NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
-AJD V^ELELTEnSTTiniIsr
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Haarlem's Dagblad
Ijjls het méést
leatera ISaghlacï te 4
1 Staarlesn ei» Om-i
f streken,
FEUILLETON.
Vrijdag 6 Januari IBS9.
4762
J^01STiNnB3vnEEbTTSI3K.ia"S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. „1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
„de omstreken en franco per post0.371/o
I - 5 regels 5(^ Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Eirangère G. L. BAXJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Monlmartre.
Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot pisatsing ran Advertenties en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel 7*0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zjir.iBloemendaalSantpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN, by de tol; Svaarnda n, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Rillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan.
DHïcieele Bericiiteea.
er visie ligging ontwerp ge-
ftrijzigden ligger der wegen
en schetskaart.
[Burgemeester en Wethouders van
aarlem,
tBrengen ter algemeene kennis, dat
It door hen opgemaakte en vastge-
elde ontwerp van den gewyzigden
fger der wegen in deze gemeente
pt de daarby behoorende schetskaart,
[durende drie wekeD, en wel van 16
inuari tot en met 6 Februari a.s.,
r gemeente-secretarie (7e afdeeling)
jor een ieder ter visie is nederge-
gd, terwyl zy, die tegen het ont-j
)rp bezwaren mochten hebben,deze;
riftolyk, met duidelijke opgaaf van j
;m en woonplaats, voor 14 Februari
raanvolgende moeten ter kennis
mgen van den gemeenteraad.
Haarlem, 5 Jan. 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
In geld(rentelooze voorschotten)
November f 638.795, Dec. f751.05,
totaal f 1389.845.
Yerplegingskosten en diversen
Nov. f90, Dec. f—
AdministratiekostenNov. f 80.20,
Dec. f 134.62', totaal f 214.825.
Totaal: Nov. f 1258.08, December
f 1557.73, totaal f2815.81.
3T AOSHHEIÜW3
Earsts en tweede pagina.
Haarlem, 5 JaD. 1899.
B\j dit nummer ontvangen de ge-
lonneerden kosteloos een in drie
euren gedrukten wandkalender voor
99.
Hun wordt vriendelijk verzocht,
kalender dadelijk in kantoor- en
oonvertrek op te hangen anders
ordt bet licht vergeten en er een
uk gebruik van te maken.
De geheel vernieuwde zwetbrug tus-
ihen hier en Halfweg is beproefd en
gebruik gesteld.
Woensdagmorgen was trein 4 van Rot-
irdam naar Amsterdam zooveel in
srtraging, dat hy hier ter stede op
orkeerd spoor moest worden gebracht
Ai den sneltrein naar Rheine te laten
psoeren, waardoor te Arasterdam de
ansluiting met den sneltrein werd
femist.
Begrafenis.
Fry dagmorgen te 11 2 ure zal van uit
ie woning aan de Wouwermanstraat de
eraardebestelling plaats hebben van
en op zulk eene noodlottig wijze om
let leven gekomen J. Timmerman.
Eene deputatie van werklieden van
Ie fabriek van de heeren Beijnes zal
len stoet vergezellen.
Weldadigheid naar Vermogen.
Maandelijksch Overzicht van de
ereeniging „Weldadigheid naar Ver
togen", boekjaar 1 November 1898—
II October 1899.
I Voor behoeftigen werd toegestaan
Voor brood en levensmiddelen:
fovember f422.305, Dec. f490.875,
otaal f913.18.
Voor brandstoffen: Nov. f 12.28,
)ec. f 166.58, totaal f 178.86.
Voor ligging en kleedingstukken
November, f 14.50, December f 14.60,
totaal f29.10.
W eldadigheid naar V ermogen-
Van 25 Dec. 1898 tot en met 1
Januari 1899 werden de hier onder
volgende extra-giften (Kerstmis- en
Nieuwjaarsgiften) ontvangen
Van dr. P. de K. f 50Ö; Mevr. A.
S. en mev. C. D. v. d. V. beiden te
Bloemendaal f 100Jhr. H. T. v. B.
f60; Jhr. C. C. v. d. W., mej. E. S.
de H„ mr. W. R. bar. v. L., C. J.
G. de B., H. H. B., mej. C. A. van
W. G, douair. v. R. t. t.A.-ö.f50;
H. C. V., mevr. B. J. W. en G. J.
v. d. V. beiden te Bloemendaal, mej.
H. de P., dr. H. D. Tj. W. f25; Mr.
H. E., jhr. H. M. 8. f20 Mr. A. A.
v. d. M., B. G. t. B. f 15; C. K. f 12;
N. N., mr. W. C. K., J. J. F. P., A.
J. K., mr. Th. de H. H., jhr. J. B.
v. M. te Heemstede, mr. W. P. W.,
mevr. wed. D. G. E.—A.. W. de G,
J. A. F., C. E. M., mr. G. G E. L.,
dames P., H. W. G„ mevr. wed. L.
G. J. M.-v. A. f 10W. K. L. f8;
W. J. K. V. f 7,50; H. G M., H. L.
J. v. R., A- v. d. V., H. W. Q. v.
d. S., jhr. mr. J. W. Q„ mej. H. O.
S. S., A. de G, mevr. wed. v. V.—
v. F., M. W. S., mevr. J. A. I.v.
H., P. G. N. H. M., V. K., J.P.,dr.
A. H. G., J. v. G. f5; J. B.W.f4;
P. v. d. W., P. J. L. H., mr. W. v.
H. f3; D. M. L. bar. 8. de L., M.
G. W., mevr. wed. A. v. d. L., mevr.
wed. W. G S., J. H. K., H. D. Tj.
W. jr.. G. E. B., mej. A. P. P., mej.
M. E. WN. N., H. J. V., J. P. v.
L., dr. J. B. W., mej. J. L. K., R.
P., dr. E. v. d. V., mej. C. J. Z.
f2,50; G M., G. H. L. V., A.F.G,
W. F. S. f2; A. v. d. L. jr. f 1,50
Mevr. W., mej. M. G., J. L.. H. G.
G, N. N., mr. G G. v. R., N. N., A.
L. v. d. B., mevr. wed. B. N.. mej.
J. E. N., mevr. P. G. v. D.-H. f 1.
Totaal f 1634,90.
In het vorig dienstjaar 1897/8 werd
in het geheel aan extragiften ontvan-1
gen f 5020,23s.
Een valsch gerucht.
De zoo gaarne verwachte officieel e
of officieuse tegenspraak op de ge
ruchten, welke zoo hardnekkig heb
ben geloopen over eene ernstige ope
ratie, die H. M. de KoniDgin-Moeder
zou moeten ondergaan (zie onze laatste
twee Haagsche Brieveo) is gelukkig
eindeljjk gekomen in den vorm van het
volgende bericht
„Nu de geruchten omtrent eene
operatie, waaraan Hare Majesteit de
Koningin-Moeder zich zoude hebben
te onderwerpen zelfs in buitenlaud-
sche bladen worden vermeld, zijn wij
gemachtigd die geruchten beslist tegen
te sprekeo. Van eene operatie of eeni-
ge de minste aanleiding daartoe is ge
lukkig nooit sprake geweest."
Despotisme.
Men schrijft aan de „Aruh. Ct."
Is het tegenwoordig reeds lastig
om aan de eischen te voldoen, die
voor eene Staats-, provinciale of ge
meentelijke betrekking gesteld wor
den, nog moeielyker zal het worden,
als het voorbeeld, dat in een groot
Drentsch dorp gegeven wordt, navol
ging mocht vinden. Daar heerscht
tusschen den burgemeester en den
notaris een minder aangename ver
standhouding. Een ambtenaar op de
secretarie kwam dikwijls bij den no
taris aan huis, hetgeen den burge
meester zeer verdroot. Deze stelde
zijnen ondergeschikte nu den eisch
om öf voor de betrekking te bedan
ken öf zijne bezoeken te staken. Dit
wilde de ambtenaar niet doen, en
daarom werd hij ontslagen, hoewel de
notaris een zeer geacht persoon is.
Toen nu een nieuwe ambtenaar werd
aangesteld, werd hem bij contract
door den burgemeester de verplichting
opgelegd, den notaris en diens hnis
te schuwen, als een verpeste plaats,
daar hy anders onmiddeliyk ook zyn
ontslag zou krijgen.
Het valt moeilijk aan dergelijke
staaltjes van despotisme te geiooven,
maar het geval is, helaasmaar al te
waar.
SI
E m L A m D.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Met ingang van 16 Jan. 1899 de
heer .T. H. Roelants, arts, benoemd
tot officier van gezondheid der 2de
klasse by de zeemacht; A. Kiaasseu,
te Leeuwarden, benoemd tot bareel
ambtenaar der 3de klasse van den
Rijkswaterstaat.
Met iDgang van 16 Januari a.s., by
de Kou. Ned. Marine-reserve bevor
derd, tot luitenant ter zee der 2de!
klasse, de adelborsten der 1ste klasse
H. K. van der Goot en G. P. Baum, j
en tot adelborst der 1ste klasse, de
buitengewone adelborst J. de Koning.
Brutale inbrekers.
In de Jacobusstraat no. 38 te Rot
terdam ten huize van den heer F. W.1
S. zyu op een der afgeloopen nachten
brutale inbrekers binnengedrongen.
De heer S., door eenig geraas in
zijn slaapvertrek ontwakende, zag een
vreemden indringer en greep den in
breker aan, die verzocht; er geen
„politiezaak" van te maken. De heer
8., die deze vraag met de tegenover
gestelde verzekering beantwoordde,
ontving daarop eenige vuistslagen in
het gelaat, waarop de inbreker de
trappen afrende, weldra gevolgd dooi
den bewoner, die om politiehulp riep,
doch niet kon vinden dan aan het
politiebureau in do Witte de With-
straat.
Vergezeld van een rechercheur
terugkomende zag men twee vreemde
kerels, waaronder de eerste inbreker,
uit zyn woning komen en wegijlen
zonder dat het gelukken mocht hen
te achterhalen.
Eenige voorwerpen van geringe
waarde hadden de indringers tot zich
genomen.
In verband met deze zaak zyn door
de politie reeds een 15-tal verdachte
personen in verhoor genomen, die op
den bewusten nacht in dat stadsge
deelte zyn opgemerkt.
Zijn patroon bestolen.
Zaterdagavond liepen twee personen,
trots het gure en onaangename weder,
geruimen tijd schijnbaar doelloos langs
den Haagdyk te Breda. Onder de
vele lieden, die op en af gingen be
vonden zich ook twee mannen (vader
en zoon) waarvan de jongste een krai-
wagen voortduwde, belast met een
zak, die, te oordeelen naar de stroo-
spiertjes en de aardappelschillen welke
eruit staken, met afval was gevuld.
Onverwacht traden de twee eersten
te voorschijn en maken zich bekeud
als marechaussees in welke hoedanig
heid zij het verlangen te kennen gaven
den wagen eens ie inspecteeren. Na
heel veel tegenstribbelen op een
gegeven oogenblik gingen de kruiers
op den zak^ liggen, waardoor maar al
te duidelijk bleek, dat het zaakje niet
pluis was werd daaraan voldaan
en nu bleek, dat de zak zoo zwaar
was, dat men dien byna niet kon op
tillen en dat zich in de schillen krui
denierswaren bevonden, ontvreemd ten
nadeele vau een bakker, bij wien een
der twee (vader en zoon) in dienst
was. Na langdurige ondervraging werd
eeu volledige bekentenis afgelegd.
Gedurende jaren had de knecht zich
op die wijze goederen zijns meesters
toegeëigend, om ze zelf de man
had een kruidenierswinkel vau de
hand te doen.
Openbare gezondheidsr egeling
Het 4de congres voor openbare ge
zondheidsregeling zal in de maand Juli
te Maastricht bijeenkomen.
Tot de belangrijke panton van be
handeling behooren de regeling van
het toezicht op het slachtvee, de
vleeschkenr en de worstbereiding.
Daartoe is een commissie van praead-
vies benoemd, bestaande uit de heeren
L. Serrurier, D. F. van Esveld, M.
J. Hengeveld, dr. M. W. Pijnappel
en dr. J. Poels.
Levend begraven.
Te Stiens (Fr.) is de putgraver
Dijkstra by de uitoefening van zyn
bemep om het leven gekomen. Bezig
zijnde met het graven van een put
bemerkte hij scheuren, die hy als niet
gevaarlijk beschouwdede zooge
naamde „kuip", die veiligheidshalve
bij dergelijke werkzaamheden wordt
gebezigd gebruikte hy echter niet,
ten einde gemakkelijker en sneller te
werken. Toen echter het oogenblik
gekomen was om de „knip" te plaat
sen en men hem naar boven zou ha
len, viel eensklaps een aardmassa op
hem, die belette D. naar boven te
werken. Een der arbeiders, G. v. d.
Wonde, werkte veel aarde rondom
hem weg, maar een tweede instorting
dreigde "en noodzaakte v. d. W. den
kuil ie verlaten. Hartverscheurend
moet het geweest zyn Dijkstra te
hooren zeggen „nu ben je aan myn
hoofd toe."
Nadat v. d. W. den pat verlaten
had, volgde eene instorting. Met alle
kracht werd er toen rondom den put
onder doodsche stilte gegravenhet
gold hier de redding van het leven
van een mensch en mede-arbeider. Dr.
De Jager was vroegtijdig ter plaatse
aanwezig, en de j: olitie zorgde voor
maatregelen van veiligheid.
't Werd duister en bij schemerende
lampjes werd in halfdonker gegraven
en gezocht, met het gevolg dat het
lijk van Dijkstra werd opgehaald. Een
weduwe met een groot gezin blijft
onverzorgd achter.
Vervalschte cacao.
In bet Maandblad tegen de ver-
valschingen wordt het resultaat mede
gedeeld van het onderzoek van. een
paar soorten „cacao", niet in in ver
pakking verkocht, welke vooral in
het Noorden aan den man schijnen
getracht te worden.
„Ze bleken eerstens vermengd te
zijn met flinke hoeveelheden meel
het gewone verschijnsel, indien men
zoo onverstandig is om onverpakte
cacao te koopen verder was y'zer-
meuie toegevoegd, een stof die in het
geheel niet in de maag thuis behoort,
en- eindelijk was een te groote hoe
veelheid waardelooze en onverteerbare
cacaoschillen toegevoegd om „op den
prijs" te kunnen komen. Deze schillen
worden tegenwoordig zoodanig ragfijn
gemalen, dank zy speciaal daartoe
dienstige molens, dat zij voor den
oningewijde niet van cacaopoeder te
onderscheiden zyn."
Het Maandblad zon het wenschelyk
achten, dat de Nederlandsche cacao
fabrikanten zich aansloten tot een
bond, waarvan de leden zich zouden
verbindcu uitsluitend onvervaischte
waar in den handel te brengen en
dat zij daaraan de noodige publiciteit
gaven.
RECHTSZAKEN.
Diefstallen in de Haarlem
mermeer.
De naaister N. de Boer te Amster
dam had zich Woensdag voor de
Rechtbank aldaar te verantwoorden
wegens heling van een groot aantal
gouden en zilveren voorwerpen, af"
komstig van een diefstal in den nacht
van 20—21 October in de Haarlem
mermeer.
Haar werd ten laste gelegd, dat zy
op of na 24 October by een tweetal
pandhuishouders had beleend 2 gou
den damesringen, 1 zilveren suiker-
schop, 15 zilveren lepeltjes, 2 kap-
spelden, 1 gouden medaillon met ket
ting, 12 lepeltjes en 2 gembervorkjes
voorts 1 sigarenkoker met gouden slot,
1 gouden ketting, 1 bloedkoralen en
1 granaten ketting, 1 gouden broche
met diamant. Nog waren by haar aan
huis gevonden 2 kapspelden, 2 gra
naten armbanden met gouden slot, 1
juweelen broche, 1 portemonnaie met
gouden slot, 1 paarlmoeren lepelkistje,
1 nikkel melkkan, 1 paarlmoeren
scheepje, eetlepels, vorken en messen
en 1 kristallen lepelkistje.
De beklaagde ontkende stellig deze
voorwerpen op oneerlijke wyze, met
de wetenschap dat zy van diefstal
afkomstig wareD, te hebben verkregen.
Zy had ze öf gekocht, öf van haar
man gekregen.
Als getuigen werden het eerst ge
hoord de beide pandhuishouders, die
de gekochte voorwerpen alle herken
den. De eerste koopman en zyn be
diende herkenden pertinent de be
klaagde als de vrouw die de panden
was komen beleenende tweede was
niet zeker van zyn zaak, maar her
kende een kistje, dat ook by den
eersten koopman was gezien. Daarin
waren verscbiliende voorworpen ge
borgen geweest.
By de huiszoeking had bekl. een
verdachte houdiDg aangenomen. Zy
was het eerst in verhoor genomen en
daarna haar man, terwijl zy zich moest
verwijderen. Door zichtbare en hoor
bare teekeDS had de vrouw haar man
beduid wat hy te zeggen had om
beider verklaringen te doen overeen
stemmen.
De beide landbouwers in de Haar-
emmermeer, by wie op 29—21 Octo
ber ingebroken is, herkenden de ver
schillende in beslag genomen voor
werpen als hun eigendom, of eigendom
hunner familie. Ook andere huisge-
nooten stelden de identiteit der stuk
ken van overtuiging vast.
Niettegenstaande alles wat tegen
haar was ingebracht, bleef de be
klaagde halstarrig beweren, dat de
goederen haar eigendom waren.
Het O. M., mr. baron HugeDpoth
tot Aerdt, achtte bewezen, dat de
aanwezige voorwerpen afkomstig wa
ren van de beide diefstallen in de Haar
lemmermeer, voorts, dat bekl. een deel
dezer voorwerpen een paar dagen na
de inbraken heeft verpand. 8pr. toonde
aan, dat bekl. had gehandeld nit
winstbejag en dat zy in gebreke is
gebleven een aanneembare herkomst
op te geven van de by haar gevonden
voorwerpen. Uit het geheele leugen
achtige verhaal dat door bekl. wordt
opgedischt, blykt ten volle, dat zy heeft
gehandeld te kwader trouw, terwyl
deze kwade trouw ook duideiyk is
uit de door bekl. aangenomen houding
by de huiszoeking.
Op grond van een en ander acht
Ujkjes in de Sportwereld,
18)
..Zijn Doorluchtigheid, de prins von
Reichenberg
De knecht overhandigde Brandes een
smal, wit visitekaartje.
Nu barstte Brandes' woede eerst los.
„Hij waagt het dus! Laat dien heer
[binnenkomen
,Hij waagt het dus werkelijk mij on
der de oogen te komen! Vooruit, laat
hem binnen
En tot Konrad, gewend vervolgde hij
„Gij blijft zoolang nog hier. Gij moet
getuige zijn, hoe ik dien kerel de waar
heid zal zeggen.
De knecht opende de vleugeldeur, en
tag eerst Brandes, toen den binnentre
dende verlegen aan.
Sidderend bleef de prins een oogenblik
op den drempel staan. Zijn slappe ge
stalte in de zwarte burgerkleeding scheen
bij da hooge deur vergeleken nog klei
ner en onbeduidender dan anders.
Toen trad hij naar voren, de deur ach
ter hen werd gesloten en geruischloos
vielen de portieres dicht.
Brandes stond in het midden der ka
mer met' de armen over de borst gekruist1
en verroerde zich niet. De prins zag eerst
naar hem, toen naar Konrad, die uit het
venster keek, trad een paar pas naar vo
ren en zeide
„Ik kom u om vergiffenis vragen,
Brandes."
„Werkelijk
„Ik heb als een krankzinnige gehan
deld, ik had. mijn verstand niet bij el
kaar. Vergeef mij, Brandes!"
„Konrad
Konrad trad van 't venster terug en
ging naast Brandes staan.
„Wees zoo goed Konrad, dezen heer
to vragen of hij mij of mijn bankier bin
nen drie dagen, vandaag meegerekend,
de som van 1,630.000 Mark wil uitbe
talen."
Konrad vroeg echter niets. Met smee-
kend opgeheven handen trad de prins
voorwaarts.
„Brandes, ik ben geruineerd. Heb
medelijden met mij."
„Ik zal je een geschiedenis vertellen,
beste Konrad, waaruit ge zeer veel lee-
ren kunt, zeide Brandes, tegen de ge
weer kast leunend en zijn oogen op den
prins gevestigd houdend. „Iemand helpt
een ander jaarlijks met groote sommen
gelds. Er bestaat geen kans, dat hij het
geld ooit terug krijgt, maar uit oude
vriendschap doet hij het, omdat hij zijn
vriend niet ten gronde wil zien gaan. j
En wat doet nu deze? Zonder een
cent te bezitten poineert hij aan de
speeltafel tegen zijn vriend. Hij zelf
waagt er niets bij, want hij bezit toch
niets, maar zijn vriend kan hij in een
omzien ruineer en. En voor drievierde is
hem dat ook gelukt. Wat de zooge
naamde vriend ontving waren contanten
en geldige cheques, terwijl de ander
waardeloozo kaartjes kreeg visitekaart-
jes van den prins Alexander Nicolaas."
Hij haalde een pakje van deze kaartjes
uit zijn zak en wierp het den prins voor
de voeten.
„Weg met dat 'tuig, ik wil het geen.
minuut langer in mijn zak houden."
Brandes liep driftig door de kamer
door wier geopende vensters de motre
gen naar binnen woei, en zag toen plot
seling naar don prins, die met de han-'
den voor 't gelaat over een stoel leunde.
„Verlangt gij nog iets van mij
Rillend hief de prins het hoofd op.
„Wat zijt ge van plan te doen, Bran
des V'
„Doen? Me dunkt, dat is nogal dui
delijk.
Om twaalf uur rijd ik naar mijn ban
kier om do rest van mijn vermogen aan
verschillende heeren te laten uitbetalen,
om één uur naar imjn advocaat, om twee
uur naar den kommandant van de ku
rassiers.
Gij zult er goed aan doen Hoogheid,
met vóór dien tijd verlof aan te vragen."
Tevergeefs trachtend zich aan den
stoel vast te houden zonk de prins voor
Brandes op de knieën. Hij wilde nog
iets zeggen, maar de woorden kwamen
hem niet over de lippen, en toen zag
hij hoe Brandes zonder een woord te
zeggen of hem aan te zien, de kamer
verliet.
Eenige oogenblikken rustte Konrad's
blik op den gebroken man. Daar lag
nu de prins von Reichenberg, die voor
weinige jaa-en in de oogen der menschen
onmetelijk rijk scheen en nu geen geld,
geen toekomst, zelfs geen eer meer be
zat. Hij dacht aan zijns ouders huis en
hun eenvoudige betrekkingen to Ins ter-
burg. Daar ontmoette het oog geen rijk
dom zooals hier, maar daar werden
de menschen ook niet in één nacht ge
ruineerd.
Het kwam hem voor als klonk 't klok
kenspel van den toren hem in de oor en,
en hij zag zichzelf weer als kleine jon
gen in het koor staan, terwijl het orgel
door het kerkje ruisehte en de gemeente
zong. Zonder eenige reden of samen
hang kwam dit beeld hem voor den
geest, en terwijl hij peinzend op den
knielenden, jongen man neerzag klon
ken hem de woorden van den pastoor
Wislenicus in do oorenkomt tot mij,
gij, die vermoeid en belast zijt.
Hij trad op den prins toe, en hief
hem op. Spreken kon hij niet, wat zou
hij ook kunnen zeggen?
Langzaam geleidde hij hem naar de
deur. toen boog de prins als wilde hij
hem danken en drukte hem de hand.
Konrad trok de portière terug en
opende de deur. De prins boog nog eens
en wilde zich verwijderen, maar hij had
geen tijd den drempel te overschrijden.
In do voorkamer werd een deur dichtge
slagen en een vroolijk, helder gelach
weerklonk; 't volgende oogenblik stond
Kathchen voor hem.
„Ah, HoogheidLachend wilde zij
iets zeggen, maar toen zij hem aanzag
verdween haar vroolijkheid.
Hij trachtte te glimlachen.
„Juffrouw Kathchen k, eh... ik heb
haast, eb... vaarwel juffrouw Kathchen."
Nu trad er een bediende binnen en
zag zoekend rond. Daarna trad hij op
IKonrad toe en zeide zachtjes:
Mijnheer Brandes verzoekt u even
bij hem te komen."
Konrad ging heen, en zwijgend ver
gezelde Kathchen den prins door de
corridor, die tot wintertuin was inge
richt, naar beneden. Er was iets met
hem voorgevallen, maar zij durfde hem
er niet naar vragen. Zij stak hem nu
haar handje toe en zeide
„Tot weerziens. Misschien ontmoeten
wij elkaar vanmiddag in de diergaarde.
Natuurlijk als 't beter weer wordt."
Hij boog. Een laatste gedachte schoot
hem in zijn vertwijfeling nog te binnen.
Als het volgend oogenblik de deur zich
achter hem sloot, was hij alleen. Alleen
voor altijd.
Hij liet haar handje, dat zij hem ten
afscheid 'toestak niet los, maar omklem
de de vingertjes bijna krampachtig.
„Juffrouw Kiitchon ik... en..." hij
stamelde, onsamenhangende woorden,
waarvan zij niets begreep.
Maar zij begreep wel dat er iets ver
schrikkelijks voorgevallen was, en met
angstige, groote oogen zag zij op naar
zijn bleek gelaat. Toch zich beheerschend
sloot zij de deur ging hem haastig voor
door de Oranjerie naar een op Chinee-
sche wijze gemeubileerd vertrek, dat
slechts zelden gebruikt en eenigszins af
gelegen van de andere kamers lag.
„Wat is er gebeurd