonlijk zeer slecht. De Amerikanen vatten dan ook aanvankelijk blijkbaar het schie ten van den vijand niet ernstig op. Toen de correspondent de Amen- kaansche stellingeu bezocht, vond by daar de soldaten zoo onverschillig mogelijk, sommigen waren aan bet dobbelea. Maar het werd ernstiger toen de Spanjaarden eindelijk goed begonnen te schieten, en Zondag een uitval deden tydens een zwaren storm, die hun bewegingen maskeerde. Toch had het hevige geweervuur dat de Spanjaarden twee uren lang onder hielden, aan den Amerikaanschen kant slechts 10 dooden en 46 gewonden tengevolge; de verliezen der Span jaarden bleven onbekend. De Span jaarden bleven nu echter eiken dag op de Amerikaanscbe stellingen vuren, hun voortdurend verliezen toebren gend. Aguinaldo's benden gaan voort met de Amerikanen te sarren. Een af- deeling Californiscbe vrijwilligers, die hout kapten, werd door hen in hech tenis genomen. De Amerikanen ver losten de gevange ten, en gaven Aguinaldo te kennen dat zy verplicht zouden zyn, alle opstandelingen te ontwapenen indien zy hen weder lastig vielen. De nadere berichten schilderen den toestand in Manila als zeer droevig. Zelfs de rijkere inwoners van Ma nila krijgen nn gebrek aan levens middelen. Er is geen vleescb, geen brood, geen meel, uehoudens kleine noodzakelijke voorraden voor de troe pen. De regens en de hongersnood veroorzaken een epidemie, die men voor dyssenterie houdt. De inboor lingen eten ratten en muizen. Men doodt ook honden en paarden voor voedsel. De rystvoorraden zullen wel dra uitgeput zijn. In den nacht van den 31sten Juli was er een hevige kanonnade. Vele kogels vielen in de stad en verschei dene raakten de citadel. Verscheidene dames moeten gedood zyn. Er heerscht een vreeselyke paniek. Een granaat maakte twintig slachtoffers by de batterij van Limeta. Het bombarde ment heeft veel huizen beschadigd; 1500 huizen zyn op 31 Juli afgebrand. In Tondo is de Engelsche consul aan dyssenterie gestorven. De Fransehe en Engelsche consulaten handelen ge zamenlijk zij hebben officieus rot taak een wapenstilstand te öe* erken, maar de Amerikanen zeggen niet ge machtigd te zyn eenig ander voorstel aan te nemen dan de overgave. Volgens een dépêche van 4 dezer uit Manila, is er uog geen aanval gedaau op de Spaansche liniesmaar de Amerikanen houden thans de schansen bezet, die de insurgenten eerst bezet hielden. Amerikanen hebben, van Guayamo komeude, de hoogten by Guamani bestookt, maar moesten aftrekken. De Spanjaarden hebben Coano verlaten tengevolge van een zeer heftigen aan val van de Amerikanen. De Span jaarden retireer en. Uit San Francisco wordt gemeld, dat tweeduizend man troepen Woens dag naar Manila zyn scheepgegaan vijfduizend andere soldaten wachten nog op transportschepen. De Alicante is Woensdag met 1000 invalide Spanjolen uit Santiago ver trokken. De Isla de Luzon is ook aangekomen en zal 2000 andere mee nemen. 3T A&SN&ECJWS Eerste en derde pagina. Haarlem11 Aug. 1898. Brongebouw. De matinée en de soirée Woensdag in het Broügebouw gegeven door de Weener Dameskapel hebben veel suc ces geliad. Des middags werd het con cert buiten gehouden maar des avonds in de zaal, tengevolge van het slechte weer. Vau degenen, die de soirée be- zochton. zullen stellig zeer weinigen dit laatste betreurd hebben, want het was een hoogst gezellige avond, [dank zy de levendige, opwekkende, goede muziek en het feit, dat de toehoor ders om tafeltjes gezeten, de fraaie zaal vulden. Heden en morgen matinee en soirée door dezelfde kapel. De nieuwbenoemde dir. off. van gez. 2e kl. Dr. F. Daniels blijft in zyn nieuwen rang chef van het mil. hosp. alhier. H. M. de Koningin-Regentes heeft aan den Volksbond, Vereeniging tegen drankmisbruik, een subsidie verleend ten bedrage van f 500.speciaal voor de Volks-Koffiehuizen, waaromtrent het volgende jaar by de Regeering een verslag wordt ingewacht. Inhuldiging van H. M. de Koningin. Officeel programma. m. De intocht te 's Gravenhage. Betreffende het vertrek uit Amster dam en den plechtigen intocht in de Ko- n in lelijke residentie. H. M. de Koningin, vergezeld van H. M. de Koningin-Moeder, zal op Vrij dag den 9don September 1898, te 10 uur 40, met een extrarirein van den Staatsspoorweg, naar 's Gravenhage ver trekken. Aangekomen te 's Gravenhage te 11 uur 54 zal Hare Majesteit de Koningin op het perron van het Station van den Staatsspoorweg bij den ingang van de koninklijke ontvangkamers worden ont vangen en gecomplimenteerd door: a. den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, met de le den van Gedeputeerde Staten en Griffier b. den Burgemeester van 's Gravenha ge, met de Wethouders en den Secreta ris. Verder zullen zich met gelijk doel in de Koninklijke Ontvangkamers bevin den c. de Voorzitters der beide Kamers van de Staten-Generaal d. Ministers, Hoofden van Departe menten van Algemeen Bestuur; e. de Vice-President van den Raad. van State; f. de President, de Vice-President, de Procureur-generaal, de Advocaten-Gene raal, de Griffier en de Substituut-Grif fiers van den Hoogen Raad der Neder landen g. de Voorzitter van de Algemeen e Rekenkamer h. de Leden van den Gemeenteraad van 's Gravenhage; i. de President, de Vice-President, de Procureur-Generaal, de Advocaat-Gene raal, de Griffier en de Substituut-Grif fier van het Gerechtshof te 's Graven hage; j. de President, de Vice-President, de Officier en de Substituut-Officieren van Justitie, de Gi-iffier en de Substituut- Griffiers der Arrondissements-Recht- bank te 's Gravenhage. k. de Kantonrechter te 's Gravenliage. L de Gouverneur der Residentie, de Commandant van de 1ste Divisie In fanterie, de Vlag-Officieren en de onbe reden Generaals, in actieven dienst in de Residentie verblijf houdende, de Plaatselijke Commandant en de Com mandant van de Schutterij van 's Gra venhage en het Hoofd-Comité voor de feesten te 's Gravenhage. Op het Stationsplein zullen zijn op- tegenover het Stationsgebouw a. een compagnie dei- dienstdoende schutterij van 's Gravenhage, als E ere wacht, met het Vaandel en de Muziek; b. een compagnie van het 4de Regi ment Infanterie, als Eere-wacht, met het Vaandel en de Muziek. De stoet waarmede H. M. de Ko ningin het stationsgebouw zal verlaten, wordt als volgt samengesteld I. Zestien bereden Maréchaussees. II. Een eskadron van het 3de Regi ment Huzaren, met den Standaard en de Muziek. m. Een detachement van het 2de Regiment Veld-Artillerie. IV. Twee hereden officieren Een Kapitein en een 1ste Luitenant van de Genie. V. Een compagnie van het 4de Re giment V esting-Artillerie. VI. Een compagnie van het korps Ge nietroepen. Vil. Twee bereden Officieren Een Kapitein van het Regiment Gre nadiers en Jagers en een 1ste Luitenant van de Infanterie. VUT. Een detachement van de Kolo niale Reserve. IX. Twee bereden officieren Een Kapitein en een 1ste Luitenant van de Koninklijke Maréchaussee. X. Een compagnie Grenadiers en compagnie Jagers, met de muziek van de Jagers. XI. Twee bereden Officieren: Een Kapitein van de Veld-Artillerie en een 1ste Luitenant van de Rijdende Artillerie. XII. Een detachement Mariniers uit Rotterdam. XIII. Een compagnie van de Stede lijke Schutterij van 's Gravenhage. XIV. Twee bereden Officieren. Een Kapitein en een 1ste Luitenant van het Oost-Indische Leger. XV. Een stalfourier met twee Rij knechts, te paard. XVI. De Herauten van Wapenen met hun trompetters, te paard. XVII. De Ceremoniemeester van Ha re Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig met twee paarden. XVIII. De dienstdoende Kamerhee- ren, gezeten in twee rijtuigen, elk met twee paarden. XIX. De Hoofden der Departemen ten van de Koninklijke Hofhouding, ge zeten in twee rijtuigen, elk met twee paarden. XX. De Hofdames van Hare Majes teit de Koningin en de twee adjudanten der Marine van Hare Majesteit, gezeten in een rijtuig met twee paarden. XXI. De Hofdames van Hare Majes teit de Koningin-Moeder, gezeten in een rijtuig met twee paarden. XXII. De Groot-Officieren van Hare Majesteit de Koningin, rijtuig met vier paarden. XXIII. De Dames du Palais van Hare Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXIV. De Groot-Meesteressen van Hare Majesteiten, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXV. Twee Stalmeesters in buiten gewonen cüunst van Hare Majesteit de Koningin, te paard. XXVI. De Opper-Ceremoniemeester van Hare Majesteit de Koningin, geze ten in een rijtuig met vier paarden. XXVII. Het 1ste gedeelte van de E erewacht, te paard. XXVIII. De Koningen van Wape nen te paard. XXIX. De Ordonnans-Officieren van Hare Majesteit de Koningin, te paard, rijdende op éen gelid. XXX. H. M. de Koningin, vergezeld van H. M. de Koningin-Moeder, geze ten in een rijtuig met acht paarden, een koetsier naast elk paard. Rechts van het koninklijk rijtuig de chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit de Koningin, Adjudant-Gene raal van Hare Majesteit, de Generaal- Majoor Gouverneur der Koninklijke Re sidentie en de Commandant van de Eere- wacht. Links van het koninklijk rijtuig de Luitenant-Generaal, Adj udant-Generaal van Hare Majesteit de Koningin, en de Onder-Commandant van de Eerewacht. Achter het koninklijk rijtuig: a. De Adjudanten in gewonen dienst van Hare Majesteit de Koningin, rij dende op één gelid; b. Zijne Hoogheid Jang di Pertoewan besar Sjarif Hasjim Abdoel Djalil Sai- foeddin, Sultan van Siak Sri Indrapoera en Onderhoorigheden Pangeran Ario Mataram, Luitenant- Kolonel bij den Generalen Staf, broeder van Zijne Hoogheid den Soesoehoenan van Soerakarta; Pangeran Mangkoe Negoro en Pan geran Sosro, Zoons van Zijne Hoogheid den Sultan van Koetea, allen te paard en rijdende op één gelid. c. de Adjudanten in buitengewonen dienst van Hare Majesteit de Koningin, rijdende drie aan drie en naar ouder dom van rang; d. de niet-ingedeelde bereden Opper en Hoofd-Officieren van het garnizoen der Residentie, rijdende vier aan vier en naar ouderdom van rang. XXXI. Het 2de gedeelte van de Eere- wacht te paard. XXXII. De aan het Station aanwe zig geweest zijnde Eerewacht van de stedelijke Schutterij, met het Vaandel en de Muziek. XXXIII. De aan het Station aanwe zig geweest zijnde Eerewacht van het 4 do Regiment Infanterie, met het vaan del en de muziek. XXXIV. Een commando Cavalerie tot sluiting van den stoet. De stoet zal den volgenden weg ne- an Rijnstraat, Bezuidenhoutschen weg tot aan de 1ste Van den Boschstraat, door het Bosch, langs het Malieveld, over de Willemsbrug, door het Korte Voorhout, het Lange Voorhout ver hoogd middelpad, De Parkstraat, de Oranjestraat en de Paleisstraat naar het Koninklijk Paleis. Bij aankomst van Hare Majesteit aan het Koninklijk Paleis zal daar zijn op gesteld een Eerewacht van het Regiment Grenadiers en Jagers, met het Vaandel en de Muziek. De Stedelijke Schutterij en het Gar nizoen van de Residentie zullen op den weg, door den stoet te volgen, zijn opge steld. Bij aankomst in de Residentie zal Hare Majesteit met 101 kanonschoten worden begroet, het carillon zal bespeeld en de klokken zullen geluid worden tot dat Hare Majesteit het Koninklijk Pa/- leis zal zijn ingetreden. Alle Leden der Koninklijke Hofhou ding zijn gekleed in gala, de Civiele Au toriteiten in ambtsgewaad en in gala, de Militaire Macht in groot tenue. De lichtstoet te Amsterdam Naar men verneemt, bestaat de kans dat de lichtstoet toch nog plaats zal vinden, maar dan Diet op den 8sten maar op den lOden September a.s. De leden der subcomité's voor den lichtstoet kwamen Woensdagavond in het hotel Pays Bas sameu tot het veruemen van don uitslag eener poging, by den burgemeester aangewend om deu lichtstoet toch te doen doorgaan, al ware het dau op oen dag na liet vertrek der Koningin. Dinsdag is eene commissie uit de subcomité's met den hoer Wynperle aan het hoofd by den burgemeester geweest, Woensdag het uitvotrend comité, welks president de heer Huart is. De heeren Wynperle en Huart waren beiden vol lof over de ontvangst in 's burgemeesters kamer. Het bleek dat de burgemeester den lichtstoet niet kon toestaaD, omdat voor net bewaren der orde slechts de hulp van het leger kon worden verkregen voor de in het officieele programma opge nomen festiviteiten en omdat er geen politie geuoeg beschikbaar zou zyn om het bewaren der orde op een der avonden vau 5, 6, 7 of 8 Septoraber aan haar alleeD op te dragen. De burgemeester maakte echter weinig FEUILLETON. ii) Daar zat hij op den bok in een keurig fijn pak van een onberispelijken snit, met een strooien hoed op het hoofd, en met een stralend gezicht dat door de morgenzon beschenen werd. Hij wuifde Claude met zijn zweep goe den dag en Claude gaf dezen groet met -.e hand terug. Nog eens klapte de zweep en de poeët keerde in gepeins verzonken naar zijn verzen terug. Hij had zijn best gedaan. Hij eeg een vaag vermoeden wat het resultaat hem zou brengen en dacht er toen over, wat Lady Caroline en Olivia nu zouden HOOFDSTUK M. Olivia zeide weinig. Haar moeder drukte Claude de hand en bedankte hem met tranen in de oogen, want zij was een Iersche van geboorte, die zeer bewogen kon zijn als zij wilde. Wat de heer Sellwood betrof, deze was vreese- lijk teleurgesteld, toen hij den hertog ontmoette, van wien hij zooveel had hooren vertellen. Jack scheen hem een aardige kerel toe hoewel geen „golfer," wat erg jammer was klaarblijkelijk had hij zelfs een afkeer van het spel, wat een onvolkomenheid in zijn karak ter kon beduiden. Dit zeide de staatssecretaris. Olivia vroeg wie al die rozen in haar kamer gebracht had en toen Claude het haar vertelde boog zij even en nam den ge- heelen avond geen notitie meer van Jack. Toch had zij een paar van de bloe men tusschen haar ceintuur gestoken en op dia wijze bedankte zij hem. Het was zeker niet de vriendelijkste manier en Jack had er zich een geheel andere voorstelling van gemaakt. Hij voelde zich bedroefd en teleurgesteld, maar nog meer beschaamd. Hij had zich vrijheden veroorloofd en zijn vriend op zijde gedrongen. Dit verweet hij zich zelf bitter en toen kreeg zijn teleurstelling weer de bovenhand. Zijn gevoelens waren eenigs- zins gemengd. Het eene oogenblik vond hij, dat Olivia niet was, wat hij zich van haar had voorgesteld; het volgende oogenblik overtrof zij zijn voorstelling. Zij was mooier geworden. Dikwijls had hij getracht zich haar ge laat voor den geest te roepen, maar tever geefs, want hij had haar maar eenmaal en toen nog slechts eenige minuten ont moet. Nu zag hij in, dat zijn eerste in druk van haar, die hem wel flauw bij gebleven maar toch altijd dierbaar was geweest, Olivia geen recht had doen we dervaren. Haar mooie, donkere wenk brauwen, nog donkerder van tint dan heur haar, waren hem totaal uit het geheugen gegaan. Ook wist hij niet moer dat zij zoo'n liefelijken blos had, die op het zachte rood van de opkomende zon in Australië geleek. Toch herinnerde hij zich van dit alles niets meer, ook was hij de kleur harer oogen vergeten; de oprechte uitdruk king er van had hij het best onthouden, maar juist dien openhartigen blik miste hij nu. 's Vrijdags waren de gasten aangeko men en nu was het Maandagmorgen en moest de staatssecretaris vertrekken, daar zijn plicht hem te St. Stephen riep. Hij gehoorzaamde aan die oproeping, maar nu juist niet zooals een staatsman betaamt. Hij had den geheelen Zondag ver spild met „golf" spelen en 't er tot straf, niet glansrijk afgebracht. De gespierde opzichter had hem een lesje gegeven; het kwam hem nu voor. dat- hij boter gedaan zou hebben met zijn Zondag in de kerk door te brengen of liever in de privaatkapel van het kasteel waarin zijn schoonzoon Ds. Fre- ke den dienst waarnam. In een verdrietige stemming borstel de hij zijn grijze haren, die als stoppels overeind gingen staan, moffelde een ge broken golfstok in zijn valies en vertrok. En toen Olivia het laatste timpje van haar's vaders jas achter de groote zuilen zag verdwijnen, voelde ook zij zich ter neergeslagen, want zij had haar vader zeer lief. Jack sloeg haar op eenigen afstand gada Het kwam niet bij hem op, dat haar moeder haar eiken dag ja bijna elk uur voorhield, welk een goede partij hij was, totdat zij er ziek van werd. En ofschoon hij begreep, dat hij in zake do versiering van haar kamer een weinig te ver was gegaan, vermoedde hij toch geenszins welk een gezicht het kamer meisje had gezet, toen zij de bloemen zag en welk eene schandelijke voldoe ning Lady Caroline bij die gelegenheid had getoond. Hij wist alleen, dat Lady Caroline hem met een benauwende vriendelijkheid behandelde en het hem veel gelukkiger zou maken als Olivia hartige manier toesprak, al waren het dan ook slechts enkele woorden. En nu voelde het jonge meisje zich ongelukkig, dit zag zelfs Jack. Hij trad op haar toe vast besloten haar een wei nig op te beuren, niet denkend aan zijn eigen gemoedstoestand, die ook niet van de vroolijkste was. „Gij zult het buiten wel vervelend vinden, nu ge zoo pas uit Londen komt, juffrouw Sellwood," begon Jack niet precies op zijn gewonen natuurlijken toon. „Ik wilde, om ik weet niet wat, dat gij ons verteldet waarmee wij u zouden kunnen amuseorem!" „Gij zijt wel vriendelijk," antwoord de Olivia, „maar ik verlang niet om be zig gehouden te worden als een klein kind. Dank u. En wat het buitenleven betreft, daar houd ik tienmaal zooveel van als anders, wanneer ik pas uit de stad kom." Zij zag den hertog niet aan, maar keek voor zich uit. En daar zij niemand bespeurde, werd haai- blik zachter. „Gij kent deze plaats zeker door en door, juffrouw Sellwood?" vervolgde Jack, die zijn hoed had afgezet, in twij fel verkeerend of de portiek beschouwd moest worden binnen's of buitenshuis te zijn. ,0 jaweL ik heb hier dikwijls gelo geerd," zeide Olivia. „Hoe vindt gij de plaats?" „Dat kan ik nauwelijks zeggen. Ik heb nooit zoo iets meer gezien. Het is liier alles te mooi en te groot voor een man zooals ik ben." „Ik heb ook dikwijls gedacht, dat het wel wat te groot was," waagde Olivia op te merken. „Nu ik ook!" riep Jack uit. „Ik ben blij, dat er nog iemand is die er ook zoo over denkt." „Ik wil niet onbeleefd zijn,' vervolg de Olivia vertrouwelijk, ziende dat nie mand hen bespiedde, „maar ik geloof niet, dat ik het prettig zou vinden hier altijd te wonen." „Niet?" vroeg de hertog op geheel anderen toon; hij voelde zich eenigszins terneergeslagen, maar zijn manieren drukten sympathie uit. „Neen," herhaalde zij, „gij wel?" „Ik weet het niet. Ik ben er nog niet aan gewoon, ofschoon alles toch veel te mooi en groot voor mij is. Zal ik u eens vertellen, wat ik gedaan heb? Ik heb buiten een hokje gemaakt, waar ik naar toe ga, als dit huis mij verveelt Als 't niet te veel van u ge- vergd is zou ik zeggen, wilt gij het eens zien t"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1