op zijn verzoek, teruggesteld tot bode, en \V. F. Bruens, kamerbewaarder bij het departement, benoemd tot concierge. De eerste luitenant A. F. C. Ram- bonneï, van het 8ste regt. inf., is op non-activite t gesteld. Benoemd: tot secretaris van het polderdistrict Bommelerwaard, bene den den Meidijk, prov. Gelderland, S. van Dalentot heemraad van de polders Dirk Smeetsland en Meester Arend van der Woudensland, prov. Zuid-Holland, J. J. Overwater; tot gezworen voor den polder Dreischor, prov. Zeeland, J. M. Klompetot hoogheemraad van denLekdjjk Boveu- dams, prov. Utrecht, G. C. D. d'Au- male baron van Hardenbroek van Hardenbroek. A. Mondt jr., te 's-Gravenhage, benoemd tot opzichter by de Lands- gebouwen. Aan A. C. Ficq, koopman, wonende te 's-Gravenhage, en aan P. Bredius, bankier, wonende te Rotterdam, ver lof verleend tot het aannemen van het ordeteeken van ridder in de orde van den H. Gregorius den Groote, hun door den Paus geschonken. Audientien. De gewone audiëntie van de minis ters van oorlog en van waterstaat, handel en nijverheid zullen deze week niet plaats hebben. Onderscheidingen. By Koninklijk besluit van 17 Sep tember zyn benoemd tot commandeur in de orde van Oranje-Nassaujhr. S. M. S. de Ranitz, kamerheer van H. M. de Koningin, intendant van het Huis van Hl M. de Koningin-MoederG. A. baron Tindal, kamerheer, en rnr. F. S. K. J. graaf van Randwyck, cere moniemeester van H.M. de Koningin tot ridder in de orde van den Neder- landschen LeeuwH. A. baron Clif ford, hofmaarschalk, en C. A. baron Bentinck eerste-staimeester van H. M. de Koningin tot officier iu de orde van Oranje- Nassau jhr. J. P. E. Hoeufft van Yelsen, te 's-Gravenhage, en jhr. C. C. Th. Six, te Amsterdam en is aan den binnenloods, tevens loods naar zee, te Brouwershaven, M. van den Berge, de zilveren eereme daille in de orde van Oranje-Nassau verleend. Pauweveeren verboden. Door B. en W. van Leiden wordt den Raad ter vaststelling aangeboden eene verordening houdende wyziging van de straatpolitie. Aangezien de in den laatsten tyd by openbare feesten meer en meer in zwang komende gewoonte om anderen met pauweveeren aan te raken en te kittelen, van vele zjjden en naar B. en W. van oordeel zyn te recht wordt gelaakt en gewraakt en door genees kundigen by herhaling op het gevaar lijke dier gewoonte werd gewezen, hebben B. en W. gemeend den Raad te moeten voorstellen zoowel den ver koop als het gebruik van die en der gelijke voorwerpen by plaatselijke verordening te verbieden. Met het oog op de aanstaande in- haldigingsfeesten op 22 en 23 dezer zal dit voorstel worden behandeld in eene spoedeischende vergadering van den gemeenteraad, om het terstond na eventueele vaststelling door den Raad te kunnen afkondigen en verbindend te verklaren. De ontvoering te Utrecht. In verband met de ontvoering van een meisje van 4 jaar, door haar vader, te Utrecht, deelt men nader mede, dat aan de politie te Rotterdam de opsporing en aanhouding verzocht is van den 24-jarigen timmerman J. J. Muyzert, geboren te Utrecht, die in onmin leeft met zyne vrouw, A. Draayer genaamd. Het 4-jarig doch tertje uit dit huwelijk werd verpleegd ten huize van de grootmoeder, van wie het ontvoerd werd. M. heeft aan zyne vrouw schrifte lijk doen weten dat hy naar Transvaal ging, terwijl hy voorts verzocht Zaferdaguamid Jag aan het Maasstation te Rotterdam te komen om het meisje in ontvangst te nemen en afscheid ie nemen van haar man. Op het be paalde uur was de vrouw aanwezig, doch er was niemand. Hy had er de bedreiging bijgevoegd, dat, wanneer zy de politie in de zaak mengde, hy het kind zou dooden, „Kom, mijnheel' pastoor, gij maakt veel te veel drukte over mijn onbedui dende daden." „Mijn kind, uw geneeskundige kennis heell u in staat gesteld duizenden <?©- zond te maken. Hoeveel huidziekten, waarvoor niemand raad wist, zijn door u niet genezen." FriqueUe lachte vroolijk, wat vreemd paste bij den wanhopigen toestand van den geestelijke. „Wel," vervolgde de grijsaard, „gij hebt wonderen verricht" Li had een plotselinge uiting van har telijkheid' en Li-Houi lachte tot zijn mond zich van het oene oor tot het an dere verbreedda „Maar, mijnheer pastoor, gij kunt even goede wonderen verrichten, zooveel gij wilt, bij honderden en duizenden...", „Ik ben geen dokter." Men hoeft niet gestudeerd te hebben om te weten, dat de ziekten hier door onzindelijkheid ontstaan. Wil ik u mijn geneesmiddel zeggen? Een goede hooveelhoid aqua fontis en sapo simplex, zooveel men nemen wil." „Maar, beste kind..." „Neem dan een flinken schuier en rei nig do huid, waar zij door de ziekte is aangetast. Water en zeep moor hebt gij housch terwyl hy reeds vroeger meegedeeld heeft, dat het niet onmogelyk is, dat men vroeg of laat zyn lyk en dat Tan het meisje uit de Maas zou op- visschen. De moeder en hare familie verkoeren begrypelykerwyze in doods angst. Onwillekeurig komt devreese- lyke misdaad in herinnering van den kastelein Witmond, enkele maanden geleden gebeurd. Eene stremming' Zondagmorgen is nabij het station Udenhout (N.-Br.) door verzakking van den grond trein 1 der Staats spoorwegen gederailleerd. De voorste bagagewagen en een personenrijtuig kantelden zonder ongelukken te ver oorzaken, doch de machinist moest buiten dienst gesteld worden wegens verwonding. Daar de weg daar enkel spoor heeft, moesten de volgende trei nen van Utrecht naar Breda over Bokstel gaan, hetgeen een groote ver traging veroorzaakte. Letteren en Kunst. „Eigen Haard" van Zaterdag 17 dezer bevat o. a. Naar aanleiding van de Rembrandt- tentoonstelling, door C. G. 't Hooft, met afbeeldingen en portretten. Onze Rembrandt-afbeeldingen.^ Eene hulde uit Insulinde, doorN. W. Schuurmanns, met portret, H. Hoi- laenderby op Amager, door J. Ver- maat, met afbeelding. De „Wereldkroniek" van Zaterdag bevat o.a. een porti et van de keizerin van Oostenryk en van haar moorde naar Lucchini, eene afbeelding (naar foto) van de KoDinkl. Tribune by het Bloemencorso in den Haag, op het oogenblik, dat H. M. in gesprek is met het bestuur van den A. N. W. B., verschillende portretten enz. De heer H. D. Tjeenk Willink, uitgever alhier, heeft een practisch denkbeeld verwezenlijkt, n. 1. de uit gave ondernomen vau een werk, waarin het beschaafd publiek, zonder verdere voorbereiding, de noodige inlichtingen kan vinden over ons burgerlijk recht. Zeer juist wordt in het prospectus de navolgende opmerking gemaakt: „Het ontbreekt niet aan voortreffe- lyke leerboeken van ons burgerlijk recht. Maar zij zyn voor hetmeeren- deel bestemd voor hen, die eene rechts geleerde opleiding genieten of genoten hebben. Buiten dezen bestaat een breede kring van leeken, voor wie het van belang is de regelen te leeren kennen, die de rechten en rechtsbe trekkingen der personen beheerschen, zouder op voor hen onverstaanbare uitdrukkingen of begrippen te stuiten. Ook worden niet weinigen, die geen latijn verstaan en het romeinsche recht niet beoefenden, tot de studie van ons burgerlijk recht geroepen." Het werk zal 60 vel druks beslaan a 17'/i ct. per vel. Spor! en ^edstrijdesi. Lawntennis. De Nationale Tenniswedstrijden, ge houden te 's-Gravenhage, hadden tot uitslag Heeren Single, kampioenschap van Nederland, gewonnen door den heer K. Beukema in den final tegen den heer H. van Rees; pry's een zilveren beker, in 1894 uitgeloofd door de hee ren Williams en Horlez, achtereenvol gens gewonnen door de heeren L. de Bree, van Rhede van der Kloot, C. van Rappard en H. van Rees. Dames Single, kampioenschap, ge wonnen door mej C. van Lennep, evenals verleden jaar. Heeren Double, kampioenschap, ge wonnen door de heeren C. van Rap pard en L. von Hemert; houders waren de heeren K. en F. Beukema en 't jaar te voren de heeren C. van Rappard en Yan Rhede van der Kloot. Handboogschutters. De Kon. Ned. Handboogschutterij „Concordia" te Amsterdam herdacht Zondag aan het Tolhuis over het IJ, op feestelijke wyze haar 50-jarig be staan, door het honden van een wed strijd, waaraan konden deelnemen de vereenigingeu van den Nederlandschen Bond voor Handboogschutteryen. De uitslag was als volgt niet noodig. Dat is het geheim, van mijn genezingen en het voorschrift voor de wonderen, zooals gij ze noemt." Het was nu reeds einde Januari en de Japanners trokken mei yteeds meer succes voorwaarts. Na eenige slagen, waarin zij overwin naars bleven, gingen zij Port-Arthur be- legeren, na eerst het Chineesche leger uit Korea verjaagd en op Chineesch ge bied gedreven te hebben. Woedend over hun tegenspoed, J waardoor zij steeds meer en meer van de overmacht der Japanners overtuigd werden, en welke hun hoop geheel ver nietigde, beraamden de Togakoutos een nieuw plan. Zij zwoeren den dood aan alle vreem delingen, die zij van him tegenspoed be schuldigden en vooral aan Friquette, wier invloed op den Koning bij den dag toenam. Zij konden 't jonge meisje maar niet vergeven, dat het den troonopvolger ge red en zoodoende den Chineezen een gij zelaar ontroofd had, die op een gegeven oogenblik don loop van zaken geheel had kunnen wijzigen. Nu besloten zij alles op 't spel te zet ten en brutaal op Chineesche manier, deax koning, den kleinen Li, Friquette vader Charpentier en alle vreemdelingen 1. Banierprys, zilveren medaille, ge schenk van H. M. de Kouingin. Be haald door „Concordia" met 245 pun ten en 10 rozen. 2. Banierprys, groote br. medaille, geschenk van H. M. de Koningin- Moeder. Winner „Claudius Civilis" met 189 punten en 3 rozen. 3. Banierprys, verguld zilveren me daille werd toegewezen aan „Willem Tell" met 179 punten en 5 rozen. Als personeele pry zen waren uit geloofd le prysgouden medaille, behaald door den heer Oltmans van Concordia met 50 ponten. 2e prysverguld zilveren medaille, voor den heer Ross van dezelfde ver- eeniging met 47 punten. 3e prys: zilveren medaille voor den heer Öteinkamp van Claudius Civilis met 45 punten. Rozenpryszilveren medaille voor den heer E. Querido van Willem Teil. Ü8 wedstrijden, die te 10 uur door den voorzitter geopend waren, eindig den te 5 uur ongeveer. Cricket wedstrijd. Te Hilversum speelden Zondag tegen elkaar „Amstels C. C en de 's Gravenhaagsche C. C., beide uit de eerste competitie. De Hagenaars wisten in hunne eerste innings niet meer dan 15 te krygen. De Amstelaren beantwoordden dit lage totaal met 148. De tweede innings werd niet uitge speeld, zoodat Amstels C. C. won met 133. GEMENGD NIEUWS De zaak-Dreyfus. In den ministerraad Zaterdagmor gen, op het Elysée onder voorzitter schap van president Faure gehouden, heeft de minister Sarrien de feiten uiteengezet, welke voor hem volgen uit het onderzoek van het Dreyfus- dossier, dat hy ondernam. Hy heeft vervolgens geconstateerd dat, volgens de termen van artikel 444 van den Code destruction criminelle, hy op het verzoek om revisie, tot hem ge richt krachtens art. 443 sub 4° van datzelfde wetboek, niet mag beschik ken dan na het advies te hebben in gewonnen van de commissie, daartoe by het ministerie van justitie door de wet ingesteld. De ministerraad heeft hem daarop machtiging verleend bedoelde com missie byeen te roepen. De beraadslaging van den minister raad was om kwart over twaalven afgeloopen. Generaal Zurlinden heeft aan den minister-president Brissou zijn ont slag verzocht iu een schrijven waarin hy verklaart dat zijne overtuiging van de schuld van Dreyfus hem verhin dert iedere andere oplossing te aan vaarden dan de volledige handhaving van het vonnis. Tot minister van oorlog is benoemd generaal Chanoine; en tot minister van openbare werken het lid van den Senaat Jules Godin. De commissie voor de revisie bij het ministerie van justitie zal Woens dagochtend bijeen komen om een aan vang te maken met het onderzoek van het dossier Dreyfus. Sarrien heeft aan de commissie van voorlichting by het ministerie van justitie reeds kennis gegeven van de door mevrouw Dreyfus aangevraagde revisie. De commissie bestaat uit drie leden van het hof van cassatie, nml. Lepelletier, Crepon en Petit, en drie directeuren van de kanselarij, nml. Laborde, Geoffroy en Couturier. Men betuigt zyn leedwezen o er de wyze waarop generaal Zurlinden, in zyn verzoek om ontslag, zijne meeniug heeft uitgesprokenhij heeft de vraag of Dreyfus werkelijk schul dig is, verward met de noodzakelijk heid dat er recht worde gedaan. De groote meerderheid der publieke opinie juicht de revisie toe, als de overwinning van het rechtfc omdat zij een einde zal maken aan eene noodlottige crisis, en omdat zy hoop geeft dat thans een tijdperk van rust zal kunnen aanbreken. Met name de „Temps" roemt krach tig het besluit van het ministerie, als in overeenstemming met de gerech tigheid, de waarheid en het algemeen belang. De officier in het Dreyfus-proces betrokken, en wiens geruchtmakende arrestatie verwacht wordt (volgaas de Aurore en de Libre Parole), zou luitenant-kolonel Bonnier zyn, in het departement Meurthe-et-Moselle in garnizoen. die door den koning in zijn land geduld werden, om 't leveai te brengen. Maar zij wilden met de uiterste voor zichtigheid te werk gaan, en overlegden nun. plan heel slim om zoodoende alle wantrouwen te vermijden en den slacht offers een zekeren dood te bereiden. i En de slag werd geslagen op een oogen blik, dat niemand meer aan de samen zweerders en hun duivelsche werken dacht. Daar de Japanners voor de belegering van den aanval op Port-Arthur, al hun troepen noodig hadden, riepen zij het garnizoen, dat in het begin der vijande lijkheden te Séoul achtergebleven was, °P Dit garnizoen, dat de veiligheid van den koning en de vreemdelingen verze kerde, scheepte zich te Tchemoulpo met bestemming voor Lou-Clmng-Pao in, welke plaats door de Engelschen Port- Arthur gedoopt is. Li-Houi had nu alleen zijn soldaten over, die heel slim en voorzichtig door de agenten der Togakoutos omgekocht werden. Den morgen, die op het vertrek van het Japansche garnizoen volgde, aan schouwde men voor de poort van het Koninklijk paleis een vreeselijk toonecl. Aan beide zijden vaai den ingang, De beslissing van den ministerraad heeft te Parijs een onormen indruk ge maakt. Van vijf uur des avonds tot mid dernacht was het Zaterdag bijzonder le vendig op de boulevards, waai' de kran tenjongens speciale edities uitriepen. Een oogenblik heeft men voor een be tooging gevreesd. De politieposten waren verdubbeld en zelfs de troepen geconsig neerd. Het is echter kalm afgeloopen. Alleen in den omtrek van het Elysée is wat rumoer gemaakt. De beide aftreden de ministers werden begroet met de kre ten „Leve BrissonLeve do revisie waarop door andoren werd geantwoord „Weg met de verradersWeg met Bris son Er werd druk gesproken over do hou ding van generaal Zurlinden. De minis ters vertelden, aan een iegelijk die het maar hooren wilde dat zij niets van den man begrijpen. Toen Cavaignac aftrad, sprak generaal Zurlinden de ministers Bourgeois en Delcassé en zeide tot hen dat terstond tot do herziening moest worden overgegaan. De heer Bourgeois bracht het gesprek over aan minister Brisson, die den generaal verzocht de portefeuille van oorlog te nemen. Toen liet Zurlinden zich in denzelfden geest uit tegen don premier. In den ministerraad van verleden Dinsdag was de generaal nog vuur en vlam voor de herziening. Hij zeide o.a. tot den minister van marine Lockroy zonder eenige* inleiding„Wij moeten eens denken over de manier, waarop we Dreyfus zullen laten terugkomen. Zult ge een pantserschip of een paket- boot zenden.?" Alle ministers staarden den spreker verbaasd aanzooveel spoed was hun wel wat to gehaast. Maai' in den volgenden ministerraad verklaarde de generaal kort en bondig dat hij van de herziening niet meer wil de wetenHoe deze ommekeer tot stand is gekomen, weet men niet, maar het schijnt dat do ministers er niet onkundig van zijn. Het Duivelseiland. Een passagier van de stoomboot Georges Croiset. Emile Martin, doet het volgende verhaal over het Dui velseiland Zeven Augustus jl. kwamen wy in het gezicht vau de Iles-du-Öalut. VVy vroegen den kapitein de kust te na deren om fotografieën le kunnen ne men. Zoo geschiedde. Zeer duidelijk zagen wy de omhei ning van de tent van Dreyfus, be staande uit geteerde planken, van waartusschen de veroordeelde slechts de lucht kan zien. Daarachter de verblijfplaats der wachters er boven een soort van minaret, waarin een Hotchkisskanon. Wy waren '200 me ter van liet Duivelseiland. Het was kwart voor tweeën, wy namen een aantal fotografieën. Op net oogenblik dat wij er vlak tegenover waren en terwijl wy keken naar twee wachters, die ons zonder voel verbazing zagen voorbijgaan, werden twee kanonscho ten gelost met een minuut tusscheu- pooze. Wy keken elkaar aan, denkende dat men misschien onze vlag wilde groeten. Wy bleven het oog op de hut van Dreyfus gevestigd houden, toen een derde schot, gevolgd door den val van een zwaar voorwerp, het water in de hoogte joeg. Wy begre pen het nu. De kapitein zag het gevaar en voor dat hy den tyd had het roer te wen den, bewees een vierde kanonschot, dat vlak over de kommandobrug heen- vloog, dat de kanonniers goed ge mikt haddeu. Het. projectiel viel op tieu meter afstand over de boot in zee. Wy verwijderden ons haastig, ons afvragend wat er gednreude deze ongewone kanonuade wel moest om gaan iu het hoofd vau den veroor deelde. Sedert hebben wij vernomen, dat elk schip dat het Duivelseiland tot op minder dan drie mijlen afstand na derde, aldus ontvangen werd. Zola. Een vriend van Emile Zola heeft Yrijdag aan hetzelfde agentschap medegedeeld, dat de schrijver van J'accuse einde October in zyn huis zal terugkeerea. Een vaste datum kan nog niet ge steld worden, want Zola weuscht in elk geval dat voor zyu terugkeer de zaak-Picquart en andere geheel afge loopen zulien zyn. Eerst daarna kan zijn advocaat beginnen met de voor bereiding van het derde Zola-proces even voor de liggende leeuwen, waren twee roodgekleurde palen in den grond geslagen. Aan elk van deze palen was op onge veer twee meter hoogte een lijk vastge- slagcu. Het eene was dat van een grijsaard, het ander van een man in de kracht van rijn leven. De eerste kostbaar gekleed, scheen een aristocraat te zijn, de tweede een man uit de volksklasse. De schildwachten hadden niets gezien of gehoord. Op den grond zag men geen sporen van bloed. Het had trouwens gesneeuwd, dus alle sporen waren uitgcwischt. Do schildwachten sloegen terstond al arm en men ging den koning waarschu wen. Li-Houi verscheen, bevende over al rijn leden en doodsbleek, wat weldra in een aschgrauwo tint veranderde. Men trachtte de lijken los te maken. Maar de been en, .3 onder de heupen afgesneden waren, violen met een doffen slag in de sneeuw. Toen volgden de ingewanden, die door een lap vastgehouden werden... Nu durfde men de lijken niet meer aanraken. „Spoedig!... maakt voort..." riep de in November en zal de tegenwoordig heid van Zola te Parijs noodig zyn. De begrafenis van Keizerin Elisabeth. Het lyk van keizerin Elisabeth van Oostenrijk is te Weenen aangekomen. Aan het Wester spoorwegstation werd het ontvangen door de geestelijkheid van bet paleis. De kist werd geplaatst in een prach- tigen lijkwagen, gedekt door de kei zerlijke kroon en omgeven door een galerij van arenden die in hun snavel een ryke draperie vasthouden. Twee pikeurs ia diepen rouw, dragende bran dende lantaarns, openen den stoet. Een escadron huzaren gaat den rouwry- tuigen vooraf waarin het Huis der Keizerin heeft plaats genomen en onmiddellijk daarop volgt de lijkkoets, getrokken door zes zwarte paarden metgroote kleeden omhangen en zwarte veeren op het hoofdstel. De paarden worden aan den toom geleid. De koets is omringd door de paleiswacht in groot uniform en wordt gevolgd door een piket van Oostenrykscheen Hon gaarsche keurtroepen, waarna een escorte huzaren den stoet sluit. De weg dien de stoet ging was afgezet door militairen, daarachter staan tnau aan man de burgers vau Weenen ge schaard, phantastisch verlicht door de toortsen die op de straatlantarens zyn geplaatst. Iu ademlooze stilte trekt de stoet voort. Men hoort niets, zelfs niet het getrappel der paarden wier hoeven met vilt zyn omwoeid. De menigte houdt eerbiedig het hoofd ontbloot, de soldaten staan als pilaren met ge presenteerd geweer en in de stilte des doods doet Elisabeth, Keizerin van Oostenrijk, Koningin van Hongarije haar laatsten plechtigen intocht in de hoofdstad van haar ryk, waar h?.ar zwaarbeproefde keizer haar wacht. Aan de buitenste poort van den Hof- burg wordt halt gehouden. De pastoor van de parochie met zyn geestelijke treedt vooruit om het lijk te ontvangen. De kist wordt uit de koets getild en naar de kapel gedragen. Acht pages met waskaarsen, twaalf gardes en zes tien drag ouders te voet omringen haar. De grootmeester, de grootmeesteres en het geheele Huis der Keizerin volgen. Do keizer die pas uit Schönbruun was teruggekeerd, zag uit een der vensters den stoet aan. Toen de kist ;n de kapel op de katafalk was geplaatst, verscheen, in stryd met de etiquette, de keizer om de inzegening by te wonen. Diep ge schokt knielde de grijze vorst by het overschot van haar die hem eenmaal een dierbare gade was. En toen de plechtigheid was afge loopen, gingen allen heen. De Keizer keerde naar Schonbrunn terug. De ceremoniemeester der Keizerin over handigde de sleutels vau de lijkkist aan den opperceremoniemeester van het Hof en stille rust omgaf het stof felijk omhulsel van Oostenrijks Kei zerin, totdat Yrydagmorgen de deuren zouden worden geopend voor het volk dat nog een laatsten groet wil bren gen aan de vrouw, op wie in het leven de hand vau het noodlot zwaar heeft gedrukt. De Duitsche keizer is Zaterdag te Weenen aangekomen en aan het station ontvangen door keizer Frans Jozef. De beide vorsten omhelsden elkander drie maal diep geroerd. Keizer Wil helm legde twee prachtige kransen neder op de kist, waarin het stoffelijk overschot Yan keizerin Elisabeth rust. De begrafenis van keizerin Eliza beth had dezen dag op zeer plechtige wijze plaats met het reeds beschreven ceremonieel. Er was zeer veel yolk op de been. Toen de lange stoet op het St. Michelplein aankwam, boorde men snikken en jammerkreten onder het publiek. Na de ter aardebestelling in den kapucijner grafkelder begaven zich de beide keizers te zamen per rijtuig terug naar den Hofburg. Gedurende de plechtigheid bracht keizer Frans Jozef de hand voor de oogen en her- baaidelyk zag men hem geschokt door snikken. Incidenten vielen niet voor. De aanslag op de prins van Napels. Het „Extrablatt" te Weenen spreekt het bericht van den aanslag op den Italiaanschen kroonprins tegen. koning met schorre stem uit, klapper tandend van ontzetting. De harten, uit de lichamen gerukt, waren onder de kleederen met een dolle aan den paal vast gestoken. Die zelfde dolk doorboorde ook een stuk papier. Men overhandigde den koning het pa pier, die de volgende woorden las „De vreemdelingen en vijanden van China zullen denzelfden dood sterven." De armen waren evenals de beenen af gesneden. Daar zij nog slechts met een paar vezels aan het lichaam vastzaten, vielen ze eer, zoodra men ze aanraakte af. De hoofden alleen, die met een spij ker door den mond aan den paal beves tigd waren, bleven vast ritten. Het waren de hoofden van den kapi tein Tseng, die Li en Friquette aan boord genomen en van den ouden man darijn, die hen naar den koning had ge bracht. Deze vreeselijke moord en laaghartige verminkingen hadden een ontzettende l>eteekenis, waaromtrent de koning zich niet kon vergissen. Hij trad rijn paleis binnen en steunde „Ik ben verloren... Zij zullen mij ver moorden." Hij liet deuren en vensters sluiten, doorliep rijn geheime vertrekken, uitte voortdurend kroten van afschuw en viel Op Kreta. Zondagnamiddag beval de sultan aan Djevad voor den eisch van den heer Noel betreffende de ontwapening van de bevolking te zwichten. Zoo werd aan de laatste vraag van den hoer Noel gevolg gegeven en zijn memorandum volkomen ten uitvoer gebracht. Djevad heeft bevel ontvan gen aan Ehdem de wapens te doen overreiken, welke zullen worden op gevorderd. Het groote fort aan den ingaDg van de haven werd Zondag door een detachement Eogelsche sol- daten bezet. Het gerucht loopt dat "de Turksche troepen buiten de stad zich zullen terugtrekken en de Eugelsche troepen de stad zullen bezetten. De orkaan in West-Indië. Yolgens nadere berichten heeft de orkaan in West-Indië meer dan 100 slachtoffers gemaakt, alleen te St Vincent. Driekwart van de bevolking van dat eiland is zonder dak, cn de administrateur vraagt dringend om hulp. Te Barbados zyn 10,000 woningen vernield. Eugelsche oorlogschepen zyn met levensmiddelen naar de geteister de eilarden gezonden. Kouingin Vic toria heeft een telegram van deelne ming gezonden, de Lord Mayor van Londen zal een fonds trachten byeen te brengen. De straf van Luccheni. Men heeft gemeend dat Luccheni zyu misdaad juist te Genève begaan heeft, omdat daar de doodstraf niet bestaat. Luccheni zelf heeft dat her haaldelijk tydens ondervragingen be streden en nu men hoort, welk een afgrijselijke straf hem te wachten staat, moet men zich afvragen of de man dit te voren wel geweten heeft. Op 't oogenblik is by in voorarrest geplaatst in de cel no. 10. Zy ligt op de eerste verdieping, is ruim en kan zelfs drie gevangenen herbergen. Er zy drie ijzeren slaapplaatsen in met stroozak en lakea, een voetenbank, een wasebkuip, een tafel en een kruik. Aan den muur hangt het reglement der gevangenis, Door een 1.30 M. boven den bodem aangebracht tralievenster valt het volle daglicht iu het vertrek, 's Nachts wordt de cel elektrisch verlicht. Eik kwartier kykt een wachter door het in de deur bevestigde kijk gat in de cel. Luccheni is aan de huisorde van de gewone g'evangenen onderworpen. Hij kan eiken dag een half uur op de plaats van de gevan genis gaan „lucaten" en mag tot de terechtstelling lezen en schrijven. Na zjjn veroordeeling zal Luccheni naar de gevangenis de l'Echêve worden vervoord. De straf die hem hier wacht is de „réclusion". De cellen van de op deze wyze gestraften liggen drie verdiepingen diep onder den grond, Nooit dringt een zonnestraal door en di gevangenen ademen een met mod- derreuk bezwangerde lucht in. Zjj krygeu geen bed doch moeten op den grond slapen en boeten hun misdaden iu 't duister, tot de dood hen uit hun vreeselyken toestand verlost. Slechts éénmaal 's weeks mogen zy één uur op de p'aats van de gevangenis door brengen. De St. Aatome-gevaagenii herbergt op 't oogenblik slechts één tot „réclusion" veroordeelden moor denaar. Luccheni zal hoogstwaar schijnlijk de tweede zyn. In een artikel over den dood van kei zerin Elisabeth verhaalt de Figaro het volgende De vader van keizerin Elisabeth, her tog Maximi liaan, had rijn kindex-en ge leerd, vriendelijk en goed te zijn voor iedei'een, maar vooral voor de armen; hij zelf was een sympathieke vex-schij- xxiixg en de goedheid in persoon. Toen hij eens per spoor van Munehen naar Weenen. reisde, had hij tot reisgezel een nogal praatziek Weener, die hem dado lijk vertelde dat hij horlogemaker van beroep was en zelfs leverancier aan hei Koninklijk Hof. - „Maar wat gaat gij toch te Wee uen doen?" vroeg hij Maxi mi haan. „Wol ik ga eens kijken hoe mijn kinderen het maken," antwoordde deze „Mijn zoon en mijn dochter wox-den er opgevoed." „Zoo? En moet de jongen war den opgeleid voor den handel? „Ja en neen, zooals gij het ne men wilt." eindelijk sxxikkend als een kind op ea mat neder. De oude missionaris was door een zij nor getrouwe volgelingen van den vree selijken moord ingelicht. Hij begaf rich terstond naar Friquet te, die lxij alles meedeelde. „Mijn kind.het is een zeer ernstige loestaixd!" voegde hij er bij, hevig be wogen bij de gedachte, dat hetzelfde ge vaar het jonge meisje dreigde. „Wat moeten we beginnen?" - erstoxxd vertrekken „Maar hoe?" „Gij kunt iu een draagstoel naa Tchemoulpo reizen.in één dag kunt de stad bereiken..." „Maar de dragers?" „Daar zal ik voor zorgen, evenals vod een geleide." „Duizendmaal dank." „Ik zal alles terstond in orde brec gfcw" Daarop scheidden rij. Het jonge meisje ging het paleis bin nen om den koning on zijn zoon vaarwe te zeggen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2