NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
e avonturen van
Friquette.
!en"
16e Jaargang,
Vrijdag 14 October 2893
■a. 4691
HAARLEMS BABBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijkper 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
A Try -tjUA'X'-hirCsr'a'U-blfcT:
1 5 regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekluindelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUaté Etrangère G. L. DAUBE A- Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bi$ Faubourg Mont martre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing ran Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nyrerheid^en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Svaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
VelsenW. J. RU IJ TERBeverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan.
QfSicieeSe Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem.
Doen te weten, dat bij hunne be
schikking van 6 Oct. j.l. aan J. G.
3obeleos is geweigerd de vergunning
ot oprichting van eene smederij *n
iet perceel aan de Peuzelaarsteeg 2.
Haarlem, 12 Oct. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 1-3 Oct. 1898.
Belasting op vermakelijk
heden.
i Nu er zoo groote geldnood is en de
leden van den Raad zeker graag geld
uit steenen zonden slaan, wanneer ze
die kunst maar verstonden, zal allicht
pok de belasting op de openbare ver
makelijkheden wel weer komen boven
lijven. Die belasting is indertijd ge
zonken in de groote zee van opmer
kingen, die door alle jareD heen door
eeu lid, „door enkele leden," door
[sommige leden" of door „verschillende
leden" in de afdeelingsvergaderingen
pijn gemaakt.
Missehiea is deze belasting nog niet
een van de slechtste. Weliswaar zal
ook van deze gezegd worden, dat ze
hatelijk is voor sommige menschen,
maar wij zouden wel eens de belasting
len zien, die door het heele publiek
)t open armen werd ontvangen.
ranneer we ons eigen gemoed goed
ilen, dan vinden we daarin waar-
jij olijk een algemeene haat tegen
le belastingen. In bet bizonder zijn
belastingen ons hatelijk, waar wij
Iven wel en een ander niet aan
staalt.
Zoo znllen waarschijnlijk de be-
toekers van concerten en schouw-
burgvocrstellingen vragen: „waarom
jnoeten wij nu juist bijpassen Dat
rragen de buiseigenaars ook naar aan
leiding van de straatbelasting. Maar
pp de toeschietelijkheid van de be
zoekers van openbare vermakelijkhe
den heb ik goedeu moed. Men kan
pver 't algemeen zeggen, dat zij opge
ruimde menscben zijn, die wel eens
tan een amnsementje houden en dan
zich ook niet zullen bekommeren over
Be cent of wat, die ze voor hun plaats
meer zullen moeten betalen. Zou,
kanneer vandaag de belasting werd
pgevoerd, iemand die naar de Lucia
bp morgen van de italiaansche opera
had willen gaan, zich bedenken om-
Bat zijn plaats hem f 1.05 en niet f 1
kou kosten 't Is moeilijk ie gelooven.
Te Amsterdam werkt deze belas
ting al jaren en, hoewel er in den
beginne vrywat over geprutteld is,
men hoort er niet meer van. De men
tallen die uitgaan zijn door die vyf
percent nauwelijks armer en zeker
niet rijker geworden. Natuurlijk zon- j verbrijzelde met zijn poot de enorme
den we de opbrengst te Haarlem niet spiegelruit.
durven schatten, maar een duizend Nadat het paard, dat eene diepe
gulden of drie zou ze toch denkelijksnede over de voorpoot bekwam, ver-
wel wezen. [bonden was, vertrok het voertuig,
j terwijl vele nieuwsgierigen nog langen
Ned. Chr. Geh. Onth. Bond. 'tijd de gebroken vensterruit bleven
De negende algemeene vergadering) -
van den Nederl. Christ. Geb. Onth.
Bond zal, zooals reeds gemeld is, 27 MenT onder de advertentiën die
Oct. a. s. hier ter stede gehoudenvan ®raP."s Magasios du Prin-
worden
De agenda bevat de volgende voor
stellen van de afd. Zwolle
1. De Algemeene Vergadering be-
temps" te Parijs.
Het strijkorkest van 't Haarl. Mn-
i ziekkorps is dezen winter belangrijk
sluite tot toetreding van „De Ned. j versterkt geworden. Voor de inede-
Chr. Geh. Onth. Bond" (zonder in-1 werking bij de Afdeeling van
grijpende verandering van het grond- Toonkunst alhier, Aestetisch genoot-
begiusel der StatuteD) bij den iater-1 schap te Rotterdam, als ook andere
nationalen Bond des Blauen Kreuzesengagementen was het uoodzakelyk
in Dnitscbland.
2. De Algemeene Vergadering be
sluite
Een verzoekschrift te richten aan
de verschillende Spoorweg-Maatschap
pijen hier te iande, om op te ruimen
en steeds te weren den verkoop van
alle alcoholhoudende dranken in hunne
stations eu langs de treinen.
3. De Algemeene Vergadering be
sluite een verzoek bij de genoemde
Maatschappijen iu te dienen, om niet
alleen haar personeel den verkoop
van alcoholhoudende dranken, het
houden van herbergen, koffiehuizen,
bierhuizen, restaurants, logementen
enz. te verbiedeuma&r zulks even
eens uitdrukkelijk te verbieden aau
vrouwen of kinderen van dat personeel,
omdat znlke verkoop maar al te veel
uitgevoerd wordt op naam van vrouw,
zoon of dochter. Zelfs wordt dit wel
uitgevoerd onder bedekte termen door
minderjarige zoons. Dit geschiedt vol
gens onze bescheiden meening tegen
de gestelde maatregelen der Maat
schappijen eü daardoor wordt art. 16
der bepalingen betreffende bet per
soneel verkracht.
Bfi het tweede voorstel sluit zich
een voorstel van het Hoofdbestuur
aan, om aau directiën van vervoer
middelen te doen verzoeken geen al
coholische dranken te doen verkoopen.
Verder zullen nog eenige voorstel
len van meer buishoudelyken aard,
ingediend door het Hoofdbestuur, de
afdeeling Haarlem, en enkele leden
behandeld worden.
Van de bestuursleden zijn aan de
beurt van aftreding mej. A. G. P.
Schreuder en de heer A. Bakker
(beiden niet meer herkiesbaar).
Den avond voor de vergadering zal
in de kerk der Broedergemeente alhier
een openbare vergadering plaats vin-
deD, waarin als spreker zal optreden
Ds. C. M. W. Plee van Wezep, met
liet onderwerp: „de zaak der Geheel
onthouding."
Hedenmorgen omstreeks half tien
kwam een wagen van de Amerikaan-
sche Petroleum Company de Korte
1 Veerstraat inrijden. Doordat de be
stuurder blijkbaar niet spoedig ge-
de bocht kon maken liep het
eenige partijen te verbeteren, en te
versterkenvoor 1ste Hobo is geënga
geerd de beer Stahl van het Concert
gebouw eeu le Fagottist komt einde
dezer maand uit Berlijnvoor 2e Fa
got is geëngageerd de heer van Geest
uit 's Graveuhage, terwijl de beide
zoons van don Directeur die in Janu-
ar. hun eind-diploma van de Koninkl.
Muziekschool bekomen, plaats nemen
bfi de eerste violen bfi de tweede
violen is geëngageerd de heer van
Hooft.
De bezoekers der Matineé's iu de
.„Vereeniging" kunnen dus Zondag
reeds met het nieuw georganiseerde
orkest kennis maken.
Te vier uur hedenmiddag kwamen
in de rectoiskamer van het gymuasinm
de Rector en de leeraren van die in
richting byeen, om afscheid te nemen
van hunnen collega Dr. K. Kuiper,
die wegens zyne benoeming tot hoog
leeraar, naar Amsterdam vertrekt.
Met een waardeerend woord van
den rector, Dr. Hoffmann, werd aan
Dr. Kuiper een souvenir aangeboden.
BI
i m E N L A n 83,
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Emin Bey erkend en toegelaten als
consul-generaal van Turkije, te Ba
tavia.
Benoemd tot directeur van enleer-
aar aan de Rijksboogere burgerschool
te Helmond, D. Horn, leeraar aan
de Rijks- H. B. S. te Venloo, met
toekenning van eervol ontslag uit die
betrekkingtot directeur van het
post- en telegraafkantoor te Sappe-
meer. J. M. van der Poel, thans in
gelijke betrekking te Klundert; tot
ridder in de orde van Oranje-Nassau
de heer A. van SendeD, Oost-Indisch
ambtenaar met verlof, laatstelijk con
troleur 1ste klasse bfi het binnen-
landsch bestuur in de bezittingen
buiten Java en Madura.
De heer W. P. Smit Sibinga arts
by het personeel van den geneeskun
digen dienst van het leger in Ned.-
Indië, benoemd en aangesteld tot off.
Heinsius, thans tijdelijk leeraar aan
de Ryks H. B. school te Zwolle, met
toekenning van eervol ontslag uit
laatstgen. betrekking.
AtjAll.
De Regeeriog ontving Woensdag
het volgende telegram
Van 1 tot 8 dezer Pasaugan door
kruist, waarbij nagenoeg geen tegen
stand werd ondervonden.
Toekoe Tjehek is naar het gebergte
gevlucht.
Deu 9n kwamen de troepen te Te-
loü-Semawe terug. De expeditionaire
Javakolonne zal den 25ston dezer
terugkeeren.
Voor blijvend actief optreden wor
den voorloopig twee bataljons Atjeh-
troepen in garnizoen gelaten.
De correspondent te Batavia der
N. R. Ct. seint onder dagteekeniDg
van Woensdag:
Het 2e bataljon, het 3e eskadron
en een reserve-battery keeren den
25sten naar Java terug.
J. T. M. Smits van Oyen. f
Te Eindhoven is Woensdag na een
laDgdurig ziekbed overleden de beer
J. T. M. Smits van Oyen, lid der
Tweede Kamer voor het district Eind
hoven.
Door de siroomtram van Alkmaar
op Haarlem is tegenover Nyenburg
een vrouw aangereden, die doof was
en tusschen de rails liep. Zy is deer
lijk en gevaarlijk gewond
IiUb i XI
paard recht op de vitrine van hot van gez. 2de kl.
mantel magazijn „De Zon" van de Tijdelijk benoemd tot leeraar aan
heeren Vroom Dreesman aan en de Rijks H. B. S. te Gouda, dr. J.
Reisgeld aan gevangenen.
De minister van Justitie, met vol
ledige konnis van zaken wenschende
te oordeelen over liet door het hoofd
bestuur van het „Nederlaudsch Ge
nootschap tot Zedelijke Verbetering
van Gevangenen" opnieuw ter sprake
gebrachte punt, betreffende het voor
zijn rekening verstrekken van reis
geld aan gevangenen (afgescheiden
van hun uitgaanskas), die tot het
ondergaan hunner straf om bijzondere
redenen naar een meer of minder ver
Ydu hun woonplaats gelegen gevan
genis zijn overgebracht, hc-efc per
circulaire aan de verschillende colle
ges van regenten over de gevangenis
sen en huizen van bewaring in de
arrondissementshoofdplaatson een
achttal vragen gesteld, uit welker
beantwoording zal kunnen bljjken
le hoeveel gevangenen in de eerste
acht maanden dezes jaars uit de ge
vangenissen hier te lande zyn ontsla
gen, die hun straf ondergingen, ge
deeltelijk of geheel, in een gevangenis
buiten het arrondissement gelegen
waarin zy veroordeeld weiden; 2e
om welke reden huu verplaatsing of
opneming in die gevangenis is ge-
scnied3e hoeveel reisgeld die ge
vangenen hoofd voor hoofd noodig
zouden gehad hebben, indien hun, af
gescheiden van hun uitgaanskas, van
Rijkswege reisgeld ware verstrekt ter
bereiking hunner laatste woonplaats
of plaats van bestemming4e hoeveel
dat reisgeld zou hebben bedragen,
bijaldien hun, by ontslag uit de ge
vangenis van het arrondissement,
waarin de Rechtbank, die hen ver
oordeelde, is gelegen, op dezelfde wyze
reisgeld ware verstrekt5e hoeveel
tijd zij in de gevangenis doorbrach
ten 6e hoe groot hun uitgaanskas
was7e waarheen zy vertrokken en
Se hoevelea van hen, overeenkomstig
de daarvoor bestaande bepalingen,
reisgeld ontvingen en tot welke be
dragen.
Een ideaal dienst.
Een der Haagsche bladen bevat de
volgende vermakelijke advertentie:
Door een Indische familie (klein
gezin), wordt terstond gevraagd: een
moderne, elegante Dienstbode van
fatsoenlijke familie, liefst eeu Haag
sche. Loon f200 's jaars; kan op veel
verval rekenen. Vroeg opstaan geen
vereischte. (Uitslapen geoorloofd).
Piano en salon ter beschikking van
familieleden en vrijer. Het kistje si
garen van den huisheer staat steeds
op de schrijftafel. Het snel vermin-
neren van portwyn en madera zal
geen ergernis wekken. Op het weg
raken van kleinigheden zal niet wor
den gelet, evenmin op het breken van
servies. Uitgaansdagen geheel naar
verkiezing. Vrye beschikking over den
huissleutel.
Brieven fr., lett. K. R. U. I. S.,
aan het bureau van dit biad.
Het gemartelde kind.
In het Utr. Dagbl.. dat zich in do
zaak van het ongelukkige meisje zoo
verdienstelijk beeft gemaakt, komt
thans een uitvoerige beschrijving voor
van de Martba-Sticbtiug te Alfen aan
den Rijn, waar het kind is opgeno
men. De schrijver is vol lof over deze
stichting, die zich zoo gunstig van
vele inrichtingen van dien aard onder
scheidt.
„Met denzelfden trein kwam ook
het stiefkind van Tennis Weverwyk,
het martelaresje, zooals het nu wordt
genoemd overal, 't Was gehaald uit
IJselstein door de dame, die de kosten
zal dragen, en eene dochter van den
directeur der stichting, den heer C.
Geel. 't Zag er wel wat beter uit dan
toen ik het gezien had, juist acht
dagen geleden iu het gebouw van
Justitie, natuurlijk helder en zindelijk,
maar toch nog erg bleekjes, met nog
diezelfde schuwe oogjes en 't in-droeve
gezichtje, 't Was maar heel goed,
vertelde de directeur me, een vrien
delijk goedhartig man, dat 't nu naar
de stichting was gekomen, anders zou
men in IJselstein, natuurlijk iD een
voud en goedhartigheid, de zaak ge
heel bedorven hebben. Want niet
alleen dat het in liet gezin van deu
veldwachter den geheelen dag gesold
werd en vertroeteld en voor het uit
gehongerde zwakke lichaampje te
sterk gevoed, maar men was er na
tuurlijk trotsch op om er mede door
het dorp te loopen. eu dan stopte
elkeen 't wat toe, deze koek, gene
taart, eene derde een snee roggebrood,
,eeu vierde een wortel, en zoo voort.
Zaterdag was het dan ook al onwel
geworden, en thans had de dokter
de grootste voorzichtigheid in de voe
ding aanbevolen, zoodat niet moet
worden toegegeven aan de gulzigheid,
die ze na betoont. Dan moest ze veel
liggen, omdat ze zoo erg zwak is en
veel in de lucht, 't Kind was moe
van de reis, en daarom is ze spoedig
naar 't ziekenhuis in een warm bedje
gebracht, waar bet direct in slaap
viel".
Dat de Mariha-stichtiDg meer on-
gelukkigen herbergt blijkt uit hetgeou
de schrijver verder vertelt.
„Toen ik verleden week het kind
had gezien in 't gebouw van Justitie,
meende ik, omdat 't was voor het
eerst in m'n leven, dat ik al iets hóél
buitengewoons, 'n uiterste gezien had.
Doch dat was het niet, op verre na
niet. Hier heeft men 't me dnidelyk
gemaakt met weinige staaltjes die ik
hoorde. Van een dertienjarig meisje
uit Lunteren, Klaasje Veldhuizen,
dat jaren lang geleefd bad in een
varkenshok op 't land, waar 't rond
kroop in 't vuil op handen en voeten,
en in de aardappelenkailen opat rauwe
aardappels, totdat 't werd wegge
schopt door de knechten. Toen meu
't vond, kon 't niet meer spreken,
gansch wezenloos was het, en na heel
veel moeite had men 't een beetje
mensch weten te maken, na driejaar,
maar toen is ze gestorven. Ze speelde
met een ledereu pop en heeft 't niet
verder kunnen brengen dan tot een
tevreden, blyden glimlach. Van eeu
knaapje, üendrik Oosterman uit
Utrecht, dat van de geboorte tot zy a
zesde jaar steeds dronken is geweest,
omdat 't aldoor maar met jenever
gevoerd was door de moeder. Ook
dat is in de stichting gestorven, tin
nog eenige dergelyke staaltjes hoorde
ik van verpleegden, die thans reeds
mensch zyn geworden, of 't weldra
zullen zyn.
„Er is veel, veol ellende in de
wereld, die niet wordt gezien.
„Maar zou er niet meer kunnen
worden gezien dan thans?"
De schrijver pryst het vooral in de
Martha-stichticg dat, wanneer hars
verpleegden tegen den twintigjarigeu
leeftyd zich eeue positie in de maat
schappij hebben verworven, de ban
den van vriendschap en ouderlijke
zorgen toch niet worden verbroken.
„Mooi, omdat ik voor de Rechtbank
niet zoo heel zelden menschen zie als
landloopers, die direct of na omzwer
vingen van maar heel luttele jareu,
overstappen van het weeshuis naar
de schans, om daar hun leven voort
te zetten en te eindigen."
Aan een opwekking om de Martba-
stichting, die het niet breed heeft, te
steuueu, omdat zij het werk der barm
hartigheid op nog ruimer schaal zal
kunnen beoefenen, voegt de redactie
van het „U. D." de mededeeling toe
dat van de gelden, die speciaal voor
het meisje Weverwyk inkomen, eeu
spaarbankboekje zal worden gekocht,
dat haar bij haar vertrek uit de stich
ting zal worden ter hand gesteld.
Dinsdag ontstond aan boord van
eeu visschersvaartuig, dat den Nieu
wen Waterweg reeds uit was, tusschea
FEUILLETON.
Door den schrik, dien. de vijand haar
angejaagd had, was het jonge meisje
oo ontzenuwd, dat het klimaat van het
rerwenschte eiland, waaraan zij tot nu
oe zoo moedig weerstand had geboden,
iu zijn invloed op vreeselijke wijze deed
plden.
Volgepropt met kinine, zat zij in het
Lefebwerijtuig te soezen, steeds tegen
ie zon beschut door Barca, die met
iclirik zag hoe Friquette al meer en
neer verzwakte.
De arme soldaten, die haar allen
tenden en om haar toewijding waardeer
den, vérgaten, hun eigen leed om haar,
lie zich vrijwillig voor hen had opge-
ifferd, eenige verlichting aan te bren-
Zij bewezen haar zooveel hartelijkheid
eu vriendschap, dat Friquette's oogen
lich dikwijls met tranen van dankbaar-
ïeid vulden.
Soms bracht eon van die moedige
jonge menschen, die zoo wreed op de
proef werden gesteld, haar een vrucht,
die vergeten aan een boom hing, of een
bloem, dien hij van verre bemerkte en
strompelend ging plukken, of een weinig
frisch water, zoo juist uit een bron ge
schept
Eindelijk en ten laatste bereikte men
Suberbieville.
Dit was de perste groote halte. Maar
hoevelen bleven daar niet voor altijd,
ver van Frankrijk, waar zij hun krach
ten terug hadden kunnen winnen
Hier, in zulk een klimaat, verwijderd
van hun bloedverwanten, en om wie zij
wanhopig riepen, was de dood onvermij
delijk.
De doktoren, na de zieken nauwkeu
rig onderzocht te hebben, besloten de
minst ernstige onverwijld naar Ambato
te laten vervoeren en met de eerst vol
gend gelegenheid naar Aukoboka en
Majunga.
Daar Friquette zeer ernstig aangetast
was, behoorde zij natuurlijk niet tot
deze uitverkorenen.
Toen zij te Suberbieville aankwam,
was zij niet meer bij kennis.
Zij herkende zelfs haar goeden vriend,
den dokter niet meer, die, uiterlijk te
gen alle ellende en verdriet gehard
schijnend, haar wanhopig gadesloeg.
Hij liet haar naar een groot luchtig
vertrek brengen en besloot met de toe-
j wijding, die hem nooit verliet, haai- aan
den dood te betwisten.
Barca, als altijd op zijn post, nam
naast haar krib plaats en gunde zich
geen rust, noch tijd om te eten. Fri
quette zag met glazige oogen voor zich
uit. niets ziende en niets hoorend ter
wijl het levensvuur reeds uitgebluscht
scheen.
De koorts, was minder hevig, maar
de dokter, haar steeds meer ziende ver
zwakken, vreesde en niet zonder reden,
dat bloedarmoede de oorzaak vau haar
dood zou worden.
Toen men in het hospitaal van haar
ziek zijn hoorde, heerschte er een diepe
verslagenheid.
Soldaten, onderofficiers, Arabische ge-
j leiders, tirailleurs, allen verlangden naar
tijding van haar en beefden toen zij ver
namen, dat hun goede engel, him vrien-
j din uit droevige dagen, ook op haar
beurt bezwijken zou. De Fransche post
i kwam aan en bracht brieven voor Fri-
1 quette.
j Haar vader en moeder, eindelijk ge
rustgesteld, hadden vellen vol geschre
ven en verblijddeal zich al reeds bij de
gedachte aan baar terugkomst.
Het jonge meisje bezat niet de kracht
do brieven te openen en de regels te
ontcijferen, die voor haar oogen een
zwarte vlek vormden.
Even kreeg zij haar bewustzijn terug,
toen do dokter haar in korte woorden
den inhoud van den brief meedeelde.
Twee dikke tranen welden in haar oogen
op en rolden over haar bleeke wangen,
terwijl zij met zwakke stem stamelde -.
„Mijn God, zal ik ze ooit terugzien!"
HOOFDSTUK XI.
Dagen van spanning. Herstel.
Terugkeer. Zeereis. Een nieu
we kennis. De eene herstel
lende, helpt den ander.
Te Marseille. Belofte. Eind goed
alles goed.
De dagen, die nu volgden, werden in
een angstige spanning doorgebracht. Nu
en dan scheen het alsof Friquette de
ziekte te boven zou komen, dan weder
beschouwde de dokter haar in diepe
verslagenheid. Weliswaar was zij dik
wijls bij kennis, en namen de koortsen
af, maar haar krachten keerden, naar
den zin van den dokter, veel te lang
zaam terug.
Het- was aangrijpend om te zien.
hoe de zieken in het hospitaal zich be
ijverden haar leed te verzachten... de
een kwam haar voorlezen, een ander
bracht haar een verfrisschende vrucht
of iets dergelijks, maar dit alles geschied
de niet zonder toestemming van Barca,
die niet van zijn post week. Bemerkte
hij, dat zijn weldoenster vermoeid was,
dan werden alle bezoeken geweerd en
moesten de belangstellenden teleurge
steld heen gaan.
Zoo leefde men tot einde September
tusschen hoop en vrees.
Toen begon het gezicht van deu dok
ter op te klaren en zeide de goede man
dikwijls
„Als ge zoo voortgaat, mijn moedig
verpleegstertje, zult ge Frankrijk weder
terug mogen zien."
Datgene, wat de dokter zoo gewenscht
had, gebeurde. De versterkende midde
len, die Friquette tot nu weigerde te
nemen, gingen met graagte naar bin
nen. Dat was een goed toeken.
De koorts verminderde meer en meer
en bleef eindelijk weg.
Toen brak de dag aan, waarop zij
voor het eerst mocht opzitten.
En hoewel nog bleek en vermagerd,
was het toch dezelfde Friquette geble
ven... moedig, flink en vroolijk.
Op een goeden dag, het was reeds
twee weken geleden, dat zij voor 't eerst
opzat, kwam de dokter bij haar e*
zeide
„Beste juffrouw Friquette, het ver
heugt mij. dat ge de ziekte te boven ge
komen en zooveel beter rijt.
Toch moet ik u zeggen, dat gij in dik
klimaat nooit geheel uw vroegere go-
zondheid terug zult krijgen en daarom
oordeel ik den terugkeer naar uw laud
hoog noodzakelijk."
Friquette verbleekte en stamelde
„Maar dokter, er valt hier nog zoo
veel voor mij te doen... nu reeds terug
gaan...", en twee groote tranen, welden,
in haar oogen op.
„Ja, mijn kind, toch is het beter,
een zeereis zal u goed doende volgen
de week vertrekt ei" een escorte naar Am
bato, en vandaar naar de havenplaats
Majunga.
Hoezeer het mij ook spijt hoop ik,
dat gij aan mijn verzoek zult voldoen
en het escorte vergezellen."
„En Barca en mijn zébul" vroeg Fri
quette.
„Die zou ik niet van u willen schei
den. De kapitein van de stoomboot,
waarmee gij van Majunga vertrekt, aal
voor hen zeker een plaatsje willen in
ruimen.
„Ik dank u, dokter. Ik zal aan. uw;