J. D. NIEMANN,
Ged. Oude Gracht 85.
Spiegel- eil Lijstenmaker.
Plaathandelaar
Dncadreur.
Stooinververij
en Cliem. Wasscherij.
Een duister zaakje.
Ben nog al duister zaakje heeft in
de laatste dagen politie en justitie te
Groningen bezig gehouden. Wy ver
nemen daaromtrent het volgende
De koopman F. T. R. had in de
Visscherstraat een zaakje in koffie,
thee, sterke dranken eu aanverwante
artikelen, dat niet best marcheerde.
Zyne echtgenoote vond daarin aan
leiding, terwhl haar man op reis was,
er den 30n September stilletjes van
door te gaan, een deel van het meu
bilair meenemende. B. besloot toen,
op advies van den zaakwaarnemer A.
de V., in de Wipstraat, zijne nering
op te doeken, de aanwezige koop
mansgoederen aan de leveranciers
terug te geven en het overgebleven
meubilair te verkoopen. Hy maakte
van de overgebleven meabels een
staatje op en verkocht ze na loven
en bieden voor f 50 aan den koopman
A. T. aan het Gedempte Zuiderdiep.
Des avonds verscheen deze koop
man met een korrewagen en de noo-
dige sjouwerlieden, om het gekochte
op te laden. Dit geschiedde in tegen
woordigheid van den zaakwaarnemer
De V. en terwijl de koopman T. met
R. achter in gesprek was. Geen van
beiden kon dus constateeren, dat door
de sjouwerlieden behalve het meubi
lair vele koopmansgoederen, zooals
koffie, thee, chocolade, tabak, sigaren,
cognac, enz., opgeladen werden. Wat
voor B. echter nog onaangenamer was
dan deze ontdekking is het feit, dat
hy, zooals hy beweert, van T. geen
geld heeft ontvangen, terwyl deze in
't bezit is van eene met den naam
van R. onderteekende quitantie. R.
wendde zich om raad tot den zaak
waarnemer eu toen deze geen voort
gang met de zaak maakte, begaf R.,
in arren moede, zich in October naar de
politie. Deze stelde een onderzoek in
en vond ten huize van den koopman
T. nog een groot deel der goederen,
die bij voor f50 beweert gekocht te
hebben, terwyl by niet tegen woordig
was by het opladen en niet kan zeg
gen wie de quitantie beeft geteekend.
Ook de V. beweert, dat hy niet te
genwoordig was by de onderteekening
der quitantie, die naar 't schynt ver-
valscht is.
De zaak is, zooals men ziet nog al
verward en in elk geval niet in den
haak. Er werdeu dan ook termen ge
vonden, om den koopman T. eu den
zaakwaarnemer de Y. iu voorloopige
bewaring te houden, maar Zaterdag
zyn zy, na door den rechter van in
structie verhoord te zyn, weer in vry-
heid gesteld.
(N. Gr. C.)
Koloniën.
Inhuldigingsfeesten
Een dei* nummers van het feestpro
gramma te Medan vermeldde:op Zater
dag 3 September optochten van Clii-
aeezen en Chineesche vermakelijkheden
te Poeloe Braijan.
De verslaggever van de Deli Cü.
schrijft, daarover
„De Chineesche officieren hadden het
Buropeesch publiek uitgenoodigd de op
tochten enz. te komen zien te Poeloe
Braijan. Deze moesten van Medan ko
men en zoo had ik gelegenheid ze alle
een voor een te zien vertrekken en ik
geloof hier de bekende uitdrukking,
„Lantaarnfeest" van China-reizigers te
mogen gebruiken, daar alle inwendig
verlichte voorwerpen op dien titel aan
spraak kunnen maken
„Eene volledige beschrijving te ge
ven van de Chineesche optochten van 11.
Zaterdagavond gaat mijn vermogen ten
eenenmale te boven. Ik zal het trachten
te doen. doch ben zeker niet de helft te
vermelden van hetgeen bij die processie
viel op te merken
„De verscheidenheid, de rijkdom aan
versieringen, aan kostuums, aan ver
lichting, was onbeschrijfelijk.
..Ik heb dergelijke optochten gezien
op do drie hoofdplaatsen van Java en
ook te Makassar eu bij de groote fees
ten, zooals rijke Chineezen die vroeger
plachten te arrangeer en, bij nieuwjaar,
tjap gameli en andere gelegenheden,
doch geen daarvan kon vergeleken wor
den bij hetgeen ik Zaterdag gedurende
14 uur voor mij zag heen trekken.
„Toch zal ik beproeven een kleine
voorstelling er van te maken. Vooreerst
de huizenhooge Chineesche vaandels, bij
deze gelegenheid verrijkt met vlaggen
waarop te lezen stond: „Leve de Ko
ningin Tallooze dragers van andere
vlaggen, verticaal en horizontaal, van
inscription voorzien van alle mogelijke
stonden, tot groote ontsteltenis van den
oppasser.
„Nu is 't jouw beurt, Barca." zeide
het jonge meisje.
,,0' Sida.het verschrikkelijk is...
ik zoo bang ben... ik mijn verstand
verliezen zal."
„Welnu, zooveel te beter.
Die anderen zullen nog meer schrik
ken dan jij on niets dan vuur zien."
Lijdelijk, omdat Friquette het beval,
kwam Barca met angstig gelaat naderbij.
Friquette bette zijn gezicht en han
den en riep, toen zij gereed was
„Het is volmaakt!"
Barca bezag zijn handen, die groote
vuurplakkaten geleken, en verbaasd,
dat hij geen pijn voelde riep uit
„Allah is groot1 Allah is groot'"
„Allah is groot, maar wij hebben
baast om weg te komen
Kom!" zeide Friquette.
Op 't oogenblik, dat zij de tent. wil
den verlaten, bleef Friquette plotseling
staan
De vermomming kwam haar nog niet
volmaakt voor; zij l>evochtigdo met
haai* sponsje haar kleed eren en die van
Barca zoodanig, dat zij één vuurkolom
gelekon.
„Nu is 't beter!" zeide Friquette
lachend.
vroolijke kleuren en met gouden ran
den, franjes en kwasten; vierkante,
ronde, achtkantige, miniatuur tempels
van binnen met vele waskaarsen ver
licht, uitwendig schitterende van goud-
belegsels en fraai beschilderd op ivoor
gelijkende spierwitte van kantwerk ver
vaardigde pagoden of kasteeltjes even
eens in- en uitwendig met tallooze was
kaarsen, prachtige draagstoelen, waarin
kleine meisjes fraai uitgedost gezeten
waren van kantwerk vervaardigde reu-
zenvissclien van lichtblauwe en ook van
licht roode kleuren, zeer getrouw nage
bootst, ook van binnen kwistig verlicht,
verschillende soorten fraaie vogels op
dezelfde wijze zeer kunstig en natuurge
trouw vervaardigd, reuzenleeuwen, tij
gers, stieren met fantastische vreeselijk
uitziende koppen, die steeds dreigende
aanvallende bewegingen maakten en ein
delijk de reuzendraak van minstens hon
derd meter lengte, over den geheelen
rug kunstig met schubben en stekels
bedekt en gedragen door inwendig ver
borgen personen, die allen zeer net ge
schoeid en gekleed waren.
„Ontelbaar waren verder de gewone
reuzenlantaarns van papier, tule of an
dere stof. doch allen rijk versierd. Voeg
hierbij nu het vreeselijk leven van do
vele bekkens, trommen en gongs en de
honderden fakkels van gewoon model
en die in ijzeren hakken, gevuld met
brandstof aan ijzeren stangen gedragen,
dan krijgt men nog maar een flauw
denkbeeld van de pracht welke Zater
dagavond tentoongespreid is. Het ge
heel moet meer dan veertig duizend dol
lars gekost hebben.
„Ik bewoog mij onder de massa, volk
welke er omheen drong, doch heb geen
enkele uitbundigheid of onbeschoftheid
opgemerkt. En toch waren hier de toe
schouwers zoo talrijk aanwezig, als de
straten er maar bevatten konden. Voor
beeldig ordelijk bewogen zich de ver
schillende naar den landaard gekostu
meerde processiën eerst door Medan
en daarna naar Poeloe Braijan.
„De stoutste verbeelding kan zich
geene voorstelling maken van deze fan
tastische optochten als men er niet bij
tegenwoordig is geweest.
„In Europa zou zoo iets in staat zijn
geheelo steden te doen leegloopen. On-
zes inziens moet de mindere Chinees een
hoogen dunk gekregen hebben van de
plechtigheid van ons feest, nu hij zag
welke groote kosten gemaakt zijn om
den luister er van zoodanig te verhoo-
gen."
Een minden* aangenaam nummer van
de feestelijkheden vormde Zondagavond
(4 Septembex*) de brand in de Witte
Sociëteit.
Juist kwam een fakkeloptocht van de
wieh'ijdersclub langs het plein waarvan
do geheels zuidzijde ter eere van de
club geillumineerd was, toen heit brand-1
signaal klonk eai men rook en vlammen
aan de noordzijde van het plein zag
opstijgen.
De brand heeft zich, naar de Deli Ct.
meldt, bepaald tot de houten met pan
nen gedekte bijgebouwen en stallen.
Die bijgebouwen warein door eene
rijtuig pendoppo (remise) met het hoofd
gebouw ven-bonden, doch de zinken dak
bedekking werkte als een trekschoor-
steen en joeg de vlammen naar de bil
jartzaal welke daardoor groot gevaar
liep. De houten wanden althans zijn
aan de buitenzijde zwart geblakerd en
aan den binnenkant ziet men overal
zwarte vakken boven de deuren en ven
sters. Ongetwijfeld was de brand daar
heen overgeslagen, als niet de vele aan
wezige heeren, militairen, en anderen,
door rammeien de houten stijlen van
de remise omver gehaald hadden,
zoodat het dag eindelijk inviel en
de verbinding tusschen de gebouwen
verbroken was.
Dat eenmaal geschied, was het groot
ste gevaar geweken.
De brand was ontstaan in een der
bediendenkamers, de oorzaak is onvoor
zichtigheid bij de behandeling van ga-
zolinelampen.
De sociëteit is met den geheelen in
ventaris verzekerd bij de assurantie
maatschappij „de Nederlanden" te 's
Gravenhage, voor de som van f 36.000.
De aangebrachte schade wordt getax
eerd op ongeveer f 3500
Aan de militairen en aan de politie
dienaren is door de maatschappij eene
belooning in geld geschonken voor de
flinke hulp door hen verleend.
Do meeste brandspuitgasten waren
en bleven op het oogenblik van den
brand afwezig, het feestvieren zat hun
in het hoofd. De autoriteiten waren
allen aanwezig.
..Vooruit' laten wij nu gaan!"
Zij verliet het eerst de tent, in de
eene hand het sponsje in de andere den
liter met de lichtende vloeistof houdend.
Barca volgde haar. woest gesticulee-
rend, terwijl zijn gezicht een woedende
uitdrukking aannam.
De Hovas hen ziende beschouwde
hen stom van verbazing en wierpen
zich, ten prooi aan een hevigen angst,
plotseling op den grond.
En zóó groot was hun ontsteltenis,
dat zij geen woord konden uitbrengen
en bewegingloos op den grond bleven
liggen.
Op zulke tooverkunsten waren de vij
anden zeer zeker niet voorbereid ge
weest.
Daar de hersens van de Hovas volge
propt waren met al lea-lei godsdienstige
verhalen, die zij verkeerd uitlegden en
in 't geheel niet begrepen, meenden zij
in dat schouwspel een heilige openba
ring of een werk van den duivel te zien
en bleven, niet in staat zich te bewegen
of een kreet te uiten, stil op den grond
liggen
De gevangenen, twee brandende ge
daanten gelijkend, hepen, dreigende ge
baren makend, voort en verwijderden
zich al meer en meer.
Men moest ze wel laten gaan...
Atjeh.
In een artikel van de Deli Ct. over
Atjeh leest men onder meer:
„Aan de wegen wordt flink doorge
werkt. Die naar Padang-Tjidi is reeds
gereed tot voorbij Grong-Grong, terwijl
van uit Kota-Mantroi en Tjot Moe-
rong de wegen naar den Glé Gapoei ook
onder handen zijn genomen.
„Nu wij toch over de wegen bezig
zijn, kunnen wij nog mededeelen dat
het in de bedoeling van den gouveraeur
ligt om van af Tamiang langs de géhee'.c-
Noord- en Oostkust een weg te doen
aanleggen, die midden door de bevolkte
streken loopende, op daartoe nader aan
te wijzen punten met de kustplaatsen
zal worden verbonden.
„Niet het gouvernement zal de kosten
van aanleg dragen, doch de staatjes
dia van de verkeerswegen gebruik ma
ken zullen een post op hunne begroo
ting moeten uittrekken, om de noodige
fondsen te vinden.
„De kapitein Van Daalen en de le-luit.
der genie Meyer in commissie gezon
den naar Edi, zijn weer te Kotaradja te
ruggekeerd. De tocht van Edi uit over
Perlak, Soengei Raija en Birim naai
de Bajanrivier en Tamiang duurde ze
ven dagen. Bovenstrooms van de sa
menkomst van de Bajan en de Birim-
rivier is een geschikt punt gevonden
voor eene vestiging en legering van troe
pen. Het is dus te voorzien dat binnen
niet al te langen tijd de troepen uit
Tamiang wórden vooruitgeschoven,
waardoor Langsar en Madjapahit dan
ook weldra voor landbouwondernemin
gen zullen kunnen worden opengesteld.
Welk eeee verandering! Het is nog
geen vier jaren geleden dat do gouver
neur van de Westkust Michielsen te
Medan verklaarde „In geen vijf-en-twin
tig jaar kan Tamiang worden oepge-
steld." En nunu denkt men reeds i
over Atjeh.
Lettenen en Kunst.
Verschenen is „Is de Vivisectie in
het belang der menschheid?" Een be
roep op alle medici van Nederland
door den Nederlandschen Bond tot be
strijding der Vivisectie.
Zooals te begrypen is geeft de in
houd van deze brochure, gedrukt op
de drukkerij „Vrede" te 's Graven
hage, een ontkennend antwoord op
dezen als vraag gestelden titel, en
wel op de navolgende gronden
De Vivisectie is niet in het belang
der wetenschap en heeft niet geleid
tot de belangrijke ontdekkingen, die
men aan haar toeschrijft.
De Vivisectie is voor de medische
en chirurgische praktijk onnoodig en
heeft deze op dwaalwegen geleid.
De Vivisectie is onnoodig voor het
onderwijs der aanstaande medici.
Vivisectie leidt tot dierenmarteling.
De Rembrandt-tentoonsteiling werd
Zondagnamiddag, van 12,30 tot 4 uur
door omstreeks 1-500 personen, waar
onder bijna 1400 betalenden bezocht.
Het duurde by de opening omstreeks
driekwart uar eer de eerste stroom
der queue makende bezoekers het
tourniquet gepasseerd was.
De Nachtwacht.
Steeds luider en luider worden vooral
in de Amsterdamsche pers de stem
men van hen,' die er op aandringen
dat het gemeentebestuur de Nacht
wacht Da 31 October niet weer naar
de sombere bewaarplaats in 's Ryks-
museum moet laten teruggaan.
Wij wenschen er hier op te wijzen,
schryft de N. R. Ct., dat het gemeen
tebestuur evenwel moreel en contrac
tueel tot teruggave verplicht is. Het
Ryk heeft alleen in de tusschentyd-
sche opzegging van het bruikleen
toegestemd, onder voorwaarde, dat
hef doek op 1 November weder naar
's Ryksmuseum zoude terugkeeren.
Slechts indien het Ryk in de ophef
fing dezer voorwaarde toestemde zou
een langer tentoonstellen in het Ste
delijk Museum mogelyk zyn. En deze
zou toch in ieder geval op de tegen
woordige plaats alleen provisorisch
kunnen zijn. Op den duur zoude het
schilderij daar toch ook niet kunnen
blyven. Zoo zoude, om slechts eenige
omstandigheden te noemen, in den
winter het licht onvoldoende zijn. daar
de zon te spoedig achter de huizen
der Van Baerlestraat verdwijnt. Lag
het expositielokaal eene verdieping
hooger, dan zoude zich dit bezwaar
minder doen gevoelen. Ook kan de
tegenwoordige toegang langs de tyde-
Men kon zich toch'tegen het boven
natuurlijke niet verzetten!
Met de haar eigen kalmte snelde Fri
quette op den zébu, de goede Mayeuse
toe, die verschrikt door het zinsbedrog,
begon te loeien en aan zijn touw trok.
Behendig wierp Friquette de over
gebleven vloeistof over den rug van het
beest, dat in een oogwenk in lichte laaie
vlam stond.
„Spring er op," beval het jonge
meisje Barca kortaf.
Gehoorzaam sprong Barca in den za
del.
„Nu is 't mijn beurt!"
Met één sprong zat Friquette achter
Barca op den lichtenden rug van den
zébu. Barca. sneed 't touw door, waar
mede men hem vastgebonden had en
terstond zette Mayeuse zich in galop.
De Hovas, wier ontsteltenis meer en
meer toenam, zagen de blanke vrouw,
haar geleider en den zébu vluchten, alle
drie in een witgloeiend licht gehuld.
De brandende groep verdween met
een bovennatuurlijke werkelijkheid in
't duister, en de witte vlammen, die de
groep eenige malen vergrootten, gaven
haar het aanzien van een vuurhoos.
Met het instinct, huisdieren eigen,
had Mayeuse den weg genomen, dien
de Hovas na den aanval den vorigen
lyke trap in de opeuing van de lift
niet bestendigd worden en is de ruimte
voor de toeschouwers op den duurte
klein. Slechts voor het geval dat het
Ryk zich verbinden wilde onmiddel
lijk in het Ryksmuseum een duur
zame verbetering aan te brengen,
zoude het verblijf iu het Stedelijk
Museum nog provisorisch verlengd
kannen worden.
Wellicht mogen wij hopen dat thans
ook aan de bewindvoerenden in den
Haag de oogen zyo opengegaan. Za
terdag jl. werd namelijk de tentoon
stelling door een langdurig bezoek van
deu minister van biunenlandsche zaken
vereerd. Deze was vergezeld van den
refereudaris, chef der afdeeling kunsten
en wetenschappen en van den hoofd
directeur van 's Ryks museum. Het
gezelschap trof een bijzonder gunstig
oogenblik, waarop het doek in vollen
luister straalde.
Het bezoek droog eeu geheel on
officieel karakter, en daar de minister
zyn komst niet had aangekondigd,
w?.s geen der commissieleden ter ont
vangst tegenwoordig.
Rigoletto.
Men schrijft ons uit Amsterdam van
heden
Do Italianen, met hun bekend, be
wonderen swaardig pi-oductievennogen,
dat hen in staat stolt in één week vier
verschillende "opera's en een opera-con-
ccrt ten gehoore te brengen, hebben
Maandag Verdi's „Rigoletto" opgevoerd,
„Rigoletto" is „je" opera voor den bary-
ton om te schitteren en wanneer een
..ster" een gastvoorstelling geeft kunt
ge er zeker van zijn, dat lüj in acht van
de tien gelegenheden deze partij zal
spelen.
Als men een voorstelling hoeft bijge
woond als die van gisteren, blijft u
slechts één herinnering bij, Lxuiardi,
om wien alles in het niet verzinkt;
geen verdienstelijke tenor, geen sopraan
met een goed. geschoold geluid de moede-
lijke coloratuur-aria in de tweede acte
als om den vinger windende, geen
goed orkest, geen koor, dat zijn best
doetnietsLunardiDe herin
nering alleen aan hem en aan rijn su
blieme créatie, ja rijn schepping, zal u
zijn bijgebleven. O, ware het ons gege
ven te besclxrijven die. nobele vertqjking
van deze partij door den unieken Itali
aan. Ik zou een geheelen dag kunnen
doorbrengen met niets andei-s te zij£p en
te liooren dan de laatste scène van de
derde acte door Lunardi. Ik zou alle Ne?-
devlandsche, Fransche en Dxiitsche ope
ra's willen geven om nog maar te ken
nen„Rigoletto" gezongen door Lu
nardi Ik ben tot de slotsom gekomen
dat er maar één zanger is, die deze par
tij in staat is te vertolken., het is Lxuiar
di. Heeft Thomas eens gezegd, dat vei
len „Mignon" s p e len, maar dat alleen
Sigrid Arnoldson „Mignon" i s, van
Lunardi kan men zoggen, dat hij de
eenige zanger en tooneelspelei* is, die
„Rigoletto" weet te ringen en te spaion
niemand nog heeft vóór hem dat weten
te praesteeven en. wie er ook na hem
moge opstaan, nimmer zal hij kunnen
worden overtroffen.
Nooit is de „Vendetta" oils gruwe
lijker voorgekomen, en afgrijselijker,
dan toen Lunardi zwoer wraak te nemen
op den Hertog van Mantua. Lxuiardi
heeft ook in liet vorig seizoen succes
gehad in „Rigoletto'', maar wat hij
thans gegeven heeft is oneindig meer
dan vroeger en wanneer hij op de groo
te hoogte waarop hij reeds stond toen
hij in ons vaderland zijn tent opsloeg,
voortgaat zich met zooveel ernst te per-
fectioneeren, dan is. helaasde tijd niet
verre meer,
dat hij met beleefden dank voor de
vriendelijke ontvangst onze grenzen we
der zal overschrijden om als „Ster" de
lauweren van een wereldroem te pluk
ken.
Het is mij na den machtigen indruk
dien Lunardi gisteren op mij heeft ge
maakt, niet mogelijk u gedetailleerd me
de te deelen, waarom Ferrari niet ge
heel onberispelijk den Hertog van Man
tua zong, of dat er in het orkest, dat
overigens uitnemend kan worden ge
noemd, nu en dan eens wat haperde;
laat mij u slechts zeggen, dat Sigra
Cappellaro. dezelfde, die gij Donderdag
J in „Lucia" zult bewonderen. Lunardi
kranig terzijde stond, maar rij secon-
deerde slechts, waar zij met een minder
eminent kunstenaar als partner, wel
licht als eerste zou hebben geschitterd
Er was slechts één zanger, slechts één
acteur den geheelen avond op het too-
neel! Lunardi
B.
avond gegaan waren.
Hoewel hij dezen weg maar eenmaal
geloopeai had, draafde hij voort, met
een zekerheid, alsof hij reeds vele ma-
len door hem was afgelegd.
De vlammen, die het trio zoo'n
fantastisch aanzien gaven, speelden nog
steeds om de vluchtende groep heen.
Nog lang daarna werd dit wonder
lijke verschijnsel door de negers hespro-
ken.
Vier uur duurde deze woeste tocht
toen hield Mayeuse, bezweet en dc-n
mond met schuim bedekt, stil op de
plek waar het zandpad den weg, dooi
de Fr arische soldaten gemaakt-, kruiste.
Friquette en Barca waren gered.
HOOFDSTUK XI.
De Fransche colonne. De kapitein.
Uitlegging van het natuurver
schijnsel. Eerste ziektesynip to
men. Terugkeer. De koort.
Gevaarlijke aanvallen.
Een smartelijke tocht.
In liet hospitaal. Friquette stervende.
Do nacht brak aan. Een „werda
op krachtigen toon geuit begroette de
reizigers.
INGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
en
C. HOEING,
Firma SCHENK.
HAARLEM: Ged. Oude Gracht
11, 13, 15.
DEN HAAG: Obreehtstraat 63.
LEIDEN: Hoogewoerd 72.
Bij den aanvang van het Herfst
seizoen beveel ik mijne inrichting,
geheel naar de eischen des tijds
ingericht, beleefd aan.
Alle goederen, ook de fijnste en
teerste, worden binnen 8 a 10 da
gen als nieuw afgeleverd.
RECHTSZAKEN.
Opruiingen.
By gelegenheid van de inhuldiging
van H.M. de Koningin te Amsterdam,
op> 6 September was er ook te Naald
wijk feest. Bij een der bewoners, die
niet gevlagd bad, was door personen
uit het publiek met toestemming
van den man in quaestie een vlag
voor diens woning aangebracht. Daar
mede nog niet tevreden, had een op
gewonden jongen, onder het ziDgen
van een liedje eenigen uit het pubhek
er toe gebracht by den bewasten man
9 glasruiten in te gooien. Wegens
opruiing bad de jongen zich Maandag
voor de Haagsche rechtbank te ver
antwoorden. Hy beweerde volstrekt
het doel niet gehad te hebben op te
ruien tot baldadigheden en slechts
medegezongen te hebben wat anderen
zongen.
Het O.M. nam die verdediging niet
aan, omdat hier niet een algemeen
bekend liedje was gezongen, maar
een speciaal versje dat ten doel had
het volk op den bewusten avond op
te ruien de glazen by den anti-oranje-
gezinden man in te gooien.
Geëischt werd f 10 boete of 10
dagen.
Voor een tweeden jongen uit Naald
wijk, die ook op den bewusten avond
het volk had opgeruid tot gemelde
baldadigheden werd mede f 10 boete
of 10 dagen geëischt, opdat die jongen
zoude leeren doorstaan de politieke
gevoelens ook van anders-denkenden
te eerbiedigen. Voor een jongen uit
's-Gravenhage die in meergemelde
woning te Naaldwijk op 6 Sept. een
ruit zou hebben ingedrukt, werd vrij
spraak gevraagd, omdat het opzet
niet bewezen was.
Sporfc en WedsiHjden.
Roefwedstrïjd.
Zondag had de derde jaarlyksehe
wedstrijd plaats om de Coupe de
Paris, die in 1896 door R. P. Croft
van „Thames Rowing Club" en in
1897 door J. J. Blnssé van „de Hoop"
gewonnen werd.
De strijd werd geroeid te Neuilly
sur Marne, en had bijzonder veel
toeschouwers gelokt.
De baan was 1900 meter en de
finale werd na een hevigen stryd met
eenige centimeters voorsprong gewon
nen door A. Deltour van Bordeaux,
die langen tyd met den Engelschman
Ashe boord aan boord roeide en vlak
by de finish wist voor te komen.
Gemengd Nieuws.
De zaak-Dreyfus.
Beweerd is dat het ultra-geheime
dossier waarop Dreyfus veroordeeld
is, zou bestaan uit eigenhandige brie
ven van keizer "Wilhelm aan graaf
Munster fduitsch gezant te Parijs),
maar dat de brieven valsch waren en
dus Dreyfus op niets dan vaische
stukkeD zou zyn veroordeeld.
Terzelfdcrtijd hoorde men den haan-
van een geweer overhalen.
„Vrienden!... Fransclien!" antwoord
de Friquette op den. grond springend.
„Treed dan vooruit.riep de stem
van een schildwacht.
Friquette gehoorzaamde aan het be
vel van den soldaat deed drie pas en
stuitte toen op de punt van een ba
jonet
Haar handen en kleederen vlamden,
hoewel minder ejrg dan eenige uren
geleden, nog steeds.
De soldaat, in de. war gebracht, wist
niet wat hier van te denken en toonde
zich het eerste' oogenblik even geschrikt
als de Hovas.
De soldaten kwamen nu als één man
met de bajonet vooruit op de onbeken
den toeloopen
Een vroolijke, welwillende lach ont
snapte aan den mond van den sergeant,
die hen aanvoerde.
„Maar, als ik mij niet vergis," riep
de onderofficier uit, „dan is het juf
frouw Friquette."
„Juist sergeant, die ben ik met Barca
en den zébu."
„Wees welkom, juffrouw.
Maar hoe komt ge zoo in brand
te staan
„Op deze manier, is het ons gelukt
Over deze brieven sprekende, waarii
de naam van Dreyfus zou geschre-
ven staan eu waarvan Hanotanx d
fotografieën met frs. 27000 betaal
zou hebben, seint de Parysch i
correspondent van de Kölnische Zei
lung aan zyn blad re volgende hoogs
merkwaardige inlichtingen:
„Wy zyn in staat, de bewerintr va: i
Clémencean te bevestigen en door d 1
volgende berichten uit betrouwbaq j
bron aan te vullen. De fotografie!! i
dragen als hoofd de woorden: Kabi
net van Z. M. den Duitschen keize
en koning van Pruisen, en zyc onder
teekend met: Wilhelm I. R. De Keizei
maakt daarin gewag van de dienste
door Dreyfus aan Duitschland bewe
zen, en zegt dat deze deu dienst ifi
het Fransche leger Diet moet verlaten
maar by bet uitbarsten van een oor)s
log tusschen Frankryk en Duitsch
land een plaats iu den Duitschei
generalen siaf zal kunnen vinden. D
stukken zyn zeer bekwame verval
scbingen. De generaion staf heeft than
aan tiet Hof van cassatie slechts he
dossier van het proces van 1894 over
handigd, maar bedoelde fotografie^ j
achtergehouden. Het Hof vraagt z*
thans van de Reg., deze weder aan den j
generalen staf; maar de staf weiger] f
ze te geven op dezen grond, dat zt 1
niet tot de processtukken van 189-
benooren en by openbaarmaking to f
een oorlog met Duitschland zouden
leiden. Ofschoon de minister Delcasss
te dezen aanzien in den ministerraa*
de meest geruststellende verklaringen
afgelegd heeft, blyft de staf by zyo,
weigering."
De redactie der Koln. Ziq. voeg
hieraan toei
„Wy hopen onzerzyds dat de star
ten slotte toch haar weigering za 1
moeten opgeven. Wy hebben reed:
meermalen betoogd, dat Dnitschlanil s
zich door de openbaarmaking der aai)
den Keizer toegeschreven brieven nie
zal laten verontrusten."
In antwoord op de tegenspraak vacJ
de Eclairwelke trouwens van „brie!
ven" van keizer Wilhelm spreekt, ter t
wyl Clémeneeau van fotografiën naaf 2
brieven melding maakte, zegt deze
Ik handhaaf alles, wat ik gezegd heb
zonder een komma te veranderen. Ik
zou meer hebben kunnen zeggen, ah
vollediger inlichtingen niet moeilyk
heden hadden kunnen bezorgen aan
de regeering.
De Siècle" verneemt, dat de Min 1
van Justitie, in overeenstemming melj
zijn ambtgenoot van oorlog, by den
Hoogen Raad van het Legioen van
Eer het voorstel zal indienen, Ester-
hazy van de lijst der leden te schrap-
pen.
Anarchisten.
De Geneefsche correspondent van
de „Neue Züreher Zeitung" noemt du J
namen van de vyf mannen die na
Luccheni zullen werden gehoord, en
de redenen waarom. Het zyn
1. Martinelli, die het handvat van c
de vjjl heeft vervaardigd2. Silva oi
Salvi, anarchist, die bij Seydous J;
woonde en verklaard moet hebben?
dat hy kennis droeg van het voorne-ï
men van Lacchenimisschien wordt
d8 man echter nog verbannen3. Gal* -J
dueci, anarchist, vriend van Luccheni
die de daad heeft verheerlijkt en iu
't openbaar gezegd dat Luccheni ge-
iyk had; 4. Romboli, anarchist, doori
den Bondsraad verbannen, maar daar*
na in Genève gebracht5. Gino
anarchist, in Bazel in hechtenis ge-{
nomen. De beide laatsten hebben Luc
cheni niet persoonlyk gekend maar®
in het byzyn van getuigen den moord J
een heldendaad genoemd.
In de eerste week van November
komt Luccheni voor de assises.
Een vrouwelijke bandiet.
De „schoone musketier," een in den
laatste jaren in den Kaukasus zeerL
gevreesd vrouwelyk rooverhoofd, Da- z
niela Barbara, is eindelyk gevangen s
genomen. Tien jaren lang heeft dezen
vrouw, uit het dorp Bauza afkomstig* g
en daaruit plotseling verdwenen, de r
streek onveilig gemaakt.Viermaal werd t
zy gevangen genomen.Tweemaal zagz( s
i zich, wegens gebrek aan bewijs, vry g
1 gesproken, de derde maal wist zy te s
ontkomen, en de vierde maal kocht
zy haar bewaker om, die vervolgens
als lid in den baudieten troep werd
opgenomen. De bandieten van Daniela
zagen er niet uit als traditioneel» s
struikroovers, maar als echte heeren d
en zyzelve placht steeds op de hoffe]v
lykste wyze haar slachtoffers om hel f
afgeven van hun geld en kostbaar-
aan de Hovas te ontsnappen." t
„Ik ben verrukt u in goede gezond
heid weer te zien. I
Laten twee man de juffrouw even e
naar de tent van den kapitein brengen." j
Vijf minuten later bevond de lich
tende groep zich in tegenwoordigheid
van den officier, die niet minder ont 1
steld en verbaasd was dan zijn onder- 1:
geschikten. t
Het toeval, dat zoo dikwijls een rol
in het leven speelt, wilde dat de officier r
dezelfde wag, die de begrafenis van li
Pépin had bijgewoond. I
Men kan zich de vreugde van den C
goeden man voorstellen.
In korte woorden vertelde Friquette
hem haar wedervarenden aanval, de 1
ontvoering, de ter dood veroordeeling. 1
den boom met de lijken, en eindelijk de 1
ontsnapping. I
„En door welk origineel middel?'
viel do kapitein haar nieuwsgierig in
de rede. 1
„Oeen zeer eenvoudig. 1
(Woedt vervolgd). 1