j NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De avonturen van Friquette. 16s Jaargang. Vrijdag 9 September 1898. Ho. 4661 HAARLEM'S DA6BLAD ^^oisrisrEEMiEnsrarsrK.icrs: A UYEBTEaTTiËN-: Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente), per 8 maanden1.30 2/Reclames 20 Cent per regel. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.6o O 'jp^ Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten Afzonderlijke nummers0.05 en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden„0.30 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. s de omstreken en franco per post0.371/2 Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. L. Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN,bjj de tolSpaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER V'eisen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. STADSNIEUWS Eerste en tweede pagina. Haarlem, 8 Sept. 1898. De Maatschappij tct verbetering an de huisvesting van minvermogen- hoeft wederom een aankoop ge- aan, die een leelyken hoek in de tad zal doen verdwijnen en wel van ertien krotten in een poort in de 'aamsteeg. Het plan is, om daar vier flinke roningen (beneden- en bovenwoning) foor in de plaats te zetten. In ons nummer gedateerd 6 Sept., verd gemeld, dat juffrouw E. wonende Frankestraat, by een huiselijke twist, n glasruit insloeg en daarbij den „agader van haar pols stuk sneed. Daar naar wij vernemen een tim- nerman hierop wordt aangezien, deelen Vy mede, dat de persoon in quaestie le echtgenoote van een lederhande- aar is. BINNENLAND, Woensdagmorgen werd in de gel6 tlon ten Paleize door de Koningin tvangen de commissie van ingeze nen voor de feestelijke ontvangst, ie aan Hare Majesteit de gedenk- )laat, door den heer J. C. Wienecke itworpen, kwam aanbieden. Nadat de commissieleden waren irgesteld en het kunstwerk was geboden, dankte Hare Majesteit heeren voor die fraaie plaat. Zij de verheugd te zijn, dat deze genre iunst weder in Nederland beoefend perd. De commissie tot aanbieding van le oorkonde, behoorende by het ge- lenkraam in de Nieuwe Kerk, werd Jaarna binnengeleid en aan de Ko- iingin voorgesteld. De heer J. A. Sillem gaf een kort ïeschiedkundig overzicht, betrekking lebbende op de voorstelling van het faam en gaf uitlegging van de per- lonen die er op voorkomen. Hare Majesteit zeide, zeer inge- lomen te z\jn met dit huldeblijk en nderhield zich langen tijd met de loeren Mengelberg en Schouten, wien jj hare ingenomenheid betuigde met iet fraaie kunstwerk. Reuter seinde gisteren uit Pretoria, lat de feesten ter eere van Koningin Yilhelmina daar gesloten zijn met een [rooten fakkeloptocht. De feest vreugde was algemeeö. Hondenkarren. Gedeputeerde Staten van Gelder and hebben aan hun ambtgenooten d de onderscheidene provinciën het 'olgend schrijven gericht: „Naar aanleiding van een aan de Jtaten van ons gewest gericht adres ran de afdeeling Nijmegen en om- itreken der Nederlandsche vereeniging ot bescherming van dieren, houdende verdoek een provinciaal reglement op iet rijden met hondenkarren te willen vaststellen, veroorloven wij ons uw college te verzoeken ons wel te willen mededeelen, of, en zoo ja, welke be palingen omtrent dit onderwerp door, de Staten van uwe provincie zijni vastgesteld, en of wellicht het voor nemen bestaat daaraan uitbreiding te geven of wel dergelijke bepalingen in het leven te roepen in verband met de beweging door genoemde afdeeling op het touw gezet. Mochten bepalingen, alshierbedoeld, in uw gewest bestaan, dan zullen wjj gaarne vernemen hoe deze werken. In het tegenovergestelde geval zal het ons aangenaam zijn te worden ingelicht omtrent de redenen, die er bestaan, om niet tot de vaststelling van dergelijke bepalingen te besluiten." De staatsspoorweg - maatschappij heeft bepaald dat, indien een reiziger, door het missen eener aansluiting of door eene andere omstandigheid on afhankelijk van zijn wil, het bestem mingsstation het snelst kan bereiken door gebruik te maken van een D-trein, hjj de daarvoor vastgestelde verhoo ging niet verschuldigd is, doch dat hem kosteloos een bewijs van plaats aanwijzing moet worden uitgereikt. Dat zal echter alleen geschieden op uitdrukkelijken last van den chef van het station, waar de reiziger in den D-trein stapt. Tot examinatoren in het boekhou den, handelsrekenen en handelsrecht van wege den NatioDalen Bond van bandels- en kantoorbedienden in Ne derland zijn, in plaats van wijlen den heer C. J. Theunisse, door het be stuur van den Bond benoemd de hee ren W. C. Gelton, accountant, leeraar aan de handels- en industrieschool te Enschedé en J. G. Ch. Volmer, ac countant en leeraar M. O. te Am sterdam. Liefhebbers van een merkwaardig heid kunnen thans hun hart ophalen aan eene, in de uitstalkast van een magazijn in de Prinsenstraat te 's Hage tentoongestelde schilderij van knip werk. Het kunststukje stelt voor den door tocht van Koning Willem II in 1842, op den 6n Augustus, in Purmerend en geeft den stoet te zien, gaande over een gedeelte van de Koemarkt. Alle onderdeelen, tot de straat steentjes toe, de vogels in het lucht ruim, de vlaggen en wimpels van de versieringswerken, de huizen, de hoo rnen, de stoet enz. enz., zijn afzonder lijke reepjes papier, afzonderlijk ook gekleurd, terwijl alles op zich zelf staat. De hoofdpersoon komt uitste kend uit in zijn galakoets en niet minder de eerewacht, die het rijtuig voorafgaat en het detachement mili tairen, dat de koninklijke koets volgt. Een kunstig geknipte rand, eene voorstelling van wapens, omgeeft dit aardige knipwerk, dat in 1848 ver vaardigd is door mejuffrouw Neeltje Prijs. Het Witte Huis te Rotterdam. Uit Rotterdam wordt aan de Tel. geschreven Het Witte Huis is thans gereed en zoo kan Rotterdam er op bogen, in het bezit te zijn van het hoogste huis van het continent. Kwam het in be trekkelijk korten tijd tot stand, niet temin beeft het reeds een geschiedenis achter den rug vol van wederwaar digheden. Zal zelden van een gebouw vermeld kunnen worden dat het zich reeds een vermaardheid verwierf voor het tot stand kwam, het Witte Huis is een van die uitzonderingen. De duizenden voorbijgangers langs het drukke verkeerspunt Gelderschekade en Bolwerk hebben al die moeilijk heden kunnen gadeslaan, welke de architect te overwinnen had om een gebouw van zulk een afmeting tot stand te brengen, reeds zichtbaar wanneer men uit de richting van Gouda per spoor de stad nadert. De geschiedenis van de wording kan in het kort gezegd worden. Nadat in den loop van het vorig jaar de heeren G. H. en H. M. van der Schuyt Co. successievelijk eigenaren ge worden waren van een viertal zeer ongelijkmatige perceelen, gelegen op den hoek van de Wijnhaven N. Z., Gelderschekade en Wijnstraat, werd in overleg met den heer W. Molen broek, architect, het initiatief geno men tot het bouwen van een reusachtig pand in Amerikaanschen geest met gelijkvloers winkelhuizen en boven kantoorlokalen. Bedoeld stuk grond leende zich uitstekend tot het doel, als zijnde gelegen op een der drukste centra van de handelsstad en op den verkeersweg tusschen linker- en rech ter Maasoever. Het zou een pand van buitengewone hoogte moeten worden, waarvan de wederga in Europa niet kon gevonden worden en daarin zijn architect en bouwmeesters ook werkelijk geslaagd. Te meer moest de ruimte in de hoogte gevonden worden, daar de grond, welke beschikbaar was, slechts een opper vlakte van 400 M2 had. In Juni 1897 werd na afbraak der vier aangekochte panden met het heien begonnen en nauwelijks werd de tweede paal den grond ingedreven of een be lendend perceel stortte met donderend geraas in en moest op last van de bouwpolitie geheel afgebroken worden. De architect kreeg intusschen door dit ongeval meerderen grond te zijner beschikking, en was daardoor in staat op flinkere schaal te bouwen. Met buitengewonen spoed werd door den heer J. H. Stelwagen uit Rotterdam, onder leiding van den heer W. Molen broek, met den bouw aangevangen, nadat 900 heipalen ter lengte van 16 M. over een uitgestrektheid van 400 M2 in den grond geslagen waren. Ten gevolge van do massa gronds, welke door de palen verdrongen werd, werd zelfs een kaaimuur ontzet, hetgeen al weder moeilijkheden veroorzaakte, welke overwonnen moesten worden. Niettegenstaande al die hindernis sen, de kleine ruimte om het werk ten uitvoer te brengen, en het gemis aan bergplaats voor de aangevoerde materialen, zyn architect en aannemer er toch in geslaagd het gebouw met 1 September jl. te kunnen opleveren. Het bestaat uit kelders, beganen grond en 7 verdiepingen, zichtbaar in de gevels, benevens 3 in de kap. Alles te samengenomen wordt een hoogte bereikt van uit de straat van 40 Meter. Er werden aan verwerkt ruim 3 millioen steenen, ruim 300 M3 hard steen, 120000 verglaasde steenen, en 300000 Kg. ijzer. De inrichting is als volgtkelders, waarin zich bevinden machinerieën voor centrale verwarming en electri- sche beweegkracht, benevens brand- kluizen. Op den beganen grond be vinden zich winkelhuizen en enkele kantoorlokalen, op de le tot de 9e verdieping kantoren en vergaderloka len, terwijl zich op de 10e verdieping photografische ateliers bevinden. Eindelijk is op het plat dak een ijzeren waterreservoir geplaatst met een inhoud van 15,000 liter, wijl de gemeentelijke drinkwaterleiding de bewoners der hoogere verdiepingen in den steek zou laten. Met een pers pomp, door electriciteit gedreven, wordt dit reservoir gevuld. In het gebouw loopen twee elec- trische lifts, terwijl het mede electrisch verlicht wordt en eene centrale ver warming is aangebracht. Het gebouw is dan ook geheel zonder schoorstee- nen. Het Witte Huis is driemaal hooger dan een gewoon huis en is het hoogste febouw van Europa. Het is geheel rand vrij geconstrueerd, van onder tot boven bestaat het uit ijzer steen en glas, terwijl het ijzer nog met onbrandbaar materiaal is bekleed. De ijzeren kap is aan de binnenzijde ge heel geïsoleerd tegen warmte en koude door middel van geprepareerde kurk- platen. De electrische installatie werd aan gebracht door de firma Siemens en Halske te Berljjn, de electriscbe lifts door Schmidt Kranz Co. te Nord- hausen, de centrale verwarming door Arendt Mildner en Evers te Hanover, het glas door de firma A. Lipjes te Rotterdam. Yooral van de overzijde der Gel derschekade gezien maakt het huis een machtigen indruk en getuigt het geheel van soliditeit en practische inrichting. De gekleurde verglaasde tegels in den voor- en de zijgevels, gepaard aan de nette afwerking, ge tuigen van goeden smaak. Voorts worden ter verfraaiing tegen den gevel ter hoogte der eerste verdieping een zestal beelden aangebracht. Bijgeloof. Een merkwaardig staaltje van byge- loof wordt door het volgende geleverd Ongeveer veertien dagen geleden 1 bevond zich de negentienjarige vrouw .De R. in de Nicolaasstraat te Utrecht, I toen zjj door eene vrouw op den schouder getikt en haar naar den weg gevraagd werd. Sedert dien tyd 'gevoelt zij zich niet zooals zjj be hoort te zyn, en werd zjj zelfs voor een paar dagen, de vrouw is nl. blee- kersmeid van beroep, door eene on zichtbare hand door het waschhok van haar meester geslingerd. Hare familie houdt het nu voor zeker, dat zjj door eene kwade hand aangeraakt De komst van Broca (Belg) en en betooverd is, en ten einde die be- Louvet (Franschman) is nog niet toovering te doen wijken zal de vader eerstdaags een zwarte kip in een ijzeren pot braden. (U. D.) Cholera. Te Bokstel heeft zich, naar gemeld wordt, een geval van cholera met doodelijken afloop voorgedaan. Koloniën. Atjeh. Aan een uit Kota-Radja ontvangen telegram wordt in de Java-Ct. van 5 Augustus het volgende ontleend: Den 30en en 31 en Juli, is een de tachement van uit Indrapoeri opge rukt naar het bergterrein in den omtrek van Sarah Bak Nawah alwaar groote nederzettingen van Toekoe Moeda Latif en Teungkoe di Boesoeé verbrand werden; ook werd eene nieuw opgeworpen steenen versterking gesloopt en eene 60 man sterke bende verjaagd, terwijl één bruikbaar voor- laadgeweer en munitie buitgemaakt werden. Den 2en dezer kwamen de twee compagnieën van het 6e bataljon van Lam Panas over Lam Tobah, Paja Doewa, Reung-Reung en Seliraoen te Kota Radja terug, na tusschen Lam Panas en Lam Tobah en tusschen Paja Doewa en Reung-Reung be schoten te zijnde vyand liet twee dooden, zoomede een bruikbaar voor- laadgeweer en munitie achter. Brand. Uit Fort de Koek schrijft men dato 2 Augustus aan het Bat. Niexiws- blad Gisterennacht circa 1 uur kon men van hier een treffend, grootsch schouwspel waarnemen. De kampong Kota-Toea, bijgenaamd de blikken kampong, die bekend staat als een der rijke en aanzienlüke kampongs van S. W. K., stond in brand. Uren in den omtrek zag men niets anders dan een zee van vlammenmeer dan 115 huizen werden dan ook een prooi van het vuur. De schade beloopt duizenden gul dens. Bijna niets was verzekerd. Er circuleert thans hier een lijst, om de bewoners zoo spoedig mogelijk in staat te stellen eenigszins in de eerste behoeften te voorzien. Sport en Wedstrijden Wlelrijden. Voor de wielerwedstrijden, die Zon dag op het Sportterrein in Den Haag worden gehouden, zijn met Jaap Eden en Robert Protin, de beste Holland- sche professionals en amateurs inge schreven. Eden en Protin zullen elkander dit jaar voor het eerst ontmoeten op de Haagsche baan. zeker. Reeds thans hebben zich velen voor dezen wedstrijd van toegangs kaarten voorzien. GEMENGD NIEUWS De zaak-Dreyfu8. De Matin verzekert dat de enquête, sinds de ontdekking van het bedrog van Henry aan het ministerie van oorlog ingesteld, geleid zou hebben tot de ontdekking van feiten van strafbaren aard, toegeschreven aan onderscheidene officieren van den generalen staf. Deze mededeeling moet door generaal Zurlinden zelf onder de grootste geheimhouding gedaan zyn. De Aurore kondigt de arrestatie van Du Paty de Glam aan. Omdurman. De verslagen van de oorlogscorres pondenten bevatten nog vele bijzonder heden over den slag by Omdoerman. De aanval van de ruiterij der Der- wihsen op Macdonalds troepen moet een buitengemeen schilderachtig too- neel geweest zijnde fiere ruiters op hun prachtige Arabische paarden, met hun lichte mantels die in den wind fladderden om hun speren die blonken in de zon, waren bewonderenswaar dig schoon zoo reden deze helden van het Oosten onversaagd den wis sen dood tegemoet. Van deze driedui zend ruiters spaarde het moorddadige vuur der Engelschen en Egyptenaren er geen eukelenvele gewonden ble ven nog schieten terwijl zjj reeds op den grond lagen. De infanterie der Derwishen streed even kloek als de ruiterij. Onder de krijgslieden die tot het laatst stand hielden bevond zich de zoon van den Chalief, den beken den emir Jakoeb, de oude vijand en cipier van Slatin Pasja. Slatin her kende Jakoeb's standaard, en by zag hem, door enkele getrouwen omringd, onder den kogelregen vallende emir blies den laatsten adem uit na Slatin nog herkend te hebbeu. Thans blykt dat Howard, de cor respondent van de „New York Herald" en de „Times", tegen de waarschu wing in vooruitgerend is naar Omdoer man, om de gevangenen te redden. Hij kwam het eerst in de stad maar werd door eenige Derwishen, die in hinderlaag lagen, doodgeschoten. Slatin Pasja heeft den Sirdar den weg gewezen door Omdoerman en Chartoem. Neufeld werd in de gevan genis gevonden, hy had aan zijn voeten keteus van vier el iengte. De Baggara's hebben zich meester gemaakt van het vee van den Chalief toen de Derwi shen op de vlucht gingenmon leidt daaruit af dat het gezag van den Chalief geheel gebroken is. De bijzondere berichtgever van de „Standard" vult zyn me.ledeelingen over den slag bij Omdoerman nog aan. Hjj had reeds beschreven hoe de eerste aanval van de Derwishen op de zariba door de Engelsehen opgeworpen, af geslagen werd, en hoe daarna de vy- FEUILLETON. Zij plaatste nu den mond van de re volver op de plek, waar de hartslagen het luidelijkst merkbaar waren en trok af. Het schot ging af, te midden van het dichte bamboebosch oen doffen knal veroorzakend en een sterke kruitlucht verspreidend. Friquette, die nooit iets vergat, had ür zelfs om gedacht, dat, wanneer de tij ger getroffen werd, zijn muil zich zou sluiten dit moest zij tot eiken prijs ver mijden, daar het haar dood kon worden. Op het oogenblik, dat zij de revolver afschoot diende zij met haar linkerhand, rijn kop tot steun gebruikend, hert beest een forschen duw tegen den bovenkaak fcoe. De tijger, die haar losjea met de punt van zijn tanden vasthield, liet haar op den grond vallen. Dit alles ging bliksemsnel in zijn werk en geschiedde bijna gelijktijdig. De tijger uitte een kort, verschrikke lijk gebrul, dat als een donderslag door het bosch weergalmde. Hij wilde op Friquette toespringen, maai* kon niet. Midden in zijn sprong begaf hem do krachttwee stappen deled hij nog voorwaarts sloeg toen met de pooten in de lucht en viel achterover op den grond. Friquette sprong terstond op, en uitte een kreet van vreugde, nu zij haar vrij heid herkregen had. Maar helaashaar vreugde zou slechts van korten duur zijn. De knal, het gehuil van den tijger en de vreugdekreet van het meisje hadden een verschrikkelijk lawaai tengevolge. Menschelijko kreten, die uit metalen j kelen schenen te worden voortgebracht, het gekraak van takken, schoten, op goed geluk afgevuurd, gesuis van projec- j tielen, die van alle kanten door de lucht j vlogen, al desSe geluiden vermengden zich met elkaar en deden Friquette bij na het hoofd verliezen. Tegelijkertijd werden er door het ge- i bladexte heen toortsen zichtbaar, die de geheele omgeving verlichtten en einde lijk de plaats naderden, waar de ontstel- i de Friquette stond. Toen herkende zij het sombere uni form, de platte gezichten, de half geslo ten oogen, dein rechten mond, bescha- duwd door een borstelige snor, der Cbineezen. De Chineezen, met hun bespottelijke gezichten die nu van woede verwrongen waren, zagen er afschuwelijk uit. Ontwaakt door het revolverschot, nog woedend over de geleden nederlaag van dien dag, en denkend, dat de Japanee- zen hen in don nacht kwamen overval len, liepen zij driftig op het jonge meis je toe, dat zij voor een spion aanzagen. Tevergeefs kwam Friquette tegen de ze beschuldiging op en wees naar het lichaam van den tijger, die in zijn dood strijd nog lag te stuiptrekken. De ellendelingen wilden er niets van hooren. Daarbij kende geen van hen de Fransche taal, en volhoudend, dat zij' een spion uit het vijandelijke leger was, maakten zij zich van haar meester. Terwijl men haar aan handen en voe ten bond, herinnerde Friquette zich nog maals de waarschuwing van dokter Mito. „De Chineezen zijn lafhartiger dan slangen en bloeddorstiger dan tijgers zelfs. En voor de tweede maal in dezen ge denkwaardiger! nacht was Friquette bang doodsbang. Haar eerste ervaringen waren dan ook wel wat heel raw en niets werd haar bespaard. Krachtige armen tilden haar van den grond, terwijl niet minder krachtige beenen haar voortgang bespoe digden. Een enkele fakkel verlichtte dezen quasi treurigen stoet, terwijl men nu en dan een geweerschot in de lucht deed weerklinken. Hoewel Friquette in een zeer smar- telijken en niet minder ongemakkelijken I toestand verkeerde, en de toekomst erj donker uitzag, moedigde het meisje zich zelf aan en slaagde er in zich een weinig gerust te stellen. „Per slot van rekening, dacht ze, „zullen die kereltjes me toch niet opeten. We zullen wel eindelijk ergens aanko men, en dan zal ik me zien te redden. Als men avonturen door wil maken, moet men er zich ook uit kunnen red den." Werkelijk hielden zij eindelijk stil. Zij hadden nu een grooten, open plek be reikt, die verlicht werd door flinke vu-i ren, waaromheen gewapende soldaten lagen, die een nog terugstootender uiter lijk hadden, dat Friquette's begeleiders. Op hun gele gezichten en in hun oogen lag een valsche uitdrukking w.-ede over him nederlaag en de hoop om den volgenden dag bloedige wraak te nemen, stonden er op te lezen. De ongelukkige Japansche gekwetsten, die op den terugtocht buit gemaakt wa ren, hadden reeds met hun bloeddorstig karakter kennis gemaakt. Ongeveer twintig man lagen daar ver minkt op zoo'n gruwelijke wijze, als de Chinees alleen in staat is uit te denken. Eenigen van hen had men langzaam de ooren en vingers afgesneden, anderen de oogen uitgestoken en de bloederige holten met heete asch gevuldgeen van hen bezat nog ooren, welke de beu len aan een draad hadden geregen, som migen hadden geen nous en anderen zelfs geen tong meer. Zoodra een der ongelukkigen bezweek sneed men hem den hals af en stak het hoofd op d^punt van een piek, waarvan men het andere einde in den grond plantte. Overal zag men bloed! overal hoorde men menschelijke kretenOveral het zelfde toonèel van onmenachelijke wreed heid Bij dit gezicht maakte een gevoel van verachting meer nog dan van schrik zich van Friquette meester en zonder er over na te denken of haar woorden haar toe stand misschien konden verergeren riep zij uit: „Ellendelingengij zijt onwaardig den naam van man en soldaat te dra gen!" Op het hooren van deze woorden wel ke wel een bewijs van haar edelmoedig heid maar niet van voorzichtigheid wa ren, trad een Chineesch officier op haar toe en sprak in goed Fransch „Zijt ge een Francaise 1" „Ja!" „Uitmuntend!" o „Ik heb te Tonkin de Zwartvlaggen ge commandeerd en haat uw landslieden, uit den grond van mijn hart. Waart gij vandaag niet in het Japansche leger V „Ja. En ik heb even goed uw gewon den als do hunne verbonden." „Om des te beter te kunnen spion- neeron." „Gij liegt!" „Bereid u intusschen voor op den afgrijselijken dood, dien wij spionnen altijd laton sterven."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1