J. D. NIEMANN,
Ged. Oude Gracht 85.
Spiegel- en Lijstenmaker.
Plaathandelaar
'hoofd van het onderwas aan de Milt-
taire Academie en jaist van een lange
reis uit Duitschland terugkeerde
slapte jl. Woensdagavond af in 't
hotel Vrjjheid te Winschoten. Kij be
stelde logies en een souper met een
halve üescti wijn liet hy zich goed
smakenden volgenden morgen echter
vertrok hy zonder zyn vertering te
betalen. Men vond in zyn slaapkamer
een Duitsch ambtelijk schrijven dat
Therioin, misschien heet hy zoo, bin
nen 24 uur over de grenzen moest
zyn, wilde hy niet met de politie in
aanraking komen.
Koloniën.
Atjeh.
Blijkens een telegram in de „Java
is op bet bericht, dat een bende
Pedireezen naar Lampanas lengah
doorgedrongen zou zyn, op den 21sten
het halve zesde en een peloton cava
lerie onder majoor De Jongh met den
stafchef uit Lamtobah opgerukt. By
verkenning van Laigah werd de spits
aangevallen door Toekoe Tawe van
Anakgaloeng en volgelingen, die allen
zyn afgemaakt.
Gewond werden luitenant Schadee
en twee cavaleristen. Op den volgen
den dag werd gepatrouilleerd doch
geen bende meer aangetroffen, de
colonne retourneerde naar Lamtobah.
Aan het „Bat. Nbld." isgetelegra-
pheerd, dat op 24 Augustus van uit
Ló Igeueh met het lichtseintoestel
bericht was verkregen, dat Toekoe
Oemar Tangseh reeds verlaten had
en zich toen tusschen deze plaats en
Kenmala bevond. Het doel was zich
naar de vis kte van Pedir te begeven.
De Battakscbe priestervorst Singa-
mangaradja, vroeger door ons verdre
ven uit kampong Bakara, aan het
Tobameer, en sedert dien tijd steeds
voor onze opsporingen vluchtende,
heeft, naar de „Deli Ct." meldt, thans
drie afgezanten naar den sultan van
Assahan gezonden om diens tusschen-
komst in tc roepen, ter verkrijging
van vergiffenis van ons gouvernement.
Aan de afgezanten is medegedeeld;
dat zij zich tot het bestuur van Su
matra's Westkust hebben te wenden,
waaronder Silindoeng en de Toba-
vlakte ressorteeren.
De „Deli Ct." meldt, dat het den
controleur voor de Battakscbe Zaken
Westenberg is gelukt den onruststo
ker Pa Melgah uit het Teloekoeroe
Battakgebied te doen verdwijnen. Hy
houdt zich nu op in Batoekarang, in
het noordwestelijk gedeelte van het
Karobattakgebied, aan den voet van
den Sinaboeng gelegen en is dus ie
ver verwijderd om voortaan veel
kwaad te kunnen stichten.
De ..Straits-times" vac 27 Augus
tus deélt mode dat, in de Govern
ment Gazette van den 25en officieel
was bevolen den 31sten Augustus in de
Straits Settlements te vieren als een
public holiday „in honour of the
Queen Wilhelmina to the Throne of
the Netherlands."
Het blad voegt er by dat vele be
vriende natiën dit feest medevieren,
waaronder Brittaöje eene eerste plaats
bekleedt, terwijl de Britscbe onder
danen van Singapore, PinaDg en Ma-
lakka in het bijzonder voor dit feest
veel enthousiasme aan den dag leg
gen.
„Opnieuw zien we dus schryfc de
„Deli Ct." dat wy aan de bewoners
van de Straits goede baren hebben.
Niet alleen echter wat de officieele
aanrakingen betreft, cok particulier
verkeeren wy steeds in de beste ver
standhouding. Wederzydsche appre
ciatie vanjhet goede wat in beider kolo
niën voorkomt, heeft dien gunstigen
toestand in het leven geroepen, welken
we hopen nog lange jaren te mogen
zien bestendigd."
Het blad meldt nog:
De Nederlandsche oorlogsschepen
„Nias" en „Bali" worden te Pinang
verwacht om de Nederlandsche marine
te vertegenwoordigen op 31 Aug.
Het „Soer. Hbld." ontving bericht
uit Makassar, dat de gouvernenr van
HOOFDSTUK UT.
Barca voorziet zich op goedkoope wijze
van levensmiddelen. Oppasser.
De bagage. De zak van Barca.
Zandweg. Eerste halt.
In 't kamp van Ambohikromby.
- Wanne ontvangst. Ca
deautjes voor de herstel
lenden. Een bouquet- Op reis!
Gewoonlijk hecht men zich aan men-
schen om de diensten, die men hun be
wijst en niet om die, welke men van hen
ontvangt.
Ofschoon Friquette het eerste gedeelte
van dezen regel bevestigde, maakte Bar
ca het tweede tot een onwaarheid.
V an den eersten dag af betoonde hij
Friquette een innige dankbaarheid en
werd hij als 't ware haar slaaf.
En die dankbaarheid, in plaats van te
verminderen al naarmate hij genas.groei-
do steeds aan.
De Arabier was er altijd op uit iets
te bedenken, wat Friquette aangenaam
kou zijn. bezon honderde dingen om
haai* afleiding te bezorgen, en slaagde er
dikwijls in door zijn vroolijk gezicht de
rimpels, die zich. nu en dan op het voor
hoofd van het jonge meisje vertoonden
te verjagen.
Celebes, de heer van Braam Morris,
telegrafisch zyn pensioen heeft aan
gevraagd. Meer dan waarschynlyk
staat, meent het blad, deze aanvrage
in verband met de benoeming van
den heer Michielse tot lid van den
Raad van Indië, waardoor de heer
Van Braam Morris vermoedelijk aan
leiding vindt zich gepasseerd te ach
ten.
De „Deli Ct." vernam ook, dat de
heer v. B. M. zich gepasseerd acht
door de benoeming van gouverneur
Michielse tot lid in den Raad van
Indië.
SpoH en Wedstrijden.
In een wedstrijd over 1.333.33 M.,
Zondag gehouden in het Pare des
Princes te Parys, werden de series
aldus gewonnen:
le serie1 Protin, (1.512/s)> 2 Lou-
vet, niet geplaatst Piette, Rouquette.
2e serie: 1 Boulay (l.SO'/s), 2
Mathieu, niet geplaatst Jaap Eden,
Neuport, Colomb.
3e serie*. 1 Domain (2.14/s), 2 Car-
mant,niet geplaatst Mercier, Gougoltz,
Prévot.
Finale: I Protin (1.58a/'s), 2 Do
main, 3 Boulay.
Leger en tiloof.
Tevredenheidsbetuiging.
De Minister van Oorlog heeft het
navolgend schrijven toegezonden aan
de autoriteiten der landmacht.
Het is my zeer aangenaam U by
deze mede te deelen, dat het Harer
Majesteit de Koningin heeft behaagd,
bij schrijven van den Directeur van
het Kabinet der Koningin, dd. 23 Sept.
1898, Hoogstderzelver dank en tevre
denheid te doen betuigen aan het
Leger, voor de diensteü, die het in
de laatste weken bewezen heeft.
Ik heb de eer U te verzoeken, die
tevredenheids- en dankbetuiging van
Hare Majesteit, ter kennis te bren
gen van liet personeel onder Uwe
bevelen.
INGEZONDEN MEDEDEE-
L1NGEN.
30 cents per regel.
en
Eis caclr eu i*.
GEiaEMGD NIEUWS.
De inhuldigingsfeesten in
Transvaal.
De bladen uit de Z.-Afr. Republiek,
Zaterdag hier ontvangen, geven uitvoerig:
verslag van de feestelijke viering van ko
ningin Wilhelmina's troonsjjestijging in
do Zuidafrikaansche Republiek, den
Oranje-Vrijstaat, de Kaapkolonie en Na
tal.
Te Pretoria lezen we in de Volks
stem stroomde tegen het middaguur
een groote menigte deftig in het zwart
uitgedoste heeren met hooge zwarte hoe
den en smaakvol en feestelijk gekleede
dames, allen met het oranje gesierd naar
het Burgerspark, om tegenwoordig te
zijn bij de plechtige opening van het
feestgebouw.
Toen dan ook de tijd daar was voor
deze plechtigheid en de zangafdeeling
dei* Muziekvereeniging te Pretoria op
stond om het ..Wilhelmus van Xassou-
we" aan te heffen, was de groote zaal
dicht bezet door een groot aantal leden
van den Eersten en Tweeden Raad,
hoofdambtenaren en Pretoria's officieele
en toonaangevende wereld.
Nadat het „Wilhelmus" staande was
aangehoord en met daverend applaus
was begroet, betrad de heer G. A. A.
Middel berg, voorzitter van het hoofdco
mité, het podium en hield de feestrede.
De welsprekende rede van den heer!
M iddelberg werd daverend toegejuicht.
De plechtigheid werd besloten met het
ringen van het „Gelukkig Vaderland",
dat even onberispelijk werd uitgevoerd
door de Muziekvereeniging als de beide
andere nommers.
De consul-generaal de heer Domela
Zijn gehechtheid maakte hem vinding
rijk.
Een oppasser van den general en sta.f
deed hem eenige vertrouwelijke mededee-
lingen, waaruit hij begreep, dat men rijn
weldoenster haar verzoek om de expedi
tie te volgen, weigerde
Zonder het voor eu tegen te overwe
gen, zonder zicli niet materieele moeie-
lijkheden bezig te houden, zonder zelfs
aan de gevaren van een dergelijke on
derneming te denken, zei de hij tot rich
zelf
„Tk ben mijn leven aan de Tebiha ver
schuldigd, mijn leven behoort haar.
Om haai* mijn dankbaarheid te toonen
moet ik haar de middelen verschaffen om
haar hartewensch te bevredigen.
Welnu' ik. Barca, oude Algerijnsche
cavalerist, slim en sterk als ijzer, zal
haar overai volgen... naar den duivel
zelfs... en als 't moet nog verder!
Daarom moet ik genezen en wel zoo
gauw mogelijk."
Op een morgen zeide hij zonder eenige
inleiding tot Friquette.
„Zeg mij eens Sida, als ik beter ben,
gij mij dan wilt nemen voor oppasser?"
..Maar-, beste jongen," antwoordde rij
verbaasd, „waar denkt gij aan
Tk zou eerder een kamenier noodig
hebben."
Nieuwenhuis en zijn familieleden hadden
een uiterst drukken dag.
In den ochtend woonde de consul-gene
raal met zijn vrouw de godsdienstoefe
ning in de Gereformeerde kerk bij. Bij
de deur dezer kerk werden rij ontvangen
door de commissieleden dr. Gunning en
dr. Breijer en naar hunne plaatsen naast
en achter den Staatspresident gebracht.
In deai namiddag trad „Hollands
Mannenkoor" uit den optocht en stelde
zich voor het consulaat-generaal der Ne
derlanden op. waar deze vereeniging op
werkelijk zeer verdienstelijke wijze het
„Wilhelmus" a cappella ten gehoore
bracht. Do consul-generaal dankte den
voorzitter en den directeur voor deze
ovatie, en prees de uitvoering van dit
lied ten zeerste.
Later in den namiddag werd de offi
cieele receptie gehouden. De eerste per
soon die verscheen, was de staatspresi
dent, die in liet gala-rijtuig, omringd j
door de wacht en vergezeld door den heer
Piet Grobler, onder-staatssecretaris voor
buitenlandsche zaken, kwam aanrijden.
Aan het hek werd de president ont
vangen dooi* den consul-generaal, in
ambtsgewaad en door dezen naar den sa
lon geleid waar president Kruger door
mevrouw Nieuwenhuis werd ontvangen
en ook mevrouw Middelberg aanwezig
was. Het dochtertje van den heer en me
vrouw Nieuwenhuis bood ZHEd. een
groote foto van Koningin Wilhelmina
aan, gezet in een witte vergulde lijst en
versierd met een kroon.
ZHEd. was zeer ingenomen met dit
geschenk.
De heer Piet Grobler nam het woord
en drukte den wensch uit dat Holland
onder de regeering van Koningin Wilhel
mina steeds in bloei en prestige in het
buitenland mocht toenemen, en dat onder
Haar bestuur de goede verhouding tus
schen Holland ear deze Republiek mocht
versterkt worden. Hij hoopte dat Hol
land onder Koningin Wilhelmina mocht
bloeien als onder het bestuur van Prins
Fredei-ik Hendrik.
De staatspresident onderhield zich op
zeer levendige wijze, met den heer en me
vrouw Nieuwenhuis en scheen zeer aan
genaam verrast door de attentie om het
zoontje van den consul-generaal te tooien
met een Transvaalsche sjerp.
Bij het opstaan voor het afscheid nam
ook de staatspresident het woord om zijn
gelukwenschen eenigszins utivoeriger te
herhalen en nogmaals te danken voor
liet geschenk. De president wees op do
banden des bloeds die Holland en de Z.-
Afr. R. te zaanen binden. Aan het slot
zijnea* toespraak verzocht president Kru
ger als zijn wensch aan H. M. te seinen
het zevende en achtste vers van hoofd
stuk vijf van het eerste epistel van Pe
trus: „Wc-rp al Uw bekommernissen op
Hem, want Hij waakt over U. Zij ma
tig, zij waakzaamwant uw vijand, de
duivel gaat rond als een briesende leeuw,
zoekende wien hij zal verslinden."
Consul Nieuwenhuis dankte voor dej
eer rijn huis aangedaan door het bezoek
van het hoofd van Staateen eer die
voorzeker door Koningin Wilhelmina
en door het geheele volk op prijs zou
worden gesteld.
Gedurende den geheel en namiddag
verdrong zich een stroom van bezoe
kers op deze receptie, die zich kenmerkte
door een recht feestelijke stemming.
Het volgende antwoord is van H. M.
ontvangen op het telegram door den
Staatspresident gezonden
„Ontvang mijn welgemeende» dank
voor uwe goede wensch en en zegenbeden.
Ik stel uwe gevoelens ©n die van den
Uitvoerenden Raad, Volksraden en het
volk der Zuid-Afrikaansche Republiek
op hoogen prijs."
Uit Bloemfontein
De Vrijstaatsche Oranjevlag wapper
de boven de gouvernementsgebouwen, ter
eero van Nederland s jonge Vorstin. Bo
ven. de woningen van ettelijke oud-Ne
derlanders stak ook de Hol land sche vlag
uit.
De consul Van der Post, die zich te
Bloemfontein bevindt, in verband met
spoorwegzaken, hield in den voormid
dag receptie in de club, waar hij de ge
lukwenschen ook van den staatspresident
ontving.
Op den inhuldigingsdag waren niet al
leen de gouvemementskantorenmaar
ook de winkels gesloten.
Te Kaapstad woonden niet alleen Ne
derlanders, maai- ook vele Afrikaners de
feestelijkheden bij. De dienst in de Groo
te Kerk werd bijgewoond door duizen
den, daar het groote gebouw bijna ge
vuld was. Toen de waam. consul-gene
raal, de heer Eerkes, vergezeld van zijn
dochter en den heer Loopuvt, de kerk
„Ik oppasser van den kolonel, altijd
goed opgepast... poetste schoenen, veeg
de kleeden, borstelde rokken en jassen
af, wandelde met kinderen, kookte als
de dienstmeid uit was..." zeide Barca
opgewonden.
Er lag zulk een smeekende uitdruk
king in zijn oogen, dat Friquette zijn
verzoek niet kon afslaan en dacht„En
waarom zou ik 't ook niet doen
En met die beslistheid, welke haar zoo
eigen was, zeide rij tot Barca.:
„Het is goed jij wordt mijn oppas
ser."
„Gij goed daaraan doet, Sida... gij
tevreden over mij zult rijn... dat zult
gij eens zien
Overgelukkig bij Friquette in dienst
te mogen treden, en geheel vervuld van
het idéé haar tot geleider, knecht en be
schermer te verstrekken wijdde hij al
zijn zorgen aan den zébu, den tweeden
manke, die na een ernstige verpleging
van groot nut zou kunnen zijn.
Zonder er iemand iets van te zeggen
voorzag hij rich zonder rijn beurs te
openen, van levensmiddelen.
Eiken nacht als hij den zébu naar het
strand geleidde, legde hij beslag op aller
lei eetwaren, stopte ze in een zak eal leg
de deze op den ma geren rug va n het
dier, dat hij weder c/nder de galerij
binnentrad, werd het Nederlandsche
Volkslied op heit orgel aangeheven.
De kansel was prachtig versierd met
Oranjekleuren en de Nederlandsche vlag.
Ds. Kotzé leidde den dienst in een
treffende historische rede gewaagde hij
van de roemrijke daden van het groote
Vorstenhuis van Oranje, wiens jongste
telg nog welig groeit.
Daarna kwam Dr. Steytlev aan het
woord, Hij begon met er aan te herinne
ren, dat de hoeksteen van het kerkge
bouw waarin men vergaderd was, gelegd
werd door gouverneur Simon van de
Steil, en dat de kerk en de taal van een
groot deel der bevolking van Z.-Afrika,
direct uit Nederland zijn overgeplant,
terwijl de Engelsche taal een vreemde is.
De receptie in de „Goede Hoop"-zaal
was ook een schitterend succes. De zaal
was prachtig versierd en tot de gasten
behoorden de vertegenwoordigers der
verschillende consulaten en de heer Hof-
nieyr. 's Avonds was er weer feest, beslo-
ten met vuurwerk in de tuinen.
Een groot staingevecht tusschen twee
kafferstammen in de Umvoti County
heeft tengevolge gehad dat 15 van do
strijdenden gedood werden. De kaffers
die daarin betrokken waren, zijn nu ver
strooid maar de plaatselijke politiemacht
wordt versterkt door eene sterke afdee-
ling van Pietermaritzburg.
Het doodvonnis uitgesproken over zes
kaffers in verband met het stamgevecht
te Illovo, eenige maanden geleden, is
veranderd in levenslange gevangenisstraf.
Dl-. Schlicliter, een voorname Duitsche
specialist in aardkunde en mineralen,
vertegenwoordigende een sterk syndi-
kaat, is begin September te Salisbury
teruggekeerd, na een uitgebreiden toer
in het Noord-oostelijke gedeelte van Rho
desia,. Hij rapporteert, na het land dege
lijk geïnspecteerd te hebben, dat het
land vol mineralen en zeer goudhoudend
is, en dat goud, zilver, koper en lood
overvloedig zijn. Dr. Schlichter heeft
zich van verscheidene eigendommen ver
zekerd, welke op het oogehblik op bedrij
vige wijze ontgonnen worden. Hij is na
onderzoek overtuigd dat Masjonaland het
oude land Ofir is, en hij heeft vele over
blijfselen ontdekt, dc oudheid van het
land. zijne kostbare bronnen en gouddra-
gen de hoedanigheden aanwijzende.
(Ons Land.)
De zaak Paiümier-Millerand.
De heer Paulmier heeft den heeren
Dc Dion en Jean Béraud opgedragen
namens hem voldoening te vragen aan
den heer Millerand voor de beleedi-
ging hem in de Lantcrne aangedaan.
Het is toen gebleken dat Let belee-
digend artikel geschreven werd door
den beer Henri Turot, die zyn getui
gen reeds heeft aangewezen.
In de Lanterne biedt echter Turot
tevens zyn verontschuldigingen aan
aan mevrouw Paulmier.
„Ik had niet de bedoeling een vrouw
te grieven of te beleedigen, en het is
voor de eerste maal dat ik mij in een
polemiek liet meesleepen, om eeu arti
kel te schryven dat op deze wyze
kon worden uitgelegd.
„Ik verklaar op myn eer, dat ik
meende alleen feiten die van algemeene
bekendheid waren iu herinnering te
brengen, en dat ik geloofde, en nog
geloof, dat reeds voor maanden brie
ven werden gepubliceerd, die minstens
even duidelijk waren als myn artikel.
„Ik richtte mij alleen tot Paulmier,
ik dacht daarbij niet dat mevrouw
Paulmier moest lijden onder een aan
val, dien ik alleen wreed voor haar
man wilde doen zyn."
De heer Ollivier, die van deze ge
beurtenis het slachtoffer werd, is 42
jaar oud, gehuwd en vader van twee
kinderen. Hy was een zachtaardig en
beminnelijk man, die door al zijn col
lega's geacht werd.
Zijn toestand is van dien aard, dat
de geneesheeren vreezen voor zyn
leven.
Mevrouw Paulmier is naar de ge
vangenis de Santé overgebracht.
"Verstrekkende gevolgen.
Sedert meer dan een jaar moet het
niet zeer gunstig gesteld zijn met den
handel van Parijs een gevolg van
de Dreyfus-zaak wordt er gezegd.
Daarom Vaan een aantal personen, bij
den handel betrokken, om met het
plan om een petitie te richten aau
den president dor Republiek, waarin
zy dezen op den stand van zaken
wijzen en hem verzoeken middelen
aan te wenden, waardoor een einde
aan de zoo schadelijke agitatie wordt
gemaakt.
bracht.
Zoo had hij weldra zooveel verza
meld, dat hij een kleine bazaar kon op
richten.
Friquette, die hem geld had gegeven
om het hoogst noodzakelijke te koopen
vroeg hem dikwijls:
„Wat hebt gij er voor betaald?"
„Niet veel."
„En voor dat
„O, ook niet veel."
Op dergelijke wijze kwam hij ook in
't bezit van een bijl, zeildoek, een. veld-
flesch, soepketel, diensbakker, en alles,
wat in een militaire keuken thuis hoort,
in begrepen, een koffiemolen, geëmail
leerde schalen en borden enz.
Toen kocht hij, maai* nu werkelijk een
tweeloops jachtgeweer, een sabel zooals:
de Mexicanen gebruiken en welke zoo
uitstekend dienst doen als men rich door
struikgewas een weg wil banen, een za
del voor deii zébu en twee likeurkel
dertjes.
Do levensmiddelen werden zóó inge
pakt. dat ze de- minste plaats innamen,
gelijkelijk verdeeld en tusschen d© moest
verschillende voorwerpen gestopt.
Maar een oud soldaat is gewoon aan
dergelijke pakkerijen en Barca wist een
ongeloof el ij ko groote hoeveelheid van de
ze dingen in een heele kleine ruimte te
Èen mijnongeluk.
Sy een myngasontploffing in de Um-
pinsteenkolenmyn te Brownville in
Pennsylvanië zyn 54 mijnwerkers on
der het neerstortende pnin bedolven.
Van dezen konden 27 licht gekwet
sten zich een uitweg banen, maar
voor het leven der overigen vreest
men ernstig.
By liet afzenden van dit beriebt
waren reeds 8 geheel onkenbare jyken
gevonden.
Orkaan in West-Indië.
De hevige orkaan, die de vorige
maand in een deel van den Westin-
dischen archipel zulke ontzettende
verwoestingen heeft aangericht, deod
zich ook in onze koloniën gevoelen,
zy het in miDdere mate. De „West-
Indiër" schryft:
Donderdatrnamiddag 25 Aug. be
leefde de stadsbevolking van Suriname
een angstig uurtje. De lucht was be
trokken, zooals in dezen tyd van het
jaar meer gebeurt. Men verwachtte
regen.
Omstreeks drie uur echter stak de
wiud op en nam in hevigheid toe.
Boomtakken werden afgebroken en
bet dekmaterieel van buizen, vooral
aan den waterkant, werd afgerukt en
op een afstand geslingerd.
Sommige daken werden geheel, ande
re minder beschadigd; o.a. werd de
bekappiog van den algemeenen stei
ger zoodanig gehavend, dat deze wel
geheel vernieuwd zal worden.
Gelukkig duurde de storm slechts
korten tyd en vond daarby geen onge
luk plaats.
De rivier was zeer onstuimig, doch
voor zoo verre wy .weten, is geen boot
verongelukt, alleen liep het stoombar-
kssje van „Domburg" bjj den over
steek van „Meerzorg" naar bier een
oogenblik gevaar eu zou misschien
zyn gezonken, was het niet door de
zware deining tegen den wal aange
worpen.
Omstreeks vier uur was de storm
over en kon men reeds spoedig daarna
op verschillende daken werklieden
aan den arbeid zien om de schade te
herstellen.
De zaak-Dreyfus.
Wat verwacht werd is geschied.
Ondaqks het resultaat van de stem
ming in de Commissie voor de revisie,
welke de revisie verwerpt heeft Maan
dag het fransche ministerie besloten
bij het Hof van Cassatie de revisie
aanhangig te maken.
De minister van justitie heeft tevens
medegedeeld, dat by instructies aan
de procureurs-generaal zal geven om
de aanvallen tegen het leger gerech
telijk te vervolgen. Allo ministers
sloten zich aan by het besluit om de
revisie-procedure te openen en het
dossier naar het Hof van Cassatie
over te brengen.
By het uitgaan van de ministers en
inzonderheid van den minister-presi
dent. had een groote manifestatie plaats.
Vijfhonderd personen riepen: leve
Picquart 1 leve de revisie! leve Bris-
sonOok cenig geroep van tegen-
overgestelden aard, waarop echter
met nieuwe betoogingen ton gunste
van Brisson geantwoord werd.
De Temps wenscht de regeering
geluk met haar besluit om de her
ziening aanhangig temaken. Het leger
zal die beslissing, die strookt met de
rechtvaardigheid en de groote belan
gen van het land, de republiek en de
vrijheid, toejuichen. De Temps hoopt
dat het_ hot* van cassatie spoedig de
eindbeslissing zal nemen eu spoort de
regeering aan, een eind to maken aan
de algemeene opgewondenheid.
De strafkamer van het hof van
cassatie bestaat uit den voorzitter
Loew en «yftien raadsheeren, waar
van twee, Puolch en Meicot, ad-, oeaat-
generaal zyn.
De Soir maakt een onderhoud met
Viger bekend, waaruit het volgende;
blijktIn den ministerraad verklaarde
BrissoD, dat hem de herziening te
weigeren gelijk zon staan met hem
te onteeren. De uitdrukkingen van
Brisson waren zoo buitengewoon, dat
Samen, Maruéjouls en Peytral aan
een soort van dwang gehoorzaamden.
De beraadslaging op het Elysée, die
nog niet was afgeloopen, is heden
hervat.
Dóroulède zeide in een interview,
dat generaal Zurlinden hem zou ver
klaard hebben als hoofd van het
departement van oorlog te zyn opge
treden zonder iets van de zaak Dreyfus
af le weten, maar heengegaan te zyn,
brtgeii, L'.nvijl Lij alles, cp .den. tast wist
terug te vinden.
Zijn reiszak zag er heel zonderling uit.
Verdei* had lnj op rijn rug een plank
in den vorm van een halve maan met een
riem vastgesnoerd.
Dan kwam het zeildoek, dat hij in het
midden heel netjes had opgerold en aan
beide zijden langs de plank; afhing. Hier
boven, zeer netjes opgevouwen .lagen reis
dekens, linnen ondergoed, welke bijeen
gehouden werden door twee latten, links
en rechts aangebracht. Daar nog weer
boven een volgepakte soepketel, een paar
pannen en daar altijd nog maar weer
bovenop andere artikelen van huishou-
delijken aard.
De geheel toren stak ongeveer een
meter boven het hoofd van den Kabyl
uit. Toch was het op zoon handige wijze
gepakt, dat er niet 't minste gevaar voor
uit elkaar vallen bestond.
Het spreekt van zelf, dat deze excen
trieke „pacotille" zeer zwaar woog.
Barca, die aan enorme voetreizen on
der zware vrachten gewoon was en goed
rekening met het evenwicht gehouden;
ltad, scheen den last niet te tellen en
liep met een geregelder! infanteristpas
flink door.
De zébu, met groote en-kleine pakken
beladen, leek wel een ezel van een rond-
overtuigd van de schuld van den
veroordeelde.
De Libre Parole bevat brieven,
door Esterhazy aan de Observer ge.
richt om het fantastische verhaal,
Zondag in bet blad opgenomen, tegen
te spreken en om zich te beklagen
over de handelwijze van het blad.
Esterhazy zou een protest aan gene
raal Chanoine geseind hebben.
Rochefort verhaalt nu, dat mr.
Tézeuas (Esterhazy's verdediger) hem
liet vragen Esterhazy met geld te hulp
te bomen, op bet oogenblik dat deze
voor den krijgsraad moet vcrschyneD.
Rochefort gaf duizend francs en later
bezorgden eenige vrienden den majoor
een maandelyksche toelage van *300
frs. om hem voor gebrek te behoeden.
Rochefort eindigt met te zeggen dat,
als Esterhazy deze toelage prijsgeeft,
hij bekent een schurk te zijn en dit
slechts kan wezen, omdat men hem
te Londen groote sommen aanbiedt.
De Parijsche riolen.
De administratie der publieke wer
ken van Parys, met recht trotsch op
haar voorbeeldig rioleustelsel, laat dit
gaarne zien. Bijna het gebeeie jaar
door, als het weer gunstig is, worden
twee malen in de maand zy, die daar
toe een aanvraag tot die administratie
richten, in de gelegenheid gesteld, een
tocht door den collecteur van den
rechter-Seineoever te maken.
Het was schrijft de Parysche
correspondent van 't „Nieuws"— eenige
dagen geleden, dat ik aan zulk eec
bezoek deelnam, ea toen ik des namid
dags 4 uur op den trottoir, ter zijde
van de Madeleinekerk aankwam, vond
ik daar, om een groot vierkant gat in
den grond, waarboven een eenvoudig
tentdakje gespannen was, een honderd
tal mensehen verzameld, allen nieuws
gierig om het werk te zien, dat door
Belgraud in 1812 was ontworpen en
nog steeds uitbreiding ondergaat.
Het vierkante gat vormde den toe
gang tot eeu steeoen wenteltrap, bjj
welker benedeneind men in een gang
kwam, zeer voldoende door electrische
gloeilampjes verlicht. Het was daar
overal zindelijk zelfs lag er een loo-
per op de treden en in de gang, en,
al waren wy aan den ingang van een
verzamelings-riool van een wereldstad,
zonder eenigen onaangenamen geur.
De gang kwam uit op een zeer ruim
gemetseld gewelf; daar waren wy in
den collecteur. Het boogvormig ge
welf vormde een rechte gang, die in
het midden een stroomond water had,
het rioolwater, besloten tusschen twee
smalle trottoirs. Op dit water lag eeu
reeks van zeventien platbodem-schui
ten, met aan beide langszjjden van
leereu kussens voorziene zitbanken.
Op iedere schuit was voor zeventien
personen plaats.
Het zag er daar waarljjk fantas
tisch uit, door de kleine gloeilampjes
tegen de donkere muren van het ge
welf, de witte en roodo ballons der
staande lampen, voor en achter een
op iedere schuit, het langzaam, voor
zichtig en dan weer gehaast ioopen
der menschen, die hunne plaatsen
zochten, hierin hulpvaardig terecht
gewezen door de beambteu, waarbij
het gegons der stemmen kwam, ge
mengd met uitroepingen van verras
sing en vroolyk gelach.
Rechtuit, zich verliezend in het
donker, lag de groote gang, waarin
hier en daar oen electriscb lampje als
een ster donkerde, terwijl naby de
ronde bollen der lampen een zacbt
licht op de omgeving uitstraalde, met
donkere schaduwen er achter. En
naast de schuiten stroomde het zwarte
water, vol onreinheden, zoo kalm als
een beek.
Toen allen gezeten waren er
kwam geen plaats te kort werd do
schuitenreoks langzaam in beweging
gebracht door een electrischen motor
op een bootje, dat vóór de anderen
gespannen was, en nam de tocht een
aanvang. Rechts en links, aan voor-
en achtereind van iedere schuit ging
een beambte, die bet vaartuig voor
stooten tegen de rioolkauteu behoedde.
Men vorderde langzaam en regelmatig
tegen den stroom op, in den grooten,
donkeren, steenen koker, nu en dan
voorby de uitmonding vau een zy-
riool, welks stroom, onder den trottoir
door, zich in de hoofdgang ontlastte.
Daar en in het tweede gedeelte, waar
door wy met een ander vervoermiddel
werden vervoerd, waardoor wy met
een ander vervoermiddel werden ver
voerd, zag men nu en dan in zulk
een zykanaal het schijnsel van het
daglicht van hoog invallen, wanneer
reizend mandenmaker. Alleen zijn staart
en kop waren nog te zien.
Het verdere gedeelte van zijn lichaam
was verborgen onder de duizend en een
pakjes, die Friquette toebehoorden tul
dóór wie zij handig op het zadel beves
tigd waren.
Friquette was eerst bang, dat Barca
onder het gewicht van den zak. die een
gewoon men sch niet in staat zou rijn te
torschen, zou bezwijken.
Hij lachte hartelijk om haar angst en
deed haar voor, hoe snel hij met de
vracht op zijn rug wel kon loopen.
„Eu als gij ziele wordt, kan ik u er
nog wel bijdragenvoegde hij er bij.
Nu gerust gesteld gaf Friquette een
rukje aan de riemen, die aan het gebit
van den zébu bevestigd waren eu als
leidsels dienst deden.
Overgelukkig zoo met haai' eigen mid
delen te kunnen vertrekken zeide rij ter
wijl ze even met de tong klapte
„Vóóruit, Mayeuse... vooruit!"
De zébu schudde met rijn kop en zet
te rich langzaam in beweging.
Zeer zeker had Friquette ook over het
water naar Marovoay kunnen komen,
waardoor de reis bekort eu minder ver
moeiend wend.
(Wordt vervolgd),