-
A. de Block. J. F. T. Bloem, W. F.
Hartman, H. Croockewit, J. C- H.
Verschoor, J. J. van Pellecom, H. B.
Pothoff en P. C. Hompe.
Ie luits. der cavalerie J. M. baron
van Boecop, R. G. B. van Over veldt,
F. A. J. Pipponghegen en E. W. ba
ron van der Capellen.
Kapts. der art. A. C. M. ridder Aie-
wyn, H. M. F. G. Peltzer, W. Ver-
hey. D. G. van der Voort Maarschalk,
C. E. Baud, G. P. Boaten, C. Tromp,
P. G. Verhaart en H. G. de Bruyne.
Kapt. mag. H. W. van Byleveld en
le luit. der art. A. L Maas.
Het Kon. jacht De Valk, zal uit
de sterkte der vloot afgevoerd en
verkocht worden.
(Tad.)
Bij het -te regiment infanterie is
het aantal vrijwilligers voor het re
servekader voltallig, zoodat voorloopig
als zoodanig geen jongelingen bij dat
korps kunnen" worden ingedeeld.
Sport en Wedstrijden.
Voetbal.
De stand der le kl. competitie in
afdeeling I is:
O Cl
1 s"
s
1
Hockey.
Wegens liet slechte weer en terrein
weri de compeiitie match Amster
dam—Velsen uitgesteld.
RECHTSZAKEN.
Het drama te 's-Gravenliage.
De behandeling van de zaak-Venier
werd Zaterdag voor de Haagsche
rechtbank voortgezet. Als eerste ge
tuige, tevens deskundige, wordt ge
hoord dr. Berghuis, die als officier
van gezondheid beklaagde in Indië
heeft gekend. Hij heeft hem steeds
zeer vreemd en zeer excentriek ge
vonden
Als medicus beschouwde getuige
beklaagde als abnormaal.
Op een vraag van den verdediger
of de medicus bekl. als toerekenbaar
beschonwtvoor zijne daden, antwoordt
deze, dat bij hem niet toerekenbaar
acht voor alle daden. Psychisch was
bekl. in Indiü abnormaal en wanneer
hij geprikkeld werd was hij bepaald
ontoerekenbaar voor zijo daden. Des
gevraagd, antwoordt getuige, dat hij
het rapport van de doctoren de Jong
en Le Rutte over beklaagdes toestand
onvolledig acht en niet berustende op
wetenschappelijke gronden, daar het
te veel is opgemaakt naar verklarin
gen van getuigen. Observatie van een
krankzinnige of zenuwlijder kau naar
het oordeel van getuige niet in een
gevangenis plaats hebben. Daarvoor
moet een speciale deskundige zoo
iemand aanhoudend en met zorg ga
deslaan.
Dr. Lammerts v. Bueren die in
1S97 en 1898 over bekl. gepractiseerd
heeft, verklaart, dat mevr. Vemer in
die dagen van ziekte zeer goed en
zorgzaam voor haar man was en hem i
volstrekt niet veronachtzaamde. Me-j
vrouw Meyer kende getuige aanvan-
kelyk niet. Hy is met haar in kennis
gekomen doordat zjj bij hem kwam
om namens mevr. Vemer te spreken
over den toestand van haar man. Ge
tuige heeft bekl. toen gewaarschuwd
tegen excessen op elk gebied daar die
nadeelig voor zyn toestand zijn.
Hierna doet getuige eenige mede-
deelingen omtrent den toestand van
zijn patiënt toen deze door diens
vrouw was verlaten.
Bekl. is gesproten uit eene familie
die zeer zenuwachtig is en waarin
lijders aan epilepsie voorkwamen.
Op zyn 8e en 14e jaar leed bekl.
aan epilepsie en slaapwandelen. Aan
de Militaire Academie gedroeg bekl.
zich als een goed leerling. Voor zijn
medeleerlingen was hij zeer onaange
naam, driftig, opvliegend en zeer
gierig.
Om kort te gaan, uit alles wat den
medicus ter oore kwam bleek hem,
dat bekl. abnormaal was. Zjjne Mili
taire Willemsorde heeft hij op zeer
eigenaardige manier verdiend. {Hoe,
deelde getuige niet mede). Over hallu
cinaties heeft bekl. nooit tegenover
getuige gesproken.
Op de vraag van den president of
getuige beklaagde als krankzinnig be
schouwt antwoordt getuige ontken-
nend. Hij vond in de" dagen van zijne
ziekte geen termen om plaatsing in
'een krankzinnigengesticht aan tebe-
velen. Thans, na al hetgeen gebeurd
is aarzelt getuige niet om te zeggen
dal hij beklaagde voor krankzinnig
houdt.
Ook deze getuige acht een gevan
genis ongeschikt Öm een zenuwlijder
of krankzinnige te observeeren. Van
mevrouw Meijer beeft getuige belee-
digende brieven gekregen.
Dr. Le Ratte Senior, die in het
gezin van den vader van beklaagde
heeft gepractiseerd, constateert dat
de vader en zyu broers zeer zenuw
achtig waren, terwyi hy beklaagde
als kind ook beeft behandeld, wegens
zenuwaandoeningen.
Later heeft getuige beklaagde als
man ontmoet in een omnibus. Hy
maakte toen zulk een zonderlingen
indruk op hem, dat by thuis komende,
tot de leden van zyn gezin zeide
„Daar heb ik Vemer ontmoet, als bij
niet krankzinnig is, dan wordt hy
hel". Getuige heeft, na het gebeurde
op 5 Juni een certificaat afgegeven,
dat beklaagde krankzinnig is en in
een krankzinnigengesticht thuis hoort.
De president meent, dat dit certi
ficaat, na een korte kennismaking in
een omnibus, zeer lichtvaardig is aan
gegeven.
Getuige Le Rutte licht dit certifi
caat verder toe en constateert dat de
heer Vemer lijdende is aan „Demen-
tia-Paralytica".
Dr. Lammerts van Sueren verschilt
in gevoelen met dr. Le Rutte. Geen
enkel verschijnsel van Dementia Para
lytica is waargenomen.
Dr. Roessingb, directeur van het
Gemeente-Ziekenhuis, verklaart, dat
beklaagde in die inrichting zeer ver
ward was, ook nadat het ingenomen
vergif was uitgewerkt. Het herinne
ringsvermogen was geheel weg. Over
het voorgevallene met de vrouwen
begon hy nooit. Eerst wanneer het
gesprek in die richting geleid werd,
herinnerde hy zich een en ander.
Op de vraag hoeveel malen hy ge
schoten had, antwoordde by eerst
eenmaal, toen tweemalen en later
driemalen. De dokter achtte beklaagde
zoer gevaarlijk, zoodat hij hem streDg
liet bewaken. In die dagen verkeerde
bekl. absoluut in krankzinnigen toe
stand.
Verschillende verschijnselen deden
den directeur-geneesheer tot die con
clusie komen. Ook ontkende beklaagde
dat het tegengif gewerkt had. Dat
kan op de hersenen van den patiënt
na Dinsdag 7 Juni geen invloed meer
gehad hebben.
Dr. Selhorst, die vroeger niet aan
den geestestoestand van bekl. twijfelde
deed dit wel na den indruk, dien hy
kreeg van de geschiedenis der vrouwen.
Dr. A. de Jong bevestigt het ver
slag, dat hy met een mededesknndige
gaf van het onderzoek in het Huis
van Bewaring, volgens hetwelk bekl. j
gedeeltelijk wel zijn daad heeft kun-;
nen bepalen en voorbedachtelijk is;
opgetreden bij de misdaad.
Tegenover dit rapport wordt voor- j
gelezen een verslag van dr. C. Wiuck- i
Ier, naar wiens overtuiging bekl. in
het. krankzinnigengesticht behoort als j
lijdende aan jjverzucbtswaan. j
Dr. De Jong volhardde bij zijn:
gevoelen, bewerende dat ijverzaehts-
waan geen vorm van krankzinnigheid j
is, doch erkennende dat bekl. vervol- i
gicgsdenkbeelden heeft. Getuige hecht
veel aan bet feit, dat bekl. zich in
het Huis van Bewaring hei gebeurde
herinnerde.
Omtrent het verhoor van beklaagde
nog het volgende:
Bekl. zegt opnieuw zich van het maatschappij amazonistisch storm wordt
feit van den oen Juni niets meer te geloopen. zijn er ook in Mex-laam's dre-
herinneren, hoewel de voorzitter hem ven juichtonen aangeheven, jubelender
wyst op verschillende getuigenissen naarmate de rouleering der families
die anders leeren. SÏStbaarder wordt en meer engagemen-
Bekl. zegt dan, dat hy steeds ge-1 ten bekend raken,
lukkig met zyn_ vrouw leefde en nooit Wee den lafhartige, die geen open
scènes had. Hy had zyn vrouw lief, mond voor de maatschapelijke nood-
en zy hem zy kwam hem zelfs halen draft heeft, wee den nietigên lieeren der
toen hy ziek was in het kamp vanschepping, die zich niet geestdriftvol of
Oldenbroek, in 1890. Mevr. Meyer met wantrouwen stortc-n in de armen
had hem gebiologeerd. Bekl. heeft zich1 der nieuwe barmhartigheid,
niets te verwijten zegt hy. Hy j De dienstmeisjes, weinig heil ziende
zet daarna uiteen hoe mevr. Meijer ;n deze beweging, omdat zij wel van
met zijne vrouw in connectie is ge-do juffrouw hebben gehoord, dat zij-
komen mevr. M. lymde zyn vrouw iui t aangenamer hebben dan de juf
met allerlei cadeanx, preciosa. j frouvv zeif. ^ïf ook wel inziende, dat zij
Bekl. antwoordt, dat hy wel berouw gjiien Van de pret, wanneer zij hun
heeft gevoeld over zijn ontvangt, doch j uitgaansdag hebben, wat toch juist niet
de oorz. zegt, dat dit uit niets blijkt. altijd gezegd kan worden als de juf-
3 ei"fiör ondervraagd, zegt bekl., datfrouw. „it en in de vigilante stapt...
hy steeds gepoogd had zyu vrouw j De Hollandsche keukenprinses begint
terug te krygen. haar heele inzet op dien vrijen avond te
Nimmer had hy het plan om eensteuen
der vrouwen van bet leven te baroo- j Uiting aan >t gevotl van dood en on_
ven. De revolver droeg hy by zich om UTfdijkhei(1 van waan eu uvzon van
redenen van zelfbehoud. ijdelheid, tijdelijkheid en onverganke-
Bekl. zegt, dat hy in de gevange-id staal voor d(.u „cdachtigell je-
nis slapeloosheid heeft en stemmen ?el. geschrevc.n op -u bord vastgespijkerd
meent te hooren. Hy. liet zelfs in au\ ljoom iu ^umocieieix
Indie wel een .longen in zyn kamer
slapen, omdat hy bang was. Vooral j
in Riouw had hij nachtmerrie. De
strychnine had bekl. by zicb, omdat
hij vreesde, dat een ander zich ver
gissen zon. Aanvankelijk heeft by wel
aan zelfmoord gedacht.
Bekl. zegt, dat hij veel geloden
heeft. Hy gelooft, dat zonder den in
vloed van mevr. M. zijn vrouw by
hem zon zijn teruggekeerd. Hij kon
de stad niet uitgaan bij wilde althans
by zijne moeder blijven, die hem be
greep. Hy had zijn vrouw lief; hy
had haar vreeselyk gemist. Zyu vrouw
had geen reden om weg te loopeu.
De voorzitteralle reden
Bekl. zegt: hy uwer, die zonder,
zonde is, werpe den eersten steen op en\ heaikcn
j kende voorjaarszon met
De verdediger zegt, dat hy tegen
Maandag wellicht nog éen getuige zal
hooren.
terwijl het oude woud, dat daarachter
als een berg zich heeft schrap gezet
tegen do voortwoekerende phuiderings-
zucht van het brutale dwergenvolk,
suist en loeit, huilt en dreunt
Zoo-zfe-je-eeuwigheid.
Bosch van 't schoone Merlaam, ge
heiligd door uwe plechtige grijsheid,
laat mij spreken met voldoende kracht
van wat ik voelde des ochtends en des
avonds wanneer ik u betrad, alleen.
Doe mij mijne gedachten teragvinden,
die mij omzweefden, toen ik daar lag
oj) het mollige mos, vriendelijk be
schaduwd door uwe reuzenkinderen, ei-
toen u de be-
oorjaarszon met leveiiwekkenden
regen overgoot, toen op uw somber aan
schijn een lach begon op to flikkeren.
Zoo lag ik daardo schuinsche, stra
len uit het zongezicht slopen door den
i nieuwen bladerdos heen en speelden
'i'j rondom mij tusschen het fijne fulpen
cd j gras, tersluiks uitkijkende door de ver
schrompelde bladeren, die eenmaal ook
groenden.
Voel, het windeken suizelt aan, zich
ontspannend, geur verspreidend, liet
windeken, dat meer gedarteld, infcrim-
8 ©e Spotvogel "1
gis la et MsuaaoraS"-
'3tiscïi WeeStMsss" ■-
met fflustraileis,
dat wij gratï M
H zenden nan ©nzeil wanna?r de zaohtc'nMht »i«
AfM Ti de vleugelen over het gewijde oord zal
pj9 ';:j j uitgespreid hebben.
pes- week 1© .J'
i!(Dents foetale».
V;j pend, zich te .raste zal leggen in het
L S tid j volle bosschage van. akkermaalshout,
SËüSEzawsEïa.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk
Van ingezonden stukkengeplaatst
of niet geplaatst, ivordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Een virtueele stad.
van N. VEDEL.
Aan do Boom en.
Merlaam is volgens een pessimist '11
dad van een echt Hollandsch karakter,
waar feestvieren tot de rariteiten be
hoort. Een stad met veel stijfheid en
veel mitziek.
Geen enkele tingeltangel of café-
chantant van hoogere orde wordt in de
ze kleine deftigheid geduld. Café's wed
ijveren in ongezellig aanzien onderling
n in dcoie leegheid met de sociëteiten.
De weinige bezoekers worden als met
den vinger aangewezen en beliooren
daarom dus niet tot 't beste gedeelte
dei- burgerij. Veel scholen en schoolscli-
heid. Veel parken en harkachtigheid.
Kerken en doctoren zijn in gelijke ge
talsterkte te vinden.
Liefdadigheidsinstellingen, Zondags
scholen metVrede op aarde, in men-
schen een welbehagen. Geheel oiithou-
dër.-.vergaderingen metRede op waar
de, in wenschen wel een behagen
Toynbee-vcreenigingen en kookinrich
tingen het ontbreekt Merlaam aan
niets, dan de gave der gezelligheid.
Kunstkringen incluis, op jacht naar
het tweeledige doelLeniging der ar
moede en bevordering van het verkeer
tuschen de leden.
Sinds het vrouwelijk geslacht niet
meer zwak zijnde, de weefstoelen heeft
omvergeworpen en op de deuren der
Zeg, bosclilievciide. Anemonen, die
ontwaaktet aan den rand' van het slin
gerend pad, zeg zangerige vogels tus
schen de twijgen, zeg, kalme stilte roncl-
om mij, ach, zeg me toch niet.de
zon zal straks hoog stijgen, wenk me
toch niet dat dra vervlogen is deze heer
lijke ochtendstonde.
Eens en voor hem, die daar oog
voor heeft, vertoonde zich weer dat he-
mel-meer omneet'lijk, zacht opgloeiend,
vèr, tot aan den gezichteinder: ros©
bergwolkjes waren langs haar boorden
opgestapeld. Een veelkleurig schijnsel
van de stervende zon was opgevloeid
over het Westerhemclgeweli.
Toen was ik afgedwaald van het
menschenheir uit de stad' en gijl. o
woud, had me verdwijnend in u opge
nomen.
En ik liep door uwe lanen, vol zwoele
lindebloesemgeur, maar uwe grootsch.-
heid van natuur had mij overweldigd,
en ik ademde in dien witten wijden
weemoed, die ook zweeft in Gods groo-
ten tempel en over ons bevende levende
liet gewoik van orgelgalmen komt.
Toen heb ik gevoeld een groot ge
voel, owoud, een naderschrijden van
j oneindigheid.
Gij bezocht daar eeuwen, gewijde
j plek, die gezien heeft den Germaan-
schen offerpriester met diep ontzag het
allerheiligste in u vermijdend, bewa-
j kend. Hout van Merlaam, met uwe
onsterfelijke beuken 1 Lang nog zult gij
zijn een prachtig stuk krachtig natuur,
j lang nadat wij tot stof zijn vergaan
j lang nadat mc-nschenlevens op den tijcl-
stroom zijn voorbijgesneld zult gij zijn
zooals ik u heb gezien, op dien ochtend,
op dien avondzult gij geven aan de
menschenzïel een verpletterenden in
druk door uwo onvergankelijkheid.
Gemengd RSieuws»
De zaak-Dreyfus
De Matin deelt over hot „geheime"
dossier nog mede dat de naam van
Dreyfus in geen der stukken voor
komt, en evenmin iichamelyke of zede
lijke aanwijzingen die duidelijk op den
ex-kapitein zouden slaan. Wel krijgt
men bij de lezing van deze stukken
den indruk dat een Fransch officier
geregelde betrekkingen onderhield met
de militaire attachés van verscheiden
vreemde mogendheden.
Volgens het Journal is het geheime
dossier zoo weinig omvangrijk dat het
gemakkelijk in een schoo'tasch ge
borgen kan worden.
Tusschen Picqnart en Labori be
staat verschil van meening, maar de
Matin meldt welk blad echter
zeif aan de juistheid van die inlich
ting twijfelt.
Picquart zou zyn zaak zoo spoedig
mogelijk beslecht willen zien, en tegen
de verdaging gekant zijn. Daarente
gen is Labori van gevoelen dat alles
gedaan moet worden om verdaging
van liet proces tot na afloop van het
onderzoek, nn door liet Hot van cas
satie ingesteld, te verkrijgen. In de
laatste aagen zouden de gesprekken
tnsschen Picquart en Labori hoofd
zakelijk daarover geloopen hebben.
Het geheim dossier zal aan liet Hof
van Cassatie worden ter hand gesteld
De heer Loew heeft met den minister
van oorlog een onderhond gehad, be
treffende de maatregelen en voorwaar
den van ontvangst. Enkele stukken
voornamelijk de informaties van ge
heime agenten in den vreemde zyn niet
voor publicatie geschikt.
Tijdens het verhoor van Picquart
liep Vrydag in de vestibule een heer
op hoogen leeftijd naar Picquart.
drukte hem de hand.
Volgens VAurore was deze heer de
oud-minister Jules Roche, die aan den
heer Josse, rechter van instructie, een
brief had overhandigd, geteekend Es-
terhazy, gedateerd 1S93, gericht aan
den minister Roche, in zijn hoedanig
heid van rapporteur van het budget
van oorlog. Esterhasy schrijft„Myn
heer de rapporteur," ik ben in staat
u voor uw rapport inlichtingen van
de grootste waarde te doen toekomen
over misbruiken in den generalen staf
en in 't bijzonder van het Inlichtin
gen-bureau. Ik ken een officier van
dat bureau, commandant Henry, my'n
vriend en debiteur."
Hieruit zou blyken dat Henry en
Esterhazy reeds in 1893 goed met
elkander bekend waren.
Uit Berlyn wordt gemeld, dat aan
het eind van de vorige week by boek
handelaars al 318,000 exemplaren van
Bismarck's memoires waren besteld,
en de bestellingen gaan altyd nog
door, zoodat men zeggen kan dat
nooit ter wereld een boek zoo snel
aftrek heeft gevonden.
Prinses Augusta van Saksen
Weimar is Zaterdagmiddag overleden
in den ouderdom van 72 jaar. Zy was
een dochter van Koning Wilhelm I
van Wurtemburg, die op 25 Juni
1864 gestorven is, en huwde 17 Juni
1851 met prins Herman van Saksen-
Wei mar-Eisenach.
Het Jubileum van keizer
Frans Jozef.
In geheel 0ost8nryk is Donderdag
het jubileum van den Keizer gevierd,
in verscheiden steden werd geïllumi
neerd en muziek gemaakt.
Weenen was met vlaggen en ver
sieringen getooid en 's avonds feeste
lijk verlicht; alleen de keizerlijke en
rijksgebouwen illumineerden niet.
Over de illuminatie wordt gemeld
„Door het heerlijkste weer begun
stigd, vormde de illuminatie van Wee-
I nen een waarlijk grootsch schouwspel.
jDe stad maakteJnet haar milliards
lichtjes een tooveraehtigen indruk.
Tot in de verste voorsteden waren
alle ramen verlicht. Bijzonder mooi
waren vele openbare en particuliere
gebouwen. Op de Ringstrasse brandde
I het gas in fakkelvorm. Het raadhuis
door" duizenden kaarsen verlicht, le
verde een bijzonder boeiend schouw
spel op. Een grootsc'nen indruk maakte
de Votivkirche, die tot de torenspitsen
verlicht was. Hier was het gedrang
onbeschrijfelijk, en werd bijna levens
gevaarlijk toen 's avonds om acht uur
op den tweeden trans van de ke
boven het hoofdportaal bazninbiaz(
het Ave Maria aanhieven. Toen
plechtige klanken waren weggestorv
klonk boven van den toren af i:
volkslied, dat met stormachtig gero
van „Leve den Keizer" werd toeg
juicht.
Toen het lied herhaald werd, zo
jong en oud mee, wuivende met hc
den en zakdoeken, en met geestdrifi
leve-geroep. Om een uur of neg
ging de verlichting langzaam uit
verminderde de menschonmenigte.
om tien uur werd het weer donk
en stil in de Keizerstad.
In Boedapest en elders in Hong
rye waren feestelijke godsdienstoef
ningen in de kerken eu iu de kaz<
nes, in Bosnië werd het jubileu
eveneens voornamelijk kerkelijk g
vierd.
In Agram ontwijdde een troep st
denten den dag door een betooging
houden voor het standbeeld van J
latsits, den banu< van Kroatië in d
Hongaarschen onafhankelijkheidsol
log. en er te roepen„Eere Je'.la
sits? Weg met de Magyaren!" 1
politie verspreidde de riistverstoi
ders.
Een dergelijke rol in geschrifte,
die Kroatische studenten met de das
spelen de schöneriaansche bladen, do
onstichtelijke opmerkingen.
De Keizer heeft tot het leger e
dagorder gericht om hot te bedank
voor zyn trouw en moed in al
vy'ftig jaar.
Een oordeel over een
faillissement.
Een te Wanganui (Nieuw-Zeelau
verschijnend blad bevat bet volgeo
vermakelijke bericht. Een Moari hou
die aan een door het Hof van fa
lissement insolvent verklaarden wi
keiier 40 pd. st. verloor, geeft de vi
gende duidelijke uiteenzetting v
van dezen byzonderen tak der Britse
rechtspraak: De pakeha (blanke),i
pakarapu (insolvent) wil worden v<
klaard, begint een zaak, bestelt w
goederen en betaalt ze niet. I)
brengt hij zooveel geld als hij ki
gen kan by elkaar, b. v. 2000 pd.
en bergt ze weg, op 5 pd. st.
op een plaats waar niemand het k
vinden. Met de 5 pd. st. gaat
naar den rechter en zegt hem, dat
pakarapu moet worden. De recht
roept dan alle advocaten bijeen, t
nevens iedereen aan wieu de pake!
geld schuldig is en zegt dan: „Deze ai
is pakarapu, maar hij wil u al!
geven wat by heeft en daarvoor hes
hy mij gevraagd, deze 5 pd.st. ond
u allen te verdeelen." Do rechter get
vervolgens 4 pd. st. aan de advocati
en de overblijvende 1 pd. st. aan
andere menscben. Daarna gaat
pakeha naar huis.
Het grootste getal.
Wat is het grootste getal, datm
met drie cijfers maken kan Iemac
die nooit aan wiskunde gedaan liee
zal zeggen 999; doch men kan e
deze drie negens nog een veel grool
getal voorstellen, nl. 99", wat will
teekenen dat het cyfer 9 negen ma
met zichzelf moest worden vermen!
vuldigd en die uitkomst weer neg
maal met zich zelf.
De eerste vermenigvuldiging gei
het getal 387,320,4S9dit getal mof
weer 387,329,489 maal met zich
worden vermenigvuldigd en dan krjj
men Wie lust heeft om zulks
te rekenen, ga zyn gang, maar
valt te betwijfelen of hy hét ten ein
zal brengen.
Als hy het doet heeft hij if
gedaan, wat nog nooit iemand vc
liera gedaan heeft en zal bij een cijl
gekregen hebben van meer dan 3
millioen cijfers. Om dat getal op e
papierstrook te schrijven zou, aaat
mende dat men 20 cijfers op e
decimeter zet, een strook «oodig 2
van IS 184 of 18485 Kilometer;
per minuut 100 cijfers op pap!
brengt en dagelijks 10 uur werl
met inbegrip van Zon- en feestdag
zou 17 "jaar ouder zyu gewordi
wanneer hy met zijn arbeid gere
was.
In de Golf van Biscay© is de Eng
sche stoomboot Clan Drummondv
Liverpool naar Zuid-Afrika besten
vergaan. Bijzonderheden omtrent
ramp, waarbij 37 menscben het lev
verloren, ontbreken. De Holbein, e
Britsehe stoomboot, bracht Donderd
23 schipbreukelingen te Lissabon a
wal.
zich in zijn huis te vertoonen. Met het
oog op zijn plannen vreesde hij, dat zijn
afwezigheid dien middag door de mei
den anders opgemerkt zou worden.
Ja; hij zou naar huis en naar bed
gaan op het gewone uur. Hij moest
geen inbreuk op den gewonen leefregel
maken. Later wanneer iedereen sliep
kon hij door het raam van de biblio
theek naar buiten klimmen. Hij zeide
tot zichzelf dat het beter was als hij
voor zijn vertrek de dekens van zijn
bed opensloeg. Over dit punt dacht hij
even na hij liet zijn verbeelding wer-j
ken en vroeg zichzelf af hoe men het
zou opnemen a.ls er iemand tijdens zijn
afwezigheid zijn kamer binnentrad.
Hij overlegde zijn plannen zeer nauw
keurig. Het zou veel tijd nemen om
eerst naar ,,de Cedars" te loopen, dan
de ladder op te stijgen, het venster in
te klimmen en te.(dat zou niet veel tijd
kosten) en om dan weer terug te kce-
ren en zijn kleeren na te zien, of er
ook vlekken opgekomen waren.
Het scheen hem een zeer gemakkelijk
plan toes waarbij hij niet het minste
gevaar zou loopen. De avond beloofde
donker te zijn en daarenboven wie
zou er op dat uur op de plaats loopen?
Hij overdacht alles nog eens van het
begin tot het eind.
Daar stond het leelijke, oude huis,
en de ladder tegen het venster.... De,
metselaar had gezegd, dat Dillwyn het
liefst met een open raam sliep maar
zelfs al wilde hij het sluiten dan kon
hij het toch niet.
Een onbedwingbare lust om te lachen
bekroop hem.
Het was opmerkelijk echter, dat hij
niet hardop lachte; wel schudde hij
van pret maar geen geluid ontsnapte zijn
mond. Zelfs terwijl hij ach de tranen
uit de oogen veegde zag hij angstig om
zich heen, als vreesde hij dat er zich
iemand in zijn nabijheid bevond.
Maar er was niemand.
Wat was hem alles gemakkelijk ge
maakt. Hij voelde dat hij Dillwyn wel
dankbaar mocht zijn voor het open
venster en de ladder. Wat bezat iie
man een vertrouwen op de Voorzienig-
nigheid dat hij zoo aan de genade
van iedereen overgeleverd ging sla
pen. Weer deed zijn demonische lach
hem schudden. Hoe „knus" zou de brui
degom er morgen uitzien
De morgenzon zou zijn gelaat bestra
len of wat er van overgebleven was.
Morgen! Agatha kende haar geliefde
zoo goed hij twijfelde niet of zij had
alle verschillende uitdrukkingen, die
zijn gelaat kon aannemen, bestudeerd.
Darkham had haar gadegeslagen
had haar kussen en blosjes opgemerkt.
Groote God! welke herinneringenWel
nu... morgen zou zij een nieuwe uit
drukking op het gelaat van haar be
minden Jack waarnemen., éóne, die zij
nog nooit te voren gezien had.
HOOFDSTUK XXXV.
De duisternis was ingevallen. Dc
wind loeide en geen ster was er aan
het uitspansel te bekennen.
De avond, die groote tegenvoeter van
den dag, was aangebroken; de dag zelf
was reeds lang gevloden.
Darkham spoedde zich haastig door
het dichte geboomte voort. Wanneer liij
een open plek over moest steken rende
hij schier, maar over 't algemeen liep
hij toch met gezwinden pas. Klaarblij
kelijk had hij haast.
De duisternis kon hem niet schelen
hij kende den weg door en door
had hem honderde malen geloopen en
deze donkere avond kwam hem dit juist
goed' te pas.
Licht zou hem gehinderd hebben.
Hoe zou hij zijn plan kunnen volvoe
ren bij het reine schijnsel van de maan
Een zwaaiende tak slingerde tegen
zijn gezicht. Hij deinsde achteruit maar
deed toen weer een stap voorwaarts en
brak den tak in wel twintig stukjes.
Hij voelde geen pijn. Toen hij den tak
gebroken had wierp hij hem ongeduldig
ter zijde en vervolgde met den zelfden
spoed zijn weg.
Er was eenige tijd met dien tak ver
loren gegaan hij moest dezen weer
inhalen.
Hij liep erven vlug en licht als een
jong meisje, dat naar haar eerste bal
gaat. Hij scheen over den grond te
zweven;. Klaarblijkelijk Verkeerde hij
in vroolijke stemming. Zijn verlangen
dreef hem voorwaarts het verlangen
om daar te zijn. om op zijn vijand
to kunnen neerzien, die slapend en hul
peloos voor hem lag...
O! hij zou wachten... en hem, die
waarschijnlijk van haar droomde, gade
slaan en dan toesteken... toesteken...
Hij trilde va.n verrukking bij het too-
neel, dat zijn geestesoog aanschouwde.
Zijn vreugde was volkomen. Hij voel
de geen berouw, zag geen zweem van
verkeerdheid 'in afijn plan, en geen
angst, welke ook, kwam hem kwellen.
Neen geen een en...
Plotseling stond hij stil en luisterde.
Weder!
Het was nu reeds de tweede maal,
dat hij ditzelfde geluid vernam of het
zich tenminste verbeeldde.
Een dof geluid dat hem deed denken
aan dat van naderende voetstappen.
Een oogenblik geleden was hij
ook stil blijven staan, maar alleen het
geruisch van den wind door de takken
der boomen had de stilte verbroken.
Geen ander geluid dan dat had hij ver
nomen. Maar toch kwam het hem nu
voor alsof hij op grooten afstand door
iemand gevolgd werd.
Het was ongetwijfeld verbeelding
van hom.
Het terugstooten van een tak of zoo
iets zou het geweest zijn.
Heel voorzichtig, maar haastig liep
hij weer voort..
Wat er wel ooit een man geweest, die
zoo verlangend was zijn plan te volvoe
ren? Nu en dan stak hij zijn hand in
zijn binnenzak waar hij iets scheen te
voelen, dat hij Kef kozend wreef. Telkens
als hij dit gedaan had werd zijn stap
nog vlugger, eindelijk rende hij voort.
Voort, voort, door den duisteren
nacht. Eindelijk bereikte hij den rand
van het bosch, de weg lag voor hem etn
j daar tegenover hem de „Cedars".
Toen hij het bosch uittrad en den
weg over wilde steken bleef hij plotse
ling verschrikt staan. Hij zag achter
zich. De donkere schaduwen der boo
men strekten zich zwijgend uit. nu
daar was het geluid weerAlweer
zelfde geluid!
Hij zou er een eed op hebben wil
doen, dat hij voetstappen hoorde.
Plotseling overviel hem een gro
angst, hij keerde zich om en snelde
rag het bosch in, rechts en links
takken afbrekend. Als hij achtorvo
werd, wel, dan zou natuurlijk zijn p
iu duigen vallenmaar hij zwoer
zichzelf, terwijl hij als een raze
voortrende, dat, als hij den kerel
pakken kreeg, hij hem vermoorden
Voort liep liij, lakken vernielend
alles wat hem in den weg kwam zoni
genade vertrappend zoo x-ende
met zwaaiende annen voort zonder
hem oen geluid ontsnapte.
Toen bedaarde zijn woede. Plotseli
werd hij kalm, heel kalm. Er was
slot van rekening niemand.
Hij veegde zijix voorhoofd af en
volgde zijn weg.
(Wordt vervolgd)