NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De avonturen van Friquette. 7> 16e Jaargang. Woensdag 14 September 1898; ■a. 468B HAARLEM'S DAGBLAD AJBONN-EMENTSPBIJS: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 8 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden„0.30 de omstreken en franco per post 0.371/2 Directeur-Uitgever A~nv hiH','"p-RiTsrrir'~rHrNr- l-ó regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai- plaatsruimte. By Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaus: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; SpaamdamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom, ARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen cd Advertentiën aan. OfSicieele Berichten. De Burgemeester van Haarlem, brengt bij deze ter kennis van de in gezetenen dezer Gemeente, dat de op den 9en Sept. j.l. executoir ver klaarde kwartaals kohieren no. 9 en 23 op de Personeels en Bedryfs Be lasting dezer Gemeente, diensten 1898 en 1899, op heden aan den ontvanger der directe belastingen zyn ter hand Wordende de ingezetenen tevens herinnerd, dat de belastingschuldigen verplicht zijn hunnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Haarlem12 Sept. 1898. De Burgemeester voornoemd BOREEL. STADSNIEUWS Eerste en derde pagina. Haarlem13 Sept. 1898. Cactus-dahlias. Op de uitgestrekte kweekeryen van de firma Zocher Co., het wel bekende Rozenhagen, is een stukje ingeruimd aan de cactus-dahlias, die wy gisteren in de gelegenheid waren te bezichtigen. Merkwaardig is het om daarna te gaan, welk een vlucht de kweekery van deze bloemsoort in de laatste jaren genomen heeft. Tot voor korten tijd kenden we niets anders, dan de stijve, ronde bloem, die weliswaar mooie kleuren vertoonde, maar wat zjjn vorm betreft, geen aanspraak op bevalligheid maken kou. Thans heeft men door voortdurende kruising een bloem verkregen, die hoewel lijnrecht van de oude dahlia afstammende, er nauwelijks meer op gelijkt. De vorm is sierlyk, de bloem dungepjjpt en er is in sommige variëteiten een merk waardige kleurscbakeering, dikwijls varloopende van wit naar rose, of van oranje naar rood. Men vindt ze verder in den tuin van de firma Zocher in lila, purper, fluweelachtig donkerbruin en zuiver geel, in ivoorwit als nieuwste variëteit werd ons een lila- kleurige aangewezen, die in zyn vorm aan de chrysant deed deuken. De ontwikkelingshistorie van dezen bloem is in de verschillende vormen der in het perk aanwezige bloemen, duidelijk na te gaan. In hetzelfde perk kwam een enkel- bloemige dahlia voor met zwart blad en een zwarte dito met donker blad, welke laatste een eigen zaailing was van de firma, dien zelfden dag pas uitgekomen. De meeste variëteiten van cactus-dahlia komen uit Engeland en de pry'zen varieer en naar gelang van het jaar, waarin de nieuwe variëteit verschenen is. Het tweede jaar wor den ze altijd goedkooper en ze zijn in hun tegenwoordigen vorm uiterst geschikt voor bloemwerken, getuige het corso van Zaterdag te's-Graven- hage, waar menige fiets met caetus- dahlias getooid was. Wij zouden nu nog kunnen uitwij den over een fraai perk en kelbloemige dahlias, dat wij zagen en van roode waterlelies, waarvan er een, halfge sloten, aan een op het water dry ven den rozeknop deed denken, maar de bedoeling van dit stukje is alleen den lezer op de cactus-dahlias opmerk zaam te maken en hem, zoo hij bloe menliefhebber is, aan te raden, die verzameling eens by de firma Zocher Co. te gaan zien. Bjj advertentie in ons nummer van Zaterdagavond biedt zij daartoe welwillend de gele genheid aan. Jongelieden van 12—16 jaar maken wy opmerkzaam op de inschrijving van leerlingen voor de Herhalings school op het Klein Heiligland 12. Gelegenheid daartoe bestaat by bet hoofd van de le Burgerschool, 's mid dags van 121 uur, gedurende deze week. Leerlingen in het bezit van het ge tuigschrift, dat jaarlijks door de plaat selijke commissie van toezicht op het lager onderwijs wordt afgegeven, zijn van een toelatingsexamen vrijgesteld. Om de kosten behoeft niemand het Da te laten, daar het schoolgeld f 2 be draagt, minvermogenden slechts f 1 en onvermogenden niets betalen. BINNENLAND Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd in orde van Oranje-Nassau, tot officier (met de Zwaarden), de kolonel J. F. Diemer, commandant van het 2de regiment veld-artillerie; by kon. besluit van 10 Sept. 1898 is Bern. Zweers, toonkunstenaar te Am sterdam, benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Aan A. K. Ph. F. R. van Hasselt, gedelegeerd lid van den raad van administratie der H. IJ. S. M. te Amsterdam, verlof verleend tot het aannemen van het ordeteeken, van commandeur in de orde van de Kroon van Siam, hem door den Koning van Siam geschonken. Op zy'n verzoek, eervol ontslag ver leend aan A. T. de Groot, als dijk graaf van het waterschap de West- holwerderpolder, prov. Friesland. De kapitein-luitenant ter zee E. Meyboom, met 16 September a. s., eervol ontheven van de betrekking van lid der commissie tot het exami- neeren van zee-officieren en adel borsten, in die betrekking opgedragen aan den kapitein-luitenant ter zeeH. P. Netscber, stafofficier der zeemacht in de maritieme directie Amsterdam. Audientiën. De gewone audientiën van de ministers van justitie, financiën, oorlog en waterstaat, handel en ny verheid zullen deze week niet plaats hebben. Adres aan H. M. de Koningin. Door het provinciaal bestuur van Noord-Holland is het volgende adres aan Hare Majesteit de Koningin ge richt Mevrouw. Het Provinciaal Be stuur van Noord-Holland waardeert hoogelyk in de gelegenheid te zyn gesteld, aan Uwe Majesteit zyne meest oprechte heilwenschen aan te bieden, nu Uwe Majesteit zich op plechtige wyze en voor altyd verbon den heeft aan het Nederlandsche Yolk, dat zich gelukkig acht, volgens grond- wettelyken plicht door zyne Verte genwoordiging, Uwe Majesteit als Koningin te hebben mogen huldigen. Onder de gevoelens, welke de leden der Staten, zoowel als de door hen vertegenwoordigde bevolking van dit Gewest by deze heuglijke en voor de toekomst van ons Vaderland hoogst gewichtige gebeurtenis bezielen, tre den die van dankbaarheid en die van hoopvolle verwachting wel ge heel op den voorgrond. Noordholland's bewoners zyn met dankbaarheid vervuld, omdat trots de droeve slagen, die in latere jaren ons geliefd Vorstenhuis zoo herhaaldelijk troffen, de Kroon der Nederlanden is kunnen overgaan en het Koninklijk Gezag in dezen lande kan blijven ge dragen worden door een telg uit het Stamhuis van Oranje. Noord-Holland toch vergeet niet wat het verschuldigd is aan den Grondlegger van dat Stamhuis, Uwer Majesteits Doorluchten Voorzaat die, toen vrijheid en onafhankelijkheid voor het machtige Holland verloren schenen, in deze streken den strijd wist aan te wakkeren en door te zetten, welke aan Neêriand zyn zelf standig volksbestaan verzekerde; vergeet niet hoe in het Stadhouder lijk tijdperk de eenheid tusschen Hol land en Westfriesland werd geves tigd en daarmede de kracht en de grootheid van Holland versterkt en verhoogd vergeet eindelijk niethoe onder de Regeering van Koningin Willem I, onder die van Koning Willem 11, en niet het minst onder den langen duur der regeering van Koning Wil- lem 111, Uwer Majesteits geliefde Vader aan wiens nagedachtenis ook in deze jubeldagen menige dank- bare herinnering weemoedig blijft ge wijd de bloei van dit gewest is bevorderd, door vermeerdering van zijn landgebied met duizenden hect aren grond, door den aanleg van groote en talrijke verkeerswegen te land en te water, ter ontwikkeling van handel en nijverheid, door de oprichting van verschillende instellingen aan weten schap en kunst gewijd. Maar aan die gevoelens van dank baarheid paren zich als van zelf die van hoopvolle verwachting voor de toekomst, omdat Noordhollands inge zetenen zich overtuigd houden, dat Uwe Majesteit, onder de leiding en door het voorbeeld Harer Hoogge ëerde Koninklijke Moeder opgevoed in liefde voor de grootsche taak, die Haar wacht, en volkomen bekend met het karakter en de behoeften van Haar Volk in de verschillende deelen van Haar Rijk, gotrouw aan de traditiën Harer Vaderen, krachtig zal willen streven naar de bevorde ring der belangen, ook van deze stre ken. Dankbaar en hoopvol naderen dan ook de leden der Staten van Noord- Holland den Troon van Uwe Maje steit, met betuiging van hulde en eer bied den hartgrondigen wensch uit sprekende, dat, krachtig gesteund door de liefde eener getrouwe natie, de Regeering van Uwe Majesteit heilrijk moge zyn voor Haar zelve en tot zegen moge strekken voor het Vaderland en voor dit belangrijk Ge west. Het Provinciaal Bestuur enz. Uit de buitenlandsche pers. Uit de N. B. Ct De verslaggever van de Débats roemt ook de versiering van den Haag, maar hy vindt dat de ontvangst een intiemer karakter heeft dan in de hoofdstad. Naar aanleiding van den dienst in de kerk, dien de Konin ginnen er 's middags na de aankomst, bijwoonden, schrijft hy: „Men heeft overigens in al de manifestaties het godsdienstig karakter van dit volk kannen waarnemen. Ik spreek niet alleen van de proclamaties van 30 en 31 Augustus, die van de Regentes en van de jonge Koningin, die bei den eindigen met een bede; maar zelfs de vergadering van den Staten- Generaal in de Nieuwe Kerk te Am sterdam, de rede die de Koningin daar uitsprak, het eedsformulier van de vorstin en van de Staten-Generaal, de tekst der cantates van Nicolaas Beets en den heer Van Logchem, waren als een echo van het Wilhel mus en verhieven de gedachten tel kens tot den Almachtige." De correspondent van het Berliner Tageblatt begrypt niet hoe de Ko ningin na de feesten te Amsterdam nog de feesten in Den Haag kan verdragen. Hy heeft haar in haar rytuig zien zitten, doodmoe. Den op tocht vond hy niet veel. Het zou goed zyn, merkt hy op, als men ein delijk er van afzag, van de geschie denis van de menschheid in gecostu- meerde optochten een voorstelling te gevenzoo iets amuseert op zyn hoogst de moeders eu vrouwen van de deel nemers. Het gedrang rondom de haven bij het vuurwerk was ontzettend eu de meesten hebben niet veel meer gezien dan een paar in lichtglans stralende schepen en een paar licht- kogels. Het bewonderenswaardigste blyft nog altyd het volk hij schrijft van 8 September dat het woord vau den dichter te schande maakt, dat niets moeielyker is te dragen dan een reeks van schoone dagen. Hij heeft al gezien en kan dat ook begrij pen dat men zes maanden lang „Conspuez Zolal" kan zingen, maar hij houdt het voor een waar natuur wonder, dat een heel volk veertien dagen lang „Oranje boven" zingt en in de warme verstikkende atmosfeer van de nauwe strateu op de muziek van draaiorgels kan ausen. Den avond na het vuurwerk scheen in enkele groepen, waar zwaaiende ma trozen jonge meisjes trachtten te kus sen, de vroolykheid tot de uiterste grens gekomen te zijn nog één „stap van den weg", en het ergste stond te vreezen. De vreemdelingen met fijne zenuwen zyn door de drukte sneller tot vertrek gedwougeu dan zy voornemens waren geweest, eu de hoteliers jammeren de verdwenen men- schen na. Wie kan, zoekt de stille rust van het herfstbosch of de een zaamheid van het strand op. Ern stiger gevallen worden in bijzondere inrichtingen behandeld. Deze Hol- landsche feesten gelijken naar het schijnt op jongen wijn: zeer mooi, zeer onvervalscht, maar niet voor iedereen te verdragen. De Kölnische Zeitung heeft thans onder haar rubliek Nederland een stukje van de redactie, met den titel „Na de feestdagen", waarin gezegd wordt, dat de inhuldigiogsfeesten op alle toeschouwers uit den vreemde eeD diepen indruk hebben gemaakt. Wie Holland keDt, kon met stellig heid een echt volksfeest verwachten, een kennisleven, waarin Jan Steen plezier zou gehad hebben. En zoo was het ook. Maar achter dien feest roes, stak iets ernstigs, een diepe ge hechtheid aan het erfelijke stamhuis. De buitenlanders trof de eenparige koningsgezinde stemming, die zelfs in hoogere maatschappelijke kringen, waar men anders, vooral in het fat soenlijke Holland, zyn gevoelens met mate pleegt te uiten, zich van de zinnen scheen meester te maken. De Duitschers en Engelschen waren niet het minst verbaasd over deze dwe perij, die in allen geval door de jonk vrouwelijk bevallige, verschijning van de Koningin is bevorderd, maar de huldiging ver overtrof, die voor meer dan 60 jaar koningin Victoria werd gebracht. Een. telegram van deelneming Aan de Oostenryk-Hongaarsche pers is Zaterdagavond het volgende telegram gezonden: Les journalistes de tous pays, réu- nis a Amsterdam envoient l'expres- sion de leurs sentiments de profonde douleur et de respectueuse affection devant le deuil qui vieut de frapper l'Autriche—Hongrie dans lapersonne d'uDe souveraine aimée et vénórée. D. A. VAN WAALWIJK, Président du Comité pour la rêception de la presse étrangère Noorderlicht. Vrijdagavond is in Engeland en op verschillende plaatsen in ons land een buitengewoon sterk noorderlicht waar genomen, dat door velen wel in ver band gebracht zal worden met den ongewonen toestand van den damp kring omstreeks dien snikheeten dag en met de storingen die zich in den laatsten tyd aan de oppervlakte van de zon voordoen. Uit Belling wol de schrijft men i over dat natuurverschijnsel: Tegen half negen werd in het noord westen de lucht zoo helder alsof de zon, die een paar uren te voren was ondergegaan, wêer zou verrijzen. Te halftien was het licht zoo sterk dat men geschreven schrift vrij duidelijk lezen kon. Op het vlakke veld was aau den overigens helderen sterren hemel een bank of nevel zichtbaar die zich boogsgewijze boven den hori zon uitstrekte van het noordwesten tot het noord-noord-oosten. Van uit of van achter dien lichtgeranden nevel schoten breede lichtbundels of stre pen naar omhoog, nu en dan rood gekleurd, verhieven zy zich tot aan den melkweg, waarmede zy schenen saam te smelten. Het. verschijnsel duurde tot over half elf. Aan de Prov. Geldersche en Ny- meegsche courant wordt over dit noorderlicht gemeld: „Het algemeen voorkomen was nor maal, d.w.z. een breede lichtende boog, rustende op een donker segment boven den horizon. Het geheele ver schijnsel besloeg meer dan 20° langs den horizon, terwijl hel hoogste punt van het segment (ongeveer in het noorden), een hoogte van pl.m. 10° had. De lichtboog was niet geheel regelmatig en ook de bovenrand vau het segment veranderde voortdurend van vorm. Te 9 uur werdeD eenige heldere lichtbundels in het N. W. gezienzy liepen evenwijdig en wa ren volkomen regelmatig. Te 9 uur 15 min. bereikte het verschijnsel zyn grootste pracht. Over de geheele lengte van den boog waren toen stra len van verschillende breedte zicht baar, die een hoogte bereikten van pl.m. 50°, en daar langzaam met den tint van den hemel samenvloeiden. De lichtbundels, waarvan sommige een breedte hadden van niet minder dan 5°, stonden loodrecht op den boven rand van het segment, en liepen dus op een bepaald punt nagenoeg even wijdig. Een drama te Zutphen. Een droevig drama is Zondagavond te Zutphen afgespeeld. Een zekere heer v. Z. kantoorbediende bjj de maatschappij „de Nederlanden" te i's Gravenhage, kreeg met zyn vriend een woordenwisseling. Eenigen tyd later vond men beiden vermoord lig gen in een afgelegen straat. Uit de omstandigheid, dat v. Z. een afge schoten revolver in de hand had, meent men te kunnen opmaken, dat deze eerst zyn vriend B. en daarna zich zelf heeft doodgeschoten. Beiden waren gehuwd en hadden kinderen. Ernstige brand. Zondagmiddag te ongeveer I uur ontstond binnen de gemeente Gendt (Over-Betuwe) brand, die in minder dan een uur tyds zoo fel om zich heen greep, dat 10 huizen, bewoond door 16 gezinnen, in de asch werden gelegd en 80 personen, mannen, vrou wen en kinderen dakloos waren. De meeste huizen waren tegen brand schade verzekerd, verscheidene inboe. dels echter niet, zoodat enkele kle^. FEUILLETON. Friquette nam liet aan, rook er aan en den afschuwelijken geur van zwavel- waterstofgas ruikend, liet zij het op den. grond vallen en riep uit „Maar het was op 't punt van uit te komen!... Bah... wat een lucht!" Door den val was het ei gebroken en nu zag het jonge meisje een kleinen kro kodil, volmaakt georganiseerd, zich in de schaal bewegen Li, die niets van haar afkeer begreep, pakte het diertje op en speelde het met een uitdrukking van verrukking op het gelaat naar binnen. Hij smakte met de lippen en begon, zonder verwijl een derde ei stuk te slaan. Friquette sloeg hem met een soort van spottende bewondering gade en dacht: Die Oosterlingen hebben een eigen.' aardigen smaak... zwaluwen nesten... haaienboutpoppen van vlinders... ge braden honden..bedorven eieren! Ik moet zeggen, dat ik aan onze keuken de voorkeur geef." 1 g Maar Friquette dacht er geen oogen-, blik aan, dat de Chineezen haar zouden. Een geheel onverwachte gebeurtenis af haar op deze vraag antwoord. HOOFDSTUK VI. kunnen troeven met te zeggen j Jonge krokodillen. De lorgnon van „En gij, barbaren, eet gij niet dikwijls Friquette. Vuur. Zij ontb tniet. adellijk wild Is zure melk niet een lek kernij voor u? Is het verschil tusschen een lekker, versch kaasje en schapenkaas wol zooveel geringer dan tusschen en één, dat bijna ichen een pas gelegd ei uitgebroed is 1n beide Een verschijning. De omge worpen disch. Het monster. Op de vlucht. In een boom. Belegerd. Li is een hooge persoonlijkheid. Dich bij de plaats waar Friquette en lab uijua oiigomueu isi j~ll Ltexu-C x/iuu oij ut) piaais waai intjucuuc ctt gevallen is de gisting ingetreden en wel-Li zich bevonden, maakte de rivier een ke is de walgelijkste 1" I flinke bocht, waardoor bij overstroom in - Maar Friquette wist nog een massa gen de witte zandvlakte bijzonder be- veroordeeleu op te sommen en Li kende gunstigd werd. geen Fransch genoeg om haar vast te j Zooals wij reeds gezegd hebben strek- praten. I te zich een tamelijk groote zandvlakte Hoewel Li steeds door bleef gaan met tot aan den oever der rivier uit. haar een goed voorbeeld te geven, waar- j Li, die nu verzadigd was, had niet door hij bewees dat hij een sterke maagzonder levendige tegenwerpingen, ein- bezat, volgde Friquette het toch niet. j delijk begrepen, dat zijn vriendin het Zij genoot van al het schoone om niet bepaald overheerlijke gerecht, waar- haar heen, terwijl de jongen, die uitge-van hij gesmuld had, weigerde, bongerd scheen, zich met een voldaan Goedhartig als hij was voelde hij dat gezicht over den buik wreef. j Lili-Falliquette toch honger moest hab- Friquette kreeg haar zakboekje te ben en besloot dus eenig eten voor haar voorschijn en schreef het volgende neerte gaan zoeken. „Mijn nieuw vriendje, Li genaamd, j Zijn kleine, zwarte, glinsterende oogen geniet van een half uitgebroed krokodil- namen nauwkeurig de zandvlakte op. len cd en ik hang mijn keel aan den kap- Plotseling uitte hij een kreet van stok. Wat zal er van ons worden vreugde en sprong op. Toen met een vlugheid, die men van1 het wanstaltige ventje niet verwacht zou hebben, zette hij 't op een loopen. Friquette zag hem verwonderd na en vroeg zichzelf af „Wat gaat hij nu weer doen?" Men weet, dat de krokodillen, evenals alle groote en kleine hagedissen eieren leggen. Zeker is men ook met de ontwikkeling der dieren bekend. Het wijfje graaft nl. in het zand twee a drie diepe gaten en legt daar kaar eieren in, meestal vijf en twintig of dertig. Zij bedekt ze weder met het zand en laat verder het wexk aan de zon over. Door de warmte van de zon en de laag zand komen de eieren na ongeveer twin tig dagen uit, beweren sommige natuur onderzoekers, terwijl volgens anderen de ze periode wel veedagen duurt. Toen Friquette Li bezig n zij wat hij wilde. De slimme jongen zag alle verheven heden boven den grond na, die do plaats aanduidden waar de krokodil haar eie ren had gelegd en vooral die waar naar zijn meening de eieren het langst bedol- i ven geweest waren. Bij een van deze bergjes bleef hij peinzend met de handen op de knieën. wijdbeens staan. Langzamerhand kwam er beweging in het zandhoop je voor hem, alsof de beest jes uit de eieren gekropen waren en het zand wilden verwijderen. Weldra kwam er een soort van hage dis te voorschijnhet dier was ongeveer vijftien centimeter lang, had een grooten kop en scheen nog een weinig doezelig te zijn. Nadat het een poosje zijn kop, pooten en staart bewogen had, begon het snel in de richting van de rivier weg te loopen. Met de behendigheid, waarmee een aap bijen vangt, maakte Li zich van het beest meester en legde het op zijn rug op het zand, wat bepaald een zeer ongemakkelijke houding voor deze soort dieren is, daar zij niet zonder hulp op kunnen komen. „Maar dat is een kleine krokodil!" riep Friquette uit. „Er is daar zeker een nest!" Werkelijk kwam er spoedig een twee de te voorschijn, die op de zelfde wijze door den jongen gegrepen en neergelegd werd, Li was verrukt nu hij aan zijn vriendin kon toonen hoe knap hij wel was. Zoo verscheen er een derde en vierde en weldra lag er een heele verzameling krokodillen op hun rug te spartelen. „Ah! zoo," riep Friquette wier be langstelling meer dan ooit was opgewekt, „je wilt mij die beesten laten eten. Neen, je weet, dat voordat ik ze geproefd heb, ik al verzadigd ben Li lachte op zijn eigenaardige manier bij het zien van al die staarten en poo ten, die voortdurend in beweging waren. Begrijpend, dat dit maar een tempta tie te meer voor Friquette kon zijn, liep hij naar een kreupelboschje toe, verza melde wat dorre takken, gooide ze op een hoop bij elkaar en wees toen eerst op de krokodillen en daarna op het hout als wilde hij te kennen geven „Daar hebt ge nu vleesch en hout, maak een vuurtje, braad het vleesch en stil dan uw honger! Kom, wacht nu niet te lang, want het doet mij leed, dat ge zoon honger lijdt." Friquette weifelde. Wat er ook de oorzaak van was, nieuwsgierigheid of iets anders, haar afkeer verminderde. „Wel," dacht ze, „jonge krokodilletjes te eten is lang niet alledaags. Zelfs de groote, beroemde Friquet heeft ze nooit geproefd. Ja, maar hoe komen wij aan vuur?" Friquette dacht er toen eerst aan dat zij een zwam bij zich had; gewoonlijk zijn ziekenverpleegsters daarvan voor zien. Maar zij bezat geen vuursteen en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1