NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
JU leest toels ge-1
rcgeld F,ï ei S^eufl- jj
|letets van ..Maas- jj
jjlem's ©agl)la«l"?|
WBE ww
ISo iaar^atiy
Dinsdag 3 Januari 1899.
So «759
HAARLEM'S DAGBLAD
AJBOJSTI^HIMZEIIsrTSE'I^IJ'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden,1.30
franco door het geheele Ryk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
■Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371,
A.TDVAEXELTSlSrTX^nST:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Os. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertenties worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3ll»s Faubourg Mont mar tre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën 6n Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAJR Azu. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0.30.
Agenten .voor
dit blad in den omtrel
Velsen,
zynBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Svaarndv.-nC. HARTENDORP ZandvoortG. ZWEMMER
W. j. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ABIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
OfÏRGieeUe Bericfriefflu
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat van heden op
alle werkdagen, van des voormiddags
10 tot des namiddags 4 uur, tot 12
Jan. e.k., 's namiddags ten 2 ure, tor
gemeente-secretarie ter visie is ne-
dergelegdhet ingekomen verzoek
schrift "met de bijlagen van de firma
P. van Tbiel en Co. om vergunning
tot plaatsing van eeueu gasmotor ter
vervanging van den petroleuramotor
op het terrein „de Phoenix" aan de
Friesche Varkenmarkt, en dat op
den S2en Januari e.k. des namid
dags ten 2 ure op liet Raadhuis der
gemeente de gelegenheid zal worden
gegeven, om ten overstaan van het
gemeente-bestuur bezwaren tegen bet
oprichten dezer inrichting in te
brengen.
Haarlem29 Dec. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
M. O. de KANTER,
Waarn. Burg.
De Secretaris,
PÏJNACKER.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat bij hunne be
schikking van 15 December j.l. aan het
Bestuur van het R. K. Liefdegesticht
„Maria Stichtiog" vergunning is ver
leend tot oprichting van een gasmotor
in bet perceel aan de Kamperlaan
aan C. P. Kaiser firma Paul C. Kai
ser vergunuiug is verleend tot wijzi
ging in de plaatsing van de ovens in
de op te richten bakkerij in het per
ceel aan de Zijlstraat no. 14 en aan
A. J. van Vriesland vergunning is
verleend tot uitbreiding van zyoe in
richting en het daarin plaatsen van
een gasmotor in het perceel aan de
Oude Groenmarkt no. 20.
Haarlem, 29 Dec. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
M. O. de KANTER,
Waarn. Burg.
De Secretaris
PÏJNACKER.
Politiek ÖaerEseht.
Op de gebruikelijke nieuwjaarsreceptie
door den president der Fransche repu
bliek op 't Elysée aan het corps diplo
matique gegeven, heeft de heer Faure
op de speech van den deken van het
corps, de apostolische nuntius mgr.
Clari, het volgende geantwoord, na eerst
er op gewezen te hebben, dat Frankrijk
steeds onder de eerste zijner plichten
heeft gerangschikt de bevestiging van
den vrede, die zulk een kostbaar goed is
voor het welzijn der volkeren
„In den loop van het verstreken jaar
heeft men voorzeker niet de oprechtheid
van ons streven in twijfel kunnen trek
ken, noch den goeden wil van onze me
dewerking. Frankrijk werkt kalm en vol
vertrouwen voort aan de taak die het
ten deel is gevallen, wetende dat zijn be
langen en adspiraties één zijn met de
overwinning der denkbeelden van recht
en eendracht."
Eene formule, niet veel meer. is dit
antwoord geweest, waarin zooveel had
kunnen gezegd worden in verband met
den toestand in Frankrijk.
Generaal Zurlinden gaf in zijn ant
woord op de gelukwenschen zijner on
dergeschikten de verzekering van de
trouw van het leger aan de wet, van zijn
toewijding aan de verdediging van den
bodem en de eer van het vaderland.
De nieuwjaarsspeech van keizer Wil
helm moeten wij ontberen. Eene lichte
verkoudheid hield hem Zondag te Pots
dam, zoodat hij de gewone nieuwjaars
receptie in het paleis te Berlijn niet
bijwoonde.
Keizer Wilhelm spreekt echter veel
te graag om niet spoedig eene schade
loosstelling te geven.
De „Wiener Zeitung" maakt- een ei-
genhandigen brief van Keizer Frans Jo
zef aan minister-president Thun open
baar, waarbij de tegenwoordige Oosten-
rijksche Quote voor een jaar wordt ge
handhaafd, het Vergelijk met Hongarije
verlengd tot 31 December 1899, drie
voorloopige twaalfden op de Oostenrijk-
sche begrooting worden goedgekeurd en
een krediet van 1,600,000 florijn wordt
toegestaan tot leniging van den algemee-
nen nood in de Oostenrijksche kroonlan
den die door overstroomingen zijn ge
teisterd.
In sommige berichten uit Zuid-Afrika
is de vrees uitgesproken, dat in de Zuid-
Afrikaansche Republiek heden, 2 Janu-i
ari de verjaardag van Jamesons in
val ongeregeldheden waren te ver
wachten.
Volgens bericht uit Johannesburg aan
de ..Daily Mail" hebben de Afrikaan-
ders, vooral staatsambtenaren, een nieu-
wen bond gesticht. De voorzitter van de
eerste bijeenkomst verklaarde dat Jo
hannesburg geen behoefte heeft aan
groote volksvergaderingen en betoogin
gen, want dat de eerste zorg van do
burgers is liet handhaven van de onaf
hankelijkheid van de Republiek.
Zondag heeft te Havanna plaats ge
had de overdracht van Cuba aan de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika. De
Amerikaansche vlag wappert daar nu.
De plechtigheid der overdracht van
souvereiniteit bestond enkel in een wis
seling van toespraken in het salon van
het paleis van den gouverneur. Door de
1 forten en de oorlogsschepen werden sa
luutschoten gelost vóór en na de plech
tigheid. De menigte op de daken juichte.
Met de Filippijnen zal dit niet zoo
gemakkelijk gaan. Telegrammen uit Ma-
nilla melden dat Ilo Ilo vol gewapende
inlanders is. De oproerlingen maken zich
gereed om aan generaal Miller weerstand
te bieden, als hij de stad met geweld
tot overgave wil dwingen.
Genei-aal Miller heeft te Manilla nieu
we instructies laten vragen en maakt in-
tusschen alles gereed voor de ontsche
ping van zijn troepen.
I
STaasrasEium
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 2 Jan. 1899.
De bü het 4e regiment infanterie
benoemde kapitein V. H. Klynsma,
alhier, is bestemd voor bet le bataljon
te Delft.
De kapitein Engelenburg van hier
wordt in zijn rang overgeplaatst naar
Delft.
Daar ons gevraagd was de nieuw
uitgevonden snijmachine te komen
zien by den heer J. P. Daudey,
Krocht 10, kunnen wij verklaren,
zelden een zoo doelmatig ingerichte
machine op dit gebied te hebben zien
werken, daar deze machine niet alleeD
rookvleesch uiterst dun snijdt, maar
alle andere vleesch en worstsoorten.
Het in gebruik nemen eener der
gelijke snijmachine zal stellig het
debiet ten goede komen.
Met bet cijfer dat men aldus jaar-j
lyks denkt over te houden kunnen
allengs de schulden worden afgedaan
en hoopt het Bestuur op vernieuwden
bloei van Haarlem, die vermeerdering
van het ledental ten gevolge hebben
zal.
Met ernst wyst het Bestuur op de
wensehelykheid, dat alle obligatie-
houders. in hun eigen belang, aan deze
transactie hunne goedkeuriug hech
ten. „Immers is het een feit," zoo
staat er, „dat bij eventueele liquidatie
een belangrijk gedeelte van het kapi
taal zou worden iDgeboet, terwijl door
toetreding tot het voorstel de obliga-
tiehouders, van wie thans weliswaar
een belangrijk offer wordt gevraagd,
in de eerste plaats de vruchten zullen
plukken van een beteren toestand...."
Deze toetreding .wordt aanbevolen
door al de hier ter stede gevestigde
commissionairs in effecten, zeventien
in getal. Onzerzijds wyzeu wy erop,
dat bij liquidatie niet alleen de belan
gen der obligatiehouders zeer ge
schaad worden, maar dat het ook zeer
twijfelachtig is, of daarna de Socië
teit in den tegenwoordigen vorm en de
fraaie concertzaal voor Haarlems bur
gerij behouden zullen blijven, daar niet
te voorzien is, wie by veiling der ge
bouwen kooper zal zijn en waarvoor
hij dez8 zal willen bestemmen. Ook
om deze redenen is het zoozeer ge-
wenscht, dat obügatiebouders zich
vereenigen met het thans gedane voor
stel, dat de vrucht is van rijp over
leg van het bestuur der Sociëteit met
een commissie uit de commissionairs
in effecten.
4-
Het fanfarekorps „Kunst na Ar
beid," onder directie van den beer
C. G. J. Riihl heeft op Nieuwjaars
morgen van den toren der Groote
Kerk goblazen, volgens het door ons
vermelde programma.
Sociëteit Vereeniging.
Het Best-aar der Sociëteit Vereeni
ging heeft zich tot de obligatiehouders
gewend met de mededeeling, dat de
zaak niet langer zoo kan gaan en dat
ingrijpende maatregelen zullen moeien
worden getroffen, om op den duur
haar voortbestaan in dezen vorm te
verzekeren. Sedert de verbouwing en
de kostbare inrichting der Sociëteit in
1894 sluit de winst- en verliesrekening
jaarlyks met een aanmerkelijk tekort,
dat van 1894 toten met 1897 niet minder
dan f 14383.88 bedraagt. Met zeker
heid kan voorspeld worden, dat ook
het, boekjaar 1898 eeu tekort zal op
leveren.
De oorzaak van dezen financieelen
nood ligt hierin, dat de gewone in
komsten en uitgaven elkander niet
dekken, ook niet wanneer delaatsten
tot de meest noodzakelijke worden
beperkt.
Met het oog hierop stelt hei Bestuur j binden om van die fabrikanten, welke,
voor de rente der obligatiën van 1 hetzij direct of indirect leveren aan
4 pCt. tot 2 pCt. te verminderen, j winkeliers die op hun Margarine luxe
geen vast cijfer meer voor aflossing j voorwei pen, galanteriën enz. cadeau
te bepalen, maar ieder jaar door eene geven, geen Margarine meer te nemen
commissie van vyf personen, te kïezsnen elkander direct in te lichten, wan-
uit de te Haarlem gevestigde commis-1 neer zy vernemen, welke fabrikant
sionairs in effecten, te doen vaststellen aan zulko zaken levert, „om zoo-
lioeve8l voor aflossing kan worden J doende weer eeD zuiveren toestand in
besiemd en of er termen zyn tot hetbovengenoemd vak te krijgen."
nitkeeren van eene suppletoire rente,
die evenwel nooit meer dan 2 pCt. j By vonnis van de ArrondissemeDts
kan bedragen. Deze Commissie onder-rechtbank te Haarlem vanden31en
zoekt elk jaar balans en winst- en i December 1898 is in staat van fail-
verliesrekeniog en roept, wanneer zy lisseinent verklaard Wouter Albertus
zich daarmee niet vereenigen kan, de Huisman, vroeger kastelein, thans
obligatiehouders bijeen. Keurt deze zonder beroep, wonende te Hillegom.
vergadering de winst- en rerliesreke- i Rechter Commissaris mr. J. de
nicg niet goed, dan treden de obli- C'orq van Weel, curator mr. H. Pb.
gatiehouders weder in hunne vroegere 't Hooft, advocaat en procureur t8
rechteu. Haarlem.
Margarine.
Uit eene circulaire blijkt, dat ne
gentien firma's alhier, allen handelaars
en winkeliers in Ma- garine, zich ver-
HAAGSCHE BRIEVEN.
Nu is in het jaartal alweder een cij
fertje veranderd en zou ik met goed fat
soen kunnen beweren, dat het een jaar
geleden is, sedert ik mijn laatsten
schreef.
Toch is dit niet zoo. Maar onwillekeu
rig gaat men op den Nieuwjaarsdag met
zijn gedachten een vol jaar terug ten-j
einde in de gelegenheid te zijn de ba
lans op te maken, debet eai credit te
vergelijken.
Als ik zoo naga, wat de stad mijner
inwoning in een jaar beleefde, dan ge
loof ilc, dat wij, Hagenaars, met alle Ne
derlanders deelen in een batig saldo,
dat de geschiedenis van het gansche
land voor 1899 heeft overgelaten.
Maar als ik mijn stadgenooten en
mijn stad bekijk van het zuiver Haag-
sclie standpunt, dan zou ik geneigd zijn
tot een deficit te concludeeren.
Ik zie nog niet alleen op de lange
lijst van nuttige burgers en eerbare
stadgenooten die ons in 't jaar 1898 ont
vielen. Die lijst is ditmaal bijzonder
groot, maar tegen den dood valt niet te
pruttelen. Men kan veler heengaan ten
diepste betreuren, men heeft hen daar-
medo niet terug.
Onder die afgestorvenen was in de
eerste plaats wijlen onze kortstondige
burgemeester, jhr. mr. B. Ph, de Beau
fort goedig man met goeden wil, doch
die ous niet veel van nut kon wezen.
Hem volgde baron van Harinxma. op,
die kwam met de reputatie van een
kundig man, doch tevens met zoodanig
autocratische begrippen als waaraan Ha
genaars zich bezwaarlijk kunnen onder
werpen. Deze eigenschap verleidde den
burgemeester tot de bekende fouten bij
den intocht onzer pas gehuldigde Ko
ningin, fouten diehij nog geenszins
vermocht te doen vergeten. Verschillen
de andere zaken in het burgemoesterlijk
beleid, waarbij ik nu niet langer kan
stilstaan, doen vermoeden dat voor de
burgerij ook in de burgemeesterskamer,
door den heer Roest verlaten, een defi
cit achterblijft.
Zeer stellig is dit het geval op het ge
bied der openbare werken. Enkele daar
van, sedert jaren gevoteerd, kwamen aan
do uitvoering een stapje nader, doch
verschillende zeer belangrijke vraagstuk
ken van algemeen belangde waterver-
versching, de tram, gemeentelijke tele
foon-exploitatie. uitbreiding van het net
voor electrische verlichting, rioleering.
demping van stinkende grachten enz.,
bleven, zooal niet een jaar rustig rusten,
dar toch weder een jaar langer onafge
daan.
Het badseizoen, aanvankelijk ongun
stig, werd door een vrij goeden nazomer
weer iu orde gebracht.
De zaken gingen over het algemeen
niet om er bijzonder op te pochen en
vooral het winterseizoen was tot nu toe
tamelijk onvoordeelig. Werd al bij gele
genheid van de inhuldigingsfeesten door
velen een broodje, en meer, verdiend,
de toevloed van niet-stedelingen was niet
van dien aard, dat betrekkelijk hooge
kosten gedekt of overschreden werden,
i Kunst en wetenschap lieten ons, als
naar gewoonte, niet in den steek en wij
mogen met voldoening terugzien op me
nige hooge uiting van muzikale- of
schilder kunst.
Dit mogen wij op de credit-zijde vaai
onze balans schrijven. En niet minder is
dat het geval met de welgeslaagde Ua»
toonstelling van Nationalen Vrouwenar
beid, die met de Rembrandtteutoonstel
ling ongetwijfeld is geweest het feit van
het inhuldigingsjaar. Hoe men deoke
over deze expositie, hoe men de oongree-
sen beoordeele, die daarmede gepaard
gingen, men kan niet ontkennen, dat
deze verzameling van voorwerpen op elk
gebied, gegroepeerd om de daad, die de
verschijning was van „Hilda van Suy-
lenburg", in velerlei opzicht nuttig is
geweest. Want zij heeft, en in meerdere
mate. de aandacht gevestigd op maat
schappelijke wanverhoudingen, waarvan
men het bestaan wel kende, doch die
nimmer in zoo scherp licht waren ge
steld.
Voor groote rampen bleef de residen
tie gespaard; kort vóór het ten einde
spoeden des jaars trof haar het afbran
den der Brood- en Meelfabriek, die aan
vier menschen het leven kostte. Dat
komt weder op de debet-zijde.
Er is, eindelijk, éen post, met de boe
king waarvan ik geen raad weet: liet
vorderen van het vraagstuk der Sckuvo-
ningsche visschershaven tot een te voren
nooit beleefd stadium,
Toen ik in een vorigen gewaagde van
een gerucht betreffende H. M. de Ko
ningin-Weduwe hoopte ik op officieeie
tegenspraak. Deze bleef niet alleen uit,
doch van de zijde van het Hof wordt
elke nadere inlichting geweigerd. Dit
schijnt, helaas, te wijzen op de bevesti
ging van het gerucht, dat trouwens ook
vasteren vorm heeft aangenomen. Ik
acht het ongewenscht daaromtrent in
nadere bijzonderheden te treden.
H. A. GANIJS Jr
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau F. H. baron Mulert,
burgemeester der gemeente Dall'sen
en W. A. te Wechel, geneeskundige
te Helledoorn.
Benoemd tot adjunct •commies by
het departement van binnenlacdsche
zaken mr. M. I. Duparc. te 's-Gra-
venhage; tot off. van gez. 2e klasse
bij de zeemacht de heer M. vau Wil
ligen, arts.
Aan mr. J. C. de Koning, op zyn
verzoek, eervol ontslag verleend uit
zijne betrekking van waarnemend
Rijks advocaat in Noord-Holland en
Utrecht, onder dankbetuiging voor de
door hem in die betrekking bewezen
diensten.
Aan dec kapitein A. J. Doorman,
van den staf dor geDie, adjudani van
den minister van oorlog, vergunning
verleend tot het aannemen en liet
dragen der ordeteekenen van comman
deur in de orde van St. Stanislaus,
hem door den Keizer aller Russen
FEUILLETON.
Kijkjes in de Sportwereld,
16).
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Ja, een lentemorgen! De straten der
hoofdstad waren verlaten en de koet-;
siers van de vigelantes sliepen en de
paarden ook. De zon steeg al hooger en
liooger maar in de stad werd het als het
kon nog stiller. Konrad liep de eene lan
ge straat in de andere uit zonder een
levende ziel te ontmoeten. Hij dacht
er eerst over een rijtuig te nemen, want
liij had een heel eind af te leggen, maar
in zulke zaken was hij altijd zuinig, bij
na gierig. Hoe langer hij liep, des te
prettiger begon hij het te vinden, dat
hij te voet huiswaarts keerde.
Het was zoo iets buitengewoons die
lange, eenzame straten te doorloopen,
die in den helderen zonneschijn baadeftvn,
terwijl iedereen in de huizen rondom
hem nog sliep. Men zou gedacht hebben,
dat de reusachtig, groote stad uitgestor
ven was, en de sombere gelijkenis tus-
schen den slaap en den dood deed zich
nu duidelijker dan anders voor.
Konrad herinnerde zich een boek van
Flammarion, getiteldde ondergang van
do wereld. De schrijver verhaalde hierin
op zeer phantastische wijze hoe de laat
ste mensch op de afgekoelde aarde stierf
en de zon, wit en koud, lachend op him
paleizen, torens, bruggen, op de door
hen gewrochte kunstwerken neerzag.
Hij liep de Brandenburgsche poort
door, waarop de musschen zaten te tjil
pen, en stak toen voorbij het in aan
bouw zijnde Parlementsgebouw de „Kö-
nigsplatz," over. Een honderd pas van
zijn huis verwijderd hoorde hij ineens
een rijtuig aankomen en niuwsgierig zag
hij omwie zou op dezen lentemorgen
uit toeren zijn gegaan?
Stom van verbazing herkende hij de
schimmels, den koetsier en het rijtuig.
En bijna tegelijkertijd met de equipage
bereikte hij zijn huis. De palfrenier
groette hem, sprong van den bok, open
de het portier en hielp den heer Brandes
bij het uitstappen.
Waar kwam Brandes nog vandaan?
's Morgens om vier uurEn toen schrik
te Konrad in zulk een toestand had hij
zijn vaderlijken vriend nog nooit gezien.
Brandes leunde zwaar op den arm van
den bediende, zijn gezicht zag vaalbleek,
en op zijn jas waren witte vlekken van
sigarenasch zichtbaar.
En nu kreeg hij Konrad in 't oog, die
op hem toetrad en de hand uitstak om
hem behulpzaam te zijn. Een uitdruk
king van spijt, bijna van toorn verspreid-
do zich over zijn gelaat.
„Gjj nog op En buiten Wat beduidt
dat
Konrad vertelde heim in korte woor
den de oorzaak van zijn laat thuisko
men en Brandes kalmeerde weer.
„O! daarom. Vergeef mij." Hij legde
zijn hand op den schouder van den jon-
1 gen man. „Blijf steeds altijd dezelfde,
mijn jongen.
Het is niet goed om je leven te ver
spillen.
Denk altijd aan je vader hij was
oen man van eer, die nooit iemand on
recht aangedaan heeft. Ga niet roekeloos
met je zelf en je leven om onthoud
dat."
Do koetsier reed- naar den stal terug,
do knecht had intusschen de voordeur
geopend om de heeren in te laten. Bran-
dop maakte een afwerend gebaar toen de
huisknecht hem wilde volgen.
„Ga maar naar bed, ik heb u niet
meer noodig."
Toen Konrad zich naar zijn eigen ka
mer wilde begeven, hield Brandes hem
tegen en vroeg
„Zijt ge erg moe?"
„Neen, volstrekt niet."
,.Doe mij dan. een genoegen. Konrad,
en blijf nog een half uurtje bij mij pra
ten."
Zij traden de studeerkamer van Bran
des binnen.
j „Zet nu de ramen open en geef mij
de kist met sigaren en de flesch cognac.
En ook de karaf water."
Hij liet zich vermoeid in een stoel
bij het venster neervallen en zag naar de
ontluikende boomen op de Königsplatz
en de diergaarde.
De zwarte knevel stak scherp af tegen
het bleeke, afgematte gezicht, dat door
j de morgenzon beschenen werd.
„Ik ben naar de club geweest, maar
ik wilde, dat ik het niet gedaan had."
Hij lachte kort en scherp.
„Waarachtig, ik wou dat ik niet ge
gaan was."
Kourad wist niet wat hierop te ant
woorden en zweeg. Zoo ontstond er een
lange stilte. Eindelijk hernam Brandes
„Heb ik je al verteld, dat die Kalm
als lid van onze club opgenomen is?
Dat zou je niet willen gelooven, maar
toch is 't zoo. En als je er nu komt, zie
je altijd die boeventronie. Dat heeft mijn
beste vriend von Carlotta mij geleverd,
ik ben hem er werkelijk zeer dankbaar
voor."
Konrad was ten zeerste verwonderd.
In de voorname kringen sprak men al
tijd met zooveel enthousiasme over de
strenge buitensluiting van de club en
men was altijd zóó voorzichtig gebleven
waar het 't introduceer en van een nieuw
lid betrof, dat Kalm's toelating wel een
parodie scheen.
„Maar hoe is 't mogelijk? Zoo'n man
„Ja, juist, zoo'n man Brandes lachte
bitter.
„Omdat hij geld heeft en men iemand
gebruiken kan, met wien men om groo-
tere sommen kan spelen dan om bank
noten van honderd Mark. Hij heeft van
den prins von Reichenberg bijna twee
honderd duizend M. gewonnen, dat is
toch grof spelen, zon ik denken."
„De prins
Nu gaf Brandes aan zijn hevige woe
de lucht. Hij smeet den stoel een eind
van zich af, zoodat de splinters van het
eikenhouten meubel afvlogen.
„Dio kerel, die prins von Reichenberg
ruineert zichzelf en mij ook. Hij is mij
ontzaglijke sommen schuldig en. voldoet
ze nooit. Het geld, dat hij verliest krijgt
hij altijd en altijd maar weer van mij
Natuurlijk de anderen moeten betaald
Plannen zyn in voorbereiding om
nog in een ander deel van Sumatra,
worden, anders was het met des prinsen
heerlijkheid voor goed uit. Maar Bran-
des moet maar wachten en altijd op
nieuw voorschieten. Wij zijn immers
vrienden, Brandes! zegt hij dan. „Ja,
vrienden
Konrad probeerde hem te kal moeren,
zóó had hij Brandes nog nooit te voren
gezien. Dat zijn woede den prins gold,
gaf hom echter een gevoel van voldoe
ning.
Brandes liep de kamer op en neer,
de aderen op zijn voorhoofd waren ge
zwollen er was zeker geen grooter, gril
liger contract te bedenken dan tusschem
den vroolijken lentemorgen en den afge
matte» man. die van woede kookte.
I „Die man weet, dat hij voor een af
grond staat maar hij is als door 't dolle
heen. Kn 't is hem niet genoeg, dat hij
er zelf in neerstort, maar hij sleept ook
anderen in zijn val mee. Voor die ao-
trice gooit hij sommen weg, nu nog,
nu hij reeds tot over de ooren in de
schuld steekt. Ik wou, dat ik hem nooit
had leerem kennen."
„Dat zou vrij wat beter geweest zijn,"
d-vht Kourad, „niet alleen voor u."
Brandes werd langzamerhand kalmer.
„Gij moet. mij vergeyen, mijn jongen,
dat ik je met mijn klachten kom kwel
len, maar ik moet mijn hart bij iemand