Ir. Darta's Getoi.,
NIEUWS" EN ADVERTENTIEBLAD.
'Se Jaargang
Woensdag 7 December (898.
ft o. 4737
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden,1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
^ZD^ZEIRTIElNTTIIÊlNr:
1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk mbat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Géné
de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; SpaamdamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Politiek ^veezicht.
Maandag heeft de president der Ver-
nigde Staten van Noord-Amerika aan
:t Congres te Washington de gebrui-
Jijk prcsidenteele Boodschap gericht,
treffende de algemeene politiek. In
eerste pLaats bespreekt Mc. Kinley
n huidigen toestand van de vredes-
iderhandelingen met Spanje.
De ontruiming van Cuba kan niet
;eloopen zijn vóór den len Januari
dan zegt de president dat hij het
aagstuk van de inrichting van het
stuur over de nieuwe bezittingen ver-
huift totdat het vredestractaat gerar-
iiceerd zal zijn. Middelerwijl blijft het
ilitaire bestuur gehandhaafd. De pre-
dent dringt op de noodzakelijkheid
in van nauwe, op den grondslag der
ederkeerigheid berustende, handelsbe-
ekkingen met de Cubanen, en van het
idersteunen van hun streven om een
afhankelijk bestuur te bekomen. De
resident geeft aan het Congres in over
ging in deze zitting definitieve be-
issingen te nemen ten behoeve van
in aanleg van het Nicaragua kanaal.
Over China sprekend, zegt McKinley
st de Amc-rikaalische gezant in last
>eit de volledigste bescherming te ver
keren aan elk bedreigd Amerikaansch
;lang.
Na gewaagd te hebben van de han-
:lso ver eenkomst met Frankrijk, ver-
laart de president dat de onderhanden
agen met andere regeeringen, in het.
ijzonder met Duitschland, goed vor
ken.
De betrekkingen met Groot-Brittan-
lië blijven van den meest vriendschap
elijken aard.
Den kleinen omvang van leger en
cot der Unie in aanmerking nemend,
;ht de president het ontwapenings-
oorstel van geen practische beteekenis
tor Amerika., behalve alleen als een
ap nader tot de goede verstandhouding
r verschillende volkeren onderling.
De president verklaart in te stem-
ien met de voorstellen van Minister
Üger, betreffende de vergrooting van
et leger en het aanmaken van drie nieu-
e oorlogsschepen en twaalf kruisers.
Uit Madrid wordt nog gemeld, dat
middellijk na. het teekenen van het
redesverdrag met Amerika een rood-
oek zal worden openbaar gemaakt.
De Spaansche premier zal daarna,
an de Kroon de quaestie van vertrou-
m in het ministerie stellen; blijft de
ioningin-Regentes aan hem de regee-
ing toevertrouwen, dan zullen in het
egiu van Januari de Cortes worden bij-
ngeroepen.
De toestand aan de Indische Noord
ergrens wordt te Bombay als zeer
listig beschouwd, meldt de Times.
Het. is dringend noodig, de opstande-
agen onder den Mullah van Hadda
Jachtig tot onderwerping te brengen,
e insurgenten zijn door de troepen
an den Khan van Rohat verdreven
sn de hoogten, die den straatweg naar
Tiitral behecrschen, maar de Mullah,
ntvangt vooitdurend versterkingen,
»dat men vreest, dat hij die posities
loedig weer bezet zal hebben.
Deze berichten worden nog onrust-
wekkender door de over Petersburg
ontvangen mededeeling, dat de Emir
van Afghanistan, Abdurrahman, ern
stig ongesteld is. De Emir is pas 53
jaar oud, doch zijn gezondheidstoestand
is reeds geruim en tijd zorgwekkend.
Sterft hij, dan geeft de troonsopvolging
aanleiding tot strijd, die licht een con
flict tusschen Engeland en Rusland ten
gevolge kan hebben. De oudoom van
den Emir, Ishak-Khan, is te Samar
kand, waar hij van Rusland een staats
pensioen geniet. Dit is de Russische
pretendent voor den troon van Afgha
nistan. De vier zoons van Abdurrahman
zijn niet zeer eensgezind en hun voort
durende oueenigheid zal het voor Rus
land niet moeielijk maken, den outsider
een voorsprong to geven.
Zelfs al zou een der Afghaanschei
prinsen aansluiting zoeken bij, Enge
land, dan zou hot voor de Engelsche
regeering moeielijk zijn, hem militairen
steun te geven, zonder vrees voor ver
wikkelingen met Rusland.
Neemt men nu daarbij nog in aan
merking, dat sedert twee jaren langs
alle toegangswegen van Britsch-Indie
naar Afghanistan opstand heerscht, en
dat het zeer moeielijk blijkt die onlus
ten te doen eindigen, clan moet het dui
delijk zijn, hoeveel belang Engeland er
bij heeft, zoo spoedig mogelijk en met
groote krachtsinspanning de opstanden
in Chitral en Peschawur te onderdruk
ken, opdat mogelijke gebeurtenissen in
Afghanistan niet een toestand doen ont
staan, die Rusland een voorsprong geeft
in het gebied, clat als de sleutel van het
Indische rijk wordt beschouwd.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem6 Dec. 1898.
Prof. Dr. H. Bavinck van Kampen
zal op Donderdag, 22 December a.s.
alhier als spreker optreden in „de
Kroon" met het onderwerp: „de he-
dendaagsche moraal".
Het redenaarstalent van den ge
leerden spreker is algemeen bekend;
met grond mag dan ook verwacht
worden, dat ZEd. voor een stampvolle
zaal kan optreden.
BINNENLAND
Hofbericht.
De opper-ceremoniemeester maakt
bekend, dat het Hof, ingevolge de be
velen van Hare Majesteit de Koningin,
wegens het overladen van Hare Ko
ninklijke Hoogheid Mevrouw de Prin
ses Hermann van Saksen Weimar
Eisenach, geboren Prinses van Wur-
temberg, den lichten rouw zal aan
nemen voor den tpd van drie dagen,
ingaande op Dinsdag 6 December.
(Stct.)
Zekere v. Edie Zondagavond een
roeitochtje op de Schie b j Delft wilde
maken, werd door een stoomboot van
de reedery „De Schie" overvaren, met
het noodlottig gevolg, dat de man
verdronk.
Panislamistische kuiperijen
in onze Oost.
De correspondent te Konstantinopel
der ,,N. R. Ct." schreef 30 November
Gisteren gaf het Fransch-Engelsche
dagblad Moniteur Oriental, onder den
titel De Moslims in Nederlandsch-Indië,
het volgende van uit. Jildiz uitgaande
bericht
Overeenstemming is verkregen tus
schen de Verheven Porte en de Holland-
sche regeering, omtrent de nationaliteits-
quaestie der moslims in Nederlandsch-
Indië.
Daar het bewezen is dat de Ottomaan-
sche consuls op Sumatra en op andere
eilanden niet de oorzaak zijn geweest
van de beweging welke bij de moham
medanen wordt opgemerkt ten gunste
van het aannemen dei- Ottomaansche
nationaliteit, maar dat die beweging
veeleer een uitvloeisel is van de eeuwen
oude aanhankelijkheid van die moham
medanen aan het Chalifaat, heeft de
regeering der Nederlanden zich verbon
den (s'est engage) om de autoriteiten
aan te bevelen, de consuls van Turkije
niet te verdenken (ne pas tenir en suspi
cion) en hun bijstand en bescherming
te verleenen.
Van haar kant zal de keizerlijke re
geering aan haar consuls de noodige
aanwijzingen zenden.
Ter juiste beoordeeling van de strek
king van dit bericht diene het volgen
de
Ongeveer vier weken geleden ontving
de Moniteiu* eveneens uit het paleis,
van waar ook haar eerste bericht, van
den Sen October afkomstig is, een
stuk ter plaatsing, waarin werd volge
houden hetgeen op dien 8en October
was gezegd omtrent het vertrek van den
Nederlandschen gezant, maai" door het
Fransche dagblad Stamboul was tegen
gesproken. Tevens werd medegedeeld
dat de Nederlandsche regeering het on
rechtmatige van haar klachten over het
gedrag der Ottomaansche consuls in
Nederlandsch Oost-Indië had ingezien,
en daarover, aan de keizerlijke regee
ring haar verontschuldigingen had aan
geboden. De keizerlijke regeering had
daarop de kwestie- als afgedaan ver
klaard.
Het opnemen van die voor Nederland
allesbehalve eervolle mededeeling kwam
het verantwoordelijke persbureel aan
de Porte (de censuur) wel wat al ta
kras voor; zij liet dus eerst het onver
antwoordelijke persbureel ten paleize
over polsen, hetwelk na rijp beraad de
plaatsing eveneens ongewenscht achtte.
Deze bleef daarop achterwege.
Nu heeft men klaarblijkelijk gisteren
te Jildiz datzelfde berioht, maar in een
minder kwetsenden vorm gegoten, toch
laten publiceeren. Het geeft evenwel
nog steeds den indruk alsof onze re
geering voor de Ottomaansche de vlag
zou hebben gestreken, en zou hebben
erkend ongelijk te hebben gehad; ter
wijl het bezwaarlijk is aan te neanen
dat dat werkelijk het geval zal zijn ge
weest.
Verder dient nog te. worden opge
merkt dat er in onze Oost tot dusverre
gelukkig nog maar een enkele Turkscha
consul is, en wel te Batavia, en dat het
weliswaar zeer moeielijk is te benvijzen
dat dio Ottomaansche ambtenaar inder
daad aan panislamistische kuiperijen of
stokerijen metterdaad en rechtstreeks
I deelneemt, doch dat evenmin als bewo
j zen kan worden aangenomen dat hij
daaraan part noch deel zou hebben ge
had. Ten opzichte van hem geldt wat ik
reeds den 15n Augustus schreef
,,De officiëele Ottomaansche regee
ring, dat is de Porte, waakt er met de
grootste zorg voor, dat de vreemde na
ties en mogendheden nooit werkelijk
vat op haar kunnen krijgen. Daarom
blijft zij altijd, en is zij ook dikwijls,
onkundig van hetgeen de almachtige
bij regeering te Jildiz, welke natuurlijk
officiëel als niet bestaande geldt, doet
en brouwt. Klaagt een vreemde regee
ring langs den officiëelen weg, dat is
bij do Porte, over de handelingen van
leden van het Hof of van agenten van
Jildiz, dan kan de officiëele Ottomaan
sche regeering zich altijd van den dom
me houden en beweren dat zij van
niet3 weet, er niets aan kan doen, en
er geen schuld aan heeft. Zoo is het
ook in casu, en het Ottomaansche con
sulaat te Batavia richt zich, door zich
voor het uiterlijk (d. w. z. officiëel) zorg
vuldig buiten de Panislamistische pro
paganda te houden, alzoo geheel naar
het voorbeeld en de voorschriften van
de officiëele Ottomaansche regeering."
Dat juist deswege de Nederlandsch-
Iudische regeering en haar organen juist'
en verstandig handelen, door dien con
sul en zijn „niet officiëele" werkzaam
heid en verbindingen voortdurend en
bijzonder goed in het oog te houden en
na te gaan, behoeft wel geen nader be
toog.
Natura Artis Magistra.
Gedurende de maanden October en
November werden voor verzamelingen
van bet Koninklijk Zoölogisch Ge
nootschap „Natura Artis Magistra"
de volgende geschenken ontvangen
Yoor de Diergaardeeen roerdomp,
van den heer C. Cats, te Doesbnrg;
twaalf zandhagedisseu en zes hazel-
wormen, van den heer C. Eijkman, te
Amsterdameen leeuwerik en een
boomleenwerik, van den heer P. J.
Blydorp, te Amsterdameen kleine
zeekoet en een witkeel makaris, van
den heer A. Koekkoek, te Amster
dam een Ylaamsche gaai, van mej.
C. Schadd, te Oosterbeekeen egel,
van den heer G. A. Muller Jr., te
Amsterdam; vier egels, van mevr. T.
C. "VVeissman Bastiaans, te Bussum
een Snrinaamsche zoetwaterschildpad,
van den heer H. I. van der Aa, te
Amsterdameen karet schildpad, van
het Koloniaal Museum te Haarlem
een rosé-uil en een Maleische uil, van
mr. W. F. A. Yerhoeff, te Alkmaarj
twee Grieksche schildpadden, van den j
jongenh. C. Jansen, te Ylissingen
twee drievingerige luiaards, van den
heer C. Gust. Olie Fzn., te Parama-1
riboeen klapekster en drie grauwe i
klauwieren, van den heer P. Sluis, te
Amsterdam een roodschouder ama-
zone, van den heer B. Kulker, te
Amsterdameen eekhoorn, van den
heer J. Boekstal te Amsterdamdrie
steenpatrijzen, en een Grieksche schild
pad, van den heer H. T. van Slooten,
Amsterdam; een houtsnip, van jhr.
mr. W. G. Dedel, Amsterdameen
grasslang, van den heer J. \V. Smal-
lengang Jr. te Apeldoorn twee goud
baantjes van den jongenh. G. Hen
driks te Amsterdameen kwartelko
ning van den heer K. Groot Jbzn.
te Nieuwe Niedorp een boschuil van
den heer C. J. J. Schmitz te Amster
dam een kerkuil van den heer D. de
Vrieze te Yeendam; een boomvalk
van den heer Ed. A. Vega, Amster
dam een marmotje van den heer J.
de Boer, Amsterdameen dodaars
van den heer Brandt P. de Boer te
Langweertwee houtduiven van den
heer H. Strunk, Deventer; eenrood-
kuif kakatoe van mej. M. Boissevain
Amsterdameen klapekster van den
heer G. Neervens te Helmondeen
zeeschildpad van den heer J. R. Vis
ser, Amsterdam; een waterhoentje
van den heer K. Wierstra teSneek;
drie krielhoenders van den heer H.
Pekelharing, Amsterdameen boizerd
van den heer B. J. Wanroo te Ter-
borg; een agoeti van den heer G. D.
Nieman, Amsterdam vyf staartmee-
zen van den heer P. Sluis, Amster
dam en twee torenvalken van mr.
Sloet tot Oldhuis te Dalfsen.
Voor het Aquariumtwee snoek
baarzen van den heer W. Geijs, Am
sterdam, en een borbeel.
Yoor het Insectarium: drie poppen
van den herfstvlinder en eieren van
den plakker, van den heer P. Caland,
te Wageningerberg.
Yoor het Zoölogisch Museumeen
huid van een krokodil, van mr. J. A.
van Sonsbeek, Amsterdameen doods
hoofdvlinder, van den heer W. B. Uit
werf Sterling, Amsterdam een slang
uit Oost-lDdië en een atlasvlinder,
van den heer S. Fenenga, Amsterdam,
en eenige schelpen van den heer IJ.
Siepman v. d. Berg, Amsterdam.
Voor het Museum „Fauna Neer
landica" een groote aardslak met
eieren, van den heer Jac. Herfst,
Amsterdameen snoekbaars, van dr.
Peel, te Kuinre drie waterratten en
twee bergleeuwerikken, van mr. Fr.
baron Snouckaert van Schauburg, te
Doorneen waterrat en eenige exem
plaren ran eene variëteit van de mos
sel, van den heer R. F. Maitland, te
's-Gravenhage.
Voor het Ethnographisch Musenm
tien waterkruikjes en een pefortje
uit Suriname, van den heer A. Sib-
belee, Amsterdam.
Yoor de tuinen: twee taxus, van
mevr. de wed. F. H. Pouw, Amster
dam, en 1485 tulpen van den heer P.
v. d. Meer Czn., te Noordwtjk.
ZK. 33, schipper J. de Groot, alhier
aangebracht de uit 11 man bestaande
equipage van het Noorsche barkschip
„Jenny", kapitein Johansen, geladen
met steenkolen, komende van Shields
en bestemd naar Kopenhagen.
De „Jenny" werd gisterenmorgen
om 8 uur in ^zinkenden staat door de
equipage verlaten, N.W. van Texel
3 inyl op zee. De ZK 33 trof een
uur later de sloep met schipbreuke
lingen aan en nam ze aan boord op.
Gisterenmiddag 2 unr werd het
schip nog drijvende gezien, N.N.W.
van Texel, iand in 't zicht.
In beslag genomen.
De politie te Delft heeft Zaterdag
avond in beslag genomeu een 200-tal
brochures getiteld „De gebroeders
Hogerhuis" en waarvan de inhoud
beleedigend is. Tegen den verkooper,
den 21-jarigen boekdrukkersknecht A.
Z. S., wonende te Rotterdam, is proces
verbaal opgemaakt wegens het bezi
gen van beleedigende uitdrukkingen
by het te koop aanbieden der bro
chures.
De heer dr. D. Doedes Breuning,
oud-lid der Eerste Kamer is Maandag
te Wolvega, na een langdurige ziekte,
in den ouderdom van 84 jaren over
leden.
Gezonken.
Uit Nieuwediep wordt aan de „N.
R. Ct." van 4 Dec. gemeld
Hedennacht is door den vischkotter
RECHTSZAKEN.
Het drama te 's-Gravenhage
De terechtzitting werd Maandag
voormiddag te 10 uur hervat.
Nog enkele getuigen worden ge
hoord.
De get. Hotz deelt mede, dat hy
den indruk heeft, dat mevr. Vemer
op de hoogte was van de verhouding
tusschen haar man en hare vriendin
mevr. Meijer. Get. Hotz heeft vroe
ger schriftelijke verklaringen afge
legd ter décharge van bekl. van een
door hem als toeziende voogd gevoerd
beheer. Bij de overgave van stukken
werd get. bevestigd in zijn gevoelen
dat Vemer geen normaal mensch is.
De get. dr. Lammers van Bueren
doet oog verdere mededeelingen om
trent bekl's overprikkeld gestel ten
gevolge van physieke aberratiën.
De pres. betuigd zijn spijt, dat de
brieven van mevr. Meijer aan bekl.
niet aanwezig zijn, en vraagt hem
mede te deelen, wat zij schreef. Toen
hy de relatie wilde afbreken, schreef
hij haar een brief, waarin hij haar
voor al wat leelyk is uitmaakt. Zy
bedreigde toen, de zaak aan zijn
vrouw te vertellen. Bekl. is thans
niet in een normale positie om zich
alle brieven te herinneren. Ook hjj
vindt 't jammer dat de brieven weg
zyn. Hy heeft steeds eerlijk spel ge
speeld.
Te dien aanzien blyft de pres. by
hetgeen deze Zaterdag daarover dacht.
De dienstbode Everdig geeft inlich
tingen omtrent de brieven.
Bekl. zegt nog dat hy, om schan
daal te vermijden, alles heeft gedaan
wat de beide vrouwen wilden. Hy
erkent zwak te zijn geweest, maar
twee vrouwen hebben meer in te
brengen dan 2000 mannen.
Alsnn is het woord aan den subst.-
off., mr. Van den Brandeler, tot het
toelichten zijner vorderingen.
FEUILLETON.
Hij trachtte het hek te openen, maar I
it was gesloten. Dat hinderde liem
chter niets. Zonder eenige moeite klom
nj er over heen en liep de oprijlaan in.
Toen hij het huis naderde, bekroop
em een gevoel van angst. Maar het
een angst, waarover de engelen
ffldden kunnen schreden.
Stond de ladder er nog? Of was hij
oor de werklui meegenomen?
Moedig drong hij door het laurier-
oschje heen en nu zag hij het huis
oor zich.
Een onderdrukte kreet van triumf
«tsnapte hem.
De ladder stond er nog!
Hij stak nog eenmaal de hand in
fcn zak. voelde het mes en klopte er
afkozend tegen. Toen liep hij voort
Hij had nu de ladder bereikt, zette
zijn voet op en klom naar boven.
Bij klom haastig, maar toch voorzich-
om geen misstap te doen.
Halverwege gekomen zag hij naar
»nedeai.
Daar bevond zich een plaveisel, dat
om het huis heen liep. Het zag wit en
helder en kwam in de duisternis dui
delijk uit
Toen zag hij naar boven. Het ven
ster stond nog open, wijd open het
onderstuk was er nog niet ingezet
Zijn hart begon onstuimig te kloppen.
Nu, nu... was zijn vijand aan rijn ge
nade overgeleverd.
Hij steeg al hooger en hooger. Dc
vensterbank was bijna binnen zijn be
reik hij strekte de hand reeds uit om
haai te grijpen, maar rij bevond zich
nog te hoog. Nog een paar sporten en
don...
Plotseling liet hij zich naar voren
vallen en omklemde de ladder. Groote
Godwat gebeurde er? De ladder zwaai
de heen en weer.
Hij klom nog een sport hooger cm
de lijst van het raam te grijpen maar
kon er nog niet bij.
De ladder zwaaide geweldig heen en
weer en bevond zich nu bijna naast de
vensterbank.
Nog één ondenkbaar oogenblik en ze
zou er geheel onder uit rijn.
Iemand van beneden rukte er onge
twijfeld aan...
Hij deed nog een laatsten greep naar
de vensterbank maar miste haai-.
Weer zwaaide de ladder en nu naar uitgehouden,
het kozijn toe. Darkliam spande al zijn Maar nu begonnen rijn vingers af to
krachten in, sprong voorwaarts en hing glijden rijn oogen, waarin een bijna,
het. volgend oogenblik aan de venster- waanzinnige uitdrukking lag, zochten
bank. den grond beneden hem.
Dat verhaastte de ontknooping. Do Hij keek... en keek en uitte plotse-
ladder, nu van haar last ontdaan, kan- ling een woesten angstkreet,
telde en viel met een luiden plof op Wat was dat die gedaante met
den steenen grond. den witten zakdoek over neus en mond.
Darkham, die zich aan de venster- Was rij teruggekomen... Wachtte rij op
bank vastklemde, zag den ladder vallen, hem
De dood wachtte hem nu, als er nie-Groote Godgenade
mand opdaagde om hem te redden.
En wie zou hem redden? De man,
dien hij had willen vermoorden
Wanhopig klemde hij zich vast, rijn
nagels in het steen drukkend. Als ltij
schreeuwde zou Dillwyn hem hooren en
hulp verleenenmaar zelfs op dit
oogenblik hield rijn haat voor Dillwyn
hem er van terug.
Zijn vingers gingen pijn doen... rijn
nagels gleden uit.Het volgende oogen
blik zouden zij den rand bereikt heb
ben en dan...
Een vreeselijke wanhoop maakte zich
van hem meester. Nog één minuut
Zijn vingers heten los en hij viel met
een schrillen kreet op den steenen vloer
een vreeselijke slag volgde.
Die schrille la-eet had Dillwyn uit
zijn slaap opgeschrikt een slaap, die
anders rijn doodslaap geworden zou rijn.
Hij sprong op en snelde naar het
open venster, maar het was te laat!
Een vaag idéé, dat er iemand geval
len was met noodlottigen afloop kwam
bij hem op maar dat was alles.
Het was evenwel voldoende; Dillwyn
ontstak een lamp en snelde de trap af.
Daar temperde liij het licht en zag om
zou ltij het zoolang nog kunnen vol- zich heen. Niets, niets was er te zien.
houden. Was het wel zoo verschrikelijk I Hij trad nu naar buiten liep de laan in
om te vallen De dood was hem hon daarna het plaveisel op, terwijl hij met
derdmaal lieven* dan hulp van Dillwyn. j angstig gelaat om zich heen zag. Piot-
Tot zoover hadden rijn krachten het seling ontdekte hij een roode streep, die
langzaam naar hem toevloeide.
Een gil uitend sprong hij haastig op
rijde. Een koude rilling voer hem door
de leden. Hij zag, dat het bloed was.
J Het roode straaltje volgend liep hij
voort totdat ltij...
Darkham lag buiten kennis op den
grond, maar leefde nog. Dillwyn maakte
dit uit rijn zenuwachtig trekkende vin
gers op.
Een andere gestalte boog rich over
hem heen.
Dillwyn herkende terstond den idioot
en zelfs terwijl Dillwyn hem gadesloeg
boog ltij zich al meer en meer voorover,
legde een doek op rijns vaders neus en
mond, en begon ea- toen met kracht op
te drukken.
Dillwyn snelde voorwaarts hem luid
bij den naam roepend, maar de idioot
hoorde hem niet.
Eindelijk stond de jonge dokter naast
den ongelukkige en trok hem van rijn
prooi af.
De idioot worstelde om los te komen,
maar Dillwyn was hem de baas. De
lamp wierp haar flauw schijnsel over
het gelaat van den stervenden man
maar om en boven de groep was het
donker.
In eens hield de idioot met tegenstrib
belen op en wees op Darkham.
Dillwyn volgde deze beweging. Dark
ham rees op rijn elboog op het was
rijn laatste poging voor rijn dood. Dill
wyn legde rijn arm om den stervende
heen maar Darkham duwde hom ach
teruit
Toch kwam het den jongen man voor,
hoewel Darkham hem tot op 't laatste
oogenblik bleef haten, dat rijn gedach
ten niet hem golden.
Do stervende hief zijn hand op en
wees op rijn zoon den zoon die, te
genover hem gezeten, rijn vader in 't
gezicht uitlachte. Er lag een akelige
uitdrukking in Darkham's oogen alsof
hij iets zoo verschrikkelijks zag iets
zoo verschrikkelijks, dat het sterven hem
daardoor schier onmogelijk scheen te
worden. Hij trachtte zich op te heffen,
en wilde schijnbaar tot iemand spreken,
die Dillwyn niet kon zien maar deze
pogingen gingen boven rijn krachten
en ltij viel achterover. Dillwyn ving
hem in rijn armen op hij was dood.
Een vreugdekreet ontsnapte aan den
mond van den idioot.
„Shoo! Shoo!" gilde hij.
Zijn moeder was gewroken.
EINDE.