X
"De commissie bèpStalde nu, dat zoo-1
dra de lijst gesloten was, de som
bijeengebracht, door 80 gedeeld, het
bedrag zoude aanwijzen, hetwelk aan
de 80 vrijwilligers zoude gewaarborgd
worden.
Ook te Voorhout schijnt het plau
Coolen tot verwezenlijking te zullen
komen.
De belooning voor vrijwilligers voor
de militie bedraagt aldaar f200 en
veor reserve-vrijwilligers f50.
Sport en edstrójjdena
Voetbal.
Uitslag van Zoodag gebonden voet
balwedstrijden der le klasse clubs:
Te Amsterdam tusschen R. A. P.
aldaar en H. B. S. uit 's Gravenhage.
Na heftigen strijd was de uitslag 0:0.
Te's Gravenhage tusschen de Haarl.
F. C. en de Haagsche V. V. De Ha
genaars wonnen met 5 tegen 1.
De wedstrijd die hier ter stede zou
worden gehouden tusschen „Haarlem"
en „Rapiditas" van Rotterdam is niet
doorgegaan, wijl het veld is afgekeurd.
£.ett£i°er< e«t Kuoat.
Een Rembrandt beschadigd.
Volgens het Ned, Daybl is op de
Rembrandt-tentoonstelling een zeer
betreurenswaardige onvoorzichtigheid
gebeard met een der der doeken. De
schilderij EstherRaman en Ahas-
verus, toebehoorende aan den Kouing
van Roemenië, heeft ernstige schade
bekomen, doordat een haak in den
wand der tentoonstellingszaal door
een der zoo sprekende oogen van
.Ahasverus is gedrongen. D n vorste-
lijken eigenaar is f5000 schadever
goeding toegekend. Wol zal het oog
zorgvuldig mogelijk worden bijge
werkt, maar kenners vreezen, dat na
luttele jareu de gerepareerde plaats
zich scherp op het doek zal onder
scheiden.
Ned. Tooneel.
Men schrijft ons uit Amsterdam.
De Kon. VereenigiDg braeht Zater
dagavond ten tooneele ..Medea" van
Legouvé, in de vertaling van Floris
van Wester voort. De zaal was bui
tengewoon slecht bezet, hetgeen zeer
te betreuren is, daar mevrouw Fren-
kel—Bouwmeester alléén, reeds door
hare aangrijpende vertolking vau de
ongelukkige hoofdpersoon aanspraak
had mogen maken op een uitverkocht
huis. Mevrouw Frenkel heeft „Medea"
meesterlijk gespeeld, het is het beste,
wat zij sedert den aanvang van het
seizoen heeft gegeven.
Jammer was het echter, dat overi
gens de bezetting te wenscheu liet.
De heer van Schoonhoven, die zijn
rol in de helft vaD deu tijd had kun
nen spelen, wanneer hij der's wat min
der melodramatisch-lang had laten
rollen, gaf een Jason, waaraan nog
al wat te verbeteren viel. Mejuffr.
Rika Hopper heeft getoond eene kun
stenares te zijn, die het „Nêerlandsch"
in waarde heeft te houden. Kreusa,
door deze lieve jonge dame gecreëerd,
komt met Medea de eer toe, de op
voering te hebben gered, zóó, dat het
publiek ua de 2de en 3e acte in een
geestdriftig gejuich zijn tevredenheid
uitte. Een zeldzaam verschynsol in
den Stadsschouwburg.
Mimosa San, het „theoraeisje" uit
de lieve, japansche operette de Geisha
die door het gezelschap Prot zeer
verdienstelijk wordt opeevoerd, heeft
Zaterdagavond reeds voor de 50ste
maal hare vroolyke liedjes in het ge
zellige zaaltje in de Middenlaan dóen
hooren.
Hoewel de directie niet de beleefd
heid heeft ons, zooals gebruikelijk is,
van hare „fans et gestes" op de hoogte
te houden, mag toch niet verzuimd
worden terloops meldiög te maken van
dit 50-dagig jubileum! Mevrouw Bu-
derman, mej. Ude, in éen woord de
voornaamste optredeDdeo, incluis de
orkest-directeur, de heer v. d. Nou-
ten werden onder bloemen bedolveD.
En behoeft het betoog het onder
werp en het seizoen in aanmerking
genomen, dat het een schat van
chrysantemums was, die over bet
voetlicht stroomde?
Het stuk zal nog wel eenige weken
Zij had een bepaalden afkeer van dok
ter Darkham, maar een bijzondere ma
nier om haar afkeer te verbergen.
..O heel, heel dikwijls", zeido mevrouw
Greatorese minzaam. „Ik trachtte altijd
alles voor liaar te doen, wat in mijn
vermogen was.
Mevrouw Greatorese passeerde altijd
voor de kleindochter van een graal. En
natuurlijk bezitten adellijke kleindoch
ters verantwoordelijkheden o.a moe
ten zij vriendelijk voor hun minderen
zijn. Als mevrouw Greatorese naar een
bazar ging wat zij zelden deed, daar
het liaar te kostbaar was onderhield
zij zich altijd zeer vriendschappelijk niet
de vrouwen en zusters dei- winkeliers van
Riekten altijd voor een zekeren tijd.
liet maakte zoo n goeden indruk en er
waren precedenten, altijd zeer voorna
me. van zoon gedragslijn op te noemen.
,.En gij r zeidq mevrouw Poynter
rich tot juffrouw Firs-Robinson wen
dend, die een wednig grimmig zag. De
oude dame had mevrouw Greatorese
eenige oogenblikken bestudeerd. „Ont-
raocttet gij liaar dikwijls?"
„Wel, liefst zoo min mogelijk," zeide
de oude vrijster oprecht cm oen weinig
boos. „Een leelijker, onaangenamer
•vrouw heb ik nooit van te voren ge-
trien."
op het programma blijven eh, wieü
het nog niet zag, is een bezoek wel
aan te raden. Men ziet weinig ope-
retten, waar gegeven, muziek, decora-
tiën eu costumes zóo medewerken tot
eeu kleurig, vroolyk amusant geheel.
Louis Couperus is van plan, om
in Februari a.s. met zijne ecötgenoote
een reis naar Nederl. Indië te onder
nemen.
Jonkvr. Anna de Savornin Lobman,
de schrijfster, die eenigeü tyd ten
behoeve van bare gezondheid zich
in Duitschland onder geneeskundige
benandeiiDg had gesteld, is zoo goed
vooruitgaande, dat zy binnen kort
naar Den Haag denkt terug te
koeren.
RECHTSZAKEN.
Naar meu verneemt heeft de raad
kamer van de rechtbank te 's-Gra-
venhage na een langdurig voorafgaand
onderzoek naar den geestestoestand
van den verdachte, die daartoe ter
observatie in een krankzinnigenge
sticht geplaatst was, den gep. kapi
tein Vemer, wegens den bekenden
aanslag op twee vrouwen in de Wei-
marstraat, verwezen naar de open
bare strafzitting, zoodat hy eerlang
terecht zal staan, beklaagd van moord
en poging tot moord.
Brieven uit Berlijn.
Particuliere correspondentie.
Bij Keiler Reiner,
Postdammerstrasse No. 122.
Berlijn, 4 November '9S.
Het ia een vrij algemeen bekend feit,
dat Berlijn tegenwoordig op muzikaal
gebied in Duitscliland en in de andere
Germaansche landen den toon aangeeft.
Wat voor dramatische zangers en zange
ressen mevrouw Cosima W a g ne r 's
Festspielhaus in Bayreuth is
de officieele erkenning van hun talent
dat is de opera en het podium van
P h il ha.r m o ni e, Sing-Akade
mie, Saai Bechstein hier in Ber
lijn voor concertzangers en overige mu
sici. Tengevolge van den grooten toe-
vlood bestaat er tusschen de uitvoeren
de kunstenaars een scherpe concurrentie.
Allen streven er naar in Berlijn op te
tredenhet Mekka, zoowel voor begin
ners als voor kunstenaars van gevestig
de reputatie. De Hollanders laten zich
hier niet onbetuigd. Hoewel liet seizoen
eerst pas begonnen is, hadden wij gis
teren reeds hét derde Hollandsche Con
cert in de zaal Bechstein.
Een paai- weken geleden hoorde ik
daar het Amsterdamsche Conservator
rium-quartetCramer, Mossel, Spoor en
Hofmeester, die voor het eerst in Ber
lijn spoelden en veel succes hadden. Een
weelc later trad van Eweyck op en gis
terenavond genoot ik van het geache
veerde spel van Coenraad Bos, piano
en Joseph van Veen viool, die 3 sona
ten van Brahms verdienstelijk weerga
ven. Vooral het spel van Bos was zelf
bewust, zij n aanslag krachtig. Een warm
applaus viel beiden kunstenaars ten deel.
O]) het gebied der Beeldende Kunsten
heeft Berlijn München nog niet kunnen
overvleugelen. Doch ook hier is het
slechts een kwestie van tijd.
Op de groote Kunsttentoonstelling, bui
ten in Moabit waren eenige goede stuk
ken. Van Hollanders zag ik het portret
eener dame in Friesch kostuum en lange
Zweedsche handschoenen van Bischop.
In een stad als Berlijn, welke zich op
elk gebied zoo krachtig ontwikkelt, is
er behoefte aan lokaliteiten, waai- de
nieuwe leunstinriehtingen zich in al hare
consequenties, in hare goede en kwade
eigenschappen kunnen uiten.
Aan die behoefte zijn de heeren Kei
ler Reiner tegemoet gekomen.
Hunne kunstsalons waaraan kort gele
den nog een groote zaal is toegevoegd,
behooren tegenwoordig tot de groote
aantrekkelijkheden van de stad. De ou
dere kunstsalons, „Schulte Unter den
Linden," ..Gurlitt, Leipziger Strasse" be
palen zich uitsluitend bij schilderijen
en hier en daar een beeldengroep. Kei
ler Reiner zijn echter de eersten,
die in hunne zalen een permanente ten
toonstelling organiseeren. niet alleen van
schilderijen, maar van producten van
allerlei aard der moderne Kunstindus
trie, meubels, tapijten, gas- en electri-
sclie lampen, decoratief smeedwerk, Ke-
„O. beste juffrouw Firs-Robinson,"
riep de vrouw van den rector uit, een
klein, bleek vrouwtje. „Gij moest bc-,
denken, dat zij dood is."
„Ja, dat bedenk ik wel," zeide de oude
dame met luider stemme. „Maar wat
verandert dat aan de zaak Als de doo-
den geprezen willen worden moeten zij
zich bij hun leven ook goed gedragen
en dat deed rij niet. Het spijt mij, dat
de arme vrouw op die manier stierf
zonder zelfs bij kennis te rijn gekomen."
„De* toestand was van den beginne af
hopeloos," zeide mevrouw Poynter. „Dr.
Bland en dr. Dillwyn hebben dit beiden
geconstateerd."
„Neen," zeide Agatha onwillekeurig.
„Dokter Dillwyn heeft mij gezegd, dat
er misschien herstel mogelijk was."
„Jou verteld vroeg mevrouw Grea
torese heel zacht en even glimlachend.
„Maar wanneer dan, beste Agatha
Het jonge meisje zag haar aan en
zweeg. Zij scheen in verlegenheid te rijn
gebracht.
Mevrouw Greatorese. die een uitste
kend diplomaat zou zijn geweest, be
treurde haar vraag en stapte over de
quaestie heen. Zij was vastbesloten haar
nichtje een goed huwelijk te laten doen
en dus zóu het feit, dat er aan hem, di?n
armen, jongen dokter,' die zich pas ge-
ramiek, boekbanden, geweven stoffen,
glaswerk, porcelein en dergelijke.
Deze richting, uitgaande van den gema
len William Morris, den duizendkunste
naar in den waren zin van 't woord, heeft
zich ook in Duitscliland in den laatsten
tijd ruim baan gebroken. Tijdschriften in
den trant van „The Studio" als„Zeifc-
schrift für Dekorative Kunst," „Zeit-
schrift für Bücherfreunde," en andere
voldoen aan een bepaalde behoefte.
Da tijden, dat men hier zwelgde in
„Altdeutscho Zimniereinrichtungen" en
stoffige Makartboekets enz. rijn voorbij.
De ligging vau de lokaliteiten van
Keiler en Reiner in de Potsdauimer-
strasse op den hoek van een zijstraat
is bijzonder gunstig, daar elk vertrek
rijn licht direct van buiten ontvangt.
Het- interieur heeft kort geieden een
groote verandering ondergaan. De be
kende Belgische Kunstenaar Henri
van de Velde heeft aan de eerste
der serie vertrekken een zeer bijzonder
cachet gegeven, door in de muuropenin-
gen tusschen het voorafgaande en het
volgende vertrek fraai gebogen open lof
werk van blank eikenhout aan te bren
gen, welks grillige lijnen zeer mooi har
monieer en met de zachtgetinte lijnen
der lambriseering boven langs de muur
vlakken. Ook de blanke eikenhouten
kasten met koperen beslag en de boe
kenkast bij het raam, waar een heerlijk
rustig intiem hoekje is gevormd, waar
j men op z'n gemak van tal van tijdschrif
ten en boeken over kunst en littera
tuur ongestoord kan genieten, zijn door
hem ontworpen.
De vier volgende salons, die veel klei
ner zijn, bereikt men langs een fraaie
eikentrap. Elk vormt een intiem gezel
lig interieur en juist daardoor winnen
de tentoongestelde meubelen en lcuiisfc-
voorwerpen van glas, aardewerk, brons
enz. zoo bijzonder, omdat ze er niet
maai* onverschillig zijn neergezet, doch
juist daar, waai- ze in een dergelijk mi
lieu behooren te staan. Van deze vier
salons dunkt mij vooral het eerste bij
zonder goed gelukt- Meubelen en muur-
lijsten van glimmend donker mahonie
hout bij zwart af. De stof van sopha en
stoelen, dof blauw laken met opgelegde
gele, mooi gelijnde arabesken van dezelf
de stof.
De inrichting van het vierde vertrek
munt uit door do artistieke wanddeco
ratie van mej. Kirschner uit Berlijn,
bestaande uit een lichtbruine stof, waar
op liooge lisplanten en waterleliën deels
geschilderd, deels met witte vloszij opge
werkt zijn. Het geheel maakt een mooi
effect. Langs deze vier salons loopt een
lange galerij, waai- „de ouderen aan
het woord rijn. Reproducties naar doe
ken van Raphael, Velasquez, Rembrandt
Rubens, Holbein en anderen bedekken
de wanden. Langs deze galerij komt men
ten slotte in een groote, achter de vier;
salons gelegen zaal, uitsluitend voor ex
positie van moderne schilderijen be
stemd..
In da verschillende salons staan hier
en daar kranige bronzen groepen. Bij
zonder trof me een „mijnwerker" door
Meunier. De trekken van stugge gela
tenheid, van rich schikken in het nood
lot, in den kop van dit beeld, zijn mees
terlijk weergegeven.
De verzameling schilderijen, welke in
de verschillende lokalen tentoon gesteld
rijn, worden iedere maand vernieuwd.
Het winterseizoen werd met een ten
toonstelling van. levende Duitsche mees-
sters geopend. In een van de kleine sa
lons hingen de vorige maand een serie
Crayonschetsen van den grooten his
torieschilder Menzel uit zijn vroegsten
tijd tot nu toe. Gedurende de maand
November zijn volgens den Catalo
gus de Belgische en Hollandsche jon
ge schilders en de Fransehe Neo-impres-
sionisten tentoongesteld. Van Hollanders
heb ik echter alleen Lokhorst kunnen
ontdekken, die eenige mooie aquarellen
heeft ingezonden.
Van de Belgen zijn eenige kranige
stukken van Verheyden in Brussel
vooral een wazig heilandschap, met een
stille waterpartij is bijzonder goed, even
zoo is een groot doek. een Hollandsch
landschap met een dorp in het verschiet
juist gezienEen andere Belg, Hermans
uit Brussel, zond een naakte vrouwen
figuur in, mooi van vleeschtoon.
De Neo-Im pressionisten zijn door een
vrij groot aantal doeken van v a n R ij s-
s e 1 b e r g h e, Cross-St. C 1 a i r. Ma
xime Luce, Paul Signac allen
uit Parijs, vertegenwooi-digd. Ik geloof
niet, dat ik me ooit voor hun richting;
zal kunnen warm maken. Daarvoor is
ze me te onnatuurlijk.
Bij sommige stukken, aJs bv. bij de
wonderlijke bizarre landschappen van
vestigd had, als mogelijke partij gedacht
kon worden, haar plannen in duigen
doen vallen.
Daarcm kwam zij Agatha to hulp
en deed alsof zij een antwoord op haar
vraag ontvangen liad.
„Hij schijnt dan op twee gedachten
gehinkt te hebben, waardoor hij bewijst
hoe weinig vertrouwen men in hem kan
stellen. Men moet zich ook niet op zulke
jonge mensclien verlaten."
„Ik ben nieuwsgierig, of die partij
van Lord Amberfc nog door zal gaan,"
zeide de vrouw van den rector, op zach-
ten, vertrouwelijken toon. 't Zou den
volgenden Donderdag zijn, niet waar?"
„Ik zou haast denken van niet. Lord
Ambert is er de man niet naar..."
„Neen, dat is zoo..."
„Het komt mij voor, dat hij meer
terughoudend dan wel onsympathiek i?,"
zeide mevrouw Greatorese, die hem altijd
steunde. Waren zij niet van den zelfden
stand? „Gaat gij?" vroeg zij aan me
vrouw Poynter.
„Wij rijn wel gevraagd," zedde net
aardige vrouwtje met nedergeslagen
oogen. „Maar denkt gij, dat er iemand
zal gaan.nu dat ongeval nog zoo frisch
in het geheugen ligt. Gaat," rij zweeg
even, „gaat gij?" j
„Ik ga. zeker naar geen enkele par-
Paul Signac vraagt men rich onwille-
keurig af, of de schilder wellicht eens
heeft willen probeer en, hoe ver hij gaan
kan in het sollen mot het publiek.
Men kan al die gepuncteerde doeken ei
genlijk geen schilderijen meer noemen 't
is naar mijn idee een soort geschilderd
mozaïek werk. Een van mijn vrienden
noemde deze gepuncteerde stukken bij
zonder geschikt als „Vorlagen" voor het
bewerken van stramien met veelkleurige
grove wol, en ik kon hem geen ongelijk
geven. Van van Rijsselberghe hangt er
een groot doek. da een wand geheel
inneemt: badende vrouwen aan het
strand der zee, het geheel in een hoog
gelen toon, zoo fel door de zon verlicht,
dat de vrouwen meer hebben van squaws
van roodhuiden dan van Europeesche
vrouwen.
Ik gaf wat, als ik in plaats van deze
vertegenwoordigers van wansmaak eeni
ge stukken van onze Hollanders had
mogen zien.
In de galerij, waarvan ik reeds melding
maakte, stond togen dun muur een
prachtige reproductie door Braun Co.
in Doruaeh van „De Staalmeesters."
bijna zoo groot als het origineel, in die
pe, dof zwarte lijst.
Dat is andere kunst!
K.
-SESREMS® MiEUWS.
De zaak-Dreyfus.
De -„Droits de l'homme" houdt vol
dat kolonel Picquart weldra in vrij
heid zal gesteld worden, volgeos con
clusie ran den rapporteur vau den
krijgsraad.
De schriftkundige Cbaravay zon
het handschrift vau het „petit" bleu"
hebben onderzocht en herkend.
De „Aurore" beweert op gezag van
een oud lid van den raad der orde
van advocaten, dat er geer. reden be
staat mr. Mornard disciplinair te tref
fen wegeüs de aanklacht door den
advocaat van Esterhazy, rar. Tézenas,
by de orde ingediend. Het telegram
vau Esterhazy aan zijn verdediger
was niet gericht aan den verdediger
als zoodanig, maar aan den vriend.
Esterhazy vroeg geen pleidooi, geen
advies, maar een getuigenis. Op dien
grond kau mr. Mornard geen verwijt
treilen het telegram van Esterhazy
te hebben voorgelezen voor het Hof
van Cassatie.
De Pressensé heeft een boek aan
Picquart gewijd uitgegeven. De „Petit
Temps" maakt er melding van, maar
geeft niet de keurige doch scherpe
voorrede. In een twaalftal brieven
van Gonse aan den overste en een
paar brieven van Picquart, aan Henry
en Gribelin uit het begin van '97
blijkt nog een zeer vriendschappelijke
verhouding.
Een paard-dronkaard.
Onlangs werd een vreemde geschie
denis uit Frankrijk vermeld van een
paard, dat op een hoogst zonderlinge
wijze te middeu van gebroken fles-
schen in een kelder lag. Het hielp
niet, of men het dier al overeind zette
het plofte dadelijk weer neer, en er
waren eenige „sapours-porapiers" noo-
dig om het uit den kelder naar den
stal te krygen. Men dacht, dat het
dier aan de een of andere geheimzin
nige ziekte leed, maar de veeartseny-
kundige wiens hulp ingeroepen werd,
verklaarde dat het „smoordronken"
was en al de verschijnselen vertoonde
van dronkenschap. De eigenaar her
innerde zich toen, dat men een paar
maanden geleden gemerkt had, dat
bet paard aanvallen had, welke men
voor duizeligheid hield, daar het dier
begon te waggelen eu nederviel zon
der eenige schijnbare oorzaak.
Gedurende dien tyd werd er voort
durend wyn gemist nit den wijnkel
der, waarbij zich het eigenaardige
geval voordeed, dat de dief den wyn
niet medenam, maar op de plaats zelf
opdronk. Men kwam toen óp de ge
dachte, de aanvallen van duizeligheid
waaraan tiet paard onderhevig Vas,
in verband te brengen met de ver
meende kelderbezoeken vau den dief.
De oorzaak waardoor het arme dier
zulk een beklagenswaardige gewoonte
had aangenomen, was deze, dat men1
het met een geneeskundig doel wyn
had toegediend. Bij gelegenheid dat
i het paard zeer zwaren arbeid ver
richt had, werd hem met wyn be
vochtigde haver gegeveDde uitwer
king was zoo gunstig, dat dit middel
herhaald werd, totdat een luie stal-
tij," antwoordde mevrouw Greatorese
met veel nadruk. „Het zou te erg zijn
dunkt mij na het verlies, dat Dr. Dark
ham geleden heeft"
,,0' verlies!" Eerst glimlachte- me
vrouw Poynter. maar toen barstte zij in
een hartelijk lachen uit.
„Ik zeg, moet hij niet blij rijn, dat
hij haai- kwijt is."
„Beste, mevrouw Poynter, stil toch.
Als iemand u eens hoorde. Werkelijk1
gij ziet het heel verkeerd in. Gij rijt
nog ondeugender dan mijnheer Browne,
die ook zulke verschrikkelijke dingen
kan zeggen. Ik bewonder dokter Dark-1
liani, zooals gij weet. Ik vind hem be
paald een ideaal van een man. Denk!
eens aan zijn toewijding voor die vrouw!
gedurende al die jaren." Zij hief haar'
handen op. „Hij is zoon knap man 1
één uit duizend, beste mevrouw Poynter
„Dat doet mij pleirier," zedde mevrouw
Poynter op tuchtigen toon. „Twee van
dergelijke mannen op de duizend zou
ook te veel rijn. Het kwam mij altijd
voor, dat hij er zoo begrijp je me
niet buiten stond."
„Buiten stond?"
„Wel ja, dat hij niet in onzen kring
pasta Een beetje wel.burgerlijk is
een kras woord niet waar maar... O!
hoo gaat het u Lord Am bert hebt gij
jobgeii voor 't gemak het paard den
wyn uit de flesch liet drinken. De
naaste stap was, dat het schrandere
dier zich 's nachts, wanneer alles stil
was, naar den kelder begaf, om daar
op zyn gemak te drinken, daarby de
flesschen openende door den hals to
broken.
Moordaanslag.
Een te Londen uit Konstantinopel
ontvangen telegram meldt omtrent
den moordaanslag op den Duitschen
onderzoekingsreiziger prof. Belck:
Belck had zich óp den berg Sipan
van zyne ecorte verwijderd en werd
door een chef van een Hamidie-regi-
ment in een e-nzame spelonk gelokt,
door hem beroofd en dan voor't hoofd
geschoten. De kogel doorboorde de
oorschelp, Belck viel neer en hield
zich dood. Daarop werd er nog eenige
malen op hem geschoten. Een kogel
bracht hem een schampschot aan den
hals toe.
Na hem nog eenige stooten met het
geweer gegeven te hebben, teneinde
zich te overtuigen, dat hij wel goed
(lood was, vertrokken de rcovers.
Belck, wiens wooden niet gevaarlijk
zyn, keerde naar het naastbyzynde
dorp en begaf zich vervolgens naar
Adeljivas. Toen hy, nadat het don
ker was geworden, de stad naderde,
ontdekte bij dat een aantal Karden
in een hinderlaag op hem loerden.
Daar hy echter in de kleederen van
een Kurd zich vermomd had, herkende
men heen niet en liet hem onopge
merkt passeeren. Vier uur te voren
hadden zy den Armenischen bediende
van Belck gedood. De Karden wilden
Belck dooden, wyl zy hem voor een
Duitschen consul en een vriend van
de Armeniërs hielden. De zaak werd
tot na de afreis van den Keizer ge
heim gehouden.
De sultan was zeer vertoornd en
heeft bevolen de daders uiterst ge
streng te straffen. Aan prof. Belck
zal eeu groote schadevergoeding wor
den uitgekeerd.
Door een leeuw achtervolgd
te worden, is geen al ledaagscli fiets -
rydersavontuur. Dat is onlangs den
heer Robertson, die zyn plantages
heeft in Midden-Afrika, te Narnazi,
tusschen Blantyre en Zomba, over
komen.
Hy kwam per rijwiel van Blantyre
langs den weg naar Zomba, en aan
het „Namazi-kruispunt", waar de
dwarsweg, welke naar zijn plantages
leidt, nog niet geschikt is om met
een rijwiel te worden bereden, stapte
hy af, om verder voorloopig te voet
te gaan. De duisternis was toen ge
vallen; maar er was een weinig licht
van de wassende maan.
Toen hy een eind weegs had ge-
loopen. hoorde hy geritsel in de strui
ken, als het loopen van een groot
dier, en weldra zag hy een leeuw op
den weg staar;, die zich naar hem
toekeerde.
De heer Robertson sprong op zyn
rijwiel en „trapte" wat hy kon. Maar
da weg liep tegen een heuvel op en
was slecht te berijden. Verscheidene
malen was by op het punt van te
vallen, en aan het herhaald gebrul
achter hem kon ny hooren, dat de
leeuw hem meer en meer inhaalde.
Eindelijk had hij den top van den heuvel
bereikt, en nu vloog hy in RDelle
vaart de helling af. Daar bezonhy zich1
opeens, dat hij aan een soort van sloot
zou komen, dwars over den weg. Hy'
kon echter niet meer van zijn wiel
afspringen en reed er in. De andere
kant van de sloot was gelukkig niet
hoog. Hy kwam er behouden uit en
reed nu met zyn eenigszins bescha
digd wiel over den daar beter wor
denden weg naar zyn plantage.
Hij hoorde toen geen gebrul meer
achter zich, en toen hy den volgen
der. dag ging kijjken, vond hy het
spoor van den leeuw niet verder dan
tot aan kant van den sloot. Het dier
was blijkbaar daar blijven staan en
toen teruggekeerd.
Maj esteitsschennis.
Het gerechtshof te Berlijn heeft
den redacteur van den „Zukunft"
Harden veroordeeld tot 6 maanden
vestingstraf. Het openbaar ministerie
had een jaar gevangenisstraf geëischt.
Het hof overwoog, dat er van geen
onteerende gezindheid bij den schrij
ver der artikels, welke majesteit
schennis inhielden, was gebleken en
er dus geen termen bestonden voor
onteerende straf. Er werden niet min-
zooals gewoonlijk weer gewonnen?"
„Niet als gewoonlijk. Ik heb vandaag
gewonnen, omdat juffrouw Firs-Robin
son met mij speelde."
0dat vind ik mooi,"' zeide Elfri-
da, die naast hem stond. „Alsof ik u
ook maar van 't minste nut ben geweest.
Gij zoudt het spel even goed ook zon
der mij gewonnen hebben, zelfs beter.
Ik geloof niet. dat ik alleen rijf punten
behaalde.
Mijn bal vloog telkens tegen het net
aan in plaats van er over."
„Toch kunt gij goed spelen," zeide
mevrouw Poynter.
„Dat is 't juist. „Men" denkt dit om
dat ik zoo nu en dan een mooien slag,
doe en dan is je naam gemaakt. Maar
dat is niet van langen duur, er valt
geen staat op mij te maken."
Plotseling wendde rij liaar blik naar
Blount.
„Is het niet, mijnheer Blount?
Blount weifelde en kleurde, en Lord
Ambert zag hem hooghartig aan. Blount
schudde het hoofd.
„Ik moet u hïerin tegenspreken," zei
de hij vertegenen jongensachtig.
Elfrida lachte. „Hoe onbeleefd," riep
rij uit
„Verbeeld je, mij te dtirven tegen
spreken 1"
der dan veertig artikels van Harden h
voorgelezen, waaruit blykeu moest, dat t
hy de bedoeling had den keizer open- j
!yk aan te randen en te beleedigen. r
De reis van keizer Wilhelm*
De keizer en de keizerin zijn te c
Beiroet aangekomen. Zij bleven aan
boord tot hedenmorgen en vervolgden
toen de reis naar Damaskus.
Gerechtelijke dwaling.
Te Frankfort is deze week een
marskramer, die wegens roof tot 7
jaar tuchthuisstraf was veroordeeld
en al l'/a jaar die straf had ondergaan,
in revisie vrijgesproken. De eenige
getuige, een achttienjarig meisje, wier
verklaring de jury geloofd had, heeft
zich sedert zoo zonderling' gedragen,
ook by herhaalde branden in het
ouderlyk huis, dat twijfel ontstond
aan haar geloofwaardigheid. By de
nieuwe behandeling der zaak sprak
zy zichzelf herhaaldelijk tegen en
verbaaldo zalke onmogelijke dingen,
dat het gerechtshof het geheele ver
haal ais verdicht aannam, zoodat
waarschijnlijk de wanordelijke toe
stand in de woning na den beweerden
roof, aan haar zelf is toe te scbrij ven.
Levensduur.
Het Internationaal Statistischfïh-
stituut maakt voor de voornaamste
landen van Europa do waarde vac
den vermoedelyken levensduur open
baar. Wanneer men een aantal gelijk
tijdig levende personen volgt van hun
vyfde jaar af (om de kindersterfte
bniten te sluiten), totdat de helft uit-
gestorven is, dan heeft men den ver
moedelyken levensduur. Nederland
maakt, zooals men zien zal, onder de
Europeesche.. landen een zeer goede
figuur.
Zweden 67% jaar, Denemarken
67 '/a, Nederland 65 Ve- België 64'/ji
Finland 63'Via, Italië 633/o> Frankrijk
63'/4, Wurtemberg 63, Ierland 62%,
Engeland 62V2, Beieren 62'/«, Schot
land 62'/ia, Zwitserland 61 Vo. Pruisen
613/iï, Spanje 58%, Oostenrijk 58
De gemiddelde levensduur (waarbij
enkele buitengewone gevallen van
zeer laugen of zeer korten levensduur
overwegenden invloed hebben), is het
gemiddelde van het aantal jaren, door
al deze personen bereikt. Voor Zwe
den is die waarde 55n/,2, voor Ne
derland 54%2, voor Oostenrijk 4SVj.
Nederland komt dan in do vierde
plaats.
In de Boruasia-myn by Dortmund
zyn door een myngasontploffing vijf
werklieden om het leven gekomen en
vyfernstig gekwetst. Yan de ploeg die
tot redding iri de my'n afdaalde, is
een man gestikt.
Opstand der Magato-kaffers-
Uit Pretoria wordt gemeld do. 5
November: De Boeren drongen onder
aanvoering van generaal Joubert door
tot de versterking van M'pefu in de
Zoulpansbergen en deden een aanval.
Zy werden echter door den uiist ge
noodzaakt terug te trekken. De artil
lerie der Boeren doodde een groot
aantal der opstandelingen.
Te Jöhrsfelde is een man geopereerd,
die indertijd in Duitschen dienst de
bestorming van don Düppeler Schans
had medegemaakt. De inan had daar
bij tien kogels in 't lichaam gekregen,
doch was in 't leven behouden en
langzamerhand had men hem van ne
gen kogels kunnen ontlasten. De tien
de kogel zat in het been en daar deze
te diep was ingedrongen, 'turfden de
doctoren de operatie niet aan. Ruim 28
jaar kou de gewonde van zyn beeu geen
gebruik maken. Thans heeft hy zich,
met goed gevolg aan een opera? ie on
derworpen en de doctoren Daubler en
Gentsch haalden eeu kogel van 30
gram zwaarte uit het been. Sedert
kan hy het been w eder een weinig
bewegen en wellicht zal hy nog op
zyn ouden dag zich weder in 't nor
male gebruik zijner ledematen kuDnen
verheugen.
Ergerlijk optreden.
Te Koiomea, in Galicie, in welke
stad een groot garnizoen ligt, kwam
Woensdag e n luitenant der huzaren
aan, die in verscheidene hotels, wegens
gebrek aan plaats geen onderkomen
kon vinden Ten laagste kw*am by aan
het hotel Rückenstein en verlangde
dringend een kamer. De zoon vau den
-•Zal ik een kopje thee voor n halen f
vr - g Lord Ambert. wiens gelaat betrok.
..Neen. dank u. Er mort hier ergens
roode \yijn te krijgen rijnik ga i p
onderzoek uit. gaat gij mei mij mee,
mijnheel- Blount?"
Arme Blount. Zijn oogen straalden.
Hij kwam dadelijk naai- haar toe en de
eerste tien minuten liet Elfrida. hem
voor dwaas spelen.
Ambert verwijderde rich in een te
genovergestelde richting, en zijn gezielil
stond allesbelialve vroolijk.
„Het is jammer voor den jongen, dat
rij hem zóó aanmoedigt," zeide mevrouw
Poynter tot Agatha. „En waarom doei
zij het, als rij toch vastbesloten heeft
Lord Ambert te trouwen."
,.0ik hoop het niet," zeide Agatha
ongerust.
„Hoop baat hier niets. Het is zoo
klaar als een klontje. Maar ik vind het
niet mooi van haai- om dien aardigen
Blount als middel te gebruiken om don
band tusschen haar en Ambert nauwer
aan te halen."
„Daarom is het niet." zeide Agatha.
„Gij beoordeelt, haar verkeerd. Zij, kan
Lord Ambert elk oogen blik aannemep,.
daar ben ik zeker van.
(Wordt vervolgd.)