NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
AiBOzsrisrE^EisrTSFKiicrs:
AJDV^ELEE/TEnsTTlSnST
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Weekblad voor de Jeugd.
FEUILLETON.
23>
IS» Jaaf£*na
Zaterdag 18 Februari 1899
Mo. 4793
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per postO.SV-fc
1—5 regels 50 Cta.; iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 311hs Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing ran Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zynBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Zandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,by de tol; Svaarndam, C. HARTENDORPZandvoori, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Aan hen die daarop zyn geabon
neerd, wordt bierby verzonden No. 8
van het Weekblad voor de Jeugd.
Dit keurig geïllustreerde weekblad,
onder redactie van den heer F. H.
van Leent, bevat in dit nummer
Anna als meid.
Het Herderinnetje (vervolg).
Lessen der ervaring.
Van drie Meisjes, twee Biggen en
een Lammetje (vervolg en slot).
Winter.
Winterpret,
Het lepelspel.
Een kunststukje.
Pleisterplaatsen.
Allerlei.
van State, afdeeling voor de geschil
len van bestuur, op Woensdag 22
Febr. 1899, des voormiddags te elf
uur.
Antwoord op het raadsel.
Uit het Apenleven.
(Elk No., groot 8 bladzyden, bevat
tal van fraaie, gekleurde platen en
een voor kinderen alleraardigsten
tekst. De prys per 3 maanden is slechts
50 Cents.)
Ferste en derde pagina.
Haarlem, 17 Febr. 1899.
Yoor het examen nattige handwer
ken zyn te 's Gravenhage Donderdag
geslaagd de dames A. C. P. Bolland,
M. de Graaf en M. A. de Vries, allen
alhier.
Donderdagavond om circa 8Va aar
betrapte de katoenwerker W. H.
Schouten alhier den 14jarigen Piet
Serne, dat hy uit den kelder kwam
van den fruithandelaar Mok in de
Kleine Houtstraat. De jongen die het
op een loopen zette, werd op de Ged.
Oude Gracht door hem gegrepen, waar
hy hem 7 sinaasappelen ontnam uit
den kelder gestolen.
BINNENLAND
Uit de „Staatscourant"
Kon. besluiten.
Jhr. Mr. E. W. J. Six, te 's Gra
venhage, met ingang van 1 Maart '99,
benoemd tot adjunct-commies by het
Departement v. Binnenlandsche Zaken.
Aan den buiteugewonen adelborst
by de Koninklijke Nederlandsche Ma
rine-reserve. D. H. H. Broeekman, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend
uit den dienst bij de reserve; aan den
heer H. Leyba, op zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend uit zijne betrek
king van vice-consul der Nederlan
den ie Coroaan E. Spaan, op zjjn
verzoek eervol ontslag verleend als
slnisineester by het kanaal door Zuid
Beveland.
De duur der reeds verlengde deta
cheering bij de landmacht in West-
Indië, van den eerste luitenant A. C.
Couvée van het wapen der infanterie,
nogmaals, en wel met éen jaar ver
lengd.
Raad van State.
Openbare vergadering van den Raad
Toekoe Oemar gesneuveld.
De correspondent in Indië van het
Hbld. seinde Donderdag:
Van den controleur te Melaboeh
is bericht ontvangen, dat Oemar den
tiende dezer gedood is in het gevecht
naby Melaboeh. Het lyk is overge
bracht naar Pasirmogat, waar Oemars
moeder begraven ligt.
(Hoewel dit telegram stelliger luidt
en meer vertrouwen inboezemt dan
de eerste telegrammen is het toch
noodig er op te wijzen, dat de dood
van T. Oemar nog niet door een
officieel bericht is bevestigd.)
Het „Hdbl." teekent er by aan:
Met den dood van Toekoe Oemar
is de toestand der Westkust van
Aijeb geheel in ons voordeel veran
derd.
Zooals wy onlangs schreven (8
Febr.): Oemar had d&ar nog macht....
In Groot Atjeh, in Pcdir durfde hy
niet meer te komeD, op de Westkust
alleen kon hy nog aanhang vinden en
invloed oefenen.
Aan de krachtige hand van Van
Heutsz is het wel toevertrouwd, de
wettige hoofden thans te brengen en
te handhaven op de hnn toekomende
plaats en het land, dat het meest
onder Oemar's drijven leed, met hunne
medewerking te doen herleven.
Oemar's dood zal in hooge mate
de rast in die landstreek ten goede
komen.
Na zyn levensdraad is afgesneden,
mag hier herinnerd worden dat wy
hem wegens zyn verraad grooten
dank schuldig zyn. Door dat verraad
toch werden wy gedwongen, de zoovele
jaren aangenomen lamlendige houding
in Atjeh voor goed te laten varen,
en onze krijgsmacht weder in staat
te stellen te toonen wat zij onder
goede aanvoering vermag. Er zyn
groote resultaten verkregenoveral
bleven wy de overwinnaars, zelfs de
gevreesde beriberi vluchtte van Atjeh.
Als nu op de heuvelen en in de
dalen van Atjeh de Nederlandsche
vlag ongestoord wappertals in steeds
wijder kring de „Companie" als de
wettige souverein wordt geëerbiedigd
als de „gepantserde tramwagens" in
het antiquiteiten-museum zijn opge
borgen en geen onvertrouwbare hoof
den meer worden gesalarieerd om hen
te vriend te houden; als het werke
lijk einde van den Atjeh-oorlog nu
bij den dag zichtbaarder wordt,
is dat niet het minst te danken aan
den afval van Oemar, waardoor wy
tot energie werden geprikkeld; zoo
ooit, dan kan men wel hier zeggen
dat uit het kwade het goede is voort
gekomen. Die afval is een gezegend
keerpunt geweest in de geschiedenis
van den Atjeh-oorlog.
De vredesconferentie.
Nu de door den Czaar voorgeslagen
vredesconferentie naar alle waarschijn* |w«lvaart ten goede kunnen komen, is
lykheid te 's-Gravenhage zal bijeen- in ons de overtuiging gewekt, dat wy
komen, wordt reeds het een en anderthans niet mogen zwijgen, maar dat
besproken omtrent de leiding van j er van uit den boezem der natie een
deze gewichtige vergadering.
Naar diplomatiek gebruik, zou deze
toekomen aan den minister van bui-
tenlandsche zaken van het Ryk dat
de afgevaardigden ontvangt.
Aangezien echter verzekerd wordt,
dat de heer De Beaufort by voorbaat
voor de hem toegedachte hooge eer
zal bedanken, zou, mocht hy bij dit
voornemen blijven, daarvoor in de
plaats komen het plan aan de confe
rentie voor te stellen den Nederland-
schen minister van buitenlandsche
zaken uit te noodigen het eerevoor
zitterschap te willen aanvaarden.
Reeds hoort men twee eminente
mannen in ons land op het gebied
van internationaal recht noemen, die
woord in weerklank op de roepstem
van den edelen monarch behoort uit
te gaan.
Ook in het buitenland is dit ge
voeld en onder Ötead's leiding heeft
men niet stil gezeten, maar aanstonds
een weldoordacht plan gevormd om
die manifestatie der volkeren zoo in-
drakwekkend mogeljjk te doen zijn.
Afgevaardigden uit Engeland en Ame
rika zullen zich te Londen vereeni
gen en van daar zich naar alle groote
hoofdsteden van Europa begeven.
Mannen en vrouwen van verschillen
de landen znllen zich by hen aanslui
ten en zoo zal deze schare van strij
ders voor den vrede naar St. Peters-1
burg gaan en voor den Czaar ver-
uit te spreken voor uwer Majesteits
edelmoedig optreden ten gunste eener
vermindering van krijgslasten en be
vestiging van den vrede.
Tevens veroorloven wij ons den
vurigen wensch te uiten dat de door
Uwe Majesteit bijeengeroepen confe
rentie bevorderlijk zal zijn aan de
vervulling van het verlangen naar
vrede, dat, evenals alle andere natiën,
ook ons bezielt.
Zooals men weet ligt dit adres
hier ter stede ter teekening by den
heer J. M. Stap, Haarleinsche Boek
en Muziekhandel, Gr. Houtstraat 63.
voor eene benoeming tot vedelegeerdenschijnen als de tolk der overtuiging
van Nederland in aanmerking komen.
Komt het vredescongres in Den
Haag bijeen, dan zullen groote hof
feesten en partyen ter eere van de
gedelegeerden niet uitblijven.
Vr edesmanifest.
In de vergadering van het comité
voor het vredesmanifest, Maandag 4
dezer in den Haag gehouden op ini
tiatief van mevr. Wasklewicz van
Schilfgaarde, werd besloten in een
manifest het Nederlandsche volk op
te wekken tot deelneming aan de in
ternationale vredesbeweging.
Het manifest, dat thans op ruime
schaal verspreid is, is van den vol
genden inhoud
Aan het Nederlandsche volk
van alle natiën, dat vrede en recht
hoerschen moeten.
Zelve ging OGze geliefde, vorstin
voor in Hare eerste Troonrede door'
een woord van iugenomenheid mctl
het denkbeeld van den Keizer vanj
Rusland te doen hooren.
Thans is het aan ons om te bewij
zen dat, evenals altyd, Nederland één
is met Oranje en dat het ook ons ernst
is met den wensch naar vrede.
Welnu, daartoe is het dat wy ude
gelegenheid verschaffen.
Adreslijsten zullen door ons in alle
steden en dorpen ter teekening wor
den neergelegd. Een comité van vrou
wen en mannen van verschillende
richtiDg vormde zich en zal voor Ne
derland een woordvoerder aanwijzen,
die de bewijzen uwer instemming met
zich neemt om met de delegatie uit
alle landen Nederland by deze vredes-
manifestatie te vertegenwoordigen.
Laat ons niet alleen staan, maar
teekent, het geheele land door ons
adres in grooten getale of zendt ons
het bewijs uwer adhaesie per brief
kaart of naamkaartje toe. Al werd
De Keizer van Rusland, de opper"
bevelhebber van een der grootste
strijdmachten, heeft, onder inroeping
van Gods halp, zyn stem voor den
vrede onder de volkeren doen weer
klinken en alle mogendheden opge
roepen om samen te beraadslagen over
een mogelijke vermindering van den 1 als gevolg der conferentie niets an-
krygslast, waaronder alle natiën, enjders verkregen dan dat het denkbeeld
niet het minst de kleinere staten, zoo-dor internationale arbitrage meer en
als Nederland, gebukt gaan. jmeer in toepassing werd gebracht,
Aan afschaffing van legers en vlo-dan ware toch reeds onnoemelijk veel
ten valt in de naaste toekomst zeker j gewonnen.
niet te denken, en het blyft eenDoch we durven op meer hopen,
schoone en dure plicht zyn leven voor i Het zwaard moge een macht zijn, aan
de verdediging van vaderland en ons om te toonen de macht van het
haardsteden veil te hebben. Niettemin woord. Een bede om vrede en recht
zouden vele oorlogen vermeden kun-!uit den boezem aller volkeren, tot de
nen worden, indien de Staten de be-leiders en staatslieden der beschaafde
slechting hunner onderlinge geschillen Staten, kan haar uitwerking niet
onderwierpen aan de uitspraak van missen.
een scheidsgerecht in plaats van totEn wat hiervan ook zijn moge, het
het moordend staal hnn toevlucht te voegt den natiën in elk geval een
nemen. j woord van dank tot den keizer van
En nu William Stead, EngelandsRusland te richten, die toonde haar
bekende journalist, ons uit Livadiadruk te verstaan, en met dien druk
de tijding bracht, dat innerlijke over- i deernis te hebben,
tuiging Rusland's Keizer tot spreken
drong en hy, niettegenstaande alle adres bovenbedoeld luidt als
bezwaren, welke aan zyne plannen in volSt
den weg zouden staan, toch den hoo-Aan zyne Majesteit den Keizer van
gen moed gehad heeft om zyn keizer- Rusland,
lyk woord tot alle Regeeringen te Q.
doen uitgaan, en ons dus het vooruit- kire
zicht geopend wordt dat velemillioe- Wy ondergeteebenden, Nederland-'
nen op de oorlogsbudgetten uitge- sche vrouwen en mannen, nemen vol
spaard en der vermeerdering der volks- 0 erbied de vrijheid onzen blijden dank
Toenadering.
De leerlingen van de H. B. S. voor
meisjes te Amsterdam en waar
schijnlijk ook van andere onderwijs
inrichtingen aldaar hebben het vol
gende schrijven ontvangen
Wie uwer, geachte lezeres of lezer,
zou niet wenschen, dat de stijve ver
houding, die hier tusscheo jongens en
meisjes heersebt, voor een meer onge
dwongen omgang plaats maakt?
Styve verhouding, hooren wy u zeg
gen, dat heb ik nooit zoo opgemerktl
Toch is dit waar; herinner u maar
eens, hoe gaarne gij dien jongen op
straat hafft aangesproken of met dat
meisje een eindje hadt meegewandeld,
doch de vrees dat men het gek zou
vinden weerhield n. Het fatsoen brengt
nu eenmaal mede, dat ineu dit niet
kan doen. Wat is echter fatsoen?
Freule De Sayornin Lohman zegt,
zeer te recht, in hare brochure: „De
liefde in de vrouwenkwestie" op pag.
38„Ook laat datzelfde fatsoen toe
met jongelui te gaan tennissen en met
hen een lange wandeling naar huis te
ondernemen, als de jonge dame maar
zorgt den tennis-bat als bewys van
onschuld in de hand te hebben. Maar
't fatsoen laat niet toe met een bevriend
jongmensch te wandelen, zonder dien
bat en niet van een tennis-club ko
mende, al heeft men overigens de meest
onverschillige gevoelens ten opzichte
van elkaar."
Tegen dit fatsoen nu, dat we gerust
misplaatst kunnen noemen, willen wy"
ons wapenen. De beste manier om dit
te doen, is ons te vereenigen tot een
bond, die zich ten doel stelt den zoo
zeer gewenschten vryeu omgang te be
vorderen. Dit doe! tracht byte berei
ken door gezellige bijeenkomsten, af
ternoon tea's, picnics, tennissen,
schaats- en fietsrydeu, wandelen enz.
Alleen jongelui van denzelfden stand
en principe worden tot den bond toe
gelaten, terwyl ook op hun gedrag
zal gelet worden.
In principe vindt gy dezen bond na^
tuurlijk heel aardig, doch om als lid
toe te treden, daartoe voelt gy eenige
bezwaren en allerlei vragen komen
by u op. Gy weet nog te weinig van
dien bond af, gij weet niet wie er lid
van zijn of kunnen worden, welke
verplichtingen gij op u neemt, enz.
Om aan deze bezwaren tegemoet te
komen hebben wy besloten een After
noon Tea te geven op Zaterdag 18
Februari a. s. om 3lU uur, ten huize
van een der leden, Plantage Midden
laan 11b.
Wy noodigen u daarom uit, zoo ge
tenminste dezelfde beginselen zyt toe
gedaan, u op deze afteroooD tea door
een der leden te laten introduceeren,
om zoodoende een weinig van den
stand van zaken op de hoogte te
komeD.
HET BESTUUR.
De zaak Haas—van Hall.
De telegraafambtenaren te 's-Gra
venhage. aan wie opgedragen is een
onderzoek naar de telegrammen be
trekking hebbende op de zaak Haas-
Van Hall, worden bijgestaan door den
hoofdinspecteur der Amsterdamsche
recherche, den heer Batelt, die daar
voor reeds eenigen tijd in de residentie
vertoeft.
Brandstichting
Op zware vermoedens, dat de brand»
welke Zondagnacht in de Koning
straat te Hilversum woedde, zou ver
oorzaakt zyn door kwaadwilligheid
der bewoners, zijn dezen 4 in getal
door de politie gevankelijk naar
Amsterdam overgebracht.
Brand te Enschede.
Door een feilen brand is Woens
dagnacht het groote magazijn melde
daarin aanwezige goederen der firma
Van Heek Co., gelegen aan de
Kortesteeg te Enschedé, vernield. De
schade is groot, doch wordt door
b-ïursassurantie gedekt. De nabijge
legen fabrieken en woningen zyn be
houden.
De diefstal te Wolvega.
Thans meldt men uit Heerenveen,
dat Bontje A. te Oldetrijne, de
gewezen dienstbode van notaris v.
Giffen te Wolvega en haar man ge
vankelijk te Heerenveen zyn binnen
gebracht, als verdacht de daders te
zijn van den bij genoemden notaris
gepleegden diefstal met braak.
Omtrent den diefstal kan nog het
volgende worden gemeld
De heer Van Giffen sluit 's avonds
geregeld zijn slaapkamer af, 's morgens
vond hy haar echter vanbuiten ge
sloten, zoodat het zoo goed als zeker
is, dat de dief of dievegge zich op
de slaapkamer van den heer Van
Giffen heeft laten insluiten. De broek
waarin de sleutel van de brandkast
zich bevond, werd van de slaapkamer
1 vermist. Ook werden de deuren der
'slaapkamers van het dienstpersoneel
afgesloten, zoodat men by den diefstal
geen stoornis had te duchten. Uit de
I brandkast werd vermist eene som van
'f402, aan klein bankpapier en con
tanten, een stapeltje grooter bank
papier en effecten werden onaange
roerd gelaten, zoodat de schade voor
den heer Van Giffen veel giooter had
kunnen zyn. Natuurlijk begon de
politie dadelijk haar onderzoek. Dat
de dader of daders goed bekend
moeten geweest zijn met de inrichting
der woning, met de gewoonte van den
heer v. G. en die van zijn personee:,
blykt duidelijk uit de wyze, waarop
het feit is gepleegd.
Marian zocht een schaduwrijk plekje
bij de bron op inziende, dat zij den
vloed moest afwachten. Zij laafde zich
aan het heldere water en verfrischte
haar gelaat en handen. Nu de zon het
eiland vroolijk bescheen begon de hoop
weer in haar hart te herleven. Zij be
merkte een paar eilanden, die niet ver
der dan een mijl van haar vandaan la
gen en duidelijk kon zij eenige visschers-
hutten onderscheiden. Vannacht reeds
zou zij wellicht in een van die huisjes
slapen. Zij zou des te beter slapen om
dat zij wist dat zij nu alleen was en
zij de kracht bezat anderen den moed
te schenken, die ook haar geschonken
„Ik zal met Dicky gaan leven," zeide
zij tot zichzelf. „Ieder die werken wil
kan in Engeland een werkkring vin- j
den. Wij zullen samen de toekomst te-
gemoet gaan, mijn kleine broer en ik,
en Ged zal ons den weg wijzen, dien wij i
bewandelen moeten. 1
Ik zal vergeten dat mijn leven anders
had kunnen zijn. Paul kan dan een Rus
sisch vrouw trouwen en den dag van
gisteren vergeten."
Heftig trok zij aan het gras en de
bron, die, in de heldere zonneschijn
baadde, weerspiegelde een bleek, ver
wrongen gelaat, met fladderende krul
letjes er om heen, en droevige oogen,
waaronder blauwe kringen lagen. Hoe
weinig haar dit gezicht ook kon beha- j
gen, werd haar ijdelkeid toch gestreeld
bij do herinnering aan de Russische
vrouwenen deze herinnering stelde
haar tevreden. Het was zoo prettig te
bedenken dat Paul's vrouw het gezicht
van een Chineesche zou hebben, haar
figuur onbehaaglijk em haar huid bruin
en rimpelig zou zijngeen enkele ja- j
pon, bij de beste coupeuse uit Parijs ge
maakt, zou haar staan.
Zij zeide tot zichzelf dat zij alle Rus-1
sisclie vrouwen haatte, maar in 't bijzon-
der haai', die eenmaal Paul's vrouw zou
worden, een haat toedroeg, die geen
grenzen kende. Toen zij hierover na
dacht moest zij om zich zelf lachen. En j
zij lachte neg; toen zij een vreemde ver
schijning op den oever bemerkte.
Zij had zich zoo verdiept in die be
schouwing van haar gelaat, dat door het
water weerkaatst werd, dat zij voor een
oogenblik het eiland en zijn geheele om
geving vergeten had. Toen zij opkeek
gold haar eerste gedachte cle boot, die
op liet strand lag. Spoedig kreeg zij
haar in 't oog, maar zij; durfde haar ei
gen oogen nauwelijks gelooven, toen
zij een vreemde gedaante, waar ze zoo
plotseling vandaan kwam wist ze niet,
op den oever zag staan, die haar gade-
sloeg.
Het was de gestalte van een man,
gehuld in een bruine pij', die door een
ruw dik touw om het middel bijeen ge
houden werd De monnik, want dat
scheen hij te zijn, was forsch gebouwd
en stond onbewegelijk als een rots. Zijn|
lang haar dat weelderig op zijn sehou-
diers hing, fladderde in den wind, dit 't nu
en dan tegen zijn gelaat zwiepte waar
door zijn trekken verborgen werd'cn
zijn glinsterende, diepliggende oogen
boezemden wantrouwen in. De lederen'
sandalen, die hij droeg, waren zoo ver-|
sleten, dat het water over zijn bloote
voeten spoelde. Zonderling en dreigend',
stond de man met over de borst ge
kruiste armen het jonge meisje gade te
slaan en Marian, sprakeloos van angst
door deze geheimzinnige verschijning;
hurkte op liet gras neer en durfde zich
niet bewegen.
Nooit in haar leven had haar zoo'n
angst aangegrepen. Zeker als zij ca- van
was dat er zich geen menschelijk wezen
op het eiland bevonden had toen zij
hot betrad, kwam het haar voor, alsof
deze man plotseling uit de rotsen opge
doken was. In haar eerste opwelling
wilde zij deze spookachtige plaats ont
vluchten. maar liaar ledematen weiger
de haar den dienst. De kreet, dien zij
wilde uiten bestierf haar op de lippen,
en zij trilde over haar geheele lichaam.
Voor eenige oogenblikken was het alsof
zij alles vergat. Zij viel in zwijm en
toen zij weer bijkwam was de monnik
verdwenen.
Voor dat Marian Best Rusland betrad
had zij nooit geweten wat zenuwen wa
ren. En hoewel haar zenuwgestel gele
den had door de verschrikkelijke dagen
en nachten in fort Alexander doorge-j
bracht, was zij toch nog in staat zich
spoedig van een schrik te herstellen en
er over te Lachen. Toen zij tot de onfc-'
dekking kwam dat zij op hot gras lag'
en haar geheele omgeving in een helde
ren zonneschijn baadde, begreep zij in
't eerst niet recht waarom zij flauw
gevallen was. Het eiland was even ver
laten als voorheen. De zee zong haar zan
gerig lied als wilde zij op die manier
die lente welkom heeten, en op den
oever was geen levend wezen meer te
zien. Droom wig beschouwde zij dit
alles on toen schoot haar eensklaps haar
angst te binnen.
.Het was een droom," zeide zij, of
schoon zij bij, de herinnering aan de
verschijning huiverde.
..Tic zal in slaap zijn gevallen. Hoe
kan hier nu iemand komen En al was
het zoo waarvoor zou ik dan zoo be
angst zijn? Wat een nonsens om aan
zulke dingen te denken!" Op deze ma
nier trachtte zij zich zelf gerust te stel
len, vlug sprong zij op en snelde naar
den oever.
Haar bootje lag nog op dezelfde
plaatsmaar heel duidelijk bemerkte
zij indrukken van sandalen in het zand
zij kon de voetstappen tot aan het gras
volgen, maar verder ook niet.
En weer stond zij verslagen en aan
den grond genageld, niet uit angst dat
er zich een man op het eiland bevond,
maar omdat hij zich voor haar verborg
en zijn woning nergens te bekennen
was.
Zij had wel eens van kluizenaars ge
hoord, die him hutten op deze verlaten
rotsen bij Finland opsloegen, maar deze
overleveringen verschaften haar geen
licht.
Zij geloofde niet te kunnen rusten
voor dat zij den vreemdeling gezien en
gesproken had. De verschrikkelijke hon
ger, die haar kwelde, deed haar zelfs
naar ecu ontmoeting met hem verlan-
'gen.
Zij wilde wetèn of het een mensch
was. Uit alle macht schreeuwende, liep
zij over het eiland! Zij verkende den
oever en doorzocht alle inhammen en
holen in de rotsen. Dan weer bleef zij
staan luisteren, of er ook voetstappen
nader kwamen. Geen schuilplaats of
eenig ander spoor behalve dc voet
stappen op het strand', waren er van
den man te bespeuren.
Die geheimzinnigheid was iets afschu
welijks voor haar. en dan te denken dat
de nacht zou aanbreken en haar aan
deze plaats gebonden hield
De zon had reeds eenigen tijd geleden
haar hoogste punt bereikt Het was nu
bijna drie uur op den middag. De hon
ger begon zich steeds meer en meer te
doen gevoelen en verergerde haar on-
benijdenswaardigen toestand. Als zij
sliep kon zij niet weten wat er met
haar gelxmrde.
Haar schuilhoek was een hol in een
rots, tien voet boven het strand gelegen
en zóó smal, dat ieder die op de ver
hevenheid wilde klauteren haar nood
zakelijk wakker moest maken.
Daar was zij beschut tegen de zon, en