Feestvierende landgenooten in Frankfurt a. M. nere burgers, die reeds hun oogst op aarde, onz© moeder, oiib liefkoosde, geborgen hadden, tot den bedelstaf ons bidden leerde, en God voor hare. ZQn geraakt. Door het spoedig en lieveling smeekteis 't die taal in well® flink optreden der brandweer is groo-1 eon zorgend vader ons zijne wij tere ramp voorkomen. De burgemee- gaf. Ster was direct op het terrein aan- Is 't dat land? onzer zorgenlooze vroo- wezig en nam de noodige maatregelen1 lijke jeugd, onzer dolle jongensstreken.en tot leniging van den nood. waar zoo velen onzer dierbaren rusten. Door krachtig en flink optreden Is t dat land dei- vrijheid, moed en van de politie zyn ongelukken voor- manschonliefdewelks grenzen voor el ders werd aangeboden en de vice-consul de heeren der feestcommissie dank en hulde voor hunne groote moeite eai zor gen had gebracht, eindigde dit schoone feest. komen. Èeoige dieren, als varkens en bonden, zijn verbrand, Hoewel wat laat tot ons gekomen, go- ven wij nog gaarne plaats aan het vol gende schrijven uit Frankfort a/Main, vermeldende een en ander over eene feestviering ter eere van de inhuldiging van H. 11. Koningin Willielmina. Gelijk overal, wilde ook onze kleine Hollandsche kolonie hier ter stede niet terugblijven de inhuldiging onzer jeugdi ge Koningin op waardige wijze te vieren. Voor eemge maanden had zich eenj drift^"vreugde" bij"het; Wen ctezer comité gevormd onder voorzitterschapnamen van ons heerliik, onvergetelijk van den heer H. N. van Santen, sedert voorgeslacht! jaren in Frankfurt woonachtig, om te beraadslagen, hoe deze heuglijke en go- Doch donkere, zware onheilvolle tij- wichtige gebeurtenis zoo waardig moge- den braken aan een groot, doch door lijk moest worden gevierd. I valsche roem en veroveringszucht Men besloot Hare Majesteit de Ko- j blind volk, werd onder aanvoering van ningin als huldeblijk een artistiek uit-1 een bloeddorstigen despoot de vloek van gevoerd adres aan te bieden, door alle j Europa en van ons vaderland, m Frankfurt wonende Nederlanders te' J 11 ken vervolgde, eiken ongelukkige open stonden. Is 't het Vaderland! van dat machtig roemrijk huis van Oranje, van den groo- ten vorst en staatsman Willem de Zwij ger, den grondlegger onzer onafhanke lijkheid, van Prins Maurits, Frederik Hendrik, van den onvergetelijken zee held Michiel Adriaanszoon de Ruyter, van Tromp, van Galen, Evertsen, Piet Hein, gebroeders de Witt, den staats man Oldenbarneveld, van Huig de Groot. Leeghwater. Anna Maria Schuer- rnans, van den filosoof Spinoza, van de dichters Jacob Cats en Vondel, der groote schilders Rembrandt, van der Helst. Frans Hals, Teniers, Gerard Dou, Wouwermans Ostade, de Potter. Vriemden LandgenootenWelk Hol- landsch hart klopt met sterker, vol onderteekeueu. Met de uitvoering werd een der eer ste kunstschilders, professor Klusmeijer, belast welke volkomen met. de uitvoe ring Duizenden van ons volk vonden voor den heerschzucht des Corsicaans, den dood op Ruslands starre ijsvelden en aan de Beresina. Na harden langen strijd sloeg het urn- der vergelding, der wijheidbij Water- Het adres werd omsloten door eene»an Oranje's Prins de eer ver- wit lederen Map, rijk versierd met Arabesken en zilver, verguld en eanaille. In het midden prijkten de kroon en de initialen van Hare Majesteit. Dit huldeblijk werd door den consul- generaal der Nederlanden, dr. Schmitt van Panhuvs, opgezonden. Op den dag der inhuldiging was groo te receptie bij den consul, welke met zijnen zwager, jhr. van Panhuys, vice- consul, in galat-uniform, de autoriteiten der stad. de heeren dor feestcommissie en de Nederlanders, welk© hun als verte genwoordigers der regeering hunne ge- lukwenschen kwamen aanbieden, feeste lijk ontvingen. Eon overvloedig buffet bevond zich in eene dei' salons van het consulaat. Des avonds 7 uur vond het feestban ket onder talrijke deelneming plaats, en wel in het alom bekende Hotel „Schwan" waar de vrede tusschen Frankrijk en Duitschland gesloten werd. Do hotelier van dit schoone nu kor telings geheel gerestaureerd hotel, had de historische zaal ter onzer beschikking gesteld en op de smaakvolste wijze deze met onze schoone driekleur gedecoreerd en als schoonste sieraad prijkte het le vensgroot© portret der Koningin in eene rijk met bloemen versierde lijst. Nadat de consul-generaal en vice-con sul door de feestcommissie verwelkomd waren nam het diner ton aanvang. Do eerste toast gold natuurlijk Ko ningin Willielmina en werd door den consul uitgesproken. Zijne warme woor den vonden grooten weerklank in aller harten. De 2de voorzitter, de heer Van Raalte, dronk op de Koningin-Moeder, doctor Oudselians op den Duitschen keizer. Hierna nam de voorzitter der feestcom- gund was zijn bloed voor het vaderland te storten, werd de overweldiger en zijn overmoedig volk geslagen en verjaagd. Europa, ons vaderland, herademde, nieuwe levenslust en energie werden ge boren. Onze Koningen Wil lean de eerste', Wil lem de tweede en Willem de derde streef den er naar door hunne milde en wijze regeering, 's lands welvaart en aanzien en het geluk hunner onderdanen te be vorderen dankbaar blikt Neerlands volk op hen terug; doch bovenal op die edele Koningin en vrouw, welke haar volk Europa zulk een schoon voorbeeld gaf van Moederliefde, Vrouwendeugd en Regentenplicht. Koningin Emma zal elk Nederlander eeren en verknocht blijven. Weer bloeien handel, kunsten en we tenschappen. Alsnog bewijzen de daden van ons dapper Indisch leger op Atjeh en Lom bok en de namen van de generalan v. d. Heijden, Vetter en Stemfoort, den moed onzer soldaten en het beleid hunner aanvoerders. Is ook de tijd voorbij, dat onze sche pen in de toppen der masten een „be zem" voerden, toch is en blijft onze vlag hooggeëerd en welkom tot aan het einde der wereld ze brengt geen bloed of ijzer, doch Vrijheid en Zegen! en het witte doek in onzo schoone driekleur is het symbool der vlekkelooze eer van ons dierbaar vaderland. „Met God voor Oranje en Vaderland was en blijve onze leus. Eén voor allen, allen voor één in zulk eene eendracht, in de trouw en gehecht heid aan ons Koningshuis, en de achting der volken, ligt- onze ka-acht, ons zelfbe houd ondersteunen wij door onze lief- missie de heer Van Santen, het woord j de en trouw, de zware taak onzer jeug- en sprak het navolgende j dige aanvallige Koningin, haar volk met Waarde land- en fcestgenootenj wijsheid te regeeren, is toch voor vrije „Ubi Bene Ibi Patria" aldus sprak j wakkere mannen zoo edel en ridderlijk, onlangs een landgenoot tot mij, welken 1 eeno schoone jonge vrouw en Koningin het gelukt is zich alhier eene gun- te mogen dienen. stige levenspositie te veroverenhoe- J Mocht, wat God verhoede moge, nog- zcer ik ook waardeer die mannen, aan maals een overmoedige vijand het wagen wie door eigen kracht en capaciteiten ons vaderland, onze vrijheid te bedrei- zulks mogelijk was, klonken mij die gen, dan zal diezelfde heldengeest van woorden, door een Hollander gesproken,weleer herleven, en moet het zijn, ons vreemd, gelijk een wanklank in de ooren. j volk liever die dierbare plek grond, met Ik vond ze ondankbaar en liefdeloos, zooveel moeite aan de zee ontwoekerd, eene heiligschennis aan onze dierbaarsteweer aan de golven prijsgeven en zich herinneringen, eene heiligschennis aan j gelijk van Spevk de onschatbare eer ons roemrijk Vaderland en die groote j verwerven „Voor de vrijheid en de roem mannen welke in 80jarigen helden strijd, j van het vaderland te sterven. Het va- goed en leven voor de vrijheid van het derlandlandgenooten. Het dierbaar va- Vaderland, ten offer brachten. derland'! Hoezee!" Neen, waarde landgenooten geen „UbiDiepen indruk maakten deze woorden bene Ibi Patria"' dan. lean men dat op alle feestvierenden en de geestdrift- land zijn vaderland noemen, in hetwelk uitte zich in het „Wien Neerlandsch ons verblijven slechts geduld en ons elk bloed" en „Wilhelmus." oogenblik ontzegd kan worden, en dan Nadat nog door den voorzitter aan den is 't het land waar onze wieg op stond,consul-generaal eene groote zilveren kro- waar dierbare ouders ons in de armen ningsmedaille als bewijs van achting der sloten, is 't die taal in welke onze engel in Frankfurt a/Main wonende Nederlan Sport en Wedstrijden Wielernieuw8. Het professionnal kampioenschap 2000 M. te Weenen is door den Ame rikaan Banker gewonneu. Arend is in de finale gevallen. De uitslag was: le serie: 1. Broca; 2. Verheven. 2e serie: 2. Jacquelin; 2. Jenkins. 3e serie: 1. Meyers; 2. Arend. 4e serie1. Banker; 2. Seidl. Grogna heeft niet gereden. le demi finale: 1. Verheyen; 2. Jacquelin. 2e demi finale: 1. Arend; 2. Banker. Finale: 1. Banker; 2. Verheyen; 3. Jacquelin. De quintuplet-Mulder heeft weder uitstekend Hollands roem hoog ge houden door in het Multiplex-uummer te Weenen de beroemde Dunlop en vele bekende Duitsche en Fransche teams te kloppen en eerste aan te komen. Duivenwedvlueht. De tjjden van aankomst der post duiven, losgelaten achter het Rijks museum te Amsterdam Woensdagmid dag om 1,38 Amst. tijd, zyn als volgt: 1.50.53, Hoop,Weesp; 1,57 Aalsm.Post- duiveu-ver., Aalsmeer; 1.57.44, Lucbt- gids, Haarlem; 1.58.5, Snelvlieger, Haarlem; 2.2.20, Kennemerland, Bloe- meudaal; 2.6.39, Courier, Bussum;2.18, Pro Patria, Rotterdam; 2.22.35, Val kenier. Leerdam; 2.30, Postduif, Alk maar; 2.38, Arend, Rotterdam; 2.43, 's Graveuhage, deo Haag; 2.46, Zwa luw, Rotterdam; 2.47.5", Luchtbode, id.; 2.52.4-', Snelvlieger, id; 2.53, Snel- post, Leerdam; 2.54.50, Vriendschap, Delft; 3.10, Suelvlucht, Oosterhout; 3.15, De Hoop, 's Hertogenboscb 3.17.14, De Postduif, Waalwijk; 3.18, Postduif, Ginnekeu; 3.-2.55, Lucht bode, Leur; 3.25.50, Koningin Wil- helmina, Bergen op Zoom3.30.30, Luchtbode, Mil3.33, Postduif, Ro- zendaal, 3.38.25, Het Noorden, Rot terdam; 3.41, Telegraaf,- Rozendaal; 3.45, Postduif, Woensel; 3.54.20, Wil lielmina, Apeldoorn; <5.58, Doesburg en Omstreken, Doesburg; 4.4, Volharding Rozendaal; 4.25.1, Pijlsnel,Roermoud; 5.3, Mercurius, Groningen; 5.7, Kerk- rader Postduiven bond, Kerkrade; 5.13, La Colombo, Maastricht; 5.21, Duif, Elsloo; 5.36 47, l'Hirondelle, Beek (Limburg); 5.39.20, Eendracht, Nieu- wenhage. De hier opgegeven tijden zijn (le tfiden van aankomst der eerste duif van iedere vereenigiug. GEIMEftGO MIEUtiTS De keizerin van Oostenrijk vermoord. Het lfik van de Keizer n van Oostenrijk is Zondagavond voorloopig gekist in tegenwoordigheid van een hofdame, den aide-de camp generaal Perzevidzy en het diep bedroefde bediendenpersoneel. Het lyk heeft eèn byz nder vredige uitdrukking. De Keizerin schijnt te slapen. Haar gezicht is in het minst niet veranderd en getuigt nog altijd vau een groote schoonheid. De kamer van het hotel Beau Ri- vage waar de kist is geplaatst is her schapen in een rouwkapel. By het lyk waken twee vrouwen. Het lyk wordt tegeu Donderdag te Weenen verwacht, waar het Vrijdag zal worden teu toon gesteld en waar- i schijnlijk Zaterdag bijgezet. De indruk dien het bericht van den moord te Weenen eu te Boedapest heeft gemaakt, is niette beschrijven. Toen den Keizer de ramp werd medegedeeld, zonk liy als vernietigd op een zetel neder en verborg het gelaat in de handen. Na een pijnlijk stilzwijgen ontvlood aau zijn lippen de smartkreet„Wordt my dan niets bespaard hier beneden." Een hofbeambte, die de onheils- tydiug onvoorbereid vernam, werd krankzinnig. Hy rende door bet paleis, roepende „Waar is de moordenaar van onze keizerin?" en Snelde de straat waar hy op de voorbijgangers aanviel. De hoofdstad stak zich In ronw- kleed. De buitenlandsche garant-I schapshotels hebben alle de vlag half- j stok geheschen, van de openbare gebouwen waaien rouwvlaggen en in de winkelkasten worden rouwdrape-| rieën aangebracht. Van alle zijden ontvangt de gryze Keizer hartelijke j betnigingen van deelneming. Koniog Umberto zond onmiddellijk een telegram, de Italiaansche Regee ring evenzoo, de diplomatieke ver tegenwoordigers kwamen in persoon hun deelneming betuigen. Van de openbare gebouwen te Rome waaien op bevel der Regeering rouw- wimpels, de Italiaansche schepen zullen tot na de begrafenis rouwvl gen voeren. Er zyn geruchten in omloop ge bracht, dat de keizerin niet door den steek maar ten gevolge van den schrik was gestorven. Deze zyn ten eenen- male onwaar. By de lijkschouwing is overtuigend gebleken dat de steek en de daarop I gevolgde inwendige bloeding de oor zaak van den dood zyn geweest. I De keizerin was niet bijzonder verschrikt door den aanval Zy ver keerde in de meening dat een lomperd haar omver had geloopen en besefte in het minst niet, dat zij het slacht- j offer was geworden van een lageu moordenaar. Zoodra zy was opgestaan, liep zy zeer kalm deu steiger van de stoombooten op.- Eerst op de boot zakte zy ineen. De dolk waarmede het misdryf is gepleegd, is in de nabijneid van de plaats des onheils gevonden. De moordenaar, Nicaise Lucchesi (maar volgens anderen Luigi Luccini), is vijf-en-twintig jaar. uit Italiaansche ouders geboren te Parijs. Hy heeft eeu tijdje in de rechten gestudeerd, maar beweert al als jongen van veer tien jaar anarchist te zijn geweest. Sinds een jaar woonde hy dan hier, dan daar, en wydde zich geheel aan 't. anarchisme; het laatst was by in Zürich. Wegens zyn woestheid noem den zyn kameraden hem Ravachol. Hy toonde zich bij zyn verboor ver stokt en onverschillig, en weigerde eerst iets te zeggen. Ten slotte echter gaf hij de verklaringen waaruit bleek dat het hem niet erom te doen was geweest deze persoon, maar in 't al gemeen een „rijke" te treffen. „Als er meer zulke flinke kerels waren," zei hy zelf, „dan zou de burgermaat schappij geen lang loven hebben." De negende kamer van inbeschul digingstelling te Parys heeft de voor- loopige invrijheidstelling van Picquart De zaak-Dreyfus. De fransche bladen erkennen eenstem- migden ernst van den pohtieken toe stand. Indien generaal Zurlinden blijft bij zijn plan om ontslag te nemen, zal er een buitengewone moeielykheid zyn om eeu plaatsvervanger voor hem te vinden. De „Gaulois" schrijftIndien gene raal Zurlinden aftreedt, zou dit alleen reeds de ontwrichting van het mini sterie biuuen zeer korten tijd met zich brengen. De „Figaro" Het groote publiek gelooft dat de ontdekking van Henry's bedrog de revisie logisch ten gevolge moet hebben. Men vraagt zich af, waarom de overtuiging van Zurlinden (dat Dreyfus schuldig is) zyn weige ring van de revisie met zich zou moe ten brengen, welko toch geenszins de onschuld vau deu beklaagde behoeft te veronderstellen. Wy zien een wer kelijk ourastbareudeu politieken toe stand in het verschiet. De „Matin" De rechterlijke macht is de eenige bevoegde om het verzoek van mevrouw Dreyfus naar de wet telijke waarde der ingeroepen motie ven te ouderzoeken of te verwerpen. Noch de minister van justitie noch die vau oorlog zyn bevoegd om over de revisie te beslissen. Hun opvattin gen omtrent het dossier tellen niet mee. De zaak moet op wettelijk ter rein blijven. In de „Siècle" betoogt Junius dat het Hof van Cassatie alleen heeft te beslissen. Het onderzoek van Zurlin den, geholpen door onbekwame mede werkers van deu generalen staf, beeft geen waarde hoegenaamd. Geen wil lekeur de wet boven alles De„Petite Républiqne" en de „Siècle" leggen den nadruk op de tegenstrijdige getuigenissen vau majoor Lauth (in het Zola-proces) en maken hem voor valschen getuige en falsaris uit. De „Petite République" zegt voorts dat Znrlindeu op inblazingen van Faure handelt' Kolonel Dn Paty de Clam is met ontslag uit zyn functie aan het de partement van oorlog op non-activi teit gesteld, op voordracht van den minister van oorlog, generaal Zurlin den, tengevolge van een onderzoek door den generalen staf ingesteld naar zyn handelingen in de zaak Esterhazy. Minister Sarrien verzocht een nieuw uitstel voor het onderzoek van het dossier-Dreyfus. De eerstvolgende ministerraad zal Zaterdag worden gehouden. In strijd met het vroeger genomen beslnit zal generaal Zurlinden presi dent Faure niet op de manoen res vergezellen. Aan het departement vaD oorlog zegt men dat generaal Zurlin den dit besluit zou hebben genomen om den minister van jastitie te hel pen by het onderzoek van het dossier- Dreyfus. De heer Sarrien is met dit onderzoek niet gereed gekomen, waar om de ministerraad de beslissing in de zaak-Dreyfus uitstelde. Het feit. dat du Paty de Clam op non-activiteit is gesteid wegens de zaak van Esterhazy en niet wegens de zaak van Dreyfus, zegt veel. Het duidt aan, dat Zurlinden volstrekt besloten is, niets te doen om het proces van Dreyfus weer te laten beginnen. Men gelooft algemeen, dat Zurlinden zyn ontslag beeft verdaagd om een crisis te verrayden gedurende de manoeuvres, maar de toestand is by voortduring zeer ernstig. De Soir zegt, dat Zurlinden Zater dag zyn ontslag zal nemen en Lockroy ook. Uit Transvaal. Het Spoorwegongeluk. Over het ongeluk by Matjesfontein in de Kaapkolonie, waarvan een Reu- ier-telegram melding heeft gemaakt, vinden wy in de thans ontvangen bladen de volgende bijzonderheden. De trein die Zondagavond 15 Augus tas uit Kaapstad naar Transvaal ver trokken was, kwam tusschen Mat jesfontein en Laingsbrug in botsing niet eenige wagens van een goederen trein die in de nabjjheid rangeerde. De wagens waren losgeraakt entoen langs de helling naar beneden geloo pen. Toen ze met den Johannesbnrg- sclien trein in aanraking kwamen, was de snelheid groot en de schok dus zeer hevig. Het voorste gedeelte vau den passa- gierstrein werd tot. splinters verbrij zeld, vatte vlam en stond weldra in lichtelaaie. Het vuur deelde zich ook aau de losse goederenwagens mede. Verscheidene kaffers verbrandden en vyf blanken werden onmiddellijk ge dood. De passagiers in alle rijtuigen behalve de eerste drie kwamen er met den schrik af. De blankeu die het leven lieten by de ramp waren dominee W. du Toit (uit De Westdorp K.K.) mei diens vrouw en kind, Josias de Vilüers, landmeter en Bondscandidaat voor Vryburg beneveos zekere Cope, een voetbalspeler uit Johannesburg. Toen het nieuws Matjesfontein be reikte, ging een groepje meuschen direct op weg om hulp te verleeaen. j Ooggetuigen verklaren dat de plaats: vau het. ongeval een vreeslijk schouw- spel aanbood. Daar de drie eerste wagens versplinterd werden, is het! een wonder te noemen dat ook maar één der passagiers daarin er het leven afbracht. De postkantoorwagen, vóór in denj treiu, werd in den N.Z.A.S.M. bogy- j wagen daar achter gedrongen. De eerste locomotief liep op de losse goe- derenwagens, de tweede bleef op de rails. De dokters bleven den geheelen nacht doorwerken om het Ijjdea der gewonden te verlichten. De postzak ken werden niet zwaar beschadigd. Tait, ook een voetbalspeler, werd zwaar gewond en lag zes uren onder den trein met den dooden en afschu welijk verminkten Cope boven hem. De machinist van de eerste locomo tief heeft inwendige kneuzingen be komen, De stoker van die machine kreeg een wonde in het gelaat, maar de wonden zyn met gevaarlijk. De machinist en de stoker van de tweede locomotief zyn ongedeerd gebleven. Een postambtenaar die in den Trans- vaalscben postwagen zat, ontsnapte met eenige kwetsuren. In het kamp te Pretoria is een mo nument opgesteld ter eere vau com mandant Henning Pretorius. Het is 20 voet hoog en stelt een obelisk voor, waarop een medal jon bevestigd is met de in brons gegoten gelijkenis van den overleden commandant. De naturellen-commissaris van Ma- :zal heeft eeu goede vangst gedaan. Hy beeft namelijk detoovenaresWain- pinga gevangen, die een van de oor- j zaken is geweest van den Matabele- opstand van 1896. j De opmeting der Gwanda-lyn in Rhodesië is thans voltooid. De lyn za! 60 mijlen lang zyn, maar met den jbouw zal waarschijnlijk niet vóór het einde van het jaar begonnen worden. j De Standard Digger's News deelt mede dat op prof. Molengraau, den Staatsgeoloog, en op den heer David Draper, die hem op zyn reis door Vrijheid vergezelde, door onbe kende personen is geschoten.; Als een bewijs wat werkkracht en vlyt vermogen, haalt De Voksstem het voorbeeld aan van een der be kende procureurs te Pretoria. Deze, die zich cu in een der uitgebreidste praktijken kan verheugen, begon vier jaar geleden zjj„ eigen zaken met de somma vau 8s 6d. De heer Samini Marks leende hem eeu kantoor, ter wijl zyn broer, die drukker was, voor hem eenige communicaties drukte. Voor de 8s 6d kocht hy voor 3s een boek, vloei- en schrijfpapier, terwijl hy voor de overige 5s 6d postzegels van een halven stuiver kocht, om zyn communicaties rond te zenden. Na twee wekeL was by in staat zyn kan toor te betalen en sinds dien tyd gin gen zyn zaken steeds meer en meer vooruit, zoodat hy un na harden arbeid zich een praktijk verzekerd heeft, die onder de eerste genoemd wordt. Zeemos. Omtrent het tegenwoordig veel in de salons geziene zeemos lezen wy in. een Duitsch vaksehrift, die Binde- kunst, het volgende Wat is zeeraos? Doze vraag werd reeds vaak aan een vakman gedaan, wien het echter niet mogelijk was er e6n voldoend antwoord op te geven. Dit zoogenaamde „gewas", waarin sedert enkele jaren een levendige handel wordt gedreven, dat, langs kunstmatigen weg groen geverfd veel vuldig in schalen en schelpen to koop wordt aangeboden, is echter alles be halve dat waarvoor het algemeen ge houden wordt. Ja. een gewas is het wel, maar hoezeer daar ook op ge lijkende, zoo min een mosachtige als- een algen- (wier-Jachtig of welk plant aardig gewas ook. Het is, gelijk trou wens uit den naam waaronder het be kend is, blijkt, uit de zee, eu wel van de Sleeswyksche kust der Noordzee afkom.-tig. Daar wordt het door den vloed in groote hoeveelheden op het strand geworpen, en verspreidt her,, zoodra het begint te drogen, eeu al les behalve aangeuamen .>euk. Om deu waren oorsprong van dit eigenaardige natuurproduct ie leeren kennen, moet men tot op den bodem der zee afdalen eu daar ziet men het dan als ^eemos groeien. Want groeien doet bet, niet echter als een plant maar ais polyp, juister als een „Hy- droidpolyp". Het vormt namelijk een soort van koraalstok, het beschermend hulsel der zilversertuiaria Sertularia argentea. Deze polypen zyn uiterst kleine diertjes van zeer eenvoudigen bouw, die. niet onbeschut kunnende leven, zich van het als zeemos beken de omhulsel voorzien. £32 liEZOMOEN. Voor den inhoud dezer rubriek stel de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukkengeplaa'sl of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug- Waarde Heer Fidélio Mag ik eventjes ophelderen, waar om ik bij de repetitie voor het kin derfeest den hoed niet heb afgeno men by 't zingen van 't volkslied? Kijk, dat zit zoo, een repetitie is voor my geen demonstratie, geen plechtigheid, 't Is een gewone (of buitengewone zoo ge wilt) les. Ik sta daar dan ook met. by om in zekere stemming te geraken, 'k hoor eenvoudig of 'r goed gaat. Als ik een stalen voorwerp waarmee zij het vuur kon maken. Zelfs geen loupe had zij in haar taschje. „Dat is jammer," peinsde zij. ..Wat zou ik gelukkig zijn, als ik er een bij me had." Zij dacht na, of er geen ander middel bestond om het hout aan te steken. „Ah!" riep zij eindelijk uit, „mijn lorgnon kan ik wel gebruiken." Zooals de meeste meuschen, die veel gestudeerd hebben, waren Friquette's oogen niet sterk en moest zij zich bij 't lezen en schrijven van een lorgnette be dienen, dat zij altijd in een zakje van haar jacquette bij zich droeg. Zij haalde het uit het étui, maakte het niet los, zoodat de glazen op elkaar bleven en hield het toen tegen de zon. Met de andere hand hield zij het stuk zwam vast. dat zij nu eens dichter bij het glas bracht, dan weder een eindje er van verwijderde, om zoodoende het brandpunt te zoeken. Haar hart klopte luid, terwijl zij hier mee bezig was, want gelukten haar po gingen, dan zou zij tenminste in staat zijn haar honger te stillen. naar glinsterende oogen waren onaf gebroken op het kleine, vurige plekje gevestigd, dat zich helder tegen het lichtbruine zwam af toekende. Langzamerhand werd de plek wanner en weldra begon het zwam te rooken en zich een branderige lucht te verspreiden. De stank en rook namen steeds toe. Eindelijk brandde het zwam. „Hoera riep Friquette uit. ,.ik heb vuurhoera En Li, ten prooi aan een hevige ver bazing, die bijna aan ontzetting grensde, riep op zijn beurt .Hoewa Hoewa Friquette wierp het stuk zwam op de takkenbosschen en begon te blazen. De takken vatten terstond vlam en weldra brandde er een vroolijk vuurtje. Zonder langer over het vreemde van dit natuurverschijnsel na te denken, dat zijn begrip van vuur geheel in de war bracht, pakte Li het eene krokodilletje na het andere beet en gooide ze zonder veel plichtplegingen in "t vuur. Zes van de dieren lagen reeds te spar telen eerst zwollen ze op, strekten toen do pooten uit .bloven eindelijk onbewe gelijk liggen en knapten dat het een aard had. Dit alles was het werk van een oogen blik. Het braden nam nu een aanvang tol een aangename geur van gebraden vleescn drong Friquette in den neus. „Per slot van rekening," zeide Friquet te, „schijnt dit toch geen slechter eten te zijn dan iets anders. Die jonge hebben nog zachte beenderen men kan ze als een banaan schoon maken en ze dan heelemaal oppeuzelen. Heeft Friquet- zelfs geen jonge schild padden gegeten, die op dezelfde manier waren klaar gt.iu.akl en was bij er niet over uit, zoo heerlijk als ze smaakten? Nu, laat ik ze eens probeeren." Zij trok een der krokodilletjes, die door het roosteren geheel verschrompeld waren en wel op gedroogde zeepaardjes geleken, die men zoo dikwijls bij na tuurkundigen aantreft, uit het vuur. Zij deed het tegen haar gemoed in en wilde juist trachten dit vreemde gerecht op te peuzelen, toen een kreet van schrik dien de kleine Li uitte, haar deed op springen. Zij liet het krokodilletje uit de han den vallen, en zag nu hoe de jongen het op een loopen zette en haar wenkte hem te volgen. Werktuigelijk keerde zij rich om, nieuwsgierig wat de oorzaak van rijn angst kon zijn, maar nauwelijks had rij het gedaan of een hevige maakte rich van haar meester. Ter zelfder tijd drong er ook een wal gelijke reuk van muskus tot haar door en geen twee meter van haar af bemerk te rij een enorme krokodil, die een luid gebrul liet hooren. Het beest droop nog van het water en kroop voorzichtig, met wijd opengesper- den muil en rijn begeerige oogen op het jonge meisje en den jongen gericht, die hem een van beiden tot prooi moesten strekken, vooruit. Li, die het monster het eerst had op gemerkt had, na rijn vriendin op het ge vaar opmerkzaam te hebben gemaakt, het hazenpad gekozen. Friquette voelde, dat rij verloren was. Het beest was haar reeds te dicht genaderd om zich nog ver te kunnen ver wijderen. Voordat zij nog tien pas ge- daan had zou de krokodil haar reeds gegrepen en in oen minimum van tijd j verslonden hebben. j Het gevaarlijke van haar toestand in- ziende was de jongen weer een weinig dichterbij gekomen en uitte schelle kre ten, die de woede van het monster nog I meer gaande maakten. Hot beest was ongeveer zes meter lang. Zijn muil, waarin aan beide rijden paarsche vliezen zichtbaar werden en welke oen meter lang was, opende en sloot zich, oen geluid veroorzakend, als een tang, die dichtgeslagen wordt, en rijn staart, welke met hoornachtige schubben bezet was, sloeg woedend in de lucht heen en weer. Een enkele slag daarmee zou reeds voldoende zijn om den grootsten, sterk- sten man te dooden Doodsbleek, maar als altijd vastbera den, verloor Friquette den moed niet. Het vuur knetterde lustig voort en Friquette, eenige van de langste, bran dende bamboetakken grijpend, stak ze het monster moedig tot achter in den gapenden muil. De kaken vielen met een harden slag op elkaar. Toen begon rij een lucht als van gebrand vleesch te ruiken, terwijl het beest oen angstig gehuil liet hooren. Het monster, gebrand en half be dwelmd, deinsde achteruit, terwijl het met rijn pooten langs rijn muil wreef en duwde om de brandende takken er uit te verwijderen. Het jonge meisje verlangde niets meer. Door deze eigenaardige manoeuvre aan het ergste gevaar ontkomen, zette zij het op een loopen, gevolgd door den jongen, die luidkeels lachte. „Ja, ge moét nog lachen ook," zeide zij niet een koddig, verontwaardigd ge baar. „Het is hier een mooi landje, een wa re menagerie Nu rijn pijn een weinig bedaard en het monster van deai schrik bekomen was, kwam het op nieuw, dikke rookwol ken uitblazend, naai- hen toekruipen. Li had zijn gezellin in de richting van de rivier voortgetrokken. Hij deed dit niet zonder reden, hoewel het Friquette onvoorzichtig toescheen. Het jonge meisje nl. vreesde, dat de krokodil hun den pas zou afsnijden. Dat gebeurde ook spoedig. jxaar Li had ook een plannetje ge maakt. Op den oever verineven zich zware boomen, waarvan de laagste tak ken rich een meter boven den grond' bevonden. Li greep een sterken tak en heesch zich met de behendigheid van een aap naar boven. Natuurlijk volgde Friquette terstond rijn voorbeeld, met niet minder vlugheid dan hij. Nu begon zij hartelijk te lachen, we tend dat rij niets meer van het monster te vreezen hadden. „Het wordt al mooier en mooier!... het lijkt wel alsof wij ons in den „Jar- din des Plantos" bevinden bij de be renkuilen Martin, klim in den boom. Maar nu rijn wij de beren en de wilde dieren loopen vrij rond." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2