NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. Ma: 1 oensdag 8 [Februari 1899. ■o 4790 HAARLEM'S DAuBLAD J^BO!SJ"2NrEnVCEnsrTSI3K.IJ"S "Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 A TO V iii-b^TEiJsrTT'FDSr: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelfiks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BATJBE Co. JOHN F. JONESSuce., Parijs 31bis Fauboierg Monimartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bij de tol; Spaarndan, C. HARTENDOl Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER aan. ^oiifiek Overzicht. Met spanning is in, de Vereenigde Staten de beslissing tegemoet gezien door dem Senaat te nemen in zake het vredesverdrag me|t Spanje. Het was reeds lang bekend, dat een besluit zou ▼allen met een luttel verschil in stem men der voor- en tegenstanders. Met eiene meerderheid van 3 stemmen is nu Maandag het verdrag aangenomen. Bekend) is, dat het hoofdpunt van ▼erschil de annexatie van de Filippij nen heeft uitgemaakt, met welke an nexatie de Amerikanen een voor hen ongewonen last zich op de schouders hebben geladen Maandag werd nog gemeld, dat alle telegrammen uit Amerika de verzeke ring gaven, dat de aanval van de Fi- lippijners op de Amerikaansche troe pen in Manila de kansen dat de Senaat het vredesverdrag zou aannemen, sterk deed vermeerderen. Overigens baart de aanval van de Filippijners in Amerika geen zorgmen is overtuigd dat de macht te Manila, onder Dewey en Otis, ruimschoots bekwaam is om de Filip pijners te bedwingen. Dat de aanval al lang beraamd was, en dJat Aguinaldo's agent te Washington, Agoncillo er alles ▼an afwist, geldt als vaststaande. Deze laatste is dan ook, sedert Zaterdagavond, voortvluchtig en wel naar Canada. Maandag is hij te Montreal aangekomen. De troonrede d'er koningin, waarmede heden het Englsche parlement is ge opend, begint met de gewone vermelding omtrent de vriendschappelijke betrek kingen met de vreemde mogendheden, spreekt daarna over de operaties in Soedan en op' Creta en over de uitnoo- diging van den Czaar, tot het bijwo nen der ontwapeningsconferentie, welke uitnoodaging is aangenomen. Vervolgens wordt, na enkele sympathieke woorden over den moord op de keizerin van Oostenrijk, in het vooruitzicht gesteld een mogelijke wijziging der Britsche wetten, betreffende de anarchisten. Te vens zullen wetsontwerpen worden in gediend omtrent het gemeentelijk be stuur van Londen en het lager onder wijs. TJit Belgrado wordt aan de „Lid. bal- ge" gemeld, dat men in politieke krin gen overtuigd is, dat een ministerieele crisis moc-t uitbreken. De ministers, wier sympathieën naar Oostenrijk over hellen, zullen dbor Russisch-j ▼ervan gen worden. STADSNIEUWS Eerste en tweede pagina. Haarlem, 7 Febr. 1899. Een gepasporteerd O. I. militair, die Maandagavond op den Schoter- weg werd gevonden, werd eerst in een koffiehuis binnengebracht en daar na door eenige burgers naar bet Bui tenhuis vervoerd. Hfi Ifidt aan de ge volgen van beri-beri en had eenige dagen geleden het St. Elisabethsgast- huis eigenzinnig verlaten zonder her steld te zijn. In het najaar van 1898 werd aan manschappen der lichting van 1898 behoorende tot het regiment Grena diers en Jagers een tfidelfik verlof verleend tot nlt. Februari 1899. Dit verlof is thans met 4 maanden ver lengd. Meikevers. Als een bijzonderheid kan worden gemeld, dat op het landgoed „Ooster duin" van den heer C. van der Vliet, in huur bij den heer H. L. Roozen, den 2den en den 6den Februari een meikever is gevangen. De lezing van prof. de Sonnaville betreffende het voorbereidend muziek- onderricht, zal gehouden worden op Donderdag 16 dezer. Uitnoodigingen daartoe zullen aan belangstellenden worden toegezonden. De heer A. van der Voort Azn. is wegens drukke bezigheden afgetre den als voorzitter van de afd. Haar lem van den Volksbond en als zooda nig vervangen door den heer Mr. A. A. van der Mersch. De heer Van der Voort is evenwel lid van het Bestuur gebleven. Naar ons van bevoegde zijde wordt bericht, zal mevr. Theo Bouwmeester, de herdenking van haar 25jarige tooneel-loopbaan alhier vieren, op Maandag 20 Febr. Deze voorstelling is buiten abonnement. Opgevoerd zal worden „Marguérite Gantier van Alexandre Dumas. Weten en Werken. Maandagavond werd in „Weten en Werken" de spreekbeurt vervuld door mej M. Eggers van Amsterdam. Dat deze spreekster zich onder het Haar- lemscbe publiek reeds een goeden naam verworven heeft en zeer gaarne gehoord wordt bewees wel de meer dan volle zaal. Allereerst droeg spreekster de mooie en welbekende novelle „Dirk de Snor der" van Jnstns van Manrik voor. Een huurkoetsier, die zeer arm is en met zjjn huisgezin zware tijden door leeft, vindt op zekeren dag in zijn rijtuig een valies, dat eene groote waarde inhoudt. Inplaats van deze som ten eigen bate aan te v, enden, brengt hij het valies aan den recbt- matigen eigenaar terag en wordt tot belooning in zijn dienst als koetsier aangesteld. Mooi is deze novelle omdat ze zoo juist, zoo treffend de toestanden van den Amsterdamschen huurkoetsier weergeeft, mooi, omdat ze wederom een bewijs geeft van het spreekwoord „Eerlfik duurt het langst". Op ge voelvolle wy'ze voorgedragen, was het geen wonder dat het auditorium als het ware aan spreeksters lippen hing en aan het einde in daverende toe juichingen losbarstte. Hierop volgde de door ons reeds bij verschillende gelegenheden gehoorde voordracht „O Mijnheer". Toch blijft deze voordracht hare aantrekkelijk heid behouden en het komt ons voor of mej. Eggers steeds juister de ver schillende toonaarden weet weêr te geven. Gisterenavond deed zij het bijzonder aardig. Met de voordracht „Waarheid en Logen", waarin net verschil in beteekenis tnsschen zelf standig naamwoord en bet werkwoord „kussen" zoo goed tot zjjn recht komt, behaalde zfi eveneens veel succes. Hierna gaf zjj de voordracht „Brug omhoog" ten beste en besloot met eene novelle van Justus van Maurik ,,Eene kleine verrassing", die niet minder luide werd toegejuicht. Bedrijfsbelasting. De wet op de bedrijfsbelasting be vat eene bepaliDg, die nog niet alge meen bekend schjjnt te zijn. Zfi is deze; „Wanneer het inkomen naar het- „welk de aanslag van een belasting plichtige is geregeld, door het staken „van eenig bedrijf of beroep, of ont- „slag uit een ambt, waardigheid, be- „dieniDg of betrekking en dergelijke „omstandigheden, in den loop van het „belastingjaar met meer dan 1/4 is „verminderd, kan aan den belasting plichtige geheele of gedeeltelijke „ontheffing van nog niet vervallen „termijnen van belasting worden ver leend door den directeur der directe „belastingen, invoerrechten en accfin- „zen, in wiens directie de gemeente waar de belastingplichtige Uit deze bewoordingen blijkt, dat die ontheffing geen recht is voor den belastingplichtige, doch dat zij steeds gevraagd kan worden, wanneer één dier gevallen aanwezig is. Een ambtenaar b.v. die is aange slagen waar eene jaarwedde van f1500 en in den loop van het belastingjaar wordt gepensionneerd met f 1000, kan de toepassing van deze wetsbepaling inroepen. Insgelijks een winkelier, die, door omstandigheden genoopt zijne zaak over te doen, in plaats van zijn inko men van f2000 uit zpn zaak genoten per jaar, thans als rente van kapitaal uit de opbrengst van den verkoop zijner zaak minder dan f1500'sjaars geniet. Deze gevallen zijn als voorbeeld genomener zfin natuurlijk veel meer. Voor aaoslagen in de gemeente Haarlem moet men zich dus wenden tot den directeur der directe belas tingen, invoerrechten en accijnzen te Amsterdam. het hoofd zijnde hedennacht onge" i lodische tekst-behandeling in alle weldadig aan en het in den loop van merkt de echtelijke woning had ver- stemmen en op den samenklank van dit nummer steeds rijker behandelde laten. (koor en begeleiding geeft het aan-orkest sluit alle monotonie uit, die jstonds een hoogen dunk van Yan anders wellicht door eenige noodelooze Schaïk's compositietalent. tekstherhalingen of door de enkele Het vrouwenkoor treedt het eerst aanwending van het mannenkoor zon St. Elisabeths-Ver eeniging. Men^ verzoekt ons plaatsing voor 10p de roi yan verhaler. Als tegen-kunnen ontstaan. 'stelling met het voorgaande mannen-j In No. 5 heeft allereerst de tenor koor zal ongetwijfeld dat optreden solist een zeer dankbare, maar niet een hoogst vriendelijken indruk ma-1 even gemakkelijke taak. Hfi' heeft ons het volgende: Door de St. Elisabeths-vereeniging alhier werden in het jaar 1898 aan 460 arme R. K. zieken de volgende versterkende middelen gegeven 17839 eiereD, 176 pond vleesch, 18116 '/a kan melk, 832 portion soep, 172 halve wfin, 25 flescbjes Kemme- rich-bouillon, en 3 bosjes kindermelk. Ook werden 167 stuks ondergoed, lakens, dekens, sloopen, enz. gegeven. Voor een meisje werd bijgedragen tot verblijf in het St. Jozefsgesticht en voor een jongen ter behandeling in het Zander-instituut. Dankbaar wordt melding gemaakt van de milde gift van f 500 door wijlen mevrouw de wed. Reekers geb. van Dieren-Bfivoet aan de vereeniging welwillend ge schonken ten behoeve van hare arme zieken. ken Al spoedig vat het mannenkoordoor zfin knnst te verplaatsen bfi het den lyrischen draad, die door 't heele Sterfbed van Joseph en wanneer Den lsten Maart a.s. wordt de klerk der posterijen en telegraphie 2de klasse E. H. Bol ten overgeplaatst van Rot terdam (telegraafkantoor) naar hier (telegraafkantoor), terwijl de klerk der telegraphie 2de klasse mej. M. C. Mekenkamp van Haarlem naar Rot terdam wordt overgeplaatst. Hedenmorgen werd door een voor bij varenden schipper in den Kamper singel het lijk van een vrouw drij vende gevonden. Uit het onderzoek bleek, dat het vrouw W. was wonende in de Kamperstraat, die niet wel bij Oratorium St. Joseph. Waren wij onlangs in de heid het werk te leeren kennen Van een jeugdig Italiaansch priester van hooge muzikale begavinsr a.s. Vrij dag wacht ons de kennismaking mét het jongste Nederlandsche product op het gebied der oratorische muziek, eveneens het werk van een jong talent vol priester, n.m. het Oratorium St Joseph van J. A. S. v. Scbaïk. Het verschijnen van een oorspron kelijk Nederlaodsch werk van dit genre en gehalte en meer nog, het ten gehoore brengen daarvan is een te zeldzaam en te heuglijk feit dan dat er niet te voren reeds een paar woor den aan zonden gewijd mogen worden. Met te meer opgewektheid geschiede dit, nu de uitvoering door de R.K. Zangvereeniging Jan Albert Ban, onder leiding van den heer N. H. Andrïessen en met medewerking van het Stedelijk Muziekkorps aan de beteekenis van de toonschepping be looft te beantwoorden. Hier volge dan een beknopt over zicht van Van Schaïk's opos 4, vol gens het klaviernittreksel dat vóór enkele maanden bij de W8d. J. R. v. Rossum te Utrecht het licht zag. i Het werk bestaat uit zes deelen I waarvan het eerste tot titel draagt j Verloving van den H. Joseph. De j enkele maten die het aanvangskoor j inleiden geven het zeer eenvoudige hoofdthema van dit koor tehooren I het „zachtkens neêrdalen der heilige Englenscharen" aanduidende. Reeds uit dit korte voorspel blijkt de voor liefde van den componist voor de canonische schrijfwijze een zeer begrijpelijke voorliefde trouwens bfi iemand die zich zoo vrij en onge- j dwongen in deze strengere vormen beweegt. werk loopt, wêer op, om die verder voort te spinnen tot het daarin door den tenor-solist wordt vervangen die, straks door het gemengd koor ter zijde gestaan, het eerste gedeelte op hoogst bevredigende wfize ten einde voert. Het tweede deel draagt tot opschrift: Droom van den H. Joseph. Geheel in overeenstemming met den gang van het gedicht dat hier Joseph's twijfel en angst beschrijft, steekt de zwaar moedige aanvang van dit deel donker af tegen het voorgaande. Toch kan over 't geheel genomen dit gedeelte mjj niet bizonder aanspreken of de indruk moest bij de uitvoering al een geheel andere zfin dan dien het. door lezen of spelen van het klavieruittrek sel geeft. Zoo gezien doet deze muziek zich voor als een schilderij waarin wel de toon, de stemming goed is getroffen, maar waar de lfinen te scherp zfin getrokken. Later, waar het mannen koor het „Jnieh, Joseph, juichaan heft,Ifikt mfi de chromatische beweging in het orkest met gelukkig gevonden om gejubel en heilige vreugde uit te drukken. Natuurlijk staat."tegenover dit minder geslaagde ook menige plaats van bepaald gelukkige inspi ratie. Hiertoe reken ik bfiv. de muzi kale omkleeding der door het mannen koor gezongen woorden„Zing 's Heereu liefde" en het goede gebruik dat later van dit motiefje wordt ge maakt. Maar toch wordt naar mijn schatting dit tweede deel verre over troffen door het derde, dat de Ge boorte des Heer en bezingt op eeQ wfize die bfi den hoorder wel een sympathieken weerklank moet. vinden. Een frisch gemengd koor vol kleur en climax opent deze afdeeling; ver volgens doet zich in het orkest de melodie van een bekend kerst-koraal hoorec, terwfil tegelijkertijd de tenor solist zfin verhaal voortzet. Een duo dat, na eenige stemmingsvolle orkest- maten, de bariton- en de tenor-solist aanheffen, wordt onderbroken door het vrouwenkoor dat op boveubedoeide koraalmelodie de woorden zingt: Gegroet uit 's hemels heilgen hof! Wfi zingen, Joseph, uwen lof, Wfil 't Eeuwig Woord, dat alles draagt, In zwakheid uw bescherming vraagt. hfi er in mag slagen de ffiDgevoelde intenties van den toondichter tot de zfine te maken, dan wacht ons hier een der meest indrukwekkende oogen- blikken van den avond. Ook in het verder verloop van dit gedeelte geeft de componist zeer expressieve moziek. Het gemengd koor „Wat zfit gfi Jo seph groot" brengt bovendien weer een mooie tegenstelling van licht na de donkere tonen van het voorafgaand dubbel kwartet voor mannenstemmen. En als dat koor, die „zang van zoe ten vreê" zachtjes heeft uitgeklonken dan „rfist uit 't voorgeborchte een kreet van hoog verblfiden" want voor hen die daar toeven wfist Joseph's komst de volheid der tfiden aan en zfi jubelen reeds in de glorie die hnn wacht „bfi 't opgaan met (Joseph's) Zoon." Van deze gelukkige dichterlijke ge dachte heeft de componist op hoogst effectvolle wfize psrtfi weten te trek ken en het einde van dit nammer is één hoogstfigende jubelgalmeen heer- Ifik herleven voor een glorievolle eeuwigheid. Het zesd8 deel eindelfik is getiteld St. JosephPatroon der Werklieden. De volksmelodie het lied van den arbeidsstand waarmede het orkest dit gedeelte aanvangt, wordt al spoe dig overstemd door heftige chroma tische figuren die den geest van ver zet eu oproer karakteriseeren. Dan heft de bariton-solist aan: „Daar gaat een lied des oproers door de sferen het „oproer"-motief ontwikke't zich tot volle bracht, maar wordt dan voor een oogenblik tot zwfigen gebracht door „een ander lied, een lied van liefde en vrede", een smeekzang tot Joseph om zfin voorbede en hulp en als zich straks de oproerkreten, door het mannenkoor aangeheven, weer met woeste kracht doen hooren, dan mengt zich daarin de bedezang der vrouwen totdat ten laatste het vredelied de overhand houdt. Want ook „St. Joseph bidt en draagt de bede zfiner trouwe scharen omhoog in vaderhand Daar is 'tals komt een nieuwe geest [gevaren, Die strijd en haat en tweedrachi verre [bant. En bfi het spel der gouden Englen- [scharen De stemmen van de menschheid saam [doet paren Nog twee malen wordt deze melo die herhaald, altfid krachtiger en in telkens stfigende toonhoogte. Niet weinig draagt het invlechten van dit In 't ééne lied vaD d' arbeidsstand. j Waarom het inleidings-koor voorkoraal bfi tot het onderhonden en ver-i enkel mannenstemmen werd gescbre-ihoogen der beoogde stemming. En van En nu volgt datlied.van d' arbeids- ven is bfi het beschikbaar zfin vanhier aan blfift de belangstelling van stand een kernachtige melodie, die een gemengd koor niet volkomen1 den toehoorder steeds klimmende. De bfi elke herhaling in een nieuw bar- duidelfik, maar wat bewerking betreft landelfik-rustige aanvang van deel 4, monisch gewaad optreedt en zich ten dit woord doelende op juiste, me- Het Heilig Huisgezin, doet hoogst slotte ontwikkelt tot een mach tig 14) „Van avond zal zij zich in mijn nar bijheidl bevinden en weten dat ik mijn belofte vervuld' heb." Hij spoedde zich haastig voort, het papier als ware het een kostbare dia mant stijf vasthoudend. Hij wilde den ouden Sergius zelf opzoeken en zich overtuigen dat het nauwelijks afgekon digde bevel onverwijld ten uitvoer zou wordien gebracht. Hij zweefde meer dan hij liep, nu deze boodschap zijn geest bezig hield. Hij knikte zijn vrienden die hij ontmoette vriendelijk goeden dag, maar sprak niemand toe en verging van ongeduld toen Bonzo hem staande hield en een gesprek met hem aan knoopte. ..Je kunt flink stappen, Paul," zeide deze een buitengewone lange sigaar uit den mond nemend. „Gal je weer naar fart Alexander terug, mijn jongen?" Paul lachte en toonde hem tiiumfan telij k het papier. „Eer is geen sprake meer van Fort Alexander," zeide hij opgewonden, „van avond wordt zij, naar Fort Katherine overgebracht. De generaal heeft be dacht dat zij een Engelsche is en daar doet hij verstandig aan!" Bonzo opende zijn sluwe oogjes. „O!" zeide hij, „is dat de zaak. Ik dhcht al dat er iets aan de hand was. Nikolaas is dus vertecderd geworden. HahaZij heeft liet hem zeker op haar knieën gesmeekt. Nu zal 't niet lang meer duren of hij knielt voor haar. Quelle farce!" Paul vroeg zich verwonderd af of deze man wel ooit iemand ter wereld had' liefgehad; maar hij was zoo ver standig zijn ged'achte voor zich te hou den en net te doen alsof hij Bonzo's laatste woorden niet had gehoord. „De generaal is een beetje bang voor do Engelsche tongen," zeidie hij eenvou dig. „En ik geloof dat hij daarin gelijk heeft. Zij is geen misdadigster, kolonel, en wij zijn geen barbaren- Zij zal even veilig in Fort Katherine zijn en wij zullen er niet door benadeeld worden als zij wittebrood eet." Bonzo lachte. „Gij moest allemaal maar rokken aantrekken," riep hij uit. „Hoe kunnen nu zulke kerels flinke soldaten zijn!" Hij draaide zich op zijn hielen om, zich herinnerend dat hij van zijn chef sprakmaar toen zij naast elkaar voort liepen zeide Bonzo eensklaps, schijn baar onverschillig „Loop maar niet zelf met haai' weg, kapitein Paul zij is nog niet in Fort Katherine Paul stond stil en hield nog bijtijds het woord ini, dat heem. op de lippen zweef die. Hij wilde opgewonden tegen deze veronderstelling, dat hij nL zijn eer zou verzaken, opkomenmaar Bon zo was reeds verdwenen en de jonge man bleef staan om de verlokkende woorden te herhalen. „Zij is nog niet in Fort Katherine!" Paul lachte en liep voort. Een paar pas verder stond hij weer stil en ont vouwde het papier dat hij zoo zorgvul- bewaarde. dig Het bevel luidde als volgt; „Do Engelsche moet met zonsonder gang naar Fort Katherine overgebracht en onder bewaking van ritmeester Sie- benski gesteld wbrden. Kroonstad, 19 Maart 1895." Stefanovic. Paul las deze regels een paar maal over. Telkens begon hij ae weer op nieuw te lezen, als zocht hij naar iets wat niet op het papier vermeld stond. „Sapristiezeide hij tot zichzelf, „hij heeft vergeten den naam Sergius er bij te zetten. Hij, die dit bevel heeft ge kregen, mag haar naai' Fort Katherine j overbrengen. De kapitein zal er zoo vroeg niet zijn maar ergens in een café of in de cantine zitten. De sergeant zal j mij niets vragen, vooral nu ik recht streeks van het huis van den generaal j kom. Groote God, wat een idee Hij vervolgde zijn weg maar met nog gezwinder pas dan eenige oogenblikken j geleden. De veronderstelling, die Bonzo 1 schertsend had uitgesproken, hield zijn; geest bezig en hij hoorde een stem I fluisteren; „Het is mogelijk. Ziji zou niet meer' lijden- Het is uw werk toe te tien, dat tij Kroonstad niet meer verraadt. Zij zou als uw vrouw, de vriendin van Rus land worden." Hij lachte hardop, zooaJs eeni mam doet, die in verzoeking wordt gebracht, en er wel tegen wil strijden, maar er niet de kracht voor bezit. Hij kwam eindelijk bij het café te land, waar hij met Bonzo den avond) voor Marian's arrestatie wijn had) ge-| .dronken. Hij trad binnen en bestelde een glas absinthe. Het' noodlot, waaraan hij nu overgeleverd was, deed hem aan een tafeltje plaats nemen, vanwaar hij het gericht op die haven en zijn eigen jacht had, dat aan de kade lag te dob beren. Hij had het. eenmaal van zijn bloedverwant, prins Tolma, cadeau ge kregen. Men beweerde dat er geen snel- varender jacht bestond dan dithet was gebouwd door den grooten Yarrow en men was 't er algemeen over eens dat het den snelstvarenden kruiser in kon halen. Paul had voor déze boot reedis veel geld uitgegeven. Ze maakte voor een groot deel het genoegen van zijn leven uit. Hij vond het heerlijk in het heetst van den zomer naar dé kust van Fin land te zeilen en (Laar een paar dagen te vertoeven en zoodoende was hij beter met het vaarwater daar bekend dan menig ervaren zeeman. Reuben, de jon ge Engelschroan, die door den scheeps bouwmeester Yarrow tot zijn beschik king was gesteld om de boot te besturen, was hem met hart en riel toegedaan. „Hij zou er juist de man voor zijn," zeide Paul tot zichzelf, „hij zou beden ken, dat rij een Engelsche is." En toen dronk hij rijn absinthe uit en begaf zich weer naar buiten in de zonneschijn. De inwoners van Kroonstad waren reeds lang aan hun dagelij kschen ar beid. Voortdurend hoorde men de zwa re hamerslagen in het arsenaal, het ge fluit der stoombooten weerklonk over het water en het geroep, gevloek en gezang der zeelui vervuilden de lucht. Een troep soldaten verhit door de lang durige exercities passeerde Paul, op het plein voor de kazerne liepen er eenigen op en neer, ongeduldig het uur afwach tend, waarop de etensbel hen zou roo- pen, en kleine stoombooten voeren van de de forten naar het vasteland heen en weer. Paul bedacht zich hoe dierbaar dit bedrijvige leven hem geworden was. Hij had Kroonstad even lief als een kind! rijns ouders huis. Hij tuurde over de zee naa.r de granieten wallen en de kanonnen, die als zilver in het zon licht blonken en vroeg zich zelf af hoe hij rich zou gevoelen als hij deze ves ting niet meer mocht betreden. Zijn naam, die van een verrader, zou ge vloekt worden, en tot spot dienen van. degenen, die hem eens geëerd hadden. „Bahzeide hij, „die tijd zal nooit komen. Ik zal het bevel aan Sergius brengen hij kan dan eenige soldaten uitzoeken, om de gevangene naar Fort Katherine te brengen. Ik moet mijn plicht doen ik ben een dienaar van den Czaar en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1