NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. -AJD V^ELELTEnSTTiniIsr Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Haarlem's Dagblad Ijjls het méést leatera ISaghlacï te 4 1 Staarlesn ei» Om-i f streken, FEUILLETON. Vrijdag 6 Januari IBS9. 4762 J^01STiNnB3vnEEbTTSI3K.ia"S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. „1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 „de omstreken en franco per post0.371/o I - 5 regels 5(^ Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Eirangère G. L. BAXJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Monlmartre. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot pisatsing ran Advertenties en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel 7*0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zjir.iBloemendaalSantpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN, by de tol; Svaarnda n, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Rillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan. DHïcieele Bericiiteea. er visie ligging ontwerp ge- ftrijzigden ligger der wegen en schetskaart. [Burgemeester en Wethouders van aarlem, tBrengen ter algemeene kennis, dat It door hen opgemaakte en vastge- elde ontwerp van den gewyzigden fger der wegen in deze gemeente pt de daarby behoorende schetskaart, [durende drie wekeD, en wel van 16 inuari tot en met 6 Februari a.s., r gemeente-secretarie (7e afdeeling) jor een ieder ter visie is nederge- gd, terwyl zy, die tegen het ont-j )rp bezwaren mochten hebben,deze; riftolyk, met duidelijke opgaaf van j ;m en woonplaats, voor 14 Februari raanvolgende moeten ter kennis mgen van den gemeenteraad. Haarlem, 5 Jan. 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. In geld(rentelooze voorschotten) November f 638.795, Dec. f751.05, totaal f 1389.845. Yerplegingskosten en diversen Nov. f90, Dec. f— AdministratiekostenNov. f 80.20, Dec. f 134.62', totaal f 214.825. Totaal: Nov. f 1258.08, December f 1557.73, totaal f2815.81. 3T AOSHHEIÜW3 Earsts en tweede pagina. Haarlem, 5 JaD. 1899. B\j dit nummer ontvangen de ge- lonneerden kosteloos een in drie euren gedrukten wandkalender voor 99. Hun wordt vriendelijk verzocht, kalender dadelijk in kantoor- en oonvertrek op te hangen anders ordt bet licht vergeten en er een uk gebruik van te maken. De geheel vernieuwde zwetbrug tus- ihen hier en Halfweg is beproefd en gebruik gesteld. Woensdagmorgen was trein 4 van Rot- irdam naar Amsterdam zooveel in srtraging, dat hy hier ter stede op orkeerd spoor moest worden gebracht Ai den sneltrein naar Rheine te laten psoeren, waardoor te Arasterdam de ansluiting met den sneltrein werd femist. Begrafenis. Fry dagmorgen te 11 2 ure zal van uit ie woning aan de Wouwermanstraat de eraardebestelling plaats hebben van en op zulk eene noodlottig wijze om let leven gekomen J. Timmerman. Eene deputatie van werklieden van Ie fabriek van de heeren Beijnes zal len stoet vergezellen. Weldadigheid naar Vermogen. Maandelijksch Overzicht van de ereeniging „Weldadigheid naar Ver togen", boekjaar 1 November 1898— II October 1899. I Voor behoeftigen werd toegestaan Voor brood en levensmiddelen: fovember f422.305, Dec. f490.875, otaal f913.18. Voor brandstoffen: Nov. f 12.28, )ec. f 166.58, totaal f 178.86. Voor ligging en kleedingstukken November, f 14.50, December f 14.60, totaal f29.10. W eldadigheid naar V ermogen- Van 25 Dec. 1898 tot en met 1 Januari 1899 werden de hier onder volgende extra-giften (Kerstmis- en Nieuwjaarsgiften) ontvangen Van dr. P. de K. f 50Ö; Mevr. A. S. en mev. C. D. v. d. V. beiden te Bloemendaal f 100Jhr. H. T. v. B. f60; Jhr. C. C. v. d. W., mej. E. S. de H„ mr. W. R. bar. v. L., C. J. G. de B., H. H. B., mej. C. A. van W. G, douair. v. R. t. t.A.-ö.f50; H. C. V., mevr. B. J. W. en G. J. v. d. V. beiden te Bloemendaal, mej. H. de P., dr. H. D. Tj. W. f25; Mr. H. E., jhr. H. M. 8. f20 Mr. A. A. v. d. M., B. G. t. B. f 15; C. K. f 12; N. N., mr. W. C. K., J. J. F. P., A. J. K., mr. Th. de H. H., jhr. J. B. v. M. te Heemstede, mr. W. P. W., mevr. wed. D. G. E.—A.. W. de G, J. A. F., C. E. M., mr. G. G E. L., dames P., H. W. G„ mevr. wed. L. G. J. M.-v. A. f 10W. K. L. f8; W. J. K. V. f 7,50; H. G M., H. L. J. v. R., A- v. d. V., H. W. Q. v. d. S., jhr. mr. J. W. Q„ mej. H. O. S. S., A. de G, mevr. wed. v. V.— v. F., M. W. S., mevr. J. A. I.v. H., P. G. N. H. M., V. K., J.P.,dr. A. H. G., J. v. G. f5; J. B.W.f4; P. v. d. W., P. J. L. H., mr. W. v. H. f3; D. M. L. bar. 8. de L., M. G. W., mevr. wed. A. v. d. L., mevr. wed. W. G S., J. H. K., H. D. Tj. W. jr.. G. E. B., mej. A. P. P., mej. M. E. WN. N., H. J. V., J. P. v. L., dr. J. B. W., mej. J. L. K., R. P., dr. E. v. d. V., mej. C. J. Z. f2,50; G M., G. H. L. V., A.F.G, W. F. S. f2; A. v. d. L. jr. f 1,50 Mevr. W., mej. M. G., J. L.. H. G. G, N. N., mr. G G. v. R., N. N., A. L. v. d. B., mevr. wed. B. N.. mej. J. E. N., mevr. P. G. v. D.-H. f 1. Totaal f 1634,90. In het vorig dienstjaar 1897/8 werd in het geheel aan extragiften ontvan-1 gen f 5020,23s. Een valsch gerucht. De zoo gaarne verwachte officieel e of officieuse tegenspraak op de ge ruchten, welke zoo hardnekkig heb ben geloopen over eene ernstige ope ratie, die H. M. de KoniDgin-Moeder zou moeten ondergaan (zie onze laatste twee Haagsche Brieveo) is gelukkig eindeljjk gekomen in den vorm van het volgende bericht „Nu de geruchten omtrent eene operatie, waaraan Hare Majesteit de Koningin-Moeder zich zoude hebben te onderwerpen zelfs in buitenlaud- sche bladen worden vermeld, zijn wij gemachtigd die geruchten beslist tegen te sprekeo. Van eene operatie of eeni- ge de minste aanleiding daartoe is ge lukkig nooit sprake geweest." Despotisme. Men schrijft aan de „Aruh. Ct." Is het tegenwoordig reeds lastig om aan de eischen te voldoen, die voor eene Staats-, provinciale of ge meentelijke betrekking gesteld wor den, nog moeielyker zal het worden, als het voorbeeld, dat in een groot Drentsch dorp gegeven wordt, navol ging mocht vinden. Daar heerscht tusschen den burgemeester en den notaris een minder aangename ver standhouding. Een ambtenaar op de secretarie kwam dikwijls bij den no taris aan huis, hetgeen den burge meester zeer verdroot. Deze stelde zijnen ondergeschikte nu den eisch om öf voor de betrekking te bedan ken öf zijne bezoeken te staken. Dit wilde de ambtenaar niet doen, en daarom werd hij ontslagen, hoewel de notaris een zeer geacht persoon is. Toen nu een nieuwe ambtenaar werd aangesteld, werd hem bij contract door den burgemeester de verplichting opgelegd, den notaris en diens hnis te schuwen, als een verpeste plaats, daar hy anders onmiddeliyk ook zyn ontslag zou krijgen. Het valt moeilijk aan dergelijke staaltjes van despotisme te geiooven, maar het geval is, helaasmaar al te waar. SI E m L A m D. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Met ingang van 16 Jan. 1899 de heer .T. H. Roelants, arts, benoemd tot officier van gezondheid der 2de klasse by de zeemacht; A. Kiaasseu, te Leeuwarden, benoemd tot bareel ambtenaar der 3de klasse van den Rijkswaterstaat. Met iDgang van 16 Januari a.s., by de Kou. Ned. Marine-reserve bevor derd, tot luitenant ter zee der 2de! klasse, de adelborsten der 1ste klasse H. K. van der Goot en G. P. Baum, j en tot adelborst der 1ste klasse, de buitengewone adelborst J. de Koning. Brutale inbrekers. In de Jacobusstraat no. 38 te Rot terdam ten huize van den heer F. W.1 S. zyu op een der afgeloopen nachten brutale inbrekers binnengedrongen. De heer S., door eenig geraas in zijn slaapvertrek ontwakende, zag een vreemden indringer en greep den in breker aan, die verzocht; er geen „politiezaak" van te maken. De heer 8., die deze vraag met de tegenover gestelde verzekering beantwoordde, ontving daarop eenige vuistslagen in het gelaat, waarop de inbreker de trappen afrende, weldra gevolgd dooi den bewoner, die om politiehulp riep, doch niet kon vinden dan aan het politiebureau in do Witte de With- straat. Vergezeld van een rechercheur terugkomende zag men twee vreemde kerels, waaronder de eerste inbreker, uit zyn woning komen en wegijlen zonder dat het gelukken mocht hen te achterhalen. Eenige voorwerpen van geringe waarde hadden de indringers tot zich genomen. In verband met deze zaak zyn door de politie reeds een 15-tal verdachte personen in verhoor genomen, die op den bewusten nacht in dat stadsge deelte zyn opgemerkt. Zijn patroon bestolen. Zaterdagavond liepen twee personen, trots het gure en onaangename weder, geruimen tijd schijnbaar doelloos langs den Haagdyk te Breda. Onder de vele lieden, die op en af gingen be vonden zich ook twee mannen (vader en zoon) waarvan de jongste een krai- wagen voortduwde, belast met een zak, die, te oordeelen naar de stroo- spiertjes en de aardappelschillen welke eruit staken, met afval was gevuld. Onverwacht traden de twee eersten te voorschijn en maken zich bekeud als marechaussees in welke hoedanig heid zij het verlangen te kennen gaven den wagen eens ie inspecteeren. Na heel veel tegenstribbelen op een gegeven oogenblik gingen de kruiers op den zak^ liggen, waardoor maar al te duidelijk bleek, dat het zaakje niet pluis was werd daaraan voldaan en nu bleek, dat de zak zoo zwaar was, dat men dien byna niet kon op tillen en dat zich in de schillen krui denierswaren bevonden, ontvreemd ten nadeele vau een bakker, bij wien een der twee (vader en zoon) in dienst was. Na langdurige ondervraging werd eeu volledige bekentenis afgelegd. Gedurende jaren had de knecht zich op die wijze goederen zijns meesters toegeëigend, om ze zelf de man had een kruidenierswinkel vau de hand te doen. Openbare gezondheidsr egeling Het 4de congres voor openbare ge zondheidsregeling zal in de maand Juli te Maastricht bijeenkomen. Tot de belangrijke panton van be handeling behooren de regeling van het toezicht op het slachtvee, de vleeschkenr en de worstbereiding. Daartoe is een commissie van praead- vies benoemd, bestaande uit de heeren L. Serrurier, D. F. van Esveld, M. J. Hengeveld, dr. M. W. Pijnappel en dr. J. Poels. Levend begraven. Te Stiens (Fr.) is de putgraver Dijkstra by de uitoefening van zyn bemep om het leven gekomen. Bezig zijnde met het graven van een put bemerkte hij scheuren, die hy als niet gevaarlijk beschouwdede zooge naamde „kuip", die veiligheidshalve bij dergelijke werkzaamheden wordt gebezigd gebruikte hy echter niet, ten einde gemakkelijker en sneller te werken. Toen echter het oogenblik gekomen was om de „knip" te plaat sen en men hem naar boven zou ha len, viel eensklaps een aardmassa op hem, die belette D. naar boven te werken. Een der arbeiders, G. v. d. Wonde, werkte veel aarde rondom hem weg, maar een tweede instorting dreigde "en noodzaakte v. d. W. den kuil ie verlaten. Hartverscheurend moet het geweest zyn Dijkstra te hooren zeggen „nu ben je aan myn hoofd toe." Nadat v. d. W. den pat verlaten had, volgde eene instorting. Met alle kracht werd er toen rondom den put onder doodsche stilte gegravenhet gold hier de redding van het leven van een mensch en mede-arbeider. Dr. De Jager was vroegtijdig ter plaatse aanwezig, en de j: olitie zorgde voor maatregelen van veiligheid. 't Werd duister en bij schemerende lampjes werd in halfdonker gegraven en gezocht, met het gevolg dat het lijk van Dijkstra werd opgehaald. Een weduwe met een groot gezin blijft onverzorgd achter. Vervalschte cacao. In bet Maandblad tegen de ver- valschingen wordt het resultaat mede gedeeld van het onderzoek van. een paar soorten „cacao", niet in in ver pakking verkocht, welke vooral in het Noorden aan den man schijnen getracht te worden. „Ze bleken eerstens vermengd te zijn met flinke hoeveelheden meel het gewone verschijnsel, indien men zoo onverstandig is om onverpakte cacao te koopen verder was y'zer- meuie toegevoegd, een stof die in het geheel niet in de maag thuis behoort, en- eindelijk was een te groote hoe veelheid waardelooze en onverteerbare cacaoschillen toegevoegd om „op den prijs" te kunnen komen. Deze schillen worden tegenwoordig zoodanig ragfijn gemalen, dank zy speciaal daartoe dienstige molens, dat zij voor den oningewijde niet van cacaopoeder te onderscheiden zyn." Het Maandblad zon het wenschelyk achten, dat de Nederlandsche cacao fabrikanten zich aansloten tot een bond, waarvan de leden zich zouden verbindcu uitsluitend onvervaischte waar in den handel te brengen en dat zij daaraan de noodige publiciteit gaven. RECHTSZAKEN. Diefstallen in de Haarlem mermeer. De naaister N. de Boer te Amster dam had zich Woensdag voor de Rechtbank aldaar te verantwoorden wegens heling van een groot aantal gouden en zilveren voorwerpen, af" komstig van een diefstal in den nacht van 20—21 October in de Haarlem mermeer. Haar werd ten laste gelegd, dat zy op of na 24 October by een tweetal pandhuishouders had beleend 2 gou den damesringen, 1 zilveren suiker- schop, 15 zilveren lepeltjes, 2 kap- spelden, 1 gouden medaillon met ket ting, 12 lepeltjes en 2 gembervorkjes voorts 1 sigarenkoker met gouden slot, 1 gouden ketting, 1 bloedkoralen en 1 granaten ketting, 1 gouden broche met diamant. Nog waren by haar aan huis gevonden 2 kapspelden, 2 gra naten armbanden met gouden slot, 1 juweelen broche, 1 portemonnaie met gouden slot, 1 paarlmoeren lepelkistje, 1 nikkel melkkan, 1 paarlmoeren scheepje, eetlepels, vorken en messen en 1 kristallen lepelkistje. De beklaagde ontkende stellig deze voorwerpen op oneerlijke wyze, met de wetenschap dat zy van diefstal afkomstig wareD, te hebben verkregen. Zy had ze öf gekocht, öf van haar man gekregen. Als getuigen werden het eerst ge hoord de beide pandhuishouders, die de gekochte voorwerpen alle herken den. De eerste koopman en zyn be diende herkenden pertinent de be klaagde als de vrouw die de panden was komen beleenende tweede was niet zeker van zyn zaak, maar her kende een kistje, dat ook by den eersten koopman was gezien. Daarin waren verscbiliende voorworpen ge borgen geweest. By de huiszoeking had bekl. een verdachte houdiDg aangenomen. Zy was het eerst in verhoor genomen en daarna haar man, terwijl zy zich moest verwijderen. Door zichtbare en hoor bare teekeDS had de vrouw haar man beduid wat hy te zeggen had om beider verklaringen te doen overeen stemmen. De beide landbouwers in de Haar- emmermeer, by wie op 29—21 Octo ber ingebroken is, herkenden de ver schillende in beslag genomen voor werpen als hun eigendom, of eigendom hunner familie. Ook andere huisge- nooten stelden de identiteit der stuk ken van overtuiging vast. Niettegenstaande alles wat tegen haar was ingebracht, bleef de be klaagde halstarrig beweren, dat de goederen haar eigendom waren. Het O. M., mr. baron HugeDpoth tot Aerdt, achtte bewezen, dat de aanwezige voorwerpen afkomstig wa ren van de beide diefstallen in de Haar lemmermeer, voorts, dat bekl. een deel dezer voorwerpen een paar dagen na de inbraken heeft verpand. 8pr. toonde aan, dat bekl. had gehandeld nit winstbejag en dat zy in gebreke is gebleven een aanneembare herkomst op te geven van de by haar gevonden voorwerpen. Uit het geheele leugen achtige verhaal dat door bekl. wordt opgedischt, blykt ten volle, dat zy heeft gehandeld te kwader trouw, terwyl deze kwade trouw ook duideiyk is uit de door bekl. aangenomen houding by de huiszoeking. Op grond van een en ander acht Ujkjes in de Sportwereld, 18) ..Zijn Doorluchtigheid, de prins von Reichenberg De knecht overhandigde Brandes een smal, wit visitekaartje. Nu barstte Brandes' woede eerst los. „Hij waagt het dus! Laat dien heer [binnenkomen ,Hij waagt het dus werkelijk mij on der de oogen te komen! Vooruit, laat hem binnen En tot Konrad, gewend vervolgde hij „Gij blijft zoolang nog hier. Gij moet getuige zijn, hoe ik dien kerel de waar heid zal zeggen. De knecht opende de vleugeldeur, en tag eerst Brandes, toen den binnentre dende verlegen aan. Sidderend bleef de prins een oogenblik op den drempel staan. Zijn slappe ge stalte in de zwarte burgerkleeding scheen bij da hooge deur vergeleken nog klei ner en onbeduidender dan anders. Toen trad hij naar voren, de deur ach ter hen werd gesloten en geruischloos vielen de portieres dicht. Brandes stond in het midden der ka mer met' de armen over de borst gekruist1 en verroerde zich niet. De prins zag eerst naar hem, toen naar Konrad, die uit het venster keek, trad een paar pas naar vo ren en zeide „Ik kom u om vergiffenis vragen, Brandes." „Werkelijk „Ik heb als een krankzinnige gehan deld, ik had. mijn verstand niet bij el kaar. Vergeef mij, Brandes!" „Konrad Konrad trad van 't venster terug en ging naast Brandes staan. „Wees zoo goed Konrad, dezen heer to vragen of hij mij of mijn bankier bin nen drie dagen, vandaag meegerekend, de som van 1,630.000 Mark wil uitbe talen." Konrad vroeg echter niets. Met smee- kend opgeheven handen trad de prins voorwaarts. „Brandes, ik ben geruineerd. Heb medelijden met mij." „Ik zal je een geschiedenis vertellen, beste Konrad, waaruit ge zeer veel lee- ren kunt, zeide Brandes, tegen de ge weer kast leunend en zijn oogen op den prins gevestigd houdend. „Iemand helpt een ander jaarlijks met groote sommen gelds. Er bestaat geen kans, dat hij het geld ooit terug krijgt, maar uit oude vriendschap doet hij het, omdat hij zijn vriend niet ten gronde wil zien gaan. j En wat doet nu deze? Zonder een cent te bezitten poineert hij aan de speeltafel tegen zijn vriend. Hij zelf waagt er niets bij, want hij bezit toch niets, maar zijn vriend kan hij in een omzien ruineer en. En voor drievierde is hem dat ook gelukt. Wat de zooge naamde vriend ontving waren contanten en geldige cheques, terwijl de ander waardeloozo kaartjes kreeg visitekaart- jes van den prins Alexander Nicolaas." Hij haalde een pakje van deze kaartjes uit zijn zak en wierp het den prins voor de voeten. „Weg met dat 'tuig, ik wil het geen. minuut langer in mijn zak houden." Brandes liep driftig door de kamer door wier geopende vensters de motre gen naar binnen woei, en zag toen plot seling naar don prins, die met de han-' den voor 't gelaat over een stoel leunde. „Verlangt gij nog iets van mij Rillend hief de prins het hoofd op. „Wat zijt ge van plan te doen, Bran des V' „Doen? Me dunkt, dat is nogal dui delijk. Om twaalf uur rijd ik naar mijn ban kier om do rest van mijn vermogen aan verschillende heeren te laten uitbetalen, om één uur naar imjn advocaat, om twee uur naar den kommandant van de ku rassiers. Gij zult er goed aan doen Hoogheid, met vóór dien tijd verlof aan te vragen." Tevergeefs trachtend zich aan den stoel vast te houden zonk de prins voor Brandes op de knieën. Hij wilde nog iets zeggen, maar de woorden kwamen hem niet over de lippen, en toen zag hij hoe Brandes zonder een woord te zeggen of hem aan te zien, de kamer verliet. Eenige oogenblikken rustte Konrad's blik op den gebroken man. Daar lag nu de prins von Reichenberg, die voor weinige jaa-en in de oogen der menschen onmetelijk rijk scheen en nu geen geld, geen toekomst, zelfs geen eer meer be zat. Hij dacht aan zijns ouders huis en hun eenvoudige betrekkingen to Ins ter- burg. Daar ontmoette het oog geen rijk dom zooals hier, maar daar werden de menschen ook niet in één nacht ge ruineerd. Het kwam hem voor als klonk 't klok kenspel van den toren hem in de oor en, en hij zag zichzelf weer als kleine jon gen in het koor staan, terwijl het orgel door het kerkje ruisehte en de gemeente zong. Zonder eenige reden of samen hang kwam dit beeld hem voor den geest, en terwijl hij peinzend op den knielenden, jongen man neerzag klon ken hem de woorden van den pastoor Wislenicus in do oorenkomt tot mij, gij, die vermoeid en belast zijt. Hij trad op den prins toe, en hief hem op. Spreken kon hij niet, wat zou hij ook kunnen zeggen? Langzaam geleidde hij hem naar de deur. toen boog de prins als wilde hij hem danken en drukte hem de hand. Konrad trok de portière terug en opende de deur. De prins boog nog eens en wilde zich verwijderen, maar hij had geen tijd den drempel te overschrijden. In do voorkamer werd een deur dichtge slagen en een vroolijk, helder gelach weerklonk; 't volgende oogenblik stond Kathchen voor hem. „Ah, HoogheidLachend wilde zij iets zeggen, maar toen zij hem aanzag verdween haar vroolijkheid. Hij trachtte te glimlachen. „Juffrouw Kathchen k, eh... ik heb haast, eb... vaarwel juffrouw Kathchen." Nu trad er een bediende binnen en zag zoekend rond. Daarna trad hij op IKonrad toe en zeide zachtjes: Mijnheer Brandes verzoekt u even bij hem te komen." Konrad ging heen, en zwijgend ver gezelde Kathchen den prins door de corridor, die tot wintertuin was inge richt, naar beneden. Er was iets met hem voorgevallen, maar zij durfde hem er niet naar vragen. Zij stak hem nu haar handje toe en zeide „Tot weerziens. Misschien ontmoeten wij elkaar vanmiddag in de diergaarde. Natuurlijk als 't beter weer wordt." Hij boog. Een laatste gedachte schoot hem in zijn vertwijfeling nog te binnen. Als het volgend oogenblik de deur zich achter hem sloot, was hij alleen. Alleen voor altijd. Hij liet haar handje, dat zij hem ten afscheid 'toestak niet los, maar omklem de de vingertjes bijna krampachtig. „Juffrouw Kiitchon ik... en..." hij stamelde, onsamenhangende woorden, waarvan zij niets begreep. Maar zij begreep wel dat er iets ver schrikkelijks voorgevallen was, en met angstige, groote oogen zag zij op naar zijn bleek gelaat. Toch zich beheerschend sloot zij de deur ging hem haastig voor door de Oranjerie naar een op Chinee- sche wijze gemeubileerd vertrek, dat slechts zelden gebruikt en eenigszins af gelegen van de andere kamers lag. „Wat is er gebeurd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1