NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. iSta Jiaïu*(|üiiag Dinsdag 22 November 1898. ■o. 4724 lis ib wbê em ffiia DAGBLAD ^^OISO^jm^CEinsrTS^ST J-S Voor Haarlem per 8 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele PJjk, per 3 maanden„1.65 Afeonderlyke nummersO.Oo Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post 0.37l;o A.33 V Jb-i_K;l±'J±liNrTT-R]l.g-; Van 1—5 regels 50 Cte.; iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte. Bjj Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertenfci&i worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuUicilé Etra/ngere G. L. BAüBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hot Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR. Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blöd in den omtrek zyi: Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Zandpoort HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER VelsenW. J. RU IJ TERBeverwijkJ. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. ST AE&SH5EUWS Eerste en derde pagina. Haarlem. 21 Nov. 1898. IRBOttDISSEBEEHTS- RECHTBAttK Hing van Maandag 21 Nov. 98 Jacob Bosscliieter was op 28 Oct. den bierhuishouder Jacob Zaayman Buiksloot gekomen en had da«ar een s bier besteld. Toen. de kastelein even ar binnen was gegaan, dacht hij zijn hi slaan, en ontvreemdde uit cene onder de toonbank 3 biljartballen, j De rijksveldwachter A de Boer, die t de zaak in kennis was gesteld, zag f i volgenden dag beklaagde loopen. j ar hij op zeer grooten afstand was, m de veldwachter een fiets en zette j dein beklaagde achterna dien hij on- j de gemeente Ilpendam inhaalde. Op j i verzoek aan beklaagde om te blij- j i stilstaan, om door hc-m te worden j isiteisrd, zette. Bosschieter het op loopen. Doch de veldwachter ook t mis. sprong van zijn fiets en ging c achterna. Spoedig had hij hem an- maal te pakken. Een worstelpartij stond, waardoor beklaagde gelcgen- d vond twee ballen in een sloot te len, terwijl de derde nog in zijn be- werd gevonden. laklaagde ontkende den diefstal ge- egd te hebben. Hij had de biljard- len op den dijk gevonden. Wanneer werkelijk diefstal had gepleegd, zeide iaagde, dan zou hij toch niet deai ge len avond in bijzijn vara politie zijn (ev er en dan had hij, toera hij be- rkfcc. dat de politie hem achterna ira. de ballen wel in het water ge- itera. Op de vraag van dcra president i de rechtbank hoe laat hij ze dan inden had, antwoordde beklaagde te jvcer 5 uur. t te president vond 't dan wel vreemd, beklaagde, die den geheelen avond politie in aanraking was geweest, i niet had verteld, dat hij biljardbal- gevonden had. Beklaagde zeide hier- dat hij van plan was geweest den naar op te sporen, en den volgenden de politie er van in kennis te stel- lit liet verhoor der getuigen bleek, iwel nog, dat beklaagde, toera hij ge- steerd was, tegen den veldwachter gezegd „Wat is het beste, te beken- of te ontkennen." lezen hadden hem natuurlijk het eer- aangeraden, doch hij zeide hierop t doe ik nooit." 1 a subst.officier van justitie zijn re- itodr nemende, zeide dat het wettig overtuigend bewijs voldoende was read, daar beklaagde in 't bezit was inden van de biljardballera, en daar verleden zeer ongunstig is, requi- de Z.E.A. 1 jaar gevangenisstraf. ]le verdediger Mr. Moens bepleitte veel lichtere straf. Willem Schoonlieiin wonende te echt era Axie van Dam wonendo te erdam hadden zich te verantwoor- I ter zake dat zij zich te zamen en in eniging op 10 Juli LI. te Oude Alke- s met een met een paard bespan- rijtuig, waar-van de 1ste beklaagde inrder was, terwijl do 2de beklaag de de zweep in de hand had, op den openbaren weg hebben bevondenen niettegenstaande er toen vele personen op dien weg liepen, daar de kerk juist was uitgegaan en dus de voorzichtigheid hun gebood met groote behoedzaamheid te rijden, en de weg daar ter plaatse voldoende breed was om de voetgangers, die op het naast den rijweg liggende voetpad liepen, te mijden, aldaar door den staat van dronkenschap, waarin bei den verkeerden, en het dientengevolge kwalijk besturen van het paard, dat door tweeden beklaagde nog voortdurend met de zweep werd geslagen, zoo roekeloos en hoogst onvoorzichtig in vliegende vaart li ebben gereden dat het rijtuig van den weg slingerde, met het gevolg dat zekere Cornelia van Seggelen, die op het voet pad liep, werd aangereden en kwam te vallen. De oorschelp van haar hoofd werd toen grootendeels afgescheurd, ter wijl de weeke deelen en het kraakbeen van den gehoorgang werden verscheurd. De verwonde is daardoor verscheidene weken niet in staat geweest haar werk te verrichten, terwijl zij waarschijnlijk ongeneeslijk doof zal blijven. In deze zaak waren 7 getuigen ge dagvaard, terwijl als deskundige optrad getuige L. J. Otto, arts te Alkemade. Uit het verhoor van den deskundige bleek, dat de verwonding vrij hevig was geweest era uit dat der aradere getuigen, dat de beklaagden in dronkenschap ver keerden, en zoo woest reden, dat een ongelode het onvermijdelijk gevolg moest wezen. Beklaagden bekenden volmon dig, dat zij de oorzaak van het ongeval waren geweest. Schoonheini was zelf naar den Bur gemeester van Alkemade gegaan en had hem met de zaak in konnis gesteld. Daarbij had hij beloofd aan de verwonde de door haar geleden schade te vergoe den en reeds ƒ21 aan haar gestuurd- De subst.-offic.ier van justitie zijn re- juisitoir nemende, loopt de zaak nog eens in zijn geheel na en zegt dat beiden zich hebben schuldig gemaakt aan het strafbaar feit door in staat van dronken schap handelingen te verrichten, waar bij gevaar voor derden ontstaat en daar een dergelijk ongeluk niet alleen met geld is goed te maken, requireerde Z.EA. voor den eersten beklaagde, de hoofd dader, 1 maand hechtenis, voor den 2en 14 dagen. Als verdediger voor eersten beklaagde trad op Mr. van Oosterzoe uit Utrecht. In zijn pleidooi zet spreker uiteen, hoe deze persoon, dio tei Utrecht goed be kend staat, direct de gewonde eene ver goeding heeft toegezegd en zijn leedwe zen over het voorgevallene heeft betuigd. Daarbij is hier zonder boos opzet ge- handeld en moet het geheel aan een ongeluk worden toegeschreven. Pleiter vroeg dan ook voor zijne client, die hij in de clementie der Rechtbank aanbeval, eene geldboete in plaats van een hechte- nisstraf. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op Donderdag 1 December. De vuurwerk-commissie bestemde een deel (f30.van wat zy afdroeg aan de feestcommissie voor de politie de bewoners van den Zylweg maakten zich verdionstelyk door het oorspron- kelyk voor versiering bestemd bedrag te storten in de kas van den optocht. i De eenen en de anderen hebben daarvoor een woord van lof ten volle j verdiend. j Het stoffelyk overschot van den j 'j. 1. Zaterdag verongelukten soldaat- Charles Arnold Helenus Adriaau Mac Lean zal morgen Dinsdagochtend jt.en half elf uur op de begraafplaats i aan den Seboterweg worden ter aarde besteld met militaire eer. i Voor het akte-examen teekenen 1. o. zijn Zaterdag te Amsterdam geslaagd de heeren C. Warnier en W. H. Wil- ilemsen, beidea te Haarlem. De off. van gez. 1ste kl. K. E. Zie- geler wordt met 1 Mei a. s. overge plaatst van Den Heider naar hier en ingedeeld by het 3e bataljon van het 4e reg. inf. alhier. Door een zetfout is in ons verslag van de ver-adering der feestcommis sie Koninginnedag vermeld, dat de kinderfeesten f 1040.50 hebben ge kost, dit moet zyn f2046.50. Schouwburg. De Czarina. Naast onze beide opera's, de Ne- derlandsche en de Italiaausche, mag zich het Nederlandsche tooneel het meest in de belangstelling van onze stadgenooten verheugen. Zoo ook Vrij dagavond. Flink was de zaal bezet; dat geeft dan al dadelijk znlk eene prettig opgewekte stemming. Men gevoelt zich aangenaam, geniet al voor dat het gordijn omhoog gaat en men is aan het einde vesl meer overtuigd van het gesmaakte genot, dan wan neer men uit een bijna ledige zaal huiswaarts keert. Die opgewekte stemming deed Vrij dag veel vergevenzy is een der grootste oorzaken geweest vau het succes der voorstelling. Waut een succes was het zeker, hoewel wy de vele toejuichingen niet bepaald als verdiend kunnen onderschrijven. Hel stuk zelf is erg laag by den grond, in weerwil van alle mogelijke hooge titels, ondanks de dikwijls schitte rende costuums. Misschien is het een historisch beeld van de zeden van het russische hof in 1725, maar op ons maakte het meer den indruk van een drama, waarin de schrijver, om op een tamelyk waarschijnlijke manier van zyn helden (sic) af te komen, gre tig gebruik gemaakt had van et n po tentaat, die als een barbaar bekend staat, en naar hartelust zyn slacht offers deed onthoofden of naar Öibe- Irië zenden. i Een karakter, waarmede wy nu eens i geheel konden medegaan, is er niet jin. Czaar Peter zelf laat geen enkele van zyn goede hoedanigheden door- schemeren hy handelt van het begin j tot het einde als een waanzinnige, !loopende en dravende, slaande en dreigende, meer dier dan meusch. De Czarina, zonder eenige waardig- j heid, meer demi-mondaine dan Kei-: zerineen poolsch edelman, in zijne doodsverachting handelende als edel man, in zyn andere daden een wind vaan zonder gevoel, zonder harteen admiraal die altijd dronken is; alleen voor de fignur van Menzikoff en diens dochter O'.ga, kunnen wy no* iets voelen. De laatste vooral was zeer sympathiek, meer echter door het mooie, lieve spel van mevrouvr Hol- trop—Van Gelder dan door de per soon, die zy voorstelde, zelve. Kortom wy kunnen over de karak ters zeiven niet bepaald roemen. Wat bet succes van don avond echter wel bezorgde was het geheelhet stak is er zoo geheel en al op berekend om trapsgewijze de belangstelling gaande te maken, langzamerhand te boeien om tegen het einde het auditorium in eene groote spanning te doen over gaan. Aan spannende tooneelen ont breekt het waarlijk niet. Over het algemeen werd er goed gespeeld. Eene teleurstelling was het voor velen dat door ziekte van den heer Schulze diens rol door den heer Verenst moest worden gelezen. Voor namelijk daarom was dit te betreuren, omdat by de rol van den admiraal Viller beek, heel veel actie voorkomt, eene actie geheel in het genre van Schulze, die door zyn plaatsvervanger, die met de tekst in de hand overigens zeer verdienstelijk acteerde, niet tot haar recht kon worden gebracht. e&S ïs U nog; niet geaitomicenl oj» ®s»s X n «1 si g s- jliilad? "Vraag «lau pi'oefiiuni- siter, *t kost maar jUS® Cents per 3 jmaamleii, p. p. C't. a „Melpomene en Thalia". Bovengenoemde tooneel vereeniging, eene vereeniging, die reeds zoo dik wijls door tooneelvoorstellingen te geven, er het bare toe heeft bijge dragen om het lot van weduwen en weezen, die in armoedige omstandig heden waren achtergebleven, te ver zachten, heeft ook nu weder niet ge aarzeld haar steun te verIeenen aan eene weduwe met 8 jeugdige kinde ren, wier man en vader D. C. Keet- laer, een oppassend en algemeen ge acht werkman in den ouderdom van 38 jaar is overleden. Hartverscheurend is het lot dier weduwe. Zij is van alles beroofd en het huisgezin is ten prooi aan de diepste armoede.Het genootschap „Melpomene en Thalia", dat op bovengenoemde wyze. daarby milddadig door de stad genooten gesteund, reeds het genoegen heeft mogen smaken, 16 weduwen voor een anders zekeren oudergang te behoeden, heeft ook nu weder be sloten eene tooueelvoorstelling te geven in de sociëteit „de Kroon" op een later te bepalen dainm, en twijfel* dan ook niet, of Haarlem's ingezete nen zullen ook dezen keer welwillend hunne medewerking willen verleenen. Circulaires waarop men kan intee- kenen, zoowel voor een aantal kaarten, als voor eene vrijwillige bijdragen, zulleD aan do stadgenooten worden rondgezonden. Maandag 28 November zal voorde leden van den R. K. Volksbond als spreker optreden de heer F. R. Vos, alhier. „In den liggenden Os." A. s. Donderdag zullen we de Ne- derl. TooneelvereenigiDg onder leiding van Henri van Kuyk weer eens in don schouwburg zien en dezen keer met eene opvoering van „luden liggenden Os." (Im weissen Röss'l). Zij, die het uitstekende samenspel van dit gezelschap kennen en zich de alleraardigste opvoering weten te her inneren van „Jan Ongeluk", waarvan het zooeven genoemde blijspel, even eens van Blumenthal en Kadelberg, niet alleen een waardige opvolger is, maar het in geestigheid moet winnen, zullen zich kuDnen voorstellen, welk een vroolyke avond die van Don derdag belooft te zullen worden. In dit blyspel van het bekende Duitsche tweemanschap, komt van alles voor. Er is eene juffrouw die lispelt en een jonkman met een kaal hoofd, dio elkaar krijgeneen stoom boot komt een eind het tooneel opgo- varen en later nog een roeibootje men ziet or aaröig8 costumes en een rijwiel op de planken een echte regen daalt op drie op één koffer gezeten reizigers neder enoveral waar men bet opvoerde, werd ei hard gelachen en luide geapplaudisseerd. Zbndagsschoolonderwyzers en onder wijzeressen ook dezen arbeid ter hand namen. Hy deed verder nog cenige mede- deelingen over de Band of Hope in Engeland ou de Hoop der Toekomst in ons land; meer bizoDder in de plaats zijner inwoning, te Rotterdam zyn 15 zulke bonden met, to zamen 450 leden, j Toen de heer Keuvolaar zijn voor dracht geëindigd had, volgde een vruchtbare besproking met dit gevolg j dat een tiental personen besloot a. s. Zondag met elkaar te overleggen te Haarlem Kinderbonden op te richten. Hierop wordt de vergadering, waar van de heerG. Veldliuysen Sr. leider was, door den heer Langendonk met dankzegging gesloteu. Kinderbonden. Zondagavond werd in een der zalen van „Felix Favore" eene openbare vergadering gehouden, waarin de beer Keuvelaar van Rotterdam die zich erg voor Kinderbondeu interesseert het nut van zulke bonden aantooude. Spr. begon met te zeggen, dat onze naastenliefde zich ook tot de kiuderen behoorde uit te strekken en dat een steen des aanstoots de hoerschende drinkgewoonte moest worden wegge nomen. De drinkgewoonte staat de uitbreiding van Gods Koninkrijk tegen en verhindert ook kinderen tot Jezus te komen. Tegen iedere zonde wordt gewaarschuwd, niet tegen deze. Ja, stelselmatig leert het kind drin ken. 't Kind moet voor deze zonde gewaarschuwd worden; voorkomen toch is beter dan genezen. Op de Zondagsschool gebeurt het wel dat tegen het overmatig gebruik gewaar schuwd wordtdit is niet voldoende. Men moet bedenken, dat kinderen vatbaar zyn voor indrukken en dat aan hen de toekomst is en men door hen de andere huisgenooten bewerkt. De leiders der Kinderbouden hebben echter wel toe te zien, dat de kinde ren niet de zedemeesters hunner ouders worden. Spreker zou zoo gaarne zien dat Zondagavond omstreeks 7 uur is op het IJ tegenover de Handelskade te Amsterdam de stoomsleepboot Noord- Hollar.d no. 6kapitein Ulvers, in aanvaring geweest met do veeboot van de lirma Bus alhier. Laatstgenoemde is in zinkenden toestand door de sleep boot by het Kouiugiunedok op het droge gezet. Het vee werd nog bytyds gered. Persoonlyke ongelukkeu kwa men niet voor. FEUILLETON. «ten. neen. Natuurlijk niet. Niets ia staat zijn mij er toe te krijgen, ooral niet nu Jack mij verteld heeft Üj... hij..." k weet het wel," zeide Dicky op öuwclijken toon. ..Je behoeft het ftiei ie zeggen. Het is het gewone Dat je de eenige vrouw op de id zijt. of zoo iets. 't Is toch vreemd ten opgang zoo'n leugen maakt, ijl men. als men om zich heen kijkt, te veel vrouwen naar zijn zin ziet. toch mist zij zijn uitwerking nooit." oo iets heeft hij nooit tegen mij ge- r zeide Agatha verontwaardigd, ik je, dat hij zoo dom is k vond hem nooit dom, tot op lio- zeide Dicky onbeschaamd. „Wel, zeide hij dan toch?" 'at hij mij liefhad..,. Maar o! Dio- k ben zoo barag geweest. Die ver gelijke man zeide dat hij liever Dillwyn zou vernietigen, dan mij met heui getrouwd zienHaar stem beefde. „En hij zal 't doen ook; dat voel ik." „Nonsens beste kind. De menschen kunnen elkaar tegenwoordig maar zco niet vernietigen. Jc moet bedenken, dat er nog altijd zoo'n „dinsigheidje" be staat als een. beul. En daarenboven al lean ik nu niet zeg gen, dat ik veel van Darkharai houd ge loof ik toch, dat het een respectabel mensch is. „In mijn oogen," zeide Agatha, zacht jes, ..is hij een moordenaar. Ja, heuscli ik meen het. Ik ben bang voor hem en geloof stellig." en zij barstte in tra nen uit-, „dat hij trachten zal Jack om 't leven te brengen. Hij zag er zoo afschuwelijk uit. toen liij dat zeide. Omisschien is hij nu bezig een plan te beramen nu. op dit oogenblik. Ik heb mij niet vergist er lag een kwade bedoeling in zijn oogen. Dicky," en zij keerde zich hartstochtelijk tot den jon gen man, „ik moet Jack zien ik moet hem waarschuwen." „Morgen?" „Neen! nu! nu! Kara ik nu niet naar hem toegaan. Ik word krankzinnig als ik den nacht moet ingaan zonder hem gewaarschuwd te hebben." ISIHINEHLANO HAAGSCHE BRIEVEN. Nooit heeft de vergaderzaal van de. Eerste Kamer er zoo vreeand uitgezien als van de week, toen de Provinciale Staten er zetelden. 't Gezicht was eigenlijk minder vreemd dan do reuk. Het had ei* toch iets van alsof een der haringrookcrijen tijdelijk van Scheweningen naar 's lands raads zaal was overgebracht. Van lilas blaraa of réséda had het bijzonder weinig. De zeebanket-geuren werden veroorzaak» door de aanwezigheid, op de publiek© zoowel als op de gereserveerde tribune van een paar honderd Scheveraingsche rceders, vissehers, arbeiders, vischvrou- wen en belangstellenden, beter gezegd belanghebbenden bij het zeedorp en bij het belangrijke vraagstukde haren Dc haven zat aJ deze menschen in het bloed en do visch zat hen in de kleeren. Do Staten waren dus geheel en al in locaio geuren gehuld, toen zij de vraag discussieerden of aan do gemeente s Gravenhago een subsidie van 3 ton voor het bommeaihavcratje zou worden, ver leend. En h.et toestemmend aaitwoord werd met een zoo grooto meerderheid! gegeven, dat men zich verbazen moet over de zwarte voorspiegelingen die aan vankelijk de rondo deden. Een oommis sie uit de Scheveaiingers had alle Sta tenleden bezocht en die heeren, de Sche- veningers, hadden maar 35 stemmen voor hun plan gerekend, terwijl het. er per slot. van rekening meer dan 50 ble- I ken te zijn. Dat viel meo zooals de man zei, de bottelier, die met een vat j era al in zee ging (kijk or Pickwick op j na.) I Toera de Scheveningers. na het heer lijk votum der Staten, als nieuwgeboren. menschen luid juichend do tribunes ont- ruimden (de vischlucht bleef hangen) brak er voor de Hagenaars een min der aangenaam oogenblik aan. Want „Luister eens, Agatha. Het is al te laat eu mevrouw Greatorese kan ieder oogenblik thuis komen en..." Hij zweeg. Maar het jonge meisje begreep wel wat bij wilde zeggen. Nar tuurlijk... het was niet welvoegelijk op dezen tijd naar baar... naar Dr. Dill-, wyn's huis te gaanmaar moest zij ter wille van het fatsoen den man, dien zij liefhad, laten vermoorden? Zij was een weinig overspannen en geloofde op dit oogenblik niet anders of Darkham was bezig een plan te beramen om Dillwyn uit den weg te ruimen. Te midden van do plechtige stilte van den avond nam Agatha's vrees ontzaglijke afmetingen i aan. Jack was alleen thuis en op niets voorbereid. Was cr wel geschikter gelegenheid om hem te dooden Het arme kind was door de gebeurtenissen der laatste dagen totaal ontzenuwd en kon maar niets an ders denken dan aan den man, dien zij innig liefhad, en in baar idéé den dood tegemoet ging. Er had een moordlustige uitdrukking in Darkham's oogen gele gen. Okon zij maai- even naar Jack gaan om hem te waarschuwen. Wat kwam het er op aan wat de wereld er van zeide als hij maar in leven bleef. „Het kan mij niet schelen, wanneer zij thuis komt,"... Zij sprak heftig, maar hetzelfde oogenblik verweet zij het zich. „Neen, neen, zij kara vooreerst nog niet thuis zijn. He<t is nog maar half negen era voor tienen komt zij toch niet. te rug." „Maai- Dillwyn's huis ligt een halve mijl hier vandaan." „Maar als ik hard het bosch doorloop zal niemand mij zien - cn niemand be halve jij weet er van. Ik wil hem zeg gen. dat hij op zijn hoede moet zijn. Het zal het werk van een oogenblik zijn. Vindt je ook niet," vroeg zij koortsachtig gejaagd, „dat ik moest gaan „Alleen, zeker niet. As je hem dan per se zien wilt, dan ga ik met je. mee." ..ODicky, wat lief van je. Wil je het werkelijk doen. Kom dan kom gauw!" „Zonder hoed „Ja Wat doet dat er toe. Wij heb ben geen oogenblik te verhezen." „Welnu, daar gaan wij dan!" zeide Diclcy. Hij trok haar arm door den zijne en beiden gingen het hek uit. en sloegen links af den weg naar het bosch in. Zij liepen flink doorhet pad was gemakke lijk begaanbaar en Agatha's angst ver leende haar den spoed eener Atlanta. Toen zij het hek, dat toegang tot Dill wyn's huis gaf bereikten, haalde Dicky zijn horloge uit den zak." „Wij hebben 't „record" geslagen," zeide hij, „ik geloof niet dat een ander dezen afstand in zoo'n korten tijd zou afleggen. Maar a propos van tijd gespro ken, Agatha, denk ea* om, dat hij vleu gels heeft. Ik zal hier blijven, maar bin nen vijf minuten," liij tikte op zijn hor loge, „moet jo weer terug zijn." „Vijf minutenHet zal zoo lang niet eens duren", zeide Agatha. „Het was beter als je hem zeide, dat ik met je mee ben gegaan en je ook te rug zal brengen. Ofschoon," peinzend, „hij me dan ongetwijfeld dood zou schie ten" „DickyHij zaT je zoo dankbaar zijn!" „Dat," langzaam, „ligt niet in den aard van minnaars. En ik heb cr twee waar ik om denken moet. Darkham zit misschien wel voor in een boom en laadt zijn geweer." „Och Dicky! zeg toch zulke dingen niet!" „En zelfs als ik het geluk heb die twee te ontsnappen, dan wacht mevrouw Greatorese mij nog. Nu, ga nu beste Agatha. As ik car bij je terugkomst niet meer ben, hoop ik dat jo een monument zal laten oprichten ter herinnering aan mijn vele deugden." Agatlia verwijderde zich reeds hij kon toch ook nooit ernstig zijn. „Vijf minuten," riep Browne haar nog achterna. „Geen seconde meer." Agatlia sloop zachtjes naar een ver licht venster, waar zij geloofde dat "Dill wyn zou zitten en tikte tegen het glas. Terstond werd het gordijn opgetrokken, een uitroep van verbazing volgde en het volgende oogenblik schoof Dillwyn het venster cm. HOOFDSTUK XXV. j „Ben jij het. Agatha?" „Ja, ja... ik heb maar even tijd... maar ik moest je spreken. Toen je weg was kwam Darkham... hij heeft je ge zien..." „Wacht even!" Zijn toon klonk ern stig. „Geef mij een hand. Kom binnen en vertel mij dan alles!" Het raam was heel dicht bij den grond, en het volgende oogenblik stond j zij dan ook naast hem. Zij bevond zich nu in de kamer, maar haar angst was zoo groot, dat zij zich zelfs geen tijd gunde rond te zien. De kamer vara haar geliefde! En toch had zij die nog nooit gezien- Maar zij dacht op dat oogenblik aam niets anders dan aan hem, „Jack! Ik voelde, dat ik moest gaaa. om het je te vertellen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1