Ir. Darta's Getoi., NIEUWS" EN ADVERTENTIEBLAD. 'Se Jaargang Woensdag 7 December (898. ft o. 4737 Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden,1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 ^ZD^ZEIRTIElNTTIIÊlNr: 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk mbat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Géné de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; SpaamdamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. Politiek ^veezicht. Maandag heeft de president der Ver- nigde Staten van Noord-Amerika aan :t Congres te Washington de gebrui- Jijk prcsidenteele Boodschap gericht, treffende de algemeene politiek. In eerste pLaats bespreekt Mc. Kinley n huidigen toestand van de vredes- iderhandelingen met Spanje. De ontruiming van Cuba kan niet ;eloopen zijn vóór den len Januari dan zegt de president dat hij het aagstuk van de inrichting van het stuur over de nieuwe bezittingen ver- huift totdat het vredestractaat gerar- iiceerd zal zijn. Middelerwijl blijft het ilitaire bestuur gehandhaafd. De pre- dent dringt op de noodzakelijkheid in van nauwe, op den grondslag der ederkeerigheid berustende, handelsbe- ekkingen met de Cubanen, en van het idersteunen van hun streven om een afhankelijk bestuur te bekomen. De resident geeft aan het Congres in over ging in deze zitting definitieve be- issingen te nemen ten behoeve van in aanleg van het Nicaragua kanaal. Over China sprekend, zegt McKinley st de Amc-rikaalische gezant in last >eit de volledigste bescherming te ver keren aan elk bedreigd Amerikaansch ;lang. Na gewaagd te hebben van de han- :lso ver eenkomst met Frankrijk, ver- laart de president dat de onderhanden agen met andere regeeringen, in het. ijzonder met Duitschland, goed vor ken. De betrekkingen met Groot-Brittan- lië blijven van den meest vriendschap elijken aard. Den kleinen omvang van leger en cot der Unie in aanmerking nemend, ;ht de president het ontwapenings- oorstel van geen practische beteekenis tor Amerika., behalve alleen als een ap nader tot de goede verstandhouding r verschillende volkeren onderling. De president verklaart in te stem- ien met de voorstellen van Minister Üger, betreffende de vergrooting van et leger en het aanmaken van drie nieu- e oorlogsschepen en twaalf kruisers. Uit Madrid wordt nog gemeld, dat middellijk na. het teekenen van het redesverdrag met Amerika een rood- oek zal worden openbaar gemaakt. De Spaansche premier zal daarna, an de Kroon de quaestie van vertrou- m in het ministerie stellen; blijft de ioningin-Regentes aan hem de regee- ing toevertrouwen, dan zullen in het egiu van Januari de Cortes worden bij- ngeroepen. De toestand aan de Indische Noord ergrens wordt te Bombay als zeer listig beschouwd, meldt de Times. Het. is dringend noodig, de opstande- agen onder den Mullah van Hadda Jachtig tot onderwerping te brengen, e insurgenten zijn door de troepen an den Khan van Rohat verdreven sn de hoogten, die den straatweg naar Tiitral behecrschen, maar de Mullah, ntvangt vooitdurend versterkingen, »dat men vreest, dat hij die posities loedig weer bezet zal hebben. Deze berichten worden nog onrust- wekkender door de over Petersburg ontvangen mededeeling, dat de Emir van Afghanistan, Abdurrahman, ern stig ongesteld is. De Emir is pas 53 jaar oud, doch zijn gezondheidstoestand is reeds geruim en tijd zorgwekkend. Sterft hij, dan geeft de troonsopvolging aanleiding tot strijd, die licht een con flict tusschen Engeland en Rusland ten gevolge kan hebben. De oudoom van den Emir, Ishak-Khan, is te Samar kand, waar hij van Rusland een staats pensioen geniet. Dit is de Russische pretendent voor den troon van Afgha nistan. De vier zoons van Abdurrahman zijn niet zeer eensgezind en hun voort durende oueenigheid zal het voor Rus land niet moeielijk maken, den outsider een voorsprong to geven. Zelfs al zou een der Afghaanschei prinsen aansluiting zoeken bij, Enge land, dan zou hot voor de Engelsche regeering moeielijk zijn, hem militairen steun te geven, zonder vrees voor ver wikkelingen met Rusland. Neemt men nu daarbij nog in aan merking, dat sedert twee jaren langs alle toegangswegen van Britsch-Indie naar Afghanistan opstand heerscht, en dat het zeer moeielijk blijkt die onlus ten te doen eindigen, clan moet het dui delijk zijn, hoeveel belang Engeland er bij heeft, zoo spoedig mogelijk en met groote krachtsinspanning de opstanden in Chitral en Peschawur te onderdruk ken, opdat mogelijke gebeurtenissen in Afghanistan niet een toestand doen ont staan, die Rusland een voorsprong geeft in het gebied, clat als de sleutel van het Indische rijk wordt beschouwd. STADSNIEUWS Eerste en derde pagina. Haarlem6 Dec. 1898. Prof. Dr. H. Bavinck van Kampen zal op Donderdag, 22 December a.s. alhier als spreker optreden in „de Kroon" met het onderwerp: „de he- dendaagsche moraal". Het redenaarstalent van den ge leerden spreker is algemeen bekend; met grond mag dan ook verwacht worden, dat ZEd. voor een stampvolle zaal kan optreden. BINNENLAND Hofbericht. De opper-ceremoniemeester maakt bekend, dat het Hof, ingevolge de be velen van Hare Majesteit de Koningin, wegens het overladen van Hare Ko ninklijke Hoogheid Mevrouw de Prin ses Hermann van Saksen Weimar Eisenach, geboren Prinses van Wur- temberg, den lichten rouw zal aan nemen voor den tpd van drie dagen, ingaande op Dinsdag 6 December. (Stct.) Zekere v. Edie Zondagavond een roeitochtje op de Schie b j Delft wilde maken, werd door een stoomboot van de reedery „De Schie" overvaren, met het noodlottig gevolg, dat de man verdronk. Panislamistische kuiperijen in onze Oost. De correspondent te Konstantinopel der ,,N. R. Ct." schreef 30 November Gisteren gaf het Fransch-Engelsche dagblad Moniteur Oriental, onder den titel De Moslims in Nederlandsch-Indië, het volgende van uit. Jildiz uitgaande bericht Overeenstemming is verkregen tus schen de Verheven Porte en de Holland- sche regeering, omtrent de nationaliteits- quaestie der moslims in Nederlandsch- Indië. Daar het bewezen is dat de Ottomaan- sche consuls op Sumatra en op andere eilanden niet de oorzaak zijn geweest van de beweging welke bij de moham medanen wordt opgemerkt ten gunste van het aannemen dei- Ottomaansche nationaliteit, maar dat die beweging veeleer een uitvloeisel is van de eeuwen oude aanhankelijkheid van die moham medanen aan het Chalifaat, heeft de regeering der Nederlanden zich verbon den (s'est engage) om de autoriteiten aan te bevelen, de consuls van Turkije niet te verdenken (ne pas tenir en suspi cion) en hun bijstand en bescherming te verleenen. Van haar kant zal de keizerlijke re geering aan haar consuls de noodige aanwijzingen zenden. Ter juiste beoordeeling van de strek king van dit bericht diene het volgen de Ongeveer vier weken geleden ontving de Moniteiu* eveneens uit het paleis, van waar ook haar eerste bericht, van den Sen October afkomstig is, een stuk ter plaatsing, waarin werd volge houden hetgeen op dien 8en October was gezegd omtrent het vertrek van den Nederlandschen gezant, maai" door het Fransche dagblad Stamboul was tegen gesproken. Tevens werd medegedeeld dat de Nederlandsche regeering het on rechtmatige van haar klachten over het gedrag der Ottomaansche consuls in Nederlandsch Oost-Indië had ingezien, en daarover, aan de keizerlijke regee ring haar verontschuldigingen had aan geboden. De keizerlijke regeering had daarop de kwestie- als afgedaan ver klaard. Het opnemen van die voor Nederland allesbehalve eervolle mededeeling kwam het verantwoordelijke persbureel aan de Porte (de censuur) wel wat al ta kras voor; zij liet dus eerst het onver antwoordelijke persbureel ten paleize over polsen, hetwelk na rijp beraad de plaatsing eveneens ongewenscht achtte. Deze bleef daarop achterwege. Nu heeft men klaarblijkelijk gisteren te Jildiz datzelfde berioht, maar in een minder kwetsenden vorm gegoten, toch laten publiceeren. Het geeft evenwel nog steeds den indruk alsof onze re geering voor de Ottomaansche de vlag zou hebben gestreken, en zou hebben erkend ongelijk te hebben gehad; ter wijl het bezwaarlijk is aan te neanen dat dat werkelijk het geval zal zijn ge weest. Verder dient nog te. worden opge merkt dat er in onze Oost tot dusverre gelukkig nog maar een enkele Turkscha consul is, en wel te Batavia, en dat het weliswaar zeer moeielijk is te benvijzen dat dio Ottomaansche ambtenaar inder daad aan panislamistische kuiperijen of stokerijen metterdaad en rechtstreeks I deelneemt, doch dat evenmin als bewo j zen kan worden aangenomen dat hij daaraan part noch deel zou hebben ge had. Ten opzichte van hem geldt wat ik reeds den 15n Augustus schreef ,,De officiëele Ottomaansche regee ring, dat is de Porte, waakt er met de grootste zorg voor, dat de vreemde na ties en mogendheden nooit werkelijk vat op haar kunnen krijgen. Daarom blijft zij altijd, en is zij ook dikwijls, onkundig van hetgeen de almachtige bij regeering te Jildiz, welke natuurlijk officiëel als niet bestaande geldt, doet en brouwt. Klaagt een vreemde regee ring langs den officiëelen weg, dat is bij do Porte, over de handelingen van leden van het Hof of van agenten van Jildiz, dan kan de officiëele Ottomaan sche regeering zich altijd van den dom me houden en beweren dat zij van niet3 weet, er niets aan kan doen, en er geen schuld aan heeft. Zoo is het ook in casu, en het Ottomaansche con sulaat te Batavia richt zich, door zich voor het uiterlijk (d. w. z. officiëel) zorg vuldig buiten de Panislamistische pro paganda te houden, alzoo geheel naar het voorbeeld en de voorschriften van de officiëele Ottomaansche regeering." Dat juist deswege de Nederlandsch- Iudische regeering en haar organen juist' en verstandig handelen, door dien con sul en zijn „niet officiëele" werkzaam heid en verbindingen voortdurend en bijzonder goed in het oog te houden en na te gaan, behoeft wel geen nader be toog. Natura Artis Magistra. Gedurende de maanden October en November werden voor verzamelingen van bet Koninklijk Zoölogisch Ge nootschap „Natura Artis Magistra" de volgende geschenken ontvangen Yoor de Diergaardeeen roerdomp, van den heer C. Cats, te Doesbnrg; twaalf zandhagedisseu en zes hazel- wormen, van den heer C. Eijkman, te Amsterdameen leeuwerik en een boomleenwerik, van den heer P. J. Blydorp, te Amsterdameen kleine zeekoet en een witkeel makaris, van den heer A. Koekkoek, te Amster dam een Ylaamsche gaai, van mej. C. Schadd, te Oosterbeekeen egel, van den heer G. A. Muller Jr., te Amsterdam; vier egels, van mevr. T. C. "VVeissman Bastiaans, te Bussum een Snrinaamsche zoetwaterschildpad, van den heer H. I. van der Aa, te Amsterdameen karet schildpad, van het Koloniaal Museum te Haarlem een rosé-uil en een Maleische uil, van mr. W. F. A. Yerhoeff, te Alkmaarj twee Grieksche schildpadden, van den j jongenh. C. Jansen, te Ylissingen twee drievingerige luiaards, van den heer C. Gust. Olie Fzn., te Parama-1 riboeen klapekster en drie grauwe i klauwieren, van den heer P. Sluis, te Amsterdam een roodschouder ama- zone, van den heer B. Kulker, te Amsterdameen eekhoorn, van den heer J. Boekstal te Amsterdamdrie steenpatrijzen, en een Grieksche schild pad, van den heer H. T. van Slooten, Amsterdam; een houtsnip, van jhr. mr. W. G. Dedel, Amsterdameen grasslang, van den heer J. \V. Smal- lengang Jr. te Apeldoorn twee goud baantjes van den jongenh. G. Hen driks te Amsterdameen kwartelko ning van den heer K. Groot Jbzn. te Nieuwe Niedorp een boschuil van den heer C. J. J. Schmitz te Amster dam een kerkuil van den heer D. de Vrieze te Yeendam; een boomvalk van den heer Ed. A. Vega, Amster dam een marmotje van den heer J. de Boer, Amsterdameen dodaars van den heer Brandt P. de Boer te Langweertwee houtduiven van den heer H. Strunk, Deventer; eenrood- kuif kakatoe van mej. M. Boissevain Amsterdameen klapekster van den heer G. Neervens te Helmondeen zeeschildpad van den heer J. R. Vis ser, Amsterdam; een waterhoentje van den heer K. Wierstra teSneek; drie krielhoenders van den heer H. Pekelharing, Amsterdameen boizerd van den heer B. J. Wanroo te Ter- borg; een agoeti van den heer G. D. Nieman, Amsterdam vyf staartmee- zen van den heer P. Sluis, Amster dam en twee torenvalken van mr. Sloet tot Oldhuis te Dalfsen. Voor het Aquariumtwee snoek baarzen van den heer W. Geijs, Am sterdam, en een borbeel. Yoor het Insectarium: drie poppen van den herfstvlinder en eieren van den plakker, van den heer P. Caland, te Wageningerberg. Yoor het Zoölogisch Museumeen huid van een krokodil, van mr. J. A. van Sonsbeek, Amsterdameen doods hoofdvlinder, van den heer W. B. Uit werf Sterling, Amsterdam een slang uit Oost-lDdië en een atlasvlinder, van den heer S. Fenenga, Amsterdam, en eenige schelpen van den heer IJ. Siepman v. d. Berg, Amsterdam. Voor het Museum „Fauna Neer landica" een groote aardslak met eieren, van den heer Jac. Herfst, Amsterdameen snoekbaars, van dr. Peel, te Kuinre drie waterratten en twee bergleeuwerikken, van mr. Fr. baron Snouckaert van Schauburg, te Doorneen waterrat en eenige exem plaren ran eene variëteit van de mos sel, van den heer R. F. Maitland, te 's-Gravenhage. Voor het Ethnographisch Musenm tien waterkruikjes en een pefortje uit Suriname, van den heer A. Sib- belee, Amsterdam. Yoor de tuinen: twee taxus, van mevr. de wed. F. H. Pouw, Amster dam, en 1485 tulpen van den heer P. v. d. Meer Czn., te Noordwtjk. ZK. 33, schipper J. de Groot, alhier aangebracht de uit 11 man bestaande equipage van het Noorsche barkschip „Jenny", kapitein Johansen, geladen met steenkolen, komende van Shields en bestemd naar Kopenhagen. De „Jenny" werd gisterenmorgen om 8 uur in ^zinkenden staat door de equipage verlaten, N.W. van Texel 3 inyl op zee. De ZK 33 trof een uur later de sloep met schipbreuke lingen aan en nam ze aan boord op. Gisterenmiddag 2 unr werd het schip nog drijvende gezien, N.N.W. van Texel, iand in 't zicht. In beslag genomen. De politie te Delft heeft Zaterdag avond in beslag genomeu een 200-tal brochures getiteld „De gebroeders Hogerhuis" en waarvan de inhoud beleedigend is. Tegen den verkooper, den 21-jarigen boekdrukkersknecht A. Z. S., wonende te Rotterdam, is proces verbaal opgemaakt wegens het bezi gen van beleedigende uitdrukkingen by het te koop aanbieden der bro chures. De heer dr. D. Doedes Breuning, oud-lid der Eerste Kamer is Maandag te Wolvega, na een langdurige ziekte, in den ouderdom van 84 jaren over leden. Gezonken. Uit Nieuwediep wordt aan de „N. R. Ct." van 4 Dec. gemeld Hedennacht is door den vischkotter RECHTSZAKEN. Het drama te 's-Gravenhage De terechtzitting werd Maandag voormiddag te 10 uur hervat. Nog enkele getuigen worden ge hoord. De get. Hotz deelt mede, dat hy den indruk heeft, dat mevr. Vemer op de hoogte was van de verhouding tusschen haar man en hare vriendin mevr. Meijer. Get. Hotz heeft vroe ger schriftelijke verklaringen afge legd ter décharge van bekl. van een door hem als toeziende voogd gevoerd beheer. Bij de overgave van stukken werd get. bevestigd in zijn gevoelen dat Vemer geen normaal mensch is. De get. dr. Lammers van Bueren doet oog verdere mededeelingen om trent bekl's overprikkeld gestel ten gevolge van physieke aberratiën. De pres. betuigd zijn spijt, dat de brieven van mevr. Meijer aan bekl. niet aanwezig zijn, en vraagt hem mede te deelen, wat zij schreef. Toen hy de relatie wilde afbreken, schreef hij haar een brief, waarin hij haar voor al wat leelyk is uitmaakt. Zy bedreigde toen, de zaak aan zijn vrouw te vertellen. Bekl. is thans niet in een normale positie om zich alle brieven te herinneren. Ook hjj vindt 't jammer dat de brieven weg zyn. Hy heeft steeds eerlijk spel ge speeld. Te dien aanzien blyft de pres. by hetgeen deze Zaterdag daarover dacht. De dienstbode Everdig geeft inlich tingen omtrent de brieven. Bekl. zegt nog dat hy, om schan daal te vermijden, alles heeft gedaan wat de beide vrouwen wilden. Hy erkent zwak te zijn geweest, maar twee vrouwen hebben meer in te brengen dan 2000 mannen. Alsnn is het woord aan den subst.- off., mr. Van den Brandeler, tot het toelichten zijner vorderingen. FEUILLETON. Hij trachtte het hek te openen, maar I it was gesloten. Dat hinderde liem chter niets. Zonder eenige moeite klom nj er over heen en liep de oprijlaan in. Toen hij het huis naderde, bekroop em een gevoel van angst. Maar het een angst, waarover de engelen ffldden kunnen schreden. Stond de ladder er nog? Of was hij oor de werklui meegenomen? Moedig drong hij door het laurier- oschje heen en nu zag hij het huis oor zich. Een onderdrukte kreet van triumf «tsnapte hem. De ladder stond er nog! Hij stak nog eenmaal de hand in fcn zak. voelde het mes en klopte er afkozend tegen. Toen liep hij voort Hij had nu de ladder bereikt, zette zijn voet op en klom naar boven. Bij klom haastig, maar toch voorzich- om geen misstap te doen. Halverwege gekomen zag hij naar »nedeai. Daar bevond zich een plaveisel, dat om het huis heen liep. Het zag wit en helder en kwam in de duisternis dui delijk uit Toen zag hij naar boven. Het ven ster stond nog open, wijd open het onderstuk was er nog niet ingezet Zijn hart begon onstuimig te kloppen. Nu, nu... was zijn vijand aan rijn ge nade overgeleverd. Hij steeg al hooger en hooger. Dc vensterbank was bijna binnen zijn be reik hij strekte de hand reeds uit om haai te grijpen, maar rij bevond zich nog te hoog. Nog een paar sporten en don... Plotseling liet hij zich naar voren vallen en omklemde de ladder. Groote Godwat gebeurde er? De ladder zwaai de heen en weer. Hij klom nog een sport hooger cm de lijst van het raam te grijpen maar kon er nog niet bij. De ladder zwaaide geweldig heen en weer en bevond zich nu bijna naast de vensterbank. Nog één ondenkbaar oogenblik en ze zou er geheel onder uit rijn. Iemand van beneden rukte er onge twijfeld aan... Hij deed nog een laatsten greep naar de vensterbank maar miste haai-. Weer zwaaide de ladder en nu naar uitgehouden, het kozijn toe. Darkliam spande al zijn Maar nu begonnen rijn vingers af to krachten in, sprong voorwaarts en hing glijden rijn oogen, waarin een bijna, het. volgend oogenblik aan de venster- waanzinnige uitdrukking lag, zochten bank. den grond beneden hem. Dat verhaastte de ontknooping. Do Hij keek... en keek en uitte plotse- ladder, nu van haar last ontdaan, kan- ling een woesten angstkreet, telde en viel met een luiden plof op Wat was dat die gedaante met den steenen grond. den witten zakdoek over neus en mond. Darkham, die zich aan de venster- Was rij teruggekomen... Wachtte rij op bank vastklemde, zag den ladder vallen, hem De dood wachtte hem nu, als er nie-Groote Godgenade mand opdaagde om hem te redden. En wie zou hem redden? De man, dien hij had willen vermoorden Wanhopig klemde hij zich vast, rijn nagels in het steen drukkend. Als ltij schreeuwde zou Dillwyn hem hooren en hulp verleenenmaar zelfs op dit oogenblik hield rijn haat voor Dillwyn hem er van terug. Zijn vingers gingen pijn doen... rijn nagels gleden uit.Het volgende oogen blik zouden zij den rand bereikt heb ben en dan... Een vreeselijke wanhoop maakte zich van hem meester. Nog één minuut Zijn vingers heten los en hij viel met een schrillen kreet op den steenen vloer een vreeselijke slag volgde. Die schrille la-eet had Dillwyn uit zijn slaap opgeschrikt een slaap, die anders rijn doodslaap geworden zou rijn. Hij sprong op en snelde naar het open venster, maar het was te laat! Een vaag idéé, dat er iemand geval len was met noodlottigen afloop kwam bij hem op maar dat was alles. Het was evenwel voldoende; Dillwyn ontstak een lamp en snelde de trap af. Daar temperde liij het licht en zag om zou ltij het zoolang nog kunnen vol- zich heen. Niets, niets was er te zien. houden. Was het wel zoo verschrikelijk I Hij trad nu naar buiten liep de laan in om te vallen De dood was hem hon daarna het plaveisel op, terwijl hij met derdmaal lieven* dan hulp van Dillwyn. j angstig gelaat om zich heen zag. Piot- Tot zoover hadden rijn krachten het seling ontdekte hij een roode streep, die langzaam naar hem toevloeide. Een gil uitend sprong hij haastig op rijde. Een koude rilling voer hem door de leden. Hij zag, dat het bloed was. J Het roode straaltje volgend liep hij voort totdat ltij... Darkham lag buiten kennis op den grond, maar leefde nog. Dillwyn maakte dit uit rijn zenuwachtig trekkende vin gers op. Een andere gestalte boog rich over hem heen. Dillwyn herkende terstond den idioot en zelfs terwijl Dillwyn hem gadesloeg boog ltij zich al meer en meer voorover, legde een doek op rijns vaders neus en mond, en begon ea- toen met kracht op te drukken. Dillwyn snelde voorwaarts hem luid bij den naam roepend, maar de idioot hoorde hem niet. Eindelijk stond de jonge dokter naast den ongelukkige en trok hem van rijn prooi af. De idioot worstelde om los te komen, maar Dillwyn was hem de baas. De lamp wierp haar flauw schijnsel over het gelaat van den stervenden man maar om en boven de groep was het donker. In eens hield de idioot met tegenstrib belen op en wees op Darkham. Dillwyn volgde deze beweging. Dark ham rees op rijn elboog op het was rijn laatste poging voor rijn dood. Dill wyn legde rijn arm om den stervende heen maar Darkham duwde hom ach teruit Toch kwam het den jongen man voor, hoewel Darkham hem tot op 't laatste oogenblik bleef haten, dat rijn gedach ten niet hem golden. Do stervende hief zijn hand op en wees op rijn zoon den zoon die, te genover hem gezeten, rijn vader in 't gezicht uitlachte. Er lag een akelige uitdrukking in Darkham's oogen alsof hij iets zoo verschrikkelijks zag iets zoo verschrikkelijks, dat het sterven hem daardoor schier onmogelijk scheen te worden. Hij trachtte zich op te heffen, en wilde schijnbaar tot iemand spreken, die Dillwyn niet kon zien maar deze pogingen gingen boven rijn krachten en ltij viel achterover. Dillwyn ving hem in rijn armen op hij was dood. Een vreugdekreet ontsnapte aan den mond van den idioot. „Shoo! Shoo!" gilde hij. Zijn moeder was gewroken. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1