Na het vernemen van liet verlangde
nummer neemt do telephoniste een tweede
aan hetzelfde koord verbonden stop, brengt
die in do klink van den aangevraagden
geabonneerde en schelt dezen door het voor
waarts bewegen van den sleutel op waarna
het gesprek kan aanvangen.
Het eindigen van het gesprek wordt door
het afschellen in een in het koord tot dat
doel geschakeld »afschelsignaal« bericht,
waarna de stoppen uit de klinken worden
verwijderd.
Nu zou het kunnen geschieden dat waar
telephoniste A. bijv. No. 3 met No. 92 ver
bond, telephoniste C. No. 207 eveneens met
No. 92 moest verbinden en zou, daar beiden
van eikaars verbindingen niet onderricht
zijn de geabonneerde tot zijn nadeel in zijn
gesprek gestoord kunnen worden,doch hierin
is op ingenieuse wijze voorzien.
Wanneer zooals boven gemeld is eene
verbinding staat wordt een stop in de klink
van den geabonneerde gestokendoch be
halve dat deze stop de lijnen van den ge
abonneerde verbindt, verbindt zij eene
daartoe expresselijk aangebrachte veer met
een door de geheele tafel verbonden pool
eener batterijdeze speciale onderzoekings-
veer (testveer) voert met de stroom van die
batterij (testbatterij! naar alle klinken van
den abonné en zoo dus op eene afdeeling i
van de tafels eene telephoniste met eene
reeds verbonden lijn eene verbinding zou j
willen geven, bemerkt zij door een eigen
aardig geluid (door het sluiten der test
batterij) dat ontstaat wanneer zij met een
stop eene elders bezette klink aanraakt, dat
de door haar te verbinden lijn reeds in ge
sprek is en wordt alzoo de ongewenschte
dubbele verbinding vermeden.
Bovendien wordt voor alle zekerheid ook
door de afwijking van een galvanometer
het in gesprek zijn aangegeven. Door
hooren en zien wordt dan de telephoniste
voor eene mogelijke fout beschermd.
Nu wij getracht hebben het systeem
waarop de mnltiple-tafels berusten duidelijk
te maken, willen wij de onderdeelen dei-
tafels nog eens in oogenschouw nemen en
valt het dan direct op, hoe tal van bewe
gingen automatisch lang- mechanische» of
electrischen weg verwekt worden. Zoo
brengen de op- en afschelsignalen respec
tievelijk witte en roode vlagsignalen in
werking, waardoor de vermoeiende opgehe
ven houding der oogen voor de beambten
vermeden wordt en de attentie bij het ge-
ruischloos vallen der signalen getrokken
zoo wordt gedurende den nacht eveneens
door het vullen der signnlen eene krachtige
electrisclie schel in beweging gezet waar
door de bewaking verzekerd blijft, en wordt
het aantal gesprekken bij het zetten der
verbinding automatisch geteld.
Zeer eigenaardig is ook de electrisclie
sluiting der opschelsignalen en de mecha
nische herstelling der afschelsignalen waar
door behalve een minimum manipulatie's
ook eene rustig zittende houding voor de
beambten mogelijk wordt.
Daar waar we het telephoon-apparaat
van de telephoniste noemden, zag men wel
licht in zijne verbeelding de juffrouw den
geheelen dag staande of leunende aan het
ons bekende, tamelijk groote toestel, met
de eene hand de op den duur zwaar wor
dende hoorn torschende, met de andere hand
stoppen plaatsende, sleutels bewegende en
zoodoende aan een afmattende, lichamelijke
beweging onderworpen Niets minder waar
dan datmet eene sierlijke, kleine beugel-
telephoon als 't ware gekapt, met een alu-
mimum-microphoon op de borst en door
een zijden koord aan de tafel verbonden,
gezeten in een gemakkelijk draaibaren
fauteuil, met beide handen voor alle mani
pulatie's vrij, kan de beambte eene houding
aannemen, die voor eene snelle, accuiute
en gemakkelijke bediening niets te wenscben
overlaat.
Ziehier in hoofdzaak de inrichting der
verbindingstafels op het Centraal-Bureau
aangegeven.
In het begin dezer beschrijving werd
terloops de verdeelkamer van het net ge
noemd en rest nu nog het doel van die
kamer toe te lichten. In een dubbele eiken
houten kast bevinden zich aan eene zijde
de bureaukabels leidende naar de verbin
dingstafels, terwijl aan de andere zijde de
kabels van het nieuwe ondergrondsche net
een plaats erlangen en thans de opvoer-
draden naar de centrale stelling op bliksem
afleiders verbonden zijn. Boven de kast
loopen symmetrisch in een ijzeren raam
werk de draden die de bureaukabels met
de buitenlijnen verbinden en den naam
»kruisverbindingsdradena dragen, omdat zij
de willekeurige schakeling of wisseling van
buiten- en binnenlijn mogelijk maken en
alzoo bijv. bij verhuizing van den geabon
neerde dus bij verandering van lijn hem
het behoud van zijn zelfde bureaulijn, dus
van zijn zelfde telephoonnummer waarbor
gen. een gerief dat dikwerf op lioogen prijs
gesteld wordt.
In uezo kamer werden ook de poolwisse-
laars en accumulatoren met de benoodigde
schakelborden en meetinstrumenten voor
de ontwikkeling der schel- en oprichtstroo-
men geplaatst.
Voor het in dienst stellen van het nieuwe i
centraal-bureau werden op 23 en 26 Nov. j
j 1 voorloopig alle bestaande li chtleidingen j
naar de contrale-stelling op het nieuwe
gebouw overgebracht. Bij den aanieg van
het kabelnet (waarmede in de richtingen
Veerstraat, Spaarnwouderstraat en Zijhveg
reeds werd aangevangen) zullen nu de en
kele luchtleidingen geleidelijk door de onder
grondsche dubbelleidingen vervangen wor
den en hopen wij ook weldra van de inrich
ting van het net een verslag te kunnen
geven.
Nu reeds echter constateeren wij met
groot genoegen van de telephoongemeen-
schap in onze stad, dat door de N.B.T.M.
in haar nieuw bureau aan de eischen van
het allermeeste en allerbeste in de
traal inrichting ten volle voldaan is. Niet
dan met bewondering sloegen we het werk
gade in de fabriek voor het vervaardigen
der tafels verricht, terwijl het monteeren
door de monteurs der N. B T. M (binnen
een maand tijds werden, naar ons werd
verteld, door hen 21.200 draden in eene
ruimte van enkoio vierkante meters ver
bonden) blijkbaar met zorg en buitenge
woon spoedig werd bezorgd. Do Telephoon
Maatschappij zij geluk gewenscht met baar
streven om onze gemeente met een net te
verrijken, waarvan wij niet betwijfelen dat
het aan de hoogste eischen der tegenwoor
dige techniek zal blijken te voldoen Het
is thans aan het publiek, om door talrijke
toetredingen dit streven tot zijn recht te
doen komen, en de telephoon voor de be
langhebbenden te maken tot eene inrich
ting van steeds toenemend nut en onmis
baarheid.
BINNENLAND.
Parlementaire Praatjes.
Een spotter beweerde, dat er in de
Kamer nog een motie mankeerde en
die motie kwam, nog vóór het algemeen
debat óver* de Staatsbegrooting voor
1S99 ten einde liep.
De Minister Pic-rson had eerst nog
de replieken te beantwoorden en deed
dat vrij kort, op enkele punten nader
bet standpunt der Reg. preciseerend.
Protectionisme. De Min. liield vol
geen uiteenzetting van het systeem te
hc-bben vernomen. In Amerika1 beeft de
bescherming werkloosheid niet gekeerd.
Verlaging van het tarief op sigaren lag
niet in het voornemen.
Plan-Coolen. Een wetsontwerp was
reeds bij den Raad van State geweest.
Er was geen haast vóór de loting van
het volgend jaar.
Pensioenen voor werklieden. Het
standpunt dergencü die alles door de
gegoeden wilden doen betalen, was on
houdbaar. De arbeider moest iets beta
len, maar de Reg. zou trachten naar
een voor hem zoo weinig drukkend mo
gelijke regeling. Beloften kon de Reg.
te dezen aanzien niet doen. Het onder
werp stond op het program van studie
(gelach.) Opwekking der Reg. was best
opzweeping niet. De Reg. zou zoo
hard werken als mogelijk was tot heil
des lands (bra.vo's).
Duplieken volgden nog en het was
daarbij dat de heer v. d. Kun voorstel
de, de volgende, op lateren datum te
behandelen, principieele motie van or
de, waarop ik liierboven doelde. Zij
luidde
,,De Kamer,
„overwegende, dat 's Rijks middelen
dringend varstterki ng eischen en dat
het thans bestaande tarief van invoer
rechten daartoe zoodra mogelijk moeit
worden herzien,
„gaat over tot de orde van den dag.'*
Het algemeen debat liep ten einde.
Da Hoofdstukken I en II (Huis der
Koningin en Hooge Colleges) gingen er
als gewoonlijk zonder debat door.
Bij Buitenlandsche Zaken vroeg de
heer Schaepman de voorbereiding van
maatregelen tegen België, waar men,
aan „dubbeltongigheid" lijdende, een
soort van uitzouderingspolitiek tegen
over onze veeteelt schijnt te volgen.
Dan wees hij nog op de zg. „pan-isla-
mitische knoeierijen in onzen Oost,"
waarvan de X. R. Ct. het eerst heeft ge
sproken en hoopte te vernemen, dat
het niet waar is, dat onze Reg. aan de
Ottomaansche verontschuldigingen had
aangeboden.
Verscheidene andere sprekers hadden
heit nog over de beperking door België
van onzen vee-invoer, nl. de heeren
Ferf. Kool en van Bylandt, die verschil
lende wenken gaven, doch tot deze éene
conclusie kwamen dat wij, alles doende
om veeziekten tegen te gaan. trachten
moesten ons goed recht tegenover Bel
gië en Duitschland krachtig te verdedi
gen.
Bij een betoog van den heer Hesse-
link van Such telen die in een uitvoe
rige rede protest aanteekende tegen dei
beleende uitzetting van Ned. werklieden
uit de Duitsche industriestreken, sloot
zich de heer van Kol aan. Deze sprak
eerst over de anarchisten-conferentie,
meende dat Nederland (dat geen poli
tiedienst voor andere landen hoefde te
doen) daar had kunnen wegblijven en
beioogde dat door een democratische
regeering, door verbetering van toestan
den het ook door hem gewraakte anar
chisme het best werd' bestreden.
Sprekende, zonder enthousiasme, doch
ook zonder geringschatting, van de Vre
desconferentie, hoopte de heer van Kol
dat men het zou kunnen leiden tot een
intrnationaai hof van arbitrage en neu
traliteit der kleine Staten.
Daarna kwam de vee-quaestie met
verdubbelde kracht in het debat terug.
Volgens den lieer Hennequin moesten
wij geen- retprsie-maatregelen nemen,
doch de veeziekten ernstig bestrijden en
geen weiden toelaten van Belgisch vee
op onze grensweiden. wat ook de keer
Ferf had betoogd.
De heer Lieftinck wees er op, dat
zijn voorspellingen waren uitgekomen.
België had weer gelegenheid gevonden
enkele gevallen van ziekte bij ingevoerd
vee te constateeren. Hoe kwamen de
beesten er aan? Er zou altijd een stok
te vinden zijn om een hond te -slaan.
Maar de hond moest nu eens niet alleen
brommen, dock ook bijten. Ook de beer
Fokker zag bij België alleen voorwend
sels. De liefde kon niet van een kant
komen en als men ons dwong moesten
wij ook maar verbod van invoer gelas
ten. En de heer van Dedem, die reeds
erkentelijk zou zijn als van Duitschland
en Frankrijk verkregen werd wat Bel
gië heeft veroorloofd, zag ten slotte in
beschermende rechten het ecnig middel
om van de Mogendheden iets gedaan te
krijgen.
De Minister De Beaufort beant
woordde de verschillende sprekers.
De vee-quaestie. Men kon in den hui-
digen stand van zaken niet van retorsie
maatregelen spreken, want die maatre
gelen zouden vele Nederlanders liet
meest treffen, maar juist niet het doel.
Er was geen reden van boosheid op
België, dat terecht geen parelziek vee
wil toelaten.
AJleen de invoering van fokvee is
verboden niet van slachtvee. Tot nu
toe werd met Frankrijk en Duitschland
zonder vrucht onderhandeld.
Het pans-islamisme. De berichten in
de dagbladen waren overdreven. Er
was maar een Turkscli consul iu de
Oost, te Bataviade Reg. vond hem te
ijverig, de Porte verving hem. Deson
danks bleef hij te Batavia, totdat, een
paar dagen geleden, hij bevel ontving
zijner Reg. om onmiddellijk te vertrek
ken. Wij" hadden dus volledige satis
factie gekregen.
De uitwijzing uit Duitschland. Reeds
25 jaren achtereen werden armlastigen
verwijderd. Nu waren echter werklie
den voor het dilemma gesteld: natura
lisatie of uitwijzing. Vertoogen daarte
gen hadden deels geholpen, deels niet.
Men kon Duitschland zijn wetgeving
niet ten kwade duiden, het wil geen
vreemdelingen die in het eigen land niet
hebben gediend. Deswege was nu een
wijziging der militiewet bij de Reg. in
overweging.
Het anti-anarchisten-congres. De Reg.
achtte deelneming noodig, maar wenscht
onze wetgeving in geen enkel opzicht te
wijzigen, wat dit onderwerp aangaat
(een verklaring die de tevredenheid van
den heer v. <1 Zwaag verwierf.)
De vredes-conferentie. Neutraliteit
voor de kleine Staten, speciaal voor
ons, zou de Min. een bezwaar achten.
Bij] de artikelen wezen de heeren
Veegens en Lieftinck er op. dat Neder
landers te Smyrna door den consul met
hechtenis waren gestraft, omdat zij ge
weigerd hadden te betalen voor de jaar-
li jksche afteekeuing hunner verblijfpas-
seu waarin de heer Lieftinck hen
gelijk gaf, omdat er geen waarde aan te
hechten was, een opinie waarmede
de Minister het- niet eens was.
De „geheime uitgaven", f 2000, wer
den op verzoek van den heer v. d. Zwaag
in stemming gebracht en aangenomen
met- -55 tegen 4, de geheele begrooting
met hetzelfde stemmengetal.
WoensdagJustitie. We schieten
een eindje op
G. Jr.
417, W. H. Vliegen (soc.-dem.) 37i
en G. J. Bieleman (lib.) 107 stemmen.
Te haastig.
Het volgende vermakelijke tooneel-
tje gebeurde Maandagavond op het
uur der verrassingen op een plein in
den Haag. Bij een der bewoners wordt
een pak voor de deur gelegd, ge
beld en daarop verdwijnen in de
duisternis twee meisjes, die zich in
de buurt verdekt opstellen. De bewo
ner opent zelf de dear, ziet het pak
ket en geeft daartegen zulk een for-
midabelen schop, dat de inhoud, zijnde
boterletters, uit het papier in brok
stukken over het plein vliegt. Wel
willende straatjongens zyn onmiddel
lijk bij de band en werpen zich gre
tig op de lekkernij, maar ook de jonge
dames schieten toe en met hen de
verraste bewoner, die zijn vergissing
bemerkt heeft. Tableau!
(D.)
Maandagmiddag is te Utrecht een
hulparbeider door trein 44 S.S. over
reden en onmiddellijk gedood. De on
gelukkige was nog slechts kort in
i dienst der Staatsspoorweg-Maatsch.
Een drukfout.
Een der bladen zon met het oog
op een typhus-epidemie bekend ma
ken, dat B. en W. der gemeente, in
overleg met de gezondheidscommissie,
zelve maatregelen in het belang der
volksgezondheid hadden genomen. De
zetter vond op de kopij het woord
gezondheidscommissie afgekort tot
Gez. C., en maakte die afkorting op
z\jn manier volledig. Toen de courant
uitkwam stond er
B. en W. hebben in overleg met
de Gezusters C.... enz.
Verkiezing te Deventer.
De (niet officieele) uitslag der her
stemming voor een lid der Tweede
Kamer in het kiesdistrict Deventer is:
Uitgebracht 4870 geldige stemmen.
Gekozen jhr. mr. W. H. de Beaufort
(libmet 2889 stemmen. De heer J.
van Loenen Martinet (rad.) had 1981
stemmen.
De uitslag der eerste stemming
wasUitgebracht 4200 geldige stem
men; daarvan verkregen de heeren
jhr. mr. W. H. de Beaufort (lib.) 2091,
J. van Loeueu Martinet (rad.) 1209,
jhr. mr. R. E. W. van Weede (antir.)
Leiteren en Kunst.
De Ned. Opera.
Tnsschen de heeren Yan der Lin
den en A. D. Loman Jr. is nu mon
deling een overeenkomst gesloten,
volgens welke de heer Loman uit de
directie treedt tegen vergoeding eener
som gelds, welke hem bij termijnen,
over vijf jaren verdeeld, zal worden
uitbetaald. Een en ander moet nog
met handteekening bekrachtigd wor
den en de leden'der Opera moeten
den heer Loman nog van het door
hem gevoerd beheer ODtlasten. Tevens
zal den heer Loman een plaats in
de commissie van bijstand der Opera
worden aangeboden.
Leger en Vloot.
De Minister van Oorlog heeft in
eene algemeene order voor het leger
ter kennis van de landmacht gebracht,
dat bij de Koninklijke Besluiten van
10 Nov., no. 32 en 33, ter belooning
van hen, die zich hebben onderschei
den by de krijgsverrichtingen in Atjeh,
gedurende het tijdvak van 1 Sept.
tot en met 31 Dec. 1897,
lo. Is bepaald: dat in de registers
van de Kanselarij der Nederlandsche
Orden znllen worden ingeschreven
de namen van de volgende, sedert
overleden militairen, te weten
a. als ridder 4de kl. der mil.Willems-
ordede Amboineesche sergeant van
het korps marechaussees J. Rotinsulu
(algemeen stamboek no. 9981)en
b. als eervol vermeldde faselier
H. Schenke (no. 33091);
2o. Zijn benoemd tot ridder 4de kl.
der mil. Willemsorde, de onder-luit,
W. A. Stoltz (algem. stamboek no.
23046), de inl. serg. Kodo (no. 7831)
en cte sedert gegageerde korp. P.
Bakker (no. 36372), allen van het
wapen der infanterie.
3o. Is toegekend de eeresabel met
bet gebruikelijke opschrift: aan den
eerste-luit. der inf. C. J. Boon.
4o. Al verder is bepaald, dat bij
afzonderlijke dagorders, zoo in Indië
als in Nederland, eervol zullen worden
vermeldde sedert tot eerste-luit be
vorderde tweede luit. der inf. G. J.
D. Bauduin, van het leger hier te
lande, gedetacheerd by dat in Nederl.-
Indië, en G. E. Visscher, van laatst
gemeld'leger, de serg. van het korps
marechaussee A. Vollenweider (algem.
stamboek no. 25818), van het wapen
der inf. de serg. C. V. Commerman
j (no. 303-r0), de tamboer O. Cordes
i (no. 36855/, alsmede de fuseliers J.
IW. A. J. Gietermans (no. 36534), J.
G. de Jongh (no. 38885), F. G. van
Eerde wijk (no. 39484) en E. J. Hy-
mans (no. 36545), alsook de ziekenop
passer W. J. Klein (no. 36517).
De chefs der korpsen zijn uitge-
noodigd, deze order voor het leger
op drie achtereenvolgende middag
appèls hunnen onderhoorigen te doen
voorlezen.
RECHTSZAKEN.
Horloges-diefstal.
De 4e kamer der Amsterdamsche
rechtbank behandelde Dinsdag de
zaak van den diefstal van meer dan
honderd gouden en zilveren horloges
uit den winkel van den horlogemaker
Van Driet op den Haarlemmerdijk,
gepleegd door drie jongelui, logés van
de aan berochtheid winnende Lam-
mertje Zondag, die een logement
houdt in de Sint Nicolaasstr aat.
Men zou het Lammertje Zondag
niet aanzien, dat in de laden harer
chiffonnière valsche sleutels en andere
inbrekerswerktuigen te vinden zijn,
en dat de rechter reden had haar in
het openbaar en in haar gezicht eene
hondster van een dievenhol te noe
men. Lammertje is voor het oog een
fatsoenlijke, stemmig gekleede bur
gervrouw, die het goed kan doen. Op
haar mond gevallen is zy niet en voor
de rechters is zy, voorloopig althans,
niet bang. Zy verweet de justitie dat
door toedoen van deze haar man zijne
betrekking by de Hollandsche spoor
wegmaatschappij verloren had, en toen
de president haar voorhield, dat mo
gelijk binnenkort ook voor haar de
bank der beklaagden zon openstaan,
zeide zy, dat zy daarmede op dit
oogenblik niets te maken had. Buiten
en behalve de valsche sleutels in hare
chiffonnière gevonden, werden er in
haar logement nog ongeveer tachtig
voor den dag gehaald, welke voorraad
inbrekerstuig achter een plankje on
der de dakpannen verborgen was.
De diefstal op den Haarlemmerdijk
geschiedde door middel van een val-
schen sleutel, op een Zondagavond
omstreeks half negen, terwijl de hor
logemaker uit was.
Er was een tweede vrouw in het
geding, eene ongehuwde persoon met
glimmend zwart, over de slapen en
het voorhoofd gladgestreken haar.
Ook deze vrouw houdt een logement,
in de Pieter Jacobdwarsstraat, waar
een deel van het gestolen goed tijde
lijk geborgen werd. Overigens ver
schenen weder eonige der meestbe-
kende opkoopers van gestolen goed,
die zweren zich niet te hebben willen
verrijken door de misdaad der dieven
en die telkens bij het kantje langs
eene dagvaarding ontzeilen. Zoo nu
en dan overtuigt de president hun,
dat zy niet de volle waarheid mede-
deelen, maar zij bezweren bij God
Almachtig de waarheid van hune on
schuldige voorstelling der zaak en
worden door de beklaagden, die zich
in de toekomst nog eens weer een]
zaakje met den opkooper voorstellen,
niet bedrogen.
De drie beklaagden legden overi-
w ms eene volledige bekentenis af, niet
uit berouw maar uit onverschilligheid,
onbeschaamdheid en misschien ook
uit berekening, hopend, dat bekente
nis de straf verlichten zou. Zy waren
alle drie, nog jong, reeds meermalen
gevonnist; zy keuden de gevangenis,
en gingen het nieuwe vonnis klaar
blijkelijk zonder vrees tegemoet. Het
„zitten" is een quaestie van tijd, de
diefstal blyft hun bedryf.
Het O. M. eischte tegen elk der
drie beklaagden 4 jaren gevangenis
straf.
Gemengd Nieuws.
De Zaak-Dreyfus.
Clémenceau verzekert in de Aurore
dat president Faure geweten heeft
dat het stuk van Henry valsch was;
het bewijs zou in het „dossier diplo-
matiquo" op het ministerie van bui
tenlandsche zaken te vinden zyn.
Lemercier Picard, die beide par
tyen verried had voor Henry het
valsche stuk gemaakt, maar ging het
vertellen aan Schwartzkoppen, die
het overbracht aan Panizzardi. Deze
waarschuwde den Italiaanschen ge
zant Tornielli, die daarop het meer
gemelde onderhoud had met Hano-
taux. Hanotaux beloofde dat men
geen gebruik zou maken van het stuk
en byna onmiddellijk daarna heb
ben Méline, Billot en Boisdeffre (en
ook Faure, die in het geheim was)
het stuk laten gebruiken om Zola's
veroordeeling te verkrijgen. Tornièlli
was slechts met moeite terng te bren-
gen van zyn ontslagaanvraag: ook
dat weet men op het ministerie van
buitenlandsche zakeD, zegt Clémen
ceau.
De Liberté spreekt van de geruch
ten „die nog niet ambtelijk bevestigd
schijnen te zyn", over een onderzoek
dat tegen du Paty, de Clam inge
steld zou worden en voegt er by dal
du Paty, naar hy aan zyn vrienden
verzekerd heeft, niets liever zou wen-
schen dan zulk een eüquête, daar de
krijgstucht hem tot dusver het zwjj-
gen heeft opgelegd.
lOnschuldig?
Frankrijk heeft zyne Dreyfus-zaak
ons land zyn Hoogerhuizen-zaak et
Duitschland zyn Ziethen-zaak.
De correspondent te Berlyn dei
N. R. Ct. schrijft daarover
Vijftien jaar geleden werd te El-
berfeld de vrouw van eenen barbiei
Zietlien 's avonds in haar woning ver
moord. Haar man, een liederlijk echt
genoot, was denzelfden dag naat
Keulen op avontuur uit geweest
's avonds tegen elf uur eerst thui-
gekomen, en daar onder verdenkiDf
van zyn vrouw vermoord te hebben
in hechtenis genomen en later dooi
de rechtbank tot levenslange tucht
huisstraf veroordeeld. Later begot
men van vele zijden te twijfelen, ol
Ziethen wel schuldig was en niel
wegens den slechten naam, dien h(
had, ook voor den moordenaar ge
houden was. Er werd op grond vat
bepaalde omstandigheden b. v. uil
gerekend dat hy bij zyn terugkee:
met den trein uit Keulen binnen drie
minuten zyn vrouw bad moeten ver
moorden, waartegen alle waarschijn
lykheid sprak; later lang na de
veroordeeling van Ziethen moe!
ook nog de by hem werkzame bar
biersleerling Wilhelm tegenover da
broeder van den vermeenden moor
denaar bekend hebben, dat hy (d>
leerling) op de vrouw van zyn patroot
een moord gepleegd had. Deze b&
kentenis herhaalde by voor de politii
en den rechter van instmetie, maa;
trok haar daarna weer in, werd vrj
gelaten en is thans sedert jaren ver
dwenen. Reeds voor jaar eh dag i
van de meest verschillende zyden aan
gedrongen op de herziening van hei
geding, maar vergeefs. Het Landge
richt te Elberfeld had reeds eens to
revisie besloten, maar het Oberlandes
gericht te Keulen vernietigde dit be
sluit weer overeenkomstig den eisc!
van den officier van justitie; even
eens het min. van justitie, omdat ei
geen „nieuwe gegevens waren". Reed
jaren geleden heeft de bekende roman
en tooneelschryver Paul Lindau me
klem in krantenartikelen en in ee:
groot opzien wekkende brochure ver
geefs voor revisie van Ziethen's zaai
geijverd.
Intnsschen heeft zich nu een com
missie van revisie in zake Ziethei
gevormd, die uit mannen van ver
schillende partyschakeering bestaat ei
waarin o. a. de hoofdredacteur vai
de Volkszeitung Yollratb, de bekend
overste von Egidy, een zoogenaam
anarchist Landauer, de als sociaal
democraat veelgenoemde privaat
docent dr. Jastrow enzoovoorts zit
ten. Landauer heeft reeds langen tjj
geleden tegen een van de voornaan
ste getuigen a charge in het vroeger
proces, eenen commissaris van politi
Gottschalk, openlijk ernstige b schul
digingen geuit en daar deze zweeg
herhaald om toch maar een proeë
wegens smaad uit te lokken, opda
in den loop daarvan „nieuwe gege
vens" voor de revisie van het proce
Ziethen verkregen zouden kunne
worden. De boven Gottschalk gesteld
autoriteiten hebben eindelijk het proc<
op touw gezet, zoodat nu misschie
een weg wordt gebaand voorderevi
sie ten gunste van Ziethen.
Zondag is te Berlyn buitendien ee
volksvergadering van verscbeidec
duizenden menschen gehouden oi
door redevoeringen en besluiten
agitatie voor het verschaffen van lie!
in den vermeenden gerechtelijk*
moord te steunen en te bevordere
Door roovers gevangen.
Smyrna is een bijzonder onveilig
stad. Nergens worden in Turkije zdi
veel moorden en diefstallen gepleeg
als in Smyrna. In de laatste maandi
zijn weder drie ontvoeringen voorg
komen, waarvan vooral die van
vorige week algemeen de aandac!
trekt.
Een gezelschap Eugelschen, b
woorden met hem. C. W. bracht hem
in zijn hotel op de „Königsplatzo" te
Berlijn een bezoek en werd niet ontvan
gen. C. W. probeerde toen hij Brandes
eens in de diergaarde ontmoette, een
gesprek met hem aan te knoopon, vertel
de van de dertien millioen die hij bij
de Engelsche bank gedeponeerd had en
zeide, dat hij zich Brandes tot voor
beeld stelde.
Brandes nam hem van 't hoofd tot
de voeten op en liet hem, na hem eenige
koele woorden te hebben toegevoegd,
staan.
Toen zwoer C. W. bij zich zelf„Die
man zal ik klein maken!"
En gisteren op de renbaan te Iffez-
heün was het tot een botsing gekomen.
Had Brandes den onschuldigen Kalm
zoo al niet omvergeloopen, toch had hij
aanleiding gegeven dat er voor het aan
wezige publiek een scène voorviel, die
hoogst fataal voor C. W. werd.
Iedereen wist, dat George Brandes
uitstekend het pistool kanteeren kon;
nooit hadden de kansen voor C. W.
dus zoo slecht gestaan als nu.
Vier uur! Baden-Baden was nog in
rust gedompeld.
Als hij er eens stilletjes tusschen uit
trok, regelrecht naar Chicago Mis
schien zou dat het verstandigste zijn,
maar de geschiedenis zou zeker ook aan
de overzijde van den Oceaan niet onbe
kend blijven.
Men zou hem uitlachen waarheen hij
ook ging naar Parijs, Constantino-
ped of San Francisco.
Het koude zweet parelde op zijn voor
hoofd en zijn handen waar klam.
Hoe heerlijk zou zijn leven geworden
zijn een maai van de wereld', die,
zich evenals Brandes, in de meest aris
tocratische kringen bewoog met zijn
renpaarden de belangrijkste courses
won, in de Jockey-club dineerde, rid
derorden ontving en misschien als een
baron zijn leven eindigde!
In zijn levensbeschrijving zou men
„De heer Kalm was de zoon van een
voudige ouders en werd te Chemnitz
geboren. Door do natuur met schitteren
de gaven bedeeld verwierf liij in de
nieuwe wereld grooten rijkdom, keerde
naar zijn vaderland terug en wist zich
daar tot de hoogste sporten der maat
schappelijke ladder op te werken.
Hij vermaakte zijn geboortestad groo
te sommen.
Lang moge men den naam van dezen
oigonaardigen man, die zich zóó onder
scheidde, nog in eere houden
Er zouden tijdschriften voor do
jeugd verschijnen (hij kon er desnoods
een legaat voor bescliikbaar sltellen)
waarin hij tot voorbeeld der kinderen
werd gesteld„Charles William Kalm,
een Duitscker
Maar nu kwam dat duel al zijn hoop
vernietigen
Dikke tranen welden in zijn oogen
op en hij voelde een innig medelijden
met zich zelf.
Nu hoorde hij voetsta-ppen op de gang
na-deren, liet volgend oogenblik werd
er aan de deur geklopt en op zijn „ja."
trad baron von Rosse binnen.
C. W. trachtte zijn stem eenige vast
heid te geven maar plotseling alle kalm
te verliezend zonk hij luid snikkend aan
von Rosses borst.
„Ik ben verlorenBeste, beste vriend
red mij toch
De oude baron verkeerde in pijnlijke
verlegenheid.
Het dagende morgenlicht drong door
het geopende venster en bescheen de
zenuwachtig ^hokkende gestalte, de
ongezellige hotelkamer en het omgewoel
de bed.
Een geopende koffer, waarin onder
goed geborgen was, stond midden, in de
kamer, en de wind deed de gordijnen
als vlaggen naar binnen wapperen.
„Wees bedaard, mijnheer Ka.lmwat
ilc u bidden mag; liet wordt hoog tijd,
we moeten gaan."
C. W. beefde als een juffershondje.
„Gij zijt mijn eenige vriend de
eenige, die het goed met- mij voor heeft
Lieve, beste baron, ik smeek u, red mij
toch."
Maar de heer von Rosse antwoordde
niet.
Vriend Op ieder ander oogenblik
zou hem dat woord als spot in de ooren.
hebben geklonken. A(ls iemand hem
kwellen kon dan was het dio Ameri
kaan, die geen gelegenheid liet voorbij
gaan om hem zijn afliankelijkheid te
laten voelen. Honderd maal was hij
van plan geweest. C. W. het geld voor
de voeten te gooien en uit zijn dienst te
gaan, maar dan was 't ook met alles
gedaan. En de heer Kalm wist dit zeer
goed. Hij had juist in hem een man
gevonden dien hij als zijn slaaf behande
len kon.
„Als ik u verzoeken mag, mijnheer
Kalm, kleed u spoedig aan, wij hebben
geen tijd meer te verliezen."
Het gelukte hem Kalm te overreden
en terwijl deze zijn toilet maakte ging
de baron naar beneden om te zien of
het rijtuig reeds voor was.
Het- was nu dag geworden, maar
boven hot dal hing nog een dunne ne
vel en de stilte van den nacht begon
eerst langzaam te wijken. Het beekje
klaterde en een paar musckjes tjilpten; 1
op den hoek stond het rijtuig, met een
paar slapende paarden er voor en een
slaperige koetsier op den bok.
De baron leunde op het houten hek
aan de overzijde van het hotel en zag
in het water, dat zoo snel van het
Zwarte woud naar den Rijn stroomt.
Hoe menigmaal was hij; vroeger niet,
op een schoon en herfstmorgen langs 't
beekje naar beneden gewandeld
Hij was vroeger erg in trek geweest
en menigeen laad later, toen hij in moei
lijkheden zat, getracht hem te helpen.
Maar natuurlijk zij konden ook niet al
tijd bijspringen.
En nu was hij genoodzaakt een laffen,
gehaten man te dienen-
Laf Hij huiverde. Was hij zelf niet
de lafste, hij die aan deze ellendige
betrekking de voorkeur gaf boven den
dood
Nu hoorde hij een rijtuig naderen.
Het sloeg het volgende oogenblik den
hoek om en was bijna hetzelfde moment
uit het gezicht verdwenen.
Brandes, de Prins von Reichenberg,
ritmeester ron Carlotta en de dokter
waren hem- voorbij gesneld, maar zij
hadden hem gegroet.
Nu kon hij het rijtuig niet meer zie
Zij hadden hem gegroet!
Nu ja, als meu de zaak goed 1
schouwde sprak dit ook van zelf.
Maar von Rosse beschouwde di
groet als een aalmoes.
De heer Kalm liet nog steeds op zii
wachten.
Toen de baron hem eindelijk ovï
reed had te vertrekken en in het rij til
hielp zag hij doodsbleek en zonk bevel
iu de kussens achterover.
Berg afwaarts reeds men flink
de huizen van Baden-Baden vlogen va
bij en na eenige oogenblikken had in
het dorp Oos bereikt Rechts en lit
voor hen uit strekte ach het br«
Rijndal uit, het Zwarte Woud was
weinige minuten door den mist aan h
oogen onttrokken en van uit de va
klonk het fluiten en rommelen van t»
treinen hen in de ooren. Toen red
zij dwars over de de vlakte naar
vier.
(Wordt vervolgd.)