NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. J^OlSTZSTECNCEnSTTSFE/ia-S: AD V JiU^TEOSr'-L'UI-ËrN": Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. I6« Jaargang Donderdag 16 Februari I8S9. No. 4797 HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.80 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlem, per 3 maanden0.30 n de omstreken en franco per post0.871/2 an 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer I2Z Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Honimartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Ajnsierdam. BUITEN het Arrondissement Hrtrlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zyn Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bp de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUTJTER; Beverwijk, 0. HOORNS; HillegomAR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan. Officieele Berichten. De Burgemeester van Haarlem, brengt bp deze ter kennis van de in gezetenen dezer Gemeente, dat het op den Hen Febr. jl. executoir ver klaard 4e kwartaals kohier no. 11 op de Personeele Belasting dezer Ge meente, dienst 1898, op heden aan den ontvanger der directe belastingen is ter hand gesteld. Wordende de ingezetenen tevens herinnerd, dat de belastingschuldigen verplicht zyn hunnen aanslag op den bp de wet bepaalden voet te voldoen. Haarlem14 Febr. 1899. De Burgemeester voornoemd BOREEL. STADSNIEUWS Eerste en tweede pagina. Haarlem, 15 Febr. 1899. In de laatst gehouden vergadering van de Haarlemcche Bakkersgezellen is besloten een groote openbare ver gadering te houden in de sociëteit „de Kroon" met de patroons, de gezellen en de hier ter stede aanwezige leden van de Tweede Kamer, ter bespreking van het wetsontwerp van Minister Lely. Schouwburg. Italiaansche Opera. Morgen, Donderdagavond, optreden der Opera Italiana met „II Barbiere di Sivglia." Het is nu al weer gerui- men tijd geleden dat de Italiaansche Opera in den Schouwburg optrad dan heeft ze hier ter stede een zeer goeden naam en wordt de wpze waarop ze Rossini's mooie opera ten gehoore brengt, ten zeerste geroemd; al te maal redenen genoeg om dan ook morgenavond eene groote belangstel ling er voor te kannen verwachten. Op den Kampersingel werd Dins dagmiddag een hond door een beladen turfkar overreden. Zwaar gekwetst liep het dier inj den singelgracht en verdronk. Zekere Jacobus Pieters, oud 60 jaren, die de laatste jaren zijn onder komen had aan het politie-bureau werd daar in den afgeloopen nacht door een beroerte getroffen en per raderbaar naar het St. Elisabethsgasthuis over gebracht. Aanbesteding. Dinsdagmiddag werd door het college van regenten over het Huis van Be waring en Strafgevangenis aanbesteed: Het gedurende éen jaar (1 Maart 1899 tot en met 28 Februari 1900) leveren der Bespanning van en eene Bergplaats voor het Cellulaire Rjjtaig. Ingeschreven hadden de Gebr. Yoor- ting voor f330, de Wed. J. J. v. d. Berg voor f395 en G. M. v. d. Berg voor f 450. BINNENLAND Uit de „Staatscourant"' Kon. besluiten. Benoemd bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot militair apotheker der 2de kl., de apotheker L. J. Röhner; tot burge meester der gemeente Bergen- op-Zoom, met gelijktijdige toekenning van eer vol ontslag als burgemeester der ge meente Didam, B. J. Hulshof. De heer K. H. H. van Bennekom erkend en toegelaten als consul van Denemarken te Padang. De titels van hoofdcommies-kaart- graveur en adjunct-commies-kaart- graveur, waaronder de heeren A. Tuyn en J. G. den Engelse Wiemans, thans bij het departement van marine werkzaam, zijn veranderd respectie velijk in „kaartgraveur, hoofd van het bureau gravure" en 1ste technisch ambtenaar bij het bureau gravure" en benoemd tot 1ste hydrographisch- teekenaar de heer C. Craandyk, met ingang van 16 dezer. Atjeh. W\j lezen in de N. B. Ct Maandag deelden wij een telegram medo, dat de regeering ontving over de gevechten ter Westkust van Su matra tegen de benden van Toekoe Oemar. Yan onzen correspondent te Batavia ontvingen wij over dezelfde zaak een telegram, waaruit blijkt, dat de ge wonde luitenant J. J. Verbrugh het commando had over eene hinderlaag tegen een transport van Oemar naar Oendjoeng Kala. Er werd hevig ge vochten tegen den vijand, die de on zen in getalsterkte verre overtrof. De Rijksmiddelen over Januari. Januari heeft het jaar niet slecht ingezet. Bij eene opbrengst van f8,856,200 hebben de rijksmiddelen 2!/i ton meer gegeven dan in de eerste maand van 1898. En die uitkomst had nog aanmerkelijk beter kunnen zijn, ware er niet voor de personeele be lasting een zoo bnitengewoon klein bedrag binnengekomen, slechts f 71,600 d. i. ruim twee en driekwart ton min der. Yoor een groot deel is hethoogere totaal der maand te danken aan de successie-rechten. Aanmerkelijk boven de opbrengst van de laatste tijden gekomen, hebben z\j ditmaal 1 millioen in de schatkist gebracht, d. i. 4.6 ton meer dan verleden jaar. Dat heeft niet alleen de vermindering bij het perso neel goed gemaakt en ook die van 1.6 ton bij den suiker-accijns, maar bo vendien nog een avansje gelaten Yan f22,000. Brengt men dit in rekening bij de overige middelen, dan blijkt hunne gezamenlijke opbrengst vooruit te zijn gegaan met f 235,800. En aan gezien bij den zout-accijns, de regi stratie-rechten en de loodsgelden ver minderingen vallen aan te teekenen, te zamen f 52,000 bereikend, is er voor de nog ongenoemde middelen tegader eene vermeerdering van f287,600. Deze uitkomst mag te eerder gunstig wor- den genoemd, omdat zij voor het; grootste gedeelte verkregen is by I middelen, wier opbrengst verleden J jaar reeds zeer bevredigend was ge stegen. Bij de invoerrechten beloopt de vermeerdering f 32,300 (4.35 pet.); bij de zegelrechten f38,20'). De pos- terjj gaf f 57,000 meerde telegrafen brachten het tot f 149,300, d.i. f 31,100 boven verleden jaar. De wijn-accijns kwam f 7000 vooruithet gedistilleerd, ofschoon voor eene Januari-maand niet erg ruim, vloeide wat minder traag dan verleden jaarhet geslacht gaf bijna f 16,000 meer. Op de aan slagen in de vermogensbelasting werd f 35,000 meer voldaan, en voor het bedrijf werd ook flink betaald. Dat de middelenstaat nu by den suiker-accyns het voor premiën be taalde bedrag opgeeft (Januari f 88,453.16verleden jaar niets) zal met erkentelijkheid worden opgemerkt. De vredesconferentie. De correspondent van de Daily Chronicle te St. Petersburg seinde Zondag aan zijn blad: „Ik hoor uit de beste bron, dat het voorstel van de Nederlandsche re geering om de vredesconferentie in den Haag te houden, hier dankbaar aangenomen is. De nitnoodigingen zullen dus van den Haag uitgaan. De antwoorden op de tweede circu laire zyn nog niet van alle mogend heden ingekomen, maar tot dusver zijn alle antwoorden zeer bevredi gend." Het Handelsblad bevat de vertaling van een open brief van Fréderic Passy aan H. M. Koningin Wilhelmina, naar aanleiding van de aanstaande samenkomst van het vredescongres te 's-Gravenhage. De brief heeft voor namelijk ten doel om de instelling van een internationaal hof van arbitrage te bepleiten. De heer Passy zou willen, dat Nederland zich met een of twee andere kleine staten verstond ter voor bereiding van de eerste kern vaneen dergelijk hof. „La Capitale de la Paix", zoo noemt Henri de Régnier (in een hoofdartikel van de Gaulois) den Haag, natuurlijk in verband met het aanstaande con gres tot beperking der krijgstoerustin gen, dat in den Haag zitting zal houden. Hij acht den Haag uitnemend ge schikt om de Hoofdstad van den Yrede te worden. Deo Haag is niet( kenschetsend Hollandsch. Leiden her- innert aan een lang verleden van wetenschap, Amsterdam, met haarj ontelbare grachten, is grillig en ver- rukkelyk, Dordt heeft haar molens, j Delft haar aardewerk, Haarlem de j bollenvelden om zich heenden j Haag is de koninklijke stad, zjj heeftj eene maagd tot Koningin, zy zali misschien in de geschiedenis den j prachtigen en roemvollen eerenaam! dragen van Hoofdstad van den Yrede. Den Haag is juist een rustig plekje voor de ernstige, kalme, aandachtige menschen, om over de groote zaak te beraadslagen. De schrijver ziet hen daar al saamgekomen, liefst in een zaal van het Binnenhof, met het ge zicht over den VyverEn dan komt het by hem op, dat hy dat al eens meer gezien heeft ja, het doet denken aan Rembrandt's Anatomieles, die juist in een Haagsch museum hangt. Maar thans is het geen lyk waaromheen de leerlingen van prof. Tulp zich opmerkzaam verdringen het is een zieke die onder het mes moet, de Europeesche Maatschappij, die men wel niet in eens zal genezen, maar toch wat verlichting brengen kan van haar militaire kwaal. 1 Gevangenisarbeid. Bij beschikking van den minister van Justitie is ingesteld een commissie van bijstand en advies te zake van den gevangenisarbeid, ressorteerende onder het departement van Justitie. Daarin zjjn benoemd tot voorz. de heer D. Laan, industrieel, lid van de Eerste Kamer te Wormerveer; tot lid en secretaris, de heer B. J. van den Berkhof, ingenienr en lid van het college van regenten over de gevan genissen te 's-Gravenhage. Tot leden, de heerenD. Gelderman, industrieel en voorzitter van de Kamer van Koophandel te Oldenzaa!D. de Klerk, lid van de Tweede Kamer voor RotterdamG. Mesdag Jzn., koopman en lid van het college yan regenten over de gevangenissen tè Groningen mr. L. H. W. Regout, industrieel, lid van Gedep. Staten van Limburg, te Maastricht, en D. Schut, aannemer en lid van den gemeenteraad van Amsterdam. Hierdoor is opnieuw gevolg gegeven aan een der conclusiën van het ver slag der Commissie van Onderzoek in zake de concurrentie van den vrjjen arbeid door gevangenisarbeid. Acetyleen-liehtkogels. De heer J. C. Hillengenberg te Amsterdam heeft in het buitenland octrooi genomen op een door hem uitgevonden acetyleengas-lichtkogel. De heer H. meent dat deze licht- kogel uitnemend geschikt zal zijn voor oorlogsgebruik. Door de firma Krupp worden proeven genomen. Als voordeel van den acetyleengas- lichtkogel wordt genoemd de eigen schap dat hy pas ontbrandt nabjj het doel, aldus alleen het gewenschte terrein verlicht, terwyl de brandende stroom van Acetyleengas van onge veer een halven meter een enorme lichtkracht ontwikkelt, welke circa een kwart uur aanhoudt en zeer moeielyk te dooven is. De behandeling is hoogst eenvou- Het Centraal-station te Utrecht gaf dig en voor ontyd'.ge ontbranding j Maandagmiddag een treurig toonecl moet niet het minste gevaar bestaan, te aanschouwen. Met een der treinen zon een krankzinnige, door een ver- Een misbruik. pleger begeleid, vervoerd worden. i Toen hy iu het rijtnig had plaats .^!a*r 18 baast Dl®ts wat ons telkens genomen, werd de ongelukkige zoo by het ontvangen der mails uit Indie; woestj (jat aqes vernield werd en een meer hindert, dan het feit dat daarinio-tal mannen noodig waren hem te geregeld gouvernementsbesluiten voor-overmeesteren. komen van dezen aard„Ontslagen, met ingang van 3 Februari 1899, uit 's lands dienst» de ambtenaar A"De doop en de Mormonen, „ontslagen, met ingang van 2 Maart De metselaar O. te Apeldoorn was 1899, de ambtenaar B", enz. Wat be- toegetreden tot de Mormoonscho leer. teekent dat? Niet anders dan dat de persoon die 's lands dienst verlaat nog eene maand traktement ontvangt dat hem niet toekomt. Ja, het komt hem toe volgens de bestaande bepalingen; art. 1 van het „Ind. Stbl." 1851 no. 67 luidt, dat de eervol onslagen ambtenaren „trakte- tement zullen genieten voor de volle maand waarin het ontslag te hunner kennisse is gekomenmaar het komt hun niet toe, dunkt ons, voor de recht bank der redelijkheid en zedelijkheid. Immers z y ontvangen het traktement voor de volle maand waarin zy hunne functiën niet meer uitoefenen maar daartegenover staat dat hun opvol ger want hetzelfde tiactement wordt slechts aan één persoon uitbe taald over die maand niet betaald wordt voor het werk dat by doet. De aftredende wordt dns bevoordeeld, krijgt een cadeau; gedeeltelijk ten koste van zyn opvolger. Om dit door een voorbeeld te staven, stellen wy dat de resident X gepen- sionneerd wordt. Hij genoot een trak tement van f 1250 's maands en heeft na 30 jaar dienst recht op een pen sioen van f 468.75 's maands. Zyn op volger is de adsistent-resident Y, die f 600 's maands genoot. De Staat keert nu aan beide per sonen f 1850 uit. Hy zou moeten uit- keeren aannemende dat de resi dent die den 2en der maand zyne functie neerlegt, in die maand niet meer voor den lande heeft gewerkt f 468.75 pensioen en f 1250 traktement voor den opvolger, samen f 1718.75. De Staat belaalt dus noodeloos f 131.25 te veel, en de opvolger ontvangt f 650 te weinig, opdat do afgetredene f731.25 te veel ontvange Billijk is dit waarlijk nieto. i. is hier sprake van een echt Indisch mis bruik, waaraan toch eindelijk een einde moest worden gemaakt. Men kan zelfs niet zeggen dat de opvolger op zyn beurt hetzelfde voordeel ge nieten zalals deze door toevallige omstandigheden tegen het einde der maand aftreedt bij ziekte of over lijden b. v. krygt hy of zyn gezin dat voordeel niet. Biilyk is het, dat bepaald wordt: „de traktementen worden genoten tot het einde van den dag waarop de betrekking wordt neergelegd, en van den das; af volgende op dien waarin de betrekking wordt aanvaardt." Yeel ergernis zou daardoor worden voorkomen„Hbld." Een droevig schouwspel. De gebruikelijke onderdompeling had onlangs plaats bij vrij koud weder, in het kanaal aldaar. Kort daarna werd de man ongesteld en is nu over leden, zoodat het nieuwe lid zyne toetreding niet lang heeft overleefd. By de begrafenis waren veel men schen tegenwoordig en om alle mo gelijke manifestatiën te voorkomen was eveneens de politie tegenwoordig, doch alles liep kalm af. Eene speelclub te Amsterdam. Men schrijft uit Amsterdam aan de N. E. Ct.: mm "We gaan vooruitWy hebben thans ook eene speel....gelegenheid, zooals die in eene wereldstad, die zich harer waardig wil betoonen, moeilijk gemist kan worden. De gelegenheid is gevestigd in een groot perceel op het Rokin stille zyde. Het vier verdiepingen liooge huis, drie ramen aan de straat, tegen onbescheiden blikken gewapend met vitrages en Lancaster-rolgordijnen, heeft iets eeuvoudig-voornaams, maar verder niets dat bijzonder de aandacht trekt. Geen voorbijganger zou hier een inrichting verwachten, waarin op de wyze der oude Bataven, op groote schaal geld te winnen of te verliezen is. Dobbelden onze voorouders met kubussen van hout, steen of been, hier glijden de kaarten uit de vlugge vin gers van den banquier over de groene Aanvankelijk enkel door een klein koperen vierkant plaatje (zooals die tot aanduiding van het lidmaatschap van Liefdadigheid naar Vermogen), en waarop men Nouveau Club leest, den leden of geïntroduceerden aange duid, is dezer dagen nu ook in de hard- steenen plint boven de deur het woord Sociëteit gebeiteld. Ten einde geïntroduceerd te worden, vervoegde zich dezer dagen een nieuws gierige aau 't gebouw.' Nauwelijks was de stevige eiken houten deur, die dezer dagen vaa nieuwe, z.g. Engelsche sloten is voor zien, geopend, of den bezoeker werd gevraagd of hy van een introductie voorzien en bekend was met het „woord", want ook dat moet men ken nen om tot het sanctum, de leeszaal, en het sanctum sanctorum, de speel zaal, te kunnen doordringen. Daar nu de nieuwsgierige geen introductiekaart bezat en ook het wachtwoord niet kende, werd hy natuurlijk finaal afge wezen. Zyne en anderer nieuwsgie righeid, kunnen wy echter eenigszins bevredigen met de volgende aantec- keningen. De eerste verdieping (bel-étage) is in twee kamers verdeeld, en suite. De ruime achterkamer is tot leeszaal, luxueus en comfortabel, ingericht, do vloer met een zwaar tapyt belegd. Gemakkelijke chaises-longues, fau teuils, crapauds zijn hier om of nabij kleine lage tafeltjes geplaatst. In 't midden der zaal is een groote tafel, voorzien van tijdschriften, illustratiën en eenige dagbladen. In de speelzaal, aan de straat, ziet het er eenvoudiger uit. De grond is, inplaats van met een tapijt, met eeu 21) En juist dat wachten was haast niet te verduren. Deze gedachten doorkruisten zijn brein toen Marian op den middag ont waakte en door den ouden John naar de kleine landtong geroeid' werd!, die als landingsplaats dienst deed. Hij wachtte haar aan d'en oever en tilde haar uit het bootje, maar hijl zeide tot zichzelf, dat hiji haar niets van zijn zwaarmoedige gedachten zou vertellen, want hij zag hoe de kleur op haar ge laat teruggekeerd was en de blauwe kringen onder haar oogen dbor den slaap weggewischt waren. Ja, zij was bijna weer dezelfde lucht hartige Marian van vroeger; en toen hij in haar schitterende oogen blikte en haar vroolijk gelach door de lucht weer klonk, deed zijn liefde voor haar hem al t andere weer vergeten. „Ik heb op je gewacht," zeide hij fcee- der. „De uren schenen te kruipen." ,»Nu zullen zij weer omvliegen," ant woordde zij haar band in de zijne leg- gend, „wij zullen elkaar zien vergrij- zen, Paul. O! is het niet verrukkelijk om weer te kunnen ademhalen 1 Ik zou in staat zijn om de wereld uit te Ioopen." Zij trok hem met zich mede, voort snellend op de vleugelen der vrijheid, hem honderd vragen stellend, waarop hij geen antwoord kon geven en dat zij ook niet verwachtte Toen zij! den top van een rots hadden bereikt ging zij zitten en vestigde haar oogen op de schuimende zee met haar witte kop pen en het verlaten eiland. Paul had1 zich naast haar uitgestrekt, blijde dat hiji haar een uur van onver stoord geluk kon bezorgen. „Ik kan 't maar niet gelooven," zedde zij terwijl d!e frissche wind langs haar wangen streek en baar krulletjes deed wapperen, „ik kan 't maar niet geloo ven, dat wij hier zijn." Wat kan één dag toch een omkeer in 's menschen leven brengen. Hoe zou het komen dat ons leven jaren lang gelijkmatig kan voortrollen om dan plot seling te veranderen en ons van alle bekende dingen te scheiden en naar een plaats te brengen, waarvan wij zelfs nooit gedroomd hebben? Een maand geleden was ik gouvernante te Kroon stad. Ik onderwees de marionetten za ken, die zij niet wilden leeren. En van daag, waar ben ik nu? en wat ben ik? Waarom blijven al die gebeurtenissen voor ons verborgen? En als het heden zoo vreemd is wat zal dan de toekomst ons brengen. Okon ik maar eens even vooruitzien „Maar dat kunt gij niet," zeide PauL „Alleen kunt gij je verbeelding laten werken. Vooruitzien kunnen wij niet, Petite, maar wel handelen. En dat hebben gij en ik gedaan, ofschoon God alleen weet boe dit alles zal eindigen. Op dit oogenblik bevinden wij ons op een eiland dicht bij Hango en moeten wachten tot de wind gaat liggen en de zee rustig wordt. Dan gaani wij weer aan boord' van de Es meralda en bereiken morgen Stock holm." Yroolijk klapte zij in baar handjes en toen om zich heen ziende riep zij uit: „Het is hier een wereld van eilanden, zonder menschen. Er kan onmogelijk een eenzamer plekje bestaan dan dit. En toch is het voor mij een stad.'' Hij streek langs haar wangen, haar aanmoedigend om te vergeten dat haar vrijheid van de nukken van den wind afhing. „Gij zijt even verheugd dat je je vrij heid terug hebt, als ik, Marian. Later zullen wij dikwijls over dezen dag pra ten en hem ons herinneren als de lente van onze liefde. Ik geloof niet, dat zij ons hier zullen volgen; slechts weinig zeelui durven zich in deze zeeën te [wagen. I Zelfs visschers komen hier zelden. Elke zeeman, met een beetje kennis, weet dat bij bier den dood in de armen loopt." j „En toch ben jij er heen gegaan." „Er bleef ons geen andere uitweg ovesr. Wij konden de vloot niet noch terugkeerendeze haven ons eenig redmiddel of wij hadden naar de Russische gevangenis moeten terug gaan." Zij huiverde en drukte zich dicht tegen hem aan. „Wij zullen nooit terugkeeren, niet waar liefste; of denkt gij van wel?" j Hij nam een paar steentjes van den grond op en wierp ze in de schuimende golven. J „Ik weet het niet," zeide hij na ge- ruimen tijd te hebben gezwegen. „Wie kan zeggen wat de toekomst ons brengt. Maar in elk geval ben ik geen Rus meer. Een vaderland heb ik niet; het boezemt mij nu geen belang meer in." Het verdriet, dat in zijn woorden lag opgesloten, bleef niet voor haar veer borgen. Neg nooit, sinds zij haar cel verliet, had zij zoo goed begrepen tot welken prijs hij zijn offer gebracht had. „O! Paul! Paul!" riep zij op bitte ren toon uit, „wat heb ik gedaan Welk een misdaad heb ik begaan om dit ver driet over je te brengen. Laat mij naar Kroonstad terugkeeren. Ik ben je offer niet waardig. Ik zal het je nooit kunnen vergelden. Het is nu nog tijd." De jonge man lachte, zichzelf be rispend dat bij die woorden had geuit en haar gezichtje tusschen zijn handen nemend en haar diep in dé betraande oogen ziende, zeide bij;: „De eenige misdaad', die je hebt, is dat je de liefste vrouw van de wereld zijt! Het eenige kwaad wat ge bedreeft. was mij zóó verliefd op je te maken dat zonder jou het leven geen waarde meer voor mij bezat En waar om praat je nu van vergelding? Is daar van sprake tusschen menschen, die el kaar liefhebben? Zijn zij niet één? Degeen, die jou beleedigt, doet het ook mij. Als gij te vreden rijt, ben ik het ook. Ik verlies een vaderland om er een gansche we reld voor terug te krijgen. Al ben ik dan geen Rus meer, word ik dan niet de echtgenoot van Marian? Laten wij niet over zulke dingen spreken, het is ondankbaar nu nog een rijk leven voor ons ligt Morgen als de wind is gaan liggen, varen wij naar Stockholm. Daar laten wij het jacht en nemen een Engelsche stoomboot op Londen. Dan zal het jouw beurt worden om te vergo ten dat je een Engelsche rijt, gij wordt dan Zassulic's vrouwtje, de vriendin* 1 van Rusland. Alles wat gij te Kroonstad 'ondervonden hebt zult gij vergeten, do vrienden die je in verzoeking brachten! moeten voortaan vreemdelingen voor jd zijn. Wij zullen een nieuw leven begin nen in een vreemd land1. Maar wij zul len d'e reis door het leven samen ma!- ken, en zoodoende zal ze ons niet moeie- lijk vallen." De schaduw, die zooeven rijn gelaat verduisterde, verdween terwijl hij over i hun toekomst .sprakhij bouwde al rijn verwachtingen op rijn bloedver- want Tolma, en vertrouwde zeer op rijn eigen kunde als ingenieur. Marian hoor de hem op haar beurt lachend aan, hoe wel rij tot zich zelf zeide, dat rij rijn offer niet mocht aannemen en hem overreden moest naar rijn werk en land terug te keeren. En niet als iemand met schande bedekt, maar met opgohe*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1