Tweede Blad BEHOORENDE BIJ HAARLEM'S DAGBLAD VAN Vrijdag 23 Dec. 1898. GEMEENTERAAD. Zilling van Woensdag 21 Dec. '98, des namiddags ie één uur. Vervolg.) Mededeelingen Aan B. en YV. is gebleken, dat het ver zoek der Eerste Ned. Electrische Trani- maatschappij tot het in gebruik verkrijgen van gemeentegrond aan de Parklaan voor opslag van materialen, vau welk verzoek in eene vorige vergadering mededeeling werd gedaan, geacht inoet worden te vallen onder de bepaling van art. 18 der aan die Maatschappij verleende concessie, zoodat het den concessionaris vrij zal slaan den grond kosteloos te gebruiken, mits daarbij volgende de aanwijzingen van B. en W. B. en W. z»n voornemens het vjrbreeden van den weg langs de Brouwersvaart, het omleggen van die vaart en iu verband daarmede het gedeeltelijk omleggen van de Houtvaart, alsmede het maken van de Kwa- kelbrug over de Brouwersvaart bij de Coonihertstraat, waarvoor bij de begrooting voor 1898 de noodige gelden zijn toege staan, in het voorjaar van het volgend jaar te doen uitvoeren, terwijl zij het, in verband met de nog aanhangige tramplan- nen, niet gewenscht achten thans reeds over te gaan tot het maken van een loop brug over den Heurensingel, waarvoor de gelden eveneens reeds zijn toegestaan. Gesteld in handen van B. en \V. om advies een adres der coöperatieve bouwver- eeniging «Vooruitgang# alhier e. a. tot verlaging van het tarief der waterleiding voor arbeiderswoningen. Ingekomen Een schrijven van den heer G J. van Dieren Bijvoet, houdende aanneming van zijne benoeming tot lid der Commissie van bijstand in het beheer der openbare werken. Een schrijven van mej. YV. A. YV. Deenik, houdende dankbetuiging voor het haar ver leende verlof, Een schrijven van H. Natte, houdende dankbetuiging voor zijne bevordering tot onderwijzer le ld. Een schrijven van Mej. T. Groet, geb. de Vries, houdende dankbetuiging voor liare herbenoeming tot gemeente-verloskundige. Een adres van K. 8chraver te Botterdam, houdende aanbieding van eenige brochures. Een adres van den heer M. G. Wildeman houdende verzoek om eervol ontslag als adjunct-archivaris. Een vijftal processen-verbaal van den keurmeester van het slachtvee enz. hou dende afkeuring van vleescli als ongeschikt voor de consumptie. Een schrijven van Ged. Staten van N.- Holland, ten geleide van het door hen goedgekeurde besluit van 30 Nov.jl., no. 4, tot verhuring van het perceel, gelegen aan de Jacobijnestraat, naast de H. B. School. Een schrijven van dezelfden ten geleide van het door hen goedgekeurde besluit van 30 Nov. jlno. 15, tot verhuring van grond aan het Molenpad. Een schrijven van dezelfden ten geleide van het door lien goedgekeurde besluit van 30 Nov. jl., no. 16, tot verhuring van grond aan de Leidschevaart. Een schrijven van dezelfden, ten geleide van het d:or hen goedgekeurde besluit van 30 Nov. jl. No 17 tot verkoop van grond aan de Berckheijdestraat Een schrijven van dezelfden, houdende bericht, dat zij de vastgestelde veroi dening. regelende de samenstelling en den werk kring der vaste cemmissiCn uit den Raad voor kennisgeving hebben aangenomen. Een adres van den heer C. G. van der Meulen alhier, met verzoek om het voorstel van den heer Krol inzake de boomen aan den Dieef, aan te nemen. Procesverbaal kasopneming. Voorstellen oru in de lijst genoemd in art. 2 der verordening op het benoemen en ontslaan van gemeenteambtenaren en bedienden ook op te nemen een amanuensis. Punt 9. Voorstel van B. en W. om hun een crediet toe te staan van fl 1.400, voor meer werk aan de groote sluis te Spaarn- dam en verrekening van onkosten met het waterschap Rijnland. Omtrent een adres van den aannemer der sluis, A. de Groot Czn. te Heukelom, om tegemoetkoming in de schade, die hij wegens tegenspoed bij den bouw der sluis geleden heeft, adviseert de meerderheid van B. en YV. tot afwijzing, de mindeiheid tot het toestaan van f 10.UU0 Hierbij wordt behandeld een adres van Reijendam c. s. om vergoeding der schade, bij den bonw der sluis aan hunne perceelen toegebracht. B. en YV. zijn van oordeel, dat dezen zich volgens het bestek hebben te wenden tot den aannemer. De Raad keurt dit goed. Adressanten zal dienovereenkomstig worden bericht. De Voorz., het voorstel zelf besprekende verklaart te behooren tot de minderheid van B. en W., die meent dat de aannemer een vergoeding dient te ontvangen van f 10 000. De f 11.320 vloeien voort uit een recht, dat de aannemer kan doen gelden op de gemeentekas. Spr. wijst hierbij op para grafen uit de voorwaarden van aanbesteding. Anders is het met de andere som van f30000, die de Groot beweert te hebben verloren Reeds dadelijk bleek, dat de grond heel slecht was en dat heeft niemand kun nen voorzien, ook Rijnlands ingenieur niet, die op dat gebied tot do eersten behoort. In een brief van Juni van Rijnland wordt op de billijkheid van 't verzoek gewezen, en de gemeente-architect is het daarmee eens. Een ramp mag hot niet wezen, het valt toch buiten de marge, waarop een aannemer rekenen moet. (De heer Lodelijks komt ter vergadering) Spr. brengt in herinnering de cijfers der inschrijving voor de sluis, waaruit z. i. blijkt, dat geen der inschrijvers op de bui tengewone schade heeft kunnen rekenen. Gaat men de motieven na, die de C. v Fabr. aanvaardt, om te betoogen dat de gemeentekas hiervoor niet moet worden aangesproken, dan blijkt hierdoor dat zij meent, dat men te doen heeft met een ver liespost. Hare vrees voor «misbruiken in de hand werken"' acht spr. niet afdoende. Elk systeem moet men toepassen met oordeel des onderscheids, ook liet systeem onzer aanbestedingen en dan is de Raad vrij genoeg, om een schadevergoeding toe te kennen, waar hij die billijk acht. 't Is een buitengewone aanbesteding ge weest. De Raad oordeele in deze naar den geest, niet naar den letter der voorwaarden van aanbesteding. Ten slotte citeert spr. een brief van Rijnland van 8 Mei en een latere missive san hetzelfde college, waarbij dit vergoe ding aan den aannemer volkomen billijk acht, wegens de groote hoeveelheden méér gebruikt zand en de opruiming van een groote hoeveelheid slib. De aannemer heeft het werk goed en op tijd uitgevoerd, hoevel het hem veel geld kostte. Nooit heeft bij onder deze omstan digheden getracht, uit den band te sprin gen. Do heer Roog antwoordt, dat de C v. fabiicage van oordeel is, dat de aannemer oen goed werk aan die sluis heeft gehad. Bij bezoeken aan die sluis, kwam zij tot de conclusie, dat het eind van het werk nog wel voordeel zou opleveren, al is ze daar niet zeker van omdat zij de boeken niet heeft gezien. Aannemers nemen in hunne berekening altijd een som op voer onvoorziene uitga ven. Wil men hier den aannemer in schade tegemoet komen, dan zal de ge meente het later altijd moeten doen, als een aannemer een ramp heeft bij het werk. De vraag is bovendien, of hier de tegen spoed niet had kunnen worden voorkomen. In de C. v. fabricage heeft de gemeente architect gezegd, dat als de aannemer den bagger beter had weggehaald, zooveel zand niet noodig zou zijn geweest. De f11000 komen den aannemer voor meerder weilc zeker toe. De Voorz. repliceert. Uit het rapport der C. v fabricage is niet te lezen, dat de aannemer er een goed werk aan heeft ge had. Voor onvoorz. omstandigheden legt deze, meent spr., er 10 a 15 procent op. Maar dit verlies is niet te voorzien geweest Geen der andere inschrijvers heeft er op gere kend hunne cijfers verschilden maar enkele duizenden gul.lens. Wellicht zou ook nog van den Staat een bijdrage te krijgen wezen als de Raad ook een som verleende. De uitbetaling aan de Groot van den laatsten termijn heeft door verschillende omstandigheden getraineerd. Daarvoor acht spr. vergoeding noodig. De heer Stolp is van oordeel, dat waai de gemeente verplicht is nog f 11000 te betalen, de gemeente al flSOüO gaat boven de primitieve begrooting. Waar zou het heen, als telkens een toelage moest worden gegeven voor beweerde schade? De heer B e ij n e s apprecieert de wel willende stemming van den Voorz voor den aannemer. Maar 't is hier in aanne ming, omdat men weten wou waar men mee af zou zijn. Ieder weet, dat er bij aannemingen risico wordt geleden en alleen wanneer er een ramp ontstaat door orkaan of storm, voelt spr. iets voor vergoeding. Dit is hier niet aanwezig. De heer Loomeijer heeft met instem ming 's Voorzitters humaan pleidooi ge hoord. Spr. wil niet lichtvaardig met de gemeentegelden omspringen, maar bij een bezoek aan de sluis kregen spr. en andere leden den indruk, dat de toestand zeer buitengewoon was. Indien de man het niet heeft kunnen voorzien, dan vraagt spr. of het moreel is, geen notitie te willen nemer. van 's mans winst- en verliesrekening. Spr. meent van niet. Een particulier zou anders doen. Blijkt het, dat de man werkelijk groote schade heeft geleden, dun wil spr. eenige vergoeding toekennen. De heer B ij v o e t sluit zich aan bij de opmerkingen van de heeren Roog en Stolp De C van Fabr. heeft niet do overtuiging, dat hij inderdaad die schade heeft geleden en weet niet, of zoo ja, deze niet door hem had kunnen worden voorkomen. De heer van der Berg wijst er op, dat meestal den aannemer het cijfer voor risico berekend, in zijn zak vloeit, als er een enkele maal werkelijk schade is, dan moet de aannemer daarvoor ook zorgen. De heer Schurmann noemt het een handelszaak. Men moet dan maar een goede berekening maken. Betaalt de gemeente de aannemingssom, dan heeft zij aan hare verplichting voldaan. De heer YV a 11 e r zal geen voorstel doen voor schadeloosstelling, maar is er wel voor hem rente te betalen voor de som van f 11000 als de laatste termijn. Hieromtrent wil spr. een amendement voorstellen en deze som derhalve roet f300 verhoogen. Dit wordt ondersteund De heer Roog vindt de uitvoering van zulk een weik geen handelswaar. Ook de rampen bij een werk zijn voor lekeningen risico van den aannemer. De heer de Kanter was het met den Voorz. oneens en blijft daarbij. Spr. is het met de C. v. Fabr. eens en meent dat er geen quaestie van schadevergoeding mag bestaan. Er zijn nog veel meer hooge inschrijvers, dan door den Voorz. is medegedeeld. Dezen waren dan toch van oordeel, dat de risico wel hooger kon zijn. De aannemer moet maar weten, waarvoor hij inschrijft, hij is de deskundige De heer Roog wijst er ten slotte op, dat volgens de voorwaarden van aanbeste ding alle verzakkingen en verschuivingen zijn voor rekening van den aannemer. De heer Stolp vraagt, waarom de zaak nu pas wordt behandeld. De rente moet niet worden uitbetaald, omdat voortdurend aan de rekening iets ontbrak. Het is de schuld van den aannemer, dat het zoo lang heeft geduurd voor de laatste termijn kon worden vastgesteld- De Voorz. zal in 't midden laten wiens schuld het is, maar in elk geval heeft de man lang op zijn geld gewacht. De heer van der Mersch meent, dat als er quaestie is van rente, ook Rijnland er ook wel iets van kan betalen. De heer Waller zegt, dat in elk ge val de Gemeente Haarlem die 3 pCt. niet toekomt van de f 11,000, die al een jaar geleden klaar lag om te worden uitbetaald. De heer Roog meent, dat den aannemer deze rente toekomt. Het amendement-Waller wordt aange nomen met 3 stemmen tegen. Daarna het geheele voorstel, zonder stem ming. Tegen de heer Loomeijer. Punt 10. Voorstel van B. en W. om te bepalen, dat de nieuwe gemeentelijke gasfabriek zal worden gebouwd op de ter reinen tusschen den Oudenweg en het Spaarne en voorts tot aankoop van eenige gronden onder de gemeente Haarlemmer- liede tot het daarop leggen van een spoorlijn tusschen de hoofdlijn der Holl. Spoor en het terrein bovenbedoeld der gemeentelijke gasfabriek. Kosten f80,000. De Voorz acht een nieuwen weg voor zeker gewenscht, tusschen de nieuwe gas fabriek en de gemeentereiniging. Deze zal f4000 kosten waartoe B. en W. voorstellen tegelijkertijd te besluiten. (De Raad beziet nu de kaarten De heer Stolp is bereid, mee te gaan met het voorstel na de toelichting van den heer de Breuk. Ook de heer Droste heeft tot het plan meegewerkt. Het voorstel wordt goedg» keurddaarna ook de plaatsing der gasfabriek en de aan koop der terreinen voor de lijn. Punt 11Adres van G. Hulsebosch om het perceel Anegang 1 A 1.20 M. hooger te mogen opbouwen, dan anderhalf maal de breedte der straat. B. en YV. adviseeren tot afwijzing van het verzoek. De heer Roog hoeft zich afgevraagd, waarom juist dit voorstel het eerste is, dat een ongunstig advies heeft van B. en W. Iloort spr. geen overwegende bezwaren, dan zal spr. tegen het voorstel stemmen. De heer d e Breuk is niet tegen liet verzoek van llnlsebosch. Perceel Anegang 4 i-- 11.20 M. dit zou 11.50 hoog worden, dat is maar 30 c M. meer. De heer Waller zegt, dat men in Bar- teljorisstraat of Anegang heengaat naar hooge Huizen als in de Kal verstraat. Waar is de grens? Vandaag is liet éen nieter, morgen 1.20 of 1.50 er. later t.SO meer. De heer Scliü rmann zal tegenstem men. Het bouwen van mooie winkelhuizen is in 't belang der gemeente. Wat hindert het, of 'thuis wat hooger woidt. 'tls een mooie teekening en als er M. 1 20 afmoet wordt het een gedrukte boel. De heer Lodewijks zal als altijd tegen de afwijking stemmen. Anders kan men de bepaling wel afschaffen en al die hooge huizen benemen licht en lucht en bevorde ren het brandgevaar. Do heer Roog voorziet die heel hooge huizen hier niet. Staat men het niet toe, dan zal de ontwerper dien eenen meter vinden in de hoogte der verdieping, wat voor de gezondheil ook niet goed is. Het afwijzend voorstel van B. en W. wordt nu verworpen en aangenomen gun stig op het verzoek te beschikken, llulse- bosch krijgt derhalve de gevraagde ver gunning. Punt 12. Voorstel van B en YV. tot aankoop van perceelen in de Rollandstraat behoorende aan J. Timmer. De Comm. v, Fin. adviseert tot afwijzing van dit voorstel, daar h. i. de hiermee te verkrijgen verbetering een uitgave van f5600 niet wettigt. De heer Schürmann stelt voor, dit voorstel te stellen in handen dor Comm. van bijstand iii het beheer der publieke werken. Dit wordt zonder stemming goedgekeurd. Punt 13. Voorstel van den heer J. Krol Kzn. om voor onbepaalden tijd uit te stellen de uitvoering van het Raadsbesluit tot het vellen van zeventien iepen aan den Dreef en inmiddels een proef te nemen, of door het losmaken der aarde en het aanbrengen van goeden grond om de boomen en het doortrekken van den grasrand daar langs, de groei dier boomen en de ontwikkeling der toppen daarvan niet zal worden be vorderd. Hierbij wordt behandeld het nader adres van den heer van der Meulen De heer Krol behandelt het stuk van den heer Springer. Dit is een advies, blijkbaar mot groote voorliefde gegeven. Er is altijd zeer bezadigd over de boomen gesproken en het eerste stuk, dat schel klinkt, is wel dit van den heer Springer. Spr. meent met andere deskundigen, dat goede verzorging wel zal helpenschrijver beweert van niet, maar bewijst dat niet. Werkt men tusschen de boomen den grond om. dan kan dat geschieden over een af stand van tien meter en heeft elke boom 40 vierk. M. grond om zich heen, die om gewoeld is. Schrijver »vreest« alleen maar, dat de wortels zijn aangetast en al was dat zoo, dan kunnen die door goede be handeling weer opknappen. Spr. hecht meer aan dankbare tijdgenoo- ten, dan aan de erkentelijkheid van het nageslacht en leest voor een ongevraagd advies van een deskundige, gedateerd van 6 December, en waarin de schrijver als zijn opinie mededeelt, dat het rooien van de midder.rij op den Dreef goed is geweest maar dat de eerstgevelde iepen nog goed in staat waren. Nog een of twee jaar. dan is alles weer volgegroeid. Dat er een doode tak komt, is heel natuurlijk. Nu de boomen vooruitgaan, wil men ze weg hebben, dat is volmaakt krankzinnigenwet k. ze moeten wel getopt worden, maar gerooid nooit. Zoolans deze Kaadsleden leven is dat rooien niet noodig.» Heden kreeg spr. een bezoek van een zeer bekend deskundige, die de opinie van den heer Springer niet deelde, en zeide dat de meeste deskundigen dat niet doen. In 1896 zeide de heer Springer in zijn boekje de Haarlemmerhout: «er is al heel wat boom- schennerij gepleegd, voor de Hout was wat ze nu is.» De heer Speelman kende den beer Springer zelfs niet bij name als deskundige en kwam tot de conclusie, dat hij bet ook niet is en geen einstig man, daar hij ieder ander advies beschouwt als betweterij. Is hij wel een deskundige, dan zijn de des kundigen het zeer oneens en kunnen wij leeken gerust afscheid nemen van elk ad vies. Dan heeft ook spr. een opinie, voort komende uit zijn gevoel, dat ze moeten blijven staan als sieraad voor jaren van den Dreef. Hoe heeft men deze boomen mis baksels kunnen noemen.! De lieer van I.onnep zegt van het adres van den heer van der Meulen, dat nog nooit eon boom in Haarlem is geveld om financieel bij redenen. De proef om den grond om te spitten enz., is inder tijd genomen door meneer Heshuijsen met een beuk in den Hout. In 't voor jaar kwam de boom prachtig uit. maar in den zomer stierf de boom toch Doet men dat nu ook bij deze boomen, dan stelt de Commissie zich daarvan weinig voor, juist voor zoo n proefneming is de Comm. bang omdat als ze niet slaagt, gezegd zal worden, dat het drankje niet goed is toegediend. Een gemeente en een stad moeten verder zien, dan het heden. Beschouwen we do boomen voor de villa van den heer Kruse- man, dan zijn die boompjes die 12 jaren oud zijn, al zoo groot, dat men als ze moesten geveld worden, spraken zou van woudreuzen. De heer Zocher is niet officieel meege- weest omdat er zooveel leden van den Raad zijn diu alles van boomencultuur weten en dan komen er op- en aanmerkingen. Zijne medewerking heeft hij evenwel mot onthouden. De heer Zocher veiklaaide volmondig, d

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 5