NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ^jBoisrisr^iis^nsxEsrTsi^i^ia'S: _AJD V iilJE^TIEnsr'X' i BIN": Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Weekblad voor de Jeugd. FEUILLETON. IBs Jaargang Zaterdag 28 Januari '399. Ko 4781 HAARLEMS DAQBLAH Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 8 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 1 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland.: Compagnie Générale de PubUcité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 reeels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten ;voor Jdit blad in den omtrek zynBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,b$ de tol; Spaarndam, C. HARTEN DORPlandvoor', G. Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HiilegotnARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen pd Advertentiën aan. Aan hen die daarop zijn geabon neerd, wordt hierbij verzonden No. 5 van het Weekblad voor de Jeugd. Dit keurig geïllustreerde weekblad, onder redactie van den heer F. H. van Leent, bevat in dit nummer: Broer en zaster doen een wandeling. Het Herderinnetje (vervolg). Kraakamandelen. De wonderbril. Het kattengeslacht. Een onaangenaam ontwaken, (ver volg en slot). Lichaamsverhoudingen. Allerlei. Antwoord op het raadsel. I Kleurplaatje. (Elk No., groot 8 bladzijden, bevat tal van fraaie, gekleurde platen en een voor kinderen alleraardigsten tekst. De prijs per 3 maanden is slechts 50 Cents.) Offficieele Berichten, Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Doen te weten, dat van heden op alle werkdagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 9 Febr. e.k., 's namiddags ten 2 ure, ter gemeente-secretarie ter visie zijn ne- dergelegdhet ingekomen verzoek schrift met de bijlagen van F. Kooy Jr., om vergunning tot oprichting van eene slachterij en rookery in het per ceel aan de Zoetestraat No. 14 en van J. F. Hoff Jr. om vergunning tot op richting van eene smederij in het per ceel aan de Nien we Kruisstraat 15, en dat op den 9en Febr. e.k. des namid dags ten 2 ure op het Raadhuis der gemeente de gelegenheid zal worden gegeven, om ten overstaan van het gemeente-bestuur bezwaren tegen bet oprichten dezer inrichtingen in te brengen. Haarlem, 26 Jan. 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris PIJNACKER. STADSNIEUWS Eerste eix tweede pagina. Haarlem27 Jan. 1899. R. K. Leesvereeniging. Voor de leden der R. K. Leesver eeniging hield Donderdagavond in de kleine bovenzaal van de „Vereeuiging" de heer Dr. H. A. M. Schaepman eene lezing. Na uiteengezet te hebben zijne grieven tegen den door Busch uitge geven mémoires over Bismarck en na behandeld te hebben de „Gedanken und Erinnerungen", welk boek hjj boo- ger stelt, toekende de geleerde spreker de figuur van den ijzeren kanselier. Dr. Schaepman teekendo die figuur eerst in uiterlijke omtrekken en schet ste eerst Bismarck als student, als „der Tolle", waarna hij hem volgde in zyn diplomatieke loopbaan. Als afgezant van Pruisen by den Duitseben Bonds raad doorliep Bismarck zyn eerste leer school, terwijl hy zijn tweede doorliep als Pruisisch gezant te Petersburg. Het was iü dien tyd dat Bismarck leerde inzien, dat de toestand van Prui sen, vooral tengevolge der geographi- sche ligging lang niet veilisr was en het was toen zijn streven Frankrijk met rnst te laten, Oostenrijk te vriend te houden en evenzeer Rusland. Dit spel heeft by in den Fransch— Oostenrykschen—Italiaanschen—Rus- sischen oorlog en later in den Fransch Italiaanschen—Oostenrykschen oorlog gespeeld. Het was zyn streven Oosten- j ryk uit den Duitschen Bond te drin gen doch zóó, dat Oostenry* geen vyand maar een bruikbaar bondgenoot werd, en dan de Duitsche eenheid to grondvesten onder de leiding van Prui sen. Dr. Schaepman zette nu, na dus een uitvoerige bespreking van 's kan seliers buitenlandsche politiek te heb ben gegeven uiteen, hoe het onvermij delijke komen moest. nl. een oorlog met Frankrijk. Dit was onafwend baar, en hoe men de houding van Bismarck ten deze ook moge beoor-! deelen, erkend moet worden dat de, botsing tU8schen de jonge kracht, I die zich wilde ontwikkelen en vry maken en de oude macht, die haar laat ste kaart uitspeelde, niet had kunnen worden vermeden en toch ook slechts maar een atoom was in degrootsche plannen van den reuzengeestde grondvesting van een machtig, vereend i Duitsch ryk. Toen die eenheid inderdaad gegrond-1 vest was, stond de ijzeren kanselier j op het toppunt van zyn macht,; aan de spits van het Duitsche Ryk.j Als zoodanig heeft Bismarck be- j weerd steeds den vrede te willen en: in enkele gevallen door de daad ook j deze bewering waar gemaakt. Maai-j naar sprekers meeuing zyn dat \jdele frazen geweest en heeft Bismarck, J zóó den vrede gewild, dat hy Dnitsch- j land dermate militair krachtig maakte, dat het waaghalzerij zou zyu deuj oorlog aan te binden met dai mach tige Rijk. Vanzelf was spreker nu gekomen op Bismarcks Binnenland- j sche politiek, en met de nadere ont vouwing hiervan voltooide hy het: beeld dat bij van den heros had ge-j scbilderd. Bismarcks Biunenlandsche politiek wordt in hoofdzaak bepaald doorzijn, verhouding tegenover denKulturkampf en hierin hebben wy gezien hoe zyu streven altijd is geweest te buigen of te breken, wat zich oiet naar zyn wil schikte. Dit heeft hy bewezeu met zyn optreden tegeu 't Gentrum en met zyn houding inzake de arbeidersbeweging en arbeidswet geving en tegen de sociaal-democratie. Hy heeft priesters verbaunen en gekerkerd, by heeft de broodkorf hoog gehangen en de massa verleid en misleid. Teugellooze dwingelandij j was zyu doel en de maD, die geen seconde zich bekommerde om de on feilbaarheid van den Paus heeft altijd geloofd in zyn eigen onfeilbaarheid en onfaalbaarheid. Den grooten geest van onzen tyd heeft hij niet gevoeld, niet begrepen het zedelijke element van wie strijden voor waarheid en vrijheid en recht. Een groote verschy- ning is Bismarck geweest een ver-j schyning die het best wordt geken- merkt door het woord kracht, reuzen-j kracht. Een mengeling van de meest' tegenstrijdige bijzonderheden was hy, de man die zeggen kon dat kinderen te verliezen bet droevigst was en het volgend oogenblik, dat hy voor zyn tegenstanders geen pardon kende, de man die gul kou schertsen en geweldig toornen, de machtige heerscher, die geëindigd is de mopperende kluizenaar te zijn. By zyn verscheiden zei men een groote is heengegaan in Israël. Maar 't was Diet een heros als de ware grooten in Israël, die in de herinnering van hun volk bleven voort leven als helden en heiligen. De zeer boeiende, fraaie rede werd telkens door applaus onderbroken. Sedert gisteren. Donderdagmiddag, staat voor het verdachte huis van O. in de Frankestraat een politieagent geposteerd, die het publiek den toe gang tot dat buis belet, ter uitvoering van een besluit van den Burgemeester van Haarlem, waarbij bedoeld huis voor het publiek is gesloten op grond der Politieverordening. De Spoorwegquaestie. Op uitnoodiging van bet Bestuur der Haarlemsche Handelsvereeniging trad Donderdagavond voor bare leden etn genoodigden als spreker over boven staand onderwerp op in de groote zaal van het Brongebouw de heer Jhr. Mr. A. J. Rethaan Macaré, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. On der de genoodigden waren tal van raads leden c-n leden van dè rechterlijke macht. Nadat de voorzatter der H. H. V., de heer Th. G. Schürmann, de verga dering geopend had, kreeg de spreker van den avond het woord en verklaar de, dadelijk bereid te zijn geweest aan het verzoek der H. H. V. gehoor te ge ven, omdat de zaak hem reeds sinds ja ren en als lid van den Raad en als lid later voorzitter, der speciale Raadscom missie, nauw ter harte is gegaan en in de tweede plaats omdat er reden is om te vreezen, dat er in de laatste maanden een kentering is ontstaan, waardoor Haarlem op spoorweggebied groot ge vaar loopt. Spreker heeft gemeend om, waar hij kon. een poging te moeten doen om dat gevaar af te wenden of te voorkomen. Reeds jaren geleden ontstond er groot bezwaar uit de versperring van het Spaarne door de spoorbrug en uit het feit, dat onze hoofdverkeerswegen, de Jans- en Kruisweg, vlak bij het station door de spoorbaan worden gesneden, waardoor de sluitboomen lang gesloten bleven en de communicatie tusschen de beide stadsgedeelten zeer werd verstoord en vertraagd. Deze bezwaren werden vaak besproken en het stadsbestuur heeft er menigmaal de aandacht van de Hooge Regeering op gevestigd. Berst ging die poging uit van B. en W. In 1875 was de toestand! reeds zóo, dat burgemeester Jordens geen heil meer verwachtte van onderhandelingen, maar den Raad in overweging gaf. te besluiten tot een daad om de Holl. Spoor te dwingen. In 1870 had name lijk de Raad toegestaan aan de H. S. om meer terrein in gebruik te nemen, dan bij het oorspronkelijk contract was overeengekomen. De Raad besloot toen, die vergunning in to trekken in de hoop, dat dit de H. S. zou nopen, aan de bezwaren van den toestand tegemoet te komen. Dit had evenwel niet het gewenschte resultaat, daar vermindering van het terrein .ctadelijl^ vergrooting van den overlast zou hebben veroor zaakt In 1882 werd de eerste Raadscom missie benoemd, die zou trachten de zaak tot oplossing te brengen. Ze bestond uit de heer en Mirandolle, Jhr. van de Pol en den spreker. Zij voegde zich een bekwaam ingenieur, den heer Telders toe, die een plan maak te waarbij de baan van de Holl. Spoor werd opgehoogd, zoodat het ver voer per spoor geheel onafhankelijk werd van dat per as of te voetwaarbij voorts de brug over 't Spaarne hooger werd gelegd, zoodat de ruimte tusschen den onderkant van de brug en den waterspie gel, die nu meestal M. 1.98 is, dan 4 M. worden zou. Stoombooten zouden er dan met gestreken mast onder door kunnen varen. Eindelijk was in dit plan een spoorweghaven met groote 1 os- en ladingsplaatsen ontworpen. De kosten hiervan werden op een millioen geschat. De commissie was zoo ien. dat zij het over de uit voerbaarheid van liet plan eens was met de Holl. Spoor, maar het struikel blok was. wie het zou betalen. De H. S. wou 61 procent betalen en meende, dat Haarlem de andere 39 moest bijpassen. De Kamer van koophandel en de Comm. v. fabricage adviseerden tot aanneming van dat voorstel, de Comm. v. Fin. wees op de financieele bezwaren en B. en W. brachten een zeer zwart advies uit en meenden, dat de gemeente een uitgave van 4 ton niet kon dragen. De Raad noodigde de commissie uit. op nieuw in onderhandeling te treden met de H. S. om te trachten, voord'eeliger voorwaarden te bedingen. De Mij. brak toen evenwel de onderhandelingen plot seling af. Spreker heeft zich altijd' afge vraagd. waarom do H. S. dit gedaan heeft de Raad had immers nog geen beslissing genomen. Het feit geeft dan ook te denken. B. en W. hebben daarna den gemeen tearchitect opgedragen, plannen op te maken voor een tunnel en een voetbrug. Toen die gereed waren, achtten B. en W. een tunnel niet aannemelijk en neig den meer naar een brug. Dat was in 1886. Op voorstel van Mr. Gallandat Huet werd toen weer een Raadscom missie benoemd, om de afgebroken on derhandelingen met de H. S. weer op te vatten. Het resultaat was, dat de Holl. Spoor haren eisch een weinig ver laagde en van Haarlem een bijdrage van 35 procent in de kosten vroeg. Toen heeft de Raadscommissie den Raad een uitgewerkt voorstel gedaan, om nl. 250 000 aan te bieden voor de uit voering (in groote trekken) van het plan-Telders. Hiervan werd de HoD. Spoor kennis gegeven en antwoord ver zocht binnen zes maanden. De Holl. Spoor antwoordde, dat zij juist met de Regeering in onderhandeling was over de overneming van de Rhijnspoor enz. en dus aanvankelijk geen antwoord kon geven. Tegen het einde van den fatalen termijn werd door de Holl. Spoor om uitstel gevraagd en verklaarde de Raad, dat hij met belangstelling het antwoord afwachtte. Dat antwoord nu is nooit ge komen. Later in 1892, heeft de Holl. Spoor een zeer uitgewerkt plan ingediend, met het denkbeeldTelders als grond slag, maar waarbij de spoorweghaven was ontworpen vlak bij den overgang van het Kenaupark. Die plaats was niet zeer gelukkig, omdat daardoor het vervoer te water zou moeten gaan door de Nieuwe Gracht en de Singels, een, bij druk vervoer, al de vaste bruggen daarover door beweegbare hadden moe ten worden vervangen. Bovendien werd daarmee het vervoer te land door het Kenaupark geleid, waar het in de om geving niet past. In 1893 kwam er weer een andier plan. Er werd een tunnel onder het station ontworpen, waarvan de ingang zou wezen vlak over de fabriek van de firma Beijnes. Dit was natuurlijk ook niet wenschelijk. Later is gedacht aan een weg over het station heen. maar ook dat bevredigde niet. In 1897 is door den toenmaligen Mi nister van der Sleijden aan den Raad medegedeeld, dat er een plan was inge komen tot ombouw van 't station, ver hooging van de spoorbrug en inrichting van een spoorweghaven, dat ƒ3.200.000 moest kosten. Den 22ste® December heeft spreker in de Kamer gevraagd, hoe het met dit plan stond en het te leurstellende antwoord gekregen, dat de Minister teruggeschrikt is voor de hooge kosten. Tegelijk kwam de mare van een an der plan. dat Haarlems belangen zeer zal krenken. De HolL Spoor denkt over i een lijn van Amsterdam direct naar Leiden. Deze is ongetwijfeld korter dan I over Haarlem. De groote toeneming van het verkeer op hare lijnen, vooral op de baanvakken AmsterdamHaar- lem en HaarlemLeiden maakt het on mogelijk (vooral in den zomerdienst) nog meer treinen te laten loopen. De bloei ende gemeenten tusschen Haarlem en Leiden eischen ook meer lokaal verkeer. Het bestaande dubbelstel rails beant woordde niet meer aan de behoeften en het denkbeeld werd wel geopperd, om over de lengte der geheele spoorbaan nog 2 stel bij te leggen, maar dit bleek zeer kostbaar te wezen en vandaar het denk beeld van de directe lijn Amsterdam Leiden. Het voordeel van een korteren weg is van be teekenis voor het buitenlandsch verkeer, al is het verschil dan ook maar een kwartier en voor de Holl. Spoor van belang voor hare route Amsterdam Den Haag, in concurrentie met de Staatsspoor, Ook het groote gen vervoer kan dan over die lijn worden gestuurd tot ontlasting van de bezwa ren aan het station te Haarlem. Dit voordeel acht de Maats, zoo groot, dat zij meent voor Haarlem genoeg te heb ben gedaan als zij ons oen spoorweg haven geeft. Het plan is, die dan t» maken achter de nieuwgebouwde Ka thedraal aan de Leidschevaart. bezuiden, de Leidschestraat. In de eerste plaats is deze plek zeer afgelegen en niet te be reiken, dan met zolderschuiten, tenzij zes vaste bruggen in beweegbare wor den veranderd. Men zou dan verder het station wat opknappen, misschien wat opschilderen en een nieuw ameublement je geven, maar verder niets. De af sluiting van 't Spaarne. de last' van de overwegen, dat alles blijft bestaan e* over weinig jaren zouden we diezelfde last van de overwegen ondervinden aan de Leidschestraat en den Zijlweg. Bij den laatste®, is onlangs al eens gecon stateerd, dat de boom en zestien minu ten achtereen gesloten bleven. Misschien is nu nog mogelijk, het gevaar af te wenden en te voorkomen, wat in 1882 gebeurd ia De Holl. Spoor had namelijk ee* concessie van den Staat, die vernieuwd moest, worden. Of dat zou gebeuren en hoe hield de gemoederen in groote span ning. In 1881 is burgemeester Jordens gegaan naar den minister de Klerck, om te verzoeken, dat de concessie niet zou worden vernieuwd, tenzij bedongen werd, dat aan de bezwaren van Haarlem zou worden tegemoet gekomen. De mi nister ontving hem zeer vriendelijk en liet het aan beloften niet ontbreken. Maar wat hij niet zei. dat was. dat de zaak al lang beklonken was. zoodat in 1882 een wetsontwerp werd ingediend, waarbij geen rekening werd gehouden met de belangen van Haarlem. Toen is nog een petitie bij de Kamer ingediend, onderteekend door tal van. ingezetene® van Haarlem, maar de Amsterdamsche afgevaardigde Corver Hooft beweerde, dat dit enkel ontstaan was als middel van oppositie, niet uit ware behoefte, daar anders het adres wel vroeger zo* zijn ingediend! De ernstige verwering van den toenmaligen afgevaardigde, dem heer de Meijier. u-gen die beschuldiging, mocht niet batenhet wetsontwerp werd aangenomen zooals het daar lag en een adres van den Raad aan de Eerste Kamer beantwoord met dezelfde ex ceptie ,,gij komt te laat!" Het is daarom noodig, om nu de zaak nog in hare geboorte is, de ge moederen wakker te schudden, om al thans dit te verkrijgen, dat aan de Holl. Spoor als voorwaarde voor de verkrij- I ging van concessie harer nieuwe lijn, de eisch worde gesteld om Haarlem goed en afdoende te helpen. Dit zal een financieel offer kosten, want het plan vereischt een som van 3.200.000 In tusschen moet men zich door dat cijfer niet teveel laten af schrikken. Er wordt een groot voordeel voor handel en scheepvaart door ver kregen, alsmede een groot terrein voor uitbreiding van de Centrale Werkplaats. En het is volkomen billijk, dat ook de Staat voor Haarlem eenige offers brengt. De ingezetenen van Haarlem hebben I altijd eerlijk schot en lot betaaldHaar- lem draagt een zeer aanzienlijk deel van de lasten. Alle onze sporen en trams 6) Het was een groote kamer, slecht ge meubeld en niet geriefelijk ingericht; alleen de boekenkasten langs de muren, brachten eenige gezelligheid aan. Een zwaarmoedige schrijftafel nam de eere plaats in en was beladen met lijvige documenten en papieren, die in artis tieke wanorde door elkaar lagen. Zelfs bij het zwakke licht, dat uit de geopen de deur der kachel scheen, kon Marian zien dat de generaal zich met staatsza ken had beziggehouden, want een groot blauw papier lag open in zijn vloeiboek, en zijn penhouder, die van den inktko ker gerold was, had een vlek op het papier gemaakt. Een zwaarlijvig in rood leer gebonden boekdeel lag naast den brief, waaraan hij bezig was, en rijn bewees, dat hij i diner was nerde zich, dat het zoo juist acht uur had geslagen, en met deze herinnering keerde haar angst terug het was het zelfde gevoel, dat haar eenige oogenblik- ken geleden in haar eigen kamer overval len had. 't Was zulk een overweldigende angst, dien rij tevergeefs zocht te be strijden. Het was haar als werd rij we der door een onzichtbaren persoon gade- half geledigd wijnglas plotseling voor het dines pen. Deze werkzaamheden zouden om ne gen uur hervat worden. Marian herin- Zij snelde de kamer uit en bleef met een bonzend hart in de gang staan. Zij had een gevoel alsof de kille adem des doods haar beroerde. Maai* spoedig, zooals meestal het geval was, kalmeerdie zij weer. Een paar minuten later lachte rij over haar eigen dwaasheid en vatte weer moed. Zij zeide tot zich zelf dat, wanneer ie mand haar in de kamer vond zij ter stond een verontschuldiging moest klaar hebben bv. dat de deur van de kachel openstond en een gloeiende kool op den grond was gevallen. Toen rij het vertrek weder binnentrad werd rij nog door een hoop in haar besluit ver sterkt Zij hoopte nL dat er rich onder al de kaarten van den generaal één van het Fort Peter zou bevinden. Deae was nog de eenige, die haar ontbrak. Haar vrouwelijk instinct zedde haar, dat die kaart ergens op een der boekenplanken moest staan. Zij zeide tot zichzelf dat licht noodzakelijk was en stoutmoediger wordend ontstak zij die lamp. Het licht verschrikte haar. Zij sloeg de handen voor 't gelaat en aarzelde voor de derde maal. Eerst eenige minuten later was zij in staat de vergulde titels der boeken te lezen toen haar besluiteloosheid ein delijk geheel geweken was nam rij een kaart van de plank en vouwde haar open. Het was de plattegrond van het Zuiderkanaal, en Fort Peter; verheugd las zij den naam en opende haar boek om het papier en potlood er uit te ne men. Maar voordat rij een enkele streep had kunnen trekken, werd er een hand op haar sehouder gelegd; meft een lui den kreet sprong zij op en bevond zich van aangericht tot aangezicht tegenover Paul Zassulic. Alle verontschuldiging die zij be dacht had, vergat rij op 't oogenblik. Toen zij Paul een oogenblik had aan gezien begreep zij dat uitvluchten hier niets zouden baten, en geheel ontmoe digd, stond rij doodsbleek voor hem. in angstige spanning rijn beschuldiging af wachtend. HOOFDSTUK IV. Het roede boek, dat het ontwerp van het Zuiderkanaal bevatte, was op den grond gevallen, toen Marian opsprong. Paul zette liet voordat hij sprak, op rijn plaats. Zij vond deze daad wreed van hem, maar toen zij zag hoe de hand beefde, waarin liij het boek vasthield, wist rij dat rijn vrees voor haar min stens even groot was als de hare. „Paul," riep rij uit, toen zij eindelijk de kracht vond om te spreken, „wat wilt gij doen? Waarom zegt ge niets?" Hij keerde zich haastig met een ge. laat door smart en woede verwrongen om. „Ik zet dé kaart weg, die u zoo in teresseert, juffrouwze is tien jaar oud en kan u dus in geen geval van nut rijn. Er rijn wel andere, maar die laten wij zoo maar niet tot amusement van an deren slingeren. Zij zijn veilig achter slot en ik bezit geen valsche sleutels." Zijn spottende toon schokte haar diep. Verdriet over haar eigen dwaasheid, de zekerheid dat haar geheim geen ge heim meer was, deden de tranen in haar oogen opwellen. Dit nu, dacht rij, is het eind van al mijn droomen van onafhankelijkheid. Morgen rij durf de er niet aan denken, wat de volgende dag haar zou brengen. Zij trachtte te lachen, maai- haar lach was gedwongen en met moeite bedwong zij een snik. 0!" zeide zij en elk woord kostte haar groote inspanning. ..denkt gij dat 't mij iets kan schelen of uw kaart oud of nieuw is, kapitein Paul. Waarom zegt gij niet liever, dat ik hier kwam om de brieven van den ge neraal te lezen?" Paul, die liet boek weggezet had en haar potlood bij zich gestoken had, zag liaar aan en zijn blik deed den glim lach om haar lippen besterven en haar de woorden, die rij nog wilde spreken, inhoudlen. „Om 's Hemels wil lieg niet", zeide hij, ,.er is reeds buiten dat kwaad ge noeg gebrouwen. Morgen zult ge heusch niet lachen, als de zweep uw rug teistert cn een donkere gevangenis u wacht. Dwaas, die gij zijt! Wie anders dan een vrouw zou zoo iets dóen Zij viel hem niet in dé rede. toen. hij haar beschuldigde, maar leunde met den rug tegen den muur als wilde rij rijn woede tarten. Haar geest begon weer te werken en rij verweet zichzelf dat rij zoo'ii treurig figuur maakte, maar hij stond haar niet toe te spreken. Het toeslaan van een deur beneden deed hem driftig zeggen „Groote God daar komt Joan Gre- gorovic aan. Als hij u hier vindt... mijn God'" Haastig draaide hij 't licht uit en trok haar mee naar haar eigen kamer. Zij weerstreefde hem niet. maar volgde hem onbewust ran wat er met haar plaats greep. De dag van gisteren scheen zoo ver achter haar te liggen; op het oogenblik, dat haar geheim ontdekt was. kwam het haar voor alsof haar le vensdraad doorgeknipt werd. Zij hoopte niets meer en kon niet goed meer den ken, het kwam haar voor alsof rij een harer droomen droomde waaruit rij nooit meer ontwaken zou. Toen Paul de deur achter hen geslo ten had liet rij rich in een armstoel zinken en staarde op de vurige sintels in den haard. Zij trachtte zich voor te houden dat zij nu toch ontwaakt was, terwijl do stem van een man haar ge dempt, alsof hij op grooten afstand van haar stond, in de ooren klonk. Voordat ik den generaal vertel," be gon Paul voor haar staande, „wat hier hedenavond is voorgevallen, wat mijn plicht en eer mij gebieden, wilde ik u vragen of gij mij nog iets te zeggen hebt, juffrouw Best," (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1