NIEUWS™ EN ADVERTENTIEBLAD.
9(T|
De avonturen van
Fripelte.
ISe Jaargang.
Woensdag 12 October (898.
4689
^^02ïT3SnET&^nE33SrTSÏ3K.XCrS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
r de omstreken en franco per post0.87bo
.AID VAEVAEXTTTIEItT
i 1—5 rogels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bi,j Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad vertent iön worden aangenomen door onzs Agenten
en door alle Boekhandelaren "en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrang'erc G. L. DAUBE Co. J01IN F. JONES, SuccParijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Mst uitzondering van het Arrondissement Eaarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing' van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nyverheid^en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie*Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyc Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SsnüpoortHeemstede, J. LEUVEN,bij de tolSpaamdamC. HARTENDORPZandvoori, G. ZWEMMER
VelsenW. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hillegorn, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen bd Advertentiën aan.
OffioieeSe Berichten»
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat bij hunne be
schikking van 6 Oct. j.l. aan G. van
Lunenburg Jr., vergunning is ver
leend tot oprichting van eene sigaren-
drogerij in het perceel aan de Zijl
straat no. 84.
Haarlem, 10 Oct. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
BOREEL.
De Secretaris,
PIJN ACKER.
De Burgemeester van Haarlem
roept bij deze op den milicien-verlof
ganger
Johannes de Graat uit de gemeente
Haarlem, vaD de lichting 1892, be-
hoorende tot het 4e reg. infanterie,
om zich op 31 Oct. a.s., des nam. voor
4 ure, te bevinden te Haarlem by
zijn korps, voorzien van al de voor
werpen van kléediug en uitrusting,
door hem bij zijn vertrek met groot
verlof medegenomen, ten einde over
eenkomstig art. 144 der militie wet,
voor den tijd van 3 weken in wer-
kelyken dienst te worden gesteld.
Haarlem, 10 Oct. 1898.
De Burgemeester voornoemd
BOREEL.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 11 Oct. 1898.
De by kon. besluit van 3 Sept. j.l.
benoemde surnumerair der directe be
lastingen en van het kadaster L. W.
Seilevis is met ingang van 1 October
1.1. voorlcopig werkzaam gesteld aan
de controle hier ter stede.
Ternooy Apel hebben eene uitmun
tende vertolking gegeven van de per
sonen van den jonker en van den
knecht.
De uitvoering werd bijgewoond door
een klein publiek. Wy hadden reden
om meer belangstelling voor onze
vroegere letterkunde te verwachten.
Veertien tapperyen staande in de
nabijheid van den Doelen waarin de
loting wordt gehouden, zijn heden eu
de drio volgende dagen van deze
week van 's morgens half tien tot
's namiddags half vyf, op last van den
Burgemeester gesloten.
BISSR^^LAND.
Uit dö „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Benoemd tot burgemeester dor ge
meente Wormerveer, W. J. van Erpers
Roijaards, met toekenning van eervol
ontslag ais bur. emeester der gemeente
Montfoort; tot directeur van het post
en telegraafkantoor to Leerdam, J.
K. W. Zwang, thans in gelyke be
trekking te Kaatsheuvel.
Opnieuw benoemd tot schoolopzie
ner in bet arrondissement Reeneu,
mr. W. H. J. Roijaards, te De Bildt.
By de Maandag in hotel „de Leeu
werik" alhier gehouden verkiezing is
gekozen tot bestuurslid van den Zui
derpolder onder Haarlemmerliede en
Spaarnwcade de heer S. van Loon
aldaar.
Schouwburg.
De Spaansche Brabander.
Met ingenomenheid willen wy gaarne
een paar woorden wijden aan dé voor-
stelling van Maandagavond. Zy was
voor de ondernemende leden der Ne-
derlandsche Tooneelvereeniging een
beslist succes. De Spaapfehe Braban- j
der is al zooveel besproken in den:
laatsten tijd, ook in onze kolommen, I
dat wy het stuk als voldoende bekend j
mogen veronderstellen. Om herhalin-i
gen te vermijden willen wy de uit- j
voering dan ook niet in details be-j
spreken, maar alleen constateeren dat
liet den op voeren den gelukt is op eerie j
boven alle lof verheven wyze de vele
en groote moeilijkheden, die aan dit
stuk verbonden zijn, schitterend te
overwinnen.
Vooral de heeren Van Kuijk en
Atjeh.
De correspondent te Batavia der
N. R. O. seint onder dagteekoning
van Maandag
KoloneL van Heutsz is uit Pasangan
te Telok Semawé teruggekeerd. Hy
ondervond geen tegenstand. De vijand
werd uit de door Pasangan over
meesterde staatjes verdreven. De hulp
troepen van Tjibik Pasangan vlucht
ten naar de bergen. Zijn twee broeders
kwamen zieh aanmelden.
Van Heutsz gaat naar Pasei.
Een tweede telegram luidt:
Er waren geen begaanbare paden
van Lagen naar bet achterland. De
troepenmacht van overste Van der
Dassen is na te Rigas teruggekeerd.
Oemar is nog te Pantikujung. Er
wordt een depot van levensmiddelen
te Penjapit opgericht. Daarna zal
Oemar aangevallen worden.
Kulde aan H. M. de Koningin-
Moeder.
Omtrent de hulde, Zaterdag 11, aan
H. M. de Koningin-Moeder to Soest-
dijk gebracht, zyn wy in staat alsnog
het navolgende mede te deelen
Omstreeks zestig dames en heeren,
beboorende of gedurende het Regent
schap behoord hebbende tot het dienst
doend Huis van Hare Majesteit, had
den zich Zaterdagnamiddag in het
Park van Soestdyk vereenigd, om H.
M. de Koningin-Moeder, die vergezeld
was van H. M. de Koningin, te ont
vangen.
Door een met groen en bloemen
versierde laan, ter weerszijden waar
van aan masten de nationale kleuren
door die van Waldeck werden afge
wisseld, begaveu H.E. M.M. zich naar
de plaats, waar de Hof hooding zich
had opgesteld. Hier werd H. M. de
[Koningin-Moeder namens allen toe-
i gesproken door den oudsten deraan-
wezige groot-officieren, den luitenant-
generaal Arerspyck. In korte woorden
schetste de generaal het doel der bij
eenkomst. Allen, die gedurende het
i regentschap vau Koningin Emma tot
de Hof bonding hadden gehoord, ge-
i voelden behoefte aan H. M. een blijk
te geven van bun eerbiedige hulde en
i erkentelijkheid. Zij hadden gemeend
j dit te rnogen doen in den vorm van
jeen blijvend gedenkteeken, en hoop-
I ten dat H. M. het zou willen aan-
I vaarden, als een böwys hunner op-
i rechte en diepgevoelde dankbaarheid
j voor de vele welwillendheden, zoo
ruimschoots van H. M. ondervonden.
en hunner gevoelens van hoogachting
en trouw. Ook do heeren ambtenaren
1 der Hofhouding hadden niet willen
j achterblijven, cu namens hen verzocht
de generaal Hare Majesteit eveneens
een stoffelijk huldeblyk te mogen aan
bieden, in dankbare erkenning van
al het goede aan Hare Majesteit ver-
schaldigd, terwijl het overige personeel
der Hofhouding hot zich tot een eer
had gerekend met groen en bloemen
de plaats te mogen versieren waar
Hare Majesteit zich thans bevond,
en waar alien, zonder onderscheid, zien
j gelukkig achtten hulde te kunnen
brengen aan de geliefde en hoogver
eerde Vorstin.
Onmiddellijk nadat generaal Ver-
spyek zijn toespraak had geëindigd,
dankte Hare Majesteit in de harte-
lykste bewoordingen allen voor de
'j hulde haar gebracht, waarna door
de muziek van het 5e regiment infan
terie, die achter groen verborgen was
opgesteld, bet Waldecksche Volks
lied werd gespeeld.
Inmiddels was een gordijn tegenover
Hare Majesteit op zyde geschoven,
en vertoonde zich, te midden eener
versiering van groen en bloemen, een
wit marmeren vaas in renaissance
stijl, op granieten voetstuk. Op dit
laatste aan de voorzyde in vergulde
letters gebeiteld„Aau Hare Majesteit
Emma, Koningin-Weduwe-Regentes
van het Koninkrijk 1890—1898". Aan
de achterzijde„Dc leden der Ko-
;n:-nklyke Hofhouding van 23 Novera-
i ber 1890 tot Augustus 1898". Aan
de rechterzijde van het voetstuk de
woorden: „Eerbiedige Hulde", links:
„Dankbare Herinnering". De geheel
1 gesloten vaas, vervaardigd door den
i beeldhouwer Bart van Hove, beeft
i een hoogte van byna anderhalven
I meterhet voetstuk, ongeveer een
halven meter breed, is byna twee
meter hoog. Achter dit gedenkteeken
i was geplaatst een eenvoudige bank
in hardsteen, waarop in den rug ge-
j beiteld 1898, het huldeblyk van dc
heeren beambten der Hofhouding,
j Het "geheel maakte, te midden der
(smaakvolle door het personeel aange-
i brachte bloemenversiering en door een
heldere Oranjezon beschenen, den ge-
j lukkigsten indruk.
Vermeld dient nog, dat by den in
gang der feestlaan door het perso-
jneel twee fraaie zuilen waren opge-
richt- vervaardigd van groen en grijs
mos, versierd met bloemen en vlaggen,
en waarop de woordenHulde Yan
het personeel, 1890, 1898.
Tot ongeveer vyf uur bleven Hare
Majesteiten in het Park, waardejmu-
ziek zich by voortduring deed hooren,
terwyl ververschingen werden aange-
[boden. Iu een groote ruime tent was
een met bloemen versierd buffet aan-
j gebracht.
i Nadat de Koningin-Moeder nog-
maals alle aanwezigen, waaronder bet
geheele personeel van Soestdyk, van
'.Hare ingenomeubeid en erkentelyk-
[beid de verzekering had gegeven,
j keerden Hare Majesteiten en gevolg
;te 5 uur 15 per extra-trein naar bet
|Loo terug.
Een rijwieldief.
Zondagavond kwam een onbe-
ikend jongmensch in de gang van het
i café De Harmonie, te Leiden en vroeg
den juist zyoden kellner om eeuglas
bier. Deze, denkende dat de bezoeker
onder de veranda zoude gaan zitten,
kwam met het bier, doch de onbe-
kende bleek verdwenen te zyn. Een
half uur later kwam een der bezoe-
kers,, die het lokaal verliet, tot de
imïnder aangename ontdekking dat
zijne in de gang gestaan hebbende
j fiets verdwenen was. De verdenking
viel toen op den onbekenden bïerbe-
steller, en des avonds werd aangifte
[van de zaak by de politie gedaan,
i Onmiddellijk werd naar vyf verschil-
lende plaatsen getelegrafeerd, en het
gevolg, was dat de bovenbedoelde on
bekende te 's-Gravenbage aangehou
den en Maandag met do gestolen fiets
naar Leiden overgebracht werd. Hoe
wel hy Hollandsch spreekt, bleek hy
een Duitschei' te z\jn, die reeds een
vonnis voor een dergelijk feit heeft
ondergaan.
Een kluizenaar.
In een griend, aan den oever der
Merwede nabij Gorinchem, houdt zich
sedert eenigen tyd een persoon op, die
zich metterwoon in het kreupelhout
gevestigd heeft. Een ellendige hut is
zijn woning, welke door baldaaigen
'door brandstichting vernield, doch we
der opgezet is. Blijkens een onderzoek
der politie is de man uit Dongen her
komstig en bezit eenig geld. zoodat by
.bedelt noch rooft. Hij geeft voor dit
.kluizenaarsleven te leiden, omdat hy
:niet meer met het menschdom kan
.samenleven.
Nu en dan komt by in de stad
[(Gorinchem) zyn iukoopen van brood,
aardappelen en vet doen en blijft dan
i op de stoepen voor de winkels staan,
i vraagt, betaalt en neemt in ontvangst
1 de levensmiddelen. Hy weigert hal-
starrig binnen te komen of iets zon-
der geld aan te nemen. Het dubbeltje
dat uw berichtgever hem aanbood,
•wees hij beleefd van de hand.
N. R. Cl.
Hockey en Bandy.
Zaterdag had te Amsterdam eene
bijeenkomst plaats van afgevaardig
den van Hockey en Bandyclabs,
jwaarin besloten werd tot oprichting
[van een Nederlandsehen Hockey en
Bandy-Bond.
j Vertegenwoordigd warenDe Haar-
j lemsche H. en B. clubde Amsterd.
H. en B. clubde Haagsche H. en
iB. club; de Velser H. en B. club;
i do Zwolsche H. en B. club, beuevens
de Leidscho eu Delftsche universitei
ten, en eenige belangstellenden.
Het bestuur werd als volgt geko
zen jhr. Cb. van de Poll. voorzitter;
N. A. M. van Aken, secretarisJas
per Warner, penningmeester; G. J.
baron van Tuyll van Serooskerken,
Ant. J. Abspoel en W. Coops, com-
mi.-sarisseD.
Zoo spoedig mogelyk zullen de
reglementen en spelregels volgens de
Hollandsche speelwijze worden vast
gesteld en de clubs toegezonden wor
den.
Voorloopig werd een contributie
van f 10 per club. benevens een rege
ling voor eerste en tweede klasse
competities vastgesteld.
Hendrik de Jong.
Uit den Gelderschen achterhoek
schrijft men aan de Arnh. Cl.:
I „Het is al eenige jaren geleden dat
i moeders en jonge dochters haar hart
vasthielden om des avonds alléén over
de straten to gaan, die hier door haar
verlatenheid en duisternis tot geen
bezoek uitlokkenJack the Ripper's
geest waarde er rond. Dezelfde rilling
voer door het lichaam der dames, toen
de courauten voor eenige jaren van
den vrouwenmoordenaar te Amsterdam
berichtten. Nu deze is opgedoekt, is
aan Hendrik de Jong den steler van
vrouwenharten, de beurt om vrouwen
angstig te maken. Daaraan is het wel
te "danken, dat men zoo telkens pre
cies weet waar Hendrik de Jong zich
bevindt.
„Wy begrypen dat de politie den
man niet uit het oog verliest, doch
ook dat De Jong wel zal zorgen dat
het publiek zyue gangen niet bespeurt.
Het publiek maakt zich soms angstig
voor niets, wat voor zenuwachtige
raenschen onaangename gevolgen kan
hebben.
j „Hoe licht dit praatje van De Jong's
komst verspreid raakt, laat zich uit
'het volgende verklaren. Ten platt.e-
j lande houdt de politie, waar men de
bewoners precies kent, een waakzaam
oogje op al wat vreemd volk is. Op
een middag komt een mager, slank
persoon met gladde wangen en een
knevel het dorp in, gekleed in zwarte,
kale jas. De veldwachter, die ook al
eens het portret van De Jong gezien
heeft, laat zich, na den vreemdeling
te hebbeu ondervraagd naar zijn pa-
I pieren, do woorden ontvallen dat hy
j de „gelijkenis met De Jong" heeft.
Eenige jongens vangen de aardigheid
j van den veldwachter op en al spoedig
is het dorp vau den echten „De Jong"
I op de hoogte. De veldwachter lacht
lin zyn vuistje over de vlugge repor
ters. Hy zelf weet beter "dat op de
Ëapieren een heel andere naam dan
>e Jong staat en de aangesproken
vreemdeling geen reden geeft om te
worden aangehouden.
„Doch zoo komt het dat De Jong-
el ken dag kan lezen waar hy zich
zou hebben opgehouden en dat de
dames zoo moeilijk De Jong kunnen
vergeten en beter dan vroeger in den
donker op haar tellen passen."
Eene ontploffing.
Men schrijft uit Winschoten
In het naburige Bunde (Oost-Fr.),
heeft een vreeselyk ongeluk plaats
gehad. De koperslager Schreuder
een vindingrijk man had reeds
lang gepractiseerd over het maken
van een lamp. die zuinigheid aan
groote lichtsterkte paarde.
Meenende baar gevonden te hebben,
noodigde by zyn vriend, den koopman
D., uit, om getuige te zijn van deze
nieuwe overwinning van den mensche-
lyken geest. Helaas, hoe geheel anders
was de uitkomst. Door welke oorzaak
weet men niet, maar met een vreese-
lyken slag barstte plotseling het ge
heele toestel uiteen, met het ongeluk
kig gevolg, dat de heer S. dadelijk
een lyk was en de heer D. zwaar
aan den arm gewond werd en waar
schijnlijk een oog zal moeten missen.
Inbraak.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag heeft men te Nijmegen by
een horlogemaker aan de Bloemerstraat
door het uitsnijden eener ruit eea
50-tal zilveren horloges ontvreemd.
De bestolene is niet tegen inbraak
verzekerd. De diefstal moet na 2
uur hebben plaats gehad, omdat men
zich eerst ongeveer 2 uur te bed
had begeven. Eenige nummers der
ontvreemde horloges zyn bekend.
Men meldt uit Enschedé, dat de
arbeiders der firma Serphos het werk
hebben hervat.
Door eenige baldadigen werd te
Blerick de Wilhelminaboom vernield.
De justitie is de bedrijvers op het
spoor.
Eene brandstichtster.
In verband met de, by den koffie
huishouder Theeuwkens te Boxtel de
laatste weken voorgekomen branden
is Zaterdag te Den Bosch in hechte
nis genomen de voormalige buffet
juffrouw in dat café, M. B. uit Til
burg.
Knollen voor citroenen.
By schemer-avond kwam te Acht-
karspelen iemand aan de deur,'twas
een koopman met fruit. De vrouw
des buizes ging naar de deur, eu zag
de goudgele knollen van den koopman
voor citroenen aan. „Ja!" zei de koop
man, „heerlijke citroenen juffrouw, en
goedkoop, drie voor een stuiver."
De juffrouw kocht voor 20 cts. eu
de koopman, iu zyn vuistje lachende,
vertrok. Toen de jaffrouw de lamp
bad aangestoken en een van de citroe
nen zou nuttigen, zag zy dat het
niets anders waren dan knollen.
(U. D.)
FEUILLETON.
26)
Zij was een. vrouw en dan nog zoo
jong, menige man zou minder zedelijken
en physdeken moed getoond hebben
dan zij.
Dikke tranen welden in haar oogen
op, vloeiden haar over de wangen en
brachten 't arme kind, dat den kaatsten
tijd zooveel ellende ondervonden had,
eenige verlichting aan.
Barca, zijn weldoenster zoo bedroefd
ziende, vloekte van woede. Hij knarste
op de tanden, klemde de handen in een
en wilde, zich naar buiten storten, om
den dood te zoeken.
De tranen van het jonge meisje maak
ten hem krankzinnig.
De nacht brak aan. Hun laatste!...
Een neger trad binnen en bracht
hun voedsek
Barca at met den smaak van een oud
.gediende, die alles gezien, alles meege-
maakt en zich door alles heen gewerkt
heeft en die bij zichzelf denkt
„Dat is tenminste zooveel gewonnen.
Ik wil niet niet een ledige maag ster
ven... en wie weet door welk wonder
wij nog gered worden."
Friquette, die geheel van streek was,
kon niets gebniiken.
Zij dronk een glas water, waschte
haar rood geweende oogen en begon,
toen de duisternis volkomen was, weer
nieuwe plannen tot ontvluchting te be
ramen.
Na langen tijd er over nagedacht te
hebben, zag zij er de totale onmoge
lijkheid van in en zeide treurig tot zich
zelf
„Ik moet sterven!
Stervenhet is ons onvermijdelijk
lot
Maar voor die zwarte bende een voor
werp van bespotting en verachting te
worden.
Door lafhartige, onedele, wreedo ellen
delingen op zoo'n wijze gestraft te wor
den!... opgehangen te worden op de
onmenschelijkste manier!... zich te la
ten verscheuren door roofvogels... die
gevleugelde negers...
Neen... neen... alles liever dan zoo'n
dood... Ik wil liever vrijwillig sterven...
zelf mijn uur bepalen... ik zal niet door
hun handen de eeuwigheid ingaan
j Onwillekeurig gleed een droevig glim-
lachje over haar gelaat, terwijl zij dit j
I besluit nam.
„Ik dreig een tweede Gribouille te
worden... mompelde zij.
„Die stortte zich in 't water om zich
niet door den regen te laten doorweeken.
„Ik ga vrijwillig den dood te gemoet,
om niet opgehangen te worden...
En waarom ook niet?
Men chlorofomiiseert zich... of neemt
een goede dosis opium... beide vergif-j
ten hebben een zochten dood tengevolge j
en kennen geen genade, wanneer men
natuurlijk met dc dosis bekend is!"
Plotseling herinnerde zij zich den
Kabyl en fluisterde
„Barca, zoudt gij willen sterven?"
„Nog niet, als het mogelijk is," zeide
deze met zijn eigenaardige kalmte.
„Dat begrijp ik, ik ook.
Maar zoudt gij, om de afschuwelijke!
folteringen, die ons te wachten staan,
te ontloopen, niet liever vrijwillig ster
ven
„Het mij hetzelfde is. Sida, ik doe,
wat gij verlangt."
j „Welnu, ik geloof, dat het 't beste
is, mijn arme Barca."
„Ons zelf dooden?"
„Ja. vrijwillig sterven...
Ons zelf vergiftigen.
•Gij goede, medicijn zult geven?"
„Ja, zoo dat wij zonder pijn sterven."
„Goed! gij mijn meerdere... beveel en
ik gehoorzamen zal..."
„Wilt gij vergift innemen?"
„Ja.
Gij aan Barca zegt. jij sterven moet...
ik oud soldaat... nooit ongehoorzaam...
Barca sterven zal.
Terwijl Friquette naar dit gebabbel
op bijna plechtigen toon geuit, luisterde,
slaakte zij een diepe zucht en opende
werktuigelijk de medicijnkist.
Uit een dei" talrijke vakken, waar op
vaste plaatsen de fleschjes, verschillen
de medicijnen bevattend, stonden, straal
de een bleek licht.
Barca kwam verwonderd naderbij,
niet begrijpend, waardoor dat licht, dat
de kist, de flesschen, het gelaat van
Friquette en hem, en een gedeelte der
tent verlichtte, ontstond.
Friquette zeide niets, maar dacht na.
Er heerschte eenige oogenblikken een
doodelijke stilte, waarop een schater
lach aan de lippen van het jonge meisje
ontsnapte.
Barca, ontsteld cn bedroefd over
deze plotselinge uitbarsting van vreug
de. in die treurige omstandigheden, ge
loofde aan zinsverbijstering en mompel
de
„De Tebulia gek wordt...
O! welk een ongeluk..."
„Neen Barca, ik heb mijn verstand
niet verloren," antwoordde het jonge
meisje terstond.
„Neen,... neen!... maar ik heb een
uitstekend middel gevonden!"
Barca wachtte met kalmte van den
Muzelman, die zich nooit door iets van
zijn stulc laat brengen, wat er nu verder
volgen zou.
Friquette, verdiept in haar scheikun
dige verrichtingen, riep plotseling
„Barca, hebt gij een metalen kwart
liter?"
„Ja, Sida, daar staat er één."
„Geef hem dan eens aan."
Zij nam het ijzeren voorwerp van
hem aan en goot er langzaam een vloei
stof in, die een sterke lucht van ter
pentijn verspreidde.
1 Toen zij hiermee klaar was nam zij
heel voorzichtig uit een flacon met een
wijden hals, dezelfde waaruit het bleeke
schijnsel straalde, een staafje van een
vaste substantie.
Zij het het in de vloeistof zakken,
waarin het zich scheen op te lossen en
waaraan het zijn lichtende eigenschap
pen meedeelde.
Het duurde niet lang of een grijze,
lichtende damp steeg uit de vloeistof
omhoog en verlichtte de geheele temt
Barca zette groote oogen op, niet we
tend wat hij van dit verschijnsel, dat
hem beangstigde, moest denken.
Hij zag de Tcbuha glimlachen, die,door
het vreemde schijnsel verlicht, een bo-
venaardsch wezen geleek.
„Een wonder! een wonder!" riep liijt
op luiden toon uit.
Maar met een veelbeteekeneud ge
baar legde Friquette hem het zwijgen
op.
Zij liaalde nu een fijn sponsje te voor
schijn, doopte het in de vloeistof en.
bette er uiterst voorzichtig heiur haar
cn gezicht mee.
Oogenblik stonden haar blond haar,
neus, mond wangen en voorlioofd ia
brand.
Do vlammen speelden om haar ga
laat, waar tusschen haar oogen, mond
en neusvleugels spookachtig zichtbaar
worden.
De Arabier uitte een kreet van schrik.
Zij leverde ook werkelijk een eigen
aardig, indrukwekkend schouwspel op.
Friquette lacht' en door die witto
vlammen kreeg haar lach iets duivelach
tigs.
Met dezelfde kalmte bette zij haar
handen, die terstond in lichte laaie vlast