schrijfgereedschap enz. stygt deze
jaarlyksehe uitgaaf tot ongeveer vijf
tig millioen. Telt men dan daarbij nog
de departementale takkeu van dienst
dan komt men tot een totaal van 1200
millioen francs per jaardat is ge
middeld ongeveer 120 frs. per gezin.
Het Hooley-proces.
Het hooggerechtshof te Londen
heeft Woensdag arrest gewezen in
zake Hooley's beschuldigingen van
omkooping tegen Lord De la Wan
en Broadley. Het hof verklaarde De
la Warr onschuldig aan het plegen
van omkooperij, door te trachten Hoo-
ley met geldsommen tot meineed te
verleiden, maar het was van oordeel
dat De la Warr indiscreet had ge
handeld, en veroordeelde hem deswege
tot betaling van de kosten van het
geding.
Het hof achtte Broadley schuldig
aan omkooperij en meineed, maar
veroordeelde hem toch slechts tot
dezelfde straf ais De la Warr.
Bradshaw werd vrijgesproken, maar
moet meebetalen in de kosten van
het geding. Racket's vonnis is tot
den herfst uitgesteld.
Brand in Rusland.
Nauwelijks is in Kazan de groote
brand gebluscht, of in Nizjni-Nóvgo-
rod breekt er een uit, d\e weliswaar
niet znlke. maar toch ook aanmerke
lijke verwoestingen aanricht. De brand
ontstond Maandag in een grooten
stoommolc-n eu breidde zich snel uit.
Verscheiden houtloodseo en fabrieken
en tachtig huizen verbrandden, en
vier werklei en een brandweerman
kregen wonden.
De schade wordt op anderhalf mil
lioen roebel geschat.
De druifluis.
Uit Rome wordt aan de Temps
gemeld dat de druifluis zich vreeselyk
uitbreidt. In de provincie Alexandria,
de wijn rijkste van Piemont, zijn de
wijnbergen van zes groote eigenaars
verwoest. Aan dc regeeriug wordt
verweten dat zij, uit vorkeerde zui
nigheid, geen voldoende voorzorgen
heeft genomen. De schade wordt nu
al op êen milliard geschat.
Onweer.
In het Hongaarsche koraitaat Bekos»
ten oosten van do Tetss, heeft een
onweer vreeselijke verwoestingen aan
gericht. In Sarret vlogen over de
honderd daken van de huizen.
Vreeselijke storm- en onweersbe-
richten komen ook uit het gouverne
ment Plock, in Russisch-Polen, ver
halen van door den bliksem gedoode!
menschen ("drie-en-twintig), verdron
ken en doodgeslagen vee, weggedreven
bruggen, ontwortelde boomen en ver
nield graan.
Over Japan.
Uit Tokio wordt aan de Köln. Ztg.
geschreven: Japan, voor de meeste
Europeanen 'ttooverland der opgaande
zon, der sprookjesachtige tempels en
pagoden en der poëzievolle bloemtui
nen, lijdt aan een hoogst prozaïsch
geldgebrek. De staat heeft geen geld
en de aangevraagde verliooging der
grondbelasting is door den Rijksdag
niet ingewilligd. De kooplieden heb
ben geen geid en het hoofdvoedings
middel, rijst, is sedert twee jaar dub
bel zoo duur geworden.
Waar vandaan komt dan dit druk
kende, overal te voorschijn tredende
geldgebrekIn de 48 jaren, gedurende
welke de havens van Japan vooralle
handeldrijvende naties geopend zijn,
hebben de Japanners op verrasseude
wijze alle westersche behoeften over
genomen. Haar waarde is in de laat
ste jaren op eeu wy'ze toegeuomeri,
dat zij door de waarde der uitvoer
artikelen zijde, thee, koper, kool,
stroomatten eu voorwerpen van kunst
nijverheid niet meer kou gedekt
worden.
Daar de Yereenigde Staten groote
afnemers zijn voor de duur ste artike
len (zijde-export naar Amerika alleen
leverde in 1897 den Japanners 92
millioen gulden op) heeft de Spaansch-
Amerikaansche oorlog de crisis tot
de grootste hoogte doen stjigen. Als
Japan een land was. welks bewoners
over eenig kapitaal beschikten, dan
zou een geldcrisis als de tegenwoor
dige zich onmogelijk in zoo korten
tijd kunnen doen gevoelen. Doch de
Japanner heeft slechts zooveel onder-
deeren als liet tot het verleden behoor
de, wat de mensch meestal doet. Toch
was dat wel tc overkomen. Maar Olivia
te moeten missen dat was meer dan
hij zou kunnen dragen. En toch mocht
hij niet meer aan haar denken, want wie
was luj nu? In plaats van een hertog ei
genlijk niemandmoest hij dan werke
lijk alleen naar zijn bosschen torugkee-
ren? Moest hij dan voor altijd de aan
raking van die zachte handen on die
lieve oogen ontvlieden? Weer voelde hij
den druk van haar handje op zijn arm
en deze herinnoring was duizendmaal
pijnlijker dan die aan het verlichte To
wers.
Zou de dood......
Wacht.
Daar lag het pistool nog op tafel. Het
staal blonk in het maanlicht. Hij hield
zijn adem in en staarde zoolang op het
in het maanlicht flikkerende voorwerp,
totdat 't in zijn verbeelding in een oog
verblindenden zonneglans veranderde.
En hij wist nauwelijks wat hij gedaan
had, toen Claude kwaru, die hem nog
met do heeto revolver in de hand vond.
Jack zag den poeet met doffe oogen
aan, die slechts erven opflikkerdentoen
gooide hij de ledige hulzen weg on gaf
het wapen aan Claude terug.
„Ik heb het niet meer noodig en dank
nemingsgeest om zich de middelen
tot een "gemakkelijk genotrijk leven
to kunnen verschaneu.
De .Japznners hebben in 25 jaar
4000 K M. spoorwegen gebouwd of
liever van het buitenland gekocht, een
oorlogsvloot van 80 vaartuigen zich
aangeschaft en een staand leger van
een vierde millioen manschappen, van
het nieuwste oorlogsmateriaal voor
zien. Het Japansche volk geeft groote
sommen uit voor moderne kleederen,
horloges, petroleum, naalden, leer,
suiker, naaimachines, spijkers, ijzer-
draad, muziekinstrumenten, wjjn en
chemicaliën, zelfs rijst wordt uit For
mosa ingevoerd, hoewel Japan in 1896
voor 420 millioen gulden rijst ver
bouwde.
Voor niet minder dan 72 millioen
gulden heeft Japan in 't afgeioopen
jaar van Engeland gekocht en voor
21 millioen gulden van Duitscbland.
Hout is een nieuw invoerartikel ge
worden de Japanners hebben hun
eigen bosschen zonder na te denken,
uitgeroeid en geen nieuwe boomen
aangeplant. Thans wordt bout uit
Canada en Amerika ingevoerd, vooral
om buizen te bouwen; want de Japan
sche huizen bestaan hoofdzakelijk uit
hout. Reusachtige branden, die zich
telkens herhalen, zijn daarvan net
gevolg.
Voor de industrie, die ztch ïu kor
ten tijd zoo zeer ontwikkelde, moest
vier vyfde deel der machines uit het
buinenlaud betrokken worden. Ame
rika zorgde voor de sterke en toch
zoo goedkoope locomotievenDuitscb
land voor de machines der textiel
industrie; Engeland voor de stoom
machines. De'outwikkeling der indus
trie moge blijken uit de volgende
getallen. In 18S3 waren er in Japan
84 fabrieken met 1728 paardenkracht
drijfkracht en in 1895 reeds 2758
fabrieken met 62,252 paardekracht
drijfkracht.
De meeste dezer ondernemingen zijn
maatschappijen op aandeelen. hoofdza
kelijk met Japausch kapitaal opgericht
en de wet verbiedt tegenwoordig zelfs
het aanwendeu van buitenlandsch ka
pitaal voor de meeste ondernemingen
in Japan. Deze wet is waarschijn
lijk in 't voordeel van het buitenlandsch
kapitaal. Want de Japanner is in
zaken over 't algemeen niet zeer nauw
van geweten eu in deze dagen van
crisis is de Japanner een zeer lastig
chicaneur.
Het Japausehe volk is wel werk
zaam, doch niet spaarzaam eu in de
goede dagen wordt alles verteerd.
Thans zoekt men bij de hypotheek
banken om hulp. Deze hebben in de
laatste maanden groote sommen voor
geschoten en maken ongeveer 11 pc.
van haar kapitaal.
Een bewijs voor den tjjdeljjken geld
nood is wel het feit, dat vele studen
ten Tokio verlaten en naar huis
terugkeeren, daar hun ouders de vrij
geringe opleidingskosten niet meer
kunnen beta.en.
Amerikanen in Havana.
Een correspondent van de „New-
York Herald", die aan boord van het
kleine stoombootje „M. Moran" eeu
bezoek heeft gebracht aan Cuba's
hoofdstad, onmiddellijk na het bekend
worden van de staking der vijande
lijkheden, geeft daarvan bet volgende
relaas. Wij beginnen met zijn verhaal
waar hy met zyn stoomscheepje de
haven van Havana binnenstoomt.
De haven gaf een beeld van de
grootste vreedzaamheid te aanschou
wen, maar van een doodsclie vreed
zaamheid.
„Terwijl wy wachtten op de toe
stemming om tot de haven te worden
toegelaten, vertoonden zich ailengs
Spaansche vlaggen aan het blauwe
verschiet. Eindelijk gaf adjudant Ver-
digo de gevraagde toestemming en de
„M. Moran" begaf zich naar een an
kerplaats, welke haar was aangewe
zen, ongeveer twee honderd yards van
de Cabelleria Kade. Toen begon ineu
in Havana blijkbaar te bemerken, dat
eeu Amerikaansch sleepbootje van de
Golf was aangekomen eu rustig lag
te schommelen op het kabbelende wa
ter der haven.
Een dozyn Spaansche soldaten ver
schenen op de wallen van Morro Castle
en staardeu naar de boot. Zy wenk
ten hun kameraden, en nu kwamen
er meer te voorschijn, de Mauserge-
weren in de hand. totdat de wallen
geheel en al bezet waren met maunen
in blauwe uniformen, die levendig
tegen elkander stouden te gesticulee-
ren. Aan de stadzyde van de haven
kwameo thans ook personen te voor-
je wel voor het gebruik. Ik heb er nie
mand leed mee berokkend het spijt mij
dat je mij hoorde schieten, maar ik deed
het in de lucht. Ikik was van plan
mij zelf een kogel door den kop te jagen.'
„Waarom, in Godsnaam?"
„Het kwam slechts een oogenblik in
mijn brein op. Het zou per slot van reke
ning toch een lafhartige daad geweest
zijn. Maar dat zag ik eerst in, toen ik
er alle kogels af had geschoten."
„Maar waarom? Wat is er gebeurd?"
„Ik ben de man niet."
„Welke man?"
„De hertog van St. Osmund."
En Claude moest de geheele geschiede
nis aanhoor en, voordat hij aan zijn ver
bazing en ongeloof lucht kon geven.
Toen Jack zweeg, begon hij te lachen.
Hij geloofde van het heele verhaal geen
steek.
„Beste jongen," riep hij uit, „het is
alles leugen en bedrog. Hunt is een
schurk. Ik zou in geen enkel geval zijn
woorden voor waar aannemen."
„Maar dat kasboek dan?"
„Alles bedriegerij
„Dat geloof ik niet. Ik sta voor da
echtheid er van in. Wij zouden immers
onze informaties aan de Bank kunnen
nemen. Hunt is wel een schurk, maar
geen zot."
schyn op de daken der huizen. Ver
scheiden groepen vertoonden zich aan
de kaden en aan de opening van den
grooten zeedyk, naby de „M. Moran".
Het werd allengs zwart van volk,
zoodat men ten laatste geen land
meer kou zienniets dan menschen.
De menigte bleef zwijgend staan
turen. Men zag enkele zakdoeken eu
hoeden wuiven, klaarblijkelijk een
welkomstgroet. Sommigen dreigden
met de vuisten. Doch het grootste
gedeelte zweeg. Zooals wy later ver
namen hadden maarschalk Blanco en
de beambten het volk onbekend ge
laten met het aankiioopen van de
vredesonderhandelingen.
De eene boot na de andere stak
van wal en kwam ons langs zy om
te vragen, wat dit beteekende. Op
een enkele uitzondering na waren
allen beleefd en voorkomend.
„Wat oorlogsnieuws is er?" was
de algemeene vraag.
Toen wy de mannen in de booten
vroegen hoe het in Havana stond,
kregen wij sterk gekleurde antwoor
den, j Degene, die met Spanje sympa
thiseerde. beweerde, dat alles „tran-
qnilla" was; de voorstander der Cu-
baansche partij verzekerdeWy lijden
geducht; wij sterven van den honger."
Ik geloof dat eeu hooggeplaatst
Sp-ansch ambtenaar het dichtst by
de waarheid was, die zei: „Nog twee
maanden en wy hadden moeten ver
hongeren."
Ryst en een grof soort Cubaansch
vleesch zijn nog verkrijgbaar tegen
betrekkelijk goede prijzen, maar meel,
aardappelen, bomen en graan zijn
artikeien van weelde, welke voor het
grootste deel der bevolking niet te
verkrijgen zijn.
Een man vroeg mij een stuk brood
voor zyn vrouw. Zy was ziek. „Ik
heb geld," zei by, „maar ik weet in
de gansche stad geen plaats waar ik
brood kan koopen. Maanden lang
hebben wy geen brood in huis gehad."
De prijzen van kruidenierswaren
zija, naar my verteld werd, geregeld
bij een besluit, waarbij aan a.le krui
deniers verbodeu wordt hun waren te
verkoopeo tegen boogere prijzeu dan
de aangegevehe. Men neemt het daar
mede evenwel zoo ernstig niet; de
kruideniers eischen niettemin fabel
achtige pryzen.
Honderd pond meel is 50 dollars
waard. Brood van inferieure kwali
teit, vervaardigd van Mexicaansch
meel. wordt verkocht tegen 20 cent
(Amerikaaasch) per pondbooneu
tegen 1 dollar per pondgeconden
seerde melk is 80 cent per kan waard
spek 1 .20 dollar per pond eieren 15
cent per stuk.
„Wanneer komen de schepen met
levensmiddelen wordt aan alle kan
ten in de Cubaansche hoofdstad en
door de S0000 soldaten, die zich in
Havana bevinden, gevraagd.
Luitenant Verdugo was zeer be
leefd toen wy met hem door de
O'Reilly straat gingen, volgde de
menigte ons op de hielenalleen de
eerbied voor luitenant Verdugo be
lette hun ons den weg te versperren.
Uit do menigte steeg van tjjd tot tijd
een gemor op, doch ik kou niet be
merken, dat zulks een vijandige be-
teekenis had.
Toen wy het paleis van den kapi
tein-generaal binnentraden kwam ge
neraal Solano, de chef van den gene-
ralen staf, ons mededeelen, dat maar
schalk Blanco tot zyn spijt ons niet
kon ontvangen, zooals wy gevraagd
hadden.
Generaal Solano drong er toen be
leefd maar dringend op aan, dat ik
zoo spoedig mogelijk naar de boot zou
terugkeeren en niet zou beproeven om
langer in Havana te blijven. Hy zeide
te vreezen, dat ik door een dwaling
misschien in handen zou kunnen vallen
van een opgewonden menigte, welke
nog alt\id niet wist, dat de vredes
onderhandelingen begonnen waren en
de blokkade was opgeheven. Generaal
Solano en luitenant Verdugo verze
kerden my, dat zy my dien raad
slechts gaven ter wille van mijn per
soonlijke veiligheid.
De menigte volgde my tot aan de
kade; toen ik de M. Moran weer
naderde, zag ik dat zy geheel en al
omringd was met roei- en zeilbooten,
bezet met lieden van allerlei slag.
Niemand hunner scheen veel te lijden
hebben gehad van gebrek aan voedsel.
Maar zij verzekerden ons. dat er
anderen waren, die honger leden. En
zy vochten oin den inhoud van een
zak Mexicaansebe beschuit, welken
wy hun toewierpen."
„Toegestaan dat het kasboek echt is,
dan zullen vrij gaan onderzoeken, waar
voor die twee honderd pond 's jaars ei
genlijk uitbetaald zijn geworden. Moge
lijk heeft het met dit huwelijk niets te
maken," zeide Claude.
„Claude, beste kerel, ik heb altijd ge
zegd, dat je een genie bent. Denk je,
dat ik bier nooit- over gedacht heb."
„Klaarblijkelijk; de vrouw is als Eli
za Hunt begraven, die naam staat op
den grafsteen, ik zelf heb het gezien.
Maar luister ik zal je zeggen, wat ik
van plan ben."
„Wat dan, oude jongen?"
„Ik zal morgen ochtend naar de stad
rijden en met Maitland, Hollis en Cripps
over de zaak spreken. Zij hebben het
geld uitbetaald en moeten dus weten
hoe de vork in de steel zit. Wacht even
Hunt was zoo verstandig om den da
tum van de voltrekking van het huwe
lijk op te geven.
Welke was dat?"
„22 October 1853."
„Zeide hij niet, dat zdj in de parochie
kerk te Chelsea trouwden?"
„Juist."
Claude teekende deze aanwijzingen op
zijn manchet op.
„Meer behoef ik niet te weten. Ik
vertrek met den eersten trein en kom
Een wond van een Mauser
geweer-patroon.
Een Amerikaansche oorlogscorre
spondent, die voor Santiago dooreen
schot uit een Mausergeweer werd
gewond, heeft in zyn blad zyn onder
vindingen verteld.
„Ik voelde plotseling een slag in
den rug, die noch hard, noch pynlyk
was." verhaalt hy. „Het was alsof
iemand my eeu zachten stoot had
gegeven. Ik viel echter en was tot
myn verbazing onmachtig om op te
staan. Ik had een Mauserkogel in de
voor tzetting van zijn weg verhinderd.
De eersten, die zich oin my bekom
merden, waren de lieden van liet
Roode Kruis, die my verbonden. Kort
daarop onderzocht my de dokter, die
my de weinig troostrijke mededeeling
deed dat ik nog maar een paar mi
nuten had te leven, daar myn wonde
doodelyk was. Ik geloofde hem en
viel behoorlyk in onmacht. Later vond
ik mijzelf weiier meteen aantal andere
gekwetsten in de schaduw van een
boomengroep. Ik gevoelde ia het ge
heel geen pyu en lag iu iiet lange
gras zonder eenige onaaugenarae onder
vinding. De herinnering aan de be
wering van den dokter, dat myn
wond doodelyk was, maakte op myn
geest even weinig indruk als myn
wond op myn lichaam.
Toen ik later weer tot mijzelf kwam,
had ik een gevoel alsof gloeiende
naalden in myu wervelkolom werden
gedreven. Ik begreep later dat dit
gevoel afkomstig wa£ van dc been
splinters, die in mijn ruggemerg waren
gedrongen.
„Myn waarnemingen op het veld
eu later op het hospitaalschip, hebben
iny doen gelooveu dat hot Mauser
geweer een dor barmhartigste oorlogs
werktuigen is, als men daarbij al van
barmhartigheid kan spreken. Een
bijzondere eigenaardigheid van het
Mausergeweer schijnt te zyn dat de
gewonde bijna onmiddellijk neerstort.'
Brand te Brussel
Te Brussel is de markt Sainte-Marie
iu de roe Royale Saiute-Marie Woens
dagmorgen in de asch gelegd. Het
groote marktgebouw, een oppervlakte
beslaande van 4000 meter, stond in
een oogwenk iu lichter laaietal van
groentewinkels, vleeschwiukels enz.
lagen iu korten tyd tegen den grond,
terwyl ook aan de omliggende huizen
ernstige brandschade is toegebracht.
Van het groote marktgebouw staan
nog slechts de vier muren. Het blus-
scbingsvverk werd zeer bemoeilijkt
door het opdringen der menigtenieuws
gierigen, dat dikwijls zoo erg was,
dat de brandweermannen niet naar
behooren konden werken en soms ge
dwongen waren hun slangen te richten
op het publiek inplaats vau op het
brandend gebouw.
Men schat de toegebrachte schade
op 400,000 francs.
Pest te Bombay.
De pest heerscht te Bombay opnieuw
epidemisch. Iu de afgeloopeu week
waren er 103 sterfgevallen, tegen 85
iu de daaraan voorafgaande week.
De gele koorts.
Onder de Amerikaansche troepen
te Moutauk Point hebben zich zeven
gevallen van gele koorts voorgedaan
en 61 verdachte gevallen.
Te Morosilg, in Hongarije, is een
kerktoren ingestort, op liet oogenblik
dat werklieden bezig waren met het
plaatsen van een kruis. Eeu aantal
nieuwsgierigen, die voor de kerk
stonden te kijken, werden onder het
puin bedolven. Men heeft reeds zeven
iyken en tal van gewonden opgehaald.
Oorlogsberichten.
Aan het Evening Journal te New-
York wordt uit Manila gemeld, dat
.Taudines na enkele voorwaarden in
de overgave toestemde.
De voornaams e dezer voorwaarden
is, dat de Amerikanen de Spanjaarden
zullen beschermeu tegen de opstande
lingen.
De Spanjaarden zullen in de posi
ties, welke door de Amerikanen be
zet. zyn, hun wapens uitleveren, be
halve in het No^Melyke deel derstad,
waar de Spanjaarden iu de verschan
singen mogen blijven; bevel is gege
ven de opstandelingen op een afstand
te houden.
Het aantal gesneuvelde Spanjaar-
mei den laatsten terug.
Intusschen verpand ik je mijn woord,
dat jo even zc-ker hertog rijt als de ko
ningin koningin is."
„En jij V' vroeg Jack.
„Odenk maar niet om mijhet is
alles goed zooals het is."
Claude was zich ten volle bewust van
zijn eenigszins heldhaftig gedrag; hij
verheugde er rich over. wat hij reeds
dikwijls in zijn leven had kunnen doen,
als was dan die houding ook wel te ver
mijden geweest.
Maar daar kon hij niets aan doen en
Jack was zeker wel de laatste persoon
om naar de drfveeren van een vriende
lijke daad te gaan zoeken. Hij drukte
Claude hartelijk de hand en rijn stem
beefde toen hij zoide
„Ik weet niet hoe het komt, maar
deze zaak heeft mij meer aangegrepen,
dan ik wel gedacht had.
„Naar den dormmel er meeDrie uur
het zal wel dag worden, voordat wij in
slaap vallen je zult mij niet alleen la
ten, hè? Ik ben angstig en stel mij het
ergste voor, zoolang ik niet beter weet.
Als de lieve zon scliijnt vind ik het niet
zoo erg aan mij zelf te rijn overgelaten,
maar om Godswil verlaat mij van nacht
niet. Ge hebt gezegd, dat ge morgen
naar Londen wilt gaan, blijf dan zoo
den wordt geschat op 150, dat der ge
wonden op 300.
Amerikaansche en Spaansche offi
cieren hebben nu broederschap ge
sloten in de café's.
Het Evening Journal heeft uit
Manilla bericht ontvangen dat vyf
Amerikanen zyn gedood en ongeveer
45 gekwetst by gelegenheid van de
verovering van Manilla. De consuls
waren te voren onderricht van het
plan van Deway om de stad te bom
bardeeren.
De Spanjaarden beantwoordden het
bombardement niet, maar delandmacht
der Amerikanen werd door het Spaan
sche vuur bestookt.
Ongeveer 7000 Spanjaarden gaven
zich over.
Generaal Wilson deelt mede, dat
nadat de Spaansche troepen Zaterdag
Ciales hadden verlaten, ae inwoners
de Amerikaansche vlag hesclien. De
Spaansche troepen keerden terug,
haaldcu de vlag neer, eu doodden 90
personen met maehètes.
Volgens een telegram uit Hongkong
aan de New- York Herald zouden
de Amerikanen moeilijkheden hebben
gehad met de troepen van Aguinaldo,
welke ontevreden zyn niet te kunnen
deeleu in de voordeeleu van de over
gave van Manilla. De insurgeuleu
sloegen aan het muiten eu vielen de
Amerikanen in de verschansingen aan.
Het Dreyfus-borderel.
In ,,Le Siècle" van 16 Augustus is
opgenomen een lang artikel van een oud
artillerie-officier, waarin deze aantoont,
dat de inhoud van het bekende Dreyfus-
borderel, op welk document deze veroor
deeld is, duidelijk aanwijst, dat dit bor
derel niet geschreven kon rijn door een
artillerie-officier, dus ook niet afkomstig
is van Dreyfus, eeu op technisch gebied
zeer kundig artillerie-officier.
De schrijver begint met de mededee
ling, dat in het leger de verschillende
wapenen voor hetzelfde voorwerp dik
werf verschillende benamingen hebben,
zooals o. a. liet geval is met de nationale
kleuren, die zoowel pavilion, drar
peau als ctenda-rd genoemd wor
den. Zoo worden in het borderel uit
drukkingen gebezigd, die een artillerist
nooit zal gebruiken. Ter verduidelijking
laten wij liki den inhoud volgen:
„Sans nouvelles m'indiquant que vous
„désirez me voir, je vous adresse cepen-
„dant, Monsieur, quelques renseigne-
„ments intéressants.
„lo. Unf- note sur le frein liydrauli-
„que du 120 et la manière dont s'est
„conduite cette pièce.
„2o. Une note sur les troupes de cou-
„verture (quelques modifications seront
„apportées par le nouveau plan).
„3. Une note sur une modification a.ux
„formations de l'artillerie.
„4o. Une note relative a Madagascar.
„öo. Le projet de manuel de tir de
„l'artillerie de campagne (14 mars 1894).
„Co dernier document est exti*,me-
„ment difficile a se procurer, et je n©
„puis l'avoir a ma disposition que tres
„peu de jours. Le ministère de la guerre
„en a envoyun nombre fixe dans les
„corps, et ces corps en sont responsables,
„chaque officier détenteur doit remettre
„le si en après les manoeuvres. Si done
„vous voulez y prendre ce qui vous in
téresse et le tenir a ma. disposition
„après, je le pendrai. A moins que vous
„ne vouliez que je le fasse copier in ex-
„tenso et ne vous en adresse la copie.
„Je vais partir en manoeuvres."
Een artillerist zou niet van frein
hydraulique maar van frein hy
dro pneumatique gesproken heb
ben. Evenmin van le 120 en „et la
manière dont s'est conduite
cette pièce, maar Van 1 e 12 0
court en et la manière dont ce
frein s'est comporté.
Breedvroerig toont de schrijver verder
de onmogelijkheid aan, dat Dreyfus naar
waarheid zou kunnen beweren, dat het
„hem zeer moeielijk zou vallen zich het
project var. de handleiding voor de
veldartillerie (14 Maart 1894) te ver
schaffen."
Dit kon geen moeielijkheden opleve
ren, vooral niet aan een kapitein bij
do artillerie.
Ten slotte wijst Schr. nog op de on
juistheid iu dc uitdrukking partir en
manoeuvres en op het feit dat
Dreyfus in het bedoelde jaar de manoeu
vres niet heeft bijgewoond, Esterhazy
echter wel.
Hij komt dan tot de slotsom dat
Drevfus niets met liet borderel kon heb
ben uit te staan gehad. Dat de met het
onderzoek belaste officieren dit niet
uit den inhoud hebben gezien, moet wor-
lang bij mij. Jij mag op de krib gaan
liggen, dan zal ik me wel met den grond
behelpen. Ik zal het vuur aanmaken en
kruidenthee voor je trekken, als je maar
niet heen gaat. Heb jo niet eens gezegd,
dat je mij bij zult staan? En dat hebt
gij ook altijd gedaan altijd; maar
nu kunt gij mij meer dan ooit van dienst
rijn."
Claude was diep geroerd door den ze-
nuwachtigen toestand, waarin deze ster
ke man verkeerde en zag den armen
jongen deelnemend in het oprechte ge-;
laat.
Do enkele, grijze haren aan do slapen
schenen bij het schijnsel der maan spier
wit en er lagen kringen onder rijn oogen,
die Claude nooit te voren opgevallen wa
ren.
Claude stemde toe te blijven maar op
één voorwaarde; dat hij eerst het licht
in den poeëtenhoek zou gaan uitblazen
en de ramen sluiten. Jack ging met hem
ineo; alles was even stil en nergens, be
halve in liet vertrek van den dichter,
brandde nog licht in het kasteel, dat
aan één van beiden behoorden ofschoon
rij nog niet wisten aan wien.
Deze gedachte hield de twee neven
wellicht bezig, toen rij zich zwijgend op
het terras begaven, nadat de vensters
gesloten waren en het licht uitgedraaid
den geweten aan het feit, dat zij allen
infanteri e-officieren waren.
Vervolg Stadewsewwa
Dg Gouden Koets.
In de etaiage van het magazijn
van den heer F. N. Hahn, Groote
Houtstraat 88, is geëtaleerd een mini
atuur van de Gouden Koets, welke
door een deel van Amsterdam's inge
zetenen aau H. M. de Koningin als
huldeblijk word aangeboden. Deze
verkleiui g geeft eene getrouwe af
beelding van de oorspronkelijke koets
en is keurig netjes vervaardigd in
zwaar verguld zilver. By de af werking
is tot in alle details groote zorgvuldig
heid in aebt geuomen.
In de Woensdagavond gehouden
vergadering van de Commissie voor
den optocht, is eene regelingscommis
sie benoemd, waarvan deel uitmaken
de heereu Mr. A. A. Land, W. C.
do Vos, M. Wildeman en M. Preut.
Hedenmiddag kwain een met eeu
paard bespannen bierwagen van de
heeren Uljée eu van der Storm de
Kieine Houtstraat doorrij ien. toen het
linkervoorwiei van deu wagen liep
en de wagen kantelde zoodat een bak
met fiesseheu op de straat viel, eu
deze alle braken. Gelukkig waren de
üesschen leeg.
Het lemoen was ook een weinig
verbogen.
A R IS 8} I O -• S E ïi'iTS
RSCHTBAffll.
Zütting van Donderdag 18 Aug. '9S.
Voor dierenmishandeling moest
M. J. de Kidder terechtstaan. Hij had
een hondje voor rijn kar op ergerlijke
wijze mishandeld en, naar de verklaring
der getuigen, gebeurde dit dikwijls. Be
klaagde was niet verschenen. Een boete
werd tegen hem gevorderd van f 10,
subsidiair 10 dagen hechtenis.
Met waardeering kan worden op
gemerkt, dal het parket te Haarlem die
renmishandeling zooveel mogelijk tegen
gaat. Het. kan niet anders, of hierdoor
moet het kwaad van diereninishaudeling
in het arrondissement verminderen.
üe tweede beklaagde, J. G. Porre,
heeft zijn slecht humeur gekoeld op le-
venlooze voorwerpen.
In do woning van Lijsbet Burghout,
die hij vroeger goed gekend had, sloeg
hij in woede twee vazen, twee lampen,
twee schilderijen en een wekkerklokje
stuk.
„Het was mijn eigendom," zei beklaag
de, „ik had het van haar gekocht voor
tien gulden omdat we weer samen zou
den gaan wonen." Naar het schijnt ont
trok zij zich van die belofte en toen
vorderde beklaagde rijn geld terug of
zijn eigendom. „Liever sla ik het stuk,"
had toen Lijsbet gezeid en düferop was
beklaagde haar voorkomen, en had zelf
de boel vernield.
Lijsbet die een half uur te laat kwam
en daarvoor een reprimande van den
president ontving, verklaarde dat de
meubelen niet rijn eigendom waren,
maar dat van een ander, zekeren Brou
wer.
De zaak is geschorst tot Dinsdag 23
dezer, om alsnog dezen Brouwer als
getuige te hooren.
Weer andere booze menschen rijn
van leer getrokken tegen een muur.
Twee metselaars, A. F. Vrenegoor en
J. W. P. Caiton moesten den muur van
een gebouw aan de Houtstraat voegen,
maar deden dat zoo slecht, dat de eige
naar er over klaagde en him patroon,
de metselaar Rijkers, het daarvoor be-
dongene van him loon afhield, met last
het werk over te gaan doen.
Ze gingen aan den arbeid, maar na
huu vertrek was de heele gevel bescha-
digdstukken van den gevelsteen waren
afgeslagen en overal krassen gemaakt
van wel een meter lang.
Beklaagden trachtten rich te verdedi
gen met de mededeeling, dat de voegspij
ker was uitgegleden, maar een van de
getuigen hec-ft gezien, dat rij het met
opzet hebben gedaan.
Ten slotte erkende Vrenegoor dan
ook, dat het moedwillig is gedaan, omdat
't niet pleizïerig is, een werk over te
moeten doen.
't Had ock niets om het lijf, we had
den 't gemakkelijk beter kunnen maken,
maar in plaats van een boodschap om
het over te doen, kregen we een veld
wachter aan huis met een dagvaarding."
't Repareeren van de schade heeft
was. Toen stak Jack rijn arm door dien
van Claude en beiden keerden hot ge
bouw den rug toe.
HOOFDSTUK XIII.
Lady Caroline Sellwood was verrukt
den volgenden morgen, toen rij naar be
neden ging om te ontbijten, Jack in de
gang te ontmoeten. Hij scheen in een
droomerige bewondering te verkeeren
voor het bronzen beeld. Zijn houding
en de uitdrukking van rijn gelaat pasten
zóó weinig bij hem, dat Lady Caroline
onwillekeurig op de trap bleef staan.
Maar ook slechts voor een oogenblik;
het volgende werd hij zoo overstelpt
door haar vriendelijke zorgzaamheid, dat
hij trachtte zijn gelaat in een opgeruim
der plooi te brengen.
Plotseling werd zij ernstig.
„Maar gij zijt dood opGij riet eir
uit, alsof ge geen oog dicht gedaan hebt
O ik wist wol, dat het zoo zou gaan na
al die drukte; beste, ondeugende her
tog. ge moet wat meer op u zelf pas
sen
„Ik ben dwaas geweest," stemde Jack
toe.
(Wordt vervolgd.)