- A. de Block. J. F. T. Bloem, W. F. Hartman, H. Croockewit, J. C- H. Verschoor, J. J. van Pellecom, H. B. Pothoff en P. C. Hompe. Ie luits. der cavalerie J. M. baron van Boecop, R. G. B. van Over veldt, F. A. J. Pipponghegen en E. W. ba ron van der Capellen. Kapts. der art. A. C. M. ridder Aie- wyn, H. M. F. G. Peltzer, W. Ver- hey. D. G. van der Voort Maarschalk, C. E. Baud, G. P. Boaten, C. Tromp, P. G. Verhaart en H. G. de Bruyne. Kapt. mag. H. W. van Byleveld en le luit. der art. A. L Maas. Het Kon. jacht De Valk, zal uit de sterkte der vloot afgevoerd en verkocht worden. (Tad.) Bij het -te regiment infanterie is het aantal vrijwilligers voor het re servekader voltallig, zoodat voorloopig als zoodanig geen jongelingen bij dat korps kunnen" worden ingedeeld. Sport en Wedstrijden. Voetbal. De stand der le kl. competitie in afdeeling I is: O Cl 1 s" s 1 Hockey. Wegens liet slechte weer en terrein weri de compeiitie match Amster dam—Velsen uitgesteld. RECHTSZAKEN. Het drama te 's-Gravenliage. De behandeling van de zaak-Venier werd Zaterdag voor de Haagsche rechtbank voortgezet. Als eerste ge tuige, tevens deskundige, wordt ge hoord dr. Berghuis, die als officier van gezondheid beklaagde in Indië heeft gekend. Hij heeft hem steeds zeer vreemd en zeer excentriek ge vonden Als medicus beschouwde getuige beklaagde als abnormaal. Op een vraag van den verdediger of de medicus bekl. als toerekenbaar beschonwtvoor zijne daden, antwoordt deze, dat bij hem niet toerekenbaar acht voor alle daden. Psychisch was bekl. in Indiü abnormaal en wanneer hij geprikkeld werd was hij bepaald ontoerekenbaar voor zijo daden. Des gevraagd, antwoordt getuige, dat hij het rapport van de doctoren de Jong en Le Rutte over beklaagdes toestand onvolledig acht en niet berustende op wetenschappelijke gronden, daar het te veel is opgemaakt naar verklarin gen van getuigen. Observatie van een krankzinnige of zenuwlijder kau naar het oordeel van getuige niet in een gevangenis plaats hebben. Daarvoor moet een speciale deskundige zoo iemand aanhoudend en met zorg ga deslaan. Dr. Lammerts v. Bueren die in 1S97 en 1898 over bekl. gepractiseerd heeft, verklaart, dat mevr. Vemer in die dagen van ziekte zeer goed en zorgzaam voor haar man was en hem i volstrekt niet veronachtzaamde. Me-j vrouw Meyer kende getuige aanvan- kelyk niet. Hy is met haar in kennis gekomen doordat zjj bij hem kwam om namens mevr. Vemer te spreken over den toestand van haar man. Ge tuige heeft bekl. toen gewaarschuwd tegen excessen op elk gebied daar die nadeelig voor zyn toestand zijn. Hierna doet getuige eenige mede- deelingen omtrent den toestand van zijn patiënt toen deze door diens vrouw was verlaten. Bekl. is gesproten uit eene familie die zeer zenuwachtig is en waarin lijders aan epilepsie voorkwamen. Op zyn 8e en 14e jaar leed bekl. aan epilepsie en slaapwandelen. Aan de Militaire Academie gedroeg bekl. zich als een goed leerling. Voor zijn medeleerlingen was hij zeer onaange naam, driftig, opvliegend en zeer gierig. Om kort te gaan, uit alles wat den medicus ter oore kwam bleek hem, dat bekl. abnormaal was. Zjjne Mili taire Willemsorde heeft hij op zeer eigenaardige manier verdiend. {Hoe, deelde getuige niet mede). Over hallu cinaties heeft bekl. nooit tegenover getuige gesproken. Op de vraag van den president of getuige beklaagde als krankzinnig be schouwt antwoordt getuige ontken- nend. Hij vond in de" dagen van zijne ziekte geen termen om plaatsing in 'een krankzinnigengesticht aan tebe- velen. Thans, na al hetgeen gebeurd is aarzelt getuige niet om te zeggen dal hij beklaagde voor krankzinnig houdt. Ook deze getuige acht een gevan genis ongeschikt Öm een zenuwlijder of krankzinnige te observeeren. Van mevrouw Meijer beeft getuige belee- digende brieven gekregen. Dr. Le Ratte Senior, die in het gezin van den vader van beklaagde heeft gepractiseerd, constateert dat de vader en zyu broers zeer zenuw achtig waren, terwyi hy beklaagde als kind ook beeft behandeld, wegens zenuwaandoeningen. Later heeft getuige beklaagde als man ontmoet in een omnibus. Hy maakte toen zulk een zonderlingen indruk op hem, dat by thuis komende, tot de leden van zyn gezin zeide „Daar heb ik Vemer ontmoet, als bij niet krankzinnig is, dan wordt hy hel". Getuige heeft, na het gebeurde op 5 Juni een certificaat afgegeven, dat beklaagde krankzinnig is en in een krankzinnigengesticht thuis hoort. De president meent, dat dit certi ficaat, na een korte kennismaking in een omnibus, zeer lichtvaardig is aan gegeven. Getuige Le Rutte licht dit certifi caat verder toe en constateert dat de heer Vemer lijdende is aan „Demen- tia-Paralytica". Dr. Lammerts van Sueren verschilt in gevoelen met dr. Le Rutte. Geen enkel verschijnsel van Dementia Para lytica is waargenomen. Dr. Roessingb, directeur van het Gemeente-Ziekenhuis, verklaart, dat beklaagde in die inrichting zeer ver ward was, ook nadat het ingenomen vergif was uitgewerkt. Het herinne ringsvermogen was geheel weg. Over het voorgevallene met de vrouwen begon hy nooit. Eerst wanneer het gesprek in die richting geleid werd, herinnerde hy zich een en ander. Op de vraag hoeveel malen hy ge schoten had, antwoordde by eerst eenmaal, toen tweemalen en later driemalen. De dokter achtte beklaagde zoer gevaarlijk, zoodat hij hem streDg liet bewaken. In die dagen verkeerde bekl. absoluut in krankzinnigen toe stand. Verschillende verschijnselen deden den directeur-geneesheer tot die con clusie komen. Ook ontkende beklaagde dat het tegengif gewerkt had. Dat kan op de hersenen van den patiënt na Dinsdag 7 Juni geen invloed meer gehad hebben. Dr. Selhorst, die vroeger niet aan den geestestoestand van bekl. twijfelde deed dit wel na den indruk, dien hy kreeg van de geschiedenis der vrouwen. Dr. A. de Jong bevestigt het ver slag, dat hy met een mededesknndige gaf van het onderzoek in het Huis van Bewaring, volgens hetwelk bekl. j gedeeltelijk wel zijn daad heeft kun-; nen bepalen en voorbedachtelijk is; opgetreden bij de misdaad. Tegenover dit rapport wordt voor- j gelezen een verslag van dr. C. Wiuck- i Ier, naar wiens overtuiging bekl. in het. krankzinnigengesticht behoort als j lijdende aan jjverzucbtswaan. j Dr. De Jong volhardde bij zijn: gevoelen, bewerende dat ijverzaehts- waan geen vorm van krankzinnigheid j is, doch erkennende dat bekl. vervol- i gicgsdenkbeelden heeft. Getuige hecht veel aan bet feit, dat bekl. zich in het Huis van Bewaring hei gebeurde herinnerde. Omtrent het verhoor van beklaagde nog het volgende: Bekl. zegt opnieuw zich van het maatschappij amazonistisch storm wordt feit van den oen Juni niets meer te geloopen. zijn er ook in Mex-laam's dre- herinneren, hoewel de voorzitter hem ven juichtonen aangeheven, jubelender wyst op verschillende getuigenissen naarmate de rouleering der families die anders leeren. SÏStbaarder wordt en meer engagemen- Bekl. zegt dan, dat hy steeds ge-1 ten bekend raken, lukkig met zyn_ vrouw leefde en nooit Wee den lafhartige, die geen open scènes had. Hy had zyn vrouw lief, mond voor de maatschapelijke nood- en zy hem zy kwam hem zelfs halen draft heeft, wee den nietigên lieeren der toen hy ziek was in het kamp vanschepping, die zich niet geestdriftvol of Oldenbroek, in 1890. Mevr. Meyer met wantrouwen stortc-n in de armen had hem gebiologeerd. Bekl. heeft zich1 der nieuwe barmhartigheid, niets te verwijten zegt hy. Hy j De dienstmeisjes, weinig heil ziende zet daarna uiteen hoe mevr. Meijer ;n deze beweging, omdat zij wel van met zijne vrouw in connectie is ge-do juffrouw hebben gehoord, dat zij- komen mevr. M. lymde zyn vrouw iui t aangenamer hebben dan de juf met allerlei cadeanx, preciosa. j frouvv zeif. ^ïf ook wel inziende, dat zij Bekl. antwoordt, dat hy wel berouw gjiien Van de pret, wanneer zij hun heeft gevoeld over zijn ontvangt, doch j uitgaansdag hebben, wat toch juist niet de oorz. zegt, dat dit uit niets blijkt. altijd gezegd kan worden als de juf- 3 ei"fiör ondervraagd, zegt bekl., datfrouw. „it en in de vigilante stapt... hy steeds gepoogd had zyu vrouw j De Hollandsche keukenprinses begint terug te krygen. haar heele inzet op dien vrijen avond te Nimmer had hy het plan om eensteuen der vrouwen van bet leven te baroo- j Uiting aan >t gevotl van dood en on_ ven. De revolver droeg hy by zich om UTfdijkhei(1 van waan eu uvzon van redenen van zelfbehoud. ijdelheid, tijdelijkheid en onverganke- Bekl. zegt, dat hy in de gevange-id staal voor d(.u „cdachtigell je- nis slapeloosheid heeft en stemmen ?el. geschrevc.n op -u bord vastgespijkerd meent te hooren. Hy. liet zelfs in au\ ljoom iu ^umocieieix Indie wel een .longen in zyn kamer slapen, omdat hy bang was. Vooral j in Riouw had hij nachtmerrie. De strychnine had bekl. by zicb, omdat hij vreesde, dat een ander zich ver gissen zon. Aanvankelijk heeft by wel aan zelfmoord gedacht. Bekl. zegt, dat hij veel geloden heeft. Hy gelooft, dat zonder den in vloed van mevr. M. zijn vrouw by hem zon zijn teruggekeerd. Hij kon de stad niet uitgaan bij wilde althans by zijne moeder blijven, die hem be greep. Hy had zijn vrouw lief; hy had haar vreeselyk gemist. Zyu vrouw had geen reden om weg te loopeu. De voorzitteralle reden Bekl. zegt: hy uwer, die zonder, zonde is, werpe den eersten steen op en\ heaikcn j kende voorjaarszon met De verdediger zegt, dat hy tegen Maandag wellicht nog éen getuige zal hooren. terwijl het oude woud, dat daarachter als een berg zich heeft schrap gezet tegen do voortwoekerende phuiderings- zucht van het brutale dwergenvolk, suist en loeit, huilt en dreunt Zoo-zfe-je-eeuwigheid. Bosch van 't schoone Merlaam, ge heiligd door uwe plechtige grijsheid, laat mij spreken met voldoende kracht van wat ik voelde des ochtends en des avonds wanneer ik u betrad, alleen. Doe mij mijne gedachten teragvinden, die mij omzweefden, toen ik daar lag oj) het mollige mos, vriendelijk be schaduwd door uwe reuzenkinderen, ei- toen u de be- oorjaarszon met leveiiwekkenden regen overgoot, toen op uw somber aan schijn een lach begon op to flikkeren. Zoo lag ik daardo schuinsche, stra len uit het zongezicht slopen door den i nieuwen bladerdos heen en speelden 'i'j rondom mij tusschen het fijne fulpen cd j gras, tersluiks uitkijkende door de ver schrompelde bladeren, die eenmaal ook groenden. Voel, het windeken suizelt aan, zich ontspannend, geur verspreidend, liet windeken, dat meer gedarteld, infcrim- 8 ©e Spotvogel "1 gis la et MsuaaoraS"- '3tiscïi WeeStMsss" ■- met fflustraileis, dat wij gratï M H zenden nan ©nzeil wanna?r de zaohtc'nMht »i« AfM Ti de vleugelen over het gewijde oord zal pj9 ';:j j uitgespreid hebben. pes- week 1© .J' i!(Dents foetale». V;j pend, zich te .raste zal leggen in het L S tid j volle bosschage van. akkermaalshout, SËüSEzawsEïa. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk Van ingezonden stukkengeplaatst of niet geplaatst, ivordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Een virtueele stad. van N. VEDEL. Aan do Boom en. Merlaam is volgens een pessimist '11 dad van een echt Hollandsch karakter, waar feestvieren tot de rariteiten be hoort. Een stad met veel stijfheid en veel mitziek. Geen enkele tingeltangel of café- chantant van hoogere orde wordt in de ze kleine deftigheid geduld. Café's wed ijveren in ongezellig aanzien onderling n in dcoie leegheid met de sociëteiten. De weinige bezoekers worden als met den vinger aangewezen en beliooren daarom dus niet tot 't beste gedeelte dei- burgerij. Veel scholen en schoolscli- heid. Veel parken en harkachtigheid. Kerken en doctoren zijn in gelijke ge talsterkte te vinden. Liefdadigheidsinstellingen, Zondags scholen metVrede op aarde, in men- schen een welbehagen. Geheel oiithou- dër.-.vergaderingen metRede op waar de, in wenschen wel een behagen Toynbee-vcreenigingen en kookinrich tingen het ontbreekt Merlaam aan niets, dan de gave der gezelligheid. Kunstkringen incluis, op jacht naar het tweeledige doelLeniging der ar moede en bevordering van het verkeer tuschen de leden. Sinds het vrouwelijk geslacht niet meer zwak zijnde, de weefstoelen heeft omvergeworpen en op de deuren der Zeg, bosclilievciide. Anemonen, die ontwaaktet aan den rand' van het slin gerend pad, zeg zangerige vogels tus schen de twijgen, zeg, kalme stilte roncl- om mij, ach, zeg me toch niet.de zon zal straks hoog stijgen, wenk me toch niet dat dra vervlogen is deze heer lijke ochtendstonde. Eens en voor hem, die daar oog voor heeft, vertoonde zich weer dat he- mel-meer omneet'lijk, zacht opgloeiend, vèr, tot aan den gezichteinder: ros© bergwolkjes waren langs haar boorden opgestapeld. Een veelkleurig schijnsel van de stervende zon was opgevloeid over het Westerhemclgeweli. Toen was ik afgedwaald van het menschenheir uit de stad' en gijl. o woud, had me verdwijnend in u opge nomen. En ik liep door uwe lanen, vol zwoele lindebloesemgeur, maar uwe grootsch.- heid van natuur had mij overweldigd, en ik ademde in dien witten wijden weemoed, die ook zweeft in Gods groo- ten tempel en over ons bevende levende liet gewoik van orgelgalmen komt. Toen heb ik gevoeld een groot ge voel, owoud, een naderschrijden van j oneindigheid. Gij bezocht daar eeuwen, gewijde j plek, die gezien heeft den Germaan- schen offerpriester met diep ontzag het allerheiligste in u vermijdend, bewa- j kend. Hout van Merlaam, met uwe onsterfelijke beuken 1 Lang nog zult gij zijn een prachtig stuk krachtig natuur, j lang nadat wij tot stof zijn vergaan j lang nadat mc-nschenlevens op den tijcl- stroom zijn voorbijgesneld zult gij zijn zooals ik u heb gezien, op dien ochtend, op dien avondzult gij geven aan de menschenzïel een verpletterenden in druk door uwo onvergankelijkheid. Gemengd RSieuws» De zaak-Dreyfus De Matin deelt over hot „geheime" dossier nog mede dat de naam van Dreyfus in geen der stukken voor komt, en evenmin iichamelyke of zede lijke aanwijzingen die duidelijk op den ex-kapitein zouden slaan. Wel krijgt men bij de lezing van deze stukken den indruk dat een Fransch officier geregelde betrekkingen onderhield met de militaire attachés van verscheiden vreemde mogendheden. Volgens het Journal is het geheime dossier zoo weinig omvangrijk dat het gemakkelijk in een schoo'tasch ge borgen kan worden. Tusschen Picqnart en Labori be staat verschil van meening, maar de Matin meldt welk blad echter zeif aan de juistheid van die inlich ting twijfelt. Picquart zou zyn zaak zoo spoedig mogelijk beslecht willen zien, en tegen de verdaging gekant zijn. Daarente gen is Labori van gevoelen dat alles gedaan moet worden om verdaging van liet proces tot na afloop van het onderzoek, nn door liet Hot van cas satie ingesteld, te verkrijgen. In de laatste aagen zouden de gesprekken tnsschen Picquart en Labori hoofd zakelijk daarover geloopen hebben. Het geheim dossier zal aan liet Hof van Cassatie worden ter hand gesteld De heer Loew heeft met den minister van oorlog een onderhond gehad, be treffende de maatregelen en voorwaar den van ontvangst. Enkele stukken voornamelijk de informaties van ge heime agenten in den vreemde zyn niet voor publicatie geschikt. Tijdens het verhoor van Picquart liep Vrydag in de vestibule een heer op hoogen leeftijd naar Picquart. drukte hem de hand. Volgens VAurore was deze heer de oud-minister Jules Roche, die aan den heer Josse, rechter van instructie, een brief had overhandigd, geteekend Es- terhazy, gedateerd 1S93, gericht aan den minister Roche, in zijn hoedanig heid van rapporteur van het budget van oorlog. Esterhasy schrijft„Myn heer de rapporteur," ik ben in staat u voor uw rapport inlichtingen van de grootste waarde te doen toekomen over misbruiken in den generalen staf en in 't bijzonder van het Inlichtin gen-bureau. Ik ken een officier van dat bureau, commandant Henry, my'n vriend en debiteur." Hieruit zou blyken dat Henry en Esterhazy reeds in 1893 goed met elkander bekend waren. Uit Berlyn wordt gemeld, dat aan het eind van de vorige week by boek handelaars al 318,000 exemplaren van Bismarck's memoires waren besteld, en de bestellingen gaan altyd nog door, zoodat men zeggen kan dat nooit ter wereld een boek zoo snel aftrek heeft gevonden. Prinses Augusta van Saksen Weimar is Zaterdagmiddag overleden in den ouderdom van 72 jaar. Zy was een dochter van Koning Wilhelm I van Wurtemburg, die op 25 Juni 1864 gestorven is, en huwde 17 Juni 1851 met prins Herman van Saksen- Wei mar-Eisenach. Het Jubileum van keizer Frans Jozef. In geheel 0ost8nryk is Donderdag het jubileum van den Keizer gevierd, in verscheiden steden werd geïllumi neerd en muziek gemaakt. Weenen was met vlaggen en ver sieringen getooid en 's avonds feeste lijk verlicht; alleen de keizerlijke en rijksgebouwen illumineerden niet. Over de illuminatie wordt gemeld „Door het heerlijkste weer begun stigd, vormde de illuminatie van Wee- I nen een waarlijk grootsch schouwspel. jDe stad maakteJnet haar milliards lichtjes een tooveraehtigen indruk. Tot in de verste voorsteden waren alle ramen verlicht. Bijzonder mooi waren vele openbare en particuliere gebouwen. Op de Ringstrasse brandde I het gas in fakkelvorm. Het raadhuis door" duizenden kaarsen verlicht, le verde een bijzonder boeiend schouw spel op. Een grootsc'nen indruk maakte de Votivkirche, die tot de torenspitsen verlicht was. Hier was het gedrang onbeschrijfelijk, en werd bijna levens gevaarlijk toen 's avonds om acht uur op den tweeden trans van de ke boven het hoofdportaal bazninbiaz( het Ave Maria aanhieven. Toen plechtige klanken waren weggestorv klonk boven van den toren af i: volkslied, dat met stormachtig gero van „Leve den Keizer" werd toeg juicht. Toen het lied herhaald werd, zo jong en oud mee, wuivende met hc den en zakdoeken, en met geestdrifi leve-geroep. Om een uur of neg ging de verlichting langzaam uit verminderde de menschonmenigte. om tien uur werd het weer donk en stil in de Keizerstad. In Boedapest en elders in Hong rye waren feestelijke godsdienstoef ningen in de kerken eu iu de kaz< nes, in Bosnië werd het jubileu eveneens voornamelijk kerkelijk g vierd. In Agram ontwijdde een troep st denten den dag door een betooging houden voor het standbeeld van J latsits, den banu< van Kroatië in d Hongaarschen onafhankelijkheidsol log. en er te roepen„Eere Je'.la sits? Weg met de Magyaren!" 1 politie verspreidde de riistverstoi ders. Een dergelijke rol in geschrifte, die Kroatische studenten met de das spelen de schöneriaansche bladen, do onstichtelijke opmerkingen. De Keizer heeft tot het leger e dagorder gericht om hot te bedank voor zyn trouw en moed in al vy'ftig jaar. Een oordeel over een faillissement. Een te Wanganui (Nieuw-Zeelau verschijnend blad bevat bet volgeo vermakelijke bericht. Een Moari hou die aan een door het Hof van fa lissement insolvent verklaarden wi keiier 40 pd. st. verloor, geeft de vi gende duidelijke uiteenzetting v van dezen byzonderen tak der Britse rechtspraak: De pakeha (blanke),i pakarapu (insolvent) wil worden v< klaard, begint een zaak, bestelt w goederen en betaalt ze niet. I) brengt hij zooveel geld als hij ki gen kan by elkaar, b. v. 2000 pd. en bergt ze weg, op 5 pd. st. op een plaats waar niemand het k vinden. Met de 5 pd. st. gaat naar den rechter en zegt hem, dat pakarapu moet worden. De recht roept dan alle advocaten bijeen, t nevens iedereen aan wieu de pake! geld schuldig is en zegt dan: „Deze ai is pakarapu, maar hij wil u al! geven wat by heeft en daarvoor hes hy mij gevraagd, deze 5 pd.st. ond u allen te verdeelen." Do rechter get vervolgens 4 pd. st. aan de advocati en de overblijvende 1 pd. st. aan andere menscben. Daarna gaat pakeha naar huis. Het grootste getal. Wat is het grootste getal, datm met drie cijfers maken kan Iemac die nooit aan wiskunde gedaan liee zal zeggen 999; doch men kan e deze drie negens nog een veel grool getal voorstellen, nl. 99", wat will teekenen dat het cyfer 9 negen ma met zichzelf moest worden vermen! vuldigd en die uitkomst weer neg maal met zich zelf. De eerste vermenigvuldiging gei het getal 387,320,4S9dit getal mof weer 387,329,489 maal met zich worden vermenigvuldigd en dan krjj men Wie lust heeft om zulks te rekenen, ga zyn gang, maar valt te betwijfelen of hy hét ten ein zal brengen. Als hy het doet heeft hij if gedaan, wat nog nooit iemand vc liera gedaan heeft en zal bij een cijl gekregen hebben van meer dan 3 millioen cijfers. Om dat getal op e papierstrook te schrijven zou, aaat mende dat men 20 cijfers op e decimeter zet, een strook «oodig 2 van IS 184 of 18485 Kilometer; per minuut 100 cijfers op pap! brengt en dagelijks 10 uur werl met inbegrip van Zon- en feestdag zou 17 "jaar ouder zyu gewordi wanneer hy met zijn arbeid gere was. In de Golf van Biscay© is de Eng sche stoomboot Clan Drummondv Liverpool naar Zuid-Afrika besten vergaan. Bijzonderheden omtrent ramp, waarbij 37 menscben het lev verloren, ontbreken. De Holbein, e Britsehe stoomboot, bracht Donderd 23 schipbreukelingen te Lissabon a wal. zich in zijn huis te vertoonen. Met het oog op zijn plannen vreesde hij, dat zijn afwezigheid dien middag door de mei den anders opgemerkt zou worden. Ja; hij zou naar huis en naar bed gaan op het gewone uur. Hij moest geen inbreuk op den gewonen leefregel maken. Later wanneer iedereen sliep kon hij door het raam van de biblio theek naar buiten klimmen. Hij zeide tot zichzelf dat het beter was als hij voor zijn vertrek de dekens van zijn bed opensloeg. Over dit punt dacht hij even na hij liet zijn verbeelding wer-j ken en vroeg zichzelf af hoe men het zou opnemen a.ls er iemand tijdens zijn afwezigheid zijn kamer binnentrad. Hij overlegde zijn plannen zeer nauw keurig. Het zou veel tijd nemen om eerst naar ,,de Cedars" te loopen, dan de ladder op te stijgen, het venster in te klimmen en te.(dat zou niet veel tijd kosten) en om dan weer terug te kce- ren en zijn kleeren na te zien, of er ook vlekken opgekomen waren. Het scheen hem een zeer gemakkelijk plan toes waarbij hij niet het minste gevaar zou loopen. De avond beloofde donker te zijn en daarenboven wie zou er op dat uur op de plaats loopen? Hij overdacht alles nog eens van het begin tot het eind. Daar stond het leelijke, oude huis, en de ladder tegen het venster.... De, metselaar had gezegd, dat Dillwyn het liefst met een open raam sliep maar zelfs al wilde hij het sluiten dan kon hij het toch niet. Een onbedwingbare lust om te lachen bekroop hem. Het was opmerkelijk echter, dat hij niet hardop lachte; wel schudde hij van pret maar geen geluid ontsnapte zijn mond. Zelfs terwijl hij ach de tranen uit de oogen veegde zag hij angstig om zich heen, als vreesde hij dat er zich iemand in zijn nabijheid bevond. Maar er was niemand. Wat was hem alles gemakkelijk ge maakt. Hij voelde dat hij Dillwyn wel dankbaar mocht zijn voor het open venster en de ladder. Wat bezat iie man een vertrouwen op de Voorzienig- nigheid dat hij zoo aan de genade van iedereen overgeleverd ging sla pen. Weer deed zijn demonische lach hem schudden. Hoe „knus" zou de brui degom er morgen uitzien De morgenzon zou zijn gelaat bestra len of wat er van overgebleven was. Morgen! Agatha kende haar geliefde zoo goed hij twijfelde niet of zij had alle verschillende uitdrukkingen, die zijn gelaat kon aannemen, bestudeerd. Darkham had haar gadegeslagen had haar kussen en blosjes opgemerkt. Groote God! welke herinneringenWel nu... morgen zou zij een nieuwe uit drukking op het gelaat van haar be minden Jack waarnemen., éóne, die zij nog nooit te voren gezien had. HOOFDSTUK XXXV. De duisternis was ingevallen. Dc wind loeide en geen ster was er aan het uitspansel te bekennen. De avond, die groote tegenvoeter van den dag, was aangebroken; de dag zelf was reeds lang gevloden. Darkham spoedde zich haastig door het dichte geboomte voort. Wanneer liij een open plek over moest steken rende hij schier, maar over 't algemeen liep hij toch met gezwinden pas. Klaarblij kelijk had hij haast. De duisternis kon hem niet schelen hij kende den weg door en door had hem honderde malen geloopen en deze donkere avond kwam hem dit juist goed' te pas. Licht zou hem gehinderd hebben. Hoe zou hij zijn plan kunnen volvoe ren bij het reine schijnsel van de maan Een zwaaiende tak slingerde tegen zijn gezicht. Hij deinsde achteruit maar deed toen weer een stap voorwaarts en brak den tak in wel twintig stukjes. Hij voelde geen pijn. Toen hij den tak gebroken had wierp hij hem ongeduldig ter zijde en vervolgde met den zelfden spoed zijn weg. Er was eenige tijd met dien tak ver loren gegaan hij moest dezen weer inhalen. Hij liep erven vlug en licht als een jong meisje, dat naar haar eerste bal gaat. Hij scheen over den grond te zweven;. Klaarblijkelijk Verkeerde hij in vroolijke stemming. Zijn verlangen dreef hem voorwaarts het verlangen om daar te zijn. om op zijn vijand to kunnen neerzien, die slapend en hul peloos voor hem lag... O! hij zou wachten... en hem, die waarschijnlijk van haar droomde, gade slaan en dan toesteken... toesteken... Hij trilde va.n verrukking bij het too- neel, dat zijn geestesoog aanschouwde. Zijn vreugde was volkomen. Hij voel de geen berouw, zag geen zweem van verkeerdheid 'in afijn plan, en geen angst, welke ook, kwam hem kwellen. Neen geen een en... Plotseling stond hij stil en luisterde. Weder! Het was nu reeds de tweede maal, dat hij ditzelfde geluid vernam of het zich tenminste verbeeldde. Een dof geluid dat hem deed denken aan dat van naderende voetstappen. Een oogenblik geleden was hij ook stil blijven staan, maar alleen het geruisch van den wind door de takken der boomen had de stilte verbroken. Geen ander geluid dan dat had hij ver nomen. Maar toch kwam het hem nu voor alsof hij op grooten afstand door iemand gevolgd werd. Het was ongetwijfeld verbeelding van hom. Het terugstooten van een tak of zoo iets zou het geweest zijn. Heel voorzichtig, maar haastig liep hij weer voort.. Wat er wel ooit een man geweest, die zoo verlangend was zijn plan te volvoe ren? Nu en dan stak hij zijn hand in zijn binnenzak waar hij iets scheen te voelen, dat hij Kef kozend wreef. Telkens als hij dit gedaan had werd zijn stap nog vlugger, eindelijk rende hij voort. Voort, voort, door den duisteren nacht. Eindelijk bereikte hij den rand van het bosch, de weg lag voor hem etn j daar tegenover hem de „Cedars". Toen hij het bosch uittrad en den weg over wilde steken bleef hij plotse ling verschrikt staan. Hij zag achter zich. De donkere schaduwen der boo men strekten zich zwijgend uit. nu daar was het geluid weerAlweer zelfde geluid! Hij zou er een eed op hebben wil doen, dat hij voetstappen hoorde. Plotseling overviel hem een gro angst, hij keerde zich om en snelde rag het bosch in, rechts en links takken afbrekend. Als hij achtorvo werd, wel, dan zou natuurlijk zijn p iu duigen vallenmaar hij zwoer zichzelf, terwijl hij als een raze voortrende, dat, als hij den kerel pakken kreeg, hij hem vermoorden Voort liep liij, lakken vernielend alles wat hem in den weg kwam zoni genade vertrappend zoo x-ende met zwaaiende annen voort zonder hem oen geluid ontsnapte. Toen bedaarde zijn woede. Plotseli werd hij kalm, heel kalm. Er was slot van rekening niemand. Hij veegde zijix voorhoofd af en volgde zijn weg. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2