Na het vernemen van liet verlangde nummer neemt do telephoniste een tweede aan hetzelfde koord verbonden stop, brengt die in do klink van den aangevraagden geabonneerde en schelt dezen door het voor waarts bewegen van den sleutel op waarna het gesprek kan aanvangen. Het eindigen van het gesprek wordt door het afschellen in een in het koord tot dat doel geschakeld »afschelsignaal« bericht, waarna de stoppen uit de klinken worden verwijderd. Nu zou het kunnen geschieden dat waar telephoniste A. bijv. No. 3 met No. 92 ver bond, telephoniste C. No. 207 eveneens met No. 92 moest verbinden en zou, daar beiden van eikaars verbindingen niet onderricht zijn de geabonneerde tot zijn nadeel in zijn gesprek gestoord kunnen worden,doch hierin is op ingenieuse wijze voorzien. Wanneer zooals boven gemeld is eene verbinding staat wordt een stop in de klink van den geabonneerde gestokendoch be halve dat deze stop de lijnen van den ge abonneerde verbindt, verbindt zij eene daartoe expresselijk aangebrachte veer met een door de geheele tafel verbonden pool eener batterijdeze speciale onderzoekings- veer (testveer) voert met de stroom van die batterij (testbatterij! naar alle klinken van den abonné en zoo dus op eene afdeeling i van de tafels eene telephoniste met eene reeds verbonden lijn eene verbinding zou j willen geven, bemerkt zij door een eigen aardig geluid (door het sluiten der test batterij) dat ontstaat wanneer zij met een stop eene elders bezette klink aanraakt, dat de door haar te verbinden lijn reeds in ge sprek is en wordt alzoo de ongewenschte dubbele verbinding vermeden. Bovendien wordt voor alle zekerheid ook door de afwijking van een galvanometer het in gesprek zijn aangegeven. Door hooren en zien wordt dan de telephoniste voor eene mogelijke fout beschermd. Nu wij getracht hebben het systeem waarop de mnltiple-tafels berusten duidelijk te maken, willen wij de onderdeelen dei- tafels nog eens in oogenschouw nemen en valt het dan direct op, hoe tal van bewe gingen automatisch lang- mechanische» of electrischen weg verwekt worden. Zoo brengen de op- en afschelsignalen respec tievelijk witte en roode vlagsignalen in werking, waardoor de vermoeiende opgehe ven houding der oogen voor de beambten vermeden wordt en de attentie bij het ge- ruischloos vallen der signalen getrokken zoo wordt gedurende den nacht eveneens door het vullen der signnlen eene krachtige electrisclie schel in beweging gezet waar door de bewaking verzekerd blijft, en wordt het aantal gesprekken bij het zetten der verbinding automatisch geteld. Zeer eigenaardig is ook de electrisclie sluiting der opschelsignalen en de mecha nische herstelling der afschelsignalen waar door behalve een minimum manipulatie's ook eene rustig zittende houding voor de beambten mogelijk wordt. Daar waar we het telephoon-apparaat van de telephoniste noemden, zag men wel licht in zijne verbeelding de juffrouw den geheelen dag staande of leunende aan het ons bekende, tamelijk groote toestel, met de eene hand de op den duur zwaar wor dende hoorn torschende, met de andere hand stoppen plaatsende, sleutels bewegende en zoodoende aan een afmattende, lichamelijke beweging onderworpen Niets minder waar dan datmet eene sierlijke, kleine beugel- telephoon als 't ware gekapt, met een alu- mimum-microphoon op de borst en door een zijden koord aan de tafel verbonden, gezeten in een gemakkelijk draaibaren fauteuil, met beide handen voor alle mani pulatie's vrij, kan de beambte eene houding aannemen, die voor eene snelle, accuiute en gemakkelijke bediening niets te wenscben overlaat. Ziehier in hoofdzaak de inrichting der verbindingstafels op het Centraal-Bureau aangegeven. In het begin dezer beschrijving werd terloops de verdeelkamer van het net ge noemd en rest nu nog het doel van die kamer toe te lichten. In een dubbele eiken houten kast bevinden zich aan eene zijde de bureaukabels leidende naar de verbin dingstafels, terwijl aan de andere zijde de kabels van het nieuwe ondergrondsche net een plaats erlangen en thans de opvoer- draden naar de centrale stelling op bliksem afleiders verbonden zijn. Boven de kast loopen symmetrisch in een ijzeren raam werk de draden die de bureaukabels met de buitenlijnen verbinden en den naam »kruisverbindingsdradena dragen, omdat zij de willekeurige schakeling of wisseling van buiten- en binnenlijn mogelijk maken en alzoo bijv. bij verhuizing van den geabon neerde dus bij verandering van lijn hem het behoud van zijn zelfde bureaulijn, dus van zijn zelfde telephoonnummer waarbor gen. een gerief dat dikwerf op lioogen prijs gesteld wordt. In uezo kamer werden ook de poolwisse- laars en accumulatoren met de benoodigde schakelborden en meetinstrumenten voor de ontwikkeling der schel- en oprichtstroo- men geplaatst. Voor het in dienst stellen van het nieuwe i centraal-bureau werden op 23 en 26 Nov. j j 1 voorloopig alle bestaande li chtleidingen j naar de contrale-stelling op het nieuwe gebouw overgebracht. Bij den aanieg van het kabelnet (waarmede in de richtingen Veerstraat, Spaarnwouderstraat en Zijhveg reeds werd aangevangen) zullen nu de en kele luchtleidingen geleidelijk door de onder grondsche dubbelleidingen vervangen wor den en hopen wij ook weldra van de inrich ting van het net een verslag te kunnen geven. Nu reeds echter constateeren wij met groot genoegen van de telephoongemeen- schap in onze stad, dat door de N.B.T.M. in haar nieuw bureau aan de eischen van het allermeeste en allerbeste in de traal inrichting ten volle voldaan is. Niet dan met bewondering sloegen we het werk gade in de fabriek voor het vervaardigen der tafels verricht, terwijl het monteeren door de monteurs der N. B T. M (binnen een maand tijds werden, naar ons werd verteld, door hen 21.200 draden in eene ruimte van enkoio vierkante meters ver bonden) blijkbaar met zorg en buitenge woon spoedig werd bezorgd. Do Telephoon Maatschappij zij geluk gewenscht met baar streven om onze gemeente met een net te verrijken, waarvan wij niet betwijfelen dat het aan de hoogste eischen der tegenwoor dige techniek zal blijken te voldoen Het is thans aan het publiek, om door talrijke toetredingen dit streven tot zijn recht te doen komen, en de telephoon voor de be langhebbenden te maken tot eene inrich ting van steeds toenemend nut en onmis baarheid. BINNENLAND. Parlementaire Praatjes. Een spotter beweerde, dat er in de Kamer nog een motie mankeerde en die motie kwam, nog vóór het algemeen debat óver* de Staatsbegrooting voor 1S99 ten einde liep. De Minister Pic-rson had eerst nog de replieken te beantwoorden en deed dat vrij kort, op enkele punten nader bet standpunt der Reg. preciseerend. Protectionisme. De Min. liield vol geen uiteenzetting van het systeem te hc-bben vernomen. In Amerika1 beeft de bescherming werkloosheid niet gekeerd. Verlaging van het tarief op sigaren lag niet in het voornemen. Plan-Coolen. Een wetsontwerp was reeds bij den Raad van State geweest. Er was geen haast vóór de loting van het volgend jaar. Pensioenen voor werklieden. Het standpunt dergencü die alles door de gegoeden wilden doen betalen, was on houdbaar. De arbeider moest iets beta len, maar de Reg. zou trachten naar een voor hem zoo weinig drukkend mo gelijke regeling. Beloften kon de Reg. te dezen aanzien niet doen. Het onder werp stond op het program van studie (gelach.) Opwekking der Reg. was best opzweeping niet. De Reg. zou zoo hard werken als mogelijk was tot heil des lands (bra.vo's). Duplieken volgden nog en het was daarbij dat de heer v. d. Kun voorstel de, de volgende, op lateren datum te behandelen, principieele motie van or de, waarop ik liierboven doelde. Zij luidde ,,De Kamer, „overwegende, dat 's Rijks middelen dringend varstterki ng eischen en dat het thans bestaande tarief van invoer rechten daartoe zoodra mogelijk moeit worden herzien, „gaat over tot de orde van den dag.'* Het algemeen debat liep ten einde. Da Hoofdstukken I en II (Huis der Koningin en Hooge Colleges) gingen er als gewoonlijk zonder debat door. Bij Buitenlandsche Zaken vroeg de heer Schaepman de voorbereiding van maatregelen tegen België, waar men, aan „dubbeltongigheid" lijdende, een soort van uitzouderingspolitiek tegen over onze veeteelt schijnt te volgen. Dan wees hij nog op de zg. „pan-isla- mitische knoeierijen in onzen Oost," waarvan de X. R. Ct. het eerst heeft ge sproken en hoopte te vernemen, dat het niet waar is, dat onze Reg. aan de Ottomaansche verontschuldigingen had aangeboden. Verscheidene andere sprekers hadden heit nog over de beperking door België van onzen vee-invoer, nl. de heeren Ferf. Kool en van Bylandt, die verschil lende wenken gaven, doch tot deze éene conclusie kwamen dat wij, alles doende om veeziekten tegen te gaan. trachten moesten ons goed recht tegenover Bel gië en Duitschland krachtig te verdedi gen. Bij een betoog van den heer Hesse- link van Such telen die in een uitvoe rige rede protest aanteekende tegen dei beleende uitzetting van Ned. werklieden uit de Duitsche industriestreken, sloot zich de heer van Kol aan. Deze sprak eerst over de anarchisten-conferentie, meende dat Nederland (dat geen poli tiedienst voor andere landen hoefde te doen) daar had kunnen wegblijven en beioogde dat door een democratische regeering, door verbetering van toestan den het ook door hem gewraakte anar chisme het best werd' bestreden. Sprekende, zonder enthousiasme, doch ook zonder geringschatting, van de Vre desconferentie, hoopte de heer van Kol dat men het zou kunnen leiden tot een intrnationaai hof van arbitrage en neu traliteit der kleine Staten. Daarna kwam de vee-quaestie met verdubbelde kracht in het debat terug. Volgens den lieer Hennequin moesten wij geen- retprsie-maatregelen nemen, doch de veeziekten ernstig bestrijden en geen weiden toelaten van Belgisch vee op onze grensweiden. wat ook de keer Ferf had betoogd. De heer Lieftinck wees er op, dat zijn voorspellingen waren uitgekomen. België had weer gelegenheid gevonden enkele gevallen van ziekte bij ingevoerd vee te constateeren. Hoe kwamen de beesten er aan? Er zou altijd een stok te vinden zijn om een hond te -slaan. Maar de hond moest nu eens niet alleen brommen, dock ook bijten. Ook de beer Fokker zag bij België alleen voorwend sels. De liefde kon niet van een kant komen en als men ons dwong moesten wij ook maar verbod van invoer gelas ten. En de heer van Dedem, die reeds erkentelijk zou zijn als van Duitschland en Frankrijk verkregen werd wat Bel gië heeft veroorloofd, zag ten slotte in beschermende rechten het ecnig middel om van de Mogendheden iets gedaan te krijgen. De Minister De Beaufort beant woordde de verschillende sprekers. De vee-quaestie. Men kon in den hui- digen stand van zaken niet van retorsie maatregelen spreken, want die maatre gelen zouden vele Nederlanders liet meest treffen, maar juist niet het doel. Er was geen reden van boosheid op België, dat terecht geen parelziek vee wil toelaten. AJleen de invoering van fokvee is verboden niet van slachtvee. Tot nu toe werd met Frankrijk en Duitschland zonder vrucht onderhandeld. Het pans-islamisme. De berichten in de dagbladen waren overdreven. Er was maar een Turkscli consul iu de Oost, te Bataviade Reg. vond hem te ijverig, de Porte verving hem. Deson danks bleef hij te Batavia, totdat, een paar dagen geleden, hij bevel ontving zijner Reg. om onmiddellijk te vertrek ken. Wij" hadden dus volledige satis factie gekregen. De uitwijzing uit Duitschland. Reeds 25 jaren achtereen werden armlastigen verwijderd. Nu waren echter werklie den voor het dilemma gesteld: natura lisatie of uitwijzing. Vertoogen daarte gen hadden deels geholpen, deels niet. Men kon Duitschland zijn wetgeving niet ten kwade duiden, het wil geen vreemdelingen die in het eigen land niet hebben gediend. Deswege was nu een wijziging der militiewet bij de Reg. in overweging. Het anti-anarchisten-congres. De Reg. achtte deelneming noodig, maar wenscht onze wetgeving in geen enkel opzicht te wijzigen, wat dit onderwerp aangaat (een verklaring die de tevredenheid van den heer v. <1 Zwaag verwierf.) De vredes-conferentie. Neutraliteit voor de kleine Staten, speciaal voor ons, zou de Min. een bezwaar achten. Bij] de artikelen wezen de heeren Veegens en Lieftinck er op. dat Neder landers te Smyrna door den consul met hechtenis waren gestraft, omdat zij ge weigerd hadden te betalen voor de jaar- li jksche afteekeuing hunner verblijfpas- seu waarin de heer Lieftinck hen gelijk gaf, omdat er geen waarde aan te hechten was, een opinie waarmede de Minister het- niet eens was. De „geheime uitgaven", f 2000, wer den op verzoek van den heer v. d. Zwaag in stemming gebracht en aangenomen met- -55 tegen 4, de geheele begrooting met hetzelfde stemmengetal. WoensdagJustitie. We schieten een eindje op G. Jr. 417, W. H. Vliegen (soc.-dem.) 37i en G. J. Bieleman (lib.) 107 stemmen. Te haastig. Het volgende vermakelijke tooneel- tje gebeurde Maandagavond op het uur der verrassingen op een plein in den Haag. Bij een der bewoners wordt een pak voor de deur gelegd, ge beld en daarop verdwijnen in de duisternis twee meisjes, die zich in de buurt verdekt opstellen. De bewo ner opent zelf de dear, ziet het pak ket en geeft daartegen zulk een for- midabelen schop, dat de inhoud, zijnde boterletters, uit het papier in brok stukken over het plein vliegt. Wel willende straatjongens zyn onmiddel lijk bij de band en werpen zich gre tig op de lekkernij, maar ook de jonge dames schieten toe en met hen de verraste bewoner, die zijn vergissing bemerkt heeft. Tableau! (D.) Maandagmiddag is te Utrecht een hulparbeider door trein 44 S.S. over reden en onmiddellijk gedood. De on gelukkige was nog slechts kort in i dienst der Staatsspoorweg-Maatsch. Een drukfout. Een der bladen zon met het oog op een typhus-epidemie bekend ma ken, dat B. en W. der gemeente, in overleg met de gezondheidscommissie, zelve maatregelen in het belang der volksgezondheid hadden genomen. De zetter vond op de kopij het woord gezondheidscommissie afgekort tot Gez. C., en maakte die afkorting op z\jn manier volledig. Toen de courant uitkwam stond er B. en W. hebben in overleg met de Gezusters C.... enz. Verkiezing te Deventer. De (niet officieele) uitslag der her stemming voor een lid der Tweede Kamer in het kiesdistrict Deventer is: Uitgebracht 4870 geldige stemmen. Gekozen jhr. mr. W. H. de Beaufort (libmet 2889 stemmen. De heer J. van Loenen Martinet (rad.) had 1981 stemmen. De uitslag der eerste stemming wasUitgebracht 4200 geldige stem men; daarvan verkregen de heeren jhr. mr. W. H. de Beaufort (lib.) 2091, J. van Loeueu Martinet (rad.) 1209, jhr. mr. R. E. W. van Weede (antir.) Leiteren en Kunst. De Ned. Opera. Tnsschen de heeren Yan der Lin den en A. D. Loman Jr. is nu mon deling een overeenkomst gesloten, volgens welke de heer Loman uit de directie treedt tegen vergoeding eener som gelds, welke hem bij termijnen, over vijf jaren verdeeld, zal worden uitbetaald. Een en ander moet nog met handteekening bekrachtigd wor den en de leden'der Opera moeten den heer Loman nog van het door hem gevoerd beheer ODtlasten. Tevens zal den heer Loman een plaats in de commissie van bijstand der Opera worden aangeboden. Leger en Vloot. De Minister van Oorlog heeft in eene algemeene order voor het leger ter kennis van de landmacht gebracht, dat bij de Koninklijke Besluiten van 10 Nov., no. 32 en 33, ter belooning van hen, die zich hebben onderschei den by de krijgsverrichtingen in Atjeh, gedurende het tijdvak van 1 Sept. tot en met 31 Dec. 1897, lo. Is bepaald: dat in de registers van de Kanselarij der Nederlandsche Orden znllen worden ingeschreven de namen van de volgende, sedert overleden militairen, te weten a. als ridder 4de kl. der mil.Willems- ordede Amboineesche sergeant van het korps marechaussees J. Rotinsulu (algemeen stamboek no. 9981)en b. als eervol vermeldde faselier H. Schenke (no. 33091); 2o. Zijn benoemd tot ridder 4de kl. der mil. Willemsorde, de onder-luit, W. A. Stoltz (algem. stamboek no. 23046), de inl. serg. Kodo (no. 7831) en cte sedert gegageerde korp. P. Bakker (no. 36372), allen van het wapen der infanterie. 3o. Is toegekend de eeresabel met bet gebruikelijke opschrift: aan den eerste-luit. der inf. C. J. Boon. 4o. Al verder is bepaald, dat bij afzonderlijke dagorders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zullen worden vermeldde sedert tot eerste-luit be vorderde tweede luit. der inf. G. J. D. Bauduin, van het leger hier te lande, gedetacheerd by dat in Nederl.- Indië, en G. E. Visscher, van laatst gemeld'leger, de serg. van het korps marechaussee A. Vollenweider (algem. stamboek no. 25818), van het wapen der inf. de serg. C. V. Commerman j (no. 303-r0), de tamboer O. Cordes i (no. 36855/, alsmede de fuseliers J. IW. A. J. Gietermans (no. 36534), J. G. de Jongh (no. 38885), F. G. van Eerde wijk (no. 39484) en E. J. Hy- mans (no. 36545), alsook de ziekenop passer W. J. Klein (no. 36517). De chefs der korpsen zijn uitge- noodigd, deze order voor het leger op drie achtereenvolgende middag appèls hunnen onderhoorigen te doen voorlezen. RECHTSZAKEN. Horloges-diefstal. De 4e kamer der Amsterdamsche rechtbank behandelde Dinsdag de zaak van den diefstal van meer dan honderd gouden en zilveren horloges uit den winkel van den horlogemaker Van Driet op den Haarlemmerdijk, gepleegd door drie jongelui, logés van de aan berochtheid winnende Lam- mertje Zondag, die een logement houdt in de Sint Nicolaasstr aat. Men zou het Lammertje Zondag niet aanzien, dat in de laden harer chiffonnière valsche sleutels en andere inbrekerswerktuigen te vinden zijn, en dat de rechter reden had haar in het openbaar en in haar gezicht eene hondster van een dievenhol te noe men. Lammertje is voor het oog een fatsoenlijke, stemmig gekleede bur gervrouw, die het goed kan doen. Op haar mond gevallen is zy niet en voor de rechters is zy, voorloopig althans, niet bang. Zy verweet de justitie dat door toedoen van deze haar man zijne betrekking by de Hollandsche spoor wegmaatschappij verloren had, en toen de president haar voorhield, dat mo gelijk binnenkort ook voor haar de bank der beklaagden zon openstaan, zeide zy, dat zy daarmede op dit oogenblik niets te maken had. Buiten en behalve de valsche sleutels in hare chiffonnière gevonden, werden er in haar logement nog ongeveer tachtig voor den dag gehaald, welke voorraad inbrekerstuig achter een plankje on der de dakpannen verborgen was. De diefstal op den Haarlemmerdijk geschiedde door middel van een val- schen sleutel, op een Zondagavond omstreeks half negen, terwijl de hor logemaker uit was. Er was een tweede vrouw in het geding, eene ongehuwde persoon met glimmend zwart, over de slapen en het voorhoofd gladgestreken haar. Ook deze vrouw houdt een logement, in de Pieter Jacobdwarsstraat, waar een deel van het gestolen goed tijde lijk geborgen werd. Overigens ver schenen weder eonige der meestbe- kende opkoopers van gestolen goed, die zweren zich niet te hebben willen verrijken door de misdaad der dieven en die telkens bij het kantje langs eene dagvaarding ontzeilen. Zoo nu en dan overtuigt de president hun, dat zy niet de volle waarheid mede- deelen, maar zij bezweren bij God Almachtig de waarheid van hune on schuldige voorstelling der zaak en worden door de beklaagden, die zich in de toekomst nog eens weer een] zaakje met den opkooper voorstellen, niet bedrogen. De drie beklaagden legden overi- w ms eene volledige bekentenis af, niet uit berouw maar uit onverschilligheid, onbeschaamdheid en misschien ook uit berekening, hopend, dat bekente nis de straf verlichten zou. Zy waren alle drie, nog jong, reeds meermalen gevonnist; zy keuden de gevangenis, en gingen het nieuwe vonnis klaar blijkelijk zonder vrees tegemoet. Het „zitten" is een quaestie van tijd, de diefstal blyft hun bedryf. Het O. M. eischte tegen elk der drie beklaagden 4 jaren gevangenis straf. Gemengd Nieuws. De Zaak-Dreyfus. Clémenceau verzekert in de Aurore dat president Faure geweten heeft dat het stuk van Henry valsch was; het bewijs zou in het „dossier diplo- matiquo" op het ministerie van bui tenlandsche zaken te vinden zyn. Lemercier Picard, die beide par tyen verried had voor Henry het valsche stuk gemaakt, maar ging het vertellen aan Schwartzkoppen, die het overbracht aan Panizzardi. Deze waarschuwde den Italiaanschen ge zant Tornielli, die daarop het meer gemelde onderhoud had met Hano- taux. Hanotaux beloofde dat men geen gebruik zou maken van het stuk en byna onmiddellijk daarna heb ben Méline, Billot en Boisdeffre (en ook Faure, die in het geheim was) het stuk laten gebruiken om Zola's veroordeeling te verkrijgen. Tornièlli was slechts met moeite terng te bren- gen van zyn ontslagaanvraag: ook dat weet men op het ministerie van buitenlandsche zakeD, zegt Clémen ceau. De Liberté spreekt van de geruch ten „die nog niet ambtelijk bevestigd schijnen te zyn", over een onderzoek dat tegen du Paty, de Clam inge steld zou worden en voegt er by dal du Paty, naar hy aan zyn vrienden verzekerd heeft, niets liever zou wen- schen dan zulk een eüquête, daar de krijgstucht hem tot dusver het zwjj- gen heeft opgelegd. lOnschuldig? Frankrijk heeft zyne Dreyfus-zaak ons land zyn Hoogerhuizen-zaak et Duitschland zyn Ziethen-zaak. De correspondent te Berlyn dei N. R. Ct. schrijft daarover Vijftien jaar geleden werd te El- berfeld de vrouw van eenen barbiei Zietlien 's avonds in haar woning ver moord. Haar man, een liederlijk echt genoot, was denzelfden dag naat Keulen op avontuur uit geweest 's avonds tegen elf uur eerst thui- gekomen, en daar onder verdenkiDf van zyn vrouw vermoord te hebben in hechtenis genomen en later dooi de rechtbank tot levenslange tucht huisstraf veroordeeld. Later begot men van vele zijden te twijfelen, ol Ziethen wel schuldig was en niel wegens den slechten naam, dien h( had, ook voor den moordenaar ge houden was. Er werd op grond vat bepaalde omstandigheden b. v. uil gerekend dat hy bij zyn terugkee: met den trein uit Keulen binnen drie minuten zyn vrouw bad moeten ver moorden, waartegen alle waarschijn lykheid sprak; later lang na de veroordeeling van Ziethen moe! ook nog de by hem werkzame bar biersleerling Wilhelm tegenover da broeder van den vermeenden moor denaar bekend hebben, dat hy (d> leerling) op de vrouw van zyn patroot een moord gepleegd had. Deze b& kentenis herhaalde by voor de politii en den rechter van instmetie, maa; trok haar daarna weer in, werd vrj gelaten en is thans sedert jaren ver dwenen. Reeds voor jaar eh dag i van de meest verschillende zyden aan gedrongen op de herziening van hei geding, maar vergeefs. Het Landge richt te Elberfeld had reeds eens to revisie besloten, maar het Oberlandes gericht te Keulen vernietigde dit be sluit weer overeenkomstig den eisc! van den officier van justitie; even eens het min. van justitie, omdat ei geen „nieuwe gegevens waren". Reed jaren geleden heeft de bekende roman en tooneelschryver Paul Lindau me klem in krantenartikelen en in ee: groot opzien wekkende brochure ver geefs voor revisie van Ziethen's zaai geijverd. Intnsschen heeft zich nu een com missie van revisie in zake Ziethei gevormd, die uit mannen van ver schillende partyschakeering bestaat ei waarin o. a. de hoofdredacteur vai de Volkszeitung Yollratb, de bekend overste von Egidy, een zoogenaam anarchist Landauer, de als sociaal democraat veelgenoemde privaat docent dr. Jastrow enzoovoorts zit ten. Landauer heeft reeds langen tjj geleden tegen een van de voornaan ste getuigen a charge in het vroeger proces, eenen commissaris van politi Gottschalk, openlijk ernstige b schul digingen geuit en daar deze zweeg herhaald om toch maar een proeë wegens smaad uit te lokken, opda in den loop daarvan „nieuwe gege vens" voor de revisie van het proce Ziethen verkregen zouden kunne worden. De boven Gottschalk gesteld autoriteiten hebben eindelijk het proc< op touw gezet, zoodat nu misschie een weg wordt gebaand voorderevi sie ten gunste van Ziethen. Zondag is te Berlyn buitendien ee volksvergadering van verscbeidec duizenden menschen gehouden oi door redevoeringen en besluiten agitatie voor het verschaffen van lie! in den vermeenden gerechtelijk* moord te steunen en te bevordere Door roovers gevangen. Smyrna is een bijzonder onveilig stad. Nergens worden in Turkije zdi veel moorden en diefstallen gepleeg als in Smyrna. In de laatste maandi zijn weder drie ontvoeringen voorg komen, waarvan vooral die van vorige week algemeen de aandac! trekt. Een gezelschap Eugelschen, b woorden met hem. C. W. bracht hem in zijn hotel op de „Königsplatzo" te Berlijn een bezoek en werd niet ontvan gen. C. W. probeerde toen hij Brandes eens in de diergaarde ontmoette, een gesprek met hem aan te knoopon, vertel de van de dertien millioen die hij bij de Engelsche bank gedeponeerd had en zeide, dat hij zich Brandes tot voor beeld stelde. Brandes nam hem van 't hoofd tot de voeten op en liet hem, na hem eenige koele woorden te hebben toegevoegd, staan. Toen zwoer C. W. bij zich zelf„Die man zal ik klein maken!" En gisteren op de renbaan te Iffez- heün was het tot een botsing gekomen. Had Brandes den onschuldigen Kalm zoo al niet omvergeloopen, toch had hij aanleiding gegeven dat er voor het aan wezige publiek een scène voorviel, die hoogst fataal voor C. W. werd. Iedereen wist, dat George Brandes uitstekend het pistool kanteeren kon; nooit hadden de kansen voor C. W. dus zoo slecht gestaan als nu. Vier uur! Baden-Baden was nog in rust gedompeld. Als hij er eens stilletjes tusschen uit trok, regelrecht naar Chicago Mis schien zou dat het verstandigste zijn, maar de geschiedenis zou zeker ook aan de overzijde van den Oceaan niet onbe kend blijven. Men zou hem uitlachen waarheen hij ook ging naar Parijs, Constantino- ped of San Francisco. Het koude zweet parelde op zijn voor hoofd en zijn handen waar klam. Hoe heerlijk zou zijn leven geworden zijn een maai van de wereld', die, zich evenals Brandes, in de meest aris tocratische kringen bewoog met zijn renpaarden de belangrijkste courses won, in de Jockey-club dineerde, rid derorden ontving en misschien als een baron zijn leven eindigde! In zijn levensbeschrijving zou men „De heer Kalm was de zoon van een voudige ouders en werd te Chemnitz geboren. Door do natuur met schitteren de gaven bedeeld verwierf liij in de nieuwe wereld grooten rijkdom, keerde naar zijn vaderland terug en wist zich daar tot de hoogste sporten der maat schappelijke ladder op te werken. Hij vermaakte zijn geboortestad groo te sommen. Lang moge men den naam van dezen oigonaardigen man, die zich zóó onder scheidde, nog in eere houden Er zouden tijdschriften voor do jeugd verschijnen (hij kon er desnoods een legaat voor bescliikbaar sltellen) waarin hij tot voorbeeld der kinderen werd gesteld„Charles William Kalm, een Duitscker Maar nu kwam dat duel al zijn hoop vernietigen Dikke tranen welden in zijn oogen op en hij voelde een innig medelijden met zich zelf. Nu hoorde hij voetsta-ppen op de gang na-deren, liet volgend oogenblik werd er aan de deur geklopt en op zijn „ja." trad baron von Rosse binnen. C. W. trachtte zijn stem eenige vast heid te geven maar plotseling alle kalm te verliezend zonk hij luid snikkend aan von Rosses borst. „Ik ben verlorenBeste, beste vriend red mij toch De oude baron verkeerde in pijnlijke verlegenheid. Het dagende morgenlicht drong door het geopende venster en bescheen de zenuwachtig ^hokkende gestalte, de ongezellige hotelkamer en het omgewoel de bed. Een geopende koffer, waarin onder goed geborgen was, stond midden, in de kamer, en de wind deed de gordijnen als vlaggen naar binnen wapperen. „Wees bedaard, mijnheer Ka.lmwat ilc u bidden mag; liet wordt hoog tijd, we moeten gaan." C. W. beefde als een juffershondje. „Gij zijt mijn eenige vriend de eenige, die het goed met- mij voor heeft Lieve, beste baron, ik smeek u, red mij toch." Maar de heer von Rosse antwoordde niet. Vriend Op ieder ander oogenblik zou hem dat woord als spot in de ooren. hebben geklonken. A(ls iemand hem kwellen kon dan was het dio Ameri kaan, die geen gelegenheid liet voorbij gaan om hem zijn afliankelijkheid te laten voelen. Honderd maal was hij van plan geweest. C. W. het geld voor de voeten te gooien en uit zijn dienst te gaan, maar dan was 't ook met alles gedaan. En de heer Kalm wist dit zeer goed. Hij had juist in hem een man gevonden dien hij als zijn slaaf behande len kon. „Als ik u verzoeken mag, mijnheer Kalm, kleed u spoedig aan, wij hebben geen tijd meer te verliezen." Het gelukte hem Kalm te overreden en terwijl deze zijn toilet maakte ging de baron naar beneden om te zien of het rijtuig reeds voor was. Het- was nu dag geworden, maar boven hot dal hing nog een dunne ne vel en de stilte van den nacht begon eerst langzaam te wijken. Het beekje klaterde en een paar musckjes tjilpten; 1 op den hoek stond het rijtuig, met een paar slapende paarden er voor en een slaperige koetsier op den bok. De baron leunde op het houten hek aan de overzijde van het hotel en zag in het water, dat zoo snel van het Zwarte woud naar den Rijn stroomt. Hoe menigmaal was hij; vroeger niet, op een schoon en herfstmorgen langs 't beekje naar beneden gewandeld Hij was vroeger erg in trek geweest en menigeen laad later, toen hij in moei lijkheden zat, getracht hem te helpen. Maar natuurlijk zij konden ook niet al tijd bijspringen. En nu was hij genoodzaakt een laffen, gehaten man te dienen- Laf Hij huiverde. Was hij zelf niet de lafste, hij die aan deze ellendige betrekking de voorkeur gaf boven den dood Nu hoorde hij een rijtuig naderen. Het sloeg het volgende oogenblik den hoek om en was bijna hetzelfde moment uit het gezicht verdwenen. Brandes, de Prins von Reichenberg, ritmeester ron Carlotta en de dokter waren hem- voorbij gesneld, maar zij hadden hem gegroet. Nu kon hij het rijtuig niet meer zie Zij hadden hem gegroet! Nu ja, als meu de zaak goed 1 schouwde sprak dit ook van zelf. Maar von Rosse beschouwde di groet als een aalmoes. De heer Kalm liet nog steeds op zii wachten. Toen de baron hem eindelijk ovï reed had te vertrekken en in het rij til hielp zag hij doodsbleek en zonk bevel iu de kussens achterover. Berg afwaarts reeds men flink de huizen van Baden-Baden vlogen va bij en na eenige oogenblikken had in het dorp Oos bereikt Rechts en lit voor hen uit strekte ach het br« Rijndal uit, het Zwarte Woud was weinige minuten door den mist aan h oogen onttrokken en van uit de va klonk het fluiten en rommelen van t» treinen hen in de ooren. Toen red zij dwars over de de vlakte naar vier. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2