NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
^jBoisrisr^iis^nsxEsrTsi^i^ia'S:
_AJD V iilJE^TIEnsr'X' i BIN":
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Weekblad voor de Jeugd.
FEUILLETON.
IBs Jaargang
Zaterdag 28 Januari '399.
Ko 4781
HAARLEMS DAQBLAH
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
1 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland.: Compagnie Générale de PubUcité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 reeels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten ;voor Jdit blad in den omtrek zynBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,b$ de tol; Spaarndam, C. HARTEN DORPlandvoor', G.
Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HiilegotnARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen pd Advertentiën aan.
Aan hen die daarop zijn geabon
neerd, wordt hierbij verzonden No. 5
van het Weekblad voor de Jeugd.
Dit keurig geïllustreerde weekblad,
onder redactie van den heer F. H.
van Leent, bevat in dit nummer:
Broer en zaster doen een wandeling.
Het Herderinnetje (vervolg).
Kraakamandelen.
De wonderbril.
Het kattengeslacht.
Een onaangenaam ontwaken, (ver
volg en slot).
Lichaamsverhoudingen.
Allerlei.
Antwoord op het raadsel.
I Kleurplaatje.
(Elk No., groot 8 bladzijden, bevat
tal van fraaie, gekleurde platen en
een voor kinderen alleraardigsten
tekst. De prijs per 3 maanden is slechts
50 Cents.)
Offficieele Berichten,
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat van heden op
alle werkdagen, van des voormiddags
10 tot des namiddags 4 uur, tot 9
Febr. e.k., 's namiddags ten 2 ure, ter
gemeente-secretarie ter visie zijn ne-
dergelegdhet ingekomen verzoek
schrift met de bijlagen van F. Kooy
Jr., om vergunning tot oprichting van
eene slachterij en rookery in het per
ceel aan de Zoetestraat No. 14 en van
J. F. Hoff Jr. om vergunning tot op
richting van eene smederij in het per
ceel aan de Nien we Kruisstraat 15, en
dat op den 9en Febr. e.k. des namid
dags ten 2 ure op het Raadhuis der
gemeente de gelegenheid zal worden
gegeven, om ten overstaan van het
gemeente-bestuur bezwaren tegen bet
oprichten dezer inrichtingen in te
brengen.
Haarlem, 26 Jan. 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris
PIJNACKER.
STADSNIEUWS
Eerste eix tweede pagina.
Haarlem27 Jan. 1899.
R. K. Leesvereeniging.
Voor de leden der R. K. Leesver
eeniging hield Donderdagavond in de
kleine bovenzaal van de „Vereeuiging"
de heer Dr. H. A. M. Schaepman eene
lezing. Na uiteengezet te hebben zijne
grieven tegen den door Busch uitge
geven mémoires over Bismarck en na
behandeld te hebben de „Gedanken
und Erinnerungen", welk boek hjj boo-
ger stelt, toekende de geleerde spreker
de figuur van den ijzeren kanselier.
Dr. Schaepman teekendo die figuur
eerst in uiterlijke omtrekken en schet
ste eerst Bismarck als student, als „der
Tolle", waarna hij hem volgde in zyn
diplomatieke loopbaan. Als afgezant
van Pruisen by den Duitseben Bonds
raad doorliep Bismarck zyn eerste leer
school, terwijl hy zijn tweede doorliep
als Pruisisch gezant te Petersburg.
Het was iü dien tyd dat Bismarck
leerde inzien, dat de toestand van Prui
sen, vooral tengevolge der geographi-
sche ligging lang niet veilisr was en
het was toen zijn streven Frankrijk
met rnst te laten, Oostenrijk te vriend
te houden en evenzeer Rusland.
Dit spel heeft by in den Fransch—
Oostenrykschen—Italiaanschen—Rus-
sischen oorlog en later in den Fransch
Italiaanschen—Oostenrykschen oorlog
gespeeld. Het was zyn streven Oosten- j
ryk uit den Duitschen Bond te drin
gen doch zóó, dat Oostenry* geen
vyand maar een bruikbaar bondgenoot
werd, en dan de Duitsche eenheid to
grondvesten onder de leiding van Prui
sen.
Dr. Schaepman zette nu, na dus
een uitvoerige bespreking van 's kan
seliers buitenlandsche politiek te heb
ben gegeven uiteen, hoe het onvermij
delijke komen moest. nl. een oorlog
met Frankrijk. Dit was onafwend
baar, en hoe men de houding van
Bismarck ten deze ook moge beoor-!
deelen, erkend moet worden dat de,
botsing tU8schen de jonge kracht, I
die zich wilde ontwikkelen en vry
maken en de oude macht, die haar laat
ste kaart uitspeelde, niet had kunnen
worden vermeden en toch ook slechts
maar een atoom was in degrootsche
plannen van den reuzengeestde
grondvesting van een machtig, vereend i
Duitsch ryk.
Toen die eenheid inderdaad gegrond-1
vest was, stond de ijzeren kanselier j
op het toppunt van zyn macht,;
aan de spits van het Duitsche Ryk.j
Als zoodanig heeft Bismarck be- j
weerd steeds den vrede te willen en:
in enkele gevallen door de daad ook j
deze bewering waar gemaakt. Maai-j
naar sprekers meeuing zyn dat \jdele
frazen geweest en heeft Bismarck, J
zóó den vrede gewild, dat hy Dnitsch- j
land dermate militair krachtig maakte,
dat het waaghalzerij zou zyu deuj
oorlog aan te binden met dai mach
tige Rijk. Vanzelf was spreker nu
gekomen op Bismarcks Binnenland- j
sche politiek, en met de nadere ont
vouwing hiervan voltooide hy het:
beeld dat bij van den heros had ge-j
scbilderd.
Bismarcks Biunenlandsche politiek
wordt in hoofdzaak bepaald doorzijn,
verhouding tegenover denKulturkampf
en hierin hebben wy gezien hoe zyu
streven altijd is geweest te
buigen of te breken, wat zich oiet
naar zyn wil schikte. Dit heeft hy
bewezeu met zyn optreden tegeu 't
Gentrum en met zyn houding inzake
de arbeidersbeweging en arbeidswet
geving en tegen de sociaal-democratie.
Hy heeft priesters verbaunen en
gekerkerd, by heeft de broodkorf
hoog gehangen en de massa verleid
en misleid. Teugellooze dwingelandij
j was zyu doel en de maD, die geen
seconde zich bekommerde om de on
feilbaarheid van den Paus heeft altijd
geloofd in zyn eigen onfeilbaarheid
en onfaalbaarheid. Den grooten geest
van onzen tyd heeft hij niet gevoeld,
niet begrepen het zedelijke element
van wie strijden voor waarheid en
vrijheid en recht. Een groote verschy-
ning is Bismarck geweest een ver-j
schyning die het best wordt geken-
merkt door het woord kracht, reuzen-j
kracht. Een mengeling van de meest'
tegenstrijdige bijzonderheden was hy,
de man die zeggen kon dat kinderen
te verliezen bet droevigst was en het
volgend oogenblik, dat hy voor zyn
tegenstanders geen pardon kende, de
man die gul kou schertsen en geweldig
toornen, de machtige heerscher, die
geëindigd is de mopperende kluizenaar
te zijn. By zyn verscheiden zei men
een groote is heengegaan in Israël.
Maar 't was Diet een heros als de
ware grooten in Israël, die in de
herinnering van hun volk bleven voort
leven als helden en heiligen.
De zeer boeiende, fraaie rede werd
telkens door applaus onderbroken.
Sedert gisteren. Donderdagmiddag,
staat voor het verdachte huis van O.
in de Frankestraat een politieagent
geposteerd, die het publiek den toe
gang tot dat buis belet, ter uitvoering
van een besluit van den Burgemeester
van Haarlem, waarbij bedoeld huis
voor het publiek is gesloten op grond
der Politieverordening.
De Spoorwegquaestie.
Op uitnoodiging van bet Bestuur der
Haarlemsche Handelsvereeniging trad
Donderdagavond voor bare leden etn
genoodigden als spreker over boven
staand onderwerp op in de groote zaal
van het Brongebouw de heer Jhr. Mr.
A. J. Rethaan Macaré, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal. On
der de genoodigden waren tal van raads
leden c-n leden van dè rechterlijke
macht.
Nadat de voorzatter der H. H. V.,
de heer Th. G. Schürmann, de verga
dering geopend had, kreeg de spreker
van den avond het woord en verklaar
de, dadelijk bereid te zijn geweest aan
het verzoek der H. H. V. gehoor te ge
ven, omdat de zaak hem reeds sinds ja
ren en als lid van den Raad en als lid
later voorzitter, der speciale Raadscom
missie, nauw ter harte is gegaan en in
de tweede plaats omdat er reden is om
te vreezen, dat er in de laatste maanden
een kentering is ontstaan, waardoor
Haarlem op spoorweggebied groot ge
vaar loopt. Spreker heeft gemeend om,
waar hij kon. een poging te moeten
doen om dat gevaar af te wenden of te
voorkomen.
Reeds jaren geleden ontstond er groot
bezwaar uit de versperring van het
Spaarne door de spoorbrug en uit het
feit, dat onze hoofdverkeerswegen, de
Jans- en Kruisweg, vlak bij het station
door de spoorbaan worden gesneden,
waardoor de sluitboomen lang gesloten
bleven en de communicatie tusschen de
beide stadsgedeelten zeer werd verstoord
en vertraagd. Deze bezwaren werden
vaak besproken en het stadsbestuur
heeft er menigmaal de aandacht van
de Hooge Regeering op gevestigd.
Berst ging die poging uit van B. en
W. In 1875 was de toestand! reeds zóo,
dat burgemeester Jordens geen heil
meer verwachtte van onderhandelingen,
maar den Raad in overweging gaf. te
besluiten tot een daad om de Holl.
Spoor te dwingen. In 1870 had name
lijk de Raad toegestaan aan de H. S.
om meer terrein in gebruik te nemen,
dan bij het oorspronkelijk contract was
overeengekomen. De Raad besloot toen,
die vergunning in to trekken in de
hoop, dat dit de H. S. zou nopen, aan
de bezwaren van den toestand tegemoet
te komen. Dit had evenwel niet het
gewenschte resultaat, daar vermindering
van het terrein .ctadelijl^ vergrooting
van den overlast zou hebben veroor
zaakt
In 1882 werd de eerste Raadscom
missie benoemd, die zou trachten de
zaak tot oplossing te brengen. Ze
bestond uit de heer en Mirandolle,
Jhr. van de Pol en den spreker.
Zij voegde zich een bekwaam ingenieur,
den heer Telders toe, die een plan maak
te waarbij de baan van de Holl.
Spoor werd opgehoogd, zoodat het ver
voer per spoor geheel onafhankelijk werd
van dat per as of te voetwaarbij voorts
de brug over 't Spaarne hooger werd
gelegd, zoodat de ruimte tusschen den
onderkant van de brug en den waterspie
gel, die nu meestal M. 1.98 is, dan
4 M. worden zou. Stoombooten zouden
er dan met gestreken mast onder door
kunnen varen. Eindelijk was in dit
plan een spoorweghaven met groote 1 os-
en ladingsplaatsen ontworpen.
De kosten hiervan werden op een
millioen geschat. De commissie was zoo
ien. dat zij het over de uit
voerbaarheid van liet plan eens was
met de Holl. Spoor, maar het struikel
blok was. wie het zou betalen. De H. S.
wou 61 procent betalen en meende, dat
Haarlem de andere 39 moest bijpassen.
De Kamer van koophandel en de Comm.
v. fabricage adviseerden tot aanneming
van dat voorstel, de Comm. v. Fin.
wees op de financieele bezwaren en B.
en W. brachten een zeer zwart advies
uit en meenden, dat de gemeente een
uitgave van 4 ton niet kon dragen. De
Raad noodigde de commissie uit. op
nieuw in onderhandeling te treden met
de H. S. om te trachten, voord'eeliger
voorwaarden te bedingen. De Mij. brak
toen evenwel de onderhandelingen plot
seling af. Spreker heeft zich altijd' afge
vraagd. waarom do H. S. dit gedaan
heeft de Raad had immers nog geen
beslissing genomen. Het feit geeft dan
ook te denken.
B. en W. hebben daarna den gemeen
tearchitect opgedragen, plannen op te
maken voor een tunnel en een voetbrug.
Toen die gereed waren, achtten B. en
W. een tunnel niet aannemelijk en neig
den meer naar een brug. Dat was in
1886. Op voorstel van Mr. Gallandat
Huet werd toen weer een Raadscom
missie benoemd, om de afgebroken on
derhandelingen met de H. S. weer op
te vatten. Het resultaat was, dat de
Holl. Spoor haren eisch een weinig ver
laagde en van Haarlem een bijdrage van
35 procent in de kosten vroeg. Toen
heeft de Raadscommissie den Raad een
uitgewerkt voorstel gedaan, om nl.
250 000 aan te bieden voor de uit
voering (in groote trekken) van het
plan-Telders. Hiervan werd de HoD.
Spoor kennis gegeven en antwoord ver
zocht binnen zes maanden. De Holl.
Spoor antwoordde, dat zij juist met de
Regeering in onderhandeling was over
de overneming van de Rhijnspoor enz.
en dus aanvankelijk geen antwoord kon
geven. Tegen het einde van den fatalen
termijn werd door de Holl. Spoor om
uitstel gevraagd en verklaarde de Raad,
dat hij met belangstelling het antwoord
afwachtte. Dat antwoord nu is nooit ge
komen.
Later in 1892, heeft de Holl. Spoor
een zeer uitgewerkt plan ingediend,
met het denkbeeldTelders als grond
slag, maar waarbij de spoorweghaven
was ontworpen vlak bij den overgang
van het Kenaupark. Die plaats was
niet zeer gelukkig, omdat daardoor het
vervoer te water zou moeten gaan door
de Nieuwe Gracht en de Singels, een,
bij druk vervoer, al de vaste bruggen
daarover door beweegbare hadden moe
ten worden vervangen. Bovendien werd
daarmee het vervoer te land door het
Kenaupark geleid, waar het in de om
geving niet past.
In 1893 kwam er weer een andier
plan. Er werd een tunnel onder het
station ontworpen, waarvan de ingang
zou wezen vlak over de fabriek van de
firma Beijnes. Dit was natuurlijk ook
niet wenschelijk. Later is gedacht aan
een weg over het station heen. maar ook
dat bevredigde niet.
In 1897 is door den toenmaligen Mi
nister van der Sleijden aan den Raad
medegedeeld, dat er een plan was inge
komen tot ombouw van 't station, ver
hooging van de spoorbrug en inrichting
van een spoorweghaven, dat ƒ3.200.000
moest kosten. Den 22ste® December
heeft spreker in de Kamer gevraagd,
hoe het met dit plan stond en het te
leurstellende antwoord gekregen, dat
de Minister teruggeschrikt is voor de
hooge kosten.
Tegelijk kwam de mare van een an
der plan. dat Haarlems belangen zeer
zal krenken. De HolL Spoor denkt over
i een lijn van Amsterdam direct naar
Leiden. Deze is ongetwijfeld korter dan
I over Haarlem. De groote toeneming
van het verkeer op hare lijnen, vooral
op de baanvakken AmsterdamHaar-
lem en HaarlemLeiden maakt het on
mogelijk (vooral in den zomerdienst) nog
meer treinen te laten loopen. De bloei
ende gemeenten tusschen Haarlem en
Leiden eischen ook meer lokaal verkeer.
Het bestaande dubbelstel rails beant
woordde niet meer aan de behoeften en
het denkbeeld werd wel geopperd, om
over de lengte der geheele spoorbaan nog
2 stel bij te leggen, maar dit bleek zeer
kostbaar te wezen en vandaar het denk
beeld van de directe lijn Amsterdam
Leiden.
Het voordeel van een korteren weg is
van be teekenis voor het buitenlandsch
verkeer, al is het verschil dan ook maar
een kwartier en voor de Holl. Spoor van
belang voor hare route Amsterdam
Den Haag, in concurrentie met de
Staatsspoor, Ook het groote gen
vervoer kan dan over die lijn worden
gestuurd tot ontlasting van de bezwa
ren aan het station te Haarlem. Dit
voordeel acht de Maats, zoo groot, dat
zij meent voor Haarlem genoeg te heb
ben gedaan als zij ons oen spoorweg
haven geeft. Het plan is, die dan t»
maken achter de nieuwgebouwde Ka
thedraal aan de Leidschevaart. bezuiden,
de Leidschestraat. In de eerste plaats is
deze plek zeer afgelegen en niet te be
reiken, dan met zolderschuiten, tenzij
zes vaste bruggen in beweegbare wor
den veranderd. Men zou dan verder het
station wat opknappen, misschien wat
opschilderen en een nieuw ameublement
je geven, maar verder niets. De af
sluiting van 't Spaarne. de last' van de
overwegen, dat alles blijft bestaan e*
over weinig jaren zouden we diezelfde
last van de overwegen ondervinden aan
de Leidschestraat en den Zijlweg. Bij
den laatste®, is onlangs al eens gecon
stateerd, dat de boom en zestien minu
ten achtereen gesloten bleven. Misschien
is nu nog mogelijk, het gevaar af te
wenden en te voorkomen, wat in 1882
gebeurd ia
De Holl. Spoor had namelijk ee*
concessie van den Staat, die vernieuwd
moest, worden. Of dat zou gebeuren en
hoe hield de gemoederen in groote span
ning. In 1881 is burgemeester Jordens
gegaan naar den minister de Klerck,
om te verzoeken, dat de concessie niet
zou worden vernieuwd, tenzij bedongen
werd, dat aan de bezwaren van Haarlem
zou worden tegemoet gekomen. De mi
nister ontving hem zeer vriendelijk en
liet het aan beloften niet ontbreken.
Maar wat hij niet zei. dat was. dat de
zaak al lang beklonken was. zoodat in
1882 een wetsontwerp werd ingediend,
waarbij geen rekening werd gehouden
met de belangen van Haarlem. Toen is
nog een petitie bij de Kamer ingediend,
onderteekend door tal van. ingezetene®
van Haarlem, maar de Amsterdamsche
afgevaardigde Corver Hooft beweerde,
dat dit enkel ontstaan was als middel
van oppositie, niet uit ware behoefte,
daar anders het adres wel vroeger zo*
zijn ingediend! De ernstige verwering
van den toenmaligen afgevaardigde, dem
heer de Meijier. u-gen die beschuldiging,
mocht niet batenhet wetsontwerp
werd aangenomen zooals het daar lag en
een adres van den Raad aan de Eerste
Kamer beantwoord met dezelfde ex
ceptie ,,gij komt te laat!"
Het is daarom noodig, om nu de
zaak nog in hare geboorte is, de ge
moederen wakker te schudden, om al
thans dit te verkrijgen, dat aan de Holl.
Spoor als voorwaarde voor de verkrij-
I ging van concessie harer nieuwe lijn,
de eisch worde gesteld om Haarlem
goed en afdoende te helpen.
Dit zal een financieel offer kosten,
want het plan vereischt een som van
3.200.000 In tusschen moet men zich
door dat cijfer niet teveel laten af
schrikken. Er wordt een groot voordeel
voor handel en scheepvaart door ver
kregen, alsmede een groot terrein voor
uitbreiding van de Centrale Werkplaats.
En het is volkomen billijk, dat ook de
Staat voor Haarlem eenige offers brengt.
De ingezetenen van Haarlem hebben
I altijd eerlijk schot en lot betaaldHaar-
lem draagt een zeer aanzienlijk deel van
de lasten. Alle onze sporen en trams
6)
Het was een groote kamer, slecht ge
meubeld en niet geriefelijk ingericht;
alleen de boekenkasten langs de muren,
brachten eenige gezelligheid aan. Een
zwaarmoedige schrijftafel nam de eere
plaats in en was beladen met lijvige
documenten en papieren, die in artis
tieke wanorde door elkaar lagen. Zelfs
bij het zwakke licht, dat uit de geopen
de deur der kachel scheen, kon Marian
zien dat de generaal zich met staatsza
ken had beziggehouden, want een groot
blauw papier lag open in zijn vloeiboek,
en zijn penhouder, die van den inktko
ker gerold was, had een vlek op het
papier gemaakt. Een zwaarlijvig in rood
leer gebonden boekdeel lag naast den
brief, waaraan hij bezig was, en rijn
bewees, dat hij
i diner was
nerde zich, dat het zoo juist acht uur
had geslagen, en met deze herinnering
keerde haar angst terug het was het
zelfde gevoel, dat haar eenige oogenblik-
ken geleden in haar eigen kamer overval
len had. 't Was zulk een overweldigende
angst, dien rij tevergeefs zocht te be
strijden. Het was haar als werd rij we
der door een onzichtbaren persoon gade-
half geledigd wijnglas
plotseling voor het dines
pen.
Deze werkzaamheden zouden om ne
gen uur hervat worden. Marian herin-
Zij snelde de kamer uit en bleef met
een bonzend hart in de gang staan. Zij
had een gevoel alsof de kille adem des
doods haar beroerde.
Maai* spoedig, zooals meestal het
geval was, kalmeerdie zij weer. Een
paar minuten later lachte rij over haar
eigen dwaasheid en vatte weer moed.
Zij zeide tot zich zelf dat, wanneer ie
mand haar in de kamer vond zij ter
stond een verontschuldiging moest klaar
hebben bv. dat de deur van de
kachel openstond en een gloeiende kool
op den grond was gevallen. Toen rij
het vertrek weder binnentrad werd rij
nog door een hoop in haar besluit ver
sterkt Zij hoopte nL dat er rich onder
al de kaarten van den generaal één van
het Fort Peter zou bevinden. Deae was
nog de eenige, die haar ontbrak. Haar
vrouwelijk instinct zedde haar, dat die
kaart ergens op een der boekenplanken
moest staan. Zij zeide tot zichzelf dat
licht noodzakelijk was en stoutmoediger
wordend ontstak zij die lamp.
Het licht verschrikte haar. Zij sloeg
de handen voor 't gelaat en aarzelde
voor de derde maal.
Eerst eenige minuten later was zij in
staat de vergulde titels der boeken te
lezen toen haar besluiteloosheid ein
delijk geheel geweken was nam rij
een kaart van de plank en vouwde haar
open. Het was de plattegrond van het
Zuiderkanaal, en Fort Peter; verheugd
las zij den naam en opende haar boek
om het papier en potlood er uit te ne
men. Maar voordat rij een enkele streep
had kunnen trekken, werd er een hand
op haar sehouder gelegd; meft een lui
den kreet sprong zij op en bevond zich
van aangericht tot aangezicht tegenover
Paul Zassulic.
Alle verontschuldiging die zij be
dacht had, vergat rij op 't oogenblik.
Toen zij Paul een oogenblik had aan
gezien begreep zij dat uitvluchten hier
niets zouden baten, en geheel ontmoe
digd, stond rij doodsbleek voor hem. in
angstige spanning rijn beschuldiging af
wachtend.
HOOFDSTUK IV.
Het roede boek, dat het ontwerp van
het Zuiderkanaal bevatte, was op den
grond gevallen, toen Marian opsprong.
Paul zette liet voordat hij sprak, op
rijn plaats. Zij vond deze daad wreed
van hem, maar toen zij zag hoe de hand
beefde, waarin liij het boek vasthield,
wist rij dat rijn vrees voor haar min
stens even groot was als de hare.
„Paul," riep rij uit, toen zij eindelijk
de kracht vond om te spreken, „wat
wilt gij doen? Waarom zegt ge niets?"
Hij keerde zich haastig met een ge.
laat door smart en woede verwrongen
om.
„Ik zet dé kaart weg, die u zoo in
teresseert, juffrouwze is tien jaar oud
en kan u dus in geen geval van nut rijn.
Er rijn wel andere, maar die laten wij
zoo maar niet tot amusement van an
deren slingeren. Zij zijn veilig achter
slot en ik bezit geen valsche sleutels."
Zijn spottende toon schokte haar diep.
Verdriet over haar eigen dwaasheid,
de zekerheid dat haar geheim geen ge
heim meer was, deden de tranen in
haar oogen opwellen. Dit nu, dacht rij,
is het eind van al mijn droomen van
onafhankelijkheid. Morgen rij durf
de er niet aan denken, wat de volgende
dag haar zou brengen. Zij trachtte te
lachen, maai- haar lach was gedwongen
en met moeite bedwong zij een snik.
0!" zeide zij en elk woord kostte
haar groote inspanning. ..denkt gij dat
't mij iets kan schelen of uw kaart oud
of nieuw is, kapitein Paul.
Waarom zegt gij niet liever, dat ik
hier kwam om de brieven van den ge
neraal te lezen?"
Paul, die liet boek weggezet had en
haar potlood bij zich gestoken had, zag
liaar aan en zijn blik deed den glim
lach om haar lippen besterven en
haar de woorden, die rij nog wilde
spreken, inhoudlen.
„Om 's Hemels wil lieg niet", zeide
hij, ,.er is reeds buiten dat kwaad ge
noeg gebrouwen. Morgen zult ge heusch
niet lachen, als de zweep uw rug teistert
cn een donkere gevangenis u wacht.
Dwaas, die gij zijt! Wie anders dan
een vrouw zou zoo iets dóen
Zij viel hem niet in dé rede. toen.
hij haar beschuldigde, maar leunde met
den rug tegen den muur als wilde rij
rijn woede tarten. Haar geest begon
weer te werken en rij verweet zichzelf
dat rij zoo'ii treurig figuur maakte, maar
hij stond haar niet toe te spreken. Het
toeslaan van een deur beneden deed
hem driftig zeggen
„Groote God daar komt Joan Gre-
gorovic aan. Als hij u hier vindt... mijn
God'"
Haastig draaide hij 't licht uit en
trok haar mee naar haar eigen kamer.
Zij weerstreefde hem niet. maar volgde
hem onbewust ran wat er met haar
plaats greep. De dag van gisteren scheen
zoo ver achter haar te liggen; op het
oogenblik, dat haar geheim ontdekt
was. kwam het haar voor alsof haar le
vensdraad doorgeknipt werd. Zij hoopte
niets meer en kon niet goed meer den
ken, het kwam haar voor alsof rij een
harer droomen droomde waaruit rij
nooit meer ontwaken zou.
Toen Paul de deur achter hen geslo
ten had liet rij rich in een armstoel
zinken en staarde op de vurige sintels
in den haard. Zij trachtte zich voor te
houden dat zij nu toch ontwaakt was,
terwijl do stem van een man haar ge
dempt, alsof hij op grooten afstand van
haar stond, in de ooren klonk.
Voordat ik den generaal vertel," be
gon Paul voor haar staande, „wat hier
hedenavond is voorgevallen, wat mijn
plicht en eer mij gebieden, wilde ik u
vragen of gij mij nog iets te zeggen hebt,
juffrouw Best,"
(Wordt vervolgd.)