NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
f6e Jaargang
Zaterdag 12 lovember 1898.
4716
HAARLEM'S DAHBLAD
j^BOisrnsrEnMiEiisrar'SF^ij-S:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
•Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afoonderlfike nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.80
de omstreken en franco per post 0.871/2
1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrang'ere G. L. BA EB F. Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs öltns Faubourg Montmartre.
Met uitzondering yan het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad ir. den omtrek zyn Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bij de tol; SpaarndamC. HARTENDORPZandvoorl, G. ZWEMMER
Velien, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Billegorn, AE
ARBS HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Aan hen die daarop zijn ge-
wnneerd, wordt hierbij verzonden
o. 46 van liet. Weekblad voor de
Itgd.
(Élk No., groot 8 bladzijden, bevat
1 van fraaie, gekleurde platen en
in voor kinderen alleraardigsten
kst. De prijs per 3 maanden is slechts
Cents.)
0f'siïeüee8@ ëSeHchten»
Burgemeester en Wethouders van
aariem,
Doen te weten, dat van heden op
le werkdagen, van des voormiddags
tot des namiddags 4 nnr, tot 24
>v. e.k., 's namiddags ten 2 ure, tor
imeente-secretarie ter visie zijn ne-
rgelegdhet ingekomen verzoek-
irift met de bijlagen van Brum-
sr Co. oin vergunning tot oprich-
ig van eene huidenzontery in het
irceel aan de Korte Margarelhastr.
6. en dat op den 24n November
des, namiddags ten 2 ure op het
tadhuis der gemeente do gelegenheid
I worden gegeven, om ten overstaan
ii het gemeente-Destuur bezwaren
(en het oprichten dezer inrichting
te brengen.
Haarlem, 10 Nov. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
I dagen op een stukje rieten dak op den teDscbappen, een beetje list te baat
onstuimigen vloed had rondgedobberd, nam en het costuum van haar jonge-
heeft Koning Willem III herbaalde-ren broer leende om niet de stnden-
lyk Zyne belangstelling voor baardoen ten naar professorenwijsheid te luis-
blyken en r.aar de bevinding der ge-teren.
redde gevraagd, met het aanbod tevens j In de Kinkerstraat heeft langen
om voor haar opvoeding te zorgen.tijd, 't is vreeselyk, eeu juffrouw ge-
Omdat aan Z. M. de verzekering was' woond, die te laugen leste bleek geen
gegeven, dat het onnoodig was, beeft' juffrouw te zyn. Ze hield een paar
de geredde echter nimmer eenige on-j jaar een komeny winkel in het perceel
dersteuning, nog eenig privilege ge-129ze gaf volgens sommigen zelfs
noten. Slechts later, toen Johanna les aan een Zondagsschool. Haar bo-
STAOSICKEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 11 Nov. 1898.
•e le luitenant W. Sturms, van den
f der genie alhier, is op zyn ver-
ik op non-activiteit gesteld.
3 I S» ft L 33 D.
Atjeh.
let N. v. d. D. ontving bet volgen
telegram van haren Indischen eor-
pondent
Toekoe Moeda Laiif, het hoofd
het verzet in Plantens heeft
ouderworpen."
iVy moeten, zegt het blad, geloo-
i aan een seinfout, omdat de naam
intens, als die van een landschap
Atjeh ons niet bekend is.
Dankbaarheid.
)p den dag Harer inhuldiging ont-
H. M. de Koningin een gedicht
mevrouw de wed. Hoebèn, ge-
eu Johanna van Beek, waarin deze
kbaar in herinnering bracht, dat
door KoniDg Willem III by den
ersnood van 1861 in de Bomme-
raard werd gered. De Nieuwe
Ische Cour. deelt een en ander
den levensloop dezer dame mede
de redding van JohaDna van
welke geschiedde nadat zy 7
van Beek de verloofde was van den
heer Hoeben, candidaat-notaris, werd
by de sollicitatie van dezen naar het
notariaat te Leeuwen, Z. M. herin
nerd aan Zyne in 1861 gedane toe
zegging.
venburen converseerden druk met
haar en zy toonde zich geheel op de
hoogte van de koffiepraatjes.
Men kan zich dus de consternatie
van do vriendinnen voorstellen, nu
het bleak, dat de „zy" toch eigenlyk
Onverwijld en zonder bedenking!een „by" was,dïe dezer dagen met
werd de koninklijks belofte vervuld. grijze demi ou deukhoed door de straat
Zelfs geeu voordracht is toen opge-wandelde en eerstdaags met een an-
maakt. Uit den mond van den toen- j dere juffrouw uit de buurt in 't huwe-
maligen minister, graaf van Lynaenllyk zai treden.
van Sandenburg, vernam wyleo de
beer Hoeben toen, dat hy bet voor
recht zijner vroegtijdige benoeming
te danken bad aan de belofte, eenmaal
door den Koning gedaan aan den
voogd zijner aanstaande vrouw, den
overleden heer Kolfschoten, destijds
burgemeester van Wamel, in bijzijn
vac verschillende heemraden.
Het amsterdamsche politie
corps.
De verdeeling der geldsom, door
de burgerij bijeengebracht voor het
politiecorps, wegéns het optreden ge
durende de inhuldigingsdagen, f 17,200
heeft ten gevolge, dat aan ieder agent
der laagste klasse nog een bedrag
van f10.75 kan worden uitgekeerd
de verdeeling geschiedt dus naar rang.
Ook is het billijk geacht, den inspec
teur van de rijksveldwackt en 60
De vermomming moet van de ge
boorte af hebben plaats gehad en haar
oorzaak hebben in dè poging een
bloedverwante te foppen, die had be
loofd een som geld aan debetrokken
persoon te vermaken, als het by de
geboorte een meisje zou zijn, van welke
som eerst na bereiking van den 23-
jarigen leeftijd bet gebruik zou wor
den verkregen. De zy was nu onlangs
2-3 jaar geworden en kon dus het
masker afwerpen. („Tel.")
Twintig jaar later.
Ruim 20 jaar geleden werd by een
voorstelling in den Haagsehen schouw
burg aan mevrouw Kleine—Gartman
een gouden horloge en aan den heer
Moor eveneens een gouden horloge
met ketting en medaillon met de por
tretten zijner kinderen ontstolen.
In beide horloges stond een inscrip
tie. Dat van mevrouw Kleine was
genomen, of er traden binnen twee
vroolyke heeren en een niet minder
vroolyke dame, welk drietal al dan
sende van W. tot tweemaal toe om
wierpen, waarna zij het café ver
lieten.
By het betalen ontdekte van W.
dat zyn portemonnaie met f 170 was
verdwenen. Hij gaf terstond daarvan
kennis aan de politie, en deze slaagde
er in het vroolyke drietal in den trein
aan te houden. Zy waren voorzien
van plaatskaarten naar Den Haag.
Het gestolene werd, op f2 na, in
hun bezit gevonden.
--J"-'1v i lie. LJdi vau lueviuuw jvioiuc
rijksveldwachters, 3 inspecteurs en 11een Keschenk van den heer Jan Koep-
rechercbeurs uit andere gemeenten, |pelllouti Er wer(j destijds een streng
in rlo linHfinliner to Lotrolrl/ftn rlinc i ..t. .1
in de bedeeling te betrekken, daar
ook door beu in de feestwe8k te Am
sterdam is dienst gedaan. In het ge
heel loopt de verdeeling over een
aantal van 1136 ambtenaren en be
ambten. Er is nog een overschot,
waaraan nog bestemming gegeven
moet worden.
Een vermomming.
Een vreemd verhaal brengt tedert
eenige dagen de tongen van de be
woners der Kinkerstraat te Amster
dam in beweging, een tegenhanger
van andere min of meer romaneske
geschiedenissen, die nu en dan in de
bladen opduiken en waarby men da-
delyk herinnerd wordt aan de laatste
vroolyke operette waarin mej. X. ofj
mej. Y. er zoo lief uitzag in haar
beeldig travestï,
onderzoek ingesteld, doch zonder
eenig gevolg. En thans, na 20 jaar,
werd bet horloge van mevr. Kleine,
door een bewoner van het Leidsche-
pleio, die het gekocht had, den por
tier van den Stadsschouwburg in
commissie gegeven, om bet aan een
der leden van het gezelschap der
Ko'inklyke Yereeniging aan te bie
den.
Enkele leden van het gezelschap
herinnerden zich den diefstal van bet
horloge, en een hunner gaf er de po
litie kennis van, in de hoop dat men
den dief van voor 20 jaar alsnog op
het spoor zal komen.
A. Ct.
Ia slecht gezelschap.
Zekere v. W. nit Hernen (Maas-en-
0 Waal), was te Nijmegen op de markt.
Deze geschiedenis uit de Kinker-'om een paard te koopen. Van een
isiraat heeft evenwel een meer vulgair j soldaat vernam bij, dat hj te Arn-
dan romantisch tintje. j hem een goed paard voor weinig geld
j Wy hebben hier niet te doen met zou kunnen koopen. De man liet zich
'een mooi blond meisje dat gedurendebepraten en ging met zyn leidsman
eenigen tyd de wereld verschalkt, I naar Arnhem.
door zich in een soldatenpakje te ste- j Aldaar aangekomen, zou v. W.
jken en voor haar land te stry den,zoolang in een herberg wachten dan
noch met een aanvallige brunette, die, zou intusschen de soldaat den eigenaar
in de dagen toen vrouwen zich niet van het paard gaan halon. Nauwelyks
mochten laven aan de bron der we- had v. W. in het koffiehuis plaats
Er in laten loopen.
De Nijm. Ct. spreekt haar afkeu
ring uit over de wyze, waarop in een
der Geldersche dorpen door een veld
wachter is opgetreden om een over
treder der drankwet te snappen.
„Op een goeien avond loopt de rijks
veldwachter met zyn vrouw nog even
aan by een kennis, dien we Jan zul
len noemen. Deze kon nis, een gehuwd
arbeider, woont nog niet lang in het
dorp. Er ontstaat nu het volgende ge
sprek: „Wel Jan, hoe gaat 't? Past
je vrouw je nogal goed openkrygje
ook op tijd je borrel Op de laatste
vraag is 't antwoord niet zeer gun
stig ea nu is de veldwachter eens heel
royaal, legt een kwartje op tafel en
zal van avond trakteeren. Ofschoon
Jan er niet veel om geeft, 't was
al haast bedtijd gaat de vrouw dan
toch maar 'tpad op, en de veldwach
tersvrouw zal baar als goede vrien
din vergezellen. Jan's vrouw wil naar
„vergunning", waar ze al meer jene
ver heeft gehaald, doch haar gezellin
weet een beter adres, n.l. ia een bier
huis, welks eigenaar admissie had tot
den verkoop van sterken drank tot
een minimum van 2 L. Terwijl do
vriendin buiten even wacht, haalt de
vrouw dus daar den jenever, en bei
den keeren huiswaarts. Men raadt nu
'gemakkelijk wat er gebeurde. De
veldwachter doet onderzoek waar de
jenever is gekocht, loopt dadelijk
naar 't bierhuis en declareert een pro*
i ces-verbaal.
I Uitvaart mr. Van Delden.
j Met grooten eenvoud overeenkom
stig zyn uitdrukkelykeu wensch werd
Donderdag het stoffelijk overschot van
mr. A van Delden te Deventer ter
j aarde besteld. Geen bloem of krans
dekte de kist, geen woord van dank-
bare hulde, geen afscheidsgroet, die
zeker zoo gaarne door enkelen van
i zyu vele vrienden aan het geopende
graf zou gesproken zyu, werd gehoord.
Groot was echter de belangstelling
van Deventers burgers. Zy wisten
van welk een eenvoudig, eerlijk en
verdienstelijk medeburger zij hier
voorgoed moesten afscheid nemen.
Op het kerkhof waren vertegenwoor
digd het dagelijksch bestuur der stad,
de leden 'van den Gemeenteraad, alle
boog en laag geplaatste ambtenaren,
curatoren en leeraren van het gym
nasium en deputaties van verschil
lende inrichtingen en commissiën in
welke de overledene zitting had.
RECHTSZAKEN.
Moord te Leur.
Woensdag werd door de rechtbank
te Breda de eerste openbare zitting
gehouden in zake den op 9 Januari
jl. te Leur gepleegdeu moord op Adn-
ana Smits. Als beschuldigde wegens
moord staat terecht Govardus Fasen,
oud 29 jaar, slager, wonende te Leur.
Door het O. M. zijn gedagvaard 62
getuigen, en op verzoek van den
ambtshalve toegevoegden verdediger
mr. D. H. J. van Mens, de hoogleer
aar dr. Siegenbeek van Heukelom.
Het microscopisch onderzoek van
het bloed, dat op verschillende kle
dingstukken van den beschuldigde on
aan zijn mes is bevonden, heeft plaats
gehad door prof. Spronck het che
misch spectrocopiseh door prof. Wa
fers Bettink.' De conclusie van deze
rapporten geeft als waarsehynl.K
aau de aanwezigheid van menschen-
bloed op bedoelde kleedingstukken.
Prof. Siegenbeek van Heukelom,
de conclusie van het rapport niet
kunnende onderschrijven, heeft toch
de moreele overtuiging, dat het mon-
schenbloed is.
Dr. Butner en dr. Hohman die het
lyk hebben geschouwd en het. „vi
sum repertum" hebben opgemaakt,
verklaren, dat de dood is een gevolg
geweest vau bloedverlies en verstik
king.
Alsnu worden achtereenvolgens
buiten eed gehoord eene zuster on
twee broers van den beschuldigde.
Daaruit werd nog duidelijk, dat
beklaagde by het uitventen van
vleesch nooit zyn Zondagscbe pak
droeg en juist op dit pak is bloed
gevonden. Ook bleek, dat zyn Zon
dagscbe pantalon was uitgewasschen
en 's Maandagsmorgens (den dag na
den moord) te drogen hing. Het viu-
den door de justitie van een scherp
mes op eeu plaats in huis, waar het
anders nooit lag, kwam als bezwarende
omstandigheden te voorschijn. Tel
kens gevraagd of beklaagde iets te
zeggen had tegen hetgeen getuigd
was, werd steeds ontkennend geant
woord.
Heden voortzetting.
Rechterlijke dwaling?
Met betrekking tot den bekenden
in 1894 in de Oranjeplantage te Delft
gepleegd en diefstal hoeft het gerechts-
J hof te 's Gravenhage Donderdag liet
ivoDnis van de rechtbank daar ter
j stede bevestigd voor zoover daarbij
do boklaagde Maarten de Graaf is
vrijgesproken, doch dat vonnis ver-
nietigd voor zooveel betreft de daarby
'uitgesproken veroordeeling van bekl.
Wil lom May tot 2 jaar gevangenisstraf,
j Het Hof was namelyk van oordeel,
dat de door 'laatstgenoemde afgelegde
bekentenis niet vergezeld ging van
eene opgave vau omstandigheden,
dermate nauwkeurig en bepaald en
in overeenstemming met hetgeen ten
processe bekend geworden is, dat zy
gozegd kan worden een volledig be-
wys van schuld op to leveren en eiken
j twijfel daaraan uit te sluiten.
Mitsdien is ook May vrijgesproken.
Het Hof heoft tevens zyne invrijheid
stelling bevolen.
Betrapt.
W. v. d. Merk en M. Steenbergen,
zwervers, die in de Toevlucht voor
Onbehuisden te Amsterdam hun nach
ten doorbrengen, stonden Donderdag
terecht voor de Arasterdamscbe recht
bank wegens straatroof in den nacht
van 24 oj) 25 September. Een paar
mannen, die dien nacht in het Prins
Hendrikplantsoen hadden zitten slapen,
kwamen bij bun ontwaken tot de
ontdekkiog dat zij bestolen waren,
de een voor een horloge met ketting
en een zilveren potloodhouder.de andere
voor eenig geld, dat uit zyn broekzak,
die daartoe was opengesneden, genomen
was.
Het tweetal ging bij de politie aan
gifte doen, doch keerde naar het plant
soentje terug om te zien of de vaga-
bondeerenue dieven ook te snappen
waren. Een artillerist, die op een
bank zat, verklaarde zich bereid te
helpen. En der drie mannen ging op
een bank liggen alsof hy sliep, de
beide anderen zetten zich op een bank
daar tegenover en namen een slapende
houding aan.
Weldra zag men eenige mannen
aankomen, die by den slapheden man
op de bank gingen zitten. Een hun
ner liep naar den overkant om te zion
of de laidjes daar wel sliepeu. Toen
dit onderzoek bevredigend scheen af
te loopen, werd de slapende man op
de bank behoorlyk gefouilleerd, tot
dat de slapers aan den overkant op
sprongen eu aan het spelletje eeu
einde maakte. De politie werd ge
waarschuwd, en V. d. Merk en Steen-
bergeu werden in hechtenis genomen.
De gestolen voorwerpen werden voor
een deel in hun bezit gevonden.
Het O. M. eischte l jaar gevange
nisstraf tegen beide beklaagden.
Het Gerechtshof te 's Gravenhage
heeft het gebruik van de groote recht
zaal voor de behandeling der zaak-
V'emcr slechts kunnen toestaan voor
Vrjjdag 2 en Zaterdag 3 Dec., zoo
dat de aanvankelijk daarvoor aange
wezen dagen van 28 en 29 Nov. tot
genoemde data verschoven zyn.
De zaak-Hoogerliuis.
Het gerechtshof te Leeuwarden
behandelde Donderdag de bekende
zaak van G. Hoitenga, D. Bakker en
B. van der Ploeg, allen arbeiders to
Beotgumermolen, die door de Recht-
bank wegens beleediging van Allard
Dykstra „dat is de inbreker van
Britsum, moordenaar" werden ver
oordeeld ieder tot een maand gevan
genisstraf.
Bij het verhoor van Dijkstra wenschte
de verdediger vragen te stellen omtrent
den aard der beleediging en de inbraak
te Britsum, met het oog op de straf
toemeting. Dijkstra had zelf aanlei
ding gegeven tot loopeude geruchten.
Het Opeubaar Ministerie, bij monde
van mr. Nyon, achtte dat niet noodig
en niet wettig. Het Hof ging in Raad
kamer.
FEUILLETON.
och zag hij heel goed, hoe minach-
haar oogen hem aanzagen. Maar
lit oogenblik gaf hij om niets be-
o om zijn hartstochtelijk verlangen
van zijn liefdé te vertellen,
ïij weet het." zeide hij op eigenaar-
toon. ..Ik tart u om het tegendeel
urvc-n beweren. Gij weet, dat ik u
eb." Het was er uit, hij had het
gezegd. Het weergalmde in de lucht
ij herhaalde het nog eens. Het kwam
voor alsof hij cüe woorden uit
duwde. maar in werkelijkheid sprak
acht.
k heb u lief, altijd heb ik u bemind
Itijd. Zelfs terwijl die vrouw nog
te. Dat weet gij ook. Ik heb het
cw oogen gelezen. Neen zeg geen
d. Laat mij spreken. Ik heb zoo
Iet zou beter geweest zijn als gij
gesproken hadt," zeide Agatha
Zij zag heel bleek, maar moedig als
zij was, bleef zij kalm.
„Gij moest toch inzien hoe dwaas het
van u is. Waarom zegt gij mij dit Wat
voor goed zal het u doen V'
„Het is alles voor mij het is le
ven," zeide Darkham.
„Hoeveel nachten en dagen heb ik
niet naar een oogenblik als dit verlangd.
Een onuitsprekelijk verlangen om u te
zeggen hoe dierbaar gij mij zij t-, heeft
mij van het eerste oogenblik af, dat ik u
leerde kennen, vervolgd. Zoo dikwijls,
als ik uw tante bezocht, wilde ik u mijn
hart bloot leggen..."
Hij trad nog dichter naar haar toe
en zij deinsde ontzet achteruit. Zelfs de
moed van een jong meisje is niet tegen
alles bestand.
„Wat!" zeide. hij, „dacht ge, dat ik
u zou aanraken.
Neen, neen."
Er sprak echter zoo iets onaange
naams uit zijn houding, dat de moed het
jonge meisje in de schoenen zonk.
Toch meende de man het ernstig. Hij
wilde haar niet aanraken.
„Ik verlang alleen, dat gij mij zult
aanhooren. Ik heb u lief, zooals ik ge
loof dat nog geen man een vrouw ooit
beminde. Mijn leven behoort u gij
kunt er over beschikken over alles
wat ik heb alles moogt gij het uwe
noemen Agatha!" het woord kwam
hem onwillekeurig over de lippen en
het jonge meisje schrikte er van, „heb
medelijden met mijGij hebt liet in
uw macht mij op te heffen of mijn le
ven te verwoesten verwoesten Groo
te God, kind, ziet gij dat niet in?"
Zijn gelaat vertrok zenuwachtig. Het
geloof, dat de liefde van dit reine wezen
misschien zijn ziel van de smet, die er
op kleefde, zou zuiveren en hem voor
de smarten der Hel bewaren, bezielde
zijn woorden.
„Gij moet wel krankzinnig zijn," zei
de zij. Zij beefde nu van 't hoofd tot
de voeten. „Hoe kunt gij zoo tegen mij
spreken, tegen mij die
..Welnu zeide luj vragend. „Welnu
„Waarom er nog op in te gaan zeide
het meisje getroffen door zijn ontroerd
gelaat. „Is het u niet genoeg te..."
„Te wat 1" vroeg hij opgewonden, toen
zij aarzelde den zin te voltooien. „Uw
woorden zijn raadsels voor mij, ik wil
een antwoord op mijn vraag." Hij had
al zijn zelfbeheersching verloren en
sprak heftig.
Agatha wierp het hoofd met een trot-
sche beweging naar achteren.
„Verlangt gij een antwoord?" vroeg
zij ijskoud.
„Een antwoord. Ja. Go zegt dat ik
krankzinnig moet zijn om zoo tegen u
te spreken. Tegen u. die... Eindig dien
zinZijn toon klonk nu gebiedend bij
na onbeschaamd.
„Als srij ct op aandringt zal ik het
doen," zeide Agatha kalm. „Tegen mij...
die," langzaam en uitdagend, „u ver
afschuwt
Doodbedaard stond zij voor hem, of
schoon haar hart onstuimig bonsde. Hoe
zou dit alles eindigen. Zou er nooit ie
mand komen Onwillekeurig wendde zij
haar oogen naar den weg, waarlangs
Dillwyn moest terugkeeren, maar zij
zag niets dan zand. Zij voelde zich als
zuster Anne in het sprookje van Moe
der de Gans.
Darkham barstte in een schor lachen
uit.
„Dus wacht gij op hem! Dus zat gij
hier om hem af te wachten uw stillen
minnaar. Het komt mij voor, dat hij
erg lang zwijgt!"
Agatha zag hem aan.
„Dr. Darkhambegon zij kalm maar
met gefronste wenkbrauwen, „ik ben
er zeker van, dat ge op 't oogenblik niet
weet hoe ruw ge zijt. Maar ik vergeef 't
u, omdat het in uw aard ligt."
Haar kalmte maakte hem nog woe
dender.
„Gij denkt dien jongen dwaas te trou
wen," zeide hij. „Ik vertel je, dat het
nooit gebeuren zal.
Ik zal het niet toestaan, en uw tante
zal het evenmin doen."
..Mevrouw Greatorcse is mijn tante
niet," zeide Agatha. „Maar moet ik
hieruit begrijpen, dat gij haar in deze
hatelijke quaestie zult mengen?"
„Zeker zal ik haar alles vertellen,"
zeide hij ruw.
„Gij wilt mij dwingen u te trou
wen," riep zij uit oen gevoel van
wanhoop maakte zich van haar meester,
toen zij aan de woede van haar tante
dacht.
„Ik wil u in geen geval dwingen. Ik
vraag alleen kalme overweging, nu 't
uw belang geldt
Ik kau u in weelde laten leven
en wat lean Dillwyn u geven
„Ik verlang niet. dat hij mij iets
geeft," zeide Agatha langzaam. Zij
zweeg, maar de bedoeling van deze woor
den begreep Darkham volkomen. Dill
wyn behoefde haar niet met weelde te
omringen. Zij had hem lief, en dab was
voldoende. Wat vei-Langde zij meer.
Agatha's stem schrikte hem uit rijn over
peinzingen op. „Ik begrijp uw toespelin
gen op dokter Dillwyn niet. Hij is een
vriend een kennis van mij niets
meer
„Niets meer'" Hij bootste haar toon
na en barstte in lachen uit. „Durft gij
daar een eed op doen?
Ah ilc begrijp het gij beweert
dit omdat hij nog niet gesproken heeft.
Maar nooit zult gij hem trouwen. Nooit
Bedenk dat
„Ge bedoelt, dat ge zorgen zult, dat
mijn tante rich tegen mij zal koeren,"
zeide rij toornig.
„Wat dat betreft," zeide lxij, „gij rijt
zoo'n slavin niet, als gij het nu doet voor
komen. De tegenwoordige wet," bitter,
„staat een ieder zijn persoonlijke vrij-
ihoid toe.
Gij wordt er dus door beschermd."
„Ja, dat weet ik; maar gij weet ook
zoor goed dat mijn thuis bij mevrouw
Greatorese is. En dus als rij rich van
mij afwendt..."
„Zou ik u opnemen."
„Nooit!" zeide rij beslist. „Liever zou
ik op straat sterven, dan iets met u te
doen willen hebben."
„Dat denkt gij nu, maar de tijd brengt
verandering in vele dingen. Armoede is
hard. Gij zult eindelijk wel naar uw
tante luisteren; en ik, die u lief heoft,
die zoolang naar dit uur heeft verlangd,
aan u dacht..."
„Dr. Darkham!" riep Agatha harts-