schrijfgereedschap enz. stygt deze jaarlyksehe uitgaaf tot ongeveer vijf tig millioen. Telt men dan daarbij nog de departementale takkeu van dienst dan komt men tot een totaal van 1200 millioen francs per jaardat is ge middeld ongeveer 120 frs. per gezin. Het Hooley-proces. Het hooggerechtshof te Londen heeft Woensdag arrest gewezen in zake Hooley's beschuldigingen van omkooping tegen Lord De la Wan en Broadley. Het hof verklaarde De la Warr onschuldig aan het plegen van omkooperij, door te trachten Hoo- ley met geldsommen tot meineed te verleiden, maar het was van oordeel dat De la Warr indiscreet had ge handeld, en veroordeelde hem deswege tot betaling van de kosten van het geding. Het hof achtte Broadley schuldig aan omkooperij en meineed, maar veroordeelde hem toch slechts tot dezelfde straf ais De la Warr. Bradshaw werd vrijgesproken, maar moet meebetalen in de kosten van het geding. Racket's vonnis is tot den herfst uitgesteld. Brand in Rusland. Nauwelijks is in Kazan de groote brand gebluscht, of in Nizjni-Nóvgo- rod breekt er een uit, d\e weliswaar niet znlke. maar toch ook aanmerke lijke verwoestingen aanricht. De brand ontstond Maandag in een grooten stoommolc-n eu breidde zich snel uit. Verscheiden houtloodseo en fabrieken en tachtig huizen verbrandden, en vier werklei en een brandweerman kregen wonden. De schade wordt op anderhalf mil lioen roebel geschat. De druifluis. Uit Rome wordt aan de Temps gemeld dat de druifluis zich vreeselyk uitbreidt. In de provincie Alexandria, de wijn rijkste van Piemont, zijn de wijnbergen van zes groote eigenaars verwoest. Aan dc regeeriug wordt verweten dat zij, uit vorkeerde zui nigheid, geen voldoende voorzorgen heeft genomen. De schade wordt nu al op êen milliard geschat. Onweer. In het Hongaarsche koraitaat Bekos» ten oosten van do Tetss, heeft een onweer vreeselijke verwoestingen aan gericht. In Sarret vlogen over de honderd daken van de huizen. Vreeselijke storm- en onweersbe- richten komen ook uit het gouverne ment Plock, in Russisch-Polen, ver halen van door den bliksem gedoode! menschen ("drie-en-twintig), verdron ken en doodgeslagen vee, weggedreven bruggen, ontwortelde boomen en ver nield graan. Over Japan. Uit Tokio wordt aan de Köln. Ztg. geschreven: Japan, voor de meeste Europeanen 'ttooverland der opgaande zon, der sprookjesachtige tempels en pagoden en der poëzievolle bloemtui nen, lijdt aan een hoogst prozaïsch geldgebrek. De staat heeft geen geld en de aangevraagde verliooging der grondbelasting is door den Rijksdag niet ingewilligd. De kooplieden heb ben geen geid en het hoofdvoedings middel, rijst, is sedert twee jaar dub bel zoo duur geworden. Waar vandaan komt dan dit druk kende, overal te voorschijn tredende geldgebrekIn de 48 jaren, gedurende welke de havens van Japan vooralle handeldrijvende naties geopend zijn, hebben de Japanners op verrasseude wijze alle westersche behoeften over genomen. Haar waarde is in de laat ste jaren op eeu wy'ze toegeuomeri, dat zij door de waarde der uitvoer artikelen zijde, thee, koper, kool, stroomatten eu voorwerpen van kunst nijverheid niet meer kou gedekt worden. Daar de Yereenigde Staten groote afnemers zijn voor de duur ste artike len (zijde-export naar Amerika alleen leverde in 1897 den Japanners 92 millioen gulden op) heeft de Spaansch- Amerikaansche oorlog de crisis tot de grootste hoogte doen stjigen. Als Japan een land was. welks bewoners over eenig kapitaal beschikten, dan zou een geldcrisis als de tegenwoor dige zich onmogelijk in zoo korten tijd kunnen doen gevoelen. Doch de Japanner heeft slechts zooveel onder- deeren als liet tot het verleden behoor de, wat de mensch meestal doet. Toch was dat wel tc overkomen. Maar Olivia te moeten missen dat was meer dan hij zou kunnen dragen. En toch mocht hij niet meer aan haar denken, want wie was luj nu? In plaats van een hertog ei genlijk niemandmoest hij dan werke lijk alleen naar zijn bosschen torugkee- ren? Moest hij dan voor altijd de aan raking van die zachte handen on die lieve oogen ontvlieden? Weer voelde hij den druk van haar handje op zijn arm en deze herinnoring was duizendmaal pijnlijker dan die aan het verlichte To wers. Zou de dood...... Wacht. Daar lag het pistool nog op tafel. Het staal blonk in het maanlicht. Hij hield zijn adem in en staarde zoolang op het in het maanlicht flikkerende voorwerp, totdat 't in zijn verbeelding in een oog verblindenden zonneglans veranderde. En hij wist nauwelijks wat hij gedaan had, toen Claude kwaru, die hem nog met do heeto revolver in de hand vond. Jack zag den poeet met doffe oogen aan, die slechts erven opflikkerdentoen gooide hij de ledige hulzen weg on gaf het wapen aan Claude terug. „Ik heb het niet meer noodig en dank nemingsgeest om zich de middelen tot een "gemakkelijk genotrijk leven to kunnen verschaneu. De .Japznners hebben in 25 jaar 4000 K M. spoorwegen gebouwd of liever van het buitenland gekocht, een oorlogsvloot van 80 vaartuigen zich aangeschaft en een staand leger van een vierde millioen manschappen, van het nieuwste oorlogsmateriaal voor zien. Het Japansche volk geeft groote sommen uit voor moderne kleederen, horloges, petroleum, naalden, leer, suiker, naaimachines, spijkers, ijzer- draad, muziekinstrumenten, wjjn en chemicaliën, zelfs rijst wordt uit For mosa ingevoerd, hoewel Japan in 1896 voor 420 millioen gulden rijst ver bouwde. Voor niet minder dan 72 millioen gulden heeft Japan in 't afgeioopen jaar van Engeland gekocht en voor 21 millioen gulden van Duitscbland. Hout is een nieuw invoerartikel ge worden de Japanners hebben hun eigen bosschen zonder na te denken, uitgeroeid en geen nieuwe boomen aangeplant. Thans wordt bout uit Canada en Amerika ingevoerd, vooral om buizen te bouwen; want de Japan sche huizen bestaan hoofdzakelijk uit hout. Reusachtige branden, die zich telkens herhalen, zijn daarvan net gevolg. Voor de industrie, die ztch ïu kor ten tijd zoo zeer ontwikkelde, moest vier vyfde deel der machines uit het buinenlaud betrokken worden. Ame rika zorgde voor de sterke en toch zoo goedkoope locomotievenDuitscb land voor de machines der textiel industrie; Engeland voor de stoom machines. De'outwikkeling der indus trie moge blijken uit de volgende getallen. In 18S3 waren er in Japan 84 fabrieken met 1728 paardenkracht drijfkracht en in 1895 reeds 2758 fabrieken met 62,252 paardekracht drijfkracht. De meeste dezer ondernemingen zijn maatschappijen op aandeelen. hoofdza kelijk met Japausch kapitaal opgericht en de wet verbiedt tegenwoordig zelfs het aanwendeu van buitenlandsch ka pitaal voor de meeste ondernemingen in Japan. Deze wet is waarschijn lijk in 't voordeel van het buitenlandsch kapitaal. Want de Japanner is in zaken over 't algemeen niet zeer nauw van geweten eu in deze dagen van crisis is de Japanner een zeer lastig chicaneur. Het Japausehe volk is wel werk zaam, doch niet spaarzaam eu in de goede dagen wordt alles verteerd. Thans zoekt men bij de hypotheek banken om hulp. Deze hebben in de laatste maanden groote sommen voor geschoten en maken ongeveer 11 pc. van haar kapitaal. Een bewijs voor den tjjdeljjken geld nood is wel het feit, dat vele studen ten Tokio verlaten en naar huis terugkeeren, daar hun ouders de vrij geringe opleidingskosten niet meer kunnen beta.en. Amerikanen in Havana. Een correspondent van de „New- York Herald", die aan boord van het kleine stoombootje „M. Moran" eeu bezoek heeft gebracht aan Cuba's hoofdstad, onmiddellijk na het bekend worden van de staking der vijande lijkheden, geeft daarvan bet volgende relaas. Wij beginnen met zijn verhaal waar hy met zyn stoomscheepje de haven van Havana binnenstoomt. De haven gaf een beeld van de grootste vreedzaamheid te aanschou wen, maar van een doodsclie vreed zaamheid. „Terwijl wy wachtten op de toe stemming om tot de haven te worden toegelaten, vertoonden zich ailengs Spaansche vlaggen aan het blauwe verschiet. Eindelijk gaf adjudant Ver- digo de gevraagde toestemming en de „M. Moran" begaf zich naar een an kerplaats, welke haar was aangewe zen, ongeveer twee honderd yards van de Cabelleria Kade. Toen begon ineu in Havana blijkbaar te bemerken, dat eeu Amerikaansch sleepbootje van de Golf was aangekomen eu rustig lag te schommelen op het kabbelende wa ter der haven. Een dozyn Spaansche soldaten ver schenen op de wallen van Morro Castle en staardeu naar de boot. Zy wenk ten hun kameraden, en nu kwamen er meer te voorschijn, de Mauserge- weren in de hand. totdat de wallen geheel en al bezet waren met maunen in blauwe uniformen, die levendig tegen elkander stouden te gesticulee- ren. Aan de stadzyde van de haven kwameo thans ook personen te voor- je wel voor het gebruik. Ik heb er nie mand leed mee berokkend het spijt mij dat je mij hoorde schieten, maar ik deed het in de lucht. Ikik was van plan mij zelf een kogel door den kop te jagen.' „Waarom, in Godsnaam?" „Het kwam slechts een oogenblik in mijn brein op. Het zou per slot van reke ning toch een lafhartige daad geweest zijn. Maar dat zag ik eerst in, toen ik er alle kogels af had geschoten." „Maar waarom? Wat is er gebeurd?" „Ik ben de man niet." „Welke man?" „De hertog van St. Osmund." En Claude moest de geheele geschiede nis aanhoor en, voordat hij aan zijn ver bazing en ongeloof lucht kon geven. Toen Jack zweeg, begon hij te lachen. Hij geloofde van het heele verhaal geen steek. „Beste jongen," riep hij uit, „het is alles leugen en bedrog. Hunt is een schurk. Ik zou in geen enkel geval zijn woorden voor waar aannemen." „Maar dat kasboek dan?" „Alles bedriegerij „Dat geloof ik niet. Ik sta voor da echtheid er van in. Wij zouden immers onze informaties aan de Bank kunnen nemen. Hunt is wel een schurk, maar geen zot." schyn op de daken der huizen. Ver scheiden groepen vertoonden zich aan de kaden en aan de opening van den grooten zeedyk, naby de „M. Moran". Het werd allengs zwart van volk, zoodat men ten laatste geen land meer kou zienniets dan menschen. De menigte bleef zwijgend staan turen. Men zag enkele zakdoeken eu hoeden wuiven, klaarblijkelijk een welkomstgroet. Sommigen dreigden met de vuisten. Doch het grootste gedeelte zweeg. Zooals wy later ver namen hadden maarschalk Blanco en de beambten het volk onbekend ge laten met het aankiioopen van de vredesonderhandelingen. De eene boot na de andere stak van wal en kwam ons langs zy om te vragen, wat dit beteekende. Op een enkele uitzondering na waren allen beleefd en voorkomend. „Wat oorlogsnieuws is er?" was de algemeene vraag. Toen wy de mannen in de booten vroegen hoe het in Havana stond, kregen wij sterk gekleurde antwoor den, j Degene, die met Spanje sympa thiseerde. beweerde, dat alles „tran- qnilla" was; de voorstander der Cu- baansche partij verzekerdeWy lijden geducht; wij sterven van den honger." Ik geloof dat eeu hooggeplaatst Sp-ansch ambtenaar het dichtst by de waarheid was, die zei: „Nog twee maanden en wy hadden moeten ver hongeren." Ryst en een grof soort Cubaansch vleesch zijn nog verkrijgbaar tegen betrekkelijk goede prijzen, maar meel, aardappelen, bomen en graan zijn artikeien van weelde, welke voor het grootste deel der bevolking niet te verkrijgen zijn. Een man vroeg mij een stuk brood voor zyn vrouw. Zy was ziek. „Ik heb geld," zei by, „maar ik weet in de gansche stad geen plaats waar ik brood kan koopen. Maanden lang hebben wy geen brood in huis gehad." De prijzen van kruidenierswaren zija, naar my verteld werd, geregeld bij een besluit, waarbij aan a.le krui deniers verbodeu wordt hun waren te verkoopeo tegen boogere prijzeu dan de aangegevehe. Men neemt het daar mede evenwel zoo ernstig niet; de kruideniers eischen niettemin fabel achtige pryzen. Honderd pond meel is 50 dollars waard. Brood van inferieure kwali teit, vervaardigd van Mexicaansch meel. wordt verkocht tegen 20 cent (Amerikaaasch) per pondbooneu tegen 1 dollar per pondgeconden seerde melk is 80 cent per kan waard spek 1 .20 dollar per pond eieren 15 cent per stuk. „Wanneer komen de schepen met levensmiddelen wordt aan alle kan ten in de Cubaansche hoofdstad en door de S0000 soldaten, die zich in Havana bevinden, gevraagd. Luitenant Verdugo was zeer be leefd toen wy met hem door de O'Reilly straat gingen, volgde de menigte ons op de hielenalleen de eerbied voor luitenant Verdugo be lette hun ons den weg te versperren. Uit do menigte steeg van tjjd tot tijd een gemor op, doch ik kou niet be merken, dat zulks een vijandige be- teekenis had. Toen wy het paleis van den kapi tein-generaal binnentraden kwam ge neraal Solano, de chef van den gene- ralen staf, ons mededeelen, dat maar schalk Blanco tot zyn spijt ons niet kon ontvangen, zooals wy gevraagd hadden. Generaal Solano drong er toen be leefd maar dringend op aan, dat ik zoo spoedig mogelijk naar de boot zou terugkeeren en niet zou beproeven om langer in Havana te blijven. Hy zeide te vreezen, dat ik door een dwaling misschien in handen zou kunnen vallen van een opgewonden menigte, welke nog alt\id niet wist, dat de vredes onderhandelingen begonnen waren en de blokkade was opgeheven. Generaal Solano en luitenant Verdugo verze kerden my, dat zy my dien raad slechts gaven ter wille van mijn per soonlijke veiligheid. De menigte volgde my tot aan de kade; toen ik de M. Moran weer naderde, zag ik dat zy geheel en al omringd was met roei- en zeilbooten, bezet met lieden van allerlei slag. Niemand hunner scheen veel te lijden hebben gehad van gebrek aan voedsel. Maar zij verzekerden ons. dat er anderen waren, die honger leden. En zy vochten oin den inhoud van een zak Mexicaansebe beschuit, welken wy hun toewierpen." „Toegestaan dat het kasboek echt is, dan zullen vrij gaan onderzoeken, waar voor die twee honderd pond 's jaars ei genlijk uitbetaald zijn geworden. Moge lijk heeft het met dit huwelijk niets te maken," zeide Claude. „Claude, beste kerel, ik heb altijd ge zegd, dat je een genie bent. Denk je, dat ik bier nooit- over gedacht heb." „Klaarblijkelijk; de vrouw is als Eli za Hunt begraven, die naam staat op den grafsteen, ik zelf heb het gezien. Maar luister ik zal je zeggen, wat ik van plan ben." „Wat dan, oude jongen?" „Ik zal morgen ochtend naar de stad rijden en met Maitland, Hollis en Cripps over de zaak spreken. Zij hebben het geld uitbetaald en moeten dus weten hoe de vork in de steel zit. Wacht even Hunt was zoo verstandig om den da tum van de voltrekking van het huwe lijk op te geven. Welke was dat?" „22 October 1853." „Zeide hij niet, dat zdj in de parochie kerk te Chelsea trouwden?" „Juist." Claude teekende deze aanwijzingen op zijn manchet op. „Meer behoef ik niet te weten. Ik vertrek met den eersten trein en kom Een wond van een Mauser geweer-patroon. Een Amerikaansche oorlogscorre spondent, die voor Santiago dooreen schot uit een Mausergeweer werd gewond, heeft in zyn blad zyn onder vindingen verteld. „Ik voelde plotseling een slag in den rug, die noch hard, noch pynlyk was." verhaalt hy. „Het was alsof iemand my eeu zachten stoot had gegeven. Ik viel echter en was tot myn verbazing onmachtig om op te staan. Ik had een Mauserkogel in de voor tzetting van zijn weg verhinderd. De eersten, die zich oin my bekom merden, waren de lieden van liet Roode Kruis, die my verbonden. Kort daarop onderzocht my de dokter, die my de weinig troostrijke mededeeling deed dat ik nog maar een paar mi nuten had te leven, daar myn wonde doodelyk was. Ik geloofde hem en viel behoorlyk in onmacht. Later vond ik mijzelf weiier meteen aantal andere gekwetsten in de schaduw van een boomengroep. Ik gevoelde ia het ge heel geen pyu en lag iu iiet lange gras zonder eenige onaaugenarae onder vinding. De herinnering aan de be wering van den dokter, dat myn wond doodelyk was, maakte op myn geest even weinig indruk als myn wond op myn lichaam. Toen ik later weer tot mijzelf kwam, had ik een gevoel alsof gloeiende naalden in myu wervelkolom werden gedreven. Ik begreep later dat dit gevoel afkomstig wa£ van dc been splinters, die in mijn ruggemerg waren gedrongen. „Myn waarnemingen op het veld eu later op het hospitaalschip, hebben iny doen gelooveu dat hot Mauser geweer een dor barmhartigste oorlogs werktuigen is, als men daarbij al van barmhartigheid kan spreken. Een bijzondere eigenaardigheid van het Mausergeweer schijnt te zyn dat de gewonde bijna onmiddellijk neerstort.' Brand te Brussel Te Brussel is de markt Sainte-Marie iu de roe Royale Saiute-Marie Woens dagmorgen in de asch gelegd. Het groote marktgebouw, een oppervlakte beslaande van 4000 meter, stond in een oogwenk iu lichter laaietal van groentewinkels, vleeschwiukels enz. lagen iu korten tyd tegen den grond, terwyl ook aan de omliggende huizen ernstige brandschade is toegebracht. Van het groote marktgebouw staan nog slechts de vier muren. Het blus- scbingsvverk werd zeer bemoeilijkt door het opdringen der menigtenieuws gierigen, dat dikwijls zoo erg was, dat de brandweermannen niet naar behooren konden werken en soms ge dwongen waren hun slangen te richten op het publiek inplaats vau op het brandend gebouw. Men schat de toegebrachte schade op 400,000 francs. Pest te Bombay. De pest heerscht te Bombay opnieuw epidemisch. Iu de afgeloopeu week waren er 103 sterfgevallen, tegen 85 iu de daaraan voorafgaande week. De gele koorts. Onder de Amerikaansche troepen te Moutauk Point hebben zich zeven gevallen van gele koorts voorgedaan en 61 verdachte gevallen. Te Morosilg, in Hongarije, is een kerktoren ingestort, op liet oogenblik dat werklieden bezig waren met het plaatsen van een kruis. Eeu aantal nieuwsgierigen, die voor de kerk stonden te kijken, werden onder het puin bedolven. Men heeft reeds zeven iyken en tal van gewonden opgehaald. Oorlogsberichten. Aan het Evening Journal te New- York wordt uit Manila gemeld, dat .Taudines na enkele voorwaarden in de overgave toestemde. De voornaams e dezer voorwaarden is, dat de Amerikanen de Spanjaarden zullen beschermeu tegen de opstande lingen. De Spanjaarden zullen in de posi ties, welke door de Amerikanen be zet. zyn, hun wapens uitleveren, be halve in het No^Melyke deel derstad, waar de Spanjaarden iu de verschan singen mogen blijven; bevel is gege ven de opstandelingen op een afstand te houden. Het aantal gesneuvelde Spanjaar- mei den laatsten terug. Intusschen verpand ik je mijn woord, dat jo even zc-ker hertog rijt als de ko ningin koningin is." „En jij V' vroeg Jack. „Odenk maar niet om mijhet is alles goed zooals het is." Claude was zich ten volle bewust van zijn eenigszins heldhaftig gedrag; hij verheugde er rich over. wat hij reeds dikwijls in zijn leven had kunnen doen, als was dan die houding ook wel te ver mijden geweest. Maar daar kon hij niets aan doen en Jack was zeker wel de laatste persoon om naar de drfveeren van een vriende lijke daad te gaan zoeken. Hij drukte Claude hartelijk de hand en rijn stem beefde toen hij zoide „Ik weet niet hoe het komt, maar deze zaak heeft mij meer aangegrepen, dan ik wel gedacht had. „Naar den dormmel er meeDrie uur het zal wel dag worden, voordat wij in slaap vallen je zult mij niet alleen la ten, hè? Ik ben angstig en stel mij het ergste voor, zoolang ik niet beter weet. Als de lieve zon scliijnt vind ik het niet zoo erg aan mij zelf te rijn overgelaten, maar om Godswil verlaat mij van nacht niet. Ge hebt gezegd, dat ge morgen naar Londen wilt gaan, blijf dan zoo den wordt geschat op 150, dat der ge wonden op 300. Amerikaansche en Spaansche offi cieren hebben nu broederschap ge sloten in de café's. Het Evening Journal heeft uit Manilla bericht ontvangen dat vyf Amerikanen zyn gedood en ongeveer 45 gekwetst by gelegenheid van de verovering van Manilla. De consuls waren te voren onderricht van het plan van Deway om de stad te bom bardeeren. De Spanjaarden beantwoordden het bombardement niet, maar delandmacht der Amerikanen werd door het Spaan sche vuur bestookt. Ongeveer 7000 Spanjaarden gaven zich over. Generaal Wilson deelt mede, dat nadat de Spaansche troepen Zaterdag Ciales hadden verlaten, ae inwoners de Amerikaansche vlag hesclien. De Spaansche troepen keerden terug, haaldcu de vlag neer, eu doodden 90 personen met maehètes. Volgens een telegram uit Hongkong aan de New- York Herald zouden de Amerikanen moeilijkheden hebben gehad met de troepen van Aguinaldo, welke ontevreden zyn niet te kunnen deeleu in de voordeeleu van de over gave van Manilla. De insurgeuleu sloegen aan het muiten eu vielen de Amerikanen in de verschansingen aan. Het Dreyfus-borderel. In ,,Le Siècle" van 16 Augustus is opgenomen een lang artikel van een oud artillerie-officier, waarin deze aantoont, dat de inhoud van het bekende Dreyfus- borderel, op welk document deze veroor deeld is, duidelijk aanwijst, dat dit bor derel niet geschreven kon rijn door een artillerie-officier, dus ook niet afkomstig is van Dreyfus, eeu op technisch gebied zeer kundig artillerie-officier. De schrijver begint met de mededee ling, dat in het leger de verschillende wapenen voor hetzelfde voorwerp dik werf verschillende benamingen hebben, zooals o. a. liet geval is met de nationale kleuren, die zoowel pavilion, drar peau als ctenda-rd genoemd wor den. Zoo worden in het borderel uit drukkingen gebezigd, die een artillerist nooit zal gebruiken. Ter verduidelijking laten wij liki den inhoud volgen: „Sans nouvelles m'indiquant que vous „désirez me voir, je vous adresse cepen- „dant, Monsieur, quelques renseigne- „ments intéressants. „lo. Unf- note sur le frein liydrauli- „que du 120 et la manière dont s'est „conduite cette pièce. „2o. Une note sur les troupes de cou- „verture (quelques modifications seront „apportées par le nouveau plan). „3. Une note sur une modification a.ux „formations de l'artillerie. „4o. Une note relative a Madagascar. „öo. Le projet de manuel de tir de „l'artillerie de campagne (14 mars 1894). „Co dernier document est exti*,me- „ment difficile a se procurer, et je n© „puis l'avoir a ma disposition que tres „peu de jours. Le ministère de la guerre „en a envoyun nombre fixe dans les „corps, et ces corps en sont responsables, „chaque officier détenteur doit remettre „le si en après les manoeuvres. Si done „vous voulez y prendre ce qui vous in téresse et le tenir a ma. disposition „après, je le pendrai. A moins que vous „ne vouliez que je le fasse copier in ex- „tenso et ne vous en adresse la copie. „Je vais partir en manoeuvres." Een artillerist zou niet van frein hydraulique maar van frein hy dro pneumatique gesproken heb ben. Evenmin van le 120 en „et la manière dont s'est conduite cette pièce, maar Van 1 e 12 0 court en et la manière dont ce frein s'est comporté. Breedvroerig toont de schrijver verder de onmogelijkheid aan, dat Dreyfus naar waarheid zou kunnen beweren, dat het „hem zeer moeielijk zou vallen zich het project var. de handleiding voor de veldartillerie (14 Maart 1894) te ver schaffen." Dit kon geen moeielijkheden opleve ren, vooral niet aan een kapitein bij do artillerie. Ten slotte wijst Schr. nog op de on juistheid iu dc uitdrukking partir en manoeuvres en op het feit dat Dreyfus in het bedoelde jaar de manoeu vres niet heeft bijgewoond, Esterhazy echter wel. Hij komt dan tot de slotsom dat Drevfus niets met liet borderel kon heb ben uit te staan gehad. Dat de met het onderzoek belaste officieren dit niet uit den inhoud hebben gezien, moet wor- lang bij mij. Jij mag op de krib gaan liggen, dan zal ik me wel met den grond behelpen. Ik zal het vuur aanmaken en kruidenthee voor je trekken, als je maar niet heen gaat. Heb jo niet eens gezegd, dat je mij bij zult staan? En dat hebt gij ook altijd gedaan altijd; maar nu kunt gij mij meer dan ooit van dienst rijn." Claude was diep geroerd door den ze- nuwachtigen toestand, waarin deze ster ke man verkeerde en zag den armen jongen deelnemend in het oprechte ge-; laat. Do enkele, grijze haren aan do slapen schenen bij het schijnsel der maan spier wit en er lagen kringen onder rijn oogen, die Claude nooit te voren opgevallen wa ren. Claude stemde toe te blijven maar op één voorwaarde; dat hij eerst het licht in den poeëtenhoek zou gaan uitblazen en de ramen sluiten. Jack ging met hem ineo; alles was even stil en nergens, be halve in liet vertrek van den dichter, brandde nog licht in het kasteel, dat aan één van beiden behoorden ofschoon rij nog niet wisten aan wien. Deze gedachte hield de twee neven wellicht bezig, toen rij zich zwijgend op het terras begaven, nadat de vensters gesloten waren en het licht uitgedraaid den geweten aan het feit, dat zij allen infanteri e-officieren waren. Vervolg Stadewsewwa Dg Gouden Koets. In de etaiage van het magazijn van den heer F. N. Hahn, Groote Houtstraat 88, is geëtaleerd een mini atuur van de Gouden Koets, welke door een deel van Amsterdam's inge zetenen aau H. M. de Koningin als huldeblijk word aangeboden. Deze verkleiui g geeft eene getrouwe af beelding van de oorspronkelijke koets en is keurig netjes vervaardigd in zwaar verguld zilver. By de af werking is tot in alle details groote zorgvuldig heid in aebt geuomen. In de Woensdagavond gehouden vergadering van de Commissie voor den optocht, is eene regelingscommis sie benoemd, waarvan deel uitmaken de heereu Mr. A. A. Land, W. C. do Vos, M. Wildeman en M. Preut. Hedenmiddag kwain een met eeu paard bespannen bierwagen van de heeren Uljée eu van der Storm de Kieine Houtstraat doorrij ien. toen het linkervoorwiei van deu wagen liep en de wagen kantelde zoodat een bak met fiesseheu op de straat viel, eu deze alle braken. Gelukkig waren de üesschen leeg. Het lemoen was ook een weinig verbogen. A R IS 8} I O -• S E ïi'iTS RSCHTBAffll. Zütting van Donderdag 18 Aug. '9S. Voor dierenmishandeling moest M. J. de Kidder terechtstaan. Hij had een hondje voor rijn kar op ergerlijke wijze mishandeld en, naar de verklaring der getuigen, gebeurde dit dikwijls. Be klaagde was niet verschenen. Een boete werd tegen hem gevorderd van f 10, subsidiair 10 dagen hechtenis. Met waardeering kan worden op gemerkt, dal het parket te Haarlem die renmishandeling zooveel mogelijk tegen gaat. Het. kan niet anders, of hierdoor moet het kwaad van diereninishaudeling in het arrondissement verminderen. üe tweede beklaagde, J. G. Porre, heeft zijn slecht humeur gekoeld op le- venlooze voorwerpen. In do woning van Lijsbet Burghout, die hij vroeger goed gekend had, sloeg hij in woede twee vazen, twee lampen, twee schilderijen en een wekkerklokje stuk. „Het was mijn eigendom," zei beklaag de, „ik had het van haar gekocht voor tien gulden omdat we weer samen zou den gaan wonen." Naar het schijnt ont trok zij zich van die belofte en toen vorderde beklaagde rijn geld terug of zijn eigendom. „Liever sla ik het stuk," had toen Lijsbet gezeid en düferop was beklaagde haar voorkomen, en had zelf de boel vernield. Lijsbet die een half uur te laat kwam en daarvoor een reprimande van den president ontving, verklaarde dat de meubelen niet rijn eigendom waren, maar dat van een ander, zekeren Brou wer. De zaak is geschorst tot Dinsdag 23 dezer, om alsnog dezen Brouwer als getuige te hooren. Weer andere booze menschen rijn van leer getrokken tegen een muur. Twee metselaars, A. F. Vrenegoor en J. W. P. Caiton moesten den muur van een gebouw aan de Houtstraat voegen, maar deden dat zoo slecht, dat de eige naar er over klaagde en him patroon, de metselaar Rijkers, het daarvoor be- dongene van him loon afhield, met last het werk over te gaan doen. Ze gingen aan den arbeid, maar na huu vertrek was de heele gevel bescha- digdstukken van den gevelsteen waren afgeslagen en overal krassen gemaakt van wel een meter lang. Beklaagden trachtten rich te verdedi gen met de mededeeling, dat de voegspij ker was uitgegleden, maar een van de getuigen hec-ft gezien, dat rij het met opzet hebben gedaan. Ten slotte erkende Vrenegoor dan ook, dat het moedwillig is gedaan, omdat 't niet pleizïerig is, een werk over te moeten doen. 't Had ock niets om het lijf, we had den 't gemakkelijk beter kunnen maken, maar in plaats van een boodschap om het over te doen, kregen we een veld wachter aan huis met een dagvaarding." 't Repareeren van de schade heeft was. Toen stak Jack rijn arm door dien van Claude en beiden keerden hot ge bouw den rug toe. HOOFDSTUK XIII. Lady Caroline Sellwood was verrukt den volgenden morgen, toen rij naar be neden ging om te ontbijten, Jack in de gang te ontmoeten. Hij scheen in een droomerige bewondering te verkeeren voor het bronzen beeld. Zijn houding en de uitdrukking van rijn gelaat pasten zóó weinig bij hem, dat Lady Caroline onwillekeurig op de trap bleef staan. Maar ook slechts voor een oogenblik; het volgende werd hij zoo overstelpt door haar vriendelijke zorgzaamheid, dat hij trachtte zijn gelaat in een opgeruim der plooi te brengen. Plotseling werd zij ernstig. „Maar gij zijt dood opGij riet eir uit, alsof ge geen oog dicht gedaan hebt O ik wist wol, dat het zoo zou gaan na al die drukte; beste, ondeugende her tog. ge moet wat meer op u zelf pas sen „Ik ben dwaas geweest," stemde Jack toe. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2