NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. JU leest toels ge-1 rcgeld F,ï ei S^eufl- jj |letets van ..Maas- jj jjlem's ©agl)la«l"?| WBE ww ISo iaar^atiy Dinsdag 3 Januari 1899. So «759 HAARLEM'S DAGBLAD AJBOJSTI^HIMZEIIsrTSE'I^IJ'S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1-20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden,1.30 franco door het geheele Ryk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 ■Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post 0.371, A.TDVAEXELTSlSrTX^nST: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Os. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertenties worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3ll»s Faubourg Mont mar tre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën 6n Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAJR Azu. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0.30. Agenten .voor dit blad in den omtrel Velsen, zynBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Svaarndv.-nC. HARTENDORP ZandvoortG. ZWEMMER W. j. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ABIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. OfÏRGieeUe Bericfriefflu Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Doen te weten, dat van heden op alle werkdagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 12 Jan. e.k., 's namiddags ten 2 ure, tor gemeente-secretarie ter visie is ne- dergelegdhet ingekomen verzoek schrift "met de bijlagen van de firma P. van Tbiel en Co. om vergunning tot plaatsing van eeueu gasmotor ter vervanging van den petroleuramotor op het terrein „de Phoenix" aan de Friesche Varkenmarkt, en dat op den S2en Januari e.k. des namid dags ten 2 ure op liet Raadhuis der gemeente de gelegenheid zal worden gegeven, om ten overstaan van het gemeente-bestuur bezwaren tegen bet oprichten dezer inrichting in te brengen. Haarlem29 Dec. 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. O. de KANTER, Waarn. Burg. De Secretaris, PÏJNACKER. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Doen te weten, dat bij hunne be schikking van 15 December j.l. aan het Bestuur van het R. K. Liefdegesticht „Maria Stichtiog" vergunning is ver leend tot oprichting van een gasmotor in bet perceel aan de Kamperlaan aan C. P. Kaiser firma Paul C. Kai ser vergunuiug is verleend tot wijzi ging in de plaatsing van de ovens in de op te richten bakkerij in het per ceel aan de Zijlstraat no. 14 en aan A. J. van Vriesland vergunning is verleend tot uitbreiding van zyoe in richting en het daarin plaatsen van een gasmotor in het perceel aan de Oude Groenmarkt no. 20. Haarlem, 29 Dec. 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. O. de KANTER, Waarn. Burg. De Secretaris PÏJNACKER. Politiek ÖaerEseht. Op de gebruikelijke nieuwjaarsreceptie door den president der Fransche repu bliek op 't Elysée aan het corps diplo matique gegeven, heeft de heer Faure op de speech van den deken van het corps, de apostolische nuntius mgr. Clari, het volgende geantwoord, na eerst er op gewezen te hebben, dat Frankrijk steeds onder de eerste zijner plichten heeft gerangschikt de bevestiging van den vrede, die zulk een kostbaar goed is voor het welzijn der volkeren „In den loop van het verstreken jaar heeft men voorzeker niet de oprechtheid van ons streven in twijfel kunnen trek ken, noch den goeden wil van onze me dewerking. Frankrijk werkt kalm en vol vertrouwen voort aan de taak die het ten deel is gevallen, wetende dat zijn be langen en adspiraties één zijn met de overwinning der denkbeelden van recht en eendracht." Eene formule, niet veel meer. is dit antwoord geweest, waarin zooveel had kunnen gezegd worden in verband met den toestand in Frankrijk. Generaal Zurlinden gaf in zijn ant woord op de gelukwenschen zijner on dergeschikten de verzekering van de trouw van het leger aan de wet, van zijn toewijding aan de verdediging van den bodem en de eer van het vaderland. De nieuwjaarsspeech van keizer Wil helm moeten wij ontberen. Eene lichte verkoudheid hield hem Zondag te Pots dam, zoodat hij de gewone nieuwjaars receptie in het paleis te Berlijn niet bijwoonde. Keizer Wilhelm spreekt echter veel te graag om niet spoedig eene schade loosstelling te geven. De „Wiener Zeitung" maakt- een ei- genhandigen brief van Keizer Frans Jo zef aan minister-president Thun open baar, waarbij de tegenwoordige Oosten- rijksche Quote voor een jaar wordt ge handhaafd, het Vergelijk met Hongarije verlengd tot 31 December 1899, drie voorloopige twaalfden op de Oostenrijk- sche begrooting worden goedgekeurd en een krediet van 1,600,000 florijn wordt toegestaan tot leniging van den algemee- nen nood in de Oostenrijksche kroonlan den die door overstroomingen zijn ge teisterd. In sommige berichten uit Zuid-Afrika is de vrees uitgesproken, dat in de Zuid- Afrikaansche Republiek heden, 2 Janu-i ari de verjaardag van Jamesons in val ongeregeldheden waren te ver wachten. Volgens bericht uit Johannesburg aan de ..Daily Mail" hebben de Afrikaan- ders, vooral staatsambtenaren, een nieu- wen bond gesticht. De voorzitter van de eerste bijeenkomst verklaarde dat Jo hannesburg geen behoefte heeft aan groote volksvergaderingen en betoogin gen, want dat de eerste zorg van do burgers is liet handhaven van de onaf hankelijkheid van de Republiek. Zondag heeft te Havanna plaats ge had de overdracht van Cuba aan de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika. De Amerikaansche vlag wappert daar nu. De plechtigheid der overdracht van souvereiniteit bestond enkel in een wis seling van toespraken in het salon van het paleis van den gouverneur. Door de 1 forten en de oorlogsschepen werden sa luutschoten gelost vóór en na de plech tigheid. De menigte op de daken juichte. Met de Filippijnen zal dit niet zoo gemakkelijk gaan. Telegrammen uit Ma- nilla melden dat Ilo Ilo vol gewapende inlanders is. De oproerlingen maken zich gereed om aan generaal Miller weerstand te bieden, als hij de stad met geweld tot overgave wil dwingen. Genei-aal Miller heeft te Manilla nieu we instructies laten vragen en maakt in- tusschen alles gereed voor de ontsche ping van zijn troepen. I STaasrasEium Eerste en derde pagina. Haarlem, 2 Jan. 1899. De bü het 4e regiment infanterie benoemde kapitein V. H. Klynsma, alhier, is bestemd voor bet le bataljon te Delft. De kapitein Engelenburg van hier wordt in zijn rang overgeplaatst naar Delft. Daar ons gevraagd was de nieuw uitgevonden snijmachine te komen zien by den heer J. P. Daudey, Krocht 10, kunnen wij verklaren, zelden een zoo doelmatig ingerichte machine op dit gebied te hebben zien werken, daar deze machine niet alleeD rookvleesch uiterst dun snijdt, maar alle andere vleesch en worstsoorten. Het in gebruik nemen eener der gelijke snijmachine zal stellig het debiet ten goede komen. Met bet cijfer dat men aldus jaar-j lyks denkt over te houden kunnen allengs de schulden worden afgedaan en hoopt het Bestuur op vernieuwden bloei van Haarlem, die vermeerdering van het ledental ten gevolge hebben zal. Met ernst wyst het Bestuur op de wensehelykheid, dat alle obligatie- houders. in hun eigen belang, aan deze transactie hunne goedkeuriug hech ten. „Immers is het een feit," zoo staat er, „dat bij eventueele liquidatie een belangrijk gedeelte van het kapi taal zou worden iDgeboet, terwijl door toetreding tot het voorstel de obliga- tiehouders, van wie thans weliswaar een belangrijk offer wordt gevraagd, in de eerste plaats de vruchten zullen plukken van een beteren toestand...." Deze toetreding .wordt aanbevolen door al de hier ter stede gevestigde commissionairs in effecten, zeventien in getal. Onzerzijds wyzeu wy erop, dat bij liquidatie niet alleen de belan gen der obligatiehouders zeer ge schaad worden, maar dat het ook zeer twijfelachtig is, of daarna de Socië teit in den tegenwoordigen vorm en de fraaie concertzaal voor Haarlems bur gerij behouden zullen blijven, daar niet te voorzien is, wie by veiling der ge bouwen kooper zal zijn en waarvoor hij dez8 zal willen bestemmen. Ook om deze redenen is het zoozeer ge- wenscht, dat obügatiebouders zich vereenigen met het thans gedane voor stel, dat de vrucht is van rijp over leg van het bestuur der Sociëteit met een commissie uit de commissionairs in effecten. 4- Het fanfarekorps „Kunst na Ar beid," onder directie van den beer C. G. J. Riihl heeft op Nieuwjaars morgen van den toren der Groote Kerk goblazen, volgens het door ons vermelde programma. Sociëteit Vereeniging. Het Best-aar der Sociëteit Vereeni ging heeft zich tot de obligatiehouders gewend met de mededeeling, dat de zaak niet langer zoo kan gaan en dat ingrijpende maatregelen zullen moeien worden getroffen, om op den duur haar voortbestaan in dezen vorm te verzekeren. Sedert de verbouwing en de kostbare inrichting der Sociëteit in 1894 sluit de winst- en verliesrekening jaarlyks met een aanmerkelijk tekort, dat van 1894 toten met 1897 niet minder dan f 14383.88 bedraagt. Met zeker heid kan voorspeld worden, dat ook het, boekjaar 1898 eeu tekort zal op leveren. De oorzaak van dezen financieelen nood ligt hierin, dat de gewone in komsten en uitgaven elkander niet dekken, ook niet wanneer delaatsten tot de meest noodzakelijke worden beperkt. Met het oog hierop stelt hei Bestuur j binden om van die fabrikanten, welke, voor de rente der obligatiën van 1 hetzij direct of indirect leveren aan 4 pCt. tot 2 pCt. te verminderen, j winkeliers die op hun Margarine luxe geen vast cijfer meer voor aflossing j voorwei pen, galanteriën enz. cadeau te bepalen, maar ieder jaar door eene geven, geen Margarine meer te nemen commissie van vyf personen, te kïezsnen elkander direct in te lichten, wan- uit de te Haarlem gevestigde commis-1 neer zy vernemen, welke fabrikant sionairs in effecten, te doen vaststellen aan zulko zaken levert, „om zoo- lioeve8l voor aflossing kan worden J doende weer eeD zuiveren toestand in besiemd en of er termen zyn tot hetbovengenoemd vak te krijgen." nitkeeren van eene suppletoire rente, die evenwel nooit meer dan 2 pCt. j By vonnis van de ArrondissemeDts kan bedragen. Deze Commissie onder-rechtbank te Haarlem vanden31en zoekt elk jaar balans en winst- en i December 1898 is in staat van fail- verliesrekeniog en roept, wanneer zy lisseinent verklaard Wouter Albertus zich daarmee niet vereenigen kan, de Huisman, vroeger kastelein, thans obligatiehouders bijeen. Keurt deze zonder beroep, wonende te Hillegom. vergadering de winst- en rerliesreke- i Rechter Commissaris mr. J. de nicg niet goed, dan treden de obli- C'orq van Weel, curator mr. H. Pb. gatiehouders weder in hunne vroegere 't Hooft, advocaat en procureur t8 rechteu. Haarlem. Margarine. Uit eene circulaire blijkt, dat ne gentien firma's alhier, allen handelaars en winkeliers in Ma- garine, zich ver- HAAGSCHE BRIEVEN. Nu is in het jaartal alweder een cij fertje veranderd en zou ik met goed fat soen kunnen beweren, dat het een jaar geleden is, sedert ik mijn laatsten schreef. Toch is dit niet zoo. Maar onwillekeu rig gaat men op den Nieuwjaarsdag met zijn gedachten een vol jaar terug ten-j einde in de gelegenheid te zijn de ba lans op te maken, debet eai credit te vergelijken. Als ik zoo naga, wat de stad mijner inwoning in een jaar beleefde, dan ge loof ilc, dat wij, Hagenaars, met alle Ne derlanders deelen in een batig saldo, dat de geschiedenis van het gansche land voor 1899 heeft overgelaten. Maar als ik mijn stadgenooten en mijn stad bekijk van het zuiver Haag- sclie standpunt, dan zou ik geneigd zijn tot een deficit te concludeeren. Ik zie nog niet alleen op de lange lijst van nuttige burgers en eerbare stadgenooten die ons in 't jaar 1898 ont vielen. Die lijst is ditmaal bijzonder groot, maar tegen den dood valt niet te pruttelen. Men kan veler heengaan ten diepste betreuren, men heeft hen daar- medo niet terug. Onder die afgestorvenen was in de eerste plaats wijlen onze kortstondige burgemeester, jhr. mr. B. Ph, de Beau fort goedig man met goeden wil, doch die ous niet veel van nut kon wezen. Hem volgde baron van Harinxma. op, die kwam met de reputatie van een kundig man, doch tevens met zoodanig autocratische begrippen als waaraan Ha genaars zich bezwaarlijk kunnen onder werpen. Deze eigenschap verleidde den burgemeester tot de bekende fouten bij den intocht onzer pas gehuldigde Ko ningin, fouten diehij nog geenszins vermocht te doen vergeten. Verschillen de andere zaken in het burgemoesterlijk beleid, waarbij ik nu niet langer kan stilstaan, doen vermoeden dat voor de burgerij ook in de burgemeesterskamer, door den heer Roest verlaten, een defi cit achterblijft. Zeer stellig is dit het geval op het ge bied der openbare werken. Enkele daar van, sedert jaren gevoteerd, kwamen aan do uitvoering een stapje nader, doch verschillende zeer belangrijke vraagstuk ken van algemeen belangde waterver- versching, de tram, gemeentelijke tele foon-exploitatie. uitbreiding van het net voor electrische verlichting, rioleering. demping van stinkende grachten enz., bleven, zooal niet een jaar rustig rusten, dar toch weder een jaar langer onafge daan. Het badseizoen, aanvankelijk ongun stig, werd door een vrij goeden nazomer weer iu orde gebracht. De zaken gingen over het algemeen niet om er bijzonder op te pochen en vooral het winterseizoen was tot nu toe tamelijk onvoordeelig. Werd al bij gele genheid van de inhuldigingsfeesten door velen een broodje, en meer, verdiend, de toevloed van niet-stedelingen was niet van dien aard, dat betrekkelijk hooge kosten gedekt of overschreden werden, i Kunst en wetenschap lieten ons, als naar gewoonte, niet in den steek en wij mogen met voldoening terugzien op me nige hooge uiting van muzikale- of schilder kunst. Dit mogen wij op de credit-zijde vaai onze balans schrijven. En niet minder is dat het geval met de welgeslaagde Ua» toonstelling van Nationalen Vrouwenar beid, die met de Rembrandtteutoonstel ling ongetwijfeld is geweest het feit van het inhuldigingsjaar. Hoe men deoke over deze expositie, hoe men de oongree- sen beoordeele, die daarmede gepaard gingen, men kan niet ontkennen, dat deze verzameling van voorwerpen op elk gebied, gegroepeerd om de daad, die de verschijning was van „Hilda van Suy- lenburg", in velerlei opzicht nuttig is geweest. Want zij heeft, en in meerdere mate. de aandacht gevestigd op maat schappelijke wanverhoudingen, waarvan men het bestaan wel kende, doch die nimmer in zoo scherp licht waren ge steld. Voor groote rampen bleef de residen tie gespaard; kort vóór het ten einde spoeden des jaars trof haar het afbran den der Brood- en Meelfabriek, die aan vier menschen het leven kostte. Dat komt weder op de debet-zijde. Er is, eindelijk, éen post, met de boe king waarvan ik geen raad weet: liet vorderen van het vraagstuk der Sckuvo- ningsche visschershaven tot een te voren nooit beleefd stadium, Toen ik in een vorigen gewaagde van een gerucht betreffende H. M. de Ko ningin-Weduwe hoopte ik op officieeie tegenspraak. Deze bleef niet alleen uit, doch van de zijde van het Hof wordt elke nadere inlichting geweigerd. Dit schijnt, helaas, te wijzen op de bevesti ging van het gerucht, dat trouwens ook vasteren vorm heeft aangenomen. Ik acht het ongewenscht daaromtrent in nadere bijzonderheden te treden. H. A. GANIJS Jr Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau F. H. baron Mulert, burgemeester der gemeente Dall'sen en W. A. te Wechel, geneeskundige te Helledoorn. Benoemd tot adjunct •commies by het departement van binnenlacdsche zaken mr. M. I. Duparc. te 's-Gra- venhage; tot off. van gez. 2e klasse bij de zeemacht de heer M. vau Wil ligen, arts. Aan mr. J. C. de Koning, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van waarnemend Rijks advocaat in Noord-Holland en Utrecht, onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten. Aan dec kapitein A. J. Doorman, van den staf dor geDie, adjudani van den minister van oorlog, vergunning verleend tot het aannemen en liet dragen der ordeteekenen van comman deur in de orde van St. Stanislaus, hem door den Keizer aller Russen FEUILLETON. Kijkjes in de Sportwereld, 16). VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Ja, een lentemorgen! De straten der hoofdstad waren verlaten en de koet-; siers van de vigelantes sliepen en de paarden ook. De zon steeg al hooger en liooger maar in de stad werd het als het kon nog stiller. Konrad liep de eene lan ge straat in de andere uit zonder een levende ziel te ontmoeten. Hij dacht er eerst over een rijtuig te nemen, want liij had een heel eind af te leggen, maar in zulke zaken was hij altijd zuinig, bij na gierig. Hoe langer hij liep, des te prettiger begon hij het te vinden, dat hij te voet huiswaarts keerde. Het was zoo iets buitengewoons die lange, eenzame straten te doorloopen, die in den helderen zonneschijn baadeftvn, terwijl iedereen in de huizen rondom hem nog sliep. Men zou gedacht hebben, dat de reusachtig, groote stad uitgestor ven was, en de sombere gelijkenis tus- schen den slaap en den dood deed zich nu duidelijker dan anders voor. Konrad herinnerde zich een boek van Flammarion, getiteldde ondergang van do wereld. De schrijver verhaalde hierin op zeer phantastische wijze hoe de laat ste mensch op de afgekoelde aarde stierf en de zon, wit en koud, lachend op him paleizen, torens, bruggen, op de door hen gewrochte kunstwerken neerzag. Hij liep de Brandenburgsche poort door, waarop de musschen zaten te tjil pen, en stak toen voorbij het in aan bouw zijnde Parlementsgebouw de „Kö- nigsplatz," over. Een honderd pas van zijn huis verwijderd hoorde hij ineens een rijtuig aankomen en niuwsgierig zag hij omwie zou op dezen lentemorgen uit toeren zijn gegaan? Stom van verbazing herkende hij de schimmels, den koetsier en het rijtuig. En bijna tegelijkertijd met de equipage bereikte hij zijn huis. De palfrenier groette hem, sprong van den bok, open de het portier en hielp den heer Brandes bij het uitstappen. Waar kwam Brandes nog vandaan? 's Morgens om vier uurEn toen schrik te Konrad in zulk een toestand had hij zijn vaderlijken vriend nog nooit gezien. Brandes leunde zwaar op den arm van den bediende, zijn gezicht zag vaalbleek, en op zijn jas waren witte vlekken van sigarenasch zichtbaar. En nu kreeg hij Konrad in 't oog, die op hem toetrad en de hand uitstak om hem behulpzaam te zijn. Een uitdruk king van spijt, bijna van toorn verspreid- do zich over zijn gelaat. „Gjj nog op En buiten Wat beduidt dat Konrad vertelde heim in korte woor den de oorzaak van zijn laat thuisko men en Brandes kalmeerde weer. „O! daarom. Vergeef mij." Hij legde zijn hand op den schouder van den jon- 1 gen man. „Blijf steeds altijd dezelfde, mijn jongen. Het is niet goed om je leven te ver spillen. Denk altijd aan je vader hij was oen man van eer, die nooit iemand on recht aangedaan heeft. Ga niet roekeloos met je zelf en je leven om onthoud dat." Do koetsier reed- naar den stal terug, do knecht had intusschen de voordeur geopend om de heeren in te laten. Bran- dop maakte een afwerend gebaar toen de huisknecht hem wilde volgen. „Ga maar naar bed, ik heb u niet meer noodig." Toen Konrad zich naar zijn eigen ka mer wilde begeven, hield Brandes hem tegen en vroeg „Zijt ge erg moe?" „Neen, volstrekt niet." ,.Doe mij dan. een genoegen. Konrad, en blijf nog een half uurtje bij mij pra ten." Zij traden de studeerkamer van Bran des binnen. j „Zet nu de ramen open en geef mij de kist met sigaren en de flesch cognac. En ook de karaf water." Hij liet zich vermoeid in een stoel bij het venster neervallen en zag naar de ontluikende boomen op de Königsplatz en de diergaarde. De zwarte knevel stak scherp af tegen het bleeke, afgematte gezicht, dat door j de morgenzon beschenen werd. „Ik ben naar de club geweest, maar ik wilde, dat ik het niet gedaan had." Hij lachte kort en scherp. „Waarachtig, ik wou dat ik niet ge gaan was." Kourad wist niet wat hierop te ant woorden en zweeg. Zoo ontstond er een lange stilte. Eindelijk hernam Brandes „Heb ik je al verteld, dat die Kalm als lid van onze club opgenomen is? Dat zou je niet willen gelooven, maar toch is 't zoo. En als je er nu komt, zie je altijd die boeventronie. Dat heeft mijn beste vriend von Carlotta mij geleverd, ik ben hem er werkelijk zeer dankbaar voor." Konrad was ten zeerste verwonderd. In de voorname kringen sprak men al tijd met zooveel enthousiasme over de strenge buitensluiting van de club en men was altijd zóó voorzichtig gebleven waar het 't introduceer en van een nieuw lid betrof, dat Kalm's toelating wel een parodie scheen. „Maar hoe is 't mogelijk? Zoo'n man „Ja, juist, zoo'n man Brandes lachte bitter. „Omdat hij geld heeft en men iemand gebruiken kan, met wien men om groo- tere sommen kan spelen dan om bank noten van honderd Mark. Hij heeft van den prins von Reichenberg bijna twee honderd duizend M. gewonnen, dat is toch grof spelen, zon ik denken." „De prins Nu gaf Brandes aan zijn hevige woe de lucht. Hij smeet den stoel een eind van zich af, zoodat de splinters van het eikenhouten meubel afvlogen. „Dio kerel, die prins von Reichenberg ruineert zichzelf en mij ook. Hij is mij ontzaglijke sommen schuldig en. voldoet ze nooit. Het geld, dat hij verliest krijgt hij altijd en altijd maar weer van mij Natuurlijk de anderen moeten betaald Plannen zyn in voorbereiding om nog in een ander deel van Sumatra, worden, anders was het met des prinsen heerlijkheid voor goed uit. Maar Bran- des moet maar wachten en altijd op nieuw voorschieten. Wij zijn immers vrienden, Brandes! zegt hij dan. „Ja, vrienden Konrad probeerde hem te kal moeren, zóó had hij Brandes nog nooit te voren gezien. Dat zijn woede den prins gold, gaf hom echter een gevoel van voldoe ning. Brandes liep de kamer op en neer, de aderen op zijn voorhoofd waren ge zwollen er was zeker geen grooter, gril liger contract te bedenken dan tusschem den vroolijken lentemorgen en den afge matte» man. die van woede kookte. I „Die man weet, dat hij voor een af grond staat maar hij is als door 't dolle heen. Kn 't is hem niet genoeg, dat hij er zelf in neerstort, maar hij sleept ook anderen in zijn val mee. Voor die ao- trice gooit hij sommen weg, nu nog, nu hij reeds tot over de ooren in de schuld steekt. Ik wou, dat ik hem nooit had leerem kennen." „Dat zou vrij wat beter geweest zijn," d-vht Kourad, „niet alleen voor u." Brandes werd langzamerhand kalmer. „Gij moet. mij vergeyen, mijn jongen, dat ik je met mijn klachten kom kwel len, maar ik moet mijn hart bij iemand

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1