Chapeüerie du Sport. Ed, MEUWSEN, Heerenhoeden, SPORTPETTER enz,, staan hadden gebracht. Zoo kwam het verschrikte dier weder met de voorpoo- ten uit het rijtuig op den grond en de Koningin met den schrik vrij, waarna de tocht werd voortgezet. De artillerist, door schrik bevangen, kon niet meer op stijgen. Zijn paard werd weggeleid. En bij aankomst ten Paleize deelde de Ko ningin Haren bloedverwanten mede, dat zij geen letsel had bekomenalleen het toilet van Hare Majesteit was iet wat beschadigd. Donderdagochtend is de internatio nale sueltreiu van Hauuover naar Ylissingen te Bnderich ontspoord, zoodat de weg geheel versperd was. Met vereende krachten was men be zig de baau vry te maken. Te Bok stel had trein 70 van Venlo geen aansluiting met genoemden trein. De boot van Vlissingen naar Q.ueenboro vertrok dientengevolge met veel ver traging. Persoonlijke ongelukken kwa men niet voor. Een aardige bijzonderheid. Een onzer abonné's schrijft ons Op het oogenblik, dat H. M. de Koningin het Paleis verliet, op weg naar de Nieuwe Kerk, daalde eene witte duif neder op den hoorn van overvloed aan het fries, en bleef daar i geruimen tijd zitten. Dat dit een goed voorteeken zijn moge voor H.M. Wilhelmina is voor zeker de vurige wensch van allen, die deze merkwaardige gebeurtenis aanschönwden. (Tel.) Eene tribune ingestort. Woensdagavond ongeveer een half uur na den afloop van het vuur werk te Amsterdam stortte een schuittribune nabij den Zaandammer- steiger in elkander. Een 25-tal per sonen vielen in het ruim. Zes dezer werden lichamelijk gekneusd, waarvan vier zoodanig dat zij per raderbaar naar het Binnen-Gasthuis moesteu worden overgebracht. De beide ande ren, een man en een vrouw, werden per rijtuig naar hunne woning ver voerd. Het ongeluk is te wijten aan het breken van den onderbal k, waarop de tribune rustte. Slechts een der gewonden moest in het gasthuis blijven. Bovendien werden nog aan armen en beenen verwond, een man en vrouw met huu zoon, die door het instorten van bovendek eveneens in het ruim van hun schuit vielen. Zij wilden niet naar het Gasthuis gebracht worden en zochten een rij tuig o»u zich hiermede naar huis te laten brengen. Geen enkele kootsier wilde hen echter rijden, waardoor zij zich ten slotte genoodzaakt zagen een handkar voor dit doel te gebruiken. Eindelijk zij nog vermeld dat Woensdagmiddag eeu tweetal agenten verwond werden door cavalerie-paar den. Een dezer moest in het gasthuis blijven. Koloniën, Atjeh. Aan het verslag omtrent de voor naamste gebeurtenissen in liet gouver nement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 24 tot en met 30 Juli jl., wordt in de Jav. Ct. het volgende ontleend Groot-Atjeh. De civiel en militair gouverneur kwam in den avond van den 24sten Jali te Kota Radja, ter afdoening van verschillende dienst aangelegenheden, en vertrok 30 Jali weder naar Segli. Gebied buiten de Sagi's. Toeankoe Hoessin, zyn dochter, zijn schoonzoon T. Radja Kwala en andere familie leden begaven zich naar Segli om hunne bloed- en aanverwanten aldaar te bezoeken. Sagi der XXVI Moekims. In dit gebied viel niets voor, dat vermeldens waard is. XXV Moekims en Zuidelijke neder zetting. T. Amat Lam Loempoer be vindt zich nog steeds met een tiental volgelingen in Lehong, ook T. Ali Sapik moet te Poeding geweest zijn, om zijn aldaar wonende vrouw op te zoeken. Pang Abas zwerft nog in het ge bergte vau Paroi en werd met T. Abas, zoon van Ketjik Amin van Lam poe-oe er, verscheidene met ge weren gewapende volgelingen 's nachts sten op en bracht het zoover, dat do journalist half en half overtuigd werd en op het plan inging. „Maar welke betrekking moet zij dan in het leger vervullen. Ik zeg nog eens men zou ons uitlachen, wanneer zij als oorlogscorrespondent ging." „Wel, wat zoudt ge van ziekenver pleegster denken." „Dat is een idee." „Zij is zeer ontwikkeld en er zijn vele Japanschc geneesheeren, dio eens tot mijn leerlingen behoorden als ik juffrouw Friquette recommandeer, zal zij oen uitstekende ontvangst hebben." „Dat verstaat zich." Zoo gebeurde het, dat de hartewensch van hot jonge meisje vervuld werd en zij du gi'ootq reis aanvaardde. Maar voordat zij vertrok had zij nog met veel moeielijklieden te kampen. Maar Friquette was wel andere hin derpalen te boven gekomen om zich nu op het oogenblik, dat haar droomen ver wezenlijkt zouden worden, zich door iets te laten afschrikken. Zij stelde alles in het werk om de goedkeuring barer ouders te verkrijgen soms vroeg zij het hu nvleiend, dan weer toonde zij zich zoo vastbesloten, dat papa en mama Robert eindelijk gaven en „ja", zeiden. in het dal van Lamtih gezien, alwaar de bende te vergeefs beproefd moet hebben eenige aan T. Oemar toebe- hoorende karbouwen op te vangen. Pang Sabid en Ketjik Marnat, twee onzer vroegere gidson en spionnen in Lehong, die later door T. Oemar ge pardonneerd werden en dezen naar Pedir volgden, zijn naar Lehong te ruggekeerd. Door den wn. Civiel Gezaghebber der VI en IX Moekims werden met een brigade marechaussée de eilanden Nassi en Beras bezocht- Op Poeloe Nassi werden de „Oe- mong sara" (vroeger Sultans sawahs) opgenomen en het ten bat© van het Gouvernement opgeëischte sultans- aandeel in de prodactie ter verzending gereed liggende gevonden. Wegens onstuimige zee had de verzending nog niet knonen geschieden. Op Poeloe Bras werden de door T. Oemar aan gelegde koffietuinen bezichtigd (ruim 2000 boomen) en op behoorlijk onder houd van deze aangedrongen. Op beide eilanden werd last gege ven tot het verbeteren der voornaam ste voetpaden. In de onder Meraksa ressorteerende kampong Oleh Paja (Poeloe Bras) werden 111 kampong- passen uitgereiktin de verschillende andere nederzettingen op Poeloe Bras onder de VI Moekims ressorteerende, werden nog 67 kampongpassen uit gereikt aan lieden, die te voren door tijdelijke vestiging te Oleh-Paja zich aan de verplichting tot het voeren van kampongpassen hadden weten te onttrekken. De in het verslag, opgenomen in de „Javasche Courant11 van 14 Juli jl. no. 36, bedoelde school voor At- jehsche kinderen te Pakan Badak werd door den wd. Oeloebalang der VI Moekims T. Radja Hitam ge opend met 23 kinderen. Sagi der XXII Moekims. Dein het gebergte der VII Moekims Baid vertoevende kleine benden betoonen zicli nog steeds wantrouwig tegen de kampongbevolking, met uitzondering van enkele personen. Een in een moeras tusschen de heu vels visschende inwoner van Loeboe (Lam Ara) kreeg langs het been een schampschot van een bende, die hem voor een soldaat hield, omdat zy kort te voren een marechaussee in den om trek had gezien, en werd gewaar schuwd zich niet meer in de heuvels te wagen. In den nacht van 29 op 30 Juli werd een spion van het Bestaar, die de uoodige aanwijzingen had gedaan voor de opvatting en afmaking van Pang Poetih (vide het verslag in de „Javasche Courant'1 van 15 Juli jl. no. 56) te Loeboeh vermoord. In den nacht van 26 op 27 Juli werd door eeu patroQille het gebergte ten Westen van Loethoe en Lamkrak onderzocht, werden twee hutten ver brand, en in een grot een voorraad ryst, zout en specerijen vernietigd. Op verschillende plaatsen werden schuilplaatsen van alang-alang onder omgebogeD struiken gevonden. Bij het aanbreken van den dag werd de patrouille op groote afstanden vrij levendig beschoten door een vijftien tal vijanden. Ingevolge ontvangen berichten, dat achter Aoaq Glé een bende was ge zien, die op inarsch was om zich naar Lam Toba te begeven, werd nabij de waadbare plaats te Limo een hinder laag gelegd, en tevens een patrouille uitgezonden naar Sermo, welke laatste de gesignaleerde bende aantrof op de sawah tusschen üermo en Lam Poepo. Door de bende ontdekt, gaf de pa trouille vuur, waardoor Pang Mat uit Sermo gedood werd. Zijn lijk werd den volgenden morgen op de sawah gevonden, benevens raim 200 patronen, visch, vleeseh, enz. Op 26 en 27 Juli werd van uit Indrapoeri gepatrouilleerd over Bitha naar Lam Goeda, in welke steeds geheel vorlaten kampong een blijk baar voor de vijandige benden be stemde voorraad van p. m. 800 kilo gram padi werd aangetroffen, en in beslag genomen. Tusschen de verschil lende zy riviertjes van de Kroeng Kemiroe werden vele kleine tijdelijke i nederzettingen van volgelingen van1 T. Moeda Latif, Tjoet Gambang en Teungkoe Oessin verbrand. De pa trouille werd licht beschoten, waardoor een fuselier gewond werd. In den nacht van 29 op 30 Juli werd de overvalling beproefd van twee leden der bende vau Teungkoe di Boessoeh, welke zich dien nacht in een huis in kampong Sermo op- Ook voelden zij, dat het jonge meisje sterven zou van. verveling en verdriet, als men haar verzoek niet inwilligde. Do toebereidselen waren gauw gemaakt. Juffrouw Friquette begreep, dat hoe minder bagage men op een lange reis meeneemt hoo beter. Zij nam twee klei ne, sterke lichte valiezen mee, waarin zij haar linnengoed en papier pakte. Alles was binnen een week gereed. Het dagblad stelde een credietbrief ter beschikking op een der groote bankin stellingen. Do spoorwegmaatschappij bood haar een vrijen overtocht tot Marseille aan en de „Messageries maritimes" zouden haai* op een barer booten de Ernest. Si mons naar Yokohama overbrengen. Zoo kon zij bijna voor niets tot Yokohama reizen. Het afscheid was droevig. Ten eerste is een afscheid op zichzelf als iets treurigs en ten tweede had Fri quette haar ouders en zuster en broer hartelijk lief. Maar het goede kind, hoewel zeer teergevoelig, was te zeer door de reis woede aangetast. Gelukkig en toch bedroefd, verrukt en zich toch weer verlaten gevoelend, ter wijl de tranen in liaar oogen opwelden en haar lippen zich tot een glimlach hielden. Dezen vuurden op de patrouille en attakeerden daarop met de kle wang, ten gevolge waarvan vier ma rechaussees vry ernstig gewond wer den. Het gelukte eeu der vyandenaf te maken, de andere wist te ontsnap pen. Het bivak te Reung-Reung werd den 28en opgehevende bezetting keert naar Tjot Mantjang terng. De in het vorig verslag genoemde brigades marechaussee debarkeerden in den nacht van 23 op 24 Juli te Kroeng Raja en marcheerden denzelf den nacht naar Lam Panas; de ge roofde peper bleek reeds naar Kalé in veiligheid gebracht te zyn. Te Lam Panas meldden zich T. Bin, het hoofd van dat landschap, en zyn bloedver want T. Brahim. Hun werd gelast zich te Kroeng Raja bij den bivak commandant en later by den assistent resident te Kota Radja aan te melden. In verband met het absoluut gebrek aan medewerking der Kroeng Raja- sche hoofden ter verzekering van orde, rust en veiligheid in hun gebied, o.a. gebleken by den roof door de bende van Panglima Hassan van een prauw met peper en het daarop gevolgd ver voer der Chineesehe opvarenden als gevangenen door het bewoond gebied van Kroeng Raja, is dien hoofden aangezegd, dat het hun toekomend aandeel in de peperhassil niet meer, zooals te voren, dadelyk na inning van bestuurswege aan hen zal wor den uitbetaal 1, maar voorloopig in be waring zal worden gehoudeD, om boe ten wegens gebrek aan medewerking daarop te kannen verhalen. Op den 25en Juli vertrok tot het doen van verkenningen eene colonne van twee compagnieën infanterie, onder commando van den majoor De Jongh, naar Kroeng Raja en den volgenden dag van daar naar Lam panas, alwaar te Kwala Brenoetaan de Ije Maneh gebivakkeerd werd. Den 27en Jali werd over Lampanas, Leungah, Blang Renkeh en Biheuë naar Kalé gemarcheerd en aldaar ge patrouilleerd. Van Leungah tot Biheuë werd de troep lieht beschoten, waarby een Europeesch fuselier lichtgewond werd; de vijand liet een doode achter. De Imams van Bihenë en Kalé maakten hunne opwa-ehtiug, eveneens Potjoet Merah van Biheuë, echtge- noote vau Toeankoe Abdoel Madjid te Kota-Radja. T. Tjoet Toengkoeb bleek met mede neming van al zyne goederen vertrok ken te zyn, evenals T. Hassan, Imam van Siëm. Den 28sten keerde de troep naar Lampanas terug. Noordkust. De colonne Willems, die blykens het vorig verslag oj» 20 Juli naar den Glé Gapoej uitrukte-, bivak keerde dien dag te Pante by Keumala, waar de troep 's nachts nu en dan beschotea werd. Den volgenden dag werd naar Tjot Moeroeng doorgernkt op dien tocht en in het betrokken bivak werd de troep ook beschoteD, waardoor drie militairen gewond' wer den. Den 22sten Juli werd in den omtrek gepatrouilleerd, terwyl by de beschie ting van het bivak vier mindere mili tairen gewond werden. Den 23sten Joli werd de terugtocht naar Segli ondernomen via Glé Siblah, Beurou- noen, Kamboeë, Reung-Reung en Si- giëng, waarby de achterhoede bescho ten werd door benden, die de colonne volgden, welke echter by Reung-Reung aangevallen en verdreven werden. By deze gevechten bekwamen wy: 5- mindere militairen zwaar gewond en 13 mindere militairen niet levensge vaarlijk gewond. De vyand leed zware verliezen en liet in hetgeheeI33;doo- den achter. In den nacht van 19 op-2D'Juli drong een bende in de kampong Manta in de woning van onzen spion Brahim Arab, die echter, te voren door zyn kamponggenooten gewaarschuwd, zich wist te redden. Zyn vervoerbare be zittingen tot een waarde van eirea 500 dollars werden door öfe- roevers meegenomen. Als aanvoerder dezer bende wordt Nja Bin van kampong Lang genoemd. In Garoet keerden een. vijftigtal mannen, vrouwen en kinderen terug; ook in kampong Aree zouden eenige uitgeweken bewoners teruggekeerd zijn. In den nacht van M op 22 Jali drong een bende pl. m. 30 man de woning van den Chinees Tjin Din te Peukan Gigiëng binnen, en roofden voor een waarde van pl. in. 1500 dollars aan contanten en goederen. Van de zijde der Peukan bewoners en van T. Bintara Paleuh is niets ge- plooiden, was 't Friquette bijna onmo gelijk de acliterblijvenden een woord van bemoediging toe te spreken. Nog één omhelzingéén kus en dan op marsch Friquette De trein stoomde zuchteaid en steu nend weg. Nog een groet uit hes por tier...... „Ga met God!" zouden de matrozen zeggen. De sneltrein, die 's morgeys om ne gen uur vertrok, kwam 's avonds tien uur te Marseille aan. Zij rustte een paar uur in heit hotel Cannebière, en begaf zich, toen naar do prachtige paketboot, die, om drie uur vertrok. 25 Juni 1894 begon de zeereis. De boot nam den volgenden weg Port-Said, Suez-Aden-Bombay, Co lombo, Singapour, Saigon, Hong-kong- Shangai, Kobe, Yokohama Verrukt, bijna krankzinnig van vreugde zag zij deze steden één voor één voor liaar oog wegtrekken de steden, wier namen reeds een geheimzinnig ge voel van genot bij haar teweegbrachten. Friquette genoot van deze reds naar liet ander einde der Wereld on kon zich maar niet begrijpen, dat haar droom verwezenlijkt was I Den 22sten Juli bereikt© men na een daan om de roovers te verjagen of te vervolgen. Panglima Tjoet vaD Adan en een volgeling van T. Oemar zouden de bende aangevoerd hebben. Instedo van zyn volgelingen uit Gloempang Doewa terug te roepen, trad T. Tjihik Pasangan steeds krach tiger tegen dat landschap op, en hoewel de verbondon Oeleebalangs door hot geschutvuur der marine ge- stenud werden waren dezen door ge brek aan munitie niet in staat met succes aanvallende te werk te gaan, maar moesten zy ten slotte slechts eene defensieve houding aannemen. Namens den gouverneur werd daar op den Radja van Pasangan mede gedeeld, dat hij beboet was met het bedrag der onkosten van de hulp, die het gouvernement verplicht was ge weest den verbonden Oeleelalangs te verleenen, tot een totaal van 50'0 dollars; dat het gouvernementeischte dat hy zich zoowel uit het door hem bezette gebied ren Oosten van zyn landschap als uit de door hem in Sama- langa opgerichie versterkingen zou terugtrekken; dat ingeval hy zulks niet deed het gouvernement hem daartoe zou dwingen, en alle ten deze gemaakte onkosten door hem betaald zouden moeten worden. Van Gedong werd bericht ontvan gen, dat daar verscbill nde verstor- kingen werden aangelegd op de tij ding dat Onze troepen ter Oostkust tot Telok Niboeng aan de Djamboe Aerrivier waren doorgetrokken. Men vreesde dat de tocht tot Gedong zou worden voortgezet. Oostkust. De in het vorig verslag bedoelde tocht van Edi naar Sim pang Olim had van 18 tot en met 21 Jali plaats. De verschillende hoofden der staatjes meldden zich by den gou verneur, behalve T. Mohamad Hana- fiah, broeder van den vorst van Sim pang Olim* wiens nederzetting te Telok Niboeng aan de Djamboe Aer rivier verbrand werd. Aan de gezamenlijke staatjes ter Oostkust is eene oorlogsschatting van f25'),000 opgelegd, te betalen door een extra hassil van 75 dollars per kojang uitgevoerde peper. Het 14e bataljon' keerde van 22 tot 28 Juli naar Segli' terug. Westkust. Van T. Ali Baid wordt; gerapporteerd dat hy voornemens zou zyn naar Waila te vertrekken, om zyn tante Tjoet Manja daarheen te begeleiden, en een elftal geweren in te lossen, die hy indertijd in pand gegeven heeft. Poeloeh-Weh. Niets bijzonders. Weersgesteldheid. In Groot-Atjeh over het algemeen warm su droog. Ter Westkust viel veel regen. Gezondheidstoestand. Ib de IX Moekims en de III Moekiroa- Baroe kwamen enkele gevallen van pok- ziekte voor. Van Melaboeh en Kwala Oenga wordt het voorkomen van vele gevallen van koorts en buikziekte gemeld. Veeziekte. De veepest bleef heer- schen in Lepong en in de XIXV Moekims, in welk gebied; daaraan stierven 4 runderen en 22 karbouwen. Die ziekte breidt zich voorts uit in j het eontróle-ressort, alsmede in dcV Moekims Montasik. In het Pedirsche blijft qq-veepest groote verwoestingen onder den; vee stapel aanrichten; daarentegen schijnt zy te Lagen ter Westkust totstaaa gekomen te zijn. De zuidelijk van dat landschap gelegen streken bleven tot dusver van die plaag versshooncL GESJVENGO NIEUWS. De zaak-Dreyöis. Stellige bevestiging van de loeiende geruchten omtrent de ontdekking vaa nieuwe misdadigers onder de officie ren van den geueralen staf,.ontbreekt. Generaal Zurlinden, voor wien de dossiers der Dreyfns-zaak nieuw zijn, bestudeert ze. Volgens sommigen leidt hem die studie tot nieuwe ont dekkingen, volgens anderen* maakt zy hem tegen revisie. In parlementaire kringen is de op winding nog groot.. Georges Berry (de man, van wien het gevleugeld woord afkomstig is: bet kan mo ni tj schelen of Dreyfus- schuldig of on- schuldig is, maar. zooals de zaken |nu staan, moet hij; op het Duivels- i eiland blijven) beeft eea boozen brief aan Brisson geschreven, omdat deze, naar by beweert, buiten de Kam rs om een revisie gaat uitlokken, welke reis van 37 dagen,. Yokohama en zij voelde zich «pg even frisch en vol vuur aJs de kleine Parijsche jongen, naar wien zij gonpemd was. Het overige kan ruen wel rade*. Het personeel van de Fransche lega tie ontving haar zeer beleefd, qöar zij aanbevolen was door een der grootste Parij&cho bladen. Eea warme ontvangst viel haar van de militaire doktoren ten en de geif.era.le staf doelde haar onmiddellijk bij do vliegende ambulance it*. Drio weken later wertfc zij tegelijk met eeu afdeeling gewapende militairen naar Hieroshima ingeschept, die te Fou-. san een groote haven op Korea, waar de troepen bijeenkwamen, aan wal ghv gem Men heeft de eerste ervaringen van het wakkere meisj_e reeds meegejvtankt. HOOFDSTUK IV. Psychologie der Chineezen Een met gezel in de gevangenis. Kinderlijke toewijding. Do schildwacht. - De Ijst van Friquette. Ont snapping. AlarmDe ver volging. Het noodlot Door den stroom. De Chineezen, mot hun laaghartig, de Kamer éénstemmig heeft gewei gerd. Hy zal hem daarom interpellee- ren over het ontslag van Cavaignac. Interpellaties zullen verder over deze zaak worden gehouden door Girou, Mirmao, Breton, de Grandmaison en Lasies. Een ander Kamerlid. Massabuau en Pascal, antisemiet, hebben aan Fanre en Brisson requesten gericht om dade lyk de Kamer byeen te roepen. Daar in, in een votum der Kamer die zich altijd zoo schaapachtig volgzaam beeft fjetoond in deze zaak, is blijkbaar de aatste hoop van Rochefort c. s. ge legen. Dagelijks althans schrijft diéns blad over den „staatsgreep", dien het ministerie begaat door de Kamer er buiten te houden. Het gerncht liep dat Esterhazyop de vlucht is. Zeker is het, dat by zich niet vertoont. Eenige duels zyn in het uitzicht. Albert Monniot, redacteur van de Libre Parole, heeft zijn getuigen aan Trarieux en Lucien Millevoye, de1 boulangistische afgevaardige van Pa rijs, de zjjue aan den letterkundige Octave Mirbeau gezonden. Het blad Le Soirte Brussel ver schijnende, verzekert, dat volgens een telegram uit Londen Esterhazy Maan dagavond daar is aangekomen, om daar den loop der gebeurtenissen af te wachten. Hy zal niet in Frankryk terugkeeren, wanneer tot een revisie wordt besloten. Een töosU Yan Keizer Wilhelm. By het feestmaal van de provincie Westfalen hield' de keizer een toe spraak waarin hy zeideIk hoop dat alle groote ouderdeelen van hetindus- strieele leven in hst Duitsehe vader land zich met elkander zullen ver binden. Dit is echtèr slechüs mogelijk onder bescherming van dècvrede, doch deze kan slechts worden gewaarborgd door een slagvaardig,- geheel tot den oor log voorbereid leger: „God geve, dat het ons steeds ge geven zyn moge, niet <ët scherpe en goedverzorgde wapen voer den wereld vrede te zorgen11. De keizer sloot met een Moch! op de provincie Westfalen. Onlusten op Ksrata. De berichten uit Kandia blijven by voortduring verontrustend; Er zyn een groot aantal personen gedood, waaronder de Engelsche consul, een Griek van afkomst. Naar men zegt zyn 22 Ehgelschen gedood en 45 gewond by; de brand stichtingen in den omtrek'van Caoea. De Eng. commandant te Kandia heeft bekend gemaakt, dat by, een nieuwen aanval der Muzelmannen hy de stad zal bombardeerea; 8n eeu militair cordon zou instellen; om; de opstandelingen te omsingelen.. Do opstandelingen hebben eem aan val gedaan op de Duitsehe troepen, die deel uitmaken van hteP militair cordon om Kandia. De regeering verzocht aam dö ad miraals om dringende maatregelen te nemen, ten einde de opstandelingen terug te dryven. Het gevecht met de opstandelingen duurt voort. Het ambtelijke bericht vair dm Brit-; schen consul te Canclia enivan dén cor respondent van de Time? aldaar stellem de aanleiding tot de ongeregeldheden an ders voor dan de eerste, telegrammen. Terwij. kolonel Reid hob douanehuis je- binnentrad werd een Eiig^lscli soldaat., behoorend tot de twintig man van da, Hazard die de wacht hadden, door eeis mohammedaan met een mes in zijn rug' gestofeen. Terwijl de soldaat, viel, ging. zijn geweer af, en een; rqoha.mineda.-ia werd gedood. Intusschenhoorde men ge weervuur in de stad. Re. Engelsche sol daten op de kade werden grootendeals gedood, uit alle huizon- im den omtrek en van de muren van. hejl fort schaak men. 05) de EngelsclMju. Vier man op, de Hazard werden ook gedood. De soldaten slaagden er in, het lijk. van hun gesneu velden luitenant qee to- nemen. Drie; vierden van de 1000 christenen i«t da stad moeten vernaaprd zijn. Uit Malta zijn lwjfc torpedo-ièpot- schip Yulcan en rfêt transportschip. Au gustine naar Kreta vertrokken met een gedeelte van hepr Dorsetshire regpaent. wraakzuchtig,- leugenachtig nn-ar bovenal bloeddorstig karakter, rijn gevaarlijke vijanden. Niet bat? rij in den oorlog- te vreezen zijn. In een strijd van ma® tegen man zijn ze niet veel waard, dikwijls nog! minder dan een soldaat, die pas in dienst is. Maar liet meest te dpehtea rijn ze., omdat; ze geen greintje - edelmoedigheid; voor den overwonnen vijand bezitten. Hun ziel is gesloten voor dat menscho- lijite gevoel, hetwelk- ons er toe dryigb de.gewonden te huip-. te snellen, hes le ven te eerbiedigen en de gevangenen te sparen- Is de strijd evqmaal beslist d-uö wur gen zij de gewonden terstond, onthoof den de lijken en doen de gevangenen de verschrikkelijkste martelingen onder- gaan. Die folteringen zijn zóó omnenschelijk wreed, dat wij er ons geen denkbeeld van kunnen vormen. Niets, houdt hen lüervan terug, niets is in «taat eenige ontroering bij hen op te wekken, en ni.ets is in staat hun geyoelszenuwen te doen trillen. Het is alsof er door de aderen van die gele langstaarten gal in plaats van bloed, stroomt, dio hun organen bederft, alle edelmoedigheid in hen doodt en hun gelaat teh thjt geeft, waardoor gi er Sport en Wedstrijd* Dö wielerwedstrijden te Berlijn. By de Donderdag geëindigde 24-uq wedrennen werd de eerste prjjs, 10,fx; I Mark en een gouden medaille gewos nen door Huret (Parys) met 829 KI Op hem volgden Marius Thé (Mt seille) met 783, Hartwig fBeriyo) m :738, Kuhn (CharJottenburg) die a amateur buiten mededinging bleef m 705, Engelhardt (Berlyn) met 65 Domain (Mariendorf) met 642, Oli (Berlyn) met 538 KM. Miller (Nei Vork) gaf den stryd op, na berhaa delyk gevallen te zyn. INGEZONDEN MEDEDE& LINGEN. 30 cents per regel. 21!r Anegang 21. Ontvangen de nieuwste modellen in' alle' genres. BRIEVEN OVER DE Nationale TentoonsteiKaj van1 Vrouwenarbeid. Den Haag,' 8 Sept'. '9& In deze dagen hooren wij. en sprekt zeiven veel over de moeielijke taak> zware plichten welke rusten >op heu,'.d geroepen zijn om over een'volk te p geeren en de slotsom van deze zeer wi ze en verstandige gesprekken konia meestal daarop neer, is meestal de pled tige verzekering, dat rij ons onbektau stil leven niet zouden widen 1 ruilen vix al den glans en de glare van het Ki ningschap. En toch, niettegenstaande deze oj recht gemeende uiting van tevredenhéi rijn er oogenblikkon waarin de als hoogste macht ver bonder.-voordeelen v> sterk in 't oog springen, dat we de b zwaren over het hoofd rien of die te minste heel licht tollen, en er bijna U 'zouden komen om. de vorstenki'hlderi te benijden. Dit was o.a. heit g gevsl. met ons, tot we verleiden weelctegelijk met de Ki rringirtnen een bel zoele brachten aan tentoonstelling. Hoe gemakkelij k gaav,voor vorstelijl personen dat zie» 1 van merkwaardig! den. Wat óns e en zee; van tijd ka neemt- voor hen slechts een klein de van den dag in. 2 .ij vindén alles voor lti klaargemaaktb- et publiek dat een hi dbr kim rijn voo r goed:rien, wordt wt gehoudenover; il zijn bestuursleden 1 dé haaid, die ni< its liever willen dan /del/ meest belanj jrijke wijzen en van all dén uialeg gevel n. Geen wondea dat vorstenkinderen; 'korten tijd ong elooflijk veel kunnen 5 richtigen. en... geen wondei' zoo in 0111 jrijd", van druk en haastig leven, hun a derdanen nu e n dan opwellingen voe! van a%onst op deze Waargemaakte, vb ge manier va' a rien Intusschen. bij de.- versbandigen orai ons doren de ze jaloeziebuien maar bi korte; want, al spoedig bedenken m dat er ook veel '.e zeggen is voor; meer iangzaa ne wijze waarop wij, gei ne stervelin;gen, te zaken bekijken kost meer b ijd, maar wij rien ook mi uit eigen oogen.;-wij kunnen betcr-l zoeken wafc ons bijzonder interesseert al onze aar .dacht- geven aan wat ons f, soonhjk 'tr meest aantrekt. Zoo voetten wij ons bv. bijzonder M getrokken) tor-tdé afbeelding „beelden kunsten" en brengen daar bij eiken-U toonstellrngsgang een lang bezoekt Wij vim feu? daar een niet -wde I nauwgezetl eid en artistieken smaak! I eengebraclte keuz^expositie dio :<ts rien op hoeveel Talentvolle kimstenan sen ons .iad.ra^g roemen; limtlscbi - figuur ex.- stilleven, rijn hier tetstekö vertegenwoordigde terwijl we aifcnem de staaltjes rien van de lie<_riijke e kunst. Aai n deze toeist-saal grens 1 onmhtü lijk de ruimttvbestemd voor l vi- blocn* nog terugststotender ui triera Juffrouw Friquette hep <irt? w.eakfl gr- jot gevaar, nu rij in hauu£m vatti scjtui-ken gevallen was. Men Ljit haar eerst db l>elianj$eö 1 undergao'u dte eiken gevangene te een staat; Die heeren vau- bet Hemels 1 rijk doorsnuffelden hacuv werkelijk n een hajsrdigfaeid, die eeiv gooefteiaar zou kebben aangedaan, Haar zakken bexnvtedi geen eni verdacht voorwerp. Ongelukkig had rij sinds haar ver: van Hieroshima het-oen uu ander in k aakboekje opgetekend, om. later t de courant uit %k werken. Het hoofd vaa- de schelmen, die 1 goed Franseh sprak eu las, zag de 1 schreven papieren nauwkeurig na wilde tot elkem prijs dit geschrift ai* militair docunient, beschouwen. Daarop» zeide hij met een stern, als een gebarsten klok klonk „Gij spionneert voor den vijand...' Friquette verontwaardigd, antwoi »a. „Ik-, een spion... dat is een onvn heid. Ik verafschuw den oorlog, die: velen van hun vrijheid berooft of d« Wie het ook rij, gelen, zwarten of bi kon, ik beklaag fcpen, die er slachtcf van worden." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2