NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De avonturen van
Friquette.
16e Jaargang. Donderdag 8 September 1898. Do. 4860
HAARLEM S DAGBLAD
AJBOZCsT3SrEövrE12NrTSnRIJ™S: A ~n"V~TnT:?.rT'"FlT<3-rT'T~fnT<r-
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der By Abonnement aanzienlijk rabat,
gemeente), per 3 maanden1.30 ^jTfReclames 20 Cent per regel.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Ti 7 77 77 7 7 i
A nn. vy tMV liSiMiiltlAbonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
Alzonaeriyke nummers 0.05 jrj en door aIle Boekhandelaren en Courantiers.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
de omstreken en franco per post0.37i/2 Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slb'is Faubourg Montmartre.
Met uitzondering ran het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nyverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
J. LEUVEN,by de tolSpaamdamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn: Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemste
Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën i
STADSNIEUWS
Eerste en tweede pagina.
Haarlem, 7 Sopt. 1898.
Inhuldigingsfeesten.
De inhuldiging van H. M. is hier
r stede ook op waardige wyze ge-
ierd. Het Leidsche kwartier opende
ie feestelijkheid met een groot kin-
lerfeest (zie ons vorige nummer) dat
a alle deelen goed geslaagd mag
ieeten. Des avonds was een optocht
'eorganiseerd, dezelfde die des mor-
fens was gehouden, doch nu verlicht
(net lampions en flambouwen.
Nadat de stoet wederom op het ter
rein voor de school was samengesteld,
werd ouder het spelen der muziek
^en rondgang door het Leidsche kwar
tier gemaakt. Van het Leidscheplein
—Hit trok men door Leidschestraat over
Wilsonsplein door Wilhelminastraat,
Prins Hendrikstraat naar Rollandstr.
vandaar langs Oranjestraat en
weder naar de school
Langs den te volgen weg hadden
ïich duizenden toeschouwers opge
steld, die de zingende jeugd gade
Het geheel leverde een bai-
tengewoon aardig gezicht op. Alles
[iep in de bes:e orde af, waarvoor aan
ie politie voorzeker een woord van
lof toekomt.
Op het Leidscheplein aangekomen,
iverden de verschillende benoodigd-
peden voor den optocht door deklei-
pen afgedragen, waarna zij allen zeer
toldaan over het genotene huiswaarts
keerden. Een woord van dank aan
ie commissie, die den kleinen een zoo
dag heeft bezorgd; aan
heer W. van der Eynde, onder
Hens leiding het kinderfeest zoo goed
f slaagde, aan den heer D, Brinkman,
|ïie de verschillende decoratiën voor
"llen optocht ontwierp en uitvoerde
fc[de kroon was een waar meesterstuk)
f&n die den stoet zoo uitstekend heeft
'eorganiseerd, alsmede aan allen, die
ot het welslagen van dit feest heb-
ien medegewerkt, is hier voorzeker
ip zijne plaats.
Ook in de andere stadsgedeelten
rerd feest gevierd.
In de Spaarnwouderstraat was het
ie heer H. Velthuysen, diebygestaan
loor eenige bewoners dier straat zyn
turen des avonds eene muziekuitvoe-
ing door de kapel van den heer Blad,
ïad aangeboden. Onder de fraaie met
ampions verlichte eerepoort was het
uuziekkorps, dat verscheidene num-
oers ten gehoore bracht, opgesteld.
Vy hoorden eenige echt vaderland-
che liederen, alsmede ook eenige
trettige Marschen, waarmede de ka-
tel van den heer Blad veel succes
noogstte. Aan bijvalsbetuigingen ont-
trak het haar dan ook niet. Den
(eheelen avond was het zeer druk en
[ezellig in de Spaarnwouderstraat.
Men kwam er ook de muziekver
eniging „Harmonie" tegen, die om-
tuwd door eene groote menigte volks,
tuder de opwekkende tonen der mu-
;iek een rondgang deed door het
cwartier by de Amsterdamsche Poort
in eene serenade bracht aan den met
I de bronzen medaille van Oranje
Nassau gedecoreerden heer J. van
Oploo, machine-bankwerker bij de
H. S. M.
Yan uit de Spaarnwouderstraat,
kwamen wy aan de Gravensteenen
en vervolgens aan de Melkbrug, die
beiden met vetpotjes schitterend ver
licht waren.
Voor de bruggen waren eenige W's
met kronen, eveneens verlicht, aan
gebracht. Het was een fantastisch en
aanblik al die schitteren Je lichtjes,
zich weerspiegelende in het water.
Vandaar brachten wy nog even
een bezoek aan de Lange Hof-, de
Wit- en de Haasstraat, die nog altyd
met groen versierd, hedenavond met
lampions afgewisseld door vetpotjes
zeer aardig verlicht waren.
In de straten zelf was het bal.
Daar stond Kees van Laar met zijn
orgel, waaromheen zich de dans-
lustigen hadden geschaard.
Menig walsje werd gemaakt. Ook
hier heerschte eene prettige stemming.
Zoo viert ieder op zyne eigen wyze
feest.
Vervolgens was er de keurig ver
lichte en smaakvol met groen gede
coreerde Groendaalsteeg en de met
lampions verlichte Minnebroedersteeg
en de wandelaar kon zyn tocht be
sluiten met een bezoek aan het Nas-
sauplein, waar de Wilhelmina-boom,
door honderden lichtjes beschenen,
prijkte.
In den tuin van het Diaconiebuis
aan de Jansstraat werden de verpleeg
den feestelijk ter eere van onze Ko
ninginnen onthaald en een muziek
korps blies er flink op los.
Den geheelen avond bewogen zich
duizenden belangstellenden, uitgelokt
door het schoone weder, dat er voor
zeker het zyne toe bijdroeg om de
verlichting goed te doen slagen, langs
de straten om van de illuminatie en
verdere feestely'kheden te genieten.
BINNENLAND.
De buitenlandsche pers over
de feesten.
De N. JR. Ct. gaat voort met uit
treksels te geven uit de besprekingen
in de buitenlandsche bladen over H.
M. de Koningin en de inhuldigings
feesten.
In het Berliner Tageblati wydt de
naar Holland gezonden correspondent
van die krant een feuilleton aan de
Koningin. Terwyl heel Holland zich,
schrijft hij onder dagteekening van 4
September, met „goudgele blauw-wit-
roode vlaggen, met oranjebloesems en
kransen" siert, en vriendelijk het ove
rige Europa toelacht, wacht de jonge
Koningin (die de correspondent eerst
heden 6 September uit haar „wit pa
leisje" in den Haag naar het station
laat rijden), als iemand, die op dit
oogenblik nog ernstige zorgen heeft,
op het uur, waarop zy in den trein
zal klimmen, die haar door een jube
lend land zal brengen.
1 De Koningin, zoo wordt aan de
lozers van het Berliner Tageblatt
I verhaald, heeft haar „eigen hoofd",
j zooals vele kleine histories bewijzen,
I die in Holland en buiten Holland
[verteld worden. Al die van haar jong
I zelfbewustzijn getuigende anecdoten
hebben er slechts toe bijgedragen om
de Hollanders echt verliefd op hunne
jonge Koningin te maken. De Hol
landers spreken van deze geschiede
nissen, zooals men van de daden van
een verwenden lieveling spreekt. Zy
rydt onder wonderen van versierings
kunst, onder eerepoorten door, onder
daken van dennegroenslingers naar
het station, terwijl duizenden uit hun
hart: „Leve Koningin Wilhelmina"
roepen. De trein rydt door Leiden,
door het Haarlem van Frans Hals,
overal het gejubel en gejuich. De dui
zenden koeien in de polders zyn de
eenige, die riet weten, dat hen een
Koningin voorbijrijdt.
En dan wordt, na een uur, Amster
dam bereikt, Amsterdam, op welks
met groen besponnen grachten van
tallooze masten de goudgele vlaggen
waaien, Amsterdam,welks ouderwetsch
donkere kleuren achter een orgie van
vlaggen, draperiën en bloemen schuil
gaan. Amsterdam, waar nog bdven
op de hooge huizengevels zich tribu
nes verheffen, waarvan het naar be
neden klinkt, evenals in de straten:
Leve Koningin Wilhelmina 1 Vanwaar
dat enthousiasme, waarin meer dan
verliefde galanterie ligt? Het is niet
te verklaren door de onbetwistbare
vereering, waarmee de naam Oranje
door elk Hollander genoemd wordt
en genoemd moet worden de tijden
van den eersten Oranje, die Holland
bevrijdde van het spaansche juk, zyn
te lang geleden, 't Is ook geen byzan-
tisme, waartoe de Hollander heelemaal
geen aanleg bezit. Dat gejuich is niet
anders dan een luide vreugdekreet
van tevredenen. Een volk dat zich
tevreden en vrij voelt, wil zich in zyn
krachtgevoel en in zyn welvaart af
en toe in zulk een vreugdekreet luch
ten met voorliefde kiest het daartoe
de eeredagen van zyne koningin,
waarmee het gemeenschappelijk dien
toestand van welvaart verworven
heeft.
Een paar maanden geleden, heeft
de correspondent in een ander land
een ander koningskind in een vorgulde
koets zien rijden.
Geen gejuich, geen vivat weerklonk
en toch had de kleine koning, zon
der er wel veel van te weten, in dat
uur zyn volk datgene gegeven, waar-
maar het scheen te smachten: den
'oorlog. De vergelijking tusschen het
'lot van de jonge komngin van Hol-)
land en het lot van den jongen koning
j van Spanje ligt voor de hand. Zy ligt
te meer voor de hand, omdat deze
beide volkeren op het gewichtigste
oogenblik, ja op het keerpunt van
hun geschiedenis tegenover elkaar
'stonden. Want in den strijd tegen de.
Spaansche tyrannie, tegen de Spaan-j
sche inquisitie, tegen den Spaanschen
geest werd Holland's vrijheid geboren.
Deze beide koningskinderen zyn ge
lijkelijk onschuldig aan hun tegen
woordig lot. Zy genieten het erfdeel,
dat de dooden hun hebben nagelaten.
De eindresultaten van twee politieke
dogma's, van verschillenden aard, van
twee regeeringsstelsels staan daar
naast elxander. En in waarheid, geen
vorsten opvoeder zou een beter thema
voor zyn lesuren kunnen vinden
Een frissche, verjongende bries waait
op het oogenblik door de paleizen
van de heerschers in Europa. Een
jeugdig idealisme roert zich op den
troon, verheft zich boven alle diplo-
matenroutine als een lentewind, en
durft de oplossing van de ernstigste
en moeielykste vraagstukken aan.
Problemen van zulke wereldhistori
sche grootheid zullen zich wel niet
opdoen voor den regeeringsyver van
de jonge koningin. De kwesties die
de Hollandscbe politiek op het oogen
blik bezig houden, zullen naar het
zich laat aanzien,|zich langzamerhand
ontwikkelende, van zelf opgelost wor
den. Zoo ooit, dan kan men zeggen
dat Wilhelmina's regeeringstyd onder
de gelukkigste voorteekenen begint.
De scherpste luisteraar verneemt ner
gens den verren donder, die komende
onweersbuien aankondigt, by" hoort
slechts het gejubel van het feestelyk-
bly'de volk en den kreet, die uit de
straten opstygt, van de daken weer
klinkt en door alle steden en het ge
heele met vlaggen en kransen ver
sierde land klinkt: Leve koniDgin
Wilhelmina 1
De bijzondere berichtgever van de
Times by de inhuldigingBfeesten is
verrukt over Amsterdam: „die am-
phibie-achtige stad", zegt hy, er
is geen reden waarom dat woord niet
in zeer vleieuden zin gebruikt zou
mogen worden leent zich veel be
ter tot versiering dan men zich voor
gesteld kan hebben. De stad gloeit
letterlyk van kleur en glans." Hy
geeft een aardig verslag van het
schouwspel op straat, terwijl de toe
bereidselen nog aan den gang waren,
vooral van de Keizersgracht met de
drukte der vaartuigen op het water.
Over de ontvangst van de pers spreekt
hy met grooten lof: „Onze Neder-
landsche confrères maken ons be
schaamd door hun loyale ontvangst,
als wy er aan denken hoe weinig wy
in Engeland verleden jaar voor de
vreemdelingen gedaan hebben."
Hy vergelijkt de feestelijke stem
ming en de versiering van Amsterdam
by die van Londen, tijdens het dia
manten jubilé van koningin Victoria.
Van de groote buitenlandsche week
bladen komen er verscheiden, deze
week, met portretten, platen en ar
tikelen, die op de inhuldigingsfeesten
betrekking hebben.
De „Illustration" heeft een uitste
kende Houtgravure van Thiriat, naar
het groote portret van de Koningin
door Kameke. Het beslaat de geheele
eerste pagina. Verder afbeeldingen
van de Koninklijke paleizen in Den
Haag en Amsterdam, en zes portret
ten uit de jeugd van da Koningin,
met een behalve enkele onjuist
heden in plaatsnamen en datums
goed artikel over de Koningin. Wel
een bijzonderheid is het, dat de schrij
ver, die met M. N. onderteekent, de
anecdoten over de jeugd van Koningin
Wilhelmina weglaat. Iemand die het
weten moet, heeft hem verzekerd dat
er van die verhaaltjes over het ko
ningskind geen enkele waar is. „Daar
om heeft men er zeker zooveel uit
gevonden, zegt M. N., en men kan er
op aan dat ze alle deze week opnieuw
uitgegeven znllen worden."
Dus nóch het rijwiel, dat H.M. om
redenen van staat onthouden zou zijn,
noch de anecdoten over de Engelsche
gouvernante, noch wat de schrijver
heel wat minder onschuldig vindt
de gissingen over den aanstaanden
echtgenoot van de Koningin.
Ook de eerste bladzijde van het
„Illustrated London News" wordt ge
heel ingenomen door een portret van
onze Koningin, naar de schilderij van
Thérèse Schwartze; het lijkt veel
minder dan de gravure van de „Il
lustration". De schrijver van „An
Englishman in Paris" geeft een ge
schiedkundig overzichtje uit den laat-
sten tyd er by, en op een andere
plaats in deze aflevering, bij afbeel
dingen van het inwendige der Nieuwe
Kerk en van de gouden koets, en een
plaatje dat een kijkje in de Kalver-
straat moet voorstellen, staat een on-
beteekenend bijschrift als inleiding
tot de feestverslagen.
De „Illustrirte Zeitung" en de
„Gartenlaube" reproduceeren ook het
portret van de Koningin (naar Ka
meke) in gravures, die geen van beide
lijken; de „UI. Ztg." geeft daarenbo
ven een goede afbeelding van den
Dam. De artikeltjes in dezeDuitsche
weekbladen zyn ten minste nauwkeu
riger dau de meeste Engelsche en
Fransche.
Zakkenrollers.
In den avond van 3 op 4 Septem
ber j.l. is ten nadeele van een heer,
vermoedelijk op den Dam te Amster
dam, ontrold een groot geel couvert
inhoudende de navolgende effecten:
Een stuk Russische spoor 5 pCt.
aandeel Iwan Dombroch no. 57533.
Een stuk Russische spoor 4'/j pCt.
aandeel Iwan Dombroch no. 113650.
Een stuk 4 pCt. Venezuela van 100
pd. st. serie A, no. 02732.
Een stuk 4 pCt. Venezuela van 100
pd. st. serie A, do. 05188.
Twee stukken elk van 1000 florijn.
Een Oostenrijk Metalliek Januari
en Juli no. 22648 en no. 248977, ter
gezamenlijke waarde van ongeveer
f3500.
De commissaris van politie in de le
sectie (voorin. SintPietershal) verzoekt
inlichtingen.
Valsch bankpapier.
Door de politie is te Amsterdam
huiszoeking gedaan in de woning van
iemand, die thans in Duitschland ge
arresteerd is wegens het uitgeven
van valsch bankpapier. In beslag zyn
genomen een drukpers, verschillende
chemicaliën en afdrukken van Duitsch
bankpapier.
Maandagmiddag zaten te Amster
dam vijf „heeren" by „Kras" te dinee-
ren, Een van hen, een Belg, scheen
het horloge van den heer Krasna-
polsky zóó goed te bevallen dat hy
hetroldeDe heer Kras echter
betrapte den pickpocket op heeter-
daad, en liet hem onmiddellijk naar
het politiebureau brengen.
Dinsdag is te Amsterdam een ver
zoek van de Koningin gepubliceerd,
nml. om des avonds na elf uur rumoer
op den Dam zooveel mogelijk te ver
mijden, opdat Hare Majesteit in deze
vermoeiende dagen eene niet te zeer
gestoorde nachtrust kunne genieten.
Dezer dagen is gemeld, dat in Den
Haag, op verzoek der uitgevers van
de officieele feestwijzers, beslag ge
legd was op de exemplaren van een
verschenen „Feestgids voor 's-Gra-
veDhage." Men verzoekt ons thans
mede te deelen, dat het beslag ten
spoedigste werd opgeheven.
N. R. Ct.
Nationale Tentoonstelling van
Vrouwenarbeid te 's Gra-
venhage.
De Singer-naaimachine blijft op deze
tentoonstelling voortdurend het groote
aantrekkingspunt voor allo bezoekers
en zulks niet alleen voor den vakman.
Al de 34 diverse machines, waarvan
8 op Singer's Sectional inrichting voor
fabrieken gemonteerd en 26 als ge
wone trap machines geëxposeerd zijn,
worden eiken bezoeker in werking
getoond, en iedere leek wordt het
zoodoende duidelijk, welk een aan
zienlijke plaats de Singermachines
zich door hare ongeëvenaarde bruik
baarheid allengs niet alleen in de
groot- en kleinindustrie en de huis
houding, maar ook op bet gebied der
kunst, net onderwijs en de opvoeding
veroverd hebben. Er bestaat geen
naaiwerk meer, in welke grondstof
ookleder, wollen, zyden en katoe
nen stoffen, jute, vilt etc. etc., of de
Singer-Maatschappy levert er eene
geschikte machine voor, en men zal
niet veel industrie-scholen, meisjes
pensionaten of kloosters meer vinden,
waar niet de Singer-naaimachines met
groot succes worden gebruikt; zelfs
tot in blindeninstituten is ze zoo
als uit geëxposeerde photographiën
bljjkt doorgedrongen, en draagt er
zoodoende niet weiuig toe by, den
zegen van den arbeid op dit gebied
ook aan de meestbehoeftigeu ten deel
te doen vallen. Prachtstukken, deels
afgewerkt, deels nog onderhanden,
toonen den bezoeker zonneklaar hoe
ver het productievermogen der Singer-
machine by het moderne borduren
gaat, en hoe gemakkelijk men zich
deze aangename kunst kan eigen
maken. De totaal-indruk der Singer-
afdeeling boeit den opmerkzamen be
zoeker dan ook in die mate, dat me
nigeen de helft van den tyd, dien hy
voor het bezoek aan de geheele ten
toonstelling had bestemd, daiir onge
merkt doorbrengt. Ook eene naai
machine in de étalage van den Singer-
winkel te 's Gravenhage, Lange Poo-
FEUILLETON.
Onvermoeid en zich spoedig herstel
lende van de ontsteltenis, die deze men-
schensl achting bij haar had teweegge
bracht, liep het jonge meisje, gevolgd
loor de brancarddravers, voort, bij voor-
ceur de meest verlaten gekwetsten op-
aoekend.
Hier een verband gelegd, daar een
glas water verstrekt en een hartelijk
woord gesproken, waarvan de gewonde
of stervende al hoewel niet den zin dan
toch de vriendelijke bedoeling begreep.
De brancarddragors tilden hen, die
liet hopeloos gekwetst waren schielijk op
en droegen hen onverwijld naar de am
bulance.
Zoo verhepen er eenige uren.
Het Japansche leger trok steeds voor
waarts, de Chineezen uit hun versterkin
gen verdrijvend.
De linkervleugel was zijdelings uit
geweken waardoor zij Tehong-Houang
meer en meer naderde.
Juffrouw Friquette had van deze ma
noeuvre, waardoor zij van het grootste
gedeelte der troepen een heel eind ver
wijderd was geworden, niets gemerkt.
Het kanongebulder klonk in de verte
en men moest scnerp luisteren om de
geweerschoten nog te liooren.
Het jonge meisje bevond zich nu ge
heel verlaten, want ook de verplegers,
die waarschijnlijk de ambulance gevolgd
waren, zag ze niet meer.
Zij kiek om zich heen, om te ontdek
ken, waar zij zich bevond, hep in de
richting, vanwaar het doffe gebrom der
kanonnen kwam, voort en zooals wel
meer in dergelijke gevallen gebeurt, ver-
Zij bevond zich nu in een dicht bosch,
dat door geen enkel zonnestraaltje ver
licht werd zoodat het onmogelijk was
den rechten weg te vinden.
Dit inziende liep Friquette maar
steeds recht door, hopende zoodoende er
uit te geraken. Van kwaad verviel zij
echter in erger, want nu kwam zij in
één van die ondoordringbare bamboe-
bosschen, waarvoor dokter Mito haar ge
waarschuwd had. Zij dacht
nu was het te laat.
r aan, maar
Zij trachtte den angst van zich af te
zetten en mompelde om er zich tegen
te verzetten:
„Nergens een wegwijzer... geen agent
om mij op den rechten weg terug te
brengen zeifs geen „aapje" om mij
naar huis te rijden!"
Niet verder kunnend ging zij zitten
en voelde nu eerst hoe doodelijk ver
moeid zij was.
Ook begon haar maag zich te doen
gevoelen en een brandende dorst haar
te kwellen.
Zij zette baar hoed af, veegde zich
het voorhoofd af en zeide toen op spofc-
tenden toon tot zich zelf
„Ah! Friquette, gij hebt zoo naar
een avontuur verlangd, nu beleeft ge
ei- een Gij zijt liier door je eigen
schuld gekomen en het spijt je niet
en ge zijt niet in 't minst bevreesd, wel
Nu of nooit is het tijd je plannen ten
uitvoer te brengen en het vooi'beeld te
volgen van je held, dSn jongen van Pa-
r.jo, den ven-maarden Friquet, naar wien
gij genoemd zijt!..."
Een plan was gauw genoeg gemaakt
maar het uit te voeren was moeielijker.
Want het werd reeds donkerder en wel
dra zou die eigenaardige, geheimzinnige
duisternis, van den nacht haar ornrin-
Friquette zag om zich heen en huiver
de in weerwil van haar moed, toen zij
nergens een levend wezen bespeurde.
Daarop hernam zij weder haar- alleen-
Het is heel aardig om bij een vroo-
lrjk vuurtje een boek over avonturen te
lezenmaar het is heel iets anders
zelf de heldin te zijn.
Het is een goed begin!"
Tot zoover was zij met haar monoloog
gekomen, toen zij een geweldig leven
achter zich hoorde, dat vergezeld ging
van een gekraak van dorre takken.
„Is daar iemand?" vroeg zij op spot-
tenden maar toch ook eenigszins onge-
rusten toon.
Zij keerde zich om on bleef als vast
genageld aan den grond staan bij het
zien van een koningstijger, die haar
met zijn groote gele oogen, waarvan de
oogappel den vorm van een I had, rus
HOOFDSTUK II.
Een gevaarlijk „onder vier oogen."
Zal zij hem temmen of niet? Herin
nering aan Roodkapje. Zal juf
frouw Friquette opgepeuzeld wor
den? Een wolgelukt revol
verschot Al aim. Een
zee van langstaarten.
Friquette ter dood ver
oordeeld.
Het is zeer zeldzaam, dat wilde die
ren monschen aanvallen.
De meesten ontvluchten hem, alsof
rijn tegenwoordigheid hen een vrees aan-
jaagt, waartegen de krachtigste en sterk
ste zelfs zich niet kunnen verzetten.
De olifant, beer, nijlpaard, rhinoceros,
slang, panter, hyena, de tijger en de
leeuw zelfs maken zich uit de voeten bij
het zien van een mensch.
De verhalen hierover rijn zóó talrijk
dat ze bijna niet te tellen, zijn, en de
vele nachten, waarin jagers tevergeefs
o phun prooi wachten, bewijzen deze
onwederlcgbare waarheidnl. dat het
veel moeielijker is een wild dier onder
schot te krijgen dan hot dood te schieten.
Maar deze stelregel gaat ongelukkig
niet altijd op en men dient rekening
met den tijd, de plaats, de onistandighe-
j den, de behoeften en de grillen van het
beest to houden.
Het spreekt van zelf, dat een wild
dier veel gevaarlijker is wanneer het
nog nuchter dan reeds verzadigd isook
zal do mensch het minder of meer vrees
inboezemen, als naar gelang het met
liem te doen heeft gehad.
Do tijger is echter woester en bloed
dorstiger dan andere roofdieren en doodt
dikwijls alleen uit lust om te dooden.
Maar hoe het ook rij de eerste oogen-
blikken van de ontmoeting tusschen Fri
quette en den tijger gingen kahn voorbij.
Friquette, die nooit anders dan in
de „Jardin des Plantes" te Parijs wilde
dieren had aanschouwd, stond in 't eerst
doodsangst uit.
Het beest scheen verrast te zijn en
dat verstaat ziek
Het bleef staan en zag naar het schep
seltje voor hem, dat geheel vreemd voor
hem en zoo verschillend was van de bo-
1 woners van Korea, met wie hij dikwijls
konnis had gemaakt.
Wellicht hadden de massa's paarden
en menschen, de kreten en het kanonge
bulder, alles tengevolge van den oorlog,
den tijger een weinig in de war gebracht.
1 Zeker droeg dit er toe bij, dat hij rich
de eerste oogenblikken zoo goedig ge-