j
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De avonturen van
Friquette.
16s Jaargang. Vrijdag 9 September 1898. Ho. 4661
HAARLEM'S DA6BLAD
^^oisrisrEEMiEnsrarsrK.icrs: A UYEBTEaTTiËN-:
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente), per 8 maanden1.30 2/Reclames 20 Cent per regel.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.6o O 'jp^ Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
Afzonderlijke nummers0.05 en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden„0.30 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
s de omstreken en franco per post0.371/2 Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
L.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN,bjj de tolSpaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
V'eisen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
STADSNIEUWS
Eerste en tweede pagina.
Haarlem, 8 Sept. 1898.
De Maatschappij tct verbetering
an de huisvesting van minvermogen-
hoeft wederom een aankoop ge-
aan, die een leelyken hoek in de
tad zal doen verdwijnen en wel van
ertien krotten in een poort in de
'aamsteeg.
Het plan is, om daar vier flinke
roningen (beneden- en bovenwoning)
foor in de plaats te zetten.
In ons nummer gedateerd 6 Sept.,
verd gemeld, dat juffrouw E. wonende
Frankestraat, by een huiselijke twist,
n glasruit insloeg en daarbij den
„agader van haar pols stuk sneed.
Daar naar wij vernemen een tim-
nerman hierop wordt aangezien, deelen
Vy mede, dat de persoon in quaestie
le echtgenoote van een lederhande-
aar is.
BINNENLAND,
Woensdagmorgen werd in de gel6
tlon ten Paleize door de Koningin
tvangen de commissie van ingeze
nen voor de feestelijke ontvangst,
ie aan Hare Majesteit de gedenk-
)laat, door den heer J. C. Wienecke
itworpen, kwam aanbieden.
Nadat de commissieleden waren
irgesteld en het kunstwerk was
geboden, dankte Hare Majesteit
heeren voor die fraaie plaat. Zij
de verheugd te zijn, dat deze genre
iunst weder in Nederland beoefend
perd.
De commissie tot aanbieding van
le oorkonde, behoorende by het ge-
lenkraam in de Nieuwe Kerk, werd
Jaarna binnengeleid en aan de Ko-
iingin voorgesteld.
De heer J. A. Sillem gaf een kort
ïeschiedkundig overzicht, betrekking
lebbende op de voorstelling van het
faam en gaf uitlegging van de per-
lonen die er op voorkomen.
Hare Majesteit zeide, zeer inge-
lomen te z\jn met dit huldeblijk en
nderhield zich langen tijd met de
loeren Mengelberg en Schouten, wien
jj hare ingenomenheid betuigde met
iet fraaie kunstwerk.
Reuter seinde gisteren uit Pretoria,
lat de feesten ter eere van Koningin
Yilhelmina daar gesloten zijn met een
[rooten fakkeloptocht. De feest
vreugde was algemeeö.
Hondenkarren.
Gedeputeerde Staten van Gelder
and hebben aan hun ambtgenooten
d de onderscheidene provinciën het
'olgend schrijven gericht:
„Naar aanleiding van een aan de
Jtaten van ons gewest gericht adres
ran de afdeeling Nijmegen en om-
itreken der Nederlandsche vereeniging
ot bescherming van dieren, houdende
verdoek een provinciaal reglement op
iet rijden met hondenkarren te willen
vaststellen, veroorloven wij ons uw
college te verzoeken ons wel te willen
mededeelen, of, en zoo ja, welke be
palingen omtrent dit onderwerp door,
de Staten van uwe provincie zijni
vastgesteld, en of wellicht het voor
nemen bestaat daaraan uitbreiding te
geven of wel dergelijke bepalingen in
het leven te roepen in verband met
de beweging door genoemde afdeeling
op het touw gezet.
Mochten bepalingen, alshierbedoeld,
in uw gewest bestaan, dan zullen wjj
gaarne vernemen hoe deze werken.
In het tegenovergestelde geval zal
het ons aangenaam zijn te worden
ingelicht omtrent de redenen, die er
bestaan, om niet tot de vaststelling
van dergelijke bepalingen te besluiten."
De staatsspoorweg - maatschappij
heeft bepaald dat, indien een reiziger,
door het missen eener aansluiting of
door eene andere omstandigheid on
afhankelijk van zijn wil, het bestem
mingsstation het snelst kan bereiken
door gebruik te maken van een D-trein,
hjj de daarvoor vastgestelde verhoo
ging niet verschuldigd is, doch dat
hem kosteloos een bewijs van plaats
aanwijzing moet worden uitgereikt.
Dat zal echter alleen geschieden op
uitdrukkelijken last van den chef van
het station, waar de reiziger in den
D-trein stapt.
Tot examinatoren in het boekhou
den, handelsrekenen en handelsrecht
van wege den NatioDalen Bond van
bandels- en kantoorbedienden in Ne
derland zijn, in plaats van wijlen den
heer C. J. Theunisse, door het be
stuur van den Bond benoemd de hee
ren W. C. Gelton, accountant, leeraar
aan de handels- en industrieschool te
Enschedé en J. G. Ch. Volmer, ac
countant en leeraar M. O. te Am
sterdam.
Liefhebbers van een merkwaardig
heid kunnen thans hun hart ophalen
aan eene, in de uitstalkast van een
magazijn in de Prinsenstraat te 's Hage
tentoongestelde schilderij van knip
werk.
Het kunststukje stelt voor den door
tocht van Koning Willem II in 1842,
op den 6n Augustus, in Purmerend
en geeft den stoet te zien, gaande
over een gedeelte van de Koemarkt.
Alle onderdeelen, tot de straat
steentjes toe, de vogels in het lucht
ruim, de vlaggen en wimpels van de
versieringswerken, de huizen, de hoo
rnen, de stoet enz. enz., zijn afzonder
lijke reepjes papier, afzonderlijk ook
gekleurd, terwijl alles op zich zelf
staat. De hoofdpersoon komt uitste
kend uit in zijn galakoets en niet
minder de eerewacht, die het rijtuig
voorafgaat en het detachement mili
tairen, dat de koninklijke koets volgt.
Een kunstig geknipte rand, eene
voorstelling van wapens, omgeeft dit
aardige knipwerk, dat in 1848 ver
vaardigd is door mejuffrouw Neeltje
Prijs.
Het Witte Huis te Rotterdam.
Uit Rotterdam wordt aan de Tel.
geschreven
Het Witte Huis is thans gereed en
zoo kan Rotterdam er op bogen, in
het bezit te zijn van het hoogste huis
van het continent. Kwam het in be
trekkelijk korten tijd tot stand, niet
temin beeft het reeds een geschiedenis
achter den rug vol van wederwaar
digheden. Zal zelden van een gebouw
vermeld kunnen worden dat het zich
reeds een vermaardheid verwierf voor
het tot stand kwam, het Witte Huis
is een van die uitzonderingen. De
duizenden voorbijgangers langs het
drukke verkeerspunt Gelderschekade
en Bolwerk hebben al die moeilijk
heden kunnen gadeslaan, welke de
architect te overwinnen had om een
gebouw van zulk een afmeting tot
stand te brengen, reeds zichtbaar
wanneer men uit de richting van Gouda
per spoor de stad nadert.
De geschiedenis van de wording
kan in het kort gezegd worden. Nadat
in den loop van het vorig jaar de
heeren G. H. en H. M. van der Schuyt
Co. successievelijk eigenaren ge
worden waren van een viertal zeer
ongelijkmatige perceelen, gelegen op
den hoek van de Wijnhaven N. Z.,
Gelderschekade en Wijnstraat, werd
in overleg met den heer W. Molen
broek, architect, het initiatief geno
men tot het bouwen van een reusachtig
pand in Amerikaanschen geest met
gelijkvloers winkelhuizen en boven
kantoorlokalen. Bedoeld stuk grond
leende zich uitstekend tot het doel,
als zijnde gelegen op een der drukste
centra van de handelsstad en op den
verkeersweg tusschen linker- en rech
ter Maasoever.
Het zou een pand van buitengewone
hoogte moeten worden, waarvan de
wederga in Europa niet kon gevonden
worden en daarin zijn architect en
bouwmeesters ook werkelijk geslaagd.
Te meer moest de ruimte in de hoogte
gevonden worden, daar de grond, welke
beschikbaar was, slechts een opper
vlakte van 400 M2 had.
In Juni 1897 werd na afbraak der
vier aangekochte panden met het heien
begonnen en nauwelijks werd de tweede
paal den grond ingedreven of een be
lendend perceel stortte met donderend
geraas in en moest op last van de
bouwpolitie geheel afgebroken worden.
De architect kreeg intusschen door
dit ongeval meerderen grond te zijner
beschikking, en was daardoor in staat
op flinkere schaal te bouwen. Met
buitengewonen spoed werd door den
heer J. H. Stelwagen uit Rotterdam,
onder leiding van den heer W. Molen
broek, met den bouw aangevangen,
nadat 900 heipalen ter lengte van 16
M. over een uitgestrektheid van 400
M2 in den grond geslagen waren. Ten
gevolge van do massa gronds, welke
door de palen verdrongen werd, werd
zelfs een kaaimuur ontzet, hetgeen
al weder moeilijkheden veroorzaakte,
welke overwonnen moesten worden.
Niettegenstaande al die hindernis
sen, de kleine ruimte om het werk
ten uitvoer te brengen, en het gemis
aan bergplaats voor de aangevoerde
materialen, zyn architect en aannemer
er toch in geslaagd het gebouw met
1 September jl. te kunnen opleveren.
Het bestaat uit kelders, beganen
grond en 7 verdiepingen, zichtbaar
in de gevels, benevens 3 in de kap.
Alles te samengenomen wordt een
hoogte bereikt van uit de straat van
40 Meter.
Er werden aan verwerkt ruim 3
millioen steenen, ruim 300 M3 hard
steen, 120000 verglaasde steenen, en
300000 Kg. ijzer.
De inrichting is als volgtkelders,
waarin zich bevinden machinerieën
voor centrale verwarming en electri-
sche beweegkracht, benevens brand-
kluizen. Op den beganen grond be
vinden zich winkelhuizen en enkele
kantoorlokalen, op de le tot de 9e
verdieping kantoren en vergaderloka
len, terwijl zich op de 10e verdieping
photografische ateliers bevinden.
Eindelijk is op het plat dak een
ijzeren waterreservoir geplaatst met
een inhoud van 15,000 liter, wijl de
gemeentelijke drinkwaterleiding de
bewoners der hoogere verdiepingen
in den steek zou laten. Met een pers
pomp, door electriciteit gedreven,
wordt dit reservoir gevuld.
In het gebouw loopen twee elec-
trische lifts, terwijl het mede electrisch
verlicht wordt en eene centrale ver
warming is aangebracht. Het gebouw
is dan ook geheel zonder schoorstee-
nen.
Het Witte Huis is driemaal hooger
dan een gewoon huis en is het hoogste
febouw van Europa. Het is geheel
rand vrij geconstrueerd, van onder
tot boven bestaat het uit ijzer steen
en glas, terwijl het ijzer nog met
onbrandbaar materiaal is bekleed. De
ijzeren kap is aan de binnenzijde ge
heel geïsoleerd tegen warmte en koude
door middel van geprepareerde kurk-
platen.
De electrische installatie werd aan
gebracht door de firma Siemens en
Halske te Berljjn, de electriscbe lifts
door Schmidt Kranz Co. te Nord-
hausen, de centrale verwarming door
Arendt Mildner en Evers te Hanover,
het glas door de firma A. Lipjes te
Rotterdam.
Yooral van de overzijde der Gel
derschekade gezien maakt het huis
een machtigen indruk en getuigt het
geheel van soliditeit en practische
inrichting. De gekleurde verglaasde
tegels in den voor- en de zijgevels,
gepaard aan de nette afwerking, ge
tuigen van goeden smaak. Voorts
worden ter verfraaiing tegen den gevel
ter hoogte der eerste verdieping een
zestal beelden aangebracht.
Bijgeloof.
Een merkwaardig staaltje van byge-
loof wordt door het volgende geleverd
Ongeveer veertien dagen geleden
1 bevond zich de negentienjarige vrouw
.De R. in de Nicolaasstraat te Utrecht,
I toen zjj door eene vrouw op den
schouder getikt en haar naar den
weg gevraagd werd. Sedert dien tyd
'gevoelt zij zich niet zooals zjj be
hoort te zyn, en werd zjj zelfs voor
een paar dagen, de vrouw is nl. blee-
kersmeid van beroep, door eene on
zichtbare hand door het waschhok
van haar meester geslingerd. Hare
familie houdt het nu voor zeker, dat
zjj door eene kwade hand aangeraakt De komst van Broca (Belg) en
en betooverd is, en ten einde die be- Louvet (Franschman) is nog niet
toovering te doen wijken zal de vader
eerstdaags een zwarte kip in een
ijzeren pot braden.
(U. D.)
Cholera.
Te Bokstel heeft zich, naar gemeld
wordt, een geval van cholera met
doodelijken afloop voorgedaan.
Koloniën.
Atjeh.
Aan een uit Kota-Radja ontvangen
telegram wordt in de Java-Ct. van
5 Augustus het volgende ontleend:
Den 30en en 31 en Juli, is een de
tachement van uit Indrapoeri opge
rukt naar het bergterrein in den
omtrek van Sarah Bak Nawah alwaar
groote nederzettingen van Toekoe
Moeda Latif en Teungkoe di Boesoeé
verbrand werden; ook werd eene
nieuw opgeworpen steenen versterking
gesloopt en eene 60 man sterke bende
verjaagd, terwijl één bruikbaar voor-
laadgeweer en munitie buitgemaakt
werden.
Den 2en dezer kwamen de twee
compagnieën van het 6e bataljon van
Lam Panas over Lam Tobah, Paja
Doewa, Reung-Reung en Seliraoen te
Kota Radja terug, na tusschen Lam
Panas en Lam Tobah en tusschen
Paja Doewa en Reung-Reung be
schoten te zijnde vyand liet twee
dooden, zoomede een bruikbaar voor-
laadgeweer en munitie achter.
Brand.
Uit Fort de Koek schrijft men
dato 2 Augustus aan het Bat. Niexiws-
blad
Gisterennacht circa 1 uur kon men
van hier een treffend, grootsch
schouwspel waarnemen. De kampong
Kota-Toea, bijgenaamd de blikken
kampong, die bekend staat als een
der rijke en aanzienlüke kampongs
van S. W. K., stond in brand. Uren in
den omtrek zag men niets anders dan
een zee van vlammenmeer dan 115
huizen werden dan ook een prooi van
het vuur.
De schade beloopt duizenden gul
dens. Bijna niets was verzekerd.
Er circuleert thans hier een lijst,
om de bewoners zoo spoedig mogelijk
in staat te stellen eenigszins in de
eerste behoeften te voorzien.
Sport en Wedstrijden
Wlelrijden.
Voor de wielerwedstrijden, die Zon
dag op het Sportterrein in Den Haag
worden gehouden, zijn met Jaap Eden
en Robert Protin, de beste Holland-
sche professionals en amateurs inge
schreven.
Eden en Protin zullen elkander dit
jaar voor het eerst ontmoeten op de
Haagsche baan.
zeker. Reeds thans hebben zich velen
voor dezen wedstrijd van toegangs
kaarten voorzien.
GEMENGD NIEUWS
De zaak-Dreyfu8.
De Matin verzekert dat de enquête,
sinds de ontdekking van het bedrog
van Henry aan het ministerie van
oorlog ingesteld, geleid zou hebben
tot de ontdekking van feiten van
strafbaren aard, toegeschreven aan
onderscheidene officieren van den
generalen staf. Deze mededeeling moet
door generaal Zurlinden zelf onder de
grootste geheimhouding gedaan zyn.
De Aurore kondigt de arrestatie
van Du Paty de Glam aan.
Omdurman.
De verslagen van de oorlogscorres
pondenten bevatten nog vele bijzonder
heden over den slag by Omdoerman.
De aanval van de ruiterij der Der-
wihsen op Macdonalds troepen moet
een buitengemeen schilderachtig too-
neel geweest zijnde fiere ruiters op
hun prachtige Arabische paarden, met
hun lichte mantels die in den wind
fladderden om hun speren die blonken
in de zon, waren bewonderenswaar
dig schoon zoo reden deze helden
van het Oosten onversaagd den wis
sen dood tegemoet. Van deze driedui
zend ruiters spaarde het moorddadige
vuur der Engelschen en Egyptenaren
er geen eukelenvele gewonden ble
ven nog schieten terwijl zjj reeds op
den grond lagen. De infanterie der
Derwishen streed even kloek als de
ruiterij. Onder de krijgslieden die tot
het laatst stand hielden bevond zich
de zoon van den Chalief, den beken
den emir Jakoeb, de oude vijand en
cipier van Slatin Pasja. Slatin her
kende Jakoeb's standaard, en by zag
hem, door enkele getrouwen omringd,
onder den kogelregen vallende emir
blies den laatsten adem uit na Slatin
nog herkend te hebbeu.
Thans blykt dat Howard, de cor
respondent van de „New York Herald"
en de „Times", tegen de waarschu
wing in vooruitgerend is naar Omdoer
man, om de gevangenen te redden.
Hij kwam het eerst in de stad maar
werd door eenige Derwishen, die in
hinderlaag lagen, doodgeschoten.
Slatin Pasja heeft den Sirdar den
weg gewezen door Omdoerman en
Chartoem. Neufeld werd in de gevan
genis gevonden, hy had aan zijn voeten
keteus van vier el iengte. De Baggara's
hebben zich meester gemaakt van het
vee van den Chalief toen de Derwi
shen op de vlucht gingenmon leidt
daaruit af dat het gezag van den
Chalief geheel gebroken is.
De bijzondere berichtgever van de
„Standard" vult zyn me.ledeelingen
over den slag bij Omdoerman nog aan.
Hjj had reeds beschreven hoe de eerste
aanval van de Derwishen op de zariba
door de Engelsehen opgeworpen, af
geslagen werd, en hoe daarna de vy-
FEUILLETON.
Zij plaatste nu den mond van de re
volver op de plek, waar de hartslagen het
luidelijkst merkbaar waren en trok af.
Het schot ging af, te midden van het
dichte bamboebosch oen doffen knal
veroorzakend en een sterke kruitlucht
verspreidend.
Friquette, die nooit iets vergat, had
ür zelfs om gedacht, dat, wanneer de tij
ger getroffen werd, zijn muil zich zou
sluiten dit moest zij tot eiken prijs ver
mijden, daar het haar dood kon worden.
Op het oogenblik, dat zij de revolver
afschoot diende zij met haar linkerhand,
rijn kop tot steun gebruikend, hert beest
een forschen duw tegen den bovenkaak
fcoe.
De tijger, die haar losjea met de punt
van zijn tanden vasthield, liet haar op
den grond vallen.
Dit alles ging bliksemsnel in zijn
werk en geschiedde bijna gelijktijdig.
De tijger uitte een kort, verschrikke
lijk gebrul, dat als een donderslag door
het bosch weergalmde.
Hij wilde op Friquette toespringen,
maai* kon niet.
Midden in zijn sprong begaf hem do
krachttwee stappen deled hij nog
voorwaarts sloeg toen met de pooten in
de lucht en viel achterover op den grond.
Friquette sprong terstond op, en uitte
een kreet van vreugde, nu zij haar vrij
heid herkregen had.
Maar helaashaar vreugde zou slechts
van korten duur zijn.
De knal, het gehuil van den tijger en
de vreugdekreet van het meisje hadden
een verschrikkelijk lawaai tengevolge.
Menschelijko kreten, die uit metalen
j kelen schenen te worden voortgebracht,
het gekraak van takken, schoten, op
goed geluk afgevuurd, gesuis van projec-
j tielen, die van alle kanten door de lucht
j vlogen, al desSe geluiden vermengden
zich met elkaar en deden Friquette bij
na het hoofd verliezen.
Tegelijkertijd werden er door het ge-
i bladexte heen toortsen zichtbaar, die de
geheele omgeving verlichtten en einde
lijk de plaats naderden, waar de ontstel-
i de Friquette stond.
Toen herkende zij het sombere uni
form, de platte gezichten, de half geslo
ten oogen, dein rechten mond, bescha-
duwd door een borstelige snor, der
Cbineezen.
De Chineezen, met hun bespottelijke
gezichten die nu van woede verwrongen
waren, zagen er afschuwelijk uit.
Ontwaakt door het revolverschot, nog
woedend over de geleden nederlaag van
dien dag, en denkend, dat de Japanee-
zen hen in don nacht kwamen overval
len, liepen zij driftig op het jonge meis
je toe, dat zij voor een spion aanzagen.
Tevergeefs kwam Friquette tegen de
ze beschuldiging op en wees naar het
lichaam van den tijger, die in zijn dood
strijd nog lag te stuiptrekken.
De ellendelingen wilden er niets van
hooren.
Daarbij kende geen van hen de
Fransche taal, en volhoudend, dat zij'
een spion uit het vijandelijke leger was,
maakten zij zich van haar meester.
Terwijl men haar aan handen en voe
ten bond, herinnerde Friquette zich nog
maals de waarschuwing van dokter Mito.
„De Chineezen zijn lafhartiger dan
slangen en bloeddorstiger dan tijgers
zelfs.
En voor de tweede maal in dezen ge
denkwaardiger! nacht was Friquette bang
doodsbang.
Haar eerste ervaringen waren dan
ook wel wat heel raw en niets werd
haar bespaard. Krachtige armen tilden
haar van den grond, terwijl niet minder
krachtige beenen haar voortgang bespoe
digden.
Een enkele fakkel verlichtte dezen
quasi treurigen stoet, terwijl men nu en
dan een geweerschot in de lucht deed
weerklinken.
Hoewel Friquette in een zeer smar-
telijken en niet minder ongemakkelijken I
toestand verkeerde, en de toekomst erj
donker uitzag, moedigde het meisje zich
zelf aan en slaagde er in zich een weinig
gerust te stellen.
„Per slot van rekening, dacht ze,
„zullen die kereltjes me toch niet opeten.
We zullen wel eindelijk ergens aanko
men, en dan zal ik me zien te redden.
Als men avonturen door wil maken,
moet men er zich ook uit kunnen red
den."
Werkelijk hielden zij eindelijk stil. Zij
hadden nu een grooten, open plek be
reikt, die verlicht werd door flinke vu-i
ren, waaromheen gewapende soldaten
lagen, die een nog terugstootender uiter
lijk hadden, dat Friquette's begeleiders.
Op hun gele gezichten en in hun oogen
lag een valsche uitdrukking w.-ede
over him nederlaag en de hoop om den
volgenden dag bloedige wraak te nemen,
stonden er op te lezen.
De ongelukkige Japansche gekwetsten,
die op den terugtocht buit gemaakt wa
ren, hadden reeds met hun bloeddorstig
karakter kennis gemaakt.
Ongeveer twintig man lagen daar ver
minkt op zoo'n gruwelijke wijze, als de
Chinees alleen in staat is uit te denken.
Eenigen van hen had men langzaam
de ooren en vingers afgesneden, anderen
de oogen uitgestoken en de bloederige
holten met heete asch gevuldgeen
van hen bezat nog ooren, welke de beu
len aan een draad hadden geregen, som
migen hadden geen nous en anderen
zelfs geen tong meer.
Zoodra een der ongelukkigen bezweek
sneed men hem den hals af en stak het
hoofd op d^punt van een piek, waarvan
men het andere einde in den grond
plantte.
Overal zag men bloed! overal hoorde
men menschelijke kretenOveral het
zelfde toonèel van onmenachelijke wreed
heid
Bij dit gezicht maakte een gevoel van
verachting meer nog dan van schrik zich
van Friquette meester en zonder er over
na te denken of haar woorden haar toe
stand misschien konden verergeren riep
zij uit:
„Ellendelingengij zijt onwaardig
den naam van man en soldaat te dra
gen!"
Op het hooren van deze woorden wel
ke wel een bewijs van haar edelmoedig
heid maar niet van voorzichtigheid wa
ren, trad een Chineesch officier op haar
toe en sprak in goed Fransch
„Zijt ge een Francaise 1"
„Ja!"
„Uitmuntend!" o
„Ik heb te Tonkin de Zwartvlaggen ge
commandeerd en haat uw landslieden,
uit den grond van mijn hart. Waart
gij vandaag niet in het Japansche leger V
„Ja. En ik heb even goed uw gewon
den als do hunne verbonden."
„Om des te beter te kunnen spion-
neeron."
„Gij liegt!"
„Bereid u intusschen voor op den
afgrijselijken dood, dien wij spionnen
altijd laton sterven."