J. D. NIEMANN, Ged. Oude Gracht 85. Spiegel- eil Lijstenmaker. Plaathandelaar Dncadreur. Stooinververij en Cliem. Wasscherij. Een duister zaakje. Ben nog al duister zaakje heeft in de laatste dagen politie en justitie te Groningen bezig gehouden. Wy ver nemen daaromtrent het volgende De koopman F. T. R. had in de Visscherstraat een zaakje in koffie, thee, sterke dranken eu aanverwante artikelen, dat niet best marcheerde. Zyne echtgenoote vond daarin aan leiding, terwhl haar man op reis was, er den 30n September stilletjes van door te gaan, een deel van het meu bilair meenemende. B. besloot toen, op advies van den zaakwaarnemer A. de V., in de Wipstraat, zijne nering op te doeken, de aanwezige koop mansgoederen aan de leveranciers terug te geven en het overgebleven meubilair te verkoopen. Hy maakte van de overgebleven meabels een staatje op en verkocht ze na loven en bieden voor f 50 aan den koopman A. T. aan het Gedempte Zuiderdiep. Des avonds verscheen deze koop man met een korrewagen en de noo- dige sjouwerlieden, om het gekochte op te laden. Dit geschiedde in tegen woordigheid van den zaakwaarnemer De V. en terwijl de koopman T. met R. achter in gesprek was. Geen van beiden kon dus constateeren, dat door de sjouwerlieden behalve het meubi lair vele koopmansgoederen, zooals koffie, thee, chocolade, tabak, sigaren, cognac, enz., opgeladen werden. Wat voor B. echter nog onaangenamer was dan deze ontdekking is het feit, dat hy, zooals hy beweert, van T. geen geld heeft ontvangen, terwyl deze in 't bezit is van eene met den naam van R. onderteekende quitantie. R. wendde zich om raad tot den zaak waarnemer eu toen deze geen voort gang met de zaak maakte, begaf R., in arren moede, zich in October naar de politie. Deze stelde een onderzoek in en vond ten huize van den koopman T. nog een groot deel der goederen, die bij voor f50 beweert gekocht te hebben, terwyl by niet tegen woordig was by het opladen en niet kan zeg gen wie de quitantie beeft geteekend. Ook de V. beweert, dat hy niet te genwoordig was by de onderteekening der quitantie, die naar 't schynt ver- valscht is. De zaak is, zooals men ziet nog al verward en in elk geval niet in den haak. Er werdeu dan ook termen ge vonden, om den koopman T. eu den zaakwaarnemer de Y. iu voorloopige bewaring te houden, maar Zaterdag zyn zy, na door den rechter van in structie verhoord te zyn, weer in vry- heid gesteld. (N. Gr. C.) Koloniën. Inhuldigingsfeesten Een dei* nummers van het feestpro gramma te Medan vermeldde:op Zater dag 3 September optochten van Clii- aeezen en Chineesche vermakelijkheden te Poeloe Braijan. De verslaggever van de Deli Cü. schrijft, daarover „De Chineesche officieren hadden het Buropeesch publiek uitgenoodigd de op tochten enz. te komen zien te Poeloe Braijan. Deze moesten van Medan ko men en zoo had ik gelegenheid ze alle een voor een te zien vertrekken en ik geloof hier de bekende uitdrukking, „Lantaarnfeest" van China-reizigers te mogen gebruiken, daar alle inwendig verlichte voorwerpen op dien titel aan spraak kunnen maken „Eene volledige beschrijving te ge ven van de Chineesche optochten van 11. Zaterdagavond gaat mijn vermogen ten eenenmale te boven. Ik zal het trachten te doen. doch ben zeker niet de helft te vermelden van hetgeen bij die processie viel op te merken „De verscheidenheid, de rijkdom aan versieringen, aan kostuums, aan ver lichting, was onbeschrijfelijk. ..Ik heb dergelijke optochten gezien op do drie hoofdplaatsen van Java en ook te Makassar eu bij de groote fees ten, zooals rijke Chineezen die vroeger plachten te arrangeer en, bij nieuwjaar, tjap gameli en andere gelegenheden, doch geen daarvan kon vergeleken wor den bij hetgeen ik Zaterdag gedurende 14 uur voor mij zag heen trekken. „Toch zal ik beproeven een kleine voorstelling er van te maken. Vooreerst de huizenhooge Chineesche vaandels, bij deze gelegenheid verrijkt met vlaggen waarop te lezen stond: „Leve de Ko ningin Tallooze dragers van andere vlaggen, verticaal en horizontaal, van inscription voorzien van alle mogelijke stonden, tot groote ontsteltenis van den oppasser. „Nu is 't jouw beurt, Barca." zeide het jonge meisje. ,,0' Sida.het verschrikkelijk is... ik zoo bang ben... ik mijn verstand verliezen zal." „Welnu, zooveel te beter. Die anderen zullen nog meer schrik ken dan jij on niets dan vuur zien." Lijdelijk, omdat Friquette het beval, kwam Barca met angstig gelaat naderbij. Friquette bette zijn gezicht en han den en riep, toen zij gereed was „Het is volmaakt!" Barca bezag zijn handen, die groote vuurplakkaten geleken, en verbaasd, dat hij geen pijn voelde riep uit „Allah is groot1 Allah is groot'" „Allah is groot, maar wij hebben baast om weg te komen Kom!" zeide Friquette. Op 't oogenblik, dat zij de tent. wil den verlaten, bleef Friquette plotseling staan De vermomming kwam haar nog niet volmaakt voor; zij l>evochtigdo met haai* sponsje haar kleed eren en die van Barca zoodanig, dat zij één vuurkolom gelekon. „Nu is 't beter!" zeide Friquette lachend. vroolijke kleuren en met gouden ran den, franjes en kwasten; vierkante, ronde, achtkantige, miniatuur tempels van binnen met vele waskaarsen ver licht, uitwendig schitterende van goud- belegsels en fraai beschilderd op ivoor gelijkende spierwitte van kantwerk ver vaardigde pagoden of kasteeltjes even eens in- en uitwendig met tallooze was kaarsen, prachtige draagstoelen, waarin kleine meisjes fraai uitgedost gezeten waren van kantwerk vervaardigde reu- zenvissclien van lichtblauwe en ook van licht roode kleuren, zeer getrouw nage bootst, ook van binnen kwistig verlicht, verschillende soorten fraaie vogels op dezelfde wijze zeer kunstig en natuurge trouw vervaardigd, reuzenleeuwen, tij gers, stieren met fantastische vreeselijk uitziende koppen, die steeds dreigende aanvallende bewegingen maakten en ein delijk de reuzendraak van minstens hon derd meter lengte, over den geheelen rug kunstig met schubben en stekels bedekt en gedragen door inwendig ver borgen personen, die allen zeer net ge schoeid en gekleed waren. „Ontelbaar waren verder de gewone reuzenlantaarns van papier, tule of an dere stof. doch allen rijk versierd. Voeg hierbij nu het vreeselijk leven van do vele bekkens, trommen en gongs en de honderden fakkels van gewoon model en die in ijzeren hakken, gevuld met brandstof aan ijzeren stangen gedragen, dan krijgt men nog maar een flauw denkbeeld van de pracht welke Zater dagavond tentoongespreid is. Het ge heel moet meer dan veertig duizend dol lars gekost hebben. „Ik bewoog mij onder de massa, volk welke er omheen drong, doch heb geen enkele uitbundigheid of onbeschoftheid opgemerkt. En toch waren hier de toe schouwers zoo talrijk aanwezig, als de straten er maar bevatten konden. Voor beeldig ordelijk bewogen zich de ver schillende naar den landaard gekostu meerde processiën eerst door Medan en daarna naar Poeloe Braijan. „De stoutste verbeelding kan zich geene voorstelling maken van deze fan tastische optochten als men er niet bij tegenwoordig is geweest. „In Europa zou zoo iets in staat zijn geheelo steden te doen leegloopen. On- zes inziens moet de mindere Chinees een hoogen dunk gekregen hebben van de plechtigheid van ons feest, nu hij zag welke groote kosten gemaakt zijn om den luister er van zoodanig te verhoo- gen." Een minden* aangenaam nummer van de feestelijkheden vormde Zondagavond (4 Septembex*) de brand in de Witte Sociëteit. Juist kwam een fakkeloptocht van de wieh'ijdersclub langs het plein waarvan do geheels zuidzijde ter eere van de club geillumineerd was, toen heit brand-1 signaal klonk eai men rook en vlammen aan de noordzijde van het plein zag opstijgen. De brand heeft zich, naar de Deli Ct. meldt, bepaald tot de houten met pan nen gedekte bijgebouwen en stallen. Die bijgebouwen warein door eene rijtuig pendoppo (remise) met het hoofd gebouw ven-bonden, doch de zinken dak bedekking werkte als een trekschoor- steen en joeg de vlammen naar de bil jartzaal welke daardoor groot gevaar liep. De houten wanden althans zijn aan de buitenzijde zwart geblakerd en aan den binnenkant ziet men overal zwarte vakken boven de deuren en ven sters. Ongetwijfeld was de brand daar heen overgeslagen, als niet de vele aan wezige heeren, militairen, en anderen, door rammeien de houten stijlen van de remise omver gehaald hadden, zoodat het dag eindelijk inviel en de verbinding tusschen de gebouwen verbroken was. Dat eenmaal geschied, was het groot ste gevaar geweken. De brand was ontstaan in een der bediendenkamers, de oorzaak is onvoor zichtigheid bij de behandeling van ga- zolinelampen. De sociëteit is met den geheelen in ventaris verzekerd bij de assurantie maatschappij „de Nederlanden" te 's Gravenhage, voor de som van f 36.000. De aangebrachte schade wordt getax eerd op ongeveer f 3500 Aan de militairen en aan de politie dienaren is door de maatschappij eene belooning in geld geschonken voor de flinke hulp door hen verleend. Do meeste brandspuitgasten waren en bleven op het oogenblik van den brand afwezig, het feestvieren zat hun in het hoofd. De autoriteiten waren allen aanwezig. ..Vooruit' laten wij nu gaan!" Zij verliet het eerst de tent, in de eene hand het sponsje in de andere den liter met de lichtende vloeistof houdend. Barca volgde haar. woest gesticulee- rend, terwijl zijn gezicht een woedende uitdrukking aannam. De Hovas hen ziende beschouwde hen stom van verbazing en wierpen zich, ten prooi aan een hevigen angst, plotseling op den grond. En zóó groot was hun ontsteltenis, dat zij geen woord konden uitbrengen en bewegingloos op den grond bleven liggen. Op zulke tooverkunsten waren de vij anden zeer zeker niet voorbereid ge weest. Daar de hersens van de Hovas volge propt waren met al lea-lei godsdienstige verhalen, die zij verkeerd uitlegden en in 't geheel niet begrepen, meenden zij in dat schouwspel een heilige openba ring of een werk van den duivel te zien en bleven, niet in staat zich te bewegen of een kreet te uiten, stil op den grond liggen De gevangenen, twee brandende ge daanten gelijkend, hepen, dreigende ge baren makend, voort en verwijderden zich al meer en meer. Men moest ze wel laten gaan... Atjeh. In een artikel van de Deli Ct. over Atjeh leest men onder meer: „Aan de wegen wordt flink doorge werkt. Die naar Padang-Tjidi is reeds gereed tot voorbij Grong-Grong, terwijl van uit Kota-Mantroi en Tjot Moe- rong de wegen naar den Glé Gapoei ook onder handen zijn genomen. „Nu wij toch over de wegen bezig zijn, kunnen wij nog mededeelen dat het in de bedoeling van den gouveraeur ligt om van af Tamiang langs de géhee'.c- Noord- en Oostkust een weg te doen aanleggen, die midden door de bevolkte streken loopende, op daartoe nader aan te wijzen punten met de kustplaatsen zal worden verbonden. „Niet het gouvernement zal de kosten van aanleg dragen, doch de staatjes dia van de verkeerswegen gebruik ma ken zullen een post op hunne begroo ting moeten uittrekken, om de noodige fondsen te vinden. „De kapitein Van Daalen en de le-luit. der genie Meyer in commissie gezon den naar Edi, zijn weer te Kotaradja te ruggekeerd. De tocht van Edi uit over Perlak, Soengei Raija en Birim naai de Bajanrivier en Tamiang duurde ze ven dagen. Bovenstrooms van de sa menkomst van de Bajan en de Birim- rivier is een geschikt punt gevonden voor eene vestiging en legering van troe pen. Het is dus te voorzien dat binnen niet al te langen tijd de troepen uit Tamiang wórden vooruitgeschoven, waardoor Langsar en Madjapahit dan ook weldra voor landbouwondernemin gen zullen kunnen worden opengesteld. Welk eeee verandering! Het is nog geen vier jaren geleden dat do gouver neur van de Westkust Michielsen te Medan verklaarde „In geen vijf-en-twin tig jaar kan Tamiang worden oepge- steld." En nunu denkt men reeds i over Atjeh. Lettenen en Kunst. Verschenen is „Is de Vivisectie in het belang der menschheid?" Een be roep op alle medici van Nederland door den Nederlandschen Bond tot be strijding der Vivisectie. Zooals te begrypen is geeft de in houd van deze brochure, gedrukt op de drukkerij „Vrede" te 's Graven hage, een ontkennend antwoord op dezen als vraag gestelden titel, en wel op de navolgende gronden De Vivisectie is niet in het belang der wetenschap en heeft niet geleid tot de belangrijke ontdekkingen, die men aan haar toeschrijft. De Vivisectie is voor de medische en chirurgische praktijk onnoodig en heeft deze op dwaalwegen geleid. De Vivisectie is onnoodig voor het onderwijs der aanstaande medici. Vivisectie leidt tot dierenmarteling. De Rembrandt-tentoonsteiling werd Zondagnamiddag, van 12,30 tot 4 uur door omstreeks 1-500 personen, waar onder bijna 1400 betalenden bezocht. Het duurde by de opening omstreeks driekwart uar eer de eerste stroom der queue makende bezoekers het tourniquet gepasseerd was. De Nachtwacht. Steeds luider en luider worden vooral in de Amsterdamsche pers de stem men van hen,' die er op aandringen dat het gemeentebestuur de Nacht wacht Da 31 October niet weer naar de sombere bewaarplaats in 's Ryks- museum moet laten teruggaan. Wij wenschen er hier op te wijzen, schryft de N. R. Ct., dat het gemeen tebestuur evenwel moreel en contrac tueel tot teruggave verplicht is. Het Ryk heeft alleen in de tusschentyd- sche opzegging van het bruikleen toegestemd, onder voorwaarde, dat hef doek op 1 November weder naar 's Ryksmuseum zoude terugkeeren. Slechts indien het Ryk in de ophef fing dezer voorwaarde toestemde zou een langer tentoonstellen in het Ste delijk Museum mogelyk zyn. En deze zou toch in ieder geval op de tegen woordige plaats alleen provisorisch kunnen zijn. Op den duur zoude het schilderij daar toch ook niet kunnen blyven. Zoo zoude, om slechts eenige omstandigheden te noemen, in den winter het licht onvoldoende zijn. daar de zon te spoedig achter de huizen der Van Baerlestraat verdwijnt. Lag het expositielokaal eene verdieping hooger, dan zoude zich dit bezwaar minder doen gevoelen. Ook kan de tegenwoordige toegang langs de tyde- Men kon zich toch'tegen het boven natuurlijke niet verzetten! Met de haar eigen kalmte snelde Fri quette op den zébu, de goede Mayeuse toe, die verschrikt door het zinsbedrog, begon te loeien en aan zijn touw trok. Behendig wierp Friquette de over gebleven vloeistof over den rug van het beest, dat in een oogwenk in lichte laaie vlam stond. „Spring er op," beval het jonge meisje Barca kortaf. Gehoorzaam sprong Barca in den za del. „Nu is 't mijn beurt!" Met één sprong zat Friquette achter Barca op den lichtenden rug van den zébu. Barca. sneed 't touw door, waar mede men hem vastgebonden had en terstond zette Mayeuse zich in galop. De Hovas, wier ontsteltenis meer en meer toenam, zagen de blanke vrouw, haar geleider en den zébu vluchten, alle drie in een witgloeiend licht gehuld. De brandende groep verdween met een bovennatuurlijke werkelijkheid in 't duister, en de witte vlammen, die de groep eenige malen vergrootten, gaven haar het aanzien van een vuurhoos. Met het instinct, huisdieren eigen, had Mayeuse den weg genomen, dien de Hovas na den aanval den vorigen lyke trap in de opeuing van de lift niet bestendigd worden en is de ruimte voor de toeschouwers op den duurte klein. Slechts voor het geval dat het Ryk zich verbinden wilde onmiddel lijk in het Ryksmuseum een duur zame verbetering aan te brengen, zoude het verblijf iu het Stedelijk Museum nog provisorisch verlengd kannen worden. Wellicht mogen wij hopen dat thans ook aan de bewindvoerenden in den Haag de oogen zyo opengegaan. Za terdag jl. werd namelijk de tentoon stelling door een langdurig bezoek van deu minister van biunenlandsche zaken vereerd. Deze was vergezeld van den refereudaris, chef der afdeeling kunsten en wetenschappen en van den hoofd directeur van 's Ryks museum. Het gezelschap trof een bijzonder gunstig oogenblik, waarop het doek in vollen luister straalde. Het bezoek droog eeu geheel on officieel karakter, en daar de minister zyn komst niet had aangekondigd, w?.s geen der commissieleden ter ont vangst tegenwoordig. Rigoletto. Men schrijft ons uit Amsterdam van heden Do Italianen, met hun bekend, be wonderen swaardig pi-oductievennogen, dat hen in staat stolt in één week vier verschillende "opera's en een opera-con- ccrt ten gehoore te brengen, hebben Maandag Verdi's „Rigoletto" opgevoerd, „Rigoletto" is „je" opera voor den bary- ton om te schitteren en wanneer een ..ster" een gastvoorstelling geeft kunt ge er zeker van zijn, dat lüj in acht van de tien gelegenheden deze partij zal spelen. Als men een voorstelling hoeft bijge woond als die van gisteren, blijft u slechts één herinnering bij, Lxuiardi, om wien alles in het niet verzinkt; geen verdienstelijke tenor, geen sopraan met een goed. geschoold geluid de moede- lijke coloratuur-aria in de tweede acte als om den vinger windende, geen goed orkest, geen koor, dat zijn best doetnietsLunardiDe herin nering alleen aan hem en aan rijn su blieme créatie, ja rijn schepping, zal u zijn bijgebleven. O, ware het ons gege ven te besclxrijven die. nobele vertqjking van deze partij door den unieken Itali aan. Ik zou een geheelen dag kunnen doorbrengen met niets andei-s te zij£p en te liooren dan de laatste scène van de derde acte door Lunardi. Ik zou alle Ne?- devlandsche, Fransche en Dxiitsche ope ra's willen geven om nog maar te ken nen„Rigoletto" gezongen door Lu nardi Ik ben tot de slotsom gekomen dat er maar één zanger is, die deze par tij in staat is te vertolken., het is Lxuiar di. Heeft Thomas eens gezegd, dat vei len „Mignon" s p e len, maar dat alleen Sigrid Arnoldson „Mignon" i s, van Lunardi kan men zoggen, dat hij de eenige zanger en tooneelspelei* is, die „Rigoletto" weet te ringen en te spaion niemand nog heeft vóór hem dat weten te praesteeven en. wie er ook na hem moge opstaan, nimmer zal hij kunnen worden overtroffen. Nooit is de „Vendetta" oils gruwe lijker voorgekomen, en afgrijselijker, dan toen Lunardi zwoer wraak te nemen op den Hertog van Mantua. Lxuiardi heeft ook in liet vorig seizoen succes gehad in „Rigoletto'', maar wat hij thans gegeven heeft is oneindig meer dan vroeger en wanneer hij op de groo te hoogte waarop hij reeds stond toen hij in ons vaderland zijn tent opsloeg, voortgaat zich met zooveel ernst te per- fectioneeren, dan is. helaasde tijd niet verre meer, dat hij met beleefden dank voor de vriendelijke ontvangst onze grenzen we der zal overschrijden om als „Ster" de lauweren van een wereldroem te pluk ken. Het is mij na den machtigen indruk dien Lunardi gisteren op mij heeft ge maakt, niet mogelijk u gedetailleerd me de te deelen, waarom Ferrari niet ge heel onberispelijk den Hertog van Man tua zong, of dat er in het orkest, dat overigens uitnemend kan worden ge noemd, nu en dan eens wat haperde; laat mij u slechts zeggen, dat Sigra Cappellaro. dezelfde, die gij Donderdag J in „Lucia" zult bewonderen. Lunardi kranig terzijde stond, maar rij secon- deerde slechts, waar zij met een minder eminent kunstenaar als partner, wel licht als eerste zou hebben geschitterd Er was slechts één zanger, slechts één acteur den geheelen avond op het too- neel! Lunardi B. avond gegaan waren. Hoewel hij dezen weg maar eenmaal geloopeai had, draafde hij voort, met een zekerheid, alsof hij reeds vele ma- len door hem was afgelegd. De vlammen, die het trio zoo'n fantastisch aanzien gaven, speelden nog steeds om de vluchtende groep heen. Nog lang daarna werd dit wonder lijke verschijnsel door de negers hespro- ken. Vier uur duurde deze woeste tocht toen hield Mayeuse, bezweet en dc-n mond met schuim bedekt, stil op de plek waar het zandpad den weg, dooi de Fr arische soldaten gemaakt-, kruiste. Friquette en Barca waren gered. HOOFDSTUK XI. De Fransche colonne. De kapitein. Uitlegging van het natuurver schijnsel. Eerste ziektesynip to men. Terugkeer. De koort. Gevaarlijke aanvallen. Een smartelijke tocht. In liet hospitaal. Friquette stervende. Do nacht brak aan. Een „werda op krachtigen toon geuit begroette de reizigers. INGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per regel. en C. HOEING, Firma SCHENK. HAARLEM: Ged. Oude Gracht 11, 13, 15. DEN HAAG: Obreehtstraat 63. LEIDEN: Hoogewoerd 72. Bij den aanvang van het Herfst seizoen beveel ik mijne inrichting, geheel naar de eischen des tijds ingericht, beleefd aan. Alle goederen, ook de fijnste en teerste, worden binnen 8 a 10 da gen als nieuw afgeleverd. RECHTSZAKEN. Opruiingen. By gelegenheid van de inhuldiging van H.M. de Koningin te Amsterdam, op> 6 September was er ook te Naald wijk feest. Bij een der bewoners, die niet gevlagd bad, was door personen uit het publiek met toestemming van den man in quaestie een vlag voor diens woning aangebracht. Daar mede nog niet tevreden, had een op gewonden jongen, onder het ziDgen van een liedje eenigen uit het pubhek er toe gebracht by den bewasten man 9 glasruiten in te gooien. Wegens opruiing bad de jongen zich Maandag voor de Haagsche rechtbank te ver antwoorden. Hy beweerde volstrekt het doel niet gehad te hebben op te ruien tot baldadigheden en slechts medegezongen te hebben wat anderen zongen. Het O.M. nam die verdediging niet aan, omdat hier niet een algemeen bekend liedje was gezongen, maar een speciaal versje dat ten doel had het volk op den bewusten avond op te ruien de glazen by den anti-oranje- gezinden man in te gooien. Geëischt werd f 10 boete of 10 dagen. Voor een tweeden jongen uit Naald wijk, die ook op den bewusten avond het volk had opgeruid tot gemelde baldadigheden werd mede f 10 boete of 10 dagen geëischt, opdat die jongen zoude leeren doorstaan de politieke gevoelens ook van anders-denkenden te eerbiedigen. Voor een jongen uit 's-Gravenhage die in meergemelde woning te Naaldwijk op 6 Sept. een ruit zou hebben ingedrukt, werd vrij spraak gevraagd, omdat het opzet niet bewezen was. Sporfc en WedsiHjden. Roefwedstrïjd. Zondag had de derde jaarlyksehe wedstrijd plaats om de Coupe de Paris, die in 1896 door R. P. Croft van „Thames Rowing Club" en in 1897 door J. J. Blnssé van „de Hoop" gewonnen werd. De strijd werd geroeid te Neuilly sur Marne, en had bijzonder veel toeschouwers gelokt. De baan was 1900 meter en de finale werd na een hevigen stryd met eenige centimeters voorsprong gewon nen door A. Deltour van Bordeaux, die langen tyd met den Engelschman Ashe boord aan boord roeide en vlak by de finish wist voor te komen. Gemengd Nieuws. De zaak-Dreyfus. Beweerd is dat het ultra-geheime dossier waarop Dreyfus veroordeeld is, zou bestaan uit eigenhandige brie ven van keizer "Wilhelm aan graaf Munster fduitsch gezant te Parijs), maar dat de brieven valsch waren en dus Dreyfus op niets dan vaische stukkeD zou zyn veroordeeld. Terzelfdcrtijd hoorde men den haan- van een geweer overhalen. „Vrienden!... Fransclien!" antwoord de Friquette op den. grond springend. „Treed dan vooruit.riep de stem van een schildwacht. Friquette gehoorzaamde aan het be vel van den soldaat deed drie pas en stuitte toen op de punt van een ba jonet Haar handen en kleederen vlamden, hoewel minder ejrg dan eenige uren geleden, nog steeds. De soldaat, in de. war gebracht, wist niet wat hier van te denken en toonde zich het eerste' oogenblik even geschrikt als de Hovas. De soldaten kwamen nu als één man met de bajonet vooruit op de onbeken den toeloopen Een vroolijke, welwillende lach ont snapte aan den mond van den sergeant, die hen aanvoerde. „Maar, als ik mij niet vergis," riep de onderofficier uit, „dan is het juf frouw Friquette." „Juist sergeant, die ben ik met Barca en den zébu." „Wees welkom, juffrouw. Maar hoe komt ge zoo in brand te staan „Op deze manier, is het ons gelukt Over deze brieven sprekende, waarii de naam van Dreyfus zou geschre- ven staan eu waarvan Hanotanx d fotografieën met frs. 27000 betaal zou hebben, seint de Parysch i correspondent van de Kölnische Zei lung aan zyn blad re volgende hoogs merkwaardige inlichtingen: „Wy zyn in staat, de bewerintr va: i Clémencean te bevestigen en door d 1 volgende berichten uit betrouwbaq j bron aan te vullen. De fotografie!! i dragen als hoofd de woorden: Kabi net van Z. M. den Duitschen keize en koning van Pruisen, en zyc onder teekend met: Wilhelm I. R. De Keizei maakt daarin gewag van de dienste door Dreyfus aan Duitschland bewe zen, en zegt dat deze deu dienst ifi het Fransche leger Diet moet verlaten maar by bet uitbarsten van een oor)s log tusschen Frankryk en Duitsch land een plaats iu den Duitschei generalen siaf zal kunnen vinden. D stukken zyn zeer bekwame verval scbingen. De generaion staf heeft than aan tiet Hof van cassatie slechts he dossier van het proces van 1894 over handigd, maar bedoelde fotografie^ j achtergehouden. Het Hof vraagt z* thans van de Reg., deze weder aan den j generalen staf; maar de staf weiger] f ze te geven op dezen grond, dat zt 1 niet tot de processtukken van 189- benooren en by openbaarmaking to f een oorlog met Duitschland zouden leiden. Ofschoon de minister Delcasss te dezen aanzien in den ministerraa* de meest geruststellende verklaringen afgelegd heeft, blyft de staf by zyo, weigering." De redactie der Koln. Ziq. voeg hieraan toei „Wy hopen onzerzyds dat de star ten slotte toch haar weigering za 1 moeten opgeven. Wy hebben reed: meermalen betoogd, dat Dnitschlanil s zich door de openbaarmaking der aai) den Keizer toegeschreven brieven nie zal laten verontrusten." In antwoord op de tegenspraak vacJ de Eclairwelke trouwens van „brie! ven" van keizer Wilhelm spreekt, ter t wyl Clémeneeau van fotografiën naaf 2 brieven melding maakte, zegt deze Ik handhaaf alles, wat ik gezegd heb zonder een komma te veranderen. Ik zou meer hebben kunnen zeggen, ah vollediger inlichtingen niet moeilyk heden hadden kunnen bezorgen aan de regeering. De Siècle" verneemt, dat de Min 1 van Justitie, in overeenstemming melj zijn ambtgenoot van oorlog, by den Hoogen Raad van het Legioen van Eer het voorstel zal indienen, Ester- hazy van de lijst der leden te schrap- pen. Anarchisten. De Geneefsche correspondent van de „Neue Züreher Zeitung" noemt du J namen van de vyf mannen die na Luccheni zullen werden gehoord, en de redenen waarom. Het zyn 1. Martinelli, die het handvat van c de vjjl heeft vervaardigd2. Silva oi Salvi, anarchist, die bij Seydous J; woonde en verklaard moet hebben? dat hy kennis droeg van het voorne-ï men van Lacchenimisschien wordt d8 man echter nog verbannen3. Gal* -J dueci, anarchist, vriend van Luccheni die de daad heeft verheerlijkt en iu 't openbaar gezegd dat Luccheni ge- iyk had; 4. Romboli, anarchist, doori den Bondsraad verbannen, maar daar* na in Genève gebracht5. Gino anarchist, in Bazel in hechtenis ge-{ nomen. De beide laatsten hebben Luc cheni niet persoonlyk gekend maar® in het byzyn van getuigen den moord J een heldendaad genoemd. In de eerste week van November komt Luccheni voor de assises. Een vrouwelijke bandiet. De „schoone musketier," een in den laatste jaren in den Kaukasus zeerL gevreesd vrouwelyk rooverhoofd, Da- z niela Barbara, is eindelyk gevangen s genomen. Tien jaren lang heeft dezen vrouw, uit het dorp Bauza afkomstig* g en daaruit plotseling verdwenen, de r streek onveilig gemaakt.Viermaal werd t zy gevangen genomen.Tweemaal zagz( s i zich, wegens gebrek aan bewijs, vry g 1 gesproken, de derde maal wist zy te s ontkomen, en de vierde maal kocht zy haar bewaker om, die vervolgens als lid in den baudieten troep werd opgenomen. De bandieten van Daniela zagen er niet uit als traditioneel» s struikroovers, maar als echte heeren d en zyzelve placht steeds op de hoffe]v lykste wyze haar slachtoffers om hel f afgeven van hun geld en kostbaar- aan de Hovas te ontsnappen." t „Ik ben verrukt u in goede gezond heid weer te zien. I Laten twee man de juffrouw even e naar de tent van den kapitein brengen." j Vijf minuten later bevond de lich tende groep zich in tegenwoordigheid van den officier, die niet minder ont 1 steld en verbaasd was dan zijn onder- 1: geschikten. t Het toeval, dat zoo dikwijls een rol in het leven speelt, wilde dat de officier r dezelfde wag, die de begrafenis van li Pépin had bijgewoond. I Men kan zich de vreugde van den C goeden man voorstellen. In korte woorden vertelde Friquette hem haar wedervarenden aanval, de 1 ontvoering, de ter dood veroordeeling. 1 den boom met de lijken, en eindelijk de 1 ontsnapping. I „En door welk origineel middel?' viel do kapitein haar nieuwsgierig in de rede. 1 „Oeen zeer eenvoudig. 1 (Woedt vervolgd). 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2