NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
J^OlSTZSTECNCEnSTTSFE/ia-S:
AD V JiU^TEOSr'-L'UI-ËrN":
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
I6« Jaargang
Donderdag 16 Februari I8S9.
No. 4797
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.80
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlem, per 3 maanden0.30
n de omstreken en franco per post0.871/2
an 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer I2Z
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Honimartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Ajnsierdam.
BUITEN het Arrondissement Hrtrlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bp de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUTJTER; Beverwijk, 0. HOORNS; HillegomAR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan.
Officieele Berichten.
De Burgemeester van Haarlem,
brengt bp deze ter kennis van de in
gezetenen dezer Gemeente, dat het
op den Hen Febr. jl. executoir ver
klaard 4e kwartaals kohier no. 11 op
de Personeele Belasting dezer Ge
meente, dienst 1898, op heden aan den
ontvanger der directe belastingen is
ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens
herinnerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zyn hunnen aanslag op den
bp de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem14 Febr. 1899.
De Burgemeester voornoemd
BOREEL.
STADSNIEUWS
Eerste en tweede pagina.
Haarlem, 15 Febr. 1899.
In de laatst gehouden vergadering
van de Haarlemcche Bakkersgezellen
is besloten een groote openbare ver
gadering te houden in de sociëteit „de
Kroon" met de patroons, de gezellen
en de hier ter stede aanwezige leden
van de Tweede Kamer, ter bespreking
van het wetsontwerp van Minister
Lely.
Schouwburg.
Italiaansche Opera.
Morgen, Donderdagavond, optreden
der Opera Italiana met „II Barbiere
di Sivglia." Het is nu al weer gerui-
men tijd geleden dat de Italiaansche
Opera in den Schouwburg optrad
dan heeft ze hier ter stede een zeer
goeden naam en wordt de wpze waarop
ze Rossini's mooie opera ten gehoore
brengt, ten zeerste geroemd; al te
maal redenen genoeg om dan ook
morgenavond eene groote belangstel
ling er voor te kannen verwachten.
Op den Kampersingel werd Dins
dagmiddag een hond door een beladen
turfkar overreden. Zwaar gekwetst
liep het dier inj den singelgracht en
verdronk.
Zekere Jacobus Pieters, oud 60
jaren, die de laatste jaren zijn onder
komen had aan het politie-bureau werd
daar in den afgeloopen nacht door een
beroerte getroffen en per raderbaar
naar het St. Elisabethsgasthuis over
gebracht.
Aanbesteding.
Dinsdagmiddag werd door het college
van regenten over het Huis van Be
waring en Strafgevangenis aanbesteed:
Het gedurende éen jaar (1 Maart
1899 tot en met 28 Februari 1900)
leveren der Bespanning van en eene
Bergplaats voor het Cellulaire Rjjtaig.
Ingeschreven hadden de Gebr. Yoor-
ting voor f330, de Wed. J. J. v. d.
Berg voor f395 en G. M. v. d. Berg
voor f 450.
BINNENLAND
Uit de „Staatscourant"'
Kon. besluiten.
Benoemd bij het personeel van den
geneeskundigen dienst der landmacht,
tot militair apotheker der 2de kl., de
apotheker L. J. Röhner; tot burge
meester der gemeente Bergen- op-Zoom,
met gelijktijdige toekenning van eer
vol ontslag als burgemeester der ge
meente Didam, B. J. Hulshof.
De heer K. H. H. van Bennekom
erkend en toegelaten als consul van
Denemarken te Padang.
De titels van hoofdcommies-kaart-
graveur en adjunct-commies-kaart-
graveur, waaronder de heeren A.
Tuyn en J. G. den Engelse Wiemans,
thans bij het departement van marine
werkzaam, zijn veranderd respectie
velijk in „kaartgraveur, hoofd van het
bureau gravure" en 1ste technisch
ambtenaar bij het bureau gravure"
en benoemd tot 1ste hydrographisch-
teekenaar de heer C. Craandyk, met
ingang van 16 dezer.
Atjeh.
W\j lezen in de N. B. Ct
Maandag deelden wij een telegram
medo, dat de regeering ontving over
de gevechten ter Westkust van Su
matra tegen de benden van Toekoe
Oemar.
Yan onzen correspondent te Batavia
ontvingen wij over dezelfde zaak een
telegram, waaruit blijkt, dat de ge
wonde luitenant J. J. Verbrugh het
commando had over eene hinderlaag
tegen een transport van Oemar naar
Oendjoeng Kala. Er werd hevig ge
vochten tegen den vijand, die de on
zen in getalsterkte verre overtrof.
De Rijksmiddelen over
Januari.
Januari heeft het jaar niet slecht
ingezet. Bij eene opbrengst van
f8,856,200 hebben de rijksmiddelen
2!/i ton meer gegeven dan in de eerste
maand van 1898. En die uitkomst had
nog aanmerkelijk beter kunnen zijn,
ware er niet voor de personeele be
lasting een zoo bnitengewoon klein
bedrag binnengekomen, slechts f 71,600
d. i. ruim twee en driekwart ton min
der.
Yoor een groot deel is hethoogere
totaal der maand te danken aan de
successie-rechten. Aanmerkelijk boven
de opbrengst van de laatste tijden
gekomen, hebben z\j ditmaal 1 millioen
in de schatkist gebracht, d. i. 4.6 ton
meer dan verleden jaar. Dat heeft niet
alleen de vermindering bij het perso
neel goed gemaakt en ook die van 1.6
ton bij den suiker-accijns, maar bo
vendien nog een avansje gelaten Yan
f22,000. Brengt men dit in rekening
bij de overige middelen, dan blijkt
hunne gezamenlijke opbrengst vooruit
te zijn gegaan met f 235,800. En aan
gezien bij den zout-accijns, de regi
stratie-rechten en de loodsgelden ver
minderingen vallen aan te teekenen,
te zamen f 52,000 bereikend, is er voor
de nog ongenoemde middelen tegader
eene vermeerdering van f287,600. Deze
uitkomst mag te eerder gunstig wor-
den genoemd, omdat zij voor het;
grootste gedeelte verkregen is by I
middelen, wier opbrengst verleden J
jaar reeds zeer bevredigend was ge
stegen. Bij de invoerrechten beloopt
de vermeerdering f 32,300 (4.35 pet.);
bij de zegelrechten f38,20'). De pos-
terjj gaf f 57,000 meerde telegrafen
brachten het tot f 149,300, d.i. f 31,100
boven verleden jaar. De wijn-accijns
kwam f 7000 vooruithet gedistilleerd,
ofschoon voor eene Januari-maand
niet erg ruim, vloeide wat minder
traag dan verleden jaarhet geslacht
gaf bijna f 16,000 meer. Op de aan
slagen in de vermogensbelasting werd
f 35,000 meer voldaan, en voor het
bedrijf werd ook flink betaald.
Dat de middelenstaat nu by den
suiker-accyns het voor premiën be
taalde bedrag opgeeft (Januari
f 88,453.16verleden jaar niets) zal
met erkentelijkheid worden opgemerkt.
De vredesconferentie.
De correspondent van de Daily
Chronicle te St. Petersburg seinde
Zondag aan zijn blad:
„Ik hoor uit de beste bron, dat het
voorstel van de Nederlandsche re
geering om de vredesconferentie in
den Haag te houden, hier dankbaar
aangenomen is. De nitnoodigingen
zullen dus van den Haag uitgaan.
De antwoorden op de tweede circu
laire zyn nog niet van alle mogend
heden ingekomen, maar tot dusver
zijn alle antwoorden zeer bevredi
gend."
Het Handelsblad bevat de vertaling
van een open brief van Fréderic Passy
aan H. M. Koningin Wilhelmina,
naar aanleiding van de aanstaande
samenkomst van het vredescongres
te 's-Gravenhage. De brief heeft voor
namelijk ten doel om de instelling van
een internationaal hof van arbitrage
te bepleiten. De heer Passy zou willen,
dat Nederland zich met een of twee
andere kleine staten verstond ter voor
bereiding van de eerste kern vaneen
dergelijk hof.
„La Capitale de la Paix", zoo noemt
Henri de Régnier (in een hoofdartikel
van de Gaulois) den Haag, natuurlijk
in verband met het aanstaande con
gres tot beperking der krijgstoerustin
gen, dat in den Haag zitting zal
houden.
Hij acht den Haag uitnemend ge
schikt om de Hoofdstad van den
Yrede te worden. Deo Haag is niet(
kenschetsend Hollandsch. Leiden her-
innert aan een lang verleden van
wetenschap, Amsterdam, met haarj
ontelbare grachten, is grillig en ver-
rukkelyk, Dordt heeft haar molens, j
Delft haar aardewerk, Haarlem de j
bollenvelden om zich heenden j
Haag is de koninklijke stad, zjj heeftj
eene maagd tot Koningin, zy zali
misschien in de geschiedenis den j
prachtigen en roemvollen eerenaam!
dragen van Hoofdstad van den Yrede.
Den Haag is juist een rustig plekje
voor de ernstige, kalme, aandachtige
menschen, om over de groote zaak
te beraadslagen. De schrijver ziet hen
daar al saamgekomen, liefst in een
zaal van het Binnenhof, met het ge
zicht over den VyverEn dan
komt het by hem op, dat hy dat al
eens meer gezien heeft ja, het doet
denken aan Rembrandt's Anatomieles,
die juist in een Haagsch museum
hangt. Maar thans is het geen lyk
waaromheen de leerlingen van prof.
Tulp zich opmerkzaam verdringen
het is een zieke die onder het mes
moet, de Europeesche Maatschappij,
die men wel niet in eens zal genezen,
maar toch wat verlichting brengen
kan van haar militaire kwaal.
1 Gevangenisarbeid.
Bij beschikking van den minister
van Justitie is ingesteld een commissie
van bijstand en advies te zake van
den gevangenisarbeid, ressorteerende
onder het departement van Justitie.
Daarin zjjn benoemd tot voorz. de heer
D. Laan, industrieel, lid van de Eerste
Kamer te Wormerveer; tot lid en
secretaris, de heer B. J. van den
Berkhof, ingenienr en lid van het
college van regenten over de gevan
genissen te 's-Gravenhage.
Tot leden, de heerenD. Gelderman,
industrieel en voorzitter van de Kamer
van Koophandel te Oldenzaa!D. de
Klerk, lid van de Tweede Kamer voor
RotterdamG. Mesdag Jzn., koopman
en lid van het college yan regenten
over de gevangenissen tè Groningen
mr. L. H. W. Regout, industrieel, lid
van Gedep. Staten van Limburg, te
Maastricht, en D. Schut, aannemer
en lid van den gemeenteraad van
Amsterdam.
Hierdoor is opnieuw gevolg gegeven
aan een der conclusiën van het ver
slag der Commissie van Onderzoek
in zake de concurrentie van den vrjjen
arbeid door gevangenisarbeid.
Acetyleen-liehtkogels.
De heer J. C. Hillengenberg te
Amsterdam heeft in het buitenland
octrooi genomen op een door hem
uitgevonden acetyleengas-lichtkogel.
De heer H. meent dat deze licht-
kogel uitnemend geschikt zal zijn
voor oorlogsgebruik. Door de firma
Krupp worden proeven genomen.
Als voordeel van den acetyleengas-
lichtkogel wordt genoemd de eigen
schap dat hy pas ontbrandt nabjj het
doel, aldus alleen het gewenschte
terrein verlicht, terwyl de brandende
stroom van Acetyleengas van onge
veer een halven meter een enorme
lichtkracht ontwikkelt, welke circa
een kwart uur aanhoudt en zeer
moeielyk te dooven is.
De behandeling is hoogst eenvou- Het Centraal-station te Utrecht gaf
dig en voor ontyd'.ge ontbranding j Maandagmiddag een treurig toonecl
moet niet het minste gevaar bestaan, te aanschouwen. Met een der treinen
zon een krankzinnige, door een ver-
Een misbruik. pleger begeleid, vervoerd worden.
i Toen hy iu het rijtnig had plaats
.^!a*r 18 baast Dl®ts wat ons telkens genomen, werd de ongelukkige zoo
by het ontvangen der mails uit Indie; woestj (jat aqes vernield werd en een
meer hindert, dan het feit dat daarinio-tal mannen noodig waren hem te
geregeld gouvernementsbesluiten voor-overmeesteren.
komen van dezen aard„Ontslagen,
met ingang van 3 Februari 1899, uit
's lands dienst» de ambtenaar A"De doop en de Mormonen,
„ontslagen, met ingang van 2 Maart De metselaar O. te Apeldoorn was
1899, de ambtenaar B", enz. Wat be- toegetreden tot de Mormoonscho leer.
teekent dat? Niet anders dan dat de
persoon die 's lands dienst verlaat nog
eene maand traktement ontvangt dat
hem niet toekomt.
Ja, het komt hem toe volgens de
bestaande bepalingen; art. 1 van het
„Ind. Stbl." 1851 no. 67 luidt, dat de
eervol onslagen ambtenaren „trakte-
tement zullen genieten voor de volle
maand waarin het ontslag te hunner
kennisse is gekomenmaar het komt
hun niet toe, dunkt ons, voor de recht
bank der redelijkheid en zedelijkheid.
Immers z y ontvangen het traktement
voor de volle maand waarin zy hunne
functiën niet meer uitoefenen maar
daartegenover staat dat hun opvol
ger want hetzelfde tiactement
wordt slechts aan één persoon uitbe
taald over die maand niet betaald
wordt voor het werk dat by doet.
De aftredende wordt dns bevoordeeld,
krijgt een cadeau; gedeeltelijk ten
koste van zyn opvolger.
Om dit door een voorbeeld te staven,
stellen wy dat de resident X gepen-
sionneerd wordt. Hij genoot een trak
tement van f 1250 's maands en heeft
na 30 jaar dienst recht op een pen
sioen van f 468.75 's maands. Zyn op
volger is de adsistent-resident Y, die
f 600 's maands genoot.
De Staat keert nu aan beide per
sonen f 1850 uit. Hy zou moeten uit-
keeren aannemende dat de resi
dent die den 2en der maand zyne
functie neerlegt, in die maand niet
meer voor den lande heeft gewerkt
f 468.75 pensioen en f 1250 traktement
voor den opvolger, samen f 1718.75.
De Staat belaalt dus noodeloos f 131.25
te veel, en de opvolger ontvangt f 650
te weinig, opdat do afgetredene f731.25
te veel ontvange
Billijk is dit waarlijk nieto. i. is
hier sprake van een echt Indisch mis
bruik, waaraan toch eindelijk een
einde moest worden gemaakt. Men
kan zelfs niet zeggen dat de opvolger
op zyn beurt hetzelfde voordeel ge
nieten zalals deze door toevallige
omstandigheden tegen het einde der
maand aftreedt bij ziekte of over
lijden b. v. krygt hy of zyn gezin
dat voordeel niet.
Biilyk is het, dat bepaald wordt:
„de traktementen worden genoten tot
het einde van den dag waarop de
betrekking wordt neergelegd, en van
den das; af volgende op dien waarin
de betrekking wordt aanvaardt."
Yeel ergernis zou daardoor worden
voorkomen„Hbld."
Een droevig schouwspel.
De gebruikelijke onderdompeling had
onlangs plaats bij vrij koud weder,
in het kanaal aldaar. Kort daarna
werd de man ongesteld en is nu over
leden, zoodat het nieuwe lid zyne
toetreding niet lang heeft overleefd.
By de begrafenis waren veel men
schen tegenwoordig en om alle mo
gelijke manifestatiën te voorkomen
was eveneens de politie tegenwoordig,
doch alles liep kalm af.
Eene speelclub te Amsterdam.
Men schrijft uit Amsterdam aan de
N. E. Ct.: mm
"We gaan vooruitWy hebben thans
ook eene speel....gelegenheid, zooals
die in eene wereldstad, die zich harer
waardig wil betoonen, moeilijk gemist
kan worden.
De gelegenheid is gevestigd in een
groot perceel op het Rokin stille
zyde. Het vier verdiepingen liooge
huis, drie ramen aan de straat, tegen
onbescheiden blikken gewapend met
vitrages en Lancaster-rolgordijnen,
heeft iets eeuvoudig-voornaams, maar
verder niets dat bijzonder de aandacht
trekt. Geen voorbijganger zou hier een
inrichting verwachten, waarin op de
wyze der oude Bataven, op groote
schaal geld te winnen of te verliezen
is. Dobbelden onze voorouders met
kubussen van hout, steen of been, hier
glijden de kaarten uit de vlugge vin
gers van den banquier over de groene
Aanvankelijk enkel door een klein
koperen vierkant plaatje (zooals die
tot aanduiding van het lidmaatschap
van Liefdadigheid naar Vermogen),
en waarop men Nouveau Club leest,
den leden of geïntroduceerden aange
duid, is dezer dagen nu ook in de hard-
steenen plint boven de deur het woord
Sociëteit gebeiteld.
Ten einde geïntroduceerd te worden,
vervoegde zich dezer dagen een nieuws
gierige aau 't gebouw.'
Nauwelijks was de stevige eiken
houten deur, die dezer dagen vaa
nieuwe, z.g. Engelsche sloten is voor
zien, geopend, of den bezoeker werd
gevraagd of hy van een introductie
voorzien en bekend was met het
„woord", want ook dat moet men ken
nen om tot het sanctum, de leeszaal,
en het sanctum sanctorum, de speel
zaal, te kunnen doordringen. Daar nu
de nieuwsgierige geen introductiekaart
bezat en ook het wachtwoord niet
kende, werd hy natuurlijk finaal afge
wezen. Zyne en anderer nieuwsgie
righeid, kunnen wy echter eenigszins
bevredigen met de volgende aantec-
keningen.
De eerste verdieping (bel-étage) is
in twee kamers verdeeld, en suite. De
ruime achterkamer is tot leeszaal,
luxueus en comfortabel, ingericht, do
vloer met een zwaar tapyt belegd.
Gemakkelijke chaises-longues, fau
teuils, crapauds zijn hier om of nabij
kleine lage tafeltjes geplaatst. In 't
midden der zaal is een groote tafel,
voorzien van tijdschriften, illustratiën
en eenige dagbladen.
In de speelzaal, aan de straat, ziet
het er eenvoudiger uit. De grond is,
inplaats van met een tapijt, met eeu
21)
En juist dat wachten was haast niet
te verduren.
Deze gedachten doorkruisten zijn
brein toen Marian op den middag ont
waakte en door den ouden John naar
de kleine landtong geroeid' werd!, die
als landingsplaats dienst deed. Hij
wachtte haar aan d'en oever en tilde
haar uit het bootje, maar hijl zeide tot
zichzelf, dat hiji haar niets van zijn
zwaarmoedige gedachten zou vertellen,
want hij zag hoe de kleur op haar ge
laat teruggekeerd was en de blauwe
kringen onder haar oogen dbor den
slaap weggewischt waren.
Ja, zij was bijna weer dezelfde lucht
hartige Marian van vroeger; en toen
hij in haar schitterende oogen blikte en
haar vroolijk gelach door de lucht weer
klonk, deed zijn liefde voor haar hem
al t andere weer vergeten.
„Ik heb op je gewacht," zeide hij fcee-
der. „De uren schenen te kruipen."
,»Nu zullen zij weer omvliegen," ant
woordde zij haar band in de zijne leg-
gend, „wij zullen elkaar zien vergrij-
zen, Paul. O! is het niet verrukkelijk
om weer te kunnen ademhalen 1
Ik zou in staat zijn om de wereld uit
te Ioopen."
Zij trok hem met zich mede, voort
snellend op de vleugelen der vrijheid,
hem honderd vragen stellend, waarop
hij geen antwoord kon geven en dat
zij ook niet verwachtte Toen zij! den
top van een rots hadden bereikt ging
zij zitten en vestigde haar oogen op
de schuimende zee met haar witte kop
pen en het verlaten eiland.
Paul had1 zich naast haar uitgestrekt,
blijde dat hiji haar een uur van onver
stoord geluk kon bezorgen.
„Ik kan 't maar niet gelooven," zedde
zij terwijl d!e frissche wind langs haar
wangen streek en baar krulletjes deed
wapperen, „ik kan 't maar niet geloo
ven, dat wij hier zijn."
Wat kan één dag toch een omkeer
in 's menschen leven brengen. Hoe zou
het komen dat ons leven jaren lang
gelijkmatig kan voortrollen om dan plot
seling te veranderen en ons van alle
bekende dingen te scheiden en naar
een plaats te brengen, waarvan wij zelfs
nooit gedroomd hebben? Een maand
geleden was ik gouvernante te Kroon
stad. Ik onderwees de marionetten za
ken, die zij niet wilden leeren. En van
daag, waar ben ik nu? en wat ben ik?
Waarom blijven al die gebeurtenissen
voor ons verborgen? En als het heden
zoo vreemd is wat zal dan de toekomst
ons brengen. Okon ik maar eens even
vooruitzien
„Maar dat kunt gij niet," zeide PauL
„Alleen kunt gij je verbeelding laten
werken. Vooruitzien kunnen wij niet,
Petite, maar wel handelen.
En dat hebben gij en ik gedaan,
ofschoon God alleen weet boe dit alles
zal eindigen. Op dit oogenblik bevinden
wij ons op een eiland dicht bij Hango
en moeten wachten tot de wind gaat
liggen en de zee rustig wordt. Dan
gaani wij weer aan boord' van de Es
meralda en bereiken morgen Stock
holm."
Yroolijk klapte zij in baar handjes
en toen om zich heen ziende riep zij
uit:
„Het is hier een wereld van eilanden,
zonder menschen. Er kan onmogelijk
een eenzamer plekje bestaan dan dit.
En toch is het voor mij een stad.''
Hij streek langs haar wangen, haar
aanmoedigend om te vergeten dat haar
vrijheid van de nukken van den wind
afhing.
„Gij zijt even verheugd dat je je vrij
heid terug hebt, als ik, Marian. Later
zullen wij dikwijls over dezen dag pra
ten en hem ons herinneren als de lente
van onze liefde. Ik geloof niet, dat zij
ons hier zullen volgen; slechts weinig
zeelui durven zich in deze zeeën te
[wagen.
I Zelfs visschers komen hier zelden.
Elke zeeman, met een beetje kennis,
weet dat bij bier den dood in de armen
loopt."
j „En toch ben jij er heen gegaan."
„Er bleef ons geen andere uitweg
ovesr.
Wij konden de vloot niet
noch terugkeerendeze haven
ons eenig redmiddel of wij hadden naar
de Russische gevangenis moeten terug
gaan."
Zij huiverde en drukte zich dicht
tegen hem aan.
„Wij zullen nooit terugkeeren, niet
waar liefste; of denkt gij van wel?"
j Hij nam een paar steentjes van den
grond op en wierp ze in de schuimende
golven.
J „Ik weet het niet," zeide hij na ge-
ruimen tijd te hebben gezwegen. „Wie
kan zeggen wat de toekomst ons brengt.
Maar in elk geval ben ik geen Rus
meer. Een vaderland heb ik niet; het
boezemt mij nu geen belang meer in."
Het verdriet, dat in zijn woorden lag
opgesloten, bleef niet voor haar veer
borgen. Neg nooit, sinds zij haar cel
verliet, had zij zoo goed begrepen tot
welken prijs hij zijn offer gebracht had.
„O! Paul! Paul!" riep zij op bitte
ren toon uit, „wat heb ik gedaan Welk
een misdaad heb ik begaan om dit ver
driet over je te brengen. Laat mij naar
Kroonstad terugkeeren. Ik ben je offer
niet waardig. Ik zal het je nooit kunnen
vergelden. Het is nu nog tijd."
De jonge man lachte, zichzelf be
rispend dat bij die woorden had geuit
en haar gezichtje tusschen zijn handen
nemend en haar diep in dé betraande
oogen ziende, zeide bij;:
„De eenige misdaad', die je
hebt, is dat je de liefste vrouw van de
wereld zijt! Het eenige kwaad wat ge
bedreeft. was mij zóó verliefd op je te
maken dat zonder jou het leven geen
waarde meer voor mij bezat En waar
om praat je nu van vergelding? Is daar
van sprake tusschen menschen, die el
kaar liefhebben?
Zijn zij niet één? Degeen, die jou
beleedigt, doet het ook mij. Als gij te
vreden rijt, ben ik het ook. Ik verlies
een vaderland om er een gansche we
reld voor terug te krijgen. Al ben ik
dan geen Rus meer, word ik dan niet
de echtgenoot van Marian? Laten wij
niet over zulke dingen spreken, het is
ondankbaar nu nog een rijk leven voor
ons ligt Morgen als de wind is gaan
liggen, varen wij naar Stockholm.
Daar laten wij het jacht en nemen een
Engelsche stoomboot op Londen. Dan
zal het jouw beurt worden om te vergo
ten dat je een Engelsche rijt, gij wordt
dan Zassulic's vrouwtje, de vriendin*
1 van Rusland. Alles wat gij te Kroonstad
'ondervonden hebt zult gij vergeten, do
vrienden die je in verzoeking brachten!
moeten voortaan vreemdelingen voor jd
zijn. Wij zullen een nieuw leven begin
nen in een vreemd land1. Maar wij zul
len d'e reis door het leven samen ma!-
ken, en zoodoende zal ze ons niet moeie-
lijk vallen."
De schaduw, die zooeven rijn gelaat
verduisterde, verdween terwijl hij over
i hun toekomst .sprakhij bouwde al
rijn verwachtingen op rijn bloedver-
want Tolma, en vertrouwde zeer op rijn
eigen kunde als ingenieur. Marian hoor
de hem op haar beurt lachend aan, hoe
wel rij tot zich zelf zeide, dat rij rijn
offer niet mocht aannemen en hem
overreden moest naar rijn werk en land
terug te keeren. En niet als iemand
met schande bedekt, maar met opgohe*