NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De avonturen van
Friquette.
7>
16e Jaargang.
Woensdag 14 September 1898;
■a. 468B
HAARLEM'S DAGBLAD
AJBONN-EMENTSPBIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden„0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
Directeur-Uitgever
A~nv hiH','"p-RiTsrrir'~rHrNr-
l-ó regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai- plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaus: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; SpaamdamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom, ARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen cd Advertentiën aan.
OfSicieele Berichten.
De Burgemeester van Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van de in
gezetenen dezer Gemeente, dat de
op den 9en Sept. j.l. executoir ver
klaarde kwartaals kohieren no. 9 en
23 op de Personeels en Bedryfs Be
lasting dezer Gemeente, diensten 1898
en 1899, op heden aan den ontvanger
der directe belastingen zyn ter hand
Wordende de ingezetenen tevens
herinnerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zijn hunnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem12 Sept. 1898.
De Burgemeester voornoemd
BOREEL.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem13 Sept. 1898.
Cactus-dahlias.
Op de uitgestrekte kweekeryen
van de firma Zocher Co., het wel
bekende Rozenhagen, is een stukje
ingeruimd aan de cactus-dahlias, die
wy gisteren in de gelegenheid waren
te bezichtigen.
Merkwaardig is het om daarna te
gaan, welk een vlucht de kweekery
van deze bloemsoort in de laatste
jaren genomen heeft. Tot voor korten
tijd kenden we niets anders, dan de
stijve, ronde bloem, die weliswaar
mooie kleuren vertoonde, maar wat
zjjn vorm betreft, geen aanspraak op
bevalligheid maken kou. Thans heeft
men door voortdurende kruising een
bloem verkregen, die hoewel lijnrecht
van de oude dahlia afstammende, er
nauwelijks meer op gelijkt. De vorm
is sierlyk, de bloem dungepjjpt en er
is in sommige variëteiten een merk
waardige kleurscbakeering, dikwijls
varloopende van wit naar rose, of van
oranje naar rood. Men vindt ze verder
in den tuin van de firma Zocher in
lila, purper, fluweelachtig donkerbruin
en zuiver geel, in ivoorwit als
nieuwste variëteit werd ons een lila-
kleurige aangewezen, die in zyn vorm
aan de chrysant deed deuken.
De ontwikkelingshistorie van dezen
bloem is in de verschillende vormen
der in het perk aanwezige bloemen,
duidelijk na te gaan.
In hetzelfde perk kwam een enkel-
bloemige dahlia voor met zwart blad
en een zwarte dito met donker blad,
welke laatste een eigen zaailing was
van de firma, dien zelfden dag pas
uitgekomen. De meeste variëteiten van
cactus-dahlia komen uit Engeland en
de pry'zen varieer en naar gelang van
het jaar, waarin de nieuwe variëteit
verschenen is. Het tweede jaar wor
den ze altijd goedkooper en ze zijn
in hun tegenwoordigen vorm uiterst
geschikt voor bloemwerken, getuige
het corso van Zaterdag te's-Graven-
hage, waar menige fiets met caetus-
dahlias getooid was.
Wij zouden nu nog kunnen uitwij
den over een fraai perk en kelbloemige
dahlias, dat wij zagen en van roode
waterlelies, waarvan er een, halfge
sloten, aan een op het water dry ven
den rozeknop deed denken, maar de
bedoeling van dit stukje is alleen den
lezer op de cactus-dahlias opmerk
zaam te maken en hem, zoo hij bloe
menliefhebber is, aan te raden, die
verzameling eens by de firma Zocher
Co. te gaan zien. Bjj advertentie
in ons nummer van Zaterdagavond
biedt zij daartoe welwillend de gele
genheid aan.
Jongelieden van 12—16 jaar maken
wy opmerkzaam op de inschrijving
van leerlingen voor de Herhalings
school op het Klein Heiligland 12.
Gelegenheid daartoe bestaat by bet
hoofd van de le Burgerschool, 's mid
dags van 121 uur, gedurende deze
week.
Leerlingen in het bezit van het ge
tuigschrift, dat jaarlijks door de plaat
selijke commissie van toezicht op het
lager onderwijs wordt afgegeven, zijn
van een toelatingsexamen vrijgesteld.
Om de kosten behoeft niemand het
Da te laten, daar het schoolgeld f 2 be
draagt, minvermogenden slechts f 1
en onvermogenden niets betalen.
BINNENLAND
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd in orde van Oranje-Nassau,
tot officier (met de Zwaarden), de
kolonel J. F. Diemer, commandant
van het 2de regiment veld-artillerie;
by kon. besluit van 10 Sept. 1898 is
Bern. Zweers, toonkunstenaar te Am
sterdam, benoemd tot ridder in de
orde van Oranje-Nassau.
Aan A. K. Ph. F. R. van Hasselt,
gedelegeerd lid van den raad van
administratie der H. IJ. S. M. te
Amsterdam, verlof verleend tot het
aannemen van het ordeteeken, van
commandeur in de orde van de Kroon
van Siam, hem door den Koning van
Siam geschonken.
Op zy'n verzoek, eervol ontslag ver
leend aan A. T. de Groot, als dijk
graaf van het waterschap de West-
holwerderpolder, prov. Friesland.
De kapitein-luitenant ter zee E.
Meyboom, met 16 September a. s.,
eervol ontheven van de betrekking
van lid der commissie tot het exami-
neeren van zee-officieren en adel
borsten, in die betrekking opgedragen
aan den kapitein-luitenant ter zeeH.
P. Netscber, stafofficier der zeemacht
in de maritieme directie Amsterdam.
Audientiën.
De gewone audientiën van de
ministers van justitie, financiën, oorlog
en waterstaat, handel en ny verheid
zullen deze week niet plaats hebben.
Adres aan H. M. de Koningin.
Door het provinciaal bestuur van
Noord-Holland is het volgende adres
aan Hare Majesteit de Koningin ge
richt
Mevrouw. Het Provinciaal Be
stuur van Noord-Holland waardeert
hoogelyk in de gelegenheid te zyn
gesteld, aan Uwe Majesteit zyne
meest oprechte heilwenschen aan te
bieden, nu Uwe Majesteit zich op
plechtige wyze en voor altyd verbon
den heeft aan het Nederlandsche Yolk,
dat zich gelukkig acht, volgens grond-
wettelyken plicht door zyne Verte
genwoordiging, Uwe Majesteit als
Koningin te hebben mogen huldigen.
Onder de gevoelens, welke de leden
der Staten, zoowel als de door hen
vertegenwoordigde bevolking van dit
Gewest by deze heuglijke en voor de
toekomst van ons Vaderland hoogst
gewichtige gebeurtenis bezielen, tre
den die van dankbaarheid en die
van hoopvolle verwachting wel ge
heel op den voorgrond.
Noordholland's bewoners zyn met
dankbaarheid vervuld, omdat trots de
droeve slagen, die in latere jaren ons
geliefd Vorstenhuis zoo herhaaldelijk
troffen, de Kroon der Nederlanden
is kunnen overgaan en het Koninklijk
Gezag in dezen lande kan blijven ge
dragen worden door een telg uit het
Stamhuis van Oranje.
Noord-Holland toch vergeet niet
wat het verschuldigd is aan den
Grondlegger van dat Stamhuis, Uwer
Majesteits Doorluchten Voorzaat die,
toen vrijheid en onafhankelijkheid
voor het machtige Holland verloren
schenen, in deze streken den strijd
wist aan te wakkeren en door te
zetten, welke aan Neêriand zyn zelf
standig volksbestaan verzekerde;
vergeet niet hoe in het Stadhouder
lijk tijdperk de eenheid tusschen Hol
land en Westfriesland werd geves
tigd en daarmede de kracht en de
grootheid van Holland versterkt en
verhoogd
vergeet eindelijk niethoe onder de
Regeering van Koningin Willem I,
onder die van Koning Willem 11,
en niet het minst onder den langen
duur der regeering van Koning Wil-
lem 111, Uwer Majesteits geliefde
Vader aan wiens nagedachtenis
ook in deze jubeldagen menige dank-
bare herinnering weemoedig blijft ge
wijd de bloei van dit gewest is
bevorderd, door vermeerdering van
zijn landgebied met duizenden hect
aren grond, door den aanleg van groote
en talrijke verkeerswegen te land en
te water, ter ontwikkeling van handel
en nijverheid, door de oprichting van
verschillende instellingen aan weten
schap en kunst gewijd.
Maar aan die gevoelens van dank
baarheid paren zich als van zelf die
van hoopvolle verwachting voor de
toekomst, omdat Noordhollands inge
zetenen zich overtuigd houden, dat
Uwe Majesteit, onder de leiding en
door het voorbeeld Harer Hoogge
ëerde Koninklijke Moeder opgevoed
in liefde voor de grootsche taak, die
Haar wacht, en volkomen bekend
met het karakter en de behoeften
van Haar Volk in de verschillende
deelen van Haar Rijk, gotrouw aan
de traditiën Harer Vaderen, krachtig
zal willen streven naar de bevorde
ring der belangen, ook van deze stre
ken.
Dankbaar en hoopvol naderen dan
ook de leden der Staten van Noord-
Holland den Troon van Uwe Maje
steit, met betuiging van hulde en eer
bied den hartgrondigen wensch uit
sprekende, dat, krachtig gesteund
door de liefde eener getrouwe natie,
de Regeering van Uwe Majesteit
heilrijk moge zyn voor Haar zelve en
tot zegen moge strekken voor het
Vaderland en voor dit belangrijk Ge
west.
Het Provinciaal Bestuur enz.
Uit de buitenlandsche pers.
Uit de N. B. Ct
De verslaggever van de Débats
roemt ook de versiering van den Haag,
maar hy vindt dat de ontvangst
een intiemer karakter heeft dan in
de hoofdstad. Naar aanleiding van
den dienst in de kerk, dien de Konin
ginnen er 's middags na de aankomst,
bijwoonden, schrijft hy: „Men heeft
overigens in al de manifestaties het
godsdienstig karakter van dit volk
kannen waarnemen. Ik spreek niet
alleen van de proclamaties van 30 en
31 Augustus, die van de Regentes
en van de jonge Koningin, die bei
den eindigen met een bede; maar
zelfs de vergadering van den Staten-
Generaal in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam, de rede die de Koningin daar
uitsprak, het eedsformulier van de
vorstin en van de Staten-Generaal,
de tekst der cantates van Nicolaas
Beets en den heer Van Logchem,
waren als een echo van het Wilhel
mus en verhieven de gedachten tel
kens tot den Almachtige."
De correspondent van het Berliner
Tageblatt begrypt niet hoe de Ko
ningin na de feesten te Amsterdam
nog de feesten in Den Haag kan
verdragen. Hy heeft haar in haar
rytuig zien zitten, doodmoe. Den op
tocht vond hy niet veel. Het zou
goed zyn, merkt hy op, als men ein
delijk er van afzag, van de geschie
denis van de menschheid in gecostu-
meerde optochten een voorstelling te
gevenzoo iets amuseert op zyn hoogst
de moeders eu vrouwen van de deel
nemers. Het gedrang rondom de haven
bij het vuurwerk was ontzettend eu
de meesten hebben niet veel meer
gezien dan een paar in lichtglans
stralende schepen en een paar licht-
kogels. Het bewonderenswaardigste
blyft nog altyd het volk hij schrijft
van 8 September dat het woord
vau den dichter te schande maakt,
dat niets moeielyker is te dragen dan
een reeks van schoone dagen. Hij heeft
al gezien en kan dat ook begrij
pen dat men zes maanden lang
„Conspuez Zolal" kan zingen, maar
hij houdt het voor een waar natuur
wonder, dat een heel volk veertien
dagen lang „Oranje boven" zingt en
in de warme verstikkende atmosfeer
van de nauwe strateu op de muziek
van draaiorgels kan ausen. Den
avond na het vuurwerk scheen in
enkele groepen, waar zwaaiende ma
trozen jonge meisjes trachtten te kus
sen, de vroolykheid tot de uiterste
grens gekomen te zijn nog één
„stap van den weg", en het ergste
stond te vreezen. De vreemdelingen
met fijne zenuwen zyn door de drukte
sneller tot vertrek gedwougeu dan zy
voornemens waren geweest, eu de
hoteliers jammeren de verdwenen men-
schen na. Wie kan, zoekt de stille
rust van het herfstbosch of de een
zaamheid van het strand op. Ern
stiger gevallen worden in bijzondere
inrichtingen behandeld. Deze Hol-
landsche feesten gelijken naar het
schijnt op jongen wijn: zeer mooi,
zeer onvervalscht, maar niet voor
iedereen te verdragen.
De Kölnische Zeitung heeft thans
onder haar rubliek Nederland een
stukje van de redactie, met den titel
„Na de feestdagen", waarin gezegd
wordt, dat de inhuldigiogsfeesten op
alle toeschouwers uit den vreemde
eeD diepen indruk hebben gemaakt.
Wie Holland keDt, kon met stellig
heid een echt volksfeest verwachten,
een kennisleven, waarin Jan Steen
plezier zou gehad hebben. En zoo
was het ook. Maar achter dien feest
roes, stak iets ernstigs, een diepe ge
hechtheid aan het erfelijke stamhuis.
De buitenlanders trof de eenparige
koningsgezinde stemming, die zelfs
in hoogere maatschappelijke kringen,
waar men anders, vooral in het fat
soenlijke Holland, zyn gevoelens met
mate pleegt te uiten, zich van de
zinnen scheen meester te maken. De
Duitschers en Engelschen waren niet
het minst verbaasd over deze dwe
perij, die in allen geval door de jonk
vrouwelijk bevallige, verschijning van
de Koningin is bevorderd, maar de
huldiging ver overtrof, die voor meer
dan 60 jaar koningin Victoria werd
gebracht.
Een. telegram van deelneming
Aan de Oostenryk-Hongaarsche
pers is Zaterdagavond het volgende
telegram gezonden:
Les journalistes de tous pays, réu-
nis a Amsterdam envoient l'expres-
sion de leurs sentiments de profonde
douleur et de respectueuse affection
devant le deuil qui vieut de frapper
l'Autriche—Hongrie dans lapersonne
d'uDe souveraine aimée et vénórée.
D. A. VAN WAALWIJK,
Président du Comité pour la
rêception de la presse
étrangère
Noorderlicht.
Vrijdagavond is in Engeland en op
verschillende plaatsen in ons land een
buitengewoon sterk noorderlicht waar
genomen, dat door velen wel in ver
band gebracht zal worden met den
ongewonen toestand van den damp
kring omstreeks dien snikheeten dag
en met de storingen die zich in den
laatsten tyd aan de oppervlakte van
de zon voordoen.
Uit Belling wol de schrijft men
i over dat natuurverschijnsel:
Tegen half negen werd in het noord
westen de lucht zoo helder alsof de
zon, die een paar uren te voren was
ondergegaan, wêer zou verrijzen. Te
halftien was het licht zoo sterk dat
men geschreven schrift vrij duidelijk
lezen kon. Op het vlakke veld was
aau den overigens helderen sterren
hemel een bank of nevel zichtbaar
die zich boogsgewijze boven den hori
zon uitstrekte van het noordwesten
tot het noord-noord-oosten. Van uit
of van achter dien lichtgeranden nevel
schoten breede lichtbundels of stre
pen naar omhoog, nu en dan rood
gekleurd, verhieven zy zich tot aan
den melkweg, waarmede zy schenen
saam te smelten. Het. verschijnsel
duurde tot over half elf.
Aan de Prov. Geldersche en Ny-
meegsche courant wordt over dit
noorderlicht gemeld:
„Het algemeen voorkomen was nor
maal, d.w.z. een breede lichtende
boog, rustende op een donker segment
boven den horizon. Het geheele ver
schijnsel besloeg meer dan 20° langs
den horizon, terwijl hel hoogste punt
van het segment (ongeveer in het
noorden), een hoogte van pl.m. 10°
had. De lichtboog was niet geheel
regelmatig en ook de bovenrand vau
het segment veranderde voortdurend
van vorm. Te 9 uur werdeD eenige
heldere lichtbundels in het N. W.
gezienzy liepen evenwijdig en wa
ren volkomen regelmatig. Te 9 uur
15 min. bereikte het verschijnsel zyn
grootste pracht. Over de geheele
lengte van den boog waren toen stra
len van verschillende breedte zicht
baar, die een hoogte bereikten van
pl.m. 50°, en daar langzaam met den
tint van den hemel samenvloeiden. De
lichtbundels, waarvan sommige een
breedte hadden van niet minder dan
5°, stonden loodrecht op den boven
rand van het segment, en liepen dus
op een bepaald punt nagenoeg even
wijdig.
Een drama te Zutphen.
Een droevig drama is Zondagavond
te Zutphen afgespeeld. Een zekere
heer v. Z. kantoorbediende bjj de
maatschappij „de Nederlanden" te
i's Gravenhage, kreeg met zyn vriend
een woordenwisseling. Eenigen tyd
later vond men beiden vermoord lig
gen in een afgelegen straat. Uit de
omstandigheid, dat v. Z. een afge
schoten revolver in de hand had,
meent men te kunnen opmaken, dat
deze eerst zyn vriend B. en daarna
zich zelf heeft doodgeschoten.
Beiden waren gehuwd en hadden
kinderen.
Ernstige brand.
Zondagmiddag te ongeveer I uur
ontstond binnen de gemeente Gendt
(Over-Betuwe) brand, die in minder
dan een uur tyds zoo fel om zich
heen greep, dat 10 huizen, bewoond
door 16 gezinnen, in de asch werden
gelegd en 80 personen, mannen, vrou
wen en kinderen dakloos waren. De
meeste huizen waren tegen brand
schade verzekerd, verscheidene inboe.
dels echter niet, zoodat enkele kle^.
FEUILLETON.
Friquette nam liet aan, rook er aan
en den afschuwelijken geur van zwavel-
waterstofgas ruikend, liet zij het op den.
grond vallen en riep uit
„Maar het was op 't punt van uit te
komen!... Bah... wat een lucht!"
Door den val was het ei gebroken en
nu zag het jonge meisje een kleinen kro
kodil, volmaakt georganiseerd, zich in
de schaal bewegen
Li, die niets van haar afkeer begreep,
pakte het diertje op en speelde het met
een uitdrukking van verrukking op het
gelaat naar binnen.
Hij smakte met de lippen en begon,
zonder verwijl een derde ei stuk te slaan.
Friquette sloeg hem met een soort van
spottende bewondering gade en dacht:
Die Oosterlingen hebben een eigen.'
aardigen smaak... zwaluwen nesten...
haaienboutpoppen van vlinders... ge
braden honden..bedorven eieren!
Ik moet zeggen, dat ik aan onze keuken
de voorkeur geef." 1 g
Maar Friquette dacht er geen oogen-,
blik aan, dat de Chineezen haar zouden.
Een geheel onverwachte gebeurtenis
af haar op deze vraag antwoord.
HOOFDSTUK VI.
kunnen troeven met te zeggen j Jonge krokodillen. De lorgnon van
„En gij, barbaren, eet gij niet dikwijls Friquette. Vuur. Zij ontb tniet.
adellijk wild Is zure melk niet een lek
kernij voor u?
Is het verschil tusschen een lekker,
versch kaasje en schapenkaas wol zooveel
geringer dan tusschen
en één, dat bijna
ichen een pas gelegd ei
uitgebroed is 1n beide
Een verschijning. De omge
worpen disch. Het monster.
Op de vlucht. In een boom.
Belegerd. Li is een
hooge persoonlijkheid.
Dich bij de plaats waar Friquette en
lab uijua oiigomueu isi j~ll Ltexu-C x/iuu oij ut) piaais waai intjucuuc ctt
gevallen is de gisting ingetreden en wel-Li zich bevonden, maakte de rivier een
ke is de walgelijkste 1" I flinke bocht, waardoor bij overstroom in -
Maar Friquette wist nog een massa gen de witte zandvlakte bijzonder be-
veroordeeleu op te sommen en Li kende gunstigd werd.
geen Fransch genoeg om haar vast te j Zooals wij reeds gezegd hebben strek-
praten. I te zich een tamelijk groote zandvlakte
Hoewel Li steeds door bleef gaan met tot aan den oever der rivier uit.
haar een goed voorbeeld te geven, waar- j Li, die nu verzadigd was, had niet
door hij bewees dat hij een sterke maagzonder levendige tegenwerpingen, ein-
bezat, volgde Friquette het toch niet. j delijk begrepen, dat zijn vriendin het
Zij genoot van al het schoone om niet bepaald overheerlijke gerecht, waar-
haar heen, terwijl de jongen, die uitge-van hij gesmuld had, weigerde,
bongerd scheen, zich met een voldaan Goedhartig als hij was voelde hij dat
gezicht over den buik wreef. j Lili-Falliquette toch honger moest hab-
Friquette kreeg haar zakboekje te ben en besloot dus eenig eten voor haar
voorschijn en schreef het volgende neerte gaan zoeken.
„Mijn nieuw vriendje, Li genaamd, j Zijn kleine, zwarte, glinsterende oogen
geniet van een half uitgebroed krokodil- namen nauwkeurig de zandvlakte op.
len cd en ik hang mijn keel aan den kap- Plotseling uitte hij een kreet van
stok. Wat zal er van ons worden vreugde en sprong op.
Toen met een vlugheid, die men van1
het wanstaltige ventje niet verwacht
zou hebben, zette hij 't op een loopen.
Friquette zag hem verwonderd na
en vroeg zichzelf af
„Wat gaat hij nu weer doen?"
Men weet, dat de krokodillen, evenals
alle groote en kleine hagedissen eieren
leggen.
Zeker is men ook met de ontwikkeling
der dieren bekend.
Het wijfje graaft nl. in het zand twee
a drie diepe gaten en legt daar kaar
eieren in, meestal vijf en twintig of
dertig.
Zij bedekt ze weder met het zand en
laat verder het wexk aan de zon over.
Door de warmte van de zon en de laag
zand komen de eieren na ongeveer twin
tig dagen uit, beweren sommige natuur
onderzoekers, terwijl volgens anderen de
ze periode wel veedagen duurt.
Toen Friquette Li bezig n
zij wat hij wilde.
De slimme jongen zag alle verheven
heden boven den grond na, die do plaats
aanduidden waar de krokodil haar eie
ren had gelegd en vooral die waar naar
zijn meening de eieren het langst bedol-
i ven geweest waren.
Bij een van deze bergjes bleef hij
peinzend met de handen op de knieën.
wijdbeens staan.
Langzamerhand kwam er beweging in
het zandhoop je voor hem, alsof de beest
jes uit de eieren gekropen waren en het
zand wilden verwijderen.
Weldra kwam er een soort van hage
dis te voorschijnhet dier was ongeveer
vijftien centimeter lang, had een grooten
kop en scheen nog een weinig doezelig
te zijn. Nadat het een poosje zijn kop,
pooten en staart bewogen had, begon
het snel in de richting van de rivier weg
te loopen.
Met de behendigheid, waarmee een
aap bijen vangt, maakte Li zich van
het beest meester en legde het op zijn
rug op het zand, wat bepaald een zeer
ongemakkelijke houding voor deze soort
dieren is, daar zij niet zonder hulp op
kunnen komen.
„Maar dat is een kleine krokodil!"
riep Friquette uit. „Er is daar zeker een
nest!"
Werkelijk kwam er spoedig een twee
de te voorschijn, die op de zelfde wijze
door den jongen gegrepen en neergelegd
werd, Li was verrukt nu hij aan zijn
vriendin kon toonen hoe knap hij wel
was.
Zoo verscheen er een derde en vierde
en weldra lag er een heele verzameling
krokodillen op hun rug te spartelen.
„Ah! zoo," riep Friquette wier be
langstelling meer dan ooit was opgewekt,
„je wilt mij die beesten laten eten. Neen,
je weet, dat voordat ik ze geproefd heb,
ik al verzadigd ben
Li lachte op zijn eigenaardige manier
bij het zien van al die staarten en poo
ten, die voortdurend in beweging waren.
Begrijpend, dat dit maar een tempta
tie te meer voor Friquette kon zijn, liep
hij naar een kreupelboschje toe, verza
melde wat dorre takken, gooide ze op
een hoop bij elkaar en wees toen eerst
op de krokodillen en daarna op het hout
als wilde hij te kennen geven
„Daar hebt ge nu vleesch en hout,
maak een vuurtje, braad het vleesch en
stil dan uw honger! Kom, wacht nu
niet te lang, want het doet mij leed, dat
ge zoon honger lijdt."
Friquette weifelde. Wat er ook de
oorzaak van was, nieuwsgierigheid of
iets anders, haar afkeer verminderde.
„Wel," dacht ze, „jonge krokodilletjes
te eten is lang niet alledaags. Zelfs de
groote, beroemde Friquet heeft ze nooit
geproefd. Ja, maar hoe komen wij aan
vuur?"
Friquette dacht er toen eerst aan dat
zij een zwam bij zich had; gewoonlijk
zijn ziekenverpleegsters daarvan voor
zien. Maar zij bezat geen vuursteen en