J. D. NIEMANN, Ged. Oude Gracht 85. Spiegel- en Lijstenmaker. Plaathandelaar 'hoofd van het onderwas aan de Milt- taire Academie en jaist van een lange reis uit Duitschland terugkeerde slapte jl. Woensdagavond af in 't hotel Vrjjheid te Winschoten. Kij be stelde logies en een souper met een halve üescti wijn liet hy zich goed smakenden volgenden morgen echter vertrok hy zonder zyn vertering te betalen. Men vond in zyn slaapkamer een Duitsch ambtelijk schrijven dat Therioin, misschien heet hy zoo, bin nen 24 uur over de grenzen moest zyn, wilde hy niet met de politie in aanraking komen. Koloniën. Atjeh. Blijkens een telegram in de „Java is op bet bericht, dat een bende Pedireezen naar Lampanas lengah doorgedrongen zou zyn, op den 21sten het halve zesde en een peloton cava lerie onder majoor De Jongh met den stafchef uit Lamtobah opgerukt. By verkenning van Laigah werd de spits aangevallen door Toekoe Tawe van Anakgaloeng en volgelingen, die allen zyn afgemaakt. Gewond werden luitenant Schadee en twee cavaleristen. Op den volgen den dag werd gepatrouilleerd doch geen bende meer aangetroffen, de colonne retourneerde naar Lamtobah. Aan het „Bat. Nbld." isgetelegra- pheerd, dat op 24 Augustus van uit Ló Igeueh met het lichtseintoestel bericht was verkregen, dat Toekoe Oemar Tangseh reeds verlaten had en zich toen tusschen deze plaats en Kenmala bevond. Het doel was zich naar de vis kte van Pedir te begeven. De Battakscbe priestervorst Singa- mangaradja, vroeger door ons verdre ven uit kampong Bakara, aan het Tobameer, en sedert dien tijd steeds voor onze opsporingen vluchtende, heeft, naar de „Deli Ct." meldt, thans drie afgezanten naar den sultan van Assahan gezonden om diens tusschen- komst in tc roepen, ter verkrijging van vergiffenis van ons gouvernement. Aan de afgezanten is medegedeeld; dat zij zich tot het bestuur van Su matra's Westkust hebben te wenden, waaronder Silindoeng en de Toba- vlakte ressorteeren. De „Deli Ct." meldt, dat het den controleur voor de Battakscbe Zaken Westenberg is gelukt den onruststo ker Pa Melgah uit het Teloekoeroe Battakgebied te doen verdwijnen. Hy houdt zich nu op in Batoekarang, in het noordwestelijk gedeelte van het Karobattakgebied, aan den voet van den Sinaboeng gelegen en is dus ie ver verwijderd om voortaan veel kwaad te kunnen stichten. De ..Straits-times" vac 27 Augus tus deélt mode dat, in de Govern ment Gazette van den 25en officieel was bevolen den 31sten Augustus in de Straits Settlements te vieren als een public holiday „in honour of the Queen Wilhelmina to the Throne of the Netherlands." Het blad voegt er by dat vele be vriende natiën dit feest medevieren, waaronder Brittaöje eene eerste plaats bekleedt, terwijl de Britscbe onder danen van Singapore, PinaDg en Ma- lakka in het bijzonder voor dit feest veel enthousiasme aan den dag leg gen. „Opnieuw zien we dus schryfc de „Deli Ct." dat wy aan de bewoners van de Straits goede baren hebben. Niet alleen echter wat de officieele aanrakingen betreft, cok particulier verkeeren wy steeds in de beste ver standhouding. Wederzydsche appre ciatie vanjhet goede wat in beider kolo niën voorkomt, heeft dien gunstigen toestand in het leven geroepen, welken we hopen nog lange jaren te mogen zien bestendigd." Het blad meldt nog: De Nederlandsche oorlogsschepen „Nias" en „Bali" worden te Pinang verwacht om de Nederlandsche marine te vertegenwoordigen op 31 Aug. Het „Soer. Hbld." ontving bericht uit Makassar, dat de gouvernenr van HOOFDSTUK UT. Barca voorziet zich op goedkoope wijze van levensmiddelen. Oppasser. De bagage. De zak van Barca. Zandweg. Eerste halt. In 't kamp van Ambohikromby. - Wanne ontvangst. Ca deautjes voor de herstel lenden. Een bouquet- Op reis! Gewoonlijk hecht men zich aan men- schen om de diensten, die men hun be wijst en niet om die, welke men van hen ontvangt. Ofschoon Friquette het eerste gedeelte van dezen regel bevestigde, maakte Bar ca het tweede tot een onwaarheid. V an den eersten dag af betoonde hij Friquette een innige dankbaarheid en werd hij als 't ware haar slaaf. En die dankbaarheid, in plaats van te verminderen al naarmate hij genas.groei- do steeds aan. De Arabier was er altijd op uit iets te bedenken, wat Friquette aangenaam kou zijn. bezon honderde dingen om haai* afleiding te bezorgen, en slaagde er dikwijls in door zijn vroolijk gezicht de rimpels, die zich. nu en dan op het voor hoofd van het jonge meisje vertoonden te verjagen. Celebes, de heer van Braam Morris, telegrafisch zyn pensioen heeft aan gevraagd. Meer dan waarschynlyk staat, meent het blad, deze aanvrage in verband met de benoeming van den heer Michielse tot lid van den Raad van Indië, waardoor de heer Van Braam Morris vermoedelijk aan leiding vindt zich gepasseerd te ach ten. De „Deli Ct." vernam ook, dat de heer v. B. M. zich gepasseerd acht door de benoeming van gouverneur Michielse tot lid in den Raad van Indië. SpoH en Wedstrijden. In een wedstrijd over 1.333.33 M., Zondag gehouden in het Pare des Princes te Parys, werden de series aldus gewonnen: le serie1 Protin, (1.512/s)> 2 Lou- vet, niet geplaatst Piette, Rouquette. 2e serie: 1 Boulay (l.SO'/s), 2 Mathieu, niet geplaatst Jaap Eden, Neuport, Colomb. 3e serie*. 1 Domain (2.14/s), 2 Car- mant,niet geplaatst Mercier, Gougoltz, Prévot. Finale: I Protin (1.58a/'s), 2 Do main, 3 Boulay. Leger en tiloof. Tevredenheidsbetuiging. De Minister van Oorlog heeft het navolgend schrijven toegezonden aan de autoriteiten der landmacht. Het is my zeer aangenaam U by deze mede te deelen, dat het Harer Majesteit de Koningin heeft behaagd, bij schrijven van den Directeur van het Kabinet der Koningin, dd. 23 Sept. 1898, Hoogstderzelver dank en tevre denheid te doen betuigen aan het Leger, voor de diensteü, die het in de laatste weken bewezen heeft. Ik heb de eer U te verzoeken, die tevredenheids- en dankbetuiging van Hare Majesteit, ter kennis te bren gen van liet personeel onder Uwe bevelen. INGEZONDEN MEDEDEE- L1NGEN. 30 cents per regel. en Eis caclr eu i*. GEiaEMGD NIEUWS. De inhuldigingsfeesten in Transvaal. De bladen uit de Z.-Afr. Republiek, Zaterdag hier ontvangen, geven uitvoerig: verslag van de feestelijke viering van ko ningin Wilhelmina's troonsjjestijging in do Zuidafrikaansche Republiek, den Oranje-Vrijstaat, de Kaapkolonie en Na tal. Te Pretoria lezen we in de Volks stem stroomde tegen het middaguur een groote menigte deftig in het zwart uitgedoste heeren met hooge zwarte hoe den en smaakvol en feestelijk gekleede dames, allen met het oranje gesierd naar het Burgerspark, om tegenwoordig te zijn bij de plechtige opening van het feestgebouw. Toen dan ook de tijd daar was voor deze plechtigheid en de zangafdeeling dei* Muziekvereeniging te Pretoria op stond om het ..Wilhelmus van Xassou- we" aan te heffen, was de groote zaal dicht bezet door een groot aantal leden van den Eersten en Tweeden Raad, hoofdambtenaren en Pretoria's officieele en toonaangevende wereld. Nadat het „Wilhelmus" staande was aangehoord en met daverend applaus was begroet, betrad de heer G. A. A. Middel berg, voorzitter van het hoofdco mité, het podium en hield de feestrede. De welsprekende rede van den heer! M iddelberg werd daverend toegejuicht. De plechtigheid werd besloten met het ringen van het „Gelukkig Vaderland", dat even onberispelijk werd uitgevoerd door de Muziekvereeniging als de beide andere nommers. De consul-generaal de heer Domela Zijn gehechtheid maakte hem vinding rijk. Een oppasser van den general en sta.f deed hem eenige vertrouwelijke mededee- lingen, waaruit hij begreep, dat men rijn weldoenster haar verzoek om de expedi tie te volgen, weigerde Zonder het voor eu tegen te overwe gen, zonder zicli niet materieele moeie- lijkheden bezig te houden, zonder zelfs aan de gevaren van een dergelijke on derneming te denken, zei de hij tot rich zelf „Tk ben mijn leven aan de Tebiha ver schuldigd, mijn leven behoort haar. Om haai* mijn dankbaarheid te toonen moet ik haar de middelen verschaffen om haar hartewensch te bevredigen. Welnu' ik. Barca, oude Algerijnsche cavalerist, slim en sterk als ijzer, zal haar overai volgen... naar den duivel zelfs... en als 't moet nog verder! Daarom moet ik genezen en wel zoo gauw mogelijk." Op een morgen zeide hij zonder eenige inleiding tot Friquette. „Zeg mij eens Sida, als ik beter ben, gij mij dan wilt nemen voor oppasser?" ..Maar-, beste jongen," antwoordde rij verbaasd, „waar denkt gij aan Tk zou eerder een kamenier noodig hebben." Nieuwenhuis en zijn familieleden hadden een uiterst drukken dag. In den ochtend woonde de consul-gene raal met zijn vrouw de godsdienstoefe ning in de Gereformeerde kerk bij. Bij de deur dezer kerk werden rij ontvangen door de commissieleden dr. Gunning en dr. Breijer en naar hunne plaatsen naast en achter den Staatspresident gebracht. In deai namiddag trad „Hollands Mannenkoor" uit den optocht en stelde zich voor het consulaat-generaal der Ne derlanden op. waar deze vereeniging op werkelijk zeer verdienstelijke wijze het „Wilhelmus" a cappella ten gehoore bracht. Do consul-generaal dankte den voorzitter en den directeur voor deze ovatie, en prees de uitvoering van dit lied ten zeerste. Later in den namiddag werd de offi cieele receptie gehouden. De eerste per soon die verscheen, was de staatspresi dent, die in liet gala-rijtuig, omringd j door de wacht en vergezeld door den heer Piet Grobler, onder-staatssecretaris voor buitenlandsche zaken, kwam aanrijden. Aan het hek werd de president ont vangen dooi* den consul-generaal, in ambtsgewaad en door dezen naar den sa lon geleid waar president Kruger door mevrouw Nieuwenhuis werd ontvangen en ook mevrouw Middelberg aanwezig was. Het dochtertje van den heer en me vrouw Nieuwenhuis bood ZHEd. een groote foto van Koningin Wilhelmina aan, gezet in een witte vergulde lijst en versierd met een kroon. ZHEd. was zeer ingenomen met dit geschenk. De heer Piet Grobler nam het woord en drukte den wensch uit dat Holland onder de regeering van Koningin Wilhel mina steeds in bloei en prestige in het buitenland mocht toenemen, en dat onder Haar bestuur de goede verhouding tus schen Holland ear deze Republiek mocht versterkt worden. Hij hoopte dat Hol land onder Koningin Wilhelmina mocht bloeien als onder het bestuur van Prins Fredei-ik Hendrik. De staatspresident onderhield zich op zeer levendige wijze, met den heer en me vrouw Nieuwenhuis en scheen zeer aan genaam verrast door de attentie om het zoontje van den consul-generaal te tooien met een Transvaalsche sjerp. Bij het opstaan voor het afscheid nam ook de staatspresident het woord om zijn gelukwenschen eenigszins utivoeriger te herhalen en nogmaals te danken voor liet geschenk. De president wees op do banden des bloeds die Holland en de Z.- Afr. R. te zaanen binden. Aan het slot zijnea* toespraak verzocht president Kru ger als zijn wensch aan H. M. te seinen het zevende en achtste vers van hoofd stuk vijf van het eerste epistel van Pe trus: „Wc-rp al Uw bekommernissen op Hem, want Hij waakt over U. Zij ma tig, zij waakzaamwant uw vijand, de duivel gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wien hij zal verslinden." Consul Nieuwenhuis dankte voor dej eer rijn huis aangedaan door het bezoek van het hoofd van Staateen eer die voorzeker door Koningin Wilhelmina en door het geheele volk op prijs zou worden gesteld. Gedurende den geheel en namiddag verdrong zich een stroom van bezoe kers op deze receptie, die zich kenmerkte door een recht feestelijke stemming. Het volgende antwoord is van H. M. ontvangen op het telegram door den Staatspresident gezonden „Ontvang mijn welgemeende» dank voor uwe goede wensch en en zegenbeden. Ik stel uwe gevoelens ©n die van den Uitvoerenden Raad, Volksraden en het volk der Zuid-Afrikaansche Republiek op hoogen prijs." Uit Bloemfontein De Vrijstaatsche Oranjevlag wapper de boven de gouvernementsgebouwen, ter eero van Nederland s jonge Vorstin. Bo ven. de woningen van ettelijke oud-Ne derlanders stak ook de Hol land sche vlag uit. De consul Van der Post, die zich te Bloemfontein bevindt, in verband met spoorwegzaken, hield in den voormid dag receptie in de club, waar hij de ge lukwenschen ook van den staatspresident ontving. Op den inhuldigingsdag waren niet al leen de gouvemementskantorenmaar ook de winkels gesloten. Te Kaapstad woonden niet alleen Ne derlanders, maai- ook vele Afrikaners de feestelijkheden bij. De dienst in de Groo te Kerk werd bijgewoond door duizen den, daar het groote gebouw bijna ge vuld was. Toen de waam. consul-gene raal, de heer Eerkes, vergezeld van zijn dochter en den heer Loopuvt, de kerk „Ik oppasser van den kolonel, altijd goed opgepast... poetste schoenen, veeg de kleeden, borstelde rokken en jassen af, wandelde met kinderen, kookte als de dienstmeid uit was..." zeide Barca opgewonden. Er lag zulk een smeekende uitdruk king in zijn oogen, dat Friquette zijn verzoek niet kon afslaan en dacht„En waarom zou ik 't ook niet doen En met die beslistheid, welke haar zoo eigen was, zeide rij tot Barca.: „Het is goed jij wordt mijn oppas ser." „Gij goed daaraan doet, Sida... gij tevreden over mij zult rijn... dat zult gij eens zien Overgelukkig bij Friquette in dienst te mogen treden, en geheel vervuld van het idéé haar tot geleider, knecht en be schermer te verstrekken wijdde hij al zijn zorgen aan den zébu, den tweeden manke, die na een ernstige verpleging van groot nut zou kunnen zijn. Zonder er iemand iets van te zeggen voorzag hij rich zonder rijn beurs te openen, van levensmiddelen. Eiken nacht als hij den zébu naar het strand geleidde, legde hij beslag op aller lei eetwaren, stopte ze in een zak eal leg de deze op den ma geren rug va n het dier, dat hij weder c/nder de galerij binnentrad, werd het Nederlandsche Volkslied op heit orgel aangeheven. De kansel was prachtig versierd met Oranjekleuren en de Nederlandsche vlag. Ds. Kotzé leidde den dienst in een treffende historische rede gewaagde hij van de roemrijke daden van het groote Vorstenhuis van Oranje, wiens jongste telg nog welig groeit. Daarna kwam Dr. Steytlev aan het woord, Hij begon met er aan te herinne ren, dat de hoeksteen van het kerkge bouw waarin men vergaderd was, gelegd werd door gouverneur Simon van de Steil, en dat de kerk en de taal van een groot deel der bevolking van Z.-Afrika, direct uit Nederland zijn overgeplant, terwijl de Engelsche taal een vreemde is. De receptie in de „Goede Hoop"-zaal was ook een schitterend succes. De zaal was prachtig versierd en tot de gasten behoorden de vertegenwoordigers der verschillende consulaten en de heer Hof- nieyr. 's Avonds was er weer feest, beslo- ten met vuurwerk in de tuinen. Een groot staingevecht tusschen twee kafferstammen in de Umvoti County heeft tengevolge gehad dat 15 van do strijdenden gedood werden. De kaffers die daarin betrokken waren, zijn nu ver strooid maar de plaatselijke politiemacht wordt versterkt door eene sterke afdee- ling van Pietermaritzburg. Het doodvonnis uitgesproken over zes kaffers in verband met het stamgevecht te Illovo, eenige maanden geleden, is veranderd in levenslange gevangenisstraf. Dl-. Schlicliter, een voorname Duitsche specialist in aardkunde en mineralen, vertegenwoordigende een sterk syndi- kaat, is begin September te Salisbury teruggekeerd, na een uitgebreiden toer in het Noord-oostelijke gedeelte van Rho desia,. Hij rapporteert, na het land dege lijk geïnspecteerd te hebben, dat het land vol mineralen en zeer goudhoudend is, en dat goud, zilver, koper en lood overvloedig zijn. Dr. Schlichter heeft zich van verscheidene eigendommen ver zekerd, welke op het oogehblik op bedrij vige wijze ontgonnen worden. Hij is na onderzoek overtuigd dat Masjonaland het oude land Ofir is, en hij heeft vele over blijfselen ontdekt, dc oudheid van het land. zijne kostbare bronnen en gouddra- gen de hoedanigheden aanwijzende. (Ons Land.) De zaak Paiümier-Millerand. De heer Paulmier heeft den heeren Dc Dion en Jean Béraud opgedragen namens hem voldoening te vragen aan den heer Millerand voor de beleedi- ging hem in de Lantcrne aangedaan. Het is toen gebleken dat Let belee- digend artikel geschreven werd door den beer Henri Turot, die zyn getui gen reeds heeft aangewezen. In de Lanterne biedt echter Turot tevens zyn verontschuldigingen aan aan mevrouw Paulmier. „Ik had niet de bedoeling een vrouw te grieven of te beleedigen, en het is voor de eerste maal dat ik mij in een polemiek liet meesleepen, om eeu arti kel te schryven dat op deze wyze kon worden uitgelegd. „Ik verklaar op myn eer, dat ik meende alleen feiten die van algemeene bekendheid waren iu herinnering te brengen, en dat ik geloofde, en nog geloof, dat reeds voor maanden brie ven werden gepubliceerd, die minstens even duidelijk waren als myn artikel. „Ik richtte mij alleen tot Paulmier, ik dacht daarbij niet dat mevrouw Paulmier moest lijden onder een aan val, dien ik alleen wreed voor haar man wilde doen zyn." De heer Ollivier, die van deze ge beurtenis het slachtoffer werd, is 42 jaar oud, gehuwd en vader van twee kinderen. Hy was een zachtaardig en beminnelijk man, die door al zijn col lega's geacht werd. Zijn toestand is van dien aard, dat de geneesheeren vreezen voor zyn leven. Mevrouw Paulmier is naar de ge vangenis de Santé overgebracht. "Verstrekkende gevolgen. Sedert meer dan een jaar moet het niet zeer gunstig gesteld zijn met den handel van Parijs een gevolg van de Dreyfus-zaak wordt er gezegd. Daarom Vaan een aantal personen, bij den handel betrokken, om met het plan om een petitie te richten aau den president dor Republiek, waarin zy dezen op den stand van zaken wijzen en hem verzoeken middelen aan te wenden, waardoor een einde aan de zoo schadelijke agitatie wordt gemaakt. bracht. Zoo had hij weldra zooveel verza meld, dat hij een kleine bazaar kon op richten. Friquette, die hem geld had gegeven om het hoogst noodzakelijke te koopen vroeg hem dikwijls: „Wat hebt gij er voor betaald?" „Niet veel." „En voor dat „O, ook niet veel." Op dergelijke wijze kwam hij ook in 't bezit van een bijl, zeildoek, een. veld- flesch, soepketel, diensbakker, en alles, wat in een militaire keuken thuis hoort, in begrepen, een koffiemolen, geëmail leerde schalen en borden enz. Toen kocht hij, maai* nu werkelijk een tweeloops jachtgeweer, een sabel zooals: de Mexicanen gebruiken en welke zoo uitstekend dienst doen als men rich door struikgewas een weg wil banen, een za del voor deii zébu en twee likeurkel dertjes. Do levensmiddelen werden zóó inge pakt. dat ze de- minste plaats innamen, gelijkelijk verdeeld en tusschen d© moest verschillende voorwerpen gestopt. Maar een oud soldaat is gewoon aan dergelijke pakkerijen en Barca wist een ongeloof el ij ko groote hoeveelheid van de ze dingen in een heele kleine ruimte te Èen mijnongeluk. Sy een myngasontploffing in de Um- pinsteenkolenmyn te Brownville in Pennsylvanië zyn 54 mijnwerkers on der het neerstortende pnin bedolven. Van dezen konden 27 licht gekwet sten zich een uitweg banen, maar voor het leven der overigen vreest men ernstig. By liet afzenden van dit beriebt waren reeds 8 geheel onkenbare jyken gevonden. Orkaan in West-Indië. De hevige orkaan, die de vorige maand in een deel van den Westin- dischen archipel zulke ontzettende verwoestingen heeft aangericht, deod zich ook in onze koloniën gevoelen, zy het in miDdere mate. De „West- Indiër" schryft: Donderdatrnamiddag 25 Aug. be leefde de stadsbevolking van Suriname een angstig uurtje. De lucht was be trokken, zooals in dezen tyd van het jaar meer gebeurt. Men verwachtte regen. Omstreeks drie uur echter stak de wiud op en nam in hevigheid toe. Boomtakken werden afgebroken en bet dekmaterieel van buizen, vooral aan den waterkant, werd afgerukt en op een afstand geslingerd. Sommige daken werden geheel, ande re minder beschadigd; o.a. werd de bekappiog van den algemeenen stei ger zoodanig gehavend, dat deze wel geheel vernieuwd zal worden. Gelukkig duurde de storm slechts korten tyd en vond daarby geen onge luk plaats. De rivier was zeer onstuimig, doch voor zoo verre wy .weten, is geen boot verongelukt, alleen liep het stoombar- kssje van „Domburg" bjj den over steek van „Meerzorg" naar bier een oogenblik gevaar eu zou misschien zyn gezonken, was het niet door de zware deining tegen den wal aange worpen. Omstreeks vier uur was de storm over en kon men reeds spoedig daarna op verschillende daken werklieden aan den arbeid zien om de schade te herstellen. De zaak-Dreyfus. Wat verwacht werd is geschied. Ondaqks het resultaat van de stem ming in de Commissie voor de revisie, welke de revisie verwerpt heeft Maan dag het fransche ministerie besloten bij het Hof van Cassatie de revisie aanhangig te maken. De minister van justitie heeft tevens medegedeeld, dat by instructies aan de procureurs-generaal zal geven om de aanvallen tegen het leger gerech telijk te vervolgen. Allo ministers sloten zich aan by het besluit om de revisie-procedure te openen en het dossier naar het Hof van Cassatie over te brengen. By het uitgaan van de ministers en inzonderheid van den minister-presi dent. had een groote manifestatie plaats. Vijfhonderd personen riepen: leve Picquart 1 leve de revisie! leve Bris- sonOok cenig geroep van tegen- overgestelden aard, waarop echter met nieuwe betoogingen ton gunste van Brisson geantwoord werd. De Temps wenscht de regeering geluk met haar besluit om de her ziening aanhangig temaken. Het leger zal die beslissing, die strookt met de rechtvaardigheid en de groote belan gen van het land, de republiek en de vrijheid, toejuichen. De Temps hoopt dat het_ hot* van cassatie spoedig de eindbeslissing zal nemen eu spoort de regeering aan, een eind to maken aan de algemeene opgewondenheid. De strafkamer van het hof van cassatie bestaat uit den voorzitter Loew en «yftien raadsheeren, waar van twee, Puolch en Meicot, ad-, oeaat- generaal zyn. De Soir maakt een onderhoud met Viger bekend, waaruit het volgende; blijktIn den ministerraad verklaarde BrissoD, dat hem de herziening te weigeren gelijk zon staan met hem te onteeren. De uitdrukkingen van Brisson waren zoo buitengewoon, dat Samen, Maruéjouls en Peytral aan een soort van dwang gehoorzaamden. De beraadslaging op het Elysée, die nog niet was afgeloopen, is heden hervat. Dóroulède zeide in een interview, dat generaal Zurlinden hem zou ver klaard hebben als hoofd van het departement van oorlog te zyn opge treden zonder iets van de zaak Dreyfus af le weten, maar heengegaan te zyn, brtgeii, L'.nvijl Lij alles, cp .den. tast wist terug te vinden. Zijn reiszak zag er heel zonderling uit. Verdei* had lnj op rijn rug een plank in den vorm van een halve maan met een riem vastgesnoerd. Dan kwam het zeildoek, dat hij in het midden heel netjes had opgerold en aan beide zijden langs de plank; afhing. Hier boven, zeer netjes opgevouwen .lagen reis dekens, linnen ondergoed, welke bijeen gehouden werden door twee latten, links en rechts aangebracht. Daar nog weer boven een volgepakte soepketel, een paar pannen en daar altijd nog maar weer bovenop andere artikelen van huishou- delijken aard. De geheel toren stak ongeveer een meter boven het hoofd van den Kabyl uit. Toch was het op zoon handige wijze gepakt, dat er niet 't minste gevaar voor uit elkaar vallen bestond. Het spreekt van zelf, dat deze excen trieke „pacotille" zeer zwaar woog. Barca, die aan enorme voetreizen on der zware vrachten gewoon was en goed rekening met het evenwicht gehouden; ltad, scheen den last niet te tellen en liep met een geregelder! infanteristpas flink door. De zébu, met groote en-kleine pakken beladen, leek wel een ezel van een rond- overtuigd van de schuld van den veroordeelde. De Libre Parole bevat brieven, door Esterhazy aan de Observer ge. richt om het fantastische verhaal, Zondag in bet blad opgenomen, tegen te spreken en om zich te beklagen over de handelwijze van het blad. Esterhazy zou een protest aan gene raal Chanoine geseind hebben. Rochefort verhaalt nu, dat mr. Tézeuas (Esterhazy's verdediger) hem liet vragen Esterhazy met geld te hulp te bomen, op bet oogenblik dat deze voor den krijgsraad moet vcrschyneD. Rochefort gaf duizend francs en later bezorgden eenige vrienden den majoor een maandelyksche toelage van *300 frs. om hem voor gebrek te behoeden. Rochefort eindigt met te zeggen dat, als Esterhazy deze toelage prijsgeeft, hij bekent een schurk te zijn en dit slechts kan wezen, omdat men hem te Londen groote sommen aanbiedt. De Parijsche riolen. De administratie der publieke wer ken van Parys, met recht trotsch op haar voorbeeldig rioleustelsel, laat dit gaarne zien. Bijna het gebeeie jaar door, als het weer gunstig is, worden twee malen in de maand zy, die daar toe een aanvraag tot die administratie richten, in de gelegenheid gesteld, een tocht door den collecteur van den rechter-Seineoever te maken. Het was schrijft de Parysche correspondent van 't „Nieuws"— eenige dagen geleden, dat ik aan zulk eec bezoek deelnam, ea toen ik des namid dags 4 uur op den trottoir, ter zijde van de Madeleinekerk aankwam, vond ik daar, om een groot vierkant gat in den grond, waarboven een eenvoudig tentdakje gespannen was, een honderd tal mensehen verzameld, allen nieuws gierig om het werk te zien, dat door Belgraud in 1812 was ontworpen en nog steeds uitbreiding ondergaat. Het vierkante gat vormde den toe gang tot eeu steeoen wenteltrap, bjj welker benedeneind men in een gang kwam, zeer voldoende door electrische gloeilampjes verlicht. Het was daar overal zindelijk zelfs lag er een loo- per op de treden en in de gang, en, al waren wy aan den ingang van een verzamelings-riool van een wereldstad, zonder eenigen onaangenamen geur. De gang kwam uit op een zeer ruim gemetseld gewelf; daar waren wy in den collecteur. Het boogvormig ge welf vormde een rechte gang, die in het midden een stroomond water had, het rioolwater, besloten tusschen twee smalle trottoirs. Op dit water lag eeu reeks van zeventien platbodem-schui ten, met aan beide langszjjden van leereu kussens voorziene zitbanken. Op iedere schuit was voor zeventien personen plaats. Het zag er daar waarljjk fantas tisch uit, door de kleine gloeilampjes tegen de donkere muren van het ge welf, de witte en roodo ballons der staande lampen, voor en achter een op iedere schuit, het langzaam, voor zichtig en dan weer gehaast ioopen der menschen, die hunne plaatsen zochten, hierin hulpvaardig terecht gewezen door de beambteu, waarbij het gegons der stemmen kwam, ge mengd met uitroepingen van verras sing en vroolyk gelach. Rechtuit, zich verliezend in het donker, lag de groote gang, waarin hier en daar oen electriscb lampje als een ster donkerde, terwijl naby de ronde bollen der lampen een zacbt licht op de omgeving uitstraalde, met donkere schaduwen er achter. En naast de schuiten stroomde het zwarte water, vol onreinheden, zoo kalm als een beek. Toen allen gezeten waren er kwam geen plaats te kort werd do schuitenreoks langzaam in beweging gebracht door een electrischen motor op een bootje, dat vóór de anderen gespannen was, en nam de tocht een aanvang. Rechts en links, aan voor- en achtereind van iedere schuit ging een beambte, die bet vaartuig voor stooten tegen de rioolkauteu behoedde. Men vorderde langzaam en regelmatig tegen den stroom op, in den grooten, donkeren, steenen koker, nu en dan voorby de uitmonding vau een zy- riool, welks stroom, onder den trottoir door, zich in de hoofdgang ontlastte. Daar en in het tweede gedeelte, waar door wy met een ander vervoermiddel werden vervoerd, waardoor wy met een ander vervoermiddel werden ver voerd, zag men nu en dan in zulk een zykanaal het schijnsel van het daglicht van hoog invallen, wanneer reizend mandenmaker. Alleen zijn staart en kop waren nog te zien. Het verdere gedeelte van zijn lichaam was verborgen onder de duizend en een pakjes, die Friquette toebehoorden tul dóór wie zij handig op het zadel beves tigd waren. Friquette was eerst bang, dat Barca onder het gewicht van den zak. die een gewoon men sch niet in staat zou rijn te torschen, zou bezwijken. Hij lachte hartelijk om haar angst en deed haar voor, hoe snel hij met de vracht op zijn rug wel kon loopen. „Eu als gij ziele wordt, kan ik u er nog wel bijdragenvoegde hij er bij. Nu gerust gesteld gaf Friquette een rukje aan de riemen, die aan het gebit van den zébu bevestigd waren eu als leidsels dienst deden. Overgelukkig zoo met haai' eigen mid delen te kunnen vertrekken zeide rij ter wijl ze even met de tong klapte „Vóóruit, Mayeuse... vooruit!" De zébu schudde met rijn kop en zet te rich langzaam in beweging. Zeer zeker had Friquette ook over het water naar Marovoay kunnen komen, waardoor de reis bekort eu minder ver moeiend wend. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2